REGLEMENT
REGLEMENT
VOOR DE ZEEVARENDEN VAN JUMBO
Behorende bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst tussen: JUMBO CREW SERVICES BV en NAUTILUS INTERNATIONAL
Periode 1 mei 2009 tot en met 30 april 2010
opmaak_CAO_boekje_V3.indd 1 21-10-2009 10:41:25
INHOU | ||
Artike | Pagina | |
Aanstelling | 4 | 9 |
Achtergebleven bezittingen | 33 | 19 |
Afrekening bij beëindiging van de IAO | 34 | 20 |
Arbeid – normale | 10 | 1 |
Arbeidsduur per etmaal | 11 | 12 |
Arbeidsovereenkomst | 40 | 22 |
Beëindiging der collectieve arbeidsovereenkomst | 35 | 20 |
Bijlage 1 afspraken cao looptijd 01-05-2009 t/m 30-04-2010 | 22 | |
Conduite rapporten | 21 | 16 |
Definities | 1 | 4 |
Dienstdoen in een hogere rang/functie | 6 | 10 |
Diensttijd verhogingen | 3 | 8 |
Gagetabellen | 2 | 6 |
Jubileumuitkering | 31 | 19 |
Keuringen – Kosten | 26 | 17 |
Kledingtoelage | 25 | 17 |
Kopen verlof | 13.5 | 13 |
Kort verzuim | 17 | 15 |
Kosten correspondentie met huisgenoten | 27 | 18 |
Ladingwerkzaamheden | 9.5 | 11 |
Leerling-stuurlieden en - werktuigkundigen | 5 | 9 |
Loonberekening | 2.2 | 8 |
Loongroepen indeling | 2 | 5 |
Mentortoelage | 30 | 19 |
Molestregeling | 28 | 18 |
Offshore werkzaamheden en toeslagenregeling | 22 | 16 |
Oorlogstoeslagregeling | 29 | 18 |
Opleiding en vaktechnische voorlichting | 19 | 15 |
Overwerk – alg. bepalingen | 9 | 10 |
Overwerk – vaste vergoeding | 9.3 | 11 |
Overwerktabel | 9.4 | 1 |
Pensioenregeling | 7 | 10 |
Pensionering | 41 | 22 |
Reïntegratie arbeidsongeschikte werknemers | 37 | 20 |
Sociale verzekeringen | 8 | 10 |
Spaarloonregeling | 38 | 21 |
Stille wacht | 12 | 1 |
Studieverlof en cursussen | 18 | 15 |
Artike | Pagina | |
Vaarbevoegdheidsbewijzen | 24 | 17 |
Vakantietoeslag | 14 | 13 |
Vakbondscontributie | 42 | 22 |
Veiligheid | 36 | 20 |
Vergoeding van reiskosten | 23 | 17 |
Verlof – algemene bepalingen | 16 | 14 |
Verlof – betaling | 14.2 | 14 |
Verlof – compensatie/periodiek | 13.1 | 12 |
Xxxxxx – contante verrekening | 15 | 13 |
Xxxxxx – oudere werknemers | 13.4 | 13 |
Voeding | 32 | 19 |
Werkgelegenheid | 20 | 16 |
Wijzigingen | 39 | 21 |
Ziektewetpremie | 2.3 | 8 |
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor schepelingen | 24 | |
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor schepelingen | 26 |
REGLEMENT
Behorende bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst tussen NAUTILUS INTERNATIONAL en Jumbo Crew Services BV te Rotterdam, zoals van kracht ingaande
1 mei 2009 tot en met 30 april 2010
Artikel 1 EFINITIE
1. Onder “Scheepsofficieren”, hierna te noemen officieren, worden in dit reglement verstaan: stuurlieden, werktuigkundigen, leerling stuurlieden/werktuigkundigen.
2. Onder “Scheepsgezellen” worden in dit reglement verstaan: alle schepelingen beneden de rang van officier.
3. Onder “Zondagen” worden mede begrepen de feestdagen t.w.: Nieuwjaarsdag, 2 Paasdag,
2 Pinksterdag, Hemelvaartsdag, Koninginnedag, 1 /2 Kerstdag, andere nationale feestdagen waarop het Nederlandse bedrijfsleven vrijaf krijgt.
4. Onder “Gage” wordt verstaan: het in artikel 2 genoemde maandloon, eventueel vermeerderd met de verhoging wegens anciënniteit zoals in artikel 3 aangegeven.
5. Onder “Dagloon” wordt verstaan: 1/365 x 12 x het maandloon.
6. Onder “Voedinggeld per maand” wordt verstaan: 30 x het in artikel 4 lid 2 genoemde voedinggeld voor een dag. (Per 1 mei 2007 is het voedinggeld verwerkt in de gage door verhoging van alle loongroepen met € 60. In afwachting van nadere besluitvorming door het bestuur van het BPFK blijft de berekening van de pensioengrondslag vooralsnog ongewijzigd).
7. Onder “Uurverdienste” wordt verstaan: 1/200 x het maandloon.
8. Onder “Etmaal” wordt verstaan: een periode van middernacht tot de volgende middernacht.
9. Onder “Stille wacht” wordt verstaan: het op aanwijzing in de haven of op de rede – boven de normale arbeidsduur en boven het eventueel verrichten van overwerk – aan boord er beschikking zijn, waarbij geen werkzaamheden behoeven te worden verricht, anders dan tot het controleren en het zo nodig treffen van voorzieningen voor de veiligheid van opvarenden, schip en/of lading.
Artikel
NDELING IN LOONGROEPE
2.1 De functies van de schepelingen zijn als volgt in loongroepen ingedeeld:
Loongroep Functi
1. Aankomend scheepsgezel met minder dan één jaar (365 dgn) diensttijd
2. Aankomend scheepsgezel met meer dan één jaar (365 dgn) diensttijd Scheepsgezel
3. 3 Stuurman
3 Werktuigkundige
4. Scheepsvakman Bootsman
Kok
5. 2 Stuurman
6a. 2 werktuigkundige in het bezit van volledig MM/A of maroff MBO-diploma met vergelijkbare vaarbevoegdheid.
6b. 2 werktuigkundige in het bezit van volledig B/C of maroff HBO-diploma met vergelijkbare vaarbevoegdheid.
7a. stuurman in het bezit van SKA/S3 of SWK met vaartijd of maroff MBO-diploma met vergelijkbare vaarbevoegdheid
7b. stuurman in het bezit van S2/S1 of maroff HBO-diploma met vergelijkbare vaarbevoegdheid.
8a. Hoofdwerktuigkundige in het bezit van volledig MM/A/B of maroff MBO-diploma met vergelijkbare vaarbevoegdheid.
8b. Hoofdwerktuigkundige in het bezit van volledig C of maroff HBO-diploma met vergelijkbare vaarbevoegdheid.
AGETABEL PER 1 MEI 200
Loongroep 1 | Anciënniteit | 2 | 3 | 4 | |
16 jaar | 521 | Aanvang | 1524 | 1557 | 1710 |
17 jaar | 672 | na 1 jaar | 0000 | 0000 | 0000 |
18 jaar | 823 | na 2 jaar | 1584 | 1680 | 1801 |
19 jaar | 982 | na 3 jaar | 1616 | 1743 | 1846 |
20 jaar | 1128 | na 4 jaar | 1645 | 1811 | 1892 |
21 jaar | 1279 | na 5 jaar | 1678 | 1881 | 1937 |
22 jaar | 1430 | na 6 jaar | 1710 | 1953 | 1983 |
23 jaar | 1581 | na 7 jaar | 2029 | 2029 | |
en ouder | na 8 jaar | 2107 | 2074 | ||
na 9 jaar | 2189 | 2118 | |||
na 10 jaar | 2275 | ||||
Overwerk | 150% uur- verdienste | 150% uur- verdienste | 50% gage | € 488 |
5 | 6a | 6b | 7a | 7b | 8a | 8b |
1841 | 1955 | 2143 | 2350 | 2509 | 3628 | 3949 |
1911 | 2029 | 2226 | 2424 | 2590 | 3743 | 4088 |
1985 | 2108 | 2312 | 2502 | 2675 | 3863 | 4233 |
2063 | 2189 | 2403 | 2583 | 2763 | 3986 | 4383 |
2147 | 2275 | 2495 | 0000 | 0000 | 0000 | 4542 |
2255 | 2363 | 2593 | 2757 | 2951 | 4245 | 4706 |
2369 | 2454 | 2694 | 2849 | 3050 | 4384 | 4878 |
0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 5058 |
2615 | 2650 | 2909 | 3048 | 3263 | 4619 | 5165 |
2747 | 2755 | 3023 | 3155 | 3385 | 4716 | 5274 |
2886 | 2861 | 3141 | 3279 | 3532 | 4814 | 5385 |
50% gage | 50% gage | 50% gage | 50% gage | 50% gage |
EREKENING VAN HET LOON
2.2 Bij de uitbetaling wordt het loon berekend door het product te bepalen van het aantal dagen waarover loon verschuldigd is en het dagloon.
ITKERING BIJ ZIEKT
2.3 Gedurende 104 weken van ziekte en/of arbeidsongeschiktheid zal 100% van de gage volgens de tabellen in dit artikel verhoogd met de vakantietoeslag worden betaald.
Artikel
VERHOGING WEGENS ANCIËNNITEIT
3.1 Voor elk jaar diensttijd in dezelfde rang of functie wordt aan de schepeling een anciënniteits- verhoging toegekend tot het maximum vermeld in de voor hem/haar geldende gagetabel.
3.2 Indien de officier die is ingeschaald in loonschalen 6, 7 of 8 sub a meer dan gemiddeld presteert kan hij na het bereiken van het maximum in zijn loonschaal worden ingeschaald in subloongroep b op de naast hogere gage. Beoordeling van de prestatie vindt plaats door de werkgever met onder andere in acht name van de opgemaakte conduites.
3.3 Wanneer een schepeling in een hogere loongroep wordt ingedeeld, vervallen de tot dan toe verworven anciënniteitsverhogingen. In de nieuwe loongroep begint de schepeling met de aanvangsgage.
Indien deze gage lager is dan die de schepeling daarvoor genoot, wordt de nieuwe aanvangs- gage met zoveel daarbij behorende anciënniteitsverhogingen vermeerderd, dat de nieuwe gage hoger is dan de gage die de schepeling genoot voor hij/zij in de hogere loongroep werd ingedeeld. Na ieder jaar diensttijd wordt vervolgens de volgende anciënniteitsverhoging van die loongroep toegekend.
3.4 Bij onderbreking van de dienst terzake van studie, worden de diensttijden voor en onmiddellijk na de studietermijn geacht aaneen te sluiten.
3.5 Ter bepaling van de gages wordt de diensttijd op buitenlandse schepen, varende onder Jumbo-management, gelijk gesteld aan die welke behaald is op Nederlandse schepen.
3.6 Bij de eerste indiensttreding wordt de diensttijd behaald bij andere rederijen in dezelfde functie voor minimaal de helft meegeteld ter bepaling van het aantal toe te kennen anciënniteitsverhogingen.
Artikel 4
E AANSTELLIN
4.1 De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan voor onbepaalde tijd, onder vermelding van de datum waarop het dienstverband begint, alsmede van de functie of rang, zoals omschreven in art. 2.1 waarin de schepeling zal dienstdoen. De arbeidsovereenkomst wordt in tweevoud opgemaakt. Na ondertekening door beide partijen i.e. schepeling en reder/kapitein (of door reder/kapitein gemachtigde) wordt een origineel overhandigd aan de schepeling.
4.2 In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen een of meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden aangegaan zoals bepaald in lid 4 van dit artikel. De arbeidsovereen- komst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.
4.3 Een maand voor de einddatum van elke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dient de werkgever, de werknemer schriftelijke bevestigen dat:
1) de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na afloop van die bepaalde tijd wordt verlengd met de nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, of
2) de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt beëindigd in de eerste haven welke het schip aandoet na afloop van die bepaalde tijd.
4.4 Een zeevarende kan meerde malen op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst worden opgenomen, met inachtneming van het volgende:
1) arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die elkaar direct of binnen niet meer dan 3 maanden opvolgen, vormen een “ketting”.
2) Indien het aantal contracten, die tot een “ketting behoren groter is dan 3 dan wel indien de totale duur van achtervolgende contracten, die tot een ketting behoren langer is dan 3 jaar, ontstaat er tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
3) Een eenmalig contract voor bepaalde tijd van 3 jaar of langer kan éénmaal met ten hoogste 3 maanden worden verlengd, zonder dat daaruit een dienstverband voor onbepaalde tijd volgt.
4) Het tijdens de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd opgebouwde verlof dient binnen dienstverband te worden uitgelopen of ten minste tot de “ketting” te worden gerekend.
Voorbeelden van deze overeenkomsten zijn elders in dit reglement afgedrukt en maken integraal deel uit van dit reglement.
Artikel
LEERLING STUURLIEDEN/WERKTUIGKUNDIGE
5.1 De rederij kan leerling stuurlieden/werktuigkundigen ten behoeve van hun opleiding aan boord plaatsen, doch uitsluitend boven de wettelijke minimum sterkte. Voor de functie van leerling stuurman/werktuigkundige komen in aanmerking degenen die in het bezit zijn van een eind-diploma van een middelbare zeevaartschool en die vaartijd wensen te behalen voor het vaarbevoegdheidsbewijs als zelfstandig wachtdoend stuurman/werktuigkundige.
Tussen de rederij en de leerling stuurman/werktuigkundige wordt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan. De duur van de overeenkomst wordt bepaald door de zijdens bevoegde instanties vereiste vaartijd, eventueel verlengd met de tijd benodigd om betrokkene te repatriëren.
De gage van de leerling stuurman/werktuigkundige is gelijk aan het loon zoals bepaald in loongroep 3.
Artikel
IENSTDOEN IN EEN HOGERE RANG/FUNCTI
6.1 (Tijdelijk) dienstdoen in een hogere rang/functie geldt niet als onderbreking van de dienst in de aangestelde rang.
6.2 Voor de periode dat de schepeling (tijdelijk) dienst doet in een hogere rang/functie dan de aangestelde rang/functie, vindt indeling plaats in de bij die hogere rang/functie horende loongroep.
6.3 Indien de schepeling 2 of meer termijnen in een hogere rang/functie heeft dienst gedaan, dan vindt aanstelling in die hogere rang/functie plaats. Duurt het dienstdoen in de hogere rang/-functie korter, dan behoudt de schepeling de op grond van art. 6.2 toegekende hogere gage tijdens het verlof verdiend gedurende het dienst doen in die hogere rang/functie en tijdens perioden van arbeidsongeschiktheid in aansluiting op de beide hiervoor bedoelde perioden; een en ander in overeenstemming met de dagloonregelen terzake, vastgesteld door de verzekeraar en vastgelegd in de polisvoorwaarden.
Artikel PENSIOENREGELIN
7.1 Alle schepelingen vanaf 21 jaar zijn volgens het reglement verplicht verzekerd bij het
Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij (BPFK).
7.2 Het deel van de pensioenpremie welke ten laste van de schepeling komt, kan op het loon worden gekort.
7.3 Per 1 januari 2006 maakt de levensloopregeling onderdeel uit van de pensioenregeling, zie artikel 35.8
Artikel
OCIALE VERZEKERINGE
8.1 Premies/verzekeringen zijn volgens Nederlandse koopvaardij normen en Nederlandse sociale wetgeving.
Artikel
ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE OVERWERK
9.1 Een ieder aan wie de kapitein overwerk opdraagt dient dit te verrichten.
9.2 Tot betaling van overwerk kan (kunnen) geen aanleiding geven:
a. de werkzaamheden die ter voorkoming van onmiddellijk gevaar voor opvarenden, schip en/ of lading – uitsluitend naar het oordeel van de kapitein of diens plaatsvervanger – niet kunnen worden uitgesteld tot de volgende werkdag;
b. het in de haven aan boord zijn voor het doen van stille wacht.
VASTE VERGOEDING VOOR OVERWERK
9.3 a. Bij dienst aan boord geldt voor de loongroepen 1, 2 en 4 de overwerkvergoeding zoals omschreven in de artikelen 9.4 en 9.5.
b. Bij dienst aan boord geldt voor de officieren, met uitzondering van de loongroepen 8a en 8b, een vaste overwerkvergoeding, welke is vastgesteld op 50% van de gage.
c. Bij dienst aan boord geldt voor de HWTK in de loongroepen 8a en 8b een vaste vergoeding voor overwerk welke in de gage is verwerkt, waardoor de HWTK een vaste gage heeft (zie de gagetabellen zoals vermeld in artikel 2.)
VERWERKTABEL
9.4 Gedurende dienst aan boord is de overwerkvergoeding zoals genoemd in de gagetabel in artikel 2 van toepassing:
Voor het – boven normale arbeidsduur – daadwerkelijk verrichten van werkzaamheden ontvangen de schepelingen van dek- en machinedienst die zijn ingedeeld in de loongroepen 1 of 2 een vergoeding per uur van 150% van de uurverdienste.
LADINGWERKZAAMHEDE
9.5 Schepelingen, ingedeeld in loongroep 4, ontvangen onverminderd het hiervoor vermelde met betrekking tot een vaste overwerk beloning een vergoeding van 150% van de uurverdienste/- per uur voor het daadwerkelijk verrichten van werkzaamheden – boven de normale arbeidsduur – verband houdende met het laden en/of lossen van de lading.
Artikel 1 ORMALE ARBEI
10.1 Onder normale arbeid wordt verstaan; de te verrichten werkzaamheden, hetzij voor de
dienst in de machinekamer, hetzij voor de dekdienst, hetzij voor de verzorgingsdienst, waarvoor de schepeling in dienst werd genomen.
Onder normale arbeid wordt eveneens verstaan – ook indien deze niet in overeenstemming is met de functie waarvoor de schepeling werd aangenomen – al hetgeen is opgesomd in artikel 9 lid 2.
Artikel 11
ORMALE ARBEIDSDUUR PER ETMAAL
11.1 Tijdens havendienst is de normale arbeidsduur per etmaal:
a. op werkdagen : 8 uren
b. op zaterdagen/zondagen : 0 uren
11.2 Tijdens de zeedienst;
de normale arbeidsduur bedraagt 8 uur per dag.
11.3 Op zaterdagen en zondagen worden de werkzaamheden zoveel mogelijk beperkt tot hetgeen noodzakelijk is. Een en ander ter beoordeling van kapitein/hoofdwerktuigkundige.
Artikel 1
TILLE WACHT
12.1 Stille wachten worden zoveel mogelijk op toerbeurt gelopen. De geldelijke vergoeding voor stille wacht is inbegrepen in de vaste overwerkvergoeding.
Op zondagen geven 24 uren stille wacht recht op een dag verlof.
Artikel 1 VERLOF
Compensatieverlof:
13.1 Aan de schepeling wordt per maand actieve dienst een in werkdagen uitgedrukt compensatieverlof verleend volgens onderstaande tabel:
officieren/kok/bootsman/scheepsvakman 9 dagen
matrozen 8 dagen
Feestdagen zoals bedoeld in art. 1 lid 3 welke op werkdagen vallen worden apart gecompenseerd.
Tegen inlevering van het door Nautilus International afgegeven formulier zal jaarlijks voor het bijwonen van vakbondsvergaderingen twee hele of vier halve extra dagen compensatieverlof worden toegekend.
Periodiek verlof:
Aan iedere schepeling worden 26 werkdagen periodiek verlof per jaar toegekend. Per 5 jaar dienstverband verhoogd met 1 dag tot maximaal 29 dagen.
Indien het dienstverband korter dan 1 jaar heeft geduurd, wordt pro rata uitgekeerd.
13.2 Tijdens het verlof loopt de betaling van betrokkene door tegen het maandloon dat van toepassing is voor de functie waarin het verlof wordt genoten.
13.3 Op schriftelijk verzoek van de schepeling, dan wel met diens schriftelijke toestemming, kan verlof op voorhand worden verleend, hetwelk later kan worden verrekend met het alsdan gekweekte tegoed aan verlof. Het wel of niet verlenen van voortijdig verlof is uitsluitend ter beoordeling van de reder.
VERLOF OUDERE WERKNEMER
13.4 De schepeling van 55 jaar of ouder wordt op jaarbasis extra periodiek verlof toegekend als volgt:
55-jarigen 5 werkdagen extra
56-jarigen 6 werkdagen extra
57-jarigen 7 werkdagen extra
58-jarigen 8 werkdagen extra
59-jarigen en ouderen 9 werkdagen extra
OPEN VERLO
13.5 De zeevarende die dit wenst kan dagen periodiek verlof bijkopen. De zeevarende levert hiervoor (een gedeelte van) zijn overwerkvergoeding in volgens de onderstaande tabel. Alleen zeevarenden met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd komen voor het kopen van verlof in aanmerking. Voordat de zeevarende verlof kan kopen dient er eerst vaartijd met voldoende overwerk te zijn behaald. Gebruikmaking van de regeling is voor telkens 1 jaar en wordt stilzwijgend verlengd. Deze regeling wordt zonder tegenbericht automatisch voor telkens een jaar verlengd.
VVO-tabel per 1 mei 2009 (bruto bedragen per dag)
Ancienniteit | 3 | 4 | 5 | 6a | 6b | 7a | 7b | 8a | 8b |
0 | 120 | 131 | 141 | 150 | 165 | 181 | 193 | 223 | 243 |
1 | 124 | 135 | 147 | 156 | 171 | 186 | 199 | 230 | 251 |
2 | 129 | 138 | 153 | 162 | 178 | 192 | 206 | 237 | 260 |
3 | 000 | 000 | 000 | 168 | 185 | 199 | 212 | 245 | 269 |
4 | 139 | 145 | 165 | 175 | 192 | 205 | 219 | 253 | 279 |
5 | 145 | 149 | 173 | 182 | 199 | 212 | 227 | 261 | 289 |
6 | 150 | 152 | 182 | 189 | 207 | 219 | 234 | 269 | 299 |
7 | 156 | 156 | 191 | 196 | 215 | 226 | 243 | 277 | 310 |
8 | 162 | 159 | 201 | 204 | 224 | 234 | 251 | 283 | 317 |
9 | 168 | 163 | 211 | 212 | 232 | 242 | 260 | 289 | 323 |
10 | 175 | 222 | 220 | 241 | 252 | 271 | 295 | 330 |
Artikel 14 VAKANTIETOESLA
14.1 De schepeling wordt over ieder jaar dienstverband een vakantietoeslag toegekend ter
grootte van het op het moment van uitbetaling geldende maandloon per maand. Voor dienstverband korter dan 1 jaar wordt pro rata uitgekeerd.
14.2 De vakantietoeslag waarop de schepeling aanspraak heeft zal jaarlijks in twee gedeelten, met intervallen van 6 maanden, worden uitbetaald, uiterlijk per 30 juni en 31 december worden uitbetaald
Artikel 15
ONTANTE VERREKENING VAN HET VERLOF
15.1 Het verlof dient met inachtname van het bepaalde in art. 17, in vrije tijd te worden genoten. Uitsluitend met wederzijds goedvinden kan verlof in geld worden verrekend bij wijze van voorschot op het in tijd te genieten verlof.
15.2 Over contant verrekend compensatieverlof dient periodiek verlof en vakantietoeslag te worden berekend.
15.3 Ter bepaling van het aantal dagen periodiek verlof en het bedrag aan vakantietoeslag, dient het aantal contant te verrekenen werkdagen compensatieverlof met behulp van de factor 7/5 in kalenderdagen te worden omgezet.
Artikel 1
ALGEMENE BEPALINGEN VOOR HET VERLENEN VAN VERLO
16.1 Het compensatie/periodiek verlof wordt na een periode van 4 maanden actieve dienst,
of een periode van langere of kortere duur zoals in de arbeidsovereenkomst tussen rederij en de schepeling is afgesproken, ononderbroken verleend. Bij moeilijkheden bij de aflossing of onredelijk hoge reiskosten voor de rederij, welke vermeden kunnen worden, kan de rederij verlangen, dat de schepeling langer dienst doet dan 4 maanden echter met een maximum van 5 maanden. Ingeval een afwijkende periode is overeengekomen geldt een evenredige regeling. Op verzoek van de schepeling kan de rederij toestaan dat deze termijn verlengd wordt.
16.2 Het verlof wordt in principe in Nederland verleend. Op schriftelijk verzoek van de schepeling kan de rederij het verlof elders verlenen. De rederij kan aan een dergelijk verzoek de voorwaarde verbinden dat aan de inwilliging van het verzoek geen hogere kosten voor de rederij verbonden zijn dan wanneer de schepeling in Nederland verlof zou zijn verleend.
16.3 Wordt de schepeling uit het buitenland met verlof gezonden, dan wordt de tijd vereist voor heen- en terugreis van en naar Nederland niet als verloftijd gerekend. De rederij vergoedt de schepeling de reiskosten volgens door haar vast te stellen regels.
16.4 De rederij stelt, zoveel mogelijk rekening houdend met de verlangens van de schepeling, het tijdvak van het verlof zodanig vast, dat de schepeling voorbereidingen kan treffen voor het besteden van zijn/haar verlof. De rederij zal het verlof niet onderbreken, behoudens omstandigheden van dringende aard. In geval van niet te vermijden onderbreking, of van verschuiving van de ingangsdatum van het verlof zal de rederij de daaruit voortvloeiende aantoonbare schade vergoeden naar redelijkheid en billijkheid.
De rederij heeft echter het recht de schepeling uit verlof terug te roepen als de schepeling 80% van zijn opgebouwde verlof heeft genoten.
16.5 De rederij verstrekt de schepeling een document waarin het tegoed aan verlof wordt vermeld en waarin de afwikkeling wordt aangetekend.
Artikel 1
ORT VERZUI
17.1 Als de schepeling zich bevindt in het land waar hij thuis hoort heeft hij op zijn verzoek, boven zijn eventuele aanspraken op verlof in de hierna te noemen gevallen recht op vrijaf met behoud van loon over het daarbij vermelde aantal kalenderdagen:
I 4 dagen i.v.m. overlijden van xxxxxxxx(o)t(e), of van een eigen inwonend kind. II 2 dagen i.v.m. overlijden ouder, schoonouder of niet-inwonend eigen kind.
III 2 dagen i.v.m. huwelijk van de schepeling.
IV 1 dag i.v.m. overlijden broer, zuster, zwager of schoonzuster.
V 1 dag i.v.m. geboorte van zijn/haar kind of bij huwelijk van zijn/haar kind.
Artikel 1
TUDIEVERLOF EN CURSUSSEN
18.1 Wanneer de rederij een schepeling verzoekt of opdraagt te gaan studeren voor een zeevaartdiploma zal in overleg een studieverlofregeling getroffen worden.
18.2 Wanneer de schepeling in overleg met de rederij besluit een op het beroep gerichte herhalings- of bijscholingscursus w.o. de cursus scheepvaartkunde, dan wel een door de rederij georganiseerde bedrijfs- of scholingscursus of bijeenkomst te volgen, wordt de tijd die hiermee is gemoeid niet in mindering gebracht op zijn tegoed aan verlof. De kosten van dergelijke cursussen worden gedragen door de rederij.
Artikel 1
PLEIDING EN VAKTECHNISCHE VOORLICHTIN
19.1 Scholingsactiviteiten zijn ondergebracht in de Stichting Opleiding- en Ontwikkelingsfonds Zeescheepvaart (O&O fonds). Aan de Stichting ligt een aparte CAO ten grondslag. De Stichting heeft blijkens haar statuten tot doel het bevorderen, ontwikkelen en subsidiëren van activiteiten gericht op:
x. xx xxxxxxxx en vorming van toekomstige werknemers
b. de opleiding en ontwikkeling van de werknemers
x. xx xxxxxxxx en de arbeidsinpassing van (langdurig) werklozen
d. de vaktechnische voorlichting in de bedrijfstak.
19.2 De werkgever is aan het O&O fonds jaarlijks een bedrag verschuldigd van 0,5% van het premieplichtig loon WW.
19.3 Jaarlijks publiceert het O&O fonds in diverse organen een overzicht van de cursussen waarvan de kosten bij deelname worden vergoed.
Aanvragen voor deelname aan een gesubsidieerde cursus dienen al dan niet via de werkgever te worden gericht aan:
O&O-Fonds Zeescheepvaart Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxx
19.4 Het volgen van verplichte- en opfriscursussen met betrekking tot veiligheid, brandbestrijding en medische zorg voor alle zeevarenden zal door de werkgever duidelijk worden vastgelegd en gecommuniceerd.
Artikel 2 WERKGELEGENHEID
20.1 Ter bevordering van de werkgelegenheid van Nederlandse zeevarenden zal de rederij
de Regeling Arbeidsvoorziening Zeescheepvaart, zoals vermeld in de Staatscourant no. 182 d.d. 19 september 1977 en gewijzigd op 21 december 1988, naleven voor de schepen met een Nederlandse zeebrief.
Artikel 21
ONDUITE RAPPORTEN
21.1 Schriftelijke conduite rapporten worden mede ondertekend door de betrokkenen.
Artikel 2
FFSHORE WERKZAAMHEDEN EN TOESLAGENREGELINGEN
22.1 Tijdens offshore werkzaamheden is een wachtsysteem van 12 uur op / 12 uur af van toepassing. De schepen zijn tijdens deze werkzaamheden alcoholvrij verklaard en er kunnen zich andere ongemakken voordoen, zoals het delen van een hut. Tijdens offshore werkzaamheden worden de vaste overwerkvergoeding, evenals de reglementaire opbouw van compensatieverlof, verdubbeld. De HWTK in loongroep 8a ontvangt, door het ontbreken van de overwerkvergoeding, een offshore bonus van € 1320 bruto en de
HWTK in loongroep 8b een bonus van € 1421 bruto. Beide bedragen zijn gebaseerd op 31 dagen werken, bij minder dagen wordt dit pro rato verrekend. Daarnaast is de
offshore toeslagen regeling als volgt:
Stuurman / HWTK € 26,50 per dag
2 Stuurman / 2 WTK € 20,30 per dag
3 Stuurman / 3 WTK € 15,23 per dag
Gezel € 10,15 per dag
Het moment van ingang en beëindiging van offshore werkzaamheden (12 uur op / 12 uur af) wordt door de kapitein bepaald.
Artikel 2
VERGOEDING VAN REISKOSTE
23.1 De reiskosten van de schepeling van en naar de ligplaats van het schip per openbaar vervoer in Nederland komen voor rekening van de rederij bij aanvang en einde van de reis die de schepeling met het schip maakt. Indien de schepeling niet gemonsterd
zijnde bijwerkt of wachtloopt op een in een Nederlandse haven liggend schip zullen hem/ haar alle gemaakte reiskosten in Nederland van zijn woonplaats naar het schip en omgekeerd voor openbaar vervoer worden vergoed.
23.2 De werkgever is bereid gevonden om, voorzover fiscaal toegestaan, per 1 augustus 2009 de reiskosten van partner en kinderen voor reizen van en naar het schip (ligplaats in haven tussen Hamburg en Duinkerken) te vergoeden. De werkgever stelt hiervoor een reglement op.
Artikel 24 VAARBEVOEGDHEIDSBEWIJZEN/MONSTERBOEKJE
24.1 De kosten verbonden aan het verkrijgen van vaarbevoegdheidsbewijzen komen voor
rekening van de rederij.
24.2 De kosten verbonden aan het verkrijgen van een nieuw monsterboekje (behalve bij verlies) zullen door de rederij worden vergoed.
Artikel 2 LEDIN
25.1 De schepeling heeft recht op een jaarlijkse verstrekking van vier overalls plus een bedrag
van € 129 voor de aankoop van deugdelijke werkschoenen.
Artikel 2
OSTEN KEURINGE
26.1 De kosten verbonden aan de medische keuringen en eventuele herkeuringen van de gezichts- en gehoororganen komen voor rekening van de rederij. De keuringsdag wordt niet als verlofdag gerekend.
Artikel 2
XXXXX XXX XXXXXXX / EMAIL
27.1 De rederij zorgt op haar kosten voor een zo snel mogelijke verzending van luchtpostbrieven en andere poststukken, geen pakketten zijnde, afkomstig van dan wel bestemd voor de schepeling.
27.2 Per 1 januari 2006 biedt de rederij de middelen en gelegenheid tot kostenloze verzending van emailberichten van én aan boord van de schepen tot maximaal het equivalent van één A4 platte tekst per werknemer per dag. De rederij is bezig met het installeren van een geheel nieuw communicatiesysteem aan boord van de schepen. Met dit nieuwe systeem (Fleet 77) is er volledig vrij email van en naar boord mogelijk. De planning is om de installatie voor eind 2007 afgerond te hebben. Voor het gebruik van het nieuwe emailsysteem wordt een protocol opgesteld.
Artikel 2 OLESTREGELIN
28.1 De rederij zal zich afdoende verzekeren, vergelijkbaar met reglement voor de
molestregeling 1967, tegen het risico van ongevallen als gevolg van molest. De premie voor deze verzekering komt geheel voor rekening van de rederij.
Artikel 2 ORLOGSTOESLAGREGELIN
29.1 Het dienstdoen op schepen bestemd voor een gebied waar oorlogshandelingen plaats
hebben of daarmee vergelijkbare omstandigheden heersen geschiedt op basis van vrijwilligheid.
29.2 Schepelingen, die dienstdoen op schepen in een gebied waar oorlogshandelingen plaatshebben of daarmee vergelijkbare omstandigheden heersen, ontvangen een oorlogstoeslag van € 505 voor iedere maal dat zij dit gebied binnenkomen.
De geografische begrenzing van het onder 2 bedoelde gebied en het tijdstip waarop het recht op de toeslag ingaat en eindigt, wordt vastgesteld door partijen bij dit reglement binnen een zo kort mogelijke termijn nadat een der partijen de wens daartoe aan de andere partij heeft bekend gemaakt.
De schepeling heeft de mogelijkheid in de laatste laad/loshaven voordat een oorlogsgebied als bedoeld in dit artikel wordt aangedaan, aflossing dan wel ontbinding van de arbeidsovereenkomst te eisen. Repatrieringskosten komen in dit geval voor rekening van de rederij.
Artikel 3 ENTORTOELAG
30.1 Indien een officier als mentor is aangewezen ter begeleiding van één of meer stagenemers
ontvangt hij daarvoor een mentortoelage van € 39 per maand. Per schip zal niet meer dan
€ 78 per maand aan mentortoelage worden betaald.
Artikel 3 JUBILEUMUITKERIN
31.1 Een jubileumuitkering ter grootte van één maandgage zal worden uitgekeerd ter
gelegenheid van ieder 25-jarig onafgebroken dienstverband bij één der rederijen vallend onder de Jumbo groep.
Artikel 3 VOEDIN
32.1 De rederij draagt er zorg voor dat aan de schepelingen voldoende voeding van een goede
kwaliteit en in de nodige variatie wordt verstrekt.
Artikel 3
ACHTERGEBLEVEN BEZITTINGEN
33.1 Indien een schepeling in het buitenland achterblijft, is de kapitein verplicht de bezittingen die aan boord worden aangetroffen op te slaan nadat daarvan, ten overstaan van 2 opvarenden, een inventarislijst is opgemaakt. Deze lijst dient door de 2 opvarenden, alsmede door de kapitein, te worden ondertekend.
33.2 De rederij draagt zorg dat de bezittingen binnen een redelijke termijn ter beschikking van betrokkene, zijn echtgenote of andere belanghebbende of, indien het een minderjarige schepeling betreft, zijn ouders of voogd, worden gesteld.
33.3 Bezittingen die niet binnen een maand nadat zij ter beschikking zijn gesteld, zijn afgehaald, kunnen door de rederij op kosten van de eigenaar, worden opgeslagen.
33.4 Mocht blijken dat het achterblijven te wijten is aan de schuld of nalatigheid van de schepeling, dan is de rederij gerechtigd eventueel gemaakte kosten voor vervoer c.q. opslag in rekening te brengen aan betrokkene, c.q. deze te doen verrekenen met zijn eventueel tegoed aan gage of andere uitkeringen uit hoofde van verlof, overwerk etc.
33.5 Bezittingen die binnen 1 jaar na beschikking stelling niet zijn afgehaald, kunnen door de rederij, hetzij worden verkocht, waarna de opbrengst onder aftrek van gemaakte kosten wordt gestort bij “Een Algemeen Maritiem Doel”, hetzij worden vernietigd.
33.6 De rederij noch de kapitein dragen verantwoordelijkheid voor de staat, waarin de goederen zich bevinden.
Artikel 34
AFREKENING BIJ BEËINDIGING VAN DE INDIVIDUELE A/O
34.1 Bij het einde van het dienstverband is de schepeling gerechtigd om contante betaling van niet genoten verlofdagen te ontvangen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het bepaalde over contant verrekend verlof in art. 15 leden 2 en 3.
34.2 De vergoeding bedraagt voor iedere werkdag, of gedeelte daarvan, niet genoten periodiek- en compensatieverlof 7/5 x 12/365 x maandloon per maand.
34.3 Voorts heeft de schepeling recht op betaling van de hem eventueel nog toekomende vakantietoeslag als bedoeld in art. 15.
Artikel 3
BEËINDIGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
35.1 In geval van beëindiging van de collectieve arbeidsovereenkomst, bij welke dit reglement een bijlage vormt, zonder dat die overeenkomst door een nieuwe wordt vervangen, blijven op de dan lopende individuele arbeidsovereenkomsten de bepalingen van dit reglement van toepassing, totdat het dienstverband is beëindigd.
Artikel 3 VEILIGHEI
36.1 De rederij draagt zorg voor de aanwezigheid aan boord van goedgekeurde
gehoorbeschermingsmiddelen, veiligheidsbrillen, veiligheidsgordels e.d. voor algemeen gebruik.
Voorts zal zij stimuleren dat de scheepsleiding wordt geïnstrueerd en gemotiveerd teneinde het gebruik van deze middelen te bevorderen.
Artikel 3
REÏNTEGRATIE ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMERS
Wet Verbetering Poortwachter.
In aanvulling op de Wet Verbetering Poortwachter hebben partijen bij deze CAO de navolgende aanbeveling opgesteld :
37.1 In geval van arbeidsongeschiktheid van de werknemer is het voor zowel de werkgever als de werknemer van groot belang om de terugkeer van de werknemer in het arbeidsproces zo goed mogelijk te bevorderen.
37.2 Zo spoedig mogelijk na het intreden van de arbeidsongeschiktheid zal worden aangevangen met reïntegratie. Werkgever en werknemer onderschrijven het uitgangspunt dat inkomen uit arbeid prevaleert boven inkomen uit uitkering.
1. Werkgever en werknemer zullen zich naar vermogen inspannen om reïntegratie te doen slagen.
2. De reïntegratie zal er in de eerste plaats op zijn gericht om de werknemer duurzaam te laten terugkeren op de eigen arbeidsplaats met behoud van de eigen loon- en arbeidsvoorwaarden.
3. Als herplaatsing in de eigen functie niet of vooralsnog niet mogelijk is, zal herplaatsing in een andere passende functie binnen dezelfde onderneming worden nagestreefd.
4. Indien herplaatsing in de eigen functie niet of vooralsnog niet mogelijk is en werkgever en werknemer zien geen mogelijkheden tot herplaatsing in een andere passende functie binnen dezelfde onderneming, zal werkgever zich naar vermogen inspannen om voor werknemer een passende functie te vinden bij een andere werkgever. Hierbij kan een reïntegratiebureau of arbeidsbemiddelingsbureau worden ingeschakeld.
5. Indien werkgever en werknemer verschillen van inzicht met betrekking tot de medische en/ of arbeidsdeskundige aspecten van reïntegratie, kan een zogenaamde second opinion worden aangevraagd bij het Uitvoeringsorgaan Sociale Verzekeringen (UWV). Door beide partijen zal deze second opinion als bindend worden beschouwd.
Artikel 3
LEVENSLOOP- OF SPAARLOONREGELIN
38.1 Elke werknemer wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een levensloop- of een spaarloonregeling. De bijdrage van de werkgever in de levensloopregeling bedraagt met ingang van 1 januari 2006 3% en is verwerkt in de maandgage.
38.2 Indien een keuze gemaakt is voor deelname in een levensloopregeling, kan men niet (blijven) deelnemen in de spaarloonregeling.
38.3 De werkgever verstrekt op verzoek de benodigde aanvraagformulieren en documentatie.
Artikel 3 WIJZIGINGE
39.1 Eventuele wijzigingen van dit reglement zijn 30 dagen nadat de schepeling ervan in kennis
is gesteld toepasbaar.
39.2 Voor situaties waarin dit reglement niet voorziet, zullen partijen in gezamenlijk overleg tot een oplossing komen.
Artikel 4 ARBEIDSOVEREENKOMST
40.1 De arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd gesloten tussen de schepeling en de
rederij maakt integraal deel uit van dit reglement. Voorbeelden van deze a/o zijn elders in dit reglement afgedrukt.
Artikel 4 PENSIONERIN
41.1 Aandachtig ILO-verdrag 71, wordt de pensioenrichtleeftijd van 60 jaar nagestreefd. Om
pensionering op 60-jarige leeftijd mogelijk te maken, zal de schepeling naast de verplichte of vrijwillige deelname in de pensioenregeling, zoals deze wordt uitgevoerd door het Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij, ook dienen deel te nemen in de levensloopregeling (zie artikel 38 lid 1). De werkgever verstrekt de werknemer tijdig voor het bereiken van de 60-jarige leeftijd nadere informatie over de te verwachten pensioensituatie. De schepeling dient 4 maanden voor de gewenste pensioendatum de werkgever hierover in kennis te stellen. Op de afgesproken pensioendatum eindigt de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.
Artikel 4 VAKBONDSCONTRIBUTI
42.1 Op verzoek van de werknemer zal de werkgever de door de werknemer betaalde
vakbondcontributie fiscaal verrekenen via het brutoloon, conform de regeling “fiscaal voordelige vakbondscontributie”. De bij Nautilus International georganiseerde werknemers zullen jaarlijks rond 1 oktober een daartoe strekkende verklaring ontvangen, die de werknemer desgewenst voor 1 januari bij de werkgever kan inleveren.
Bijlage 1. afspraken cao looptijd 01-05-2009 t/m 30-04-2010
Anciënniteiten en beoordelingen
Gedurende de looptijd van de CAO dient de werkgever bij Nautilus International een voorstel in met betrekking tot het niet automatisch toekennen van jaarlijkse anciënniteiten op basis van drie onvoldoende beoordelingen. Dit voorstel wordt door vertegenwoordigers van Nautilus International beoordeelt en objectief getoetst.
Modernisering arbeidsovereenkomsten
Tijdens de looptijd van de CAO zullen de arbeidsovereenkomsten doorgenomen worden om deze binnen de geldende wet- en regelgeving te moderniseren
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ONBEPAALDE TIJ VOOR SCHEPELINGEN
De ondergetekenden:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Jumbo Crew Services BV, gevestigd te Rotterdam aan de Van Vollenhovenstraat 3, hierna te noemen: “de werkgever”;
de heer ................................, geboren op ................ te ..................., wonende te ,
hierna te noemen: “de werknemer”; verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Art. 1 Functie
De werkgever neemt de werknemer in dienst in de functie van De werknemer zal de
functie uitoefenen aan boord van enig schip dat toebehoort aan en/of gereed, gecharterd, bemand of beheerd wordt door de werkgever.
De werknemer dient de functie uit te oefenen naar beste kunnen en met inachtneming van de wet en de instructies en richtlijnen, die hem door of namens de werkgever zijn gegeven.
Art. 2 Duur en aanvang
De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. De indiensttreding begint op de datum .................
Art. 3 Salaris/voorwaarden/vergoedingen
De salaris- en arbeidsvoorwaarden zoals overeengekomen met NAUTILUS INTERNATIONAL en vastgelegd in de CAO zijn van toepassing. Het salaris bedraagt zoals tussen werknemer en werkgever overeengekomen
De werknemer ontvangt een vaste vergoeding voor overwerk zoals tussen werknemer en werkgever overeengekomen.
In geval van geschreven overuren bedraagt de vergoeding 150% van het uurloon per overuur.
Reiskosten van Nederland naar het schip en vice versa zijn voor rekening van de werkgever. Echter, bij ontslag op staande voet van de werknemer komen de reiskosten geheel voor rekening van de werknemer.
Ten behoeve van de aanschaf van werkkleding ontvangt de werknemer een vergoeding zoals tussen werkgever en werknemer is overeengekomen.
Art. 4 Arbeidsongeschiktheid
In geval van arbeidsongeschiktheid is de werknemer verplicht zijn medewerking te verlenen aan ieder onderzoek dat een door de werkgever aangewezen arts wenselijk dan wel noodzakelijk acht. De werknemer is voorts verplicht al die gegevens te verstrekken die van belang kunnen zijn voor het bepalen van de verwachte duur van de arbeidsongeschiktheid.
De werknemer heeft geen recht op een geldelijke uitkering ter zake van de arbeidsongeschiktheid gedurende een periode, dat hij de genezing belemmert of vertraagt of indien hij weigert passende werkzaamheden te verrichten.
De werknemer heeft geen recht op een geldelijke uitkering ter zake van de arbeidsongeschiktheid, indien de arbeidsongeschiktheid door zijn opzet is veroorzaakt, of het gevolg is van een gebrek, waarvan hij had moeten weten dat de aanwezigheid daarvan in verband met de eisen van de functie dusdanig belangrijk is, dat de werkgever bij wetenschap daarvan de arbeidsovereenkomst niet, althans niet onder dezelfde voorwaarden met de werknemer zou hebben gesloten.
De werkgever is bevoegd de betaling van de geldelijke uitkering op te schorten gedurende de tijd, dat de werknemer zich niet houdt aan de door de werkgever schriftelijk gegeven voorschriften omtrent het verstrekken van inlichtingen, die de werkgever nodig heeft om het recht op gage vast te stellen. Bij een vermoeden hiervan wordt de werknemer door de werkgever hiervan in kennis gesteld.
Art. 5 Geheimhouding
Gedurende het dienstverband tot twee jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst is de werknemer verplicht jegens derden geheimhouding te betrachten ten aanzien van alle gegevens, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot de schepen en de feitelijke gang van zaken van, c.q. bij de onderneming van de werkgever, waarvan de werknemer weet, althans behoort te begrijpen, dat deze vertrouwelijk zijn. In het geval de werknemer de in dit artikel bedoelde geheimhoudingsplicht overtreedt, verbeurt hij een direct opeisbare en niet voor rechterlijke matiging vatbare boete van € 227 (zegge: tweehonderdzevenentwintig euro) voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt.
Art. 6 Geschille
Op de arbeidsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. In geval van geschil is de Kantonrechter te Rotterdam bevoegd van dat geschil kennis te nemen.
Aldus overeengekomen en ondertekend in tweevoud te Rotterdam op ........................
Werkgever Werknemer
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD VOOR SCHEPELINGEN
De ondergetekenden:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Jumbo Crew Services BV, gevestigd te Rotterdam aan de Van Vollenhovenstraat 3, hierna te noemen: “de werkgever”;
de heer ................................, geboren op ................ te ..................., wonende te ,
hierna te noemen: “de werknemer”; verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Art. 1 Functie
De werkgever neemt de werknemer in dienst in de functie van De werknemer zal de
functie uitoefenen aan boord van enig schip dat toebehoort aan en/of gereed, gecharterd, bemand of beheerd wordt door de werkgever.
De werknemer dient de functie uit te oefenen naar beste kunnen en met inachtneming van de wet en de instructies en richtlijnen, die hem door of namens de werkgever zijn gegeven.
Art. 2 Duur en aanvang
De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd.
De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van maanden, aan boord van het
m.s. “. ”
De indiensttreding begint op de datum van aanmonstering, te weten op of omstreeks .................
en eindigt van rechtswege, zonder dat opzegging vereist is aan het einde van de in dit artikel genoemde duur.
Art. 3 Salaris/voorwaarden/vergoedingen
De salaris- en arbeidsvoorwaarden zoals overeengekomen met NAUTILUS INTERNATIONAL en vastgelegd in de CAO zijn van toepassing. Het salaris bedraagt € ,-
(zegge: euro’s) per maand.
De werknemer ontvangt een vaste vergoeding voor overwerk van € ,-
(zegge: euro’s) per maand.
In geval van geschreven overuren bedraagt de vergoeding 150% van het uurloon per overuur.
Reiskosten van Nederland naar het schip en vice versa zijn voor rekening van de werkgever. Echter, bij ontslag op staande voet van de werknemer komen de reiskosten geheel voor rekening van de werknemer.
Ten behoeve van de aanschaf van werkkleding ontvangt de werknemer een vergoeding zoals tussen werkgever en werknemer is overeengekomen.
Art. 4 Arbeidsongeschiktheid
In geval van arbeidsongeschiktheid is de werknemer verplicht zijn medewerking te verlenen aan ieder onderzoek dat een door de werkgever aangewezen arts wenselijk dan wel noodzakelijk acht. De werknemer is voorts verplicht al die gegevens te verstrekken die van belang kunnen zijn voor het bepalen van de verwachte duur van de arbeidsongeschiktheid.
De werknemer heeft geen recht op een geldelijke uitkering ter zake van de arbeidsongeschiktheid gedurende een periode, dat hij de genezing belemmert of vertraagt of indien hij weigert passende werkzaamheden te verrichten.
De werknemer heeft geen recht op een geldelijke uitkering ter zake van de arbeidsongeschiktheid, indien de arbeidsongeschiktheid door zijn opzet is veroorzaakt, of het gevolg is van een gebrek, waarvan hij had moeten weten dat de aanwezigheid daarvan in verband met de eisen van de functie dusdanig belangrijk is, dat de werkgever bij wetenschap daarvan de arbeidsovereenkomst niet, althans niet onder dezelfde voorwaarden met de werknemer zou hebben gesloten.
De werkgever is bevoegd de betaling van de geldelijke uitkering op te schorten gedurende de tijd, dat de werknemer zich niet houdt aan de door de werkgever schriftelijk gegeven voorschriften omtrent het verstrekken van inlichtingen, die de werkgever nodig heeft om het recht op gage vast te stellen. Bij een vermoeden hiervan wordt de werknemer door de werkgever hiervan in kennis gesteld.
Art. 5 Geheimhouding
Gedurende het dienstverband tot twee jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst is de werknemer verplicht jegens derden geheimhouding te betrachten ten aanzien van alle gegevens, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot de schepen en de feitelijke gang van zaken van, c.q. bij de onderneming van de werkgever, waarvan de werknemer weet, althans behoort te begrijpen, dat deze vertrouwelijk zijn. In het geval de werknemer de in dit artikel bedoelde geheimhoudingsplicht overtreedt, verbeurt hij een direct opeisbare en niet voor rechterlijke matiging vatbare boete van € 227 (zegge: tweehonderdzevenentwintig euro) voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt.
Art. 6 Geschille
Op de arbeidsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. In geval van geschil is de Kantonrechter te Rotterdam bevoegd van dat geschil kennis te nemen.
Aldus overeengekomen en ondertekend in tweevoud te Rotterdam op ........................
Werkgever Werknemer
Jumbo Crew Services bv Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxxxxxxxx
opmaak_CAO_boekje_V3.indd 28 21-10-2009 10:41:28