Integraal Afsprakenkader Almere
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
00 januari 2010
Integraal Afsprakenkader Almere
29 januari 2010
De partijen
• De Staat der Nederlanden, hierbij vertegenwoordigd door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de minister van Verkeer en Waterstaat, welke eveneens handelen als bestuursorgaan, hierin te noemen ‘het Rijk’.
• De gemeente Almere, hierbij vertegenwoordigd door de wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen, hierna ook te noemen ‘de Gemeente’.
• De provincie Flevoland, hierbij vertegenwoordigd door de gedeputeerde Ruimtelijke Ordening, hierna ook te noemen ‘de Provincie’.
Integraal Afsprakenkader Almere | 03
Overwegende
• dat het Rijk op 25 augustus 2006 een Noordvleugelbrief heeft vastgesteld waarin de groei van Almere door de bouw van 60.000 woningen in de periode tot 2030 en de gewenste ontwikkeling van Almere tot complete stad met eigen herkenbare identiteit is gedefinieerd als versterking van de internationale con- currentiepositie van de Noordvleugel;
• dat deze keuze is bevestigd in de Nota Ruimte (2008) en in de Rijksstructuurvisie Randstad 2040 (2009);
• dat het Rijk en de gemeente Almere op 29 oktober 2007 afspraken van Randstad Urgent over de ‘Schaalsprong Almere 2030’ hebben afgesloten waarin is omschreven dat de schaalsprong Almere in kwantitatieve zin inhoudt de groei met
60.000 woningen en 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen in de periode tot 2030;
• dat de gemeente Almere, het ministerie van OCW en de provincie Flevoland op
d.d. 8 april 2009 een cultuurconvenant hebben ondertekend, waarin zij aan- gegeven dat het cultuuraanbod van Almere zich op evenwichtige wijze zal ontwikkelen met de groei van de stad;
• dat de gemeente Almere een Concept Structuurvisie Almere 2.0 (d.d. 26 juni 2009) heeft opgesteld als uitgangspunt voor de groei van Almere tot een ecolo- gisch, sociaal en economisch duurzame stad;
• dat de Concept Structuurvisie Almere 2.0 op hoofdlijnen past binnen de kaders van het omgevingsplan (d.d. 2 november 2006) van de provincie Flevoland;
• dat de gemeente Zeewolde een Koers- document Zeewolde voor haar grondge- bied heeft vastgesteld (d.d. 25 juni 2009);
• dat de provincie Flevoland in gezamenlijk- heid met andere partijen een toekomst- beeld voor het Markermeer en IJmeer heeft aangeboden aan de staatssecretaris van V&W (d.d. 7 september 2009);
• dat het Rijk zijn principekeuzes en daar- aan gekoppelde voorwaarden voor de regionale ontwikkeling in het gebied Amsterdam, Almere, Markermeer/IJmeer alsmede een pakket maatregelen heeft vastgelegd in de RAAMbrief (d.d. 6 novem- ber 2009);
• dat in de RAAM-brief is aangegeven dat
op de door het kabinet gemaakte keuzes in deze visie, mede in het licht van de brede heroverwegingsoperatie, een financieel voorbehoud rust. Voor een visie gericht op 2030 is het namelijk niet mogelijk nu al de financiële consequen- ties vast te leggen. Definitieve besluiten over projecten die pas in de toekomst gerealiseerd hoeven te zijn en de financie- ring daarvan, is afhankelijk van besluit- vorming door volgende kabinetten;
• dat de Tweede Kamer moties heeft aan- genomen van Xxxxxxx (d.d. 1 december 2009) waarin het kabinet wordt verzocht in overleg met de gemeente Almere te komen tot een adequaat voorzieningen- niveau en een economisch programma op te stellen welke in 2012 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd;
• dat de Tweede Kamer een motie heeft aangenomen van Xxxxxxxx
(d.d. 1 december 2009) waarin het kabinet wordt verzocht geld te reserveren voor
de noodzakelijke uitbreidingen van infrastructuur;
• dat partijen wederkerige afspraken willen maken over de integrale ontwikkeling van Almere.
zijn het volgende overeengekomen:
04 | Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxx 0:
Algemene bepalingen
Artikel 1.1: Doel van het Integraal Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx (IAK)
• Met dit IAK leggen partijen de agenda van de ontwik- keling van Almere en de daaruit voortvloeiende werk- afspraken vast als uitwerking van het Randstad Urgent- contract Schaalsprong Xxxxxx 0000 (x.x. 29 oktober 2007), de Concept Structuurvisie Almere 2.0 van de gemeente Almere (d.d. 26 juni 2009) en de RAAM-brief van het Rijk (d.d. 6 november 2009).
Artikel 1.2: Doelstelling
• Partijen streven naar realisering van 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen, inclusief de bijbehorende voorzieningen, infrastructuur, groen en water, in Almere in de periode 2010 – 2030 of zoveel later voor zover dat strookt met de nationale demografische en economische ontwikkeling van Nederland en de noordelijke Randstad in het bijzonder.
• Realisering kan alleen plaatsvinden op een voor alle partijen financieel verantwoorde wijze.
Artikel 1.3: Scope
• Het IAK regelt de wederkerige samenwerking van de partijen met betrekking tot het gebied waarop de verdere ontwikkeling van Almere gaat plaatsvinden.
• Het IAK heeft betrekking op de samenwerking van partijen gedurende de voorbereiding en realisatie van de doelstellingen genoemd onder artikel 1.2.
Artikel 1.4: Looptijd
• Het IAK heeft inhoudelijk een horizon tot 2030.
• Uiterlijk op 31 december 2012 en 31 december 2014 vinden actualisaties plaats van het IAK conform de ijkmomenten, zoals aangegeven in de RAAMbrief. Hierna zal het IAK in principe periodiek om de vijf jaar worden geactualiseerd.
• Bijsturing en actualisering van dit IAK vindt met weder- zijdse instemming plaats op grond van door de bestuur- lijke samenwerking Almere gevraagde en vastgestelde (monitoring)rapportages.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx x 00
Xxxxxxxxx 0:
Ambitie
Rijk en regio willen de internationale concurrentiekracht en de duurzaamheid van de Noordelijke Randstad een flinke impuls geven. Ingezet wordt op een drievoudige schaal- sprong in de natuur, de bereikbaarheid en de verstedelij- king. De Rijksambities zijn vastgelegd in de RAAM-brief en de regionale ambities in de Concept Structuurvisie Almere 2.0.
De groenblauwe schaalsprong is erop gericht om de kwali- teit in en rond het Markermeer/IJmeer te verbeteren, zowel voor natuur en landschap als voor recreatie. Een kwaliteits- sprong in de natuur is noodzakelijk om twee redenen:
om de autonoom neergaande trend in het gebied te keren en om de eventuele extra druk van nieuwe ontwikkelingen op te vangen. Ook de bestaande landschappen verdienen versterking. Zo wordt het Oostvaarderswold aangelegd, waardoor de Oostvaardersplassen en het Horsterwold met elkaar worden verbonden. Zo ontstaat een ca. 15.000 hec- tare groot natuur- en recreatiegebied. De unieke waarden van de Utrechtse Heuvelrug, de Stelling van Amsterdam en de karakteristieke polderlandschappen dienen behouden te blijven.
De schaalsprong in de bereikbaarheid is vooral nodig in de regionale verbindingen. Deze vragen tot 2030 extra inves- teringen in kwaliteit en capaciteit. De komende twintig jaar vraagt de verbinding tussen Amsterdam en Almere
aandacht als drager van het netwerk en ontwikkelingsas. Op de korte termijn verbetert de wegcapaciteit in de corridor Schiphol – Amsterdam – Almere sterk. De wegcapaciteit is daarmee toereikend, ook voor de lange termijn. Voor het openbaar vervoer ligt dat anders. Op korte termijn worden maatregelen genomen om capaciteit en kwaliteit van de spoorverbinding Schiphol – Amsterdam – Almere – Lely- stad (SAAL) aanzienlijk te verbeteren. Dat is echter in de toekomst met oog op de verder toenemende vraag naar openbaar vervoer nog niet voldoende. Op de middellange en lange termijn ontstaan meer knelpunten in het openbaar vervoer. Het kabinet geeft de openbaarvervoersverbinding in de SAAL-corridor prioriteit, omdat deze verbinding van groot belang is voor de opgaven op lange termijn. Daarna heeft de verbinding tussen Utrecht en Almere aandacht nodig, voor zowel het wegverkeer als het openbaar vervoer.
De Noordelijke Randstad blijft de komende decennia een groeiregio. De vraag naar woningen overtreft het aanbod naar woningen ruimschoots, waardoor de woningmarkt niet goed functioneert. Hiernaast is ruimte in Almere nodig voor economische expansie (100.000 arbeidsplaatsen). Het simpelweg verdubbelen van de stad Almere met 60.000 woningen, zoals in het verleden met de vinex-locaties
gebeurde is niet een oplossing. De kloof tussen vraag en aanbod van woningen is niet alleen kwantitatief, maar vooral ook kwalitatief van aard. In het huidige repertoire van woonmilieus in de noordelijke Randstad ontbreken vooral bijzondere stedelijke woonmilieus en bijzondere landelijke en suburbane woonmilieus. Wanneer geïnves- teerd wordt in de groenblauwe schaalsprong en de schaal- sprong in de bereikbaarheid kan Almere voor een belangrijk deel in deze woonmilieus voorzien. Almere heeft dan niet alleen de ruimte voor een stedelijke schaalsprong, maar kan ook kwaliteit bieden door de centrale positie en de ligging aan het IJmeer, het Markermeer, de Randmeren en het Oost- vaarderswold. Bewoners van de Randstad krijgen zo meer keuze. Bovendien is het een kans om de jonge stad Almere gevarieerder en completer te maken. Op dit moment is
het aanbod van woningen en het aanbod van arbeid en
voorzieningen eenzijdig, waardoor ook de samenstelling van de bevolking eenzijdig is. Naast het ruimte creëren voor woningen en werkgelegenheid gaat het hierbij ook om een sociaal, cultureel en economisch programma passend bij een stad met 350.000 inwoners in 2030.
De regio kiest met de Concept Structuurvisie Almere 2.0 voor een primaire oriëntatie van Almere op Amsterdam om daarmee een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de metropoolregio. Almere 2.0 respecteert de kwali- teiten van de huidige suburbane, meerkernige structuur en combineert dat met een stedelijke ontwikkeling ten westen van het centrum. Met binnenstedelijke verdichting rond het Weerwater, bijzondere landelijke woonmilieus aan de oostzijde en aanvullende stedelijke infrastructuur ontstaat een nieuwe oost-west gerichte ontwikkelingsas.
De bereikbaarheid in de corridor Almere – ’t Gooi – Utrecht komt mede door de groei van Almere onder druk te staan. Er vindt onderzoek plaats over de wijze waarop het openbaar vervoer en de wegverbinding in deze corridor verbeterd kunnen worden. Een overwegend westelijke oriëntatie van de woningbouw schept kansen om aantrekkelijke stedelijke woonvormen te ontwikkelen en de sociale en economische betrekkingen binnen de metropoolregio te intensiveren.
Dat vereist wel een comfortabele en snelle openbaarver- voersverbinding tussen Almere en Amsterdam. Onderzoek naar de IJmeerlijn wijst uit dat zo’n verbinding in belang- rijke mate kwaliteit toevoegt en kan bijdragen aan het beter verbinden van de regionale economische markten en aan de uitwisseling van wonen, werken en cultuur in de regio Amsterdam – Almere. De huidige plannen hebben echter een ongunstige kosten-batenratio en de kosten voor het Rijk zijn nog erg hoog. Een werkmaatschappij Almere – Amsterdam van rijk en regio zal onderzoek ter hand nemen om te bezien of een overwegend westelijke orientatie met een IJmeerlijn haalbaar gemaakt kan worden conform de voorwaarden in de RAAM-brief en zal daar in 2012 over rapporteren (zie ook art 4.1 van dit afsprakenkader).
06 | Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxx 0: Bestuurlijke samenwerking
De ontwikkeling van Almere is een project van nationaal belang waar aanzienlijke investeringen mee gemoeid zijn. Aan de uitvoering kleven financiële ontwikkelrisico’s die de gemeente Almere niet alleen kan en wil dragen. Het Rijk wil daarom een bestendige bestuurlijke en zakelijke samen- werking opzetten met de gemeente Almere en de provincie Flevoland, om de programmering en financiering van zowel de thematische ontwikkelingen (sociale, culturele en economische agenda, groenblauw casco, duurzaamheid, infrastructuur) als de gebiedsontwikkelingen en -exploi- taties Almere Oosterwold, Almere Centrum Weerwater en Almere - Amsterdam in onderlinge samenhang te kunnen aanpakken en om positieve en negatieve exploitatiesaldi met elkaar te kunnen verevenen. Daartoe worden een ‘Bestuurlijke samenwerking Almere – Amsterdam – Marker- meer’ ingesteld die besluiten neemt over de samenhang van de drievoudige schaalsprong en de samenhang borgt met de projecten OV SAAL, TMIJ en AGU. Een ‘Bestuurlijke samenwerking Almere’ bewaakt de samenhang tussen de deelopgaven en voert regie over de integrale uitvoering van het IAK.
Artikel 3.1: Bestuurlijke samenwerking Almere – Amsterdam – Markermeer
• De bewindslieden van VROM, V&W en LNV en de Colleges van B&W van Almere en Amsterdam en Gedeputeerde Staten van Flevoland, Noord Holland en Utrecht stellen een bestuurlijke samenwerking Almere – Amsterdam – Markermeer in om besluiten te nemen over de samen- hang van de drievoudige schaalsprong (ecologie, bereik- baarheid, verstedelijking) zoals aangegeven in de ambitie in paragraaf 2.
• De bestuurlijke samenwerking Almere – Amsterdam – Markermeer:
- borgt de integraliteit, voortgang en samenhang tussen van de ontwikkeling van Almere, AGU, de luchthaven Lelystad, OV SAAL, de optimalisering door de Werkmaatschappij Almere – Amsterdam en de totstandkoming van een Toekomst Bestendig Ecolo- gisch Systeem in het Markermeer en IJmeer;
- borgt de samenhang van de bovengenoemde projecten met de in de RAAM-brief aangekondigde Rijksstruc- tuurvisie;
- draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan de Tweede Kamer in het kader van de aanwijzing van ‘groot project’;
- bereidt de besluitvorming voor bij het Rijk en de regio ten aanzien van wel of geen IJmeerlijn voor het eerste
ijkmoment in 2012 zoals genoemd onder artikel 1.4 van dit afsprakenkader, ondermeer op basis van de resulta- ten van de werkmaatschappij Almere – Amsterdam.
• De bestuurlijke samenwerking (inclusief de definitieve samenstelling) wordt op initiatief van de ministeries van V&W en VROM met genoemde partijen nader uitgewerkt in het 1e kwartaal 2010. Om redenen van efficiency wordt deze bestuurlijke samenwerking ondergebracht in de structuur van het MIRT. Voor de ambtelijke organisatie is een eenvoudige overlegstructuur uitgangspunt. Tevens worden hierbij de nog te nemen besluiten over de aanstu- ring van de overige RAAM-projecten betrokken.
Artikel 3.2: Bestuurlijke samenwerking Almere
• De bewindslieden van VROM, V&W en LNV, het college van B&W van de gemeente Almere en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland stellen een bestuurlijke samenwerking Almere in om de voort- gang en samenhang van de ontwikkeling van Almere af te stemmen.
• De bestuurlijke samenwerking Almere:
- stemt de ontwikkeling van Almere af met de bestuur- lijke samenwerking Almere – Amsterdam, zoals genoemd in artikel 3.1;
- borgt de voortgang en samenhang van de gebiedsont- wikkelingen van Almere (Almere IJland, Almere Pam- pus, Almere Centrum Weerwater, Almere Oosterwold) en de conditionerende voorwaarden voor de infrastruc- tuur (VSBA) en groenblauwe voorinvesteringen;
- maakt afspraken over het brede financiële kader zoals aangegeven in paragraaf 11;
- formuleert besluiten over de gefaseerde gebiedsont- wikkelingen van Almere;
- borgt de voortgang en uitvoering van de afspraken over de thematische onderdelen (duurzaamheid, voorzienin- gen, economie, bestaand stedelijk gebied, groenblauw casco, stedelijke bereikbaarheid ) van de Concept Structuurvisie Almere 2.0;
- draagt zorg voor monitoring en jaarlijkse voortgangs- rapportages;
- is verantwoordelijk voor de bijstelling en actualisering van het IAK.
• De bestuurlijke samenwerking en ambtelijke overleg- structuur wordt op initiatief van de gemeente Almere met genoemde partijen nader uitgewerkt in het 1e kwartaal van 2010.
Integraal Afsprakenkader Almere | 07
Artikel 3.3: Ontwikkeling Almere en programma Randstad Urgent
• Dit afsprakenkader fungeert tevens als Randstad Urgent- overeenkomst tussen de wethouder van Almere en de minister van VROM. De wethouder van Almere heeft de verantwoordelijkheid voor de afstemming met de regio. De minister van VROM heeft de verantwoordelijkheid voor de afstemming binnen het Rijk. Bestuurlijk overleg tussen het Rijk, de gemeente Almere en de provincie Flevoland over de ontwikkeling van Almere vindt plaats binnen het kader van de bestuurlijke samenwerking Almere zoals gesteld onder 3.2. De mijlpalen zijn conform de planning zoals opgenomen in bijlage 1.
08 | Integraal Afsprakenkader Almere
Paragraaf 4: Gebiedsontwikkelingen Almere 2.0
Op initiatief van de gemeente Almere worden werkmaat- schappijen opgericht voor Almere – Amsterdam, Almere Centrum Weerwater en Almere Oosterwold. De gebieds- ontwikkelingen, die behoren tot Almere 2.0, worden in onderlinge samenhang aangepakt om programma’s op elkaar af te stemmen en positieve en negatieve exploita- tiesaldi met elkaar te kunnen verevenen. De fasering van de uitvoeringsbesluiten van gebiedsontwikkelingen van Almere Pampus en IJland, Almere Centrum Weerwater en
Almere Oosterwold wordt bepaald door tijdige realisatie van de capaciteitsuitbreiding van openbaar vervoer en weg en tijdige realisatie van de stedelijke voorzieningen – gelijk- tijdig met of zelfs vooruitlopend op de woningbouw – en tijdige realisatie van het Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem (TBES).
Artikel 4.1: Werkmaatschappij Almere – Xxxxxxxxx
Xx Xxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx - Xxxxxxxxx heeft als doel het alternatief Almere 2.0 ten aanzien van de westelijke ontwikkeling te optimaliseren. De opdracht voor de werk- maatschappij is het project zo vorm te geven, dat de MKBA substantieel verbetert ten opzichte van het oorspronkelijke alternatief West met IJmeerlijn zoals doorgerekend door de planbureaus en dat de budgettaire consequenties aanzien- lijk worden beperkt. Met substantieel wordt bedoeld een kostenbatenratio, die gebruikelijk is bij andere complexe ruimtelijke ontwikkelingsprojecten, waarover een positief besluit is genomen. De werkmaatschappij zal uiterlijk de resultaten in 2012 moeten opleveren. Dan kan het principe- besluit worden bevestigd of de westelijke ontwikkeling met een IJmeerlijn haalbaar is.
De westelijke ontwikkeling (Almere Pampus en Almere IJland) moet voor Almere en de regio nieuwe stedelijke milieus toevoegen, met een sterke oriëntatie op het water. Het programma bevat ca. 30.000 woningen binnen- en buitendijks, aangevuld met een economisch programma en specifieke voorzieningen op het gebied van onderwijs,
leisure, watergebonden functies. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de IJmeerlijn een voorwaarde voor westwaartse ontwikkeling.
• De Werkmaatschappij Almere - Amsterdam is gericht op het optimaliseren van de kostenbaten ratio van de weste- lijke oriëntatie, die in ieder geval de volgende elementen omvat:
- De IJmeerlijn (in afstemming met uitwerking OV SAAL);
- De gebiedsontwikkelingen aan Amsterdamse en Almeerse zijde (uit te werken door de verantwoorde- lijke gemeente);
- De natuurontwikkeling (in afstemming met uitwerking TBES).
• De gemeente Almere neemt het initiatief voor het opzet- ten van een plan van aanpak voor de Werkmaatschappij Almere - Amsterdam. Het plan van aanpak wordt in het 1e kwartaal 2010 vastgesteld. Ingrediënten voor het plan van aanpak zijn:
- participanten werkmaatschappij zijn: de ministeries van V&W, VROM en LNV, het RVOB, de provincies Noord Holland en Flevoland en de gemeenten Amsterdam en Almere;
- de werkmaatschappij zal private partijen en maat- schappelijke organisaties betrekken, gericht op een actief participatieproces en het mobiliseren van kennis op het gebied van vervoerconcepten, uitvoeringstech- nieken, exploitatiestrategieën, duurzaamheid, natuur en ecologie. Daarbij wordt onderzocht op welke wijze private partijen kunnen participeren in de financiering en uitvoering;
- bij het opstellen en uitwerken van de plannen voor de IJmeerlijn wordt rekening gehouden met het totaal van de gevolgen voor exploitatie en concessie;
- de werkzaamheden van de werkmaatschappij worden afgestemd met de rijksstructuurvisie.
• Eén of meer varianten van een westelijke oriëntatie inclu- sief IJmeerlijn worden uiterlijk in 2012 voorgelegd aan
de bestuurlijke samenwerking Almere ter beoordeling Vervolgens worden onder meer:
- een conceptbesluit over de aanleg van de IJmeerlijn aan het Kabinet voorgelegd;
- het go - no go besluit voor de eerste fase van de gebiedsontwikkeling Almere Pampus aan de gemeen- teraad van Almere voorgelegd;
- de voor de provincie relevante besluiten aan Provinci- ale Staten van Flevoland voorgelegd.
Artikel 4.2: Werkmaatschappij Almere Centrum Weerwater
De Weerwaterzone is een nieuwe ontwikkellocatie in het centrum van Almere. Hier komen onder andere hoog- stedelijke voorzieningen en woningen. De snelweg A6 ligt op een dijk en doorsnijdt momenteel dit gebied. Omdat de capaciteit van de A6 wordt uitgebreid (planstudie SAA)
ontstaat een unieke kans om de A6 op maaiveld te brengen.
Integraal Afsprakenkader Almere | 09
Dat maakt op termijn overkapping of overkluizing moge- lijk. De stadsdelen aan beide zijden van de snelweg kunnen zich zo in samenhang ontwikkelen. Dit is een bijzondere binnenstedelijke verdichtingopgave in het hart van de stad, aansluitend op het stadscentrum. Samen vormen zij het nieuwe stadscentrum voor Almere 2.0. Hiertoe worden de volgende afspraken vastgelegd:
• De werkmaatschappij Almere Centrum Weerwater heeft de opdracht de integrale opgave Almere Centrum Weer- water – A6, overkluizing én gebiedsontwikkeling – uit te werken in een ontwikkelingsplan. Dit is gericht op integratie van de inpassing, aanterping en overkluizing
van de A6 met lokale infrastructuur, optimalisatie binnen de gestelde financiële kaders en zoeken naar innovatieve overkluizingstechnieken in integraliteit, duurzaamheid en faseerbaarheid. Een gefaseerde ontwikkeling vormt het uitgangspunt met een onderscheid tussen de over- kluizing (waarbij zoveel mogelijk werk met werk wordt gemaakt in samenhang met de verbreding van de A6) en de gebiedsontwikkeling (die mogelijk op termijn wordt uitgevoerd).
• De gemeente Almere neemt het initiatief voor het opzet- ten van een plan van aanpak voor de werkmaatschappij Almere Centrum Weerwater, die uiterlijk op 1 maart 2010 van start gaat. Participanten zijn gemeente Almere, ministerie van V&W, RVOB en ministerie van VROM.
• Het plan van aanpak houdt rekening met de nog vast te stellen uitgangspunten voor de wegverbreding A6 ter hoogte van Almere Centrum Weerwater uit de documen- ten:
- Ontwerp Tracébesluit SAA;
- Uitvoeringsovereenkomst A6 Almere – RWS – Flevo- land.
• Het ontwikkelingsplan wordt betrokken bij
- de aanbesteding van de verbreding van de A6 (planning eind 2010);
- de gemeentelijke bijdrage aan de inpassingmaat- regelen van de verlaagde en verbrede A6 ter plaatse van het Weerwater.
• De rijks- en regionale bijdrage aan Almere centrum Weer- water zijn vastgelegd in de RAAMbrief en bij de besluit- vorming over de verdeling van de middelen uit het Nota Ruimtebudget.
Het ministerie van VenW zal conform de overeenkomst Stroomlijnalternatief Planstudie Schiphol – Amsterdam – Almere van 29 oktober 2007 zorgdragen voor capaciteits- uitbreiding van de A6 Almere Buiten Oost – Hoge Ring met 4 x 2 rijstroken (hoofd- en parallelstructuur). De gemeente Almere draagt hieraan € 21 mln. bij. Het tekort in de businesscase als gevolg van het verlagen van de A6 in de Weerwaterzone is door VROM betaald, hiervoor
is een bijdrage van € 46,1 mln. uit het Nota Ruimtebudget beschikbaar gesteld.
De werkmaatschappij Almere Centrum Weerwater krijgt de opdracht om binnen deze bestaande financiële afspraken van het rijk over deze gebiedsontwikkeling een sluitende exploitatie op te stellen bijvoorbeeld door aanpassing van het ontwerp.
Artikel 4.3: Werkmaatschappij Almere Oosterwold
Almere Oosterwold is een nieuwe ontwikkellocatie aan de oostzijde van het huidige Almere. Het bevat de plan-
delen Almere Hout en Almere Eemvallei. Dit laatste gebied behoort tot de gemeente Zeewolde. Xxxxxx Xxxxxxxxxx heeft relatie met de studie naar de ontwikkeling van vlieg- veld Lelystad, AGU (Almere – Gooi – Utrecht), de aanleg van het Oostvaarderswold en de OV SAAL. Het programma bevat ca. 15.000 woningen en een economisch programma. De woningen worden gerealiseerd op basis van een organische en duurzame ontwikkeling van suburbane en landelijke milieus.
• De werkmaatschappij Xxxxxx Xxxxxxxxxx stelt voor eind 2012 een ontwikkelingsstrategie op met in ieder geval de volgende elementen:
- een grondstrategie gericht op het belang van de publieke doelen van de gebiedsontwikkeling;
- optimalisatie van de businesscase voor de gebieds- ontwikkeling, opdat met behoud van kwaliteit een positief saldo wordt verkregen. Dat saldo wordt ingezet voor de onrendabele top van de gebiedsontwikkeling aan de westzijde van de stad;
- de afstemming met het groenblauw casco uit paragraaf 9.
• De gemeente Almere stelt in samenwerking met het RVOB voor 1 maart 2010 een plan van aanpak op voor de werkmaatschappij Almere Oosterwold, die uiterlijk op
1 maart 2010 van start gaat. In het plan van aanpak wordt de samenwerking tussen Rijk en regio uitgewerkt.
• Het is gewenst dat de ontwikkeling van Almere Ooster- wold onder één inhoudelijk en financieel regime plaats kan vinden.
• De provincie Flevoland en de gemeente Almere vinden het wenselijk dat de gemeente Zeewolde uitgroeit tot een robuuste gemeente met circa 35.000 inwoners. De gemeente Zeewolde heeft in zijn Koersdocument Zee- wolde (2009) haar visie op deze ontwikkeling vastgelegd. De provincie Flevoland heeft vastgesteld dat deze ontwik- keling van de gemeente Zeewolde past in de geest van het Provinciaal Omgevingsplan Flevoland. De provincie Flevoland zal in 2010 in overleg treden met de gemeente Zeewolde over de wijze waarop dit kan worden gereali- seerd.
10 | Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxx 0:
Duurzaamheid
De ontwikkelingsopgave voor Almere is een nationale uitdaging om de gebiedsontwikkeling duurzaam aan te pakken. De Almere Principles vormen hiervoor het inspi- rerende kader. Almere biedt als nieuwe stad keuzevrijheid ten aanzien van systemen voor energie, mobiliteit, water, biodiversiteit, grondstoffen en ruimtegebruik. Het ministerie van VROM, de gemeente Almere en de provincie Flevoland zetten Almere in als nationaal praktijklaborato- rium om experimenten en innovaties van duurzame systemen grootschalig te implementeren. De duurzame gebiedsontwikkeling van Almere kan daarmee toonaan- gevend zijn voor Nederland en internationaal betekenis krij- gen. Het gaat hierbij onder meer om systeemaanpassingen op het gebied van een duurzame leefomgeving: klimaat- adaptatie en energietransitie, grondstoffen en producten, mobiliteit en infrastructuur en samenhangende ruimtelijke inrichting ten aanzien van wonen en werken, leven met water en een vitaal platteland.
De gemeente Almere is, met steun van het Rijk, bezig met de oprichting van een DuurzaamheidsLab Almere. Het DuurzaamheidsLab moet mensen in staat stellen om praktisch aan de slag te gaan met de duurzaamheidambities die voortvloeien uit de Almere Principles. Het moet een netwerk van overheden, deskundigen, bedrijven en burgers vormen. Het beoogt nieuwe ideeën te stimuleren en uiteen- lopende disciplines en opvattingen bij elkaar te brengen en theorie en praktijk te verbinden. Het DuurzaamheidsLab Almere wordt ingezet als innovatiemotor voor de werkmaat- schappijen, die met de gebiedsontwikkelingen aan de slag gaan en zal deze in alle fasen, van planvorming tot uitvoe- ring, ondersteunen. Duurzame gebiedsontwikkeling in alle facetten, die ook in andere steden toegepast kan worden, moet een nieuwe economische kernactiviteit van Almere gaan vormen.
De op te stellen duurzaamheidsagenda Almere geeft invul- ling aan de wens om van Almere een ‘icoon van duurzaam- heid’ te maken. Dat is het geval als Almere, zowel nationaal als internationaal, een onmiskenbare koploper is op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling. De duurzaam- heidsagenda fungeert mede als werkprogramma voor het DuurzaamheidsLab.
Artikel 5.1: Duurzaamheidsagenda
• De duurzaamheidsagenda Almere wordt uiterlijk eind 2010 ter besluitvorming voorgelegd aan de bestuurlijke samenwerking Almere.
• Het ministerie van VROM zal aan rijkszijde fungeren als aanspreekpunt voor het DuurzaamheidsLab voor de verschillende innovatieprogramma’s van het Rijk
die bedoeld zijn om een impuls te geven aan duurzame gebiedsontwikkeling.
• Het ministerie van VROM zal samen met de gemeente Almere en de provincie Flevoland in het kader van Almere als ‘icoon van duurzaamheid’ een verkenning doen naar de mogelijkheden voor een nationaal centrum voor duur- zame gebiedsontwikkeling in Almere. Deze verkenning is eind 2010 gereed.
• De gemeente Almere, provincie Flevoland en het minis- terie van VROM stellen een duurzaamheidagenda Almere op, inclusief een financiële paragraaf, met als kader de ‘Almere Principles’.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx x 00
Xxxxxxxxx 0:
Voorzieningen
Het Rijk en de gemeente Almere onderkennen dat goede voorzieningen een basisvoorwaarde zijn voor een volwaar- dige en evenwichtige ontwikkeling van Almere als vitale stad in het stedelijke netwerk van de Noordvleugel. De pro- vincie Flevoland concentreert haar bijdrage op de realisatie van regionale topvoorzieningen zover passend binnen de middelen, waarover de provincie Flevoland na eventuele herschikking van het provinciefonds beschikt. In het licht van de beoogde groei van Almere worden over de volgende onderwerpen afspraken gemaakt:
• hoger onderwijs;
• kwaliteitsimpuls voor het primaire en voortgezette onderwijs en middelbare beroepsonderwijs;
• culturele voorzieningen;
• infrastructuur voor sport.
Artikel 6.1: Hoger onderwijs in Almere
• Het ministerie van OCW, de provincie Flevoland, de Hoge- school Windesheim en de gemeenten Almere en Lelystad werken samen aan de duurzame realisatie van een hbo- instelling in Almere en Lelystad.
• Partijen dragen bij aan de financiering van de business- case van een volledige vestiging primair voor dagonder- wijs in Almere en een vestiging primair voor duaal onder- wijs in Lelystad van de Hogeschool Windesheim:
- de financiële bijdrage van de regio bedraagt € 35 mln, waarbij de provincie Flevoland en de gemeente Almere zorgdragen voor de volgende verdeling:
• gemeente Almere € 12 mln;
• provincie Flevoland € 20 mln;
• gemeente Lelystad € 3 mln;
- de financiële bijdrage van het Rijk bedraagt € 37 mln met de volgende verdeling:
• ministerie van OCW € 20 mln1, waarvan € 10 mln als rechtstreekse bijdrage aan Windesheim;
• ministerie van VROM € 17 mln2 die aan de gemeente Almere wordt overgemaakt;
- de voorwaarden rond bovengenoemde bijdragen wor- den vastgelegd in de nader op te stellen beschikkingen.
• Op initiatief van de provincie Flevoland wordt uiterlijk
1 maart 2010 een uitvoeringsplan opgesteld voor de reali- satie van de vestiging Hogeschool Windesheim, waarbij de regie voor de vestiging in Almere bij de gemeente
1 Onder verwijzing naar de brief van het College van BGW van de gemeente Almere aan het ministerie van OCW van 28 januari 2010 inzake de Hogeschool Windesheim (DMO/2010/24).
2 Eenmalige bijdrage uit Nota Ruimtebudget.
Almere zal worden gelegd. De beoogde startdatum van de hogeschool is resp. 1 september 2010 (bestaande oplei- dingen) en 1 september 2011 (nieuwe opleidingen).
• Op initiatief van de provincie Flevoland zal met het minis- terie van OCW en de gemeente Almere het Convenant Hoger Onderwijs Flevoland uiterlijk in 2020 worden geac- tualiseerd of zoveel eerder indien hier aanleiding toe is.
Artikel 6.2: Kwaliteit onderwijs
De gemeente Almere neemt het initiatief om onderzoek te laten doen naar de oorzaken van de achterblijvende resul- taten van het Almeerse primair onderwijs. De onderwijs- sector in Almere wordt direct bij dit onderzoek betrokken. Het Ministerie van OCW en de Inspectie van het Onderwijs zullen ondersteunen bij het uitvoeren van het onderzoek. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek treden schoolbesturen en gemeente met elkaar in overleg om te komen tot een plan van actie waarin de prestaties van het PO binnen vijf jaar tenminste op het landelijk gemiddelde wordt gebracht. Daarbij hebben de schoolbesturen de eer- ste verantwoordelijkheid om, in overleg met de gemeente, vanuit bestaande middelen naar verbetering te streven.
Tevens wordt bezien hoe gedurende de groei van Almere
de kwaliteit van het onderwijs in Almere op aanvaardbaar niveau kan worden gehouden.
Artikel 6.3: Culturele voorzieningen
Op basis van de xxxxx Xxxxxxx (d.d. 1 december 2009) en het cultuurconvenant d.d. 8 april 2009 komen het ministerie van OCW, de gemeente Almere en de provincie Flevoland overeen dat expliciete aandacht wordt besteed aan de culturele infrastructuur zowel ten aanzien van de omvang als betreffende de kwaliteit van de kunstproductie, opdat de gemeente Almere haar positie als grote stad in het nationaal cultuur bestel zo snel mogelijk kan innemen.
De minister van OCW zal zich inspannen om het culturele voorzieningenniveau mee te laten lopen met de groei van de gemeente Almere. De gemeente Almere stelt hiertoe in 2010 een visie vast. Het ministerie van OCW is bereid daar waar nodig inhoudelijke ondersteuning te verrichten bij het opstellen van deze visie. Op basis van deze visie maken de gemeente Almere en het ministerie van OCW waar nodig en waar mogelijk nadere afspraken.
Artikel 6.4: Veiligheidsmuseum
Het ministerie van BZK en de gemeente Almere hebben de intentie om in Almere een Veiligheidsmuseum (politie en brandweer) te realiseren. Partijen treden hierover in 2010 in overleg.
12 | Integraal Afsprakenkader Almere
Artikel 6.5: Rijkshuisvesting
Partijen komen overeen dat Almere – indien passend uit oogpunt van efficiency en functionaliteit – in aanmerking komt voor de realisatie van rijkshuisvesting (bijvoorbeeld agentschap, dienst, zbo). Indien in de periode 2010 – 2030 een bestaande rijksinstelling wordt verplaatst of een nieuwe instelling zal worden opgericht, zal vestiging in Almere worden meegenomen in de afweging.
Artikel 6.6: Sportinfrastructuur
Het ministerie van VWS, de provincie Flevoland en de gemeente Almere treden in overleg om de mogelijke invul- xxxx xxx xx xxxxx Linhard (d.d. 1 december 2009) op het gebied van sport te verkennen. Daartoe stelt de gemeente Almere met genoemde partijen en betrokkenheid van het NOC/NSF vóór 2012 een programma ‘sportieve infrastruc- tuur’ op als onderdeel van de ontwikkeling van Almere.
Tevens stellen partijen een gezamenlijke agenda op voor innovatie en onderzoek.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx x 00
Xxxxxxxxx 0:
Economie
De economische ontwikkeling is een onlosmakelijk onder- deel van een succesvolle ontwikkeling van Almere. Er is een substantiële groei van de werkgelegenheid in Almere en Flevoland nodig om in 2030 evenwicht te bereiken op de regionale arbeidsmarkt. De ambitie voor gemeente, regio en Rijk is het realiseren van 100.000 extra banen in Almere tot 2030 binnen de economische structuur van de Noord- vleugel.
Naar verwachting kunnen ongeveer 50.000 banen worden gerealiseerd door maximaal in te zetten op de groeipotentie en dynamiek van het eigen bedrijfsleven en een optimaal voorwaardenscheppend beleid (goed gastheerschap van gemeente en provincie)3. Deze benadering betekent ten- minste het kunnen voortzetten van het lokaal en regionaal economisch beleid, zoals dat de afgelopen jaren is uitge- voerd met behulp van Europees regionaal stimulerings- beleid aangevuld met rijkscofinanciering. Compensatie
van wegvallende middelen kan worden geboden uit het provinciefonds na de herverdeling. Daarbij wordt rekening gehouden met de aanbevelingen uit het Cebeononder- zoek: Financiële positie provincie Flevoland zonder en met schaalsprong (2009).
Een substantiële banengroei wordt verder verwacht door het gericht versterken van vijf economische speerpuntclusters, te weten ‘ICT en media’, ‘Health, wellness en life sciences’, ‘logistiek en handel’, ‘duurzaam bouwen’ en ‘luchthaven Lelystad’. De keuze van deze clusters sluit aan bij de poten- ties van de stad Almere en is conform het advies van Xxx Xxxxxx d.d. mei 2009.
De kansen om door een succesvolle Schaalsprong van Almere bij te dragen aan de versterking van de internatio- nale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amster- dam en de regio Utrecht4 moeten ten volle worden benut.
De eigen economische identiteit die Almere hierdoor kan ontwikkelen is complementair aan het economische
profiel van de rest van de Noordvleugel van de Randstad. De Tweede Kamer heeft door middel van de xxxxx Xxxxxxx (d.d. 1 december 2010) het kabinet verzocht om er voor te zorgen dat er een economisch programma wordt opgezet.
De Metropoolregio Amsterdam, waar Almere onderdeel vanuit maakt, heeft op 9 december 2009 een economisch programma voor de regio gepresenteerd in het kader van
3 Deze verwachting is beschreven in: ‘Almere Inc. – de economische visie Almere 2030’
4 In de structuurvisie Randstad2040 samen aangeduid als ‘Noordelijke Randstad’.
PRES (Platform Regionaal Economische Structuur). De economische agenda van en voor Almere hangt onlosmake- lijk samen met deze economische toekomstagenda van de Metropoolregio Amsterdam. De Minister van Economische Zaken heeft tijdens de behandeling van haar begroting op 29 oktober 2009 een brief toegezegd waarin zij haar visie op de economie van de Metropoolregio Amsterdam en de regio Utrecht gezamenlijk uiteen zal zetten.
Artikel 7.1: Economische agenda
• In 2010 stelt de gemeente Almere samen met provincie Flevoland een economisch programma op inclusief een investeringsprogramma. Onderdelen hiervan zijn:
- een pakket van maatregelen, gericht op het maximaal stimuleren van de eigen dynamiek van het reeds geves- tigde bedrijfsleven en het optimaal benutten van de daarin gelegen groeipotentie;
- een investerings- en uitvoeringsagenda voor de ontwik- keling van de clusters Health, wellness & life sciences, ICT & media, Duurzame gebiedsontwikkeling incl. duurzaam bouwen, Logistiek & commerce opgesteld door de economic development board Almere; voor
de Luchthaven Lelystad gebeurt dat in overleg met de gemeente Lelystad;
- een dekkingsvoorstel voor de investerings- en uitvoe- ringsagenda waarvoor onder meer de gemeente Almere en de provincie Flevoland afspraken zullen maken
over de wijze waarop de eventuele verruimde mogelijk- heden van het provinciefonds ingezet kunnen worden.
• Om de communicatie en afstemming tussen lokale, regi- onale en nationale ontwikkelingen – zoals de totstand- koming van een economisch programma voor Almere goed te laten verlopen zal het ministerie van EZ, wanneer de onderwerpen op de agenda daartoe aanleiding geven, participeren in de Economic Development Board van Almere, onder andere over het economisch programma voor Almere.
• Voor de versterking van de regionale (economische) samenwerking zal het ministerie van EZ het initiatief nemen om een onderzoek te starten naar verdergaande economische samenwerking op de as Schiphol – Amster- dam – Almere – ‘t Gooi – Utrecht. De regionale partners, waaronder de gemeente Almere, gemeente Amsterdam en de provincie Flevoland worden hierbij betrokken. In dit onderzoek worden aanbevelingen gedaan over de economische samenhang tussen Almere, de Metropool- regio Amsterdam en (de provincie) Utrecht. Eind 2010 moet dit onderzoek leiden tot concrete aanbevelingen.
• Het ministerie van EZ brengt eind 2010 de hiervoor genoemde brief uit. In deze brief worden de eerste resultaten van bovengenoemd onderzoek over de ver-
14 | Integraal Afsprakenkader Almere
sterking van de regionale economische samenwerking meegenomen. De brief zal naar verwachting de basis vormen voor een met de regio concreet uit te werken uitvoeringsprogramma.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx x 00
Xxxxxxxxx 0:
Bestaand stedelijk gebied
Het huidige Almere laat een aantal sociaal-economische onevenwichtigheden zien die zich uiten in bijvoorbeeld slechte onderwijsprestaties, een hoge schulden- problematiek van gezinnen en negatieve ontwikkelingen in een aantal woongebieden. In de toekomst zou ook een te plotseling grootschalig aanbod van nieuwe woon- en werk- milieus negatieve effecten kunnen hebben op de sociaal- economische kwaliteit van de bestaande stad. Die effecten kunnen met een preventieve strategie worden voorkomen. Onderdeel van die strategie is de versterking van de positie van het stadshart als centrum Almere. Naast de gebieds- ontwikkeling van het Weerwater maakt een impuls voor het stationsgebied hiervan deel uit.
Voor preventie en beheer van voorzieningen in de bestaande woon- en werkgebieden is in samenspraak met het Rijk en andere Xxxxxx-gemeenten een ‘Uitvoerings- agenda voor New Towns’ opgesteld. Hiervoor hebben de gemeenten zelf businesscases opgesteld waarin de rol,
de middelen en de samenwerkingsvorm van elk van de partijen - dus ook die van Rijk- is geëxpliciteerd. Uitgangs- punt daarbij is dat gestart wordt met de uitvoering van het programma met de bestaande middelen. Dit laat onverlet dat zich bij wijzigende omstandigheden en/of aanpas- singen van het instrumentarium nadrukkelijk zal worden gekeken of, en zo ja, in hoeverre de verdeling en de inzet van rijksmiddelen adequaat is. Afgesproken is dat Xxxxxx- gemeenten een inspanningsverplichting aangaan om de businesscases binnen de gestelde randvoorwaarden en de daarbij behorende planning uit te voeren
Artikel 8.1: Concurrentiekracht van bestaande woon- en werkmilieus
neemt het initiatief voor de eerste bijeenkomst van de Almere-tafel eind 2010
Artikel 8.2: Stationsgebied
• Op het moment dat door infrastructurele ingrepen (opening Hanzelijn, verdubbeling Flevolijn, mogelijke aanleg IJmeerlijn) het station Almere Centrum in belang- rijke mate moet worden geherstructureerd, zullen tussen de gemeente Almere, het Rijk (onder meer de ministeries VROM en V&W) en mogelijk andere betrokken partijen nadere afspraken worden gemaakt over een integrale ontwikkeling van het stationsgebied.
• Ter voorkoming van mogelijke negatieve effecten op de sociaal-economische situatie in de bestaande stad als gevolg van de groei van Almere door de nieuwe gebieds- ontwikkelingen, zal de ontwikkeling van de bestaande stad actief door partijen worden gevolgd en gemonitord.
• De wethouder van de gemeente Almere en de minister van WWI overleggen in de vorm van een ‘Almere-tafel’ structureel over de huidige diagnose van de concurrentie- kracht van bestaande woon- en werkmilieus en vervol- gens over de resultaten van de monitoring, met het oog op een bestendige aanpak om negatieve ontwikkelingen voor te zijn. Waar zij een bijdrage kunnen leveren worden andere departementen en maatschappelijke organisaties door het ministerie van VROM/WWI aan de ‘Almere-tafel’ uitgenodigd. Waar relevant zal de gemeente Almere maat- schappelijke partners betrekken. De gemeente Almere
16 | Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxx 0:
Programma groenblauw
Partijen erkennen dat uitbreiding en ontwikkeling van een nieuw groenblauw raamwerk aan de oostzijde van Almere (700 ha) noodzakelijk is om het woon-, werk-, en leefmilieu in de Noordelijke Randstad bijzondere kwaliteit te kunnen blijven geven. Gelijktijdig is versterking van het bestaande groenblauwe casco van Almere (600 ha) noodzakelijk om de toenemende recreatieve druk op te kunnen vangen. De investeringen voor de circa 600 hectare doorontwikkeling van bestaande natuur-, bos- en kustzones en aanleg van 700 hectare nieuwe groenblauwe gebieden zijn voorals- nog berekend op € 329 mln. Ruim de helft daarvan is naar verwachting uit de grondexploitatie te bekostigen. Voor het overblijvende deel wordt gezocht naar mogelijkheden voor bekostiging. Daarbij wordt betrokken de in de RAAMbrief aangekondigde besluitvorming over de herschikking van het provinciefonds, voor zover specifiek gericht op het vergroten van de mogelijkheden van de provincie Flevoland om bij te dragen aan groen/blauwe projecten.
Leidt dit alles niet tot voldoende financieringsmogelijkhe-
den dan zal optimalisering of fasering van het groenblauwe raamwerk noodzakelijk zijn. Voorts willen partijen een adequaat onderwijsaanbod en een transferpunt en regio- naal kennisarrangement voor voedsel en groen realiseren in Almere. Dit om de gezamenlijke energie en inspiratie
te mobiliseren van jongeren – met name studenten (VO
- universiteit) –, ondernemers, burgers, ambtenaren en onderzoekers ter ondersteuning van de beoogde, duurzame gebiedsontwikkeling.
Artikel 9.1: Groenblauw casco
daarbij het niet-groen onderwijs, diensten (o.a. SBB en DLG), bedrijven en onderzoek (o.a. Wageningen UR).
Artikel 9.3: Hoger Onderwijs voor Voedsel en Groen
• Het ministerie van LNV zal de Aeres-groep (CAH) onder- steunen bij de totstandkoming van een hoger onderwijs- aanbod voor voedsel en groen in Almere. Dit onderwijs- aanbod wordt mede gericht op de benodigde groene kennis voor de groenblauwe opgave (groenblauw casco, Oostvaarderswold, TMIJ) in en rond Almere.
• Onder gezamenlijke leiding van de gemeente Almere en het ministerie van LNV wordt een projectgroep gevormd met provincie Flevoland, RVOB, SBB, Stichting Flevo- landschap en Dienst Landelijk Gebied. De projectgroep onderzoekt de financiële dekkingsmogelijkheden en optimalisatiemogelijkheden. Uiterlijk in 2010 stellen partijen een sluitende businesscase op inclusief een uitvoeringsagenda en uitvoeringsstrategie (planning, fasering en organisatie). De resultaten van het onderzoek worden ter besluitvorming ingebracht in de bestuurlijke samenwerking Almere.
Artikel 9.2: Kennis- en innovatieagenda
• De gemeente Almere en het ministerie van LNV stellen in samenspraak met de Aeres Groep (onder meer Christelijke Agrarische Hogeschool en Groenhorst College) in 2010 ten behoeve van een duurzaam groene stadsontwikkeling een groene kennis- en innovatieagenda op. Zij betrekken
Integraal Afsprakenkader Almere | 17
Paragraaf 10:
Stedelijke bereikbaarheid
De ontwikkeling van Almere 2.0 zal ertoe leiden dat meer mensen binnen de stad zullen reizen. Het wegennet en de infrastructuur voor het openbaar vervoer zijn hierop
niet berekend. In de Verkenning Stedelijke Bereikbaarheid Almere (VSBA) is onderzocht welke knelpunten wanneer gaan ontstaan en welke gefaseerde maatregelen gewenst zijn voor goede bereikbaarheid in de stad. De rapportage heeft betrekking op maatregelen in kader van Almere 2.0 voor de bestaande en nieuwe delen van de stad.
Artikel 10.1: Infrastructuur Almere
• De Verkenning Stedelijke Bereikbaarheid (in concept gereed) zal onder leiding van de provincie Flevoland in de stuurgroep met de gemeente Almere en het ministerie van V&W worden afgerond, mede op basis van een juridi- sche toets en een second opinion, zodat een definitieve verkenning voor besluitvorming beschikbaar komt.
• Bovengenoemde partijen maken over de vervolgstappen en de financiering van de maatregelen uiterlijk op
1 juli 2010 nadere afspraken. De afspraken over het maat- regelenpakket en de financiële dekking (o.a. regionale bijdrage, de rijksbijdrage en de grondexploitatie) worden ter besluitvorming ingebracht in de bestuurlijke samen- werking Almere.
18 | Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxx 00:
Financieel kader
De Schaalsprong Almere is een project van nationaal belang waar ook aanzienlijke investeringen mee gemoeid zijn.
Aan de uitvoering van de schaalsprong kleven financiële ontwikkelrisico’s die de gemeente Almere niet alleen kan en wil dragen. Het Rijk wil daarom een bestendige bestuurlijke en zakelijke samenwerking opzetten met de gemeente en de provincie, om de programmering en financiering van Almere Oosterwold, Almere Centrum Weerwater en Almere Pampus / IJland in onderlinge samenhang te kunnen aan- pakken en om positieve en negatieve exploitatiesaldi met elkaar te kunnen verevenen.
Het Rijk staat open voor participatie in de aanleg van Almere Oosterwold, Almere Centrum Weerwater en Almere Pampus/IJland, afhankelijk van de uitkomsten van de busi- ness case. Dat is vastgelegd in de RAAMbrief.
Aan marktconforme overdracht van de gronden in het plangebied werkt het Rijk mee. De grondexploitatie voor de eerste deelgebieden moet meer zicht geven op de totale ‘business case’ van de schaalsprong. Op basis van de
grondexploitatie van de eerste deelgebieden worden nadere afspraken gemaakt tussen het Rijk en de gemeente over verevening tussen bouwlocaties en het inbrengen van de opbrengsten van rijksgronden in de totale business case.
De omvang van de inbreng is gemaximeerd tot de grond- opbrengst van in totaal 15.000 woningen van de geplande
60.000 woningen op nieuw te ontwikkelen locaties. Naar verwachting zullen bepaalde deelgebieden een positief saldo (GREX) kennen en andere een negatief saldo.
Het Rijk streeft er naar om met de gemeente Almere tot sluitende afspraken te komen, die de financierings- problematiek van de gemeente oplossen. Het is daarbij de inzet om een oplossing te bieden die substantieel en struc- tureel bijdraagt aan de financiële positie van de gemeente. Het Rijk baseert zich daarbij op de uitkomsten van het Cebeon-onderzoek, dat in 2008 in opdracht van het Rijk en de gemeente Almere is uitgevoerd. Het Rijk onderneemt het volgende. Bij het regulier onderhoud van het gemeente- fonds wordt onder meer aandacht geschonken aan díe clus- ters waar Almere, samen met andere gemeenten, uitgaven boven het ijkpunt heeft (conform Cebeon-onderzoek). Uit het nader onderzoek kan geconcludeerd worden dat een herverdeling gewenst is. Daarover ontstaat in de loop van 2010 duidelijkheid, met als eerst mogelijke ingangsdatum 2012. De Raad voor de Financiële Verhoudingen (RFV) doet onderzoek naar de positie van de G4 in het gemeentefonds. In het licht van de keuze voor versterking van de driehoek Amsterdam - Almere - Utrecht, zal naar aanleiding van dit
onderzoek worden bezien welke positie Almere zou moeten hebben.
De gemeente Almere ontvangt rijksmiddelen vanuit een aantal specifieke uitkeringen. Onderzocht wordt in welke mate de gemeente Almere als groeigemeente minder inkomsten krijgt doordat deze regelingen zijn gebaseerd op ijkpunten uit voorgaande jaren (de zogenaamde T-min problematiek).
Bij de herschikking van het provinciefonds krijgt de provincie Flevoland meer mogelijkheden om – in redelijk- heid – bij te dragen aan de economische ontwikkeling,
de infrastructuur en groen/blauwe projecten (o.a. TBES, Oostvaarderswold en de groenstructuur van Almere). Het Rijk zal er rekening mee houden dat de provincie Flevoland een achterstand moet wegwerken, zoals becijferd door bureau Cebeon. Hierbij zal het advies van het IPO over het provinciefonds worden betrokken. Besluitvorming over het provinciefonds vindt plaats voor 1 mei 2010.
De werkzaamheden van de Werkmaatschappij Almere – Amsterdam brengen andere dan normale planvoorberei- dingskosten met zich mee ten behoeve van onderzoek, advies, interne en externe organisatie. Voorts zijn er de normale proceskosten voor de gebiedsontwikkeling en zijn kosten gemoeid met onderzoeken en acties in het kader van de afspraken in dit IAK. Voor deze kosten wordt door de betrokken partijen een begroting en een onderlinge verde- ling vastgesteld.
Artikel 11.1: Actualisering financieel kader
• Het ministerie van VROM stelt in samenspraak met het RVOB, de andere betrokken departementen, de gemeente Almere en provincie Flevoland een geactualiseerd finan- cieel kader op in 2012 op basis van de uitkomsten van
de werkmaatschappijen, de thematische programma’s zoals genoemd in dit IAK, de eventuele aanpassingen van gemeentefonds en provinciefonds en de uitkomsten van VSBA. Dit kader wordt ingebracht ter besluitvorming in de bestuurlijke samenwerking Almere.
• Het ministerie van VROM stelt in samenspraak met bovengenoemde partijen een plan van aanpak op voor het opstellen van het financieel kader in het 1e kwartaal 2010 met de volgende ingrediënten:
- gezamenlijk referentiekader voor besluitvorming over financiële dekking tot aan 2012;
- de bronnen van financiering (VSBA, gemeentefonds, provinciefonds, volumesprong, grondexploitaties);
- een gedeelde visie over de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de businesscase voor de plan- gebieden;
Integraal Afsprakenkader Almere | 19
- een herziene gebiedsexploitatie op hoofdlijnen per plangebied;
- de mogelijke bijstellingen van gemeentefonds en provinciefonds.
• Het Rijk staat open voor participatie in de ontwikkeling van Almere Oosterwold, Almere Centrum Weerwater en Almere Pampus / IJland, afhankelijk van de uitkomsten van de werkmaatschappijen. Het Rijk en de gemeente Almere zullen deze bestuurlijke en zakelijke samen- werking uitwerken. Op basis van deze plannen wordt de afweging gemaakt op welke wijze het Rijk zal participe- ren, rekening houdend met het deelnemingenbeleid van het Rijk.
• Op initiatief van het ministerie van VROM wordt de gemeente Almere gevraagd om als onderdeel van de be- schreven bestuurlijke en zakelijke samenwerking samen met het RVOB voorstellen uit te werken met betrekking tot verevening tussen bouwlocaties en het inbrengen van opbrengsten van rijksgronden.
• Het Rijk en de gemeente Almere maken op basis van deze voorstellen en de grondexploitatie van de ontwikkelings- gebieden in 2012 afspraken over grondoverdracht, verevening tussen bouwlocaties en het inbrengen van de rijksopbrengsten van zand en gronden in de financiering.
Artikel 11.2: Financiering provincie Flevoland uit provinciefonds
• Besluitvorming over het provinciefonds vindt plaats vóór 1 mei 2010. Daarvoor zijn de uitkomsten van het
Cebeon-onderzoek5 dat in 2009 in opdracht van het Rijk is uitgevoerd en waarin oplossingsrichtingen zijn verkend, relevant. Op basis van de eventuele verruiming van de middelen in het provinciefonds zal de provincie Flevo- land komen tot een investeringsfonds en een investe- ringsstrategie om te komen tot een efficiënte inzet
van de middelen voor realisatie van onderdelen van de ontwikkeling van Almere. De provincie Flevoland zal dit in samenspraak doen met de gemeente Almere en het ministerie VROM.
5 ‘Verkenningen oplossingsrichtingen Onanciële problematiek schaalsprong Almere. Oplossingsrichtingen voor gemeente Almere en provincie Flevoland’ (Cebeon, 2009)
6 ‘Ontwikkeling van de Onanciële positie van Almere zonder en met schaalsprong’ (Cebeon, 2008)
7 ‘Verkenningen oplossingsrichtingen Onanciële problematiek schaalsprong Almere. Oplossingsrichtingen voor gemeente Almere en provincie Flevoland ‘ (Cebeon, 2009)
Artikel 11.3: Financiering gemeente Almere uit gemeentefonds
• Het Rijk streeft ernaar om met de gemeente Almere tot sluitende afspraken te komen, die de financieringspro- blematiek van de gemeente Almere oplossen. Partijen baseren zich daarbij op de de uitkomsten van het Cebeon- onderzoek6 dat in 2008 in opdracht van de gemeente Almere is uitgevoerd en de problematiek in kaart brengt. Het is daarbij de inzet om een oplossing te bieden die substantieel en structureel bijdraagt aan de positie van
de gemeente Almere. Partijen maken daarbij onder meer gebruik van de uitkomsten van het Cebeon-onderzoek7 dat in 2009 in opdracht van het Rijk is uitgevoerd en waarin oplossingsrichtingen zijn verkend.
• Het Rijk werkt langs drie lijnen aan een oplossing van de door Cebeon gesignaleerde financiële problematiek:
- in het regulier onderhoud van het gemeentefonds wordt onder meer aandacht geschonken aan die clusters waar de gemeente Almere, samen met andere gemeenten, uitgaven boven het ijkpunt heeft;
- bij het innemen van een standpunt over het onderzoek van de RFV naar de positie van de G4 in het gemeente- fonds zal worden bezien welke positie de gemeente Almere zou moeten hebben;
- op basis van het onderzoek naar de effecten van de time-lags in bestaande specifieke uitkeringen worden maatregelen voorgesteld om deze time-lags te voor- komen of de effecten ervan te compenseren. Bij nieuwe specifieke uitkeringen zal direct aandacht aan dit probleem worden besteed.
• Uiterlijk 31 december 2010 komen de resultaten van deze onderzoeken en kan een beeld worden gegeven van mogelijke effecten van maatregelen, die op basis hiervan kunnen worden voorgesteld. Daarover vindt in januari 2011 bestuurlijk overleg plaats tussen de minister van VROM, de staatssecretaris van BZK en de wethouder van Almere. Op basis van de conclusies, die het Rijk naar aan- leiding van dit overleg en de onderzoeken trekt, worden in de meicirculaire maatregelen aangekondigd die vanaf het jaar 2012 hun beslag zullen krijgen. Ook maatregelen die betrekking hebben op specifieke uitkeringen krijgen hun beslag in het begrotingsjaar 2012.
Artikel 11.4: Proceskosten periode 2010 – 2012
• Voor het geheel van bijzondere voorbereidingskosten van de werkmaatschappij Almere – Amsterdam (met name onderzoek IJmeerlijn en MKBA), de normale proceskosten voor de gebiedsontwikkelingen in Pampus, Centrum / Weerwater en Oosterwold, alsmede voor de overige onderzoeken en acties van dit afsprakenkader, wordt
door de gemeente Almere in samenspraak met het Rijk
20 | Integraal Afsprakenkader Almere
en andere betrokken partijen een begroting opgesteld. Alle direct betrokken rijks- en regionale partijen zullen bijdragen in de kosten. De begroting wordt vastgesteld in het bestuurlijk overleg Almere (art. 3.2).
• Tegen de achtergrond van een door de gemeente Almere opgestelde indicatieve uitgavenraming van € 15 mln voor de periode 2010 – 2012 aangaande de kosten voor de uitvoering van dit afsprakenkader (werkmaatschappijen, gebiedsontwikkelingen, thematische uitwerkingen en kosten voor communicatie, monitoring en programma- management) , zullen de direct betrokken Rijks- en regionale partijen in de bestuurlijke samenwerking Almere uiterlijk 31 mei 2010 een definitieve begroting met dekking en spelregels bij (dreigende) overschrijding opleveren.
• In het licht van bovengenoemde indicatieve uitgaven- raming bedraagt de bijdrage van de gemeente Almere aan de definitieve begroting voor de uitvoering van dit afsprakenkader in de periode 2010 – 2012 ten hoogste
€ 4 mln.
• De normale proceskosten8 voor de gebiedsontwikkelin- gen voor Pampus, Centrum / Weerwater en Oosterwold komen in beginsel ten laste van de onderscheiden grond- exploitaties van de ontwikkelingsgebieden. In overleg met het RVOB zal een voorziening worden getroffen voor voorfinanciering.
• Het Rijk en de gemeente Almere stellen na ondertekening van dit afsprakenkader een voorschot beschikbaar voor de overeen te komen werkzaamheden in 2010. De voor- schotten ten behoeve van 2010 worden verrekend met de definitieve overeengekomen bijdragen van partijen aan het geheel op basis van de vastgestelde begroting (2010 – 2012). Aan Rijkszijde is het voorschot aRomstig van het ministerie van VROM en het ministerie van Verkeer en Waterstaat en bedraagt tezamen € 3 mln9. Het voorschot van de gemeente Almere bedraagt € 1,5 mln.
8 Deze worden in de begroting separaat zichtbaar gemaakt.
9 De Onancieringsbronnen voor het voorschot zijn het Nota Ruimtebudget en de projectbegroting van OV-SAAL. Over de voorgenomen bijdrage uit het Nota Ruimtebudget zal via de geëigende procedure besluitvorming in het kabinet plaatsvinden.
Integraal Afsprakenkader Almere | 21
Paragraaf 12: Planvorming en procedures
Het Rijk stelt een Structuurvisie Amsterdam – Almere – Markermeer (SAAM) op zodat de partijen in gezamenlijk- heid en afgestemd de gestelde doelen realiseren conform de RAAMbrief. De structuurvisie dient om het planningsproces op democratische en transparante wijze te doorlopen. Bij het opstellen van de structuurvisie wordt gebruik gemaakt van de uitkomsten van de werkmaatschappijen. Het opstel- len van een passende beoordeling in het kader van Natura 2000 maakt deel uit van de rijksstructuurvisie. Met een Algemene Maatregel van Bestuur is het mogelijk ook derden juridisch te binden aan essentiële onderdelen van de rijks- structuurvisie. Hierbinnen moeten de planologische afwe- gingen en reserveringen plaatsvinden, met doorwerking in bestemmingsplannen.
Artikel 12.1: Rijksstructuurvisie
• De afzonderlijke gebiedsexploitaties zullen voor besluit- vorming worden voorgelegd aan de gemeenteraad van Almere.
• In 2010 stelt het Rijk een plan van aanpak voor de rijks- structuurvisie SAAM voor de RAAMprojecten op. Hierin wordt het organisatorische kader voor de bestuurlijke en zakelijke samenwerking tussen het Rijk en de regio voor het opstellen van de rijksstructuurvisie vastgelegd. Richt- datum voor vaststellen van de concept rijksstructuur- visie is najaar 2012. In 2014 wordt de rijksstructuurvisie vastgesteld, inclusief een mogelijke Algemene Maatregel van Bestuur en eventuele uitvoeringsconvenanten met publieke en private partijen.
Artikel 12.2: Provinciaal omgevingsplan
• De provincie Flevoland zal op basis van de rijksstructuur- visie en Algemene Maatregel van Bestuur indien nodig het provinciale omgevingsplan (partieel) actualiseren.
Artikel 12.3: Planologische verankering gemeente
• Ten behoeve van de uitvoering van het IAK zal de gemeente Almere de Concept Structuurvisie Almere 2.0 als richtinggevend beleidskader voor de gemeente vast- stellen in de 1e helft van 2010.
• Ten behoeve van de planrealisatie zal de gemeente Almere voorafgaand aan de realisatie van een deel- gebied zorg dragen voor de planologische verankering. Gedurende de looptijd van deze overeenkomst heeft de gemeente Almere de verantwoordelijkheid de structuur- visie en andere ruimtelijke ordeningsplannen ten behoeve van de uitvoering van Almere 2.0 te actualiseren conform de wettelijke bepalingen.
22 | Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxx 00:
Monitoring
Artikel 13.1: Monitoringsprogramma
• Gemeente Almere en ministerie van VROM stellen voor de ontwikkeling van Almere een monitoringprogramma op en - indien aan de orde - mede ten behoeve van de rapportagevereisten voortvloeiend uit de aanwijzing als ‘groot project’. Dit programma is gericht op de doelen
met betrekking tot een ecologisch, sociaal en economisch duurzame stad voor zowel de nieuwe ontwikkelingsgebie- den als de bestaande stad, zoals vastgelegd in de Concept Structuurvisie Almere 2.0 evenals de financiële aspecten en veiligheidsaspecten voor de stad.
• De uitvoering van de monitoring is een verantwoordelijk- heid van de gemeente Almere. Een uitgewerkt monito- ringsprogramma wordt in 2010 aangeboden ter vaststel- ling in de bestuurlijke samenwerking Almere.
Paragraaf 14:
Slotbepalingen
Artikel 14.1: Geschillenregeling
• Partijen treden bij geschillen met elkaar in overleg opdat de doelstellingen en inzet van het IAK gerealiseerd zullen worden. Indien nodig stellen partijen gezamenlijk een bestuurlijke bemiddelaar aan.
Artikel 14.2: Herbevestiging voorkeursbesluit RAAMbrief
• Indien het onverhoopt niet mogelijk blijkt om de weste- lijke ontwikkeling met IJmeerlijn haalbaar te maken, dan treden partijen met elkaar in overleg.
Integraal Afsprakenkader Almere | 23
Bijlage 1: Planning
Op basis van dit afsprakenkader zijn de volgende mijlpalen benoemd:
2010:
• begroting en besluit proceskosten periode 2010 – 2012
• plan van aanpak Bestuurlijke samenwerking Almere – Amsterdam
• plan van aanpak Bestuurlijke samenwerking Almere
• instelling werkmaatschappijen Almere – Amsterdam, Almere Centrum Weerwater, Almere Oosterwold*
• plan van aanpak Structuurvisie Amsterdam – Almere – Markermeer**
• besluit visie culturele voorzieningen
• programma economie
• plan van aanpak groenblauw
• plan van aanpak nevenvestiging Windesheim
• besluit stedelijke bereikbaarheid
• besluit duurzaamheidsagenda
• besluit gemeentefonds
• besluit provinciefonds
• plan van aanpak monitoringsprogramma
• publicatie Amsterdambrief
2011
• programma sportinfrastructuur
• aanbevelingen versterking regionale economische samenhang
2012:
• oplevering operationele plannen werkmaatschap- pijen***
• bevestiging principebesluit IJmeerlijn (indien wordt voldaan aan de voorwaarden)***
• actualisering financieel kader***
• actualisering IAK***
2014:
• vaststelling Structuurvisie Amsterdam – Almere – Marker- meer
• uitvoeringsconvenanten
• vaststellen Structuurvisie Almere 2.0
• start planstudie IJmeerlijn en aanlegbesluit Pampus (indien bevestiging principebesluit IJmeerlijn)
• actualisering IAK
2016/17:
• tracébesluit IJmeerlijn en start uitvoering Almere Pampus
2019
• actualisering convenant Universitair en Hoger Onderwijs Almere
• actualisering IAK
* Xxxxxxxx Xxxxxx xxxxxxxx – 1 maart 2010
** Xxxxxxxx Xxxxxx xxxxxxxx – 1 oktober 2010
*** Xxxxxxxx Xxxxxx xxxxxxxx – 17 december 2012
24 | Integraal Afsprakenkader Almere