RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
beschikking
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Civiel recht kantonrechter
zittinghoudende te Utrecht
zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 XX/0000
Xxxxxxxxxxx van 13 december 2013
inzake X
wonende te Arnhem,
verder ook te noemen X, verzoekende partij, gemachtigde: xx. X. Xxxxxx,
tegen:
de stichting Stichting Portaal, gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Portaal, verwerende partij,
gemachtigde: E.A.C. Xxxxxx xxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/Juristen Incasso
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift en producties 1 t/m 11
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling op 4 december 2013.
1.2. Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten
2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.
2.2. Op 19 december 2012 heeft Portaal onder de Belastingdienst beslag laten leggen op de aan X toegekende huurtoeslag van € 195,- per maand.
2.3. X heeft Xxxxxxx verzocht de beslagvrije voet toe te passen op het beslag op de huurtoeslag. Portaal heeft daar geen gehoor aan gegeven.
3. Het verzoek
3.1. X verzoekt de kantonrechter om de bepalingen inzake de beslagvrije voet van toepassing te verklaren op de huurtoeslag, waarop Portaal beslag heeft laten leggen, zodat van de huurtoeslag € 0,- onder het beslag valt, met veroordeling van Portaal in de proceskosten. Zij stelt dat Portaal in strijd met het bepaalde in artikel 475f Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) heeft gehandeld door beslag te leggen op de huurtoeslag zonder rekening te houden met de beslagvrije voet. Als gevolg van het beslag houdt X een beslagvrij inkomen over dat ver onder het sociaal minimum ligt en waarmee zij niet in haar minimale levensbehoeften kan voorzien.
3.2. Portaal voert verweer. Uit de samenhang van het verweerschrift en het betoog van Portaal ter zitting begrijpt de kantonrechter dat Portaal de volgende verweren voert:
Primair: De in artikel 475f Rv neergelegde mogelijkheid de kantonrechter te verzoeken de beslagvrije voet van toepassing te verklaren is niet bedoeld voor de huurtoeslag. Toepassing van dit artikel leidt tot een voordeel voor de overige schuldeisers en tot een dubbele voordeelstoerekening aan X.
- Subsidiair: Voor zover de beslagvrije voet wel toegepast kan worden op de huurtoeslag, kan die in dit geval niet toegepast worden omdat partijen een afbetalingsregeling zijn overeengekomen, waarbij is afgesproken dat de huurtoeslag gebruikt zal worden voor de aflossing van de nog openstaande huurschuld.
- Meer subsidiair: De berekening van de beslagvrije voet die X heeft gemaakt klopt niet. Zij heeft ten onrechte de huurtoeslag niet in mindering gebracht op de woonkosten.
Volgens de berekening van Portaal zou toepassing van de beslagvrije voet ertoe leiden dat slechts een bedrag van € 26,- van de huurtoeslag niet onder de het beslag valt. Verder heeft X Portaal onvoldoende gegevens verstrekt om de beslagvrije voet te kunnen vaststellen.
4. De beoordeling
4.1. Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen (artikel 3:276 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In een aantal gevallen heeft de wet een uitzondering gemaakt, zoals in artikel 45 Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). Deze bepaling houdt in dat - onder meer - een tegemoetkoming in de woonkosten, te weten de huurtoeslag, niet vatbaar is voor beslag, tenzij het gaat om verzekering of verhaal van een vordering die ontstaan is uit de huurovereenkomst.
4.2. Relevant voor het onderhavige verzoek zijn de bepalingen van artikel 475b e.v. Rv, waarin een beslagvrije voet wordt voorgeschreven voor beslag op periodieke
betaling voor onder meer loon en uitkeringen op grond van sociale zekerheidswetten. De gedachte achter deze beslagvrije voet is dat voorkomen moet worden dat een schuldenaar wegens beslag op zijn inkomen een beroep op de bijstand zou moeten doen. Met de beslagvrije voet blijft de schuldenaar in staat om de lopende kosten van het bestaan te betalen.
4.3. In dit geval is sprake van een aan huurschuld van X aan Portaal. In beginsel kan Xxxxxxx als verhuurder dus beslag laten leggen op de huurtoeslag van X
Volgens X moet Xxxxxxx dan echter wel de beslagvrije voet toepassen, terwijl Xxxxxxx primair stelt dat de beslagvrije voet niet van toepassing is op de huurtoeslag. Tussen partijen is daarbij niet in geschil dat de huurtoeslag niet valt onder de limitatief opgesomde periodieke betalingen van artikel 475c Rv waarvoor een beslagvrije voet geldt, maar enkel de vraag of artikel 475f Rv ook bedoeld is voor de huurtoeslag.
4.4. Op grond van artikel 475f Rv kan de kantonrechter een beslagvrije voet toekennen als er sprake is van weerkerende betalingen en de schuldenaar onvoldoende middelen van bestaan heeft. Naar het oordeel van de kantonrechter is aan deze voorwaarden voldaan. De huurtoeslag is aan te merken als een vordering tot weerkerende betaling en X heeft aannemelijk gemaakt dat zij onvoldoende andere middelen van bestaan heeft, hetgeen overigens door Portaal niet wordt betwist.
4.5. Anders dan Portaal, ziet de kantonrechter geen enkele aanleiding om te oordelen dat de huurtoeslag niet behoort tot de in artikel 475f Rv bedoelde vorderingen tot weerkerende betalingen. Dat uit de Parlementaire Geschiedenis blijkt dat de wetgever hierbij heeft gedacht aan periodieke betalingen aan een pensionhouder of de min of meer regelmatig uitgekeerde beloningen van kunstenaars, betekent niet dat de huurtoeslag niet onder dit artikel zou kunnen vallen. Er is hier immers geen sprake van een limitatieve opsomming, maar van enkele voorbeelden van weerkerende betalingen. Bovendien sluiten het artikel en/of de toelichting daarop andere dan de genoemde weerkerende betalingen niet uit. De kantonrechter verwerpt dan ook het verweer van Portaal dat het gelet op de bedoeling van de wetgever niet mogelijk moet worden geoordeeld om de regels van de beslagvrije voet van toepassing te verklaren voor de situatie dat beslag wordt gelegd op de huurtoeslag. Het moet juist in strijd worden geacht met de bedoeling van de wetgever en de gedachte achter de beslagvrije voet als de huurtoeslag door het beslag niet kan worden aangewend voor de lopende huur.
4.6. Ook het verweer van Portaal dat de toepassing van artikel 475f Rv op de huurtoeslag tot voordeel leidt voor de overige schuldeisers, verwerpt de kantonrechter. Toepassing van de beslagvrije voet op de huurtoeslag leidt er slechts toe dat de verhuurder de voordeelspositie die hij ten opzichte van de overige schuldeisers had, doordat hij als enige beslag mag leggen op de huurtoeslag, kwijt raakt. De positie van de overige schuldeisers blijft gelijk. De kantonrechter ziet verder niet in hoe toepassing van de beslagvrije voet tot een dubbel voordeel voor X leidt. Portaal heeft dit verweer onvoldoende onderbouwd.
4.7. Wat betreft het subsidiaire verweer van Portaal stelt de kantonrechter allereerst vast dat Portaal niet betwist dat de huurtoeslag bedoeld is voor de lopende huur. Volgens Xxxxxxx geldt dat in het geval van X niet, omdat is afgesproken dat de
huurtoeslag gebruikt zal worden om haar nog openstaande huurschuld te betalen en de lopende huur direct van haar uitkering wordt ingehouden zodat er geen nieuwe huurschuld ontstaat. Die afspraak staat er aan in de weg dat de beslagvrije voet wordt toegepast op de huurtoeslag, aldus Portaal. De kantonrechter volgt dit betoog van Portaal niet. Als X deze afspraak inderdaad heeft gemaakt, waarschijnlijk onder druk van de moeilijke financiële situatie waarin ze zit, wil dat niet zeggen dat ze daarmee aftand heeft gedaan van haar recht een verzoek ex. artikel 475f Rv in te dienen.
4.8. Ten aanzien van de door Portaal betwiste berekening van X overweegt de kantonrechter als volgt.
4.9. X heeft een inzichtelijke en begrijpelijke berekening van de beslagvrije voet overgelegd. Zij heeft daarvoor gebruik gemaakt van een door X. Xxxxxxx ontwikkelde rekentool, te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx (bedoeld is xxx.xxxxxxxxxx.xx). Deze rekentool, zo stelt de kantonrechter vast, berekent de beslagvrije voet op de manier die artikel 475d Rv aangeeft. Volgens die berekening is de beslagvrije voet € 1.400,11, zodat er na aftrek van de inkomsten waarop geen beslag ligt ad. € 1.191,18 nog een bedrag van €208,93 resteert. X heeft bij haar berekening terecht het uitgangspunt gehanteerd dat de huurtoeslag slechts meegerekend kan worden voor zover die daadwerkelijk door haar is ontvangen. De gedachte achter de in artikel 475d Rv aangegeven hoogte van de beslavrije voet - 90% van de bijstandsnorm verhoogd met de voor rekening van de schuldenaar komende woonkosten, verminderd met de ontvangen huurtoeslag voor zover de woonkosten na de vermindering meer bedragen dan de normhuur - is immers dat de schuldenaar juist genoeg in handen krijgt om de lopende kosten van het bestaan te voldoen (memorie van toelichting betreffende deze wet, Bijl Hand. 111982-1983, 17 897, nr.3, p.9). Het gaat daarbij niet alleen om ontvangen in juridische zin (toevoegen aan het vermogen) maar om ontvangen in meer praktische zin: voor (de kosten van) de lopende maand daadwerkelijk ter beschikking krijgen. Een andere uitleg zou meebrengen dat de schuldenaar voor de betrokken maand over minder dan "juist genoeg middelen" zou beschikken om de lopende kosten te voldoen. Hij zou dan van die "juist voldoende middelen" ook nog schulden aflossen, zoals - in dit geval - een oude huurschuld en daardoor nieuwe schulden moeten maken.
4.10. De stelling van Xxxxxxx dat X haar te weinig informatie heeft verstrekt om de beslagvrije voet te kunnen berekenen, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd en strookt niet met het gegeven dat Portaal een berekening heeft genaakt en heeft overgelegd. Bovendien heeft X in het kader van deze procedure door middel van haar berekening voldoende gegevens overgelegd op basis waarvan Portaal de beslagvrije voet had kunnen berekenen.
4.11. De berekening van Portaal, waarbij zij komt op een bedrag van € 26,- dat buiten het beslag zou vallen bij het van toepassing verklaren van de regels van de beslagvrije voet, maakt naar het oordeel van de kantonrechter niet duidelijk op welke onderdelen de berekening van X niet klopt. Bovendien kan de kantonrechter de berekening niet goed volgen, er lijken rekenfouten in te zitten. Gelet hierop en gelet op hetgeen onder 4.9 is overwogen, zal de kantonrechter uitgaan van de juistheid van de door X overgelegde berekening. Of, zoals X ter zitting heeft gesteld, wat betreft de zorgkosten met een hoger bedrag gerekend moet worden omdat X een
hogere bestuursrechtelijke premie betaalt, laat de kantonrechter in het midden, nu de volledige huurtoeslag van € 195,- ook zonder met die hogere premie rekening te houden onder de beslagvrije voet valt.
4.12. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter op grond van artikel 475f Rv bepalen dat bij het beslag op de huurtoeslag de regels omtrent de beslagvrije voet moeten worden toegepast, in die zin dat het gehele bedrag aan huurtoeslag ter hoogte van € 195,- onder het bedrag aan de beslagvrije voet zal vallen.
4.13. Portaal zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van X worden begroot op:
- griffierecht € 75,00
- salaris gemachtigde € 400.00 (2 punten x tarief € 200,00) Totaal € 475,00
5. De beslissing
De kantonrechter:
bepaalt dat bij het beslag op de huurtoeslag van X de (regels betreffende de) beslagvrije voet toegepast moet(en) worden, zodat het bedrag van € 195,- aan huurtoeslag niet onder het beslag valt;
veroordeelt Portaal tot betaling van de proceskosten aan de zijde van X, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 475,-, waarin begrepen € 400,- aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. J.M. Xxxxxxx, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2013.