OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
enerzijds, en
DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA,
anderzijds,
hierna gezamenlijk „de partijen” te noemen,
GELET OP het feit dat de in november 1990 door de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika aangenomen transatlantische verklaring speciaal gewag maakt van versterking van de wederzijdse samenwerking op verscheidene gebieden die rechtstreeks van invloed zijn op het welzijn, nu en in de toekomst, van hun burgers, zoals uitwisseling en gezamenlijke projecten op het gebied van onderwijs en cultuur, met inbegrip van de uitwisseling van academici en jongeren;
OVERWEGENDE dat de goedkeuring en de uitvoering van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding uitvoering geven aan de verplichtingen van de transatlantische verklaring en voorbeelden zijn van een zeer succesvolle en kosteneffectieve samenwerking;
GELET OP het feit dat de nieuwe transatlantische agenda, die in december 1995 op de EU-VS-top in Madrid is aangenomen, in actie IV „Verbetering van de transatlantische verstandhouding” zegt dat de EG-VS-overeenkomst tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding als katalysator kan dienen voor een breed spectrum van innoverende samenwerkingsactiviteiten die van rechtstreeks belang zijn voor studenten en docenten, en verwijst naar de invoering van nieuwe technologieën op de scholen, waardoor onderwijsinstel- lingen in de Verenigde Staten van Amerika in contact kunnen komen met die in de Europese Unie en het onderricht van elkaars taal, geschiedenis en cultuur wordt gestimuleerd;
ONDER ERKENNING VAN de belangrijke bijdrage van onderwijs en opleiding tot de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen die in staat zijn deel te nemen aan de op kennis gebaseerde wereldeconomie;
ERKENNENDE dat samenwerking op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding een aanvulling moet vormen op andere relevante samenwerkingsinitiatieven tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika;
GELET OP het feit dat de transatlantische conferentie „Overbrugging van de Atlantische Oceaan: Banden tussen de volkeren” van 1997 de mogelijkheden voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika op het gebied van informeel onderwijs heeft onderstreept;
ZICH BEWUST ZIJNDE VAN het belang van het waarborgen van de complementariteit met relevante initiatieven op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding van internationale organisaties die op deze gebieden actief zijn, zoals de OESO, de Unesco en de Raad van Europa;
ERKENNENDE dat de partijen gemeenschappelijk belang hebben bij onderlinge samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding;
IN DE VERWACHTING dat samenwerkingsactiviteiten op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding tot wederzijds voordeel zullen strekken;
ERKENNENDE dat de activiteiten die krachtens deze overeenkomst worden ondersteund, breder toegankelijk moeten worden gemaakt, met name activiteiten in de sector beroepsonderwijs en -opleiding, en
MET DE WENS een formele basis voor een voortzetting van de samenwerking te leggen op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding,
ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
Doel
Bij deze overeenkomst wordt het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (hierna „het programma” te noemen) vernieuwd, dat oorspronkelijk is vastgesteld in de overeen- komst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika van 1995 tot vaststelling van een samen- werkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. „instelling voor hoger onderwijs”: iedere instelling die volgens de geldende wetgeving of gebruiken kwalificaties of diploma's op het niveau van hoger onderwijs verleent, onge- acht hoe deze wordt aangeduid;
2. „instelling voor beroepsonderwijs en -opleiding”: ieder type overheids-, semi-overheids- of particuliere instelling die, ongeacht hoe deze wordt aangeduid, volgens de geldende wetgeving en gebruiken beroepsonderwijs, beroepsoplei- dingen of bij-, na- en omscholingscursussen ontwikkelt of geeft, en
3. „student”: iedere persoon die opleidingscursussen of
-programma's volgt die worden georganiseerd door instel- lingen voor hoger onderwijs of beroepsopleiding en
-onderwijs in de zin van dit artikel.
Artikel 3
Doelstellingen
Het programma heeft ten doel:
1. een betere verstandhouding tussen de volkeren van de Euro- pese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika te bevorderen, alsmede een bredere kennis van hun talen, culturen en instellingen;
2. de kwaliteit van de ontwikkeling van de menselijke hulp- bronnen in de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika te verbeteren, waaronder de verwerving van de vaardigheden die nodig zijn om de uitdagingen van de op kennis gebaseerde wereldeconomie aan te gaan;
3. een vernieuwende en duurzame reeks op studenten gerichte samenwerkingsactiviteiten te stimuleren op het gebied van hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding tussen de verschillende regio's van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, die een duurzaam effect hebben;
4. de kwaliteit van de transatlantische mobiliteit van studenten te verbeteren door de transparantie, de wederzijdse erken- ning van studieperiodes en, indien van toepassing, de over- draagbaarheid van studiepunten te bevorderen;
5. de uitwisseling van kennis op het gebied van e-learning en open en afstandsonderwijs en het daadwerkelijke gebruik daarvan aan te moedigen om het effect van het programma te verbreden;
6. partnerschappen te vormen en te stimuleren tussen instel- lingen voor hoger onderwijs, beroepsonderwijs en beroeps- opleiding, beroepsorganisaties, overheden, de particuliere sector en eventueel andere verenigingen, zowel in de Euro- pese Gemeenschap als in de Verenigde Staten van Amerika;
7. de Europese en Amerikaanse dimensie van de transatlanti- sche samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding te versterken, en
8. een aanvulling te vormen op relevante bilaterale program- ma's tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, alsmede op andere programma's en initiatieven van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten.
Artikel 4
Beginselen
De samenwerking krachtens deze overeenkomst geschiedt op basis van de volgende beginselen:
1. De verantwoordelijkheden van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en de staten van de Verenigde Staten van Amerika en de autonomie van de instellingen voor hoger onderwijs en beroepsonderwijs en beroepsopleiding zullen ten volle worden geëerbiedigd.
2. De krachtens deze overeenkomst ondernomen activiteiten dienen tot wederzijds voordeel te strekken.
3. Er dient effectief een aanloopsubsidie te worden verstrekt voor een gevarieerde reeks innoverende projecten, die nieuwe structuren en banden tot stand brengen, een multi- pliereffect hebben door middel van een consequente en effectieve verspreiding van de resultaten, het op langere termijn zonder verdere steun van het programma kunnen stellen en, waar het studentenmobiliteit betreft, voorzien in de wederzijdse erkenning van studieperiodes en eventueel de overdraagbaarheid van studiepunten.
4. Vanuit de verschillende lidstaten van de Europese Gemeen- schap en de Verenigde Staten van Amerika dient op brede schaal te worden deelgenomen.
5. De volledige culturele, sociale en economische verscheiden- heid van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika dient te worden erkend.
6. De projecten moeten op een concurrerende basis worden geselecteerd, met inachtneming van voornoemde beginselen.
Artikel 5
Acties in het kader van het programma
Het programma wordt uitgevoerd door middel van de acties beschreven in de bijlage, die een integrerend onderdeel van deze overeenkomst vormt.
Artikel 6
Gemengd comité
1. Hierbij wordt een gemengd comité ingesteld. Dit bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van elke partij.
2. Het gemengd comité heeft tot taak
a) de in het kader van deze overeenkomst beoogde samenwer- kingsactiviteiten te beoordelen en
b) de partijen jaarlijks verslag uit te brengen over het niveau, de stand en de doelmatigheid van de krachtens deze over- eenkomst ondernomen samenwerkingsactiviteiten.
3. Het gemengd comité komt ten minste elke twee jaar bijeen, en wel afwisselend in de Europese Gemeenschap en in de Verenigde Staten van Amerika. Andere bijeenkomsten worden in onderling overleg gehouden.
4. De besluiten van het gemengd comité komen door middel van overeenstemming tot stand. Van elke vergadering worden notulen opgesteld; deze dienen een lijst van de besluiten en de belangrijkste besproken punten te omvatten. Deze notulen worden goedgekeurd door de door beide partijen aangewezen personen die gezamenlijk de vergadering voor- zitten, en worden tezamen met het jaarverslag aan de bevoegde functionarissen op ministerieel niveau van elke partij voorge- legd.
Artikel 7
Toezicht en beoordeling
Het programma wordt in voorkomend geval op coöperatieve basis gecontroleerd en beoordeeld. Dit maakt het mogelijk, de activiteiten indien nodig in het licht van de tijdens de uitvoe- ring gebleken omstandigheden bij te stellen.
Artikel 8
Financiering
1. De activiteiten krachtens deze overeenkomst zijn afhan- kelijk van de beschikbare middelen en de toepasselijke wette- lijke en bestuursrechtelijke regelingen, beleidsmaatregelen en programma's van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika. Elke partij draagt zoveel mogelijk gelij- kelijk in de financiering ervan bij. De partijen streven ernaar programma-activiteiten te bieden die qua voordelen en omvang vergelijkbaar zijn.
2. De kosten die worden gemaakt door of namens het gemengd comité, worden gedragen door de partij waaraan de leden verantwoording schuldig zijn. De kosten, andere dan de reis- en verblijfkosten, die rechtstreeks verband houden met vergaderingen van het gemengd comité, komen voor rekening van de als gastheer optredende partij.
Artikel 9
Toegang van personeel
Elke partij zet zich er naar beste krachten voor in, de toegang tot en het vertrek van haar grondgebied te vergemakkelijken van personeel, studenten, materiaal en apparatuur van de andere partij die bij samenwerkingsactiviteiten krachtens deze overeenkomst zijn betrokken of worden gebruikt.
Artikel 10
Andere overeenkomsten
Deze overeenkomst treedt niet in de plaats van en is ook niet anderszins van invloed op andere overeenkomsten of activi- teiten op de betrokken gebieden tussen een lidstaat van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika.
Artikel 11
Territoriale toepassing van deze overeenkomst
Deze overeenkomst is enerzijds van toepassing op het grondge- bied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden geldt, en anderzijds op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika.
Artikel 12
Inwerkingtreding en opzegging
1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 of op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen elkaar er schriftelijk kennis van hebben gegeven dat aan hun wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst is voldaan, al naar gelang van hetgeen zich het laatst voordoet. Deze overeenkomst vervangt in haar geheel de overeenkomst van 1995 tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding.
2. De overeenkomst heeft een geldigheidsduur van vijf jaar en kan met wederzijdse schriftelijke instemming worden verlengd of gewijzigd. Wijzigingen of verlengingen treden in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen elkaar er schriftelijk kennis van hebben gegeven dat aan hun vereisten voor de inwerkingtreding van de overeen- komst inzake de betrokken wijziging of verlenging is voldaan.
3. Deze overeenkomst kan te allen tijde door een van beide partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzeg- gingstermijn van twaalf maanden. De afloop of opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de geldigheid of duur van bestaande regelingen die krachtens deze overeen- komst tot stand zijn gekomen.
Artikel 13
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
EN FE DE LO CUAL, los abajo firmantes, debidamente autorizados, suscriben el presente Acuerdo. TIL BEKRÆFTELSE HERAF har undertegnede behørigt befuldmægtigede underskrevet denne aftale.
ZU URKUND DESSEN haben die Unterzeichneten, hierzu gehörig befugten Bevollmächtigten dieses Abkommen unter- schrieben.
ΕΙΣ ΠΙΣΤΩΣΗ ΤΩΝ ΑΝΩΤΕΡΩ, οι υπογράφοντες πληρεξούσιοι, δεόντως εξουσιοδοτηµένοι προς τούτο, έθεσαν την υπογραφή τους κάτω από την παρούσα συµφωνία.
IN WITNESS WHEREOF the undersigned, being duly authorised, have signed the present Agreement.
EN FOI DE QUOI, les soussignés, dûment mandatés, ont apposé leur signature au bas du présent accord. IN FEDE DI CHE i sottoscritti, muniti di regolari poteri, hanno firmato il presente accordo.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, naar behoren gemachtigd, hun handtekening onder deze overeenkomst hebben geplaatst.
EM FÉ DO QUE os abaixo assinados, com os devidos poderes para o efeito, apuseram as suas assinaturas no presente Acordo.
TÄMÄN VAKUUDEKSI jäljempänä mainitut täysivaltaiset edustajat ovat allekirjoittaneet tämän sopimuksen. TILL BEVIS HÄRPÅ har undertecknade befullmäktigade undertecknat detta avtal.
Hecho en Washington D.C., el dieciocho de diciembre del año dos mil. Udfærdiget x Xxxxxxxxxx D.C. den attende december to tusind.
Geschehen zu Washington D.C. am achtzehnten Dezember zweitausend.
Έγινε στην Ουάσιγκτον D.C., στις δέκα οκτώ ∆εκεµβρίου δύο χιλιάδες.
Done at Washington D.C. on the eighteenth day of December in the year two thousand. Fait x Xxxxxxxxxx D.C., le dix-huit décembre deux mille.
Fatto x Xxxxxxxxxx D.C., addì diciotto dicembre duemila.
Gedaan te Washington D.C., de achttiende december tweeduizend. Feito em Washington D.C., em dezoito de Dezembro de dois mil.
Tehty Washington D.C.:ssä kahdeksantenatoista päivänä joulukuuta vuonna kaksituhatta. Som skedde x Xxxxxxxxxx D.C. den artonde december tjugohundra.
Por la Comunidad Europea For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Por los Estados Unidos de América For Amerikas Forenede Stater
Für die Vereinigten Staaten von Amerika Για τις Ηνωµένες Πολιτείες της Αµερικής For the United States of America
Pour les États-Unis d'Amérique Per gli Stati Uniti d'America
Voor de Verenigde Staten van Amerika Pelos Estados Unidos da América Amerikan yhdysvaltojen puolesta
På Amerikas förenta staters vägnar
BIJLAGE
ACTIES
ACTIE 1
Projecten van gezamenlijke partnerschappen tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika
1. De partijen verlenen steun aan instellingen voor hoger onderwijs en instellingen voor beroepsonderwijs en beroepsop- leiding uit de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika die gezamenlijke partnerschappen vormen met het oog op gezamenlijke projecten op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding. De Europese Gemeenschap verleent steun ten behoeve van de partners in de Europese Gemeenschap; de Verenigde Staten van Amerika ten behoeve van de partners in de Verenigde Staten.
2. Elk gezamenlijk partnerschap moet aan elke kant minimaal drie actieve partners omvatten uit ten minste drie verschillende lidstaten van de Europese Gemeenschap en drie verschillende staten van de Verenigde Staten van Amerika.
3. Elk gezamenlijk partnerschap moet in de regel met transatlantische studentenmobiliteit gepaard gaan, waarbij gestreefd wordt naar een evenwicht tussen de stromen over en weer, en moet voorzien in een goede taalkundige en culturele voorbereiding.
4. Voor de structurele samenwerkingsactiviteiten van een partnerschap wordt voor een periode van maximaal drie jaar een aanloopsubsidie verleend. Voorbereidende of projectontwikkelingsactiviteiten kunnen voor maximaal één jaar worden gesubsidieerd.
5. De bevoegde autoriteiten van elke partij stellen in onderling overleg de voor steun in aanmerking komende terreinen voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika in gezamenlijke partner- schappen vast.
6. Tot de voor steun in aanmerking komende projectactiviteiten behoren:
a) voorbereidende of projectontwikkelingsactiviteiten;
b) ontwikkeling van organisatorische kaders voor studentenmobiliteit, met inbegrip van stages, die een adequate taalkundige voorbereiding en volledige erkenning door de partnerinstellingen bieden;
c) gestructureerde uitwisselingen van studenten, docenten, opleiders, administratief personeel en andere onderwijsspe- cialisten;
d) gezamenlijke ontwikkeling en verspreiding van innoverende curricula, met inbegrip van onderwijsleermiddelen,
-methoden en -modules;
e) gezamenlijke ontwikkeling en verspreiding van nieuwe methodologieën in het hoger onderwijs, het beroepson- derwijs en de beroepsopleiding, met inbegrip van het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën, e-learning en open en afstandsonderwijs;
f) korte intensieve programma's van minimaal drie weken, mits deze een integrerend onderdeel van het studie- of opleidingsprogramma vormen;
g) leeropdrachten bij een transatlantische partnerinstelling die de curriculumontwikkeling van het project onder- steunen, en
h) andere innoverende projecten die ten doel hebben de kwaliteit van de transatlantische samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding te verbeteren en aan ten minste een van de in artikel 3 van de overeenkomst genoemde doelstellingen voldoen.
ACTIE 2
Programma Fulbright/Europese Unie
De partijen zullen beurzen verstrekken voor bestudering van, onderzoek naar en colleges over aangelegenheden van de Europese Gemeenschap en de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika. Er zullen subsidies worden toegekend in het kader van het programma Fulbright/Europese Unie.
ACTIE 3
Aanvullende activiteiten
De partijen kunnen een beperkt aantal aanvullende activiteiten ondersteunen die aan de doelstellingen van de overeen- komst voldoen, waaronder de uitwisseling van ervaringen of andere vormen van gezamenlijk optreden op het gebied van onderwijs en opleiding.
PROGRAMMABEHEER
De acties worden beheerd door de bevoegde ambtenaren van elke partij. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
1. de vaststelling van de regels en procedures voor de indiening van voorstellen, met inbegrip van de opstelling van een gids voor de aanvrager;
2. de vaststelling van het tijdschema voor de publicatie van de oproep tot de indiening van voorstellen, de indiening en de selectie van voorstellen;
3. het verstrekken van informatie over het programma en de uitvoering ervan;
4. de benoeming van academische adviseurs en deskundigen;
5. het doen van aanbevelingen aan de bevoegde autoriteiten van elke partij omtrent de te financieren projecten;
6. het financieel beheer, en
7. het bevorderen van een coöperatieve aanpak van het toezicht en de beoordeling van het programma.
TECHNISCHE BIJSTAND
In het kader van het huidige programma kunnen middelen worden aangewend voor de aankoop van diensten die nodig zijn voor de uitvoering van het programma. De partijen kunnen met name experts inschakelen, seminars, colloquia of andere bijeenkomsten organiseren die de uitvoering van het programma kunnen vergemakkelijken, en evaluatie-, voorlich- tings-, publicatie- en verspreidingswerkzaamheden verrichten.