ARTIKEL 1
- - 16/10/17
STATUTEN
ARTIKEL 1
Naam en Zetel
1. De coöperatie draagt de naam: Beeselse Energiecoöperatie ''Joris wekt op'' U.A.
2. Zij is gevestigd in de gemeente Beesel en kan elders filialen en/of bijkantoren vestigen.
3. De coöperatie is opgericht voor onbepaalde tijd.
ARTIKEL 2
Doel
1. De Coöperatie stelt zich ten doel de stoffelijke belangen van haar leden te behartigen, onder andere door met hen overeenkomsten ter zake van de levering en gebruik van duurzame energie te sluiten.
2. Het bedrijf van de coöperatie omvat:
a. het produceren of doen produceren van duurzame energie in de gemeente Beesel en omgeving, direct of indirect ten behoeve van de leden;
b. het leveren van een bijdrage aan de lokale energietransitie en het vergroten van duurzaamheidsbewustzijn binnen de lokale gemeenschap in het algemeen en de samenwerking tussen leden in het bijzonder;
c. het stimuleren van het leveren van duurzame, lokale opgewekte energie in de gemeente Beesel.
3. De coöperatie tracht haar doel onder andere te bereiken door:
a. het inkopen en leveren van duurzame energie;
b. het stimuleren van de productie van duurzame energie;
c. het samenwerken met, het deelnemen in en het voeren van directie of het management over en het financieren van andere rechtspersonen, vennootschappen en ondernemingen met een soortgelijk of aanverwant doel;
d. het bevorderen van energiebesparing, energieproductie en energieopslag;
e. het verkrijgen en exploiteren van roerende zaken en registergoederen, waaronder begrepen het verhuren, beheren en vervreemden daarvan alsmede al hetgeen daarmede verband houdt;
f. het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheer van- en het beschikken over registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van
anderen;
g. al hetgeen tot het vorenstaande behoort of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
4. De coöperatie kan overeenkomsten als die welke zij met haar leden sluit, ook met anderen aangaan. Indien de coöperatie de in de vorige zin bedoelde bevoegdheid uitoefent, mag zij dat niet in een zodanige mate doen, dat de overeenkomsten met de leden slechts ondergeschikte betekenis zijn.
ARTIKEL 3
Lidmaatschap
1. Als lid van de coöperatie kunnen toetreden:
a. natuurlijke personen;
b. rechtspersonen;
c. maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen.
De leden moeten de vrije beheers- en beschikkingsbevoegdheid over hun vermogen hebben.
2. De aanvraag om als lid te worden toegelaten moet schriftelijk worden gericht aan het bestuur, door middel van een daartoe door het bestuur op te stellen formulier. De aanvrager verstrekt alle door het bestuur nodig geoordeelde gegevens. Het bestuur beslist over de toelating.
3. Het bestuur deelt de aanvrager bij brief mede of hij als lid is toegelaten of geweigerd. Xxxxxxx van toelating wordt hem tevens medegedeeld onder welk nummer hij als lid in de boeken van de coöperatie is ingeschreven. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx staat voor de betrokkene gedurende een maand na dagtekening van de in de eerste zin van dit lid bedoelde brief beroep open bij de algemene ledenvergadering. De algemene ledenvergadering kan binnen een maand na het instellen van het beroep, als in de vorige zin bedoeld, besluiten de aanvrager alsnog als lid toe te laten.
4. Het lidmaatschap neemt een aanvraag op een door het bestuur te bepalen datum, doch uiterlijk per het begin van het eerstvolgend boekjaar.
5. In het huishoudelijk reglement kunnen nadere vereisten voor het lidmaatschap gesteld worden.
6. Het bestuur houdt een ledenregister, waarin worden ingeschreven de namen van de
leden, hun adressen en voor zover van toepassing hun geboortedatum respectievelijk het nummer van inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel waaronder zij ressorteren, alsmede het aantal participaties in het ledenkapitaal. Ieder lid is verplicht aan het bestuur schriftelijk de in de vorige zin bedoelde informatie en eventuele wijzigingen daarin op te geven, alsmede zijn/haar bankrekening. Het register is ter inzage van de leden, doch uitsluitend voor zover het betreft de namen en adressen van de leden. Elke aantekening in het ledenregister en elk uittreksel als in de volgende zin bedoeld, worden getekend door een bestuurder.
Het bestuur verstrekt (desgevraagd) aan een lid om niet een uittreksel uit het register met betrekking tot zijn aantal participaties in het ledenkapitaal.
ARTIKEL 4
De leden die in de mogelijkheid verkeren om rechtstreeks energie af te nemen van de door de coöperatie gesteunde vennootschappen en hun projecten, verbinden er zich toe om dat werkelijk te doen. Het is voor klanten/afnemers geen verplichting om lid te worden van de energie coöperatie. Klanten/afnemers hebben geen stemrecht binnen de energie coöperatie en hebben geen toegang tot de ledenvergadering.
ARTIKEL 5
Ledenkapitaal
1. Het ledenkapitaal van de coöperatie bestaat uit:
a. de jaarlijkse bijdrage (contributie) van leden, vast te stellen door de algemene vergadering;
b. uitgifte van participaties met een nominale waarde van tweehonderd euro (€ 200,00);
c. giften, donaties, erfstellingen en subsidies;
d. overige verkrijgingen en baten;
2. Leden kunnen participaties kopen met een minimum van één participatie. Over het aantal toe te wijzen participaties beslist het bestuur naar algemene, door haar vast te stellen, maatstaven. Indien het betrokken lid van mening is, dat hem meer participaties moeten worden toegewezen, dan door het bestuur is vastgesteld, staat hem gedurende een maand na kennisgeving door het bestuur van het aantal aan hem toegewezen participaties beroep open bij de algemene ledenvergadering. De algemene ledenvergadering dient, binnen een maand na het instellen van het beroep, als in de
vorige zin, te besluiten op het beroep. De algemene ledenvergadering kan de termijn van één maand verlengen om haar moverende redenen.
3. De participaties in het ledenkapitaal luiden op naam. Er worden geen participatiebewijzen uitgegeven. Van het door ieder lid te houden aantal participaties wordt melding gemaakt in het register als bedoeld in artikel 3 lid 6. Indien er twijfel bestaat over het aantal participaties dat een lid in eigendom heeft, is hetgeen hieromtrent staat vermeld in het register bindend.
4. Indien een lid in gebreke blijft de stortingen te voldoen binnen veertien dagen na ontvangst van een bij aangetekende brief gedane aanmaning door of namens het bestuur, wordt hij geacht uit zijn lidmaatschap te zijn ontzet.
5. Uitgifte van nieuwe participaties aan leden geschiedt krachtens een besluit van het bestuur, op de tijdstippen en voorwaarden als in het bestuursbesluit bepaald.
6. Indien een lid het aantal participaties in het ledenkapitaal wenst uit te breiden, richt hij een daartoe strekkend verzoek tot het bestuur op een door het bestuur vast te stellen formulier en overigens op door het bestuur vast te stellen voorwaarden. De aanvrager vermeldt het aantal participaties in het ledenkapitaal dat hij wil verkrijgen en verstrekt alle door het bestuur nodig geoordeelde gegevens. Het bestuur beslist over de aanvraag, die kan worden geweigerd indien het de toewijzing van de participaties in het ledenkapitaal niet in het belang van de coöperatie acht. Tegen deze beslissing staat beroep open; de laatste twee zinnen van het tweede lid van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing. De toewijzing van deze participaties geschiedt met inachtneming van het bepaalde in lid 2 en lid 7 van dit artikel.
7. Een lid kan, tenzij met toestemming van het bestuur nimmer meer dan eenhonderd
(100) participaties in het ledenkapitaal verwerven, dat overeenkomt met nominaal twintig duizend euro (€ 20.000,00).
8. Indien een lid door een andere omstandigheid dan in lid 7 beschreven, houder is geworden van meer dan eenhonderd (100) participaties in het ledenkapitaal, is hij verplicht de boven voormelde grens gehouden participaties in het ledenkapitaal binnen zes weken, nadat voormelde omstandigheid zich heeft voorgedaan, te vervreemden en te leveren aan hetzij de coöperatie, hetzij een lid, die het maximum aantal als bedoeld in lid 7, nog niet heeft bereikt. Het bepaalde in artikel 9 omtrent de prijsvaststelling is van overeenkomstige toepassing op de prijsvaststelling van participaties, die op grond
van dit lid moeten worden overgedragen.
9. Ingeval een lid waarop lid 8 van dit artikel van toepassing is in gebreke blijft aan zijn verplichting als bedoeld in lid 8 te voldoen, is het bestuur onherroepelijk gemachtigd de betreffende participaties in het ledenkapitaal aan de coöperatie te leveren, terwijl de opbrengst na aftrek van alle kosten aan het betreffende lid moet worden uitgekeerd.
10. Op participaties kan geen pandrecht worden gevestigd.
11. Levering van participaties tussen leden onderling kan, met inachtneming van de leden 7 en 8 van dit artikel en artikel 8 lid 6 van deze statuten vrijelijk plaatsvinden.
ARTIKEL 6
Einde van het lidmaatschap Het lidmaatschap eindigt:
a. voor zover het betreft natuurlijke personen door overlijden;
b. voor zover het betreft een rechtspersoon, wanneer zij is ontbonden of ophoudt te bestaan;
c. voor zover het betreft een maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap, wanneer zij is ontbonden of wordt ingebracht in of omgezet naar een rechtspersoon;
d. door opzegging;
e. door ontzegging.
ARTIKEL 7
1. Opzegging kan geschieden zowel door het lid als door de coöperatie. Zij moet schriftelijk geschieden en is alleen mogelijk na het zesde jaar dat het lidmaatschap is ingegaan (tenzij het bestuur anders beslist), en wel tijdens de eerste zes maanden van het boekjaar, onverminderd het elders in deze statuten is bepaald. Deze uittreding mag evenwel worden geweigerd indien zij de vereffening van de coöperatie tot gevolg zou hebben of het bestaan ervan in het gedrang brengt. De aansprakelijkheid van het uitgetreden of uitgesloten lid verstrijkt pas bij het einde van het boekjaar waarin hij is uitgetreden of uitgesloten. De uittreding treedt pas in werking na een beslissing van het bestuur.
2. Indien de opzegging geschiedt door een lid, ontvangt dat lid daarvan binnen veertien dagen een schriftelijke bevestiging van het bestuur.
3. Opzegging door de coöperatie kan uitsluitend geschieden, voor zover het een
rechtspersoon, maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap betreft, indien deze wordt ontbonden, in geval van faillissement of surseance van betaling door een lid en voorts wanneer redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren, en wel krachtens besluit van het bestuur; in voormelde gevallen kan de opzegging met onmiddellijke ingang plaatsvinden.
4. Tegen het in lid 3 bedoelde besluit bestaat beroep bij de algemene ledenvergadering gedurende een maand na ontvangst van die mededeling. Het beroep wordt bij aangetekende brief, gericht aan de algemene ledenvergadering, ingesteld. De algemene ledenvergadering dient, binnen een maand na het instellen van het beroep, als in de vorige zin, te besluiten op het beroep. De algemene ledenvergadering kan de termijn van één maand verlengen om haar moverende redenen.
ARTIKEL 8
1. Indien het lidmaatschap eindigt is het gewezen lid, waaronder voor de toepassing van dit artikel mede worden verstaan zijn rechtverkrijgende(n) en degene(n), die zijn rechten uitoefen(t) (en), verplicht, onder goedkeuring van het bestuur, zijn participaties binnen zes maanden na de beëindiging van het lidmaatschap te leveren (of toe te delen) aan hetzij de coöperatie hetzij een lid, evenwel met inachtneming van het daaromtrent in artikel 5 lid 7 bepaalde. De verkrijger(s) van de participaties, met uitzondering van de coöperatie indien zij participaties verkrijgt, treedt/treden, voor zover het door hem/hen overgenomen participaties betreft, in de aan deze participaties verbonden rechten en verplichtingen van het gewezen lid.
2. Indien binnen de daarvoor gestelde termijn geen overdracht of toedeling der participaties in het ledenkapitaal als bedoeld in het vorige lid heeft plaatsgehad, is het gewezen lid verplicht de participaties aan de coöperatie over te dragen tegen een prijs gelijk aan maximaal de nominale waarde van de participaties. De coöperatie is tot afname van die participaties verplicht.
3. Indien aan de verplichting tot overdracht, bedoeld in het vorige lid, binnen een door het bestuur vast te stellen termijn niet wordt voldaan, is het bestuur onherroepelijk tot overdracht van de participaties in het ledenkapitaal aan de coöperatie gemachtigd.
4. Het bestuur is bevoegd de in lid 1 genoemde termijn van zes maanden te verlengen indien daartoe naar zijn oordeel redenen aanwezig zijn.
5. Indien participaties in het ledenkapitaal tot een onverdeeldheid of een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c behoren, kunnen de gezamenlijke gerechtigden zich slechts door een door hen tezamen schriftelijk aan te wijzen persoon tegenover de coöperatie doen vertegenwoordigen.
6. Xxxxxxxx van participaties geschiedt door een daartoe bestemde akte en schriftelijke mededeling daarvan aan de coöperatie.
ARTIKEL 9.
1. Van een opzegging van het lidmaatschap door een lid geeft het bestuur, behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel, geen gevolg indien en voor zover ten gevolge van die opzegging gedurende het boekjaar, waarin de opzegging plaatsvindt, tezamen met het aantal participaties waarop in dat boekjaar de artikelen 10 en 13 reeds toepassing vonden, meer dan tien procent (10%) van het aantal aan het begin van dat boekjaar geplaatste participaties aan de coöperatie zouden worden geleverd.
2. Het bestuur houdt een lijst bij, waarop de opzeggingen worden ingeschreven in de volgorde waarin zij worden ontvangen. Het bestuur beslist uiterlijk drie weken voor het einde van het boekjaar, aan welke opzeggingen gevolg zal worden gegeven. De opzeggingen, welke geen gevolg kunnen hebben, worden geacht in dezelfde volgorde voor het volgend boekjaar te zijn geschied.
3. Het bestuur is gerechtigd aan meer opzeggingen dan volgens lid 1 mogelijk zou zijn, gevolg te geven.
ARTIKEL 10.
1. Ontzetting uit het lidmaatschap kan geschieden, indien een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of met besluiten van de coöperatie of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
2. De ontzetting geschiedt bij besluit van het bestuur, dat onder vermelding van de feiten waarop dat besluit is gegrond, bij aangetekende brief door het bestuur van het betreffende lid wordt medegedeeld. Het betreffende lid heeft gedurende een maand na ontvangst van die mededeling recht van beroep op de algemene ledenvergadering. Het beroep wordt bij aangetekende brief, gericht aan de algemene ledenvergadering, ingesteld. De algemene ledenvergadering dient, binnen een maand na het instellen van het beroep, als in de vorige zin, te besluiten op het beroep. De algemene ledenvergadering kan de termijn van één maand verlengen om haar moverende
redenen.
3. Xxxxxxx van ontzetting eindigt het lidmaatschap met het verstrijken van de beroepstermijn, of, indien beroep is ingesteld, op de dag waarop het besluit tot ontzetting wordt bekrachtigd. Gedurende de beroepstermijn en hangende dit beroep is het lid in de uitoefening van zijn lidmaatschapsrechten geschorst, ook ten aanzien van eventuele functies, welke het in de coöperatie bekleedt.
ARTIKEL 11.
Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de coöperatie worden gevormd door:
a. het op de participaties gestorte kapitaal;
b. leningen van derden;
c. contributies van leden;
d. bijdragen van donateurs;
e. giften, erfstellingen, legaten, subsidies;
f. overige verkrijgingen.
2. Voor de leverantie van duurzame energie aan leden en niet leden kan het bestuur een gedifferentieerd tarief vaststellen.
3. Op voorstel van het bestuur kan de algemene ledenvergadering aan de leden de verplichting opleggen een geldelijke contributie ten bate van de coöperatie te voldoen.
ARTIKEL 12.
Aansprakelijkheid
De leden zijn, behoudens voor het bedrag der inleg welke bij het begin van het lidmaatschap moet worden betaald, niet aansprakelijk voor de schulden van de coöperatie, noch tijdens hun lidmaatschap noch later, noch voor een tekort ingeval van een ontbinding of gerechtelijke vereffening.
ARTIKEL 13.
Indien een wijziging van de statuten tot gevolg heeft dat aansprakelijkheid van de leden voor de verbintenissen van de coöperatie intreedt, dan wel zodanige aansprakelijkheid wordt verhoogd of de verplichtingen van de leden tegenover de coöperatie worden verzwaard of zijn rechten worden beperkt, kan een lid de toepasselijkheid van die wijziging te zijnen aanzien uitsluiten door opzegging van zijn lidmaatschap binnen een maand nadat hem het besluit tot die wijziging is bekend geworden of is medegedeeld.
ARTIKEL 14.
Bestuur
1. Het bestuur van de coöperatie bestaat uit een aantal personen van tenminste drie, uit de leden door de algemene ledenvergadering te benoemen en te allen tijde door deze te ontslaan. Het aantal leden wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering.
2. Bestuurders worden door de algemene ledenvergadering benoemd en kunnen te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden geschorst en ontslagen.
3. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, alsmede hun vervanger. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur.
4. Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van één of meer leden van het bestuur zijn de overblijvende leden van het bestuur of is het enig overblijvende lid van het bestuur tijdelijk met het gehele bestuur belast.
5. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene ledenvergadering, genomen in een vergadering waarin ten minste de helft van het aantal stemmen dat door de stemgerechtigden gezamenlijk kan worden uitgebracht vertegenwoordigd is.
6. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene ledenvergadering overeenkomstig het voorgaande lid aan de opgemaakte voordracht het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene ledenvergadering vrij in de benoeming.
7. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
8. De bestuursleden genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
9. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem in een bestuursvergadering.
Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
10. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij één bestuurslid vóór de
stemming een schriftelijke stemming verlangt.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
11. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
12. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering.
ARTIKEL 15
Bevoegdheid van het bestuur
1. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie en het is bevoegd alle rechtshandelingen te verrichten, tenzij de statuten anders bepalen.
2. Zonder toestemming van de algemene ledenvergadering is het bestuur niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken of andere registergoederen, noch tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.
3. Alle besluiten tot het aangaan van geldleningen en andere overeenkomsten en rechtshandelingen behoeven de voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering, indien en voorzover zij dit voor de toekomst bepaalt. Bij dit besluit kan worden bepaald dat de goedkeuring ook achteraf verleend mag worden in bijzondere door de algemene ledenvergadering te bepalen gevallen.
4. In afwijking van het in de leden 2 en 3 van dit artikel bepaalde is het bestuur ook zonder toestemming van de algemene ledenvergadering bevoegd tot het sluiten van de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde overeenkomsten indien en voorzover deze overeenkomsten betreffen investeringen in en financiering van objecten voor productie van duurzame energie.
ARTIKEL 16
Vertegenwoordiging door het bestuur
1. Ter uitvoering van een besluit van het bestuur of van de algemene ledenvergadering, wordt de coöperatie in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee door het bestuur te benoemen bestuursleden. Indien één of meer bestuursleden een tegenstrijdig belang hebben kunnen zij in een dergelijk geval niet als vertegenwoordiger(s) worden benoemd.
2. De penningmeester is bevoegd tot het innen en betalen van vorderingen en schulden. Op voorstel van het bestuur kan de algemene ledenvergadering bepalen dat voor het opnemen van gelden of het beschikken over een krediet bij een bankinstelling de medewerking van een daartoe aangewezen lid van het bestuur vereist is, indien de opname of de beschikking een bepaald bedrag overschrijdt.
ARTIKEL 17
Einde bestuurslidmaatschap-schorsing
1. Een bestuurder kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. Daarbij moet worden voorkomen dat het periodiek aftreden een evenwichtig functioneren van het bestuur in gevaar brengt, om welke reden het bestuur, na daartoe verkregen toestemming van de algemene vergadering, van geval tot geval de zittingsduur van een bestuurder mag verlengen met ten hoogste één jaar. De aftredende bestuurder is maximaal tweemaal herbenoembaar. Degene die in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de coöperatie;
b. door bedanken;
c. door overlijden. ARTIKEL 18 Directeur
1. Het bestuur kan een directeur benoemen. De directeur is werkzaam onder toezicht en verantwoordelijkheid van het bestuur en wordt door het bestuur van een schriftelijke instructie voorzien.
2. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van het bedrijf.
3. De directeur is verplicht de vergaderingen van het bestuur en van de algemene ledenvergadering bij te wonen, indien dit door het bestuur of door degene die de algemene ledenvergadering bijeenroept wordt verlangd.
ARTIKEL 19
Algemene ledenvergaderingen
1. De algemene ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dat wenselijk oordelen of de wet of deze statuten dat voorschrijven en worden gehouden in de gemeente Beesel.
2. In elk boekjaar wordt ten minste één algemene ledenvergadering gehouden. In deze vergadering wordt:
a. door het bestuur rekening en verantwoording afgelegd over het in het afgelopen boekjaar gevoerde beleid;
b. de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting, hierna gezamenlijk te noemen: de jaarrekening, over het afgelopen boekjaar en de winstbestemming behandelt;
c. overige onderwerpen behandeld op voorstel van het bestuur.
3. De algemene ledenvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van het bestuur. De voorzitter van de algemene ledenvergaderingen is bevoegd niet-leden tot vergaderingen of tot door hem te bepalen gedeelten daarvan toe te laten. De secretaris is belast met het houden van de notulen. De notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering dan wel vastgesteld door een volgende vergadering; in het laatste geval worden zij ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend.
4. De oproeping tot een algemene ledenvergadering geschiedt schriftelijk door of namens het bestuur al dan niet per enig telecommunicatiemiddel en/of een convocatie gericht aan elk lid afzonderlijk aan zijn adres als vermeld in het ledenregister, alsmede aan iedere bestuurder afzonderlijk. De termijn van oproeping bedraagt tenminste veertien dagen, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend. De oproeping houdt in de plaats waar en het tijdstip waarop de vergadering wordt gehouden, zomede de punten van behandeling, alles onverminderd het bepaalde in artikel 24.
5. De oproeping tot een algemene ledenvergadering, belegd rechtstreeks door de leden op grond van het bepaalde in artikel 41 leden 2 en 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, geschiedt schriftelijk al dan niet per enig telecommunicatiemiddel. Het vorig lid van dit artikel vindt verder overeenkomstige toepassing.
6. Over onderwerpen, welke niet onder de punten van behandeling zijn opgenomen, kan in een algemene ledenvergadering geen besluit worden genomen.
7. Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben de leden die niet geschorst zijn alsmede degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd. Ieder lid of vertegenwoordiger daarvan moet zich ter vergadering kunnen legitimeren. Een lid- rechtspersoon, maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap kan slechts worden vertegenwoordigd door één vertegenwoordiger daarvan. De vertegenwoordigingsbevoegdheid dient te blijken uit een recent. (niet ouder dan drie maanden) uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Indien uit het uittreksel blijkt dat het lid rechtspersoon, de maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap door meerdere personen dient te worden vertegenwoordigd, dan dient de verschenen vertegenwoordiger tevens een machtiging van de andere vertegenwoordiger(s) te overleggen.
ARTIKEL 20.
1. Ieder lid heeft in de algemene ledenvergadering het recht op het uitbrengen van één stem.
2. Een lid mist het stemrecht over zaken die hem, zijn echtgenoot of één van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn betreffen. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gevolmachtigd ander lid uitbrengen.
3. Elk lid kan zich ter vergadering en bij de uitoefening van het stemrecht door een ander lid doen vertegenwoordigen, mits bij schriftelijke volmacht. Een lid mag ten hoogste één ander lid vertegenwoordigen.
4. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen, tenzij deze statuten een grotere meerderheid voorschrijven.
5. Indien bij stemming omtrent de benoeming van een persoon bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, wordt een nieuwe stemming gehouden. Indien ook dan geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, zal een herstemming plaatshebben tussen de twee personen, die de meeste stemmen op zich verenigden. Komen door gelijkheid van het aantal verworven stemmen meer dan twee personen voor de herstemming in aanmerking, dan wordt bij een tussenstemming beslist welke twee personen in de herstemming zullen komen, respectievelijk wie met de persoon, op wie het hoogste aantal stemmen is uitgebracht, in de herstemming zal worden
opgenomen. Indien bij een tussenstemming, als in de vorige zin bedoeld, of bij een eindstemming de stemmen staken, komt geen besluit tot stand, tenzij het gaat om een stemming over personen die op een bindende voordracht voorkomen, in welk geval bij een tussenstemming, hij die als eerste op de voordracht staat kandidaat in de eindstemming zal zijn, respectievelijk bij een eindstemming hij gekozen is, die als eerste op de voordracht is vermeld.
ARTIKEL 21.
Jaarverslag en jaarrekening
1. Het bestuur maakt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, en behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de algemene ledenvergadering op grond van bijzondere omstandigheden, een door de bestuurders te ondertekenen jaarrekening op en legt deze, tezamen met het jaarverslag, ten kantore van de coöperatie ter inzage van de leden.
2. De algemene ledenvergadering benoemt elk jaar een commissie van tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Deze commissie onderzoekt de jaarrekening en verdere jaarstukken en brengt aan de algemene ledenvergadering verslag van haar bevinding schriftelijk uit.
3. De jaarrekening wordt vastgesteld door een binnen een maand na afloop van de in lid 1 bedoelde termijn te houden algemene ledenvergadering. Tenzij een voorbehoud wordt gemaakt, wordt door de vaststelling van de jaarrekening aan de leden van het bestuur decharge verleend voor hun beheer, één en ander voor zover het betreft het boekjaar en voor zover ervan uit de jaarstukken blijkt.
ATIKEL 22.
Winstverdeling
1. Ten aanzien van de blijkens de vastgestelde jaarrekening over het afgelopen boekjaar behaalde winst, geldt het volgende:
a. de behaalde winst wordt primair toegevoegd aan een reserve die ten doel heeft de continuïteit van de coöperatie te waarborgen. In geval van beëindiging van participaties kan de daarvoor verschuldigde prijs door het bestuur ten laste van voormelde reserve worden gebracht;
b. daarnaast kan het bestuur onder goedkeuring van de algemene ledenvergadering, besluiten een deel van de winst te bestemmen als reservering voor nieuwe
duurzame energieprojecten;
c. voorts kan het bestuur onder goedkeuring van de algemene ledenvergadering, besluiten een deel van de winst aan te wenden voor reeds bestaande en nieuwe duurzaamheidsprojecten, dan wel onder goedkeuring van de algemene ledenvergadering, aan te wenden voor maatschappelijke projecten binnen het grondgebied van de gemeente Beesel op het moment van het passeren van deze akte.
d. tot slot kan aan de leden over hun bezit aan participaties een percentage uitgekeerd worden, vast te stellen door het bestuur onder goedkeuring van de algemene ledenvergadering, over de nominale waarde van de participaties.
Het bestuur kan ook besluiten om geen bedrag uit te keren.
2. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat.
ARTIKEL 23.
Boekjaar
Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan een kalenderjaar.
ARTIKEL 24.
Statutenwijziging en ontbinding
1. De algemene ledenvergadering kan een besluit tot statutenwijziging of ontbinding van de coöperatie slechts nemen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde van alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, tenzij op voorstel van het bestuur, in welk geval zodanig besluit met een volstrekte meerderheid van stemmen kan worden genomen. Een besluit tot statutenwijziging kan voorts slechts worden genomen, indien gedurende een periode van tenminste veertien dagen voor de algemene ledenvergadering tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden, een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging in welk afschrift de voorgedragen wijziging woordelijk moet zijn opgenomen ten kantore van de coöperatie voor de leden van de coöperatie ter inzage is gelegd.
2. Ieder lid van het bestuur is bevoegd de voor de wijziging der statuten vereiste notariële akte te doen verlijden.
ARTIKEL 25.
1. De coöperatie wordt ontbonden:
a. door een daartoe strekkend besluit van de algemene ledenvergadering met inachtneming van artikel 24;
b. door haar insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
c. door de rechter in de gevallen in de wet bepaald.
d. door het geheel ontbreken van leden.
In het sub a bedoelde geval is het bestuur met de vereffening van de boedel van de coöperatie belast; de algemene ledenvergadering is evenwel bevoegd om de vereffening op te dragen aan een daarvoor speciaal aan te wijzen commissie.
2. Uit hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de coöperatie is overgebleven, wordt allereerst, zo mogelijk, terugbetaald het nominaal bedrag van de participaties. Het dan resterende wordt onder de leden verdeeld in verhouding van het nominaal bedrag van hun participaties. Uitkering van het liquidatiesaldo kan ook op andere wijze dan in geld geschieden.
3. Na de liquidatie worden de boeken en overige bescheiden van de coöperatie gedurende de wettelijke termijn bewaard door de daartoe door de algemene ledenvergadering aangewezen persoon.
ARTIKEL 26.
Reglementen
1. De algemene ledenvergadering kan, op voorstel van het bestuur, een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
3. Op besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een reglement is het bepaalde in artikel 24 lid 1 van overeenkomstige toepassing.