VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
V.Z.W. KARUS VOOR
DE “MOEDER-BABYEENHEID” IN HET PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS SINT- XXXXXXXX
Xxxxx op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieconventies en revalidatieziekenhuizen, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 363,
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van
Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “De Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds, de v.z.w. Karus
voor de Moeder-Babyeenheid in het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Camillus (erkenningsnummer 930) te Sint-Denijs-Westrem.
Artikel 1. De “Moeder-Babyeenheid te Sint-Denijs-Westrem” wordt in deze overeenkomst aangeduid met de term “revalidatievoorziening”.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering
van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van […]betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de zorgvoorziening.
Hoofdstuk I. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2. Deze overeenkomst definieert de door revalidatievoorziening beoogde populatie, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie- equipe die hiervoor instaat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de honoraria en de prijzen van de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van zowel het agentschap als de verzekeringsinstellingen.
Hoofdstuk II. XXXX EN DOESLTELLINGEN VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING EN VAN DE REVALIDATIE
Artikel 3. §1. De revalidatievoorziening is een gespecialiseerde dienst voor moeder-baby diades.
§2. Als dusdanig vormt de revalidatievoorziening een afzonderlijke functionele eenheid van het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Camillus met eigen personeel en lokalen. De nachtpermanentie in de revalidatievoorziening kan evenwel verzekerd worden door het personeel van het ziekenhuis waarvan de revalidatievoorziening een afdeling is. De revalidatievoorziening is 24u/24u bereikbaar voor de moeder-baby diades terwijl ze niet aanwezig zijn in de revalidatievoorziening.
§3. Deze revalidatieovereenkomst heeft betrekking op drie afdelingen of modules van de Moeder- Babyeenheid:
− De Residentiële module
− De Module dagbehandeling
− De Module intensieve ambulante behandeling
Eenzelfde moeder-baby diade kan meerdere modules van de Moeder-Babyeenheid volgen. Onverminderd de maximumduur van het programma van elke module die in deze overeenkomst is vastgelegd, is het ook mogelijk om het programma van één module aan te vatten, dit te onderbreken om een andere module te volgen en vervolgens de eerste module terug te hervatten. Deze flexibiliteit laat toe om voor elke moeder-baby diade een zorgaanbod-op-maat te ontwikkelen en een volledig
zorgtraject aan te bieden, afhankelijk onder meer van de aard en de ernst van de problematiek én de wijze waarop het herstel verloopt.
§4. Het revalidatieprogramma van elke module is multidisciplinair. Dit houdt onder meer in dat binnen elke module, teamleden van verschillende disciplines bij de behandeling van een moeder-baby diade dienen tussen te komen.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe samen te werken en netwerken op te bouwen met andere zorgverleners (huisartsen, ... ), zorginstellingen (diensten voor neonatologie, pediatrie, psychiatrie, ... , zowel van het eigen ziekenhuis waarvan de revalidatievoorziening deel uitmaakt als van andere ziekenhuizen) en allerlei hulpverleningsorganisaties (Kind en Gezin, organisaties voor gezinsondersteuning, CGG's, ... ) die zorgverlening en ondersteuning bieden aan moeders met pasgeboren of jonge kinderen. Binnen dit grote zorgnetwerk geldt de revalidatievoorziening als een gespecialiseerde dienst waarnaar gezinnen, die door de andere netwerkpartners onvoldoende adequaat begeleid kunnen worden, doorverwezen kunnen worden. De revalidatievoorziening onderscheidt zich van de andere netwerkpartners door de expertise die ze combineert zowel inzake de behandeling van de Moeder als inzake de verzorging van het kind en het remediëren en faciliteren van de interactionele band tussen beiden.
De begeleiding in de revalidatievoorziening is in duur beperkt; in totaal tot maximum 1 ½ jaar. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe om overleg aan te gaan en afspraken te maken met de andere netwerkpartners zodat de gezinnen na de begeleiding door de revalidatievoorziening verder terdege en vanuit hetzelfde therapeutische concept kunnen ondersteund en begeleid worden door deze andere netwerkpartners.
Artikel 4. §1. In het kader van de Residentiële module worden de moeder-baby diades gezamenlijk opgenomen. De totale duur van de opname in het kader van de Residentiële module bedraagt normaliter maximaal 3 maanden. Afhankelijk van de ernst van de problematiek kan deze opname echter langer duren.
§2. Het revalidatieprogramma binnen de Residentiële module beoogt onder meer de behandeling van de moeder, de observatie en verzorging van de baby, de begeleiding van de moeder bij de verzorging van haar baby (interpretatie van signalen die de baby geeft, psycho-educatie en opvoedingsbegeleiding), de begeleiding van het gezin (ondersteunen en betrekken van de partner, ... ) én het opzetten van een (professioneel, familiaal, ... ) zorgnetwerk in het leefmilieu van de moeder dat het gezin kan ondersteunen na het ontslag van de diade uit de afdeling.
Elk revalidatieprogramma van de Residentiële module omvat volgende soorten interventies:
− Individuele begeleiding van de moeder door de arts-psychiater van de afdeling;
− Individuele gesprekken door de psychiater en de psycholoog van de afdeling met de belangrijkste naasten van de moeder (partner, ouders, ... );
− (Psycho-)diagnosestelling bij de moeder en debaby;
− Diverse vormen van psychotherapie met de moeder, de moeder-baby diade of het ruimere gezin;
− Ondersteuning en begeleiding van de moeder bij de verzorging ván en de interactie met de baby;
− Verzorging van debaby;
− Diverse groepstherapieën;
− Groepssessies voor de partners van de moeders;
− Begeleiding door een sociaal werker.
§3. Indien nodig, bijvoorbeeld indien de psychiatrische problematiek van de moeder niet of slechts traag herstelt en ze daardoor ook na het ontslag uit de Residentiële module niet in staat is om voor haar baby te zorgen, zal het zorgteam van de Residentiële module, samen met de moeder en/of de vader, zoeken naar (tijdelijke) alternatieve opvangmogelijkheden of hechtingsfiguren voor het kind.
Artikel 5. Met toestemming van de leiding van de Residentiële module kan de moeder-baby diade de opname in de afdeling tijdelijk onderbreken om in het thuismilieu te verblijven.
Deze "re-integratiedagen" hebben onder meer tot doel dat de moeder het contact met het thuismilieu bewaart en niet te sterk gehecht geraakt aan het veilige en ondersteunende milieu dat geboden wordt binnen de afdeling en dat reeds aanwezige steunfiguren in het thuismilieu van de moeder zich aangesproken blijven voelen om de moeder, ook na haar ontslag uit de afdeling, te blijven ondersteunen.
De re-integratie dagen vinden in principe plaats tijdens het weekeinde. Het aantal opeenvolgende nachten dat een diade afwezig is van de afdeling omwille van re-integratiedagen is per onderbreking van de opname beperkt tot maximaal 4.
Re-integratiedagen waarop zowel de moeder als de baby niet in de Residentiële module verblijven, zijn niet vergoedbaar.
Re-integratiedagen waarop de moeder afwezig is van de afdeling maar de baby wel in de afdeling verblijft, bijvoorbeeld omdat het gevaarlijk is voor de baby om zonder begeleiding samen met de moeder buiten de afdeling in het thuismilieu te verblijven, zijn evenmin vergoedbaar in het kader van deze overeenkomst. De revalidatievoorziening engageert zich er evenwel toe om de baby, tijdens deze re- integratiedagen, op te nemen en te verzorgen binnen deafdeling.
Artikel 6. In het kader van de Module dagbehandeling zijn de moeder-baby diades gedurende een volledige dag of een halve dag aanwezig in de revalidatievoorziening om deel te nemen aan de revalidatieactiviteiten van demodule.
De Module dagbehandeling zal meestal gevolgd worden door diades die voordien het programma van de Residentiële module gevolgd hebben. In die gevallen is de bedoeling van de Module dagbehandeling om de intensieve residentiële behandeling die de diade voordien gevolgd heeft geleidelijk af te bouwen en de moeder en haar gezin te ondersteunen bij de terugkeer van de diade in het thuismilieu.
De totale duur van de begeleiding in het kader van de Module dagbehandeling bedraagt gemiddeld maximaal 3 maanden. Afhankelijk van de ernst van de problematiek kan deze begeleiding echter langer duren.
De doelstellingen en de inhoud van de revalidatie van de Module dagbehandeling zijn vergelijkbaar met die van de Residentiële module.
Artikel 7. De Module intensieve ambulante behandeling is bedoeld voor moeder-baby diades waarvoor eenresidentiële opname nietnoodzakelijk is ofwaarvoor de drempel naar opname te groot is enwaarvoor het aanbod van andere in artikel 3 §5 bedoelde netwerkpartners ontoereikend is. Het opzet van deze module is om, door de diade intensief, ambulant te begeleiden, het functioneren van de diade te verbeteren zodat een opname van de diade in de Residentiële module, indien mogelijk, voorkomen kan worden.
De sessies van de ambulante behandeling vinden ofwel plaats aan huis bij de diade en indien
aangewezen aanvullend in de revalidatievoorziening zelf.
In principe worden deze sessies ofwel verstrekt door een lid van het multidisciplinair team. Bij aanvang, halfweg het begeleidingsprogramma en op het einde van de begeleiding vindt er een evaluatiesessie plaats waaraan behalve de vaste begeleider van de andere sessies ook een psycholoog of kinderpsycholoog van de equipe van de revalidatievoorziening deelneemt. Naast deze sessies die thuis bij de diade of in de revalidatievoorziening zelf plaats vinden gaat de moeder van de diade normaliter om de twee weken, ambulant op individuele consultatie in de revalidatievoorziening bij de psychiater van de revalidatievoorziening.
Het programma van deze module omvat inhoudelijk minstens observatie en diagnosestelling in de thuiscontext (van de moeder, de baby, de moeder-baby interactie, de draagkracht/draaglast van het gezin), actieve coaching en ondersteuning van de moeder en het gezin én medische opvolging van de psychiatrische problematiek van de moeder door de psychiater van de revalidatievoorziening. De revalidatievoorziening helpt ook actief mee een netwerk van formele en informele steunfiguren voor het gezin te versterken of te ontwikkelen.
Ook als de sessies plaats vinden in de revalidatievoorziening zelf bestaan ze normaliter uitsluitend uit individuele contacten met een teamlid of teamleden van de eenheid.
De begeleiding van de diade gebeurt steeds in nauw overleg met de andere in artikel 3 §5 bedoelde netwerkpartners die eveneens zorgverlening of ondersteuning bieden aan de diade in kwestie.
Hoofdstuk III. RECHTHEBBENDEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 8. §1. Onder rechthebbenden als bedoeld in deze overeenkomst dient te worden verstaan moeder-baby diades - een moeder en haar baby - waarbij voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden:
1. Bij aanvang van het revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening is de baby maximaal 15 maanden oud.
2. De interactie tussen moeder en baby wordt gekenmerkt door ernstige tekortkomingen vanwege de moeder ten aanzien van de baby die nefaste gevolgen kunnen hebben voor de fysieke integriteit van de baby of zijn emotionele, sociale of cognitieve ontwikkeling: onvoldoende responsief gedrag, excessief responsief gedrag, incoherent responsief gedrag (inconsequente, onvoorspelbare en/of inadequate responsen) en/of fysieke of psychische verwaarlozing of mishandeling van de baby
3. Vanwege de moeder is de gestoorde interactie met de baby toe te schrijven aan één of meerdere stoornissen uit de volgende categorieën:
• Gedragsstoornissen;
• Depressieve stoornissen, waaronder postpartum depressies;
• Angstige, fobische of panische stoornissen;
• Schizofrenie of psychotische stoornissen, waaronder postpartum psychoses;
• Een delirante toestand;
• Een stoornis van middelenafhankelijkheid die op fysiek vlak gestabiliseerd is;
• Persoonlijkheidsstoornissen.
4. De stoornis van de mentale toestand van de moeder is niet dermate ernstig of acuut dat een afzonderlijke opname van de moeder op een aangepaste, psychiatrische dienst noodzakelijk is.
5. De moeder vertoont geen ernstige of gemiddelde zwakzinnigheid.
§2. De moeder-baby diade kan bestaan uit méér dan één baby. In dat geval dient minstens 1 baby van de diade te beantwoorden aan de voorwaarde 2 die in §1 van dit artikel is vastgesteld. Elke baby van de diade dient echter te beantwoorden aan voorwaarde 1 van artikel 8, §1.
§3. Zwangere vrouwen die aan het einde van hun zwangerschap zijn, die lijden aan een ernstige stoornis vermeld onder artikel 8, §1, 3 én waarvoor er een gegrond vermoeden is dat de interactie met hun baby, ten gevolge van die stoornis, ernstige tekortkomingen zal vertonen zoals bedoeld in artikel 8, §1, 2, komen hoogst uitzonderlijk, mits de expliciete instemming van de Zorgkassencommissie, ook in aanmerking als rechthebbende van deze overeenkomst. Voor deze rechthebbenden zijn enkel de in artikel 9, §2 en §4 gedefinieerde prestaties van de Residentiële module en de Module dagbehandeling vergoedbaar.
§4. Om het revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening te kunnen aanvatten dient de moeder verwezen te worden door een derde instantie die daartoe bekwaam is, bijvoorbeeld door een arts, een gerechtelijke instantie of een sociaal hulpverlener. De verwijzer mag geen deel uitmaken van het personeelskader van de revalidatievoorziening.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verwijzer, indien dit een arts is, evenals de behandelende huisarts van de moeder-baby diade, schriftelijk te informeren over zijn diagnostische bevindingen met betrekking tot de diade, over de inhoud en de resultaten van de verstrekte revalidatie en over de noodzakelijke verdere zorg- en hulpverlening na de revalidatie in de revalidatievoorziening.
Hoofdstuk IV. AARD EN PRIJZEN VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 9. §1. De op grond van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekking voor de Residentiële module is de residentiële revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens de welke een moeder-baby diade zoals bedoeld in artikel 8, §1, daadwerkelijk in de afdeling van de Residentiële module is opgenomen om aan het revalidatieprogramma van die afdeling deel te nemen.
De residentiële revalidatiedag is enkel vergoedbaar voor dagen dat, in toepassing van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, de in dit koninklijk besluit gedefinieerde verpleegdagprijs kan aangerekend worden.
De dagen van opname en van ontslag in de afdeling van de Residentiële module worden samen gerekend als één enkele residentiële revalidatiedag, behoudens ingeval de volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: opname van een rechthebbende vóór 12 uur de dag van de opname en vertrek van de rechthebbende ná 14 uur de dag van ontslag. In die gevallen mogen zowel de dag van de opname als de dag van ontslag worden aangerekend.
Een verblijfsduur van een rechthebbende van minder dan 24 uur in de afdeling van de Residentiële module kan nooit aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van een residentiële revalidatiedag, behoudens wanneer de rechthebbende tijdens de eerste 24 uur na zijn opname overlijdt. In dat geval is de betaling van één residentiële revalidatiedag verschuldigd.
§2. Voor de dagen waarop uitzonderlijk een partiële daghospitalisatie in een verpleeginrichting plaatsvindt van een moeder van de Residentiële module, kan de residentiële revalidatiedag aan 70 % worden aangerekend voor zover het niet gaat om een partiële hospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis (waaronder partiële hospitalisaties in een andere afdeling van het psychiatrisch ziekenhuis waarvan de revalidatievoorziening deel uitmaakt) of in de psychiatrische afdeling van een algemeen
ziekenhuis. Dergelijke dagen waarop een partiële daghospitalisatie plaats vindt en die gerealiseerd worden voor een zwangere vrouw (zoals bedoeld in artikel 8, §3) of voor een moeder van een diade die alleen, zonder haar baby, in de Residentiële module verblijft, zijn evenwel niet vergoedbaar.
Voor de dagen waarop uitzonderlijk een zwangere vrouw of een moeder van een diade alleen, zonder haar baby, in de afdeling van de Residentiële module verblijft, kan in principe eveneens de residentiële revalidatiedag aan 70 % worden aangerekend. Deze dagen zijn evenwel slechts vergoedbaar als de Zorgkassencommissie hier expliciet mee heeft ingestemd (op basis van een aanvraag zoals bedoeld in artikel 14, §1).
In het geval van een moeder van een diade, zoals bedoeld in artikel 8, §1, die zonder haar baby in de afdeling van de Residentiële module verblijft, is de expliciete toestemming van de Zorgkassencommissie vereist van zodra de moeder al gedurende minstens 10 opeenvolgende dagen alleen zonder haar baby in de Residentiële module verbleven heeft.
§3. In geval van toekenning van verlof aan de moeder van een diade die het revalidatieprogramma van de Residentiële module volgt, mag de dag van vertrek alleen worden aangerekend wanneer de rechthebbende de afdeling van de Residentiële module verlaat na 14 uur en mag de dag van terugkeer alleen worden aangerekend wanneer de moeder vóór 12 uur in de afdeling van de Residentiële module terugkomt.
§4. Op basis van deze overeenkomst kunnen voor de Module dagbehandeling de volgende revalidatieprestaties worden vergoed:
− de volledige ambulante revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke een moeder-baby diade zoals bedoeld in artikel 8, §1, gedurende minstens 6 uur aanwezig is in de afdeling van de Module dagbehandeling om effectief aan het revalidatieprogramma van deze module deel te nemen.
− de halve ambulante revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke een moeder-baby diade zoals bedoeld in artikel 8, §1, gedurende minstens 3 uur aanwezig is in de afdeling van de Module dagbehandeling om effectief aan het revalidatieprogramma van deze module deel te nemen.
De in deze §4, gedefinieerde revalidatieprestaties zijn uitzonderlijk, mits de expliciete toestemming van de Zorgkassencommissie, ook vergoedbaar voor zwangere vrouwen, zoals bedoeld in artikel 8, §3.
§5. Op basis van deze overeenkomst kunnen voor de Module intensieve ambulante behandeling de volgende revalidatieverstrekkingen worden vergoed:
− de intensieve behandelingssessie thuis, d.w.z. iedere dag tijdens welke één therapeutisch personeelslid (in principe een verpleegkundige of een maatschappelijk werker) van de Module intensieve ambulante behandeling gedurende minstens twee uren effectief aanwezig is in de woon- of verblijfplaats van de moeder-baby diade, zoals bedoeld in artikel 8, §1, om er samen met de diade de revalidatie-activiteiten van de Module intensieve ambulante behandeling te realiseren.
− de evaluatiesessie thuis, d.w.z. iedere dag tijdens welke twee therapeutische personeelsleden (in principe een verpleegkundige of een maatschappelijk werker én een psycholoog of kinderpsycholoog) van de Module intensieve ambulante behandeling gedurende minstens twee ureneffectief aanwezig zijn in de woon- of verblijfplaats van de moeder-baby diade, zoals bedoeld in artikel 8, §1, om er samen met de diade de revalidatie-activiteiten van de Module intensieve ambulante behandeling te realiseren.
− de intensieve behandelingssessie in de revalidatievoorziening, d.w.z. iedere dag tijdens welke de moeder- baby diade zoals bedoeld in artikel 8, §1, of enkel de moeder van de diade, gedurende
minstens 2 uur aanwezig is in de revalidatievoorziening om er samen met een teamlid van de Module intensieve ambulante behandeling (in principe een verpleegkundige of een maatschappelijk werker) de revalidatie-activiteiten van de Module intensieve ambulante behandeling te realiseren.
− de evaluatiesessie in de revalidatievoorziening, d.w.z. iedere dag tijdens welke de moeder-baby diade zoals bedoeld in artikel 8, §1, of enkel de moeder van de diade, gedurende minstens 2 uur aanwezig is in de revalidatievoorziening om er samen met twee teamleden van de Module intensieve ambulante behandeling (in principe een verpleegkundige of een maatschappelijk werker én een psycholoog of kinderpsycholoog) de revalidatie-activiteiten van de Module intensieve ambulante behandeling te realiseren.
De tijd die nodig is om zich van en naar de woonplaats van de moeder-baby diade te begeven, mag nooit deel uitmaken van de vereiste 2 uur om de intensieve behandelingssessie thuis of de evaluatiesessie thuis te realiseren.
De in deze §5, gedefinieerde revalidatieprestaties zijn uitzonderlijk, mits de expliciete toestemming van de Zorgkassencommissie, ook vergoedbaar voor zwangere vrouwen, zoals bedoeld in artikel 8, §3.
§6. Per diade komt dagelijks slechts één van de in artikel 9 gedefinieerde revalidatieverstrekkingen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
Hoofdstuk V. CUMULBEPALINGEN
Artikel 10. §1. De prijzen van de in artikel 9 gedefinieerde revalidatieprestaties, vastgesteld op basis van de bijlagen bijdeze overeenkomst, zijn vaste bedragen die de volledige kostprijs vande revalidatie van de modules van de revalidatievoorzieningen dekken, met uitzondering van de kosten van de opname in de afdeling van de residentiële module die vergoed worden via de in artikel 9, §1, bedoelde verpleegdagprijs. Bijgevolg omvatten deze prijzen alle werkingskosten (waaronder ook de verplaatsingskost en -tijd van het personeel in het kader van de huisbezoeken van de Module intensieve ambulante behandeling), alle kosten voor diagnostische verstrekkingen, alle door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en alle kosten van revalidatieactiviteiten die binnen of eventueel buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden.
De prijzen van de revalidatieverstrekkingen dekken eveneens alle kosten van de verzorging en (in het geval van opname in de afdeling van de Residentiële module) het verblijf van de baby's, waarvoor bijgevolg geen extra vergoedingen mogen aangerekend worden. Hiervoor kunnen evenmin ligdagen en extra vergoedingen aangerekend worden op de in artikel 5 bedoende, niet vergoedbare re- integratiedagen waarop een baby, alleen zonder de moeder, in de afdeling van de Residentiële module verblijft.
§2. De revalidatievoorziening en de verpleeginrichting waarvan de revalidatievoorziening een afdeling is, verbinden zich, conform artikel 218 van het besluit, ertoe aan de rechthebbende geen toeslag aan te rekenen boven op de prijzen die zijn vastgesteld in deze overeenkomst, behalve wanneer het gaat om:
− de kostprijs van de dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt door de rechthebbenden die het revalidatieprogramma volgen van de Module dagbehandeling, of door de rechthebbenden van de Module intensieve ambulante behandeling wanneer ze in de revalidatievoorziening aanwezig zijn om de behandelingssessies van de module te volgen of om de psychiater van de revalidatievoorziening te consulteren.
− het persoonlijk aandeel van de rechthebbende met betrekking tot de revalidatieverstrekkingen
die zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van de bepalingen van §3 van dit artikel kunnen bij vergoed worden.
− het persoonlijk aandeel van de rechthebbende met betrekking tot de farmaceutische producten
− het persoonlijk aandeel van de rechthebbende met betrekking tot de in artikel 9, §1, bedoelde verpleegdagprijs.
§3. Conform artikel 38 van het besluit kunnen de in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen (mits voldaan wordt aan de bepalingen van die nomenclatuur) boven op de in §1 bedoelde prijzen van de vergoedbare revalidatieprestaties worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen, behalve wanneer het gaat om :
− verstrekkingen die door een psychiater of neuropsychiater verleend worden aan de moeder van de diade, gedurende het deel van de aanvaarde revalidatieperiode dat de diade het revalidatieprogramma volgt van de Residentiële module of van de Module dagbehandeling;
− door verpleegkundigen verleende verzorging (artikel 9, §1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen) aan de moeder of aan de baby van de diade op dagen dat de in artikel 9 gedefinieerde residentiële revalidatiedag kan aangerekend worden.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe elke rechthebbende te informeren over deze cumulbeperkingen. De revalidatievoorziening bewaart de schriftelijke bewijzen waaruit blijkt dat dit gebeurd is.
§4. De door het personeel van de revalidatievoorziening aan de rechthebbende verleende verstrekkingen mogen nooit afzonderlijk worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen. Dit geldt eveneens voor verstrekkingen van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen die volgens artikel 10, §3 bovenop de vergoedbare revalidatieprestaties kunnen worden aangerekend (bijvoorbeeld consultaties van een psychiater met moeders van de Module intensieve ambulante behandeling), maar die door het personeel van de revalidatievoorziening verstrekt worden. Deze verstrekkingen mogen nooit afzonderlijk worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aande verzekeringsinstellingen. De gelijktijdige facturatie dient onder gesplitste vorm te gebeuren voor wat deze revalidatieovereenkomst en andere prestaties betreft.
Deze bepalingen gelden ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening, voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige en voor verstrekkingen die niet tot de revalidatie behoren.
Deze bepalingen zijn ook van toepassing op de verstrekkingen die binnen het kader van de ten laste genomen revalidatieperiode worden verricht voor mensen uit de omgeving van de rechthebbenden (ouders, partner,...).
De bepalingen van deze paragraaf zijn ook van toepassing op het personeel van het in artikel 22, §1, bedoelde verpleegkader van de revalidatievoorziening.
§5. Conform artikel 29 van het besluit kunnen de prijzen en honoraria die normaliter kunnen worden aangerekend voor de revalidatieverstrekkingen van andere Vlaamse revalidatievoorzieningen voor de revalidatie van moeder-kind diades waarbij de interactie verstoord is, in geen geval boven op de prijzen van de in artikel 9 gedefinieerde revalidatieprestaties, worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen.
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op
de naleving van deze bepalingen. Conform de bepalingen in artikel 182 tot en met 189 van het besluit, wordt het niet naleven van de bepalingen van dit artikel, door de partijen beschouwd als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de kans heeft gehad om de redenen voor het niet naleven van deze bepalingen toe te lichten.
Artikel 11. §1. De basisprijs (aan 100 %) van de in artikel 9, §1 omschreven residentiële revalidatiedag wordt vastgesteld op x EUR, rekening houdende met het personeel en de algemene kosten vermeld in bijlage bij deze overeenkomst.
De residentiële revalidatiedagprijs aan 70 % bedraagt steeds 70/100 van de basisprijs aan 100 %.
De prijs van de volledige ambulante revalidatiedag bedraagt steeds 70/100 van de prijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 %.
De prijs van de halve ambulante revalidatiedag bedraagt steeds 35/100 van de prijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 %.
De prijs van de intensieve behandelingssessie thuis bedraagt steeds 70/100 van de prijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 %.
De prijs van de evaluatiesessie thuis bedraagt steeds 140/100 van de prijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 %.
De prijs van de intensieve behandelingssessie in het centrum bedraagt steeds 45/100 van de prijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 %.
De prijs van de evaluatiesessie in de revalidatievoorziening bedraagt steeds 90/100 van de prijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 %.
§2. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde prijs per residentiële revalidatiedag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (1 september 2018, basis 2013) van deconsumptieprijzen. Dit indexeerbare gedeelte wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Hoofdstuk VI. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 12. §1. Gemiddeld kunnen er tegelijkertijd 5 moeder-baby diades verblijven in de Residentiële module. Maximaal kunnen er niet meer dan 7 moeder-baby diades tegelijkertijd verblijven in de afdeling van de Residentiële module. Voor de toepassing hiervan wordt rekening gehouden met het werkelijk aantal diades dat in de Residentiële module is opgenomen, ongeacht of al dan niet een verminderde prijs van de residentiële revalidatiedag kan worden aangerekend.
§2. Gemiddeld kan er tegelijkertijd 1 moeder-baby diade in de revalidatievoorziening aanwezig zijn om er het revalidatieprogramma van de Module dagbehandeling te volgen. Maximaal kunnen er niet meer dan 2 moeder-baby diades tegelijkertijd aanwezig zijn in de revalidatievoorziening om er het revalidatieprogramma van de Module dagbehandeling te volgen.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van de §§ 1 en 2 van dit artikel rekening te houden met alle in de desbetreffende modules van de revalidatievoorziening aanwezige diades, met inbegrip van de diades die geen tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen bekomen.
§4. De in artikel 11, §1 vastgestelde basisprijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 % werd berekend, zoals vermeld in bijlage bij deze overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90 % in de verschillende modules van de revalidatievoorziening samen. De prijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 % werd daarbij beschouwd als de eenheidsprijs waaruit de prijzen van de andere in artikel 9, §§ 2, 4 en 5 gedefinieerde revalidatieprestaties, kunnen afgeleid worden. De «normale facturatiecapaciteit» van de revalidatievoorziening, zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg x residentiële revalidatiedagen aan 100 %, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
De realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening bedraagt x residentiële revalidatiedagen aan 100 %, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 % in de verschillende modules van de revalidatievoorziening samen.
De «maximale facturatiecapaciteit » van de revalidatievoorziening, zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt x residentiële revalidatiedagen aan 100 %, wat overeenstemt met 98 % van de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit aan 90% bezettingsgraad wordt overschreden, voor de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde prestaties die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50
%, ofwel 25 % bedragen, van de basisprijs van de residentiële revalidatiedag aan 100 %, van de basisprijs van de residentiële revalidatiedag aan 70 %, van de basisprijzen van de volledige en de halve ambulante revalidatiedag en van de basisprijzen van de intensieve behandelingssessie thuis, de evaluatiesessie thuis, de intensieve behandelingssessie in de revalidatievoorziening en de evaluatiesessie in de revalidatievoorziening en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal revalidatieprestaties dat voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de in artikel 11, §1 vastgelegde basisprijzen van de residentiële revalidatiedag aan 100 % of 70 %, van de volledige of halve ambulante revalidatiedag, van de intensieve behandelingssessiethuis, van de evaluatiesessiethuis, van de intensieve behandelingssessie in de revalidatievoorziening en van de evaluatiesessie in de revalidatievoorziening:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan x [aantal = 90 % van de realiseerbare capaciteit] door de verzekeringsinstellingen vergoedbare residentiële revalidatiedagen aan 100 % heeft gerealiseerd (niet meer dan x als het gaat over het aantal in het kalenderjaar 2018);
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan x [aantal = 94 % van de realiseerbare capaciteit] door de verzekeringsinstellingen vergoedbare residentiële revalidatiedagen aan 100 % heeft gerealiseerd. (meer dan x als het gaat over het aantal in de
kalenderjaren voor 2019).
2) 25 % van de in artikel 11, §1 vastgelegde basisprijzen van de residentiële revalidatiedag aan 100 % of 70 %, van de volledige of halve ambulante revalidatiedag, van de intensieve behandelingssessiethuis, van de evaluatiesessie thuis, van de intensieve behandelingssessie in de revalidatievoorziening én van de evaluatiesessie in de revalidatievoorziening:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, revalidatievoorziening meer dan x [aantal = 94 % van de realiseerbare capaciteit] door de verzekeringsinstellingen vergoedbare residentiële revalidatiedagen aan 100 % heeft gerealiseerd (meer dan x als het gaat over het aantal in het kalenderjaar 2018);
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan x [aantal = 94 % van de realiseerbare capaciteit] door de verzekeringsinstellingen vergoedbare residentiële revalidatiedagen aan 100 % heeftgerealiseerd. (meer dan x als het gaat over het aantal in de kalenderjaren voor 2019).
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit revalidatieprestaties aan te rekenen boven de maximale facturatiecapaciteit én dit noch aan de verzekeringsinstellingen, noch aan de rechthebbenden.
De revalidatieprestaties die de revalidatievoorziening realiseert voor zorggebruikers die geen rechthebbenden zijn van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle aan de verzekeringsinstellingen en aan derden voor een bepaalde kalenderjaar aangerekende prestaties, mag echter nooit de realiseerbare capaciteit overschrijden die vastgesteld is in § 4.
§7. Onverminderd artikel 12, §1, moet voor de toepassing van dit artikel de mathematische waarde van de verschillende vergoedbare revalidatieprestaties proportioneel worden afgeleid van de waarde van de residentiële revalidatiedag aan 100 %, welke als eenheid geldt.
De mathematische waarde van de krachtens deze overeenkomst voor deze modules vergoedbare revalidatieprestaties waarmee bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel moet worden rekening gehouden, bedraagt bijgevolg:
− 1 voor de residentiële revalidatiedag aan 100 %;
− 0,7 voor de residentiële revalidatiedag aan 70 %;
− 0,7 voor de volledige ambulanterevalidatiedag;
− 0,35 voor de halve ambulante revalidatiedag;
− 0,7 voor de intensieve behandelingssessie thuis;
− 1,4 voor de evaluatiesessie thuis;
− 0,45 voor de intensieve behandelingssessie in de revalidatievoorziening;
− 0,9 voor de evaluatiesessie in de revalidatievoorziening.
§8. De in §7 van dit artikel vermelde mathematische waarden van de krachtens deze overeenkomst vergoedbare revalidatieprestaties waarmee bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel (met uitsluiting van §§ 1 en 2) moet worden rekening gehouden, wordt niet beïnvloed door het aanrekenen (in toepassing van de bepalingen van §5) van verminderde prijzen (50 % of 25 % van de normale prijzen).
§9. Voor het kalenderjaar waarin aan de onderhavige overeenkomst een einde komt, dienen de in de §4 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§10. De revalidatieprestaties die aan de verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
§11. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening revalidatieprestaties heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen omdat ze bepaalde capaciteiten overschreden, kunnen, conform artikel 44 van het besluit, de revalidatieprestaties die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van vijf jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe in dat geval het teruggevorderde bedrag niet te verhalen op de rechthebbende.
§12. De in §4 vermelde aantallen van de normale en de maximale facturatiecapaciteit zijn van toepassing als al de modules van de revalidatievoorziening, conform artikel 3, operationeel zijn en het in bijlage vastgestelde revalidatiekader volledig is ingevuld. In de jaren dat dit niet het geval is dienen de normale en de maximale facturatiecapaciteit verminderd te worden, overeenkomstig de regels die ter zake zijn vastgesteld in artikel 22, §2.
Hoofdstuk VII. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 13. §1. De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 en 209 van het besluit.
§2. Het model van aanvraagformulier is opgenomen als bijlage 2 Bij deze overeenkomst.
Een gunstige beslissing geeft, mits voldaan is aan de voorwaarden van deze overeenkomst voor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van deze prestaties, zowel recht op de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, binnen de aanvaarde revalidatieperiode, van residentiële revalidatiedagen en volledige en halve ambulante revalidatiedagen, als - onverminderd de bepalingen van artikel 3, §6 - op de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van intensieve behandelingssessies en evaluatiesessies, thuis en in het revalidatievoorziening.
Indien een moeder van een diade gedurende een periode van 10 opeenvolgende dagen, alleen, zonder haar baby, in de afdeling van de Residentiële module verblijft, zijn de 11de en volgende dagen van deze periode bovendien slechts vergoedbaar (aan 70 % van de residentiële revalidatiedag) mits de expliciete instemming (zoals bedoeld in artikel 14, §1) van de Zorgkassencommissie en voor zover ze gerealiseerd zijn binnen de in artikel 14, §2, bedoelde, aanvaarde periode dat de moeder xxxxxx dan 10 dagen zonder haar baby in de Residentiële module kan verblijven.
De in artikel 9 §§ 2, 4 en 5 gedefinieerde revalidatieprestaties (met name de residentiële revalidatiedag aan 70 %, de ambulante revalidatiedagen en de behandelingssessies en evaluatiesessies thuis en in de revalidatievoorziening) zijn bovendien slechts vergoedbaar voor zwangere vrouwen, zoals bedoeld in
artikel 8, §3, mits de expliciete instemming (zoals bedoeld in artikel 14, §1) van de Zorgkassencommissie en voor zover ze gerealiseerd zijn binnen de in artikel 15, §2, bedoelde, aanvaarde periode.
Artikel 14. §1. Hoogst uitzonderlijk kan de revalidatievoorziening, mits expliciete instemming van de Zorgkassencommissie, ook zwangere vrouwen, zoals bedoeld in artikel 8, §3, begeleiden of kan ze in de afdeling van de Residentiële module moeders van diades zoals bedoeld in artikel 8, §1, begeleiden die gedurende langere tijd (langer dan 10 opeenvolgende dagen) alleen zonder hun baby in deze afdeling verblijven. Daartoe dient een afzonderlijke aanvraag te worden ingediend, naast de in artikel 13 bedoelde aanvraag.
De partijen die deze overeenkomst afsluiten komen overeen dat de revalidatievoorziening in principe uitsluitend moeders en baby's samen behandelt en dat de in artikel 14, §1, bedoelde aanvragen bijgevolg een hoogst uitzonderlijk karakter moeten hebben.
De tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen die in het kader van de in § 1, 1ste alinea bedoelde begeleidingen gerealiseerd worden is daarom slechts mogelijk mits de expliciete toestemming van het de Zorgkassencommissie.
§2. De Zorgkassencommissie stelt de begin- en einddatum vast van de periode gedurende de welke vergoedbare prestaties (de residentiële revalidatiedag aan 70 %, de ambulante revalidatiedag, de begeleidingssessies en evaluatiesessies thuis of in de revalidatievoorziening) verricht kunnen worden voor zwangere vrouwen zoals bedoeld in artikel 8, §3, en van de periode gedurende de welke de residentiële revalidatiedag aan 70 % gerealiseerd kan worden voor moeders die al meer dan 10 opeenvolgende dagen zonder hun baby in de afdeling van de Residentiële module verblijven.
§3. In het geval dat de toestemming gevraagd wordt om een zwangere vrouw te begeleiden, dient de revalidatievoorziening in de in artikel 14, §1, bedoelde aanvraag met betrekking tot de rechthebbende de volgende gegevens te vermelden:
• De identiteit van de vrouw;
• Het aantal weken dat de zwangerschap reeds duurt;
• De motivatie om reeds vóór de bevalling het revalidatieprogramma van de rechthebbende aan te vatten;
• De inhoud en revalidatiedoelstellingen van het behandelingsplan van de vrouw tijdens de zwangerschapsperiode.
Conform artikel 206 van het besluit dient deze aanvraag verzonden te worden naar de verzekeringsinstelling waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven. Deze aanvraag dient gelijktijdig met de in artikel 13 bedoelde aanvraag verzonden te worden.
§4. De toestemming om een moeder van een diade langer dan 10 opeenvolgende dagen zonder haar baby in de afdeling van de Residentiële module op te nemen wordt in principe enkel gegeven indien de baby van de afdeling van de Residentiële module afwezig is doordat de (pasgeboren) baby nog in een afdeling voor neonatologie verblijft of doordat de baby wegens ernstige gezondheidsredenentijdelijk niet in de afdeling van de Residentiële module kan verblijven, maar in een andere ziekenhuisafdeling verblijft. In dit geval dienen in de in artikel 13, §1, bedoelde aanvraag de volgende gegevens opgenomen te worden:
• De identiteit van de diade;
• De ziekenhuisafdeling waar de baby isopgenomen;
• Een beschrijving en prognose van de medische toestand van de baby;
• De begindatum en de verwachte einddatum van de periode dat de baby is opgenomen in een andere ziekenhuisafdeling en de moeder alleen in de Residentiële module verblijft;
• De motivatie om de moeder alleen zonder haar baby in de afdeling van de Residentiële module te laten verblijven;
• De inhoud en revalidatiedoelstellingen van het behandelingsplan van de diade tijdens de periode dat de moeder alleen in de afdeling van deResidentiële module verblijft.
Deze aanvraag dient verzonden te worden met de in artikel 13 bedoelde aanvraag.
§5. De tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen wordt geweigerd voor prestaties die zijn verricht voor zwangere vrouwen of die zijn verricht voor moeders die al meer dan 10 opeenvolgende dagen zonder hun baby in de afdeling van de Residentiële module verblijven endie zijn verricht langer dan dertig dagen vóór de datum waarop de in §1 bedoelde aanvraag door de verzekeringsinstelling ontvangen is.
De tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen wordt eveneens geweigerd voor de prestaties die verricht worden buiten de in artikel 14, §2, bedoelde aanvaarde periode.
In het geval van de moeders die alleen zonder hun baby in de afdeling van de Residentiële module verblijven, heeft de in §5 bedoelde weigering evenwel enkel betrekking op de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de residentiële revalidatiedagen én niet op de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de prestaties van de Module dagbehandeling of de Module intensieve ambulante behandeling.
Artikel 15. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt gevraagd.
Artikel 16. Conform artikel 29 van het besluit komt een aanvaarde revalidatieperiode te vervallen voor het resterende deel van die periode, als een rechthebbende wordt opgenomen in een andere Moeder- Babyeenheid of Moeder-Kindeenheid waarmee de Vlaamse Gemeenschap een overeenkomst heeft gesloten. In voorkomend geval komt ook de in artikel 14, §2, bedoelde periode te vervallen.
Artikel 17. De revalidatievoorziening houdt per diade een medisch-therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft vanhet hele verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere diade minstens volgende elementen bevatten: de identificatie van de diade, de antecedenten, de naam van de persoon of de instantie die de diade heeft doorverwezen, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens, een vermelding van alle belangrijke individuele tussenkomsten van teamleden van de revalidatievoorziening, de besluiten van teamvergaderingen, alle belangrijke particuliere beslissingen en alle belangrijke afspraken die met de zorggebruiker zijn gemaakt.
Artikel 18. §1. De revalidatievoorziening houdt, voor iedere module afzonderlijk, een register van de dagelijkse aanwezigheden (of van de intensieve behandelingssessies en evaluatiesessies thuis, in het geval van de Module intensieve ambulante behandeling) bij waarvan het model is goedgekeurd door het agentschap en waarin de identiteit van alle in de revalidatievoorziening aanwezige diades (moeders en baby's) wordt opgetekend. In voorkomend geval wordt in het register de identiteit van de zwangere vrouw of de identiteit van de moeder van een diade die alleen zonder haar baby in de afdeling van de Residentiële module verblijft, opgetekend. Dit register moet worden beschouwd als het basisdocument voor de in artikel 20 bedoelde facturatie.
Het register moet dagelijks worden ingevuld.
§2. Het in §1 vermelde register wordt door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap ende Zorgkassencommissie.
§3. Het in §1 bedoelde aanwezigheidsregister vormt de basis voor de productiecijfers, waarmee wordt bedoeld: het aantal gepresteerde forfaits (per soort) vermenigvuldigdmet hun respectievelijke prijs.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om op verzoek van het agentschap de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters correct in te vullen worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld.
Indien productiecijfers, op vraag van het agentschap niet binnen een maand worden aan het agentschap, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting ter zake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven de productiecijfers nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen door de verzekeringsinstellingen in het kader van de onderhavige overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
§5. Het niet nakomen van de in de §§ 1, 2 en 3 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn in §4 van dit artikel beperken in geen geval het recht van het agentschap om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst niet zijn nagekomen.
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt geweigerd op grond van de bepalingen van §4 van dit artikel niet aan te rekenen aan de rechthebbende.
Artikel 19. §1. De inrichtende macht van de revalidatievoorziening voert een boekhouding die zoveel mogelijk gebaseerd is op enerzijds het genormaliseerd minimaal boekhoudkundig plan voor de ziekenhuizen (KB van 14.8.1987) en op anderzijds de beslissingen die ter zake zijn aanvaard door het Agentschap. Indien de revalidatievoorziening deel uitmaakt van een instelling of een groep van instellingen die door dezelfde inrichtende macht worden beheerd, worden de boekhoudkundige gegevens die verband houden met de toepassing van deze overeenkomst verzameld onder een afzonderlijke rubriek, zodat de uitgaven en inkomsten onmiddellijk kunnen worden gekend. Voor het einde van de maand juni van elk jaar, stuurt de inrichtende macht van de revalidatievoorziening de boekhoudkundige gegevens die verbonden zijn aan de toepassing van deze overeenkomst en die over het voorgaande kalenderjaar gaan, naar het Agentschap.
§2. In bijlage bij dit overzicht van de inkomsten en uitgaven dient een gedetailleerde overzichtstabel te
worden gevoegd met betrekking tot al het door de revalidatieovereenkomst tewerkgestelde personeel, opgesteld conform de instructies van het agentschap. Deze overzichtstabel dient zowel betrekking te hebben op het in artikel 21, §1, bedoelde "verpleegkader'' als op het in artikel 21, §2, bedoelde "revalidatiekader''. In de overzichtstabel dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het personeel dat deeluitmaakt vanhet"verpleegkader'' en het personeel dat deel uitmaakt van het"revalidatiekader''.
§3. Indien de boekhoudkundige documenten niet worden overgemaakt vóór het einde van de zesde maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar, wordt de inrichtende macht, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting terzake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
§4. De inrichtende macht moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren.
§5. De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 20. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de aanrekenbare bedragen aan de verzekeringsinstellingen te factureren op basis van een factuur waarvan het model is aanvaard door het agentschap. Inlichtingshalve zijn ook de door de revalidatievoorziening aan de rechthebbende gefactureerde bedragen voor diensten die niet tot de revalidatie behoren, op die facturen vermeld. Een afschrift van deze facturen wordt aan de rechthebbende of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger overhandigd.
De revalidatievoorziening kan de zittingen ook aan de verzekeringsinstellingen aanrekenen via de magneetband. In dat geval zal de revalidatievoorziening aan de rechthebbende een overzicht bezorgen van de aangerekende verstrekkingen. De facturatie op magneetband dient strikt gescheiden te zijn van facturatie die onder bevoegdheid van andere overheden valt.
§2. De inrichtende macht van de revalidatievoorziening neemt elke verantwoordelijkheid op zich inzake de conformiteit aan alle bepalingen van de overeenkomst, van de verstrekkingen die, op basis van deze overeenkomst, voor de rechthebbenden worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen.
Hoofdstuk VIII. PERSONEEL
Artikel 21. §1. De revalidatievoorziening vormt een afzonderlijke afdeling van een erkende A- dienst (dienst neuro-psychiatrie voor observatie en behandeling van volwassenzorggebruikers).
De inrichtende macht van de revalidatievoorziening die ook de inrichtende macht is van de A-dienst, verbindt zich ertoe de normen na te leven die voor deze A-diensten zijn vastgelegd in bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en de diensten moeten worden nageleefd. Deze normen hebben onder meer betrekking op de personeelsleden (naast verpleegkundigen onder meer artsen, licentiaten in de psychologie, maatschappelijk assistenten, ... ) die tewerkgesteld moeten worden in deze diensten. Het totaal aantal personeelsleden dat overeenkomstig deze normen tewerkgesteld moet worden in deze diensten is afhankelijk van de opnamecapaciteit van de A-dienst. De inrichtende macht verbindt zich ertoe een aantal van deze personeelsleden specifiek in te zetten in de Residentiële module van de revalidatievoorziening. Dit aantal, dat hier aangeduid wordt als het "verpleegkader'' van de Residentiële module, wordt proportioneel bepaald rekening gehouden met het aandeel van de opnamecapaciteit van de Residentiële module van de revalidatievoorziening in de totale opnamecapaciteit van de A-dienst.
Elk personeelslid dat deel uitmaakt van het in §1 bedoelde "verpleegkader'' van revalidatievoorziening
dient minstens gedurende 9,5 uren per week deel uit te maken van dit verpleegkader. Eenzelfde personeelslid kan bovendien maximum gedurende 38 uren per week tewerkgesteld zijn in de revalidatievoorziening en elders samen.
De inrichtende macht van de revalidatievoorziening verbindt zich er eveneens toe, naast het verpleegkader, een proportioneel bepaald deel van het budget voor financiële middelen van de verpleeginrichting van de revalidatievoorziening, bedoeld in de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen van 10 juli 2008 (waaronder middelen voor directie, administratief en onderhoudspersoneel; werkingskosten; ... ), in te zetten in de revalidatievoorziening. De grootte van dit deel wordt proportioneel bepaald rekening gehouden met de grootte van de revalidatievoorziening enerzijds en de grootte van de verpleeginrichting van de revalidatievoorziening anderzijds.
§2. Het personeelskader dat vastgesteld is in bijlage bij deze overeenkomst staat in voor het realiseren van de revalidatieprogramma's die in deze overeenkomst zijn vastgesteld. Dit kader wordt hier aangeduid als het "revalidatiekader''. Het "revalidatiekader'' en het in §1 bedoelde "verpleegkader'' vormen samen het totale personeelskader van de revalidatievoorziening.
De bepalingen van de onderstaande artikelen 23 tot en met 25 zijn van toepassing op het personeel van het revalidatiekader.
Artikel 22. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie en de verpleging te verzekeren, verbindt de inrichtende macht zich ertoe om het totale personeelskader (het "revalidatiekader'' en het "verpleegkader'' samen) steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de inrichtende macht voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit endit gedurende het vooropgestelde aantal werkuren per week.
§2. Indien het in bijlage vastgestelde revalidatiekader, overeenkomstig de mogelijkheden die artikel 22,
§1, ter zake voorziet, niet volledig is opgevuld moeten de in artikel 12, §4, vastgestelde "normale facturatiecapaciteit" en "maximale facturatiecapaciteit" verminderd te worden. Terzake gelden de volgende regels:
• Op jaarbasis dienen de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit respectievelijk met 315 en 343 residentiële revalidatiedagen aan 100 % verminderd te worden indien de Module intensieve ambulante behandeling niet operationeel is én conform §1, 1,38 voltijdse equivalente plaatsen van het revalidatiekader niet zijn ingevuld;
• Op jaarbasis dienen de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit respectievelijk met 234 en 255 residentiële revalidatiedagen aan 100 % verminderd te worden per voltijdse equivalente plaats van het andere deel van het therapeutisch personeel van het revalidatiekader dat niet isingevuld.
Indien het aantal plaatsen van het revalidatiekader dat effectief ingevuld is, verandert in de loop van een jaar, dienen de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit die van toepassing zijn in dat jaar, proportioneel bepaald te worden, rekening gehouden met de hoogte van de facturatiecapaciteit die van toepassing is in elke periode van dat jaar en de duur van elk van deze periodes.
Artikel 23. §1. De kosten van de tewerkstelling van het in bijlage voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de inrichtende macht te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat in de bedoelde functies zou worden tewerkgesteld in het kader van een financieringsregeling op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost. De functies van het revalidatiekader
kunnen evenmin vervuld worden door personeel dat voorzien is in de normen van de verpleegdiensten van de eigen verpleeginrichting (waaronder de in artikel 21, §1, bedoelde A-dienst).
Indien personeelsleden zouden worden vrijgesteld van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, conform de C.A.0.-bepalingen terzake, moet deze vrijstelling van arbeidsprestaties worden gecompenseerd door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de arbeidsduur van andere personeelsleden, rekening houdende met de voor iedere functie voorziene kwalificaties. Dit bijkomend personeel moet boven op het in de bijlage voorziene personeelskader worden tewerkgesteld. De financiering van deze compenserende tewerkstelling (en van de premie voor de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken) valt buiten het kader van deze overeenkomst, maar is er niet mee in tegenspraak. In deze overeenkomst wordt er echter op geen enkele manier mee rekening gehouden: het in bijlage voor ieder personeelslid vooropgesteld aantal werkuren houdt dus geen rekening met de eventuele vrijstelling van arbeidsprestaties voor dat personeelslid en de in de bijlage berekende loonkost houdt geen rekening met de premie die verschuldigd is aan de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken.
Ook met alle mogelijke regelingen op basis waarvan de revalidatievoorziening in aanmerking kan komen voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen, in ruil voor compenserende aanwervingen, houdt deze overeenkomst geen rekening. De in het personeelskader in bijlage voorziene functies kunnen echter nooit worden vervuld door personeel dat door de inrichtende macht is aangeworven als compensatie voor een vermindering van de patronale R.S.Z.- bijdragen. Indien de inrichtende macht een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen geniet in ruil waarvoor bijkomend personeel moet worden tewerkgesteld, dient dit bijkomend personeel steeds boven op het in bijlage voorziene personeelskader te wordentewerkgesteld.
§2. De inrichtende macht verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van artikel 22, §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de inrichtende macht, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ...), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De inrichtende macht is evenwel niet verplicht een door de inrichtende macht ontslagen personeelslid dat op verzoek van de inrichtende macht geen arbeidsprestaties meerverricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De inrichtende macht is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de inrichtende macht bezoldigd wordt.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de inrichtende macht zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 22, §1 en artikel 23, §§ 1 en 2, kan het agentschap besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel 11 vastgestelde prijzen gedurende een bepaalde periode te verminderen met een bepaald bedrag, op voorwaarde dat de inrichtende macht de gelegenheid heeft gehad om de redenen van niet- naleving van deze bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De door het agentschap te bepalen periode gedurende welke de in artikel 11 vastgestelde prijzen verminderd worden, kannooit de duur van de periode van niet-naleving van de bepalingen van artikel 22,
§1, en art 23, §§ 1 en 2, overschrijden.
Het bedrag waarmee de in artikel 11 vastgestelde prijs van de residentiële revalidatiedag kan worden verminderd, wordt vastgesteld op 45,00 euro per voltijdse eenheid die gedurende een bepaalde periode in het personeelskader gemiddeld ontbreekt. Dit bedrag dient te worden beschouwd als een basisbedrag dat proportioneel kan aangepast worden rekening houdend met het reëel aantal ontbrekende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden. Het basisbedrag van 45,00 euro wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 112,72 (september 2010) en aangepast volgens de bepalingen van de in artikel 11, §2 genoemde wet.
De inrichtende macht verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de door de revalidatievoorziening behandelde zorggebruikers.
§4. Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de inrichtende macht en haar personeel.
Artikel 24. §1. De inrichtende macht verbindt zich ertoe het personeel van het "revalidatiekader'' van de revalidatievoorziening ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in bijlage bij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals aangeduid in voornoemde bijlage, voor de meeste personeelsleden gebaseerd op de loonschalen voor het ziekenhuispersoneel van het paritair comité 330 (paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten) en voor de artsen - bij gebrek aan geschikte loonschalen van het paritair comité 330 - gebaseerd op het barema van adviserend geneesheer bij de verzekeringsinstellingen.
De inrichtende macht verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het paritair comité 330, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van het Verzekeringscomité in de prijzen van de vergoedbare revalidatieprestaties zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan het personeel van de revalidatievoorziening.
Alhoewel deze overeenkomst, zoals vermeld in artikel 24 §1, niet voorziet in de financiering van de vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek - waarvoor een financieringsmechanisme buiten deze overeenkomst is voorzien - verbindt de inrichtende macht zich ertoe de bepalingen van de C.A.O.'s terzake ook toe te passen voor het personeel van de revalidatievoorziening. Het niet respecteren van die bepalingen kan dus net als het niet naleven van de andere bezoldigingsregels van deze overeenkomst worden beschouwd als een inbreuk op deze overeenkomst.
§2. Indien een in het "revalidatiekader'' van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de inrichtende macht zich ertoe voor de prestaties van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging onder meer het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
De inrichtende macht zal voor iedere functie van het "revalidatiekader'' die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de inrichtende macht en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§3. De inrichtende macht verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te
informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 24 van deze overeenkomst.
De inrichtende macht bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
De inrichtende macht machtigt het agentschap om ieder personeelslid van het revalidatiekader dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De inrichtende macht verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de residentiële revalidatiedag verrekende vast bedrag (momenteel 0,05 euro) over te maken voor iedere krachtens deze overeenkomst vergoedbare revalidatieprestatie die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Voor de toepassing van deze bepaling dient rekening te worden gehouden met de mathematische waarde van iedere vergoedbare revalidatieprestatie, zoals die blijkt uit de bepalingen van artikel 11, §1, en van artikel 12, §7.
Artikel 25. Het aandeel van de personeelskosten in de prijs van de residentiële revalidatiedag zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven voor het revalidatiekader van de revalidatievoorziening, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgesteld personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskosten die in die prijs zijn begrepen.
De revalidatievoorziening zal daartoe een volledig geactualiseerd en gedocumenteerd personeelskostendossier samenstellen dat aan het agentschap voorgelegd worden, samen met een wijzigingsclausule bij de overeenkomst, waardoor de prijs per residentiële revalidatiedag kan worden aangepast.
De procedure zoals bepaald in artikel 193 van het besluit is desgevallend van toepassing.
Hoofdstuk IX. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 26. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie te organiseren zoals voorzien in het revalidatieproject (dd. 28 februari 2011) dat werd goedgekeurd door het College van geneesheren- directeurs. Aanpassingen aan dit revalidatieproject zijn alleen mogelijk mits voorafgaandelijke akkoord van de Expertencommissie.
Artikel 27. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn om zijn taak in de revalidatievoorziening te kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
Ook verbindt de revalidatievoorziening zich er toe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het revalidatieproject van de revalidatievoorziening en het personeelslid op de in artikel 26 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het agentschap
Artikel 28. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap, de Expertencommissie en de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt in het kader van de controle op
de therapeutische en financiële naleving van de overeenkomst of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatieovereenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich tevens ertoe alle vertegenwoordigers van het agentschap, alsook leden van de Expertencommissie en de Zorgkassencommissie toe te laten bezoeken af te leggen die zij nuttig achten voor de uitvoering van hun opdracht die erin bestaat de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst te controleren.
Hoofdstuk X. EVALUATIE
Artikel 29. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om elk jaar voor 1 juli een activiteitenrapport met betrekking tot het voorgaande jaar te bezorgen aan het agentschap.
Het activiteitenrapport dient minstens becommentarieerde gegevens te bevatten over:
• Het aantal en de karakteristieken van de behandelde diades;
• De inhoud van de revalidatieparcours die de diades afleggen binnen de revalidatievoorziening (onder meer de modules die gecombineerd worden);
• De inhoud van de gerealiseerde revalidatieprogramma's;
• Het resultaat van de gerealiseerde revalidatieprogramma's;
• Het aantal keer dat de revalidatievoorziening een zwangere vrouw, zoals bedoeld in artikel 8, §3, begeleid heeft en het aantal keer dat in de afdeling van de Residentiële module een moeder van een diade zonder haar baby begeleid heeft, evenals de duur van deze begeleidingen;
• De wijze waarop de revalidatievoorziening concreet vorm gegeven heeft aan de noodzakelijke samenwerking met de andere in artikel 3, §5, bedoelde netwerkpartners.
Hoofdstuk XI. OVERGANGSMAATREGELEN EN GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 30. §1. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst d.d. 18 december 2018 tussen het beheerscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en vzw Karus.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van de in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 26 worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Artikel 31. §1. Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren en door beide partijen behoorlijk ondertekend, heeft uitwerking op 1 januari 2019.
§2. Ze is geldig voor onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 t.e.m. 189 van het besluit, in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform artikel 174 t.e.m. 181 van het besluit van de Vlaamse Regering, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. Deze overeenkomst vervangt en vernietigt de overeenkomst d.d. 18 december 2018, tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de vzw Karus voor de Moeder- Babyeenheid van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Camillus te Sint-Denijs-Westrem.
§4. De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel ervan uit, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Bijlagen:
− Bijlage 1: samenstelling van de prijs van een individuele zitting (zoals overgenomen uit de wijzigingsclausule met het RIZIV d.d. 18 december 2018)
− Bijlage 2: formulier vermeld in artikel 209 van het besluit, dat moet worden gebruikt voor het aanvragen van een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen
Opgemaakt te Brussel op 5 juni 2019 in 2 originele exemplaren. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening, | |
7.74.601.41