TRAC T A TENBLAD
53 (1998) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1999 Nr. 18
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Litouwen inzake de wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, met Bijlage;
Vilnius, 8 december 1998
B. TEKST1)
Agreement on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences between the Kingdom of the Netherlands and
the Republic of Lithuania
The Kingdom of the Netherlands and the Republic of Lithuania, here- after referred to as the Contracting Parties
Considering that offences against customs law are prejudicial to their economic, fiscal, social, cultural and commercial interests;
Considering the importance of accurate assessment of customs duties and other taxes collected at importation or exportation and of ensuring proper enforcement of measures of prohibition, restriction and control;
Recognizing the need for international co-operation in matters related to the application and enforcement of their customs laws;
Considering that cross frontier trafficking in narcotic drugs and psy- chotropic substances constitutes a particular danger to public health and to society;
Convinced that action against customs offences can be made more effective by close co-operation between their Customs Administrations based on clear legal provisions;
Having regard to the relevant instruments of the Customs Co-operation Council, in particular the Recommendation on mutual administrative assistance of 5 December 1953;
Having regard also to international conventions containing prohibi- tions, restrictions and special measures of control in respect of specific goods, to which the Contracting Parties are parties;
Have agreed as follows:
1) De Litouwse tekst is niet afgedrukt.
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Litouwen inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorko- ming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douane- wetgeving
Het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Litouwen, hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Overwegende dat inbreuken op de douanewetgeving hun economi- sche, fiscale, sociale en culturele belangen en hun handelsbelangen scha- den;
Gelet op het belang van een juiste vaststelling van de douanerechten en andere belastingen die bij invoer of uitvoer worden geïnd en van het waarborgen van een juiste handhaving van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
Erkennende de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handha- ving van hun douanewetgeving;
Overwegende dat de grensoverschrijdende handel in verdovende mid- delen en psychotrope stoffen een bijzonder gevaar voor de volksgezond- heid en de samenleving vormt;
Ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douane- wetgeving doeltreffender kan worden door middel van nauwe samenwer- king tussen hun douane-administraties op basis van duidelijke wettelijke bepalingen;
Gelet op de van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douaneraad, in het bijzonder de Aanbeveling inzake wederzijdse admi- nistratieve bijstand van 5 december 1953;
Tevens gelet op verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen bevatten en waarbij de Verdragsluitende Partijen partij zijn;
Zijn het volgende overeengekomen:
CHAPTER I DEFINITIONS
Article 1
For the purposes of this Agreement,
1. the term ‘‘Customs Administration’’ shall mean:
for the Kingdom of the Netherlands: the central administration re- sponsible for the implementation of customs law;
for the Republic of Lithuania: the Customs Department under the Ministry of Finance or any body authorized to perform any functions at present performed by the said Department.
2. the term ‘‘customs law’’ shall mean: any legal and administrative provisions applicable or enforceable by the Customs Administrations of both Contracting Parties in connection with the importation, exportation, transshipment, transit, storage and circulation of goods, including legal and administrative provisions relating to prohibitions, restrictions and other similar controls on the movement of controlled items across domestic boundaries;
3. the term ‘‘customs offence’’ shall mean: any contravention of cus- toms law as defined by the domestic laws of each Contracting Party as well as any such attempted contravention;
4. the term ‘‘person’’ shall mean: either a physical human being or a legal entity;
5. the term ‘‘personal data’’ shall mean: data concerning an identified or identifiable physical human being;
6. the term ‘‘information’’ shall mean: any data, documents, reports, certified or authenticated copies thereof or other communications;
7. the term ‘‘intelligence’’ shall mean: information which has been processed and/or analysed to provide an indication relevant to a customs offence;
8. the term ‘‘requesting administration’’ shall mean: the Customs Administration which requests assistance;
9. the term ‘‘requested administration’’ shall mean: the Customs Ad- ministration from which assistance is requested.
HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1
Voor de toepassing van dit Verdrag
1. wordt onder ,,douane-administratie’’ verstaan:
wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft: de centrale administratie die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douanewetgeving;
wat de Republiek Litouwen betreft: de afdeling Douane van het Ministerie van Financiën of enig ander lichaam dat gemachtigd is taken te verrichten die thans door deze afdeling worden verricht;
2. wordt onder ,,douanewetgeving’’ verstaan: alle wettelijke en admi- nistratieve bepalingen die door de douane-administraties van beide Verdragsluitende Partijen worden toegepast of gehandhaafd in verband met de invoer, uitvoer, overslag, doorvoer, opslag en het vervoer van goederen, met inbegrip van wettelijke en administratieve bepalingen met betrekking tot verboden, beperkingen en andere soortgelijke controles op het vervoer van aan regulering onderworpen goederen over de lands- grenzen heen;
3. wordt onder ,,inbreuk op de douanewetgeving’’ verstaan: elke overtreding van de douanewetgeving zoals omschreven in de nationale wetgeving van elk der Verdragsluitende Partijen, alsmede elke poging tot het begaan van een dergelijke overtreding;
4. wordt onder ,,persoon’’ verstaan: zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon;
5. wordt onder ,,persoonsgegevens’’ verstaan: gegevens betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
6. wordt onder ,,informatie’’ verstaan: alle gegevens, documenten, rapporten, gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften daarvan of andere mededelingen;
7. wordt onder ,,inlichtingen’’ verstaan: informatie die is verwerkt en/of geanalyseerd teneinde gegevens te verstrekken die van belang zijn voor een inbreuk op de douanewetgeving;
8. wordt onder ,,verzoekende administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand verzoekt;
9. wordt onder ,,aangezochte administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand wordt verzocht.
CHAPTER II SCOPE OF AGREEMENT
Article 2
1. The Contracting Parties shall through their Customs Administra- tions afford each other administrative assistance under the terms set out in this Agreement for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences.
2. All assistance under this Agreement by either Contracting Party shall be performed in accordance with its domestic legal and adminis- trative provisions and within the limits of its Customs Administration’s competence and available resources. This Agreement is intended solely for the mutual administrative assistance between the Contracting Parties.
3. If assistance on matters dealt with in this Agreement should be afforded in accordance with another co-operation agreement between the Contracting Parties, the requested administration shall indicate which relevant authorities are concerned.
CHAPTER III SCOPE OF ASSISTANCE
Article 3
1. The Customs Administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information and intelligence which helps to ensure proper application of the customs law and to pre- vent, to investigate and to combat customs offences.
2. Either Customs Administration shall, in making inquiries on behalf of the other Customs Administration, act as if the inquiry were being made on its own account or on request of another authority in its own State.
Article 4
1. On request, the requested administration shall provide all informa- tion about the customs law and procedures applicable in that Contract- ing Party and relevant to inquiries relating to a customs offence.
2. Either Customs Administration shall communicate, on its own ini- tiative and without delay, any available information relating to:
HOOFDSTUK II TOEPASSINGSGEBIED VAN HET VERDRAG
Artikel 2
1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douane-administraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag genoemde voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en van de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving.
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door een van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met haar natio- nale wettelijke en administratieve bepalingen en binnen de grenzen van de bevoegdheden en beschikbare middelen van haar douane- administratie. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administratieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen.
3. Indien bijstand ter zake van in dit Verdrag geregelde aangelegen- heden dient te worden verleend in overeenstemming met een andere samenwerkingsovereenkomst tussen de Verdragsluitende Partijen, geeft de aangezochte administratie aan welke autoriteiten het betreft.
HOOFDSTUK III REIKWIJDTE VAN DE BIJSTAND
Artikel 3
1. De douane-administraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie en inlichtingen die bijdragen tot een juiste toepassing van de douanewetgeving en tot de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving.
2. Elk van beide douane-administraties handelt bij het instellen van een onderzoek namens de andere douane-administratie alsof het onder- zoek werd ingesteld ten behoeve van haarzelf of op verzoek van een andere autoriteit van haar eigen Staat.
Artikel 4
1. De aangezochte administratie verstrekt, op verzoek, alle informa- tie over de in die Verdragsluitende Partij toepasselijke douanewetgeving en -regelingen die van belang is voor het onderzoek met betrekking tot een inbreuk op de douanewetgeving.
2. Elk van beide douane-administraties verstrekt uit eigen beweging en onverwijld alle beschikbare informatie met betrekking tot:
a) new customs law enforcement techniques having proved their effectiveness;
b) new trends, means or methods of committing customs offences.
CHAPTER IV
SPECIAL INSTANCES OF ASSISTANCE
Article 5
On request, the requested administration shall provide the requesting administration with the following information:
a) whether goods which are imported into the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully exported from the customs territory of the requested Contracting Party;
b) whether goods which are exported from the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully imported into the customs territory of the requested Contracting Party and about the cus- toms procedure, if any, under which the goods have been placed.
Article 6
1. On request, the requested administration shall maintain surveil- lance over:
a) persons known to the requesting administration to have commit- ted a customs offence or suspected of doing so, particularly those mov- ing into and out of the customs territory of the requested Contracting Party;
b) goods in transport suspected of giving rise to illicit traffic towards the customs territory of either Contracting Party;
c) places of storage where goods are stored suspected of giving rise to illicit traffic towards the customs territory of either Contracting Party;
d) means of transport suspected by the requesting administration of being used to commit customs offences in the customs territory of the requesting Contracting Party.
2. When necessary to identify persons involved in illicit trafficking, either Customs Administration shall take appropriate action within the limits of its domestic legal and administrative provisions and seek to obtain all necessary co-operation of its judicial authorities.
a. nieuwe handhavingstechnieken betreffende de douanewetgeving die hun doeltreffendheid hebben bewezen;
b. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving.
HOOFDSTUK IV BIJZONDERE VORMEN VAN BIJSTAND
Artikel 5
De aangezochte administratie verstrekt de verzoekende administratie op haar verzoek de volgende informatie:
a. of goederen die worden ingevoerd in het douanegebied van de ver- zoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn uitgevoerd uit het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij;
b. of goederen die worden uitgevoerd uit het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn ingevoerd in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij en over de douaneregeling waaronder de goederen eventueel zijn gebracht.
Artikel 6
1. De aangezochte administratie houdt op verzoek toezicht op:
a. personen ten aanzien van wie het de verzoekende administratie bekend is dat zij een inbreuk op de douanewetgeving hebben gemaakt of die daarvan worden verdacht, met name diegenen die het douane- gebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij betreden en verlaten;
b. goederen in vervoer ten aanzien waarvan een vermoeden van ongeoorloofd verkeer naar het douanegebied van een van beide Verdrag- sluitende Partijen bestaat;
c. opslagplaatsen waar goederen worden opgeslagen ten aanzien waarvan een vermoeden van ongeoorloofd verkeer naar het douane- gebied van een van beide Verdragsluitende Partijen bestaat;
d. vervoermiddelen waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op de douane- wetgeving in het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij.
2. Indien het noodzakelijk is personen die betrokken zijn bij ongeoor- loofd verkeer te identificeren, geldt dat elk van beide douane- administraties adequate maatregelen neemt binnen de grenzen van haar nationale wettelijke en administratieve bepalingen en alle noodzakelijke medewerking van haar rechterlijke autoriteiten tracht te verkrijgen.
Article 7
1. The Customs Administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information and intelligence on transactions, completed or planned, which constitute or appear to con- stitute a customs offence.
2. In serious cases that could involve substantial damage to the economy, public health, public security or any other vital interest of the other Contracting Party, either Customs Adminstration shall, wherever possible, supply information and intelligence without delay on its own initiative.
Article 8
On request, the requested administration shall notify the persons con- cerned residing in its customs territory of any action or decision taken by the requesting administration in respect of the application of customs law. This shall include the delivery of documents containing decisions to persons concerned.
CHAPTER V INFORMATION
Article 9
1. Original information shall only be requested in cases where certi- fied or authenticated copies would be insufficient, and shall be returned as soon as possible; rights of the requested administration or of third par- ties relating thereto shall remain unaffected.
2. Any information and intelligence to be exchanged under this Agreement shall be accompanied by all relevant information for inter- preting or utilizing it.
CHAPTER VI EXPERTS AND WITNESSES
Article 10
1. On request, the requested administration may authorize its officials to appear before a judicial institution of the other Contracting Party as experts or witnesses in the matter of a customs offence.
Artikel 7
1. De douane-administraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie en inlichtingen over verrichte of voorgeno- men transacties die een inbreuk op de douanewetgeving vormen of lij- ken te vormen.
2. In ernstige gevallen die aanzienlijke schade voor de economie, volksgezondheid, openbare veiligheid of enig ander vitaal belang van de andere Verdragsluitende Partij met zich kunnen meebrengen, verstrekt elk van beide douane-administraties waar mogelijk onverwijld uit eigen beweging informatie en inlichtingen.
Artikel 8
Op verzoek stelt de aangezochte administratie de betrokken personen die in haar douanegebied wonen in kennis van elke maatregel of beslis- sing die door de verzoekende administratie met betrekking tot de toe- passing van de douanewetgeving is genomen. Dit houdt mede in de afgifte aan de betrokken personen van documenten die beslissingen bevatten.
HOOFDSTUK V INFORMATIE
Artikel 9
1. Om originele informatie wordt slechts verzocht in gevallen waarin niet met gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften kan worden vol- staan, en deze wordt zo spoedig mogelijk teruggezonden; zulks laat rechten van de aangezochte administratie of van derden ter zake onver- let.
2. Alle ingevolge dit Verdrag uit te wisselen informatie en inlichtin- gen gaan vergezeld van alle gegevens die van belang zijn om deze te interpreteren of te gebruiken.
HOOFDSTUK VI DESKUNDIGEN EN GETUIGEN
Artikel 10
1. De aangezochte administratie kan op verzoek haar ambtenaren machtigen om ter zake van een inbreuk op de douanewetgeving als des- kundige of getuige te verschijnen voor een rechterlijke instantie van de andere Verdragsluitende Partij.
2. The request for appearance shall indicate specifically on what mat- ters and by virtue of what title or qualification the official will be ques- tioned.
CHAPTER VII COMMUNICATION
Article 11
1. Assistance under this Agreement shall be exchanged directly be- tween the Customs Administrations.
2. Requests for assistance under this Agreement shall be made in writing and shall be accompanied by any documents deemed useful. When the circumstances so require, requests may also be made verbally. Such requests shall promptly be confirmed in writing.
3. Requests made pursuant to paragraph 2 of this Article, shall in- clude the following details:
a) the administration making the request;
b) subject of and reason for the request;
c) a brief description of the matter, the legal elements and the nature of the proceeding;
d) the names and addresses of the parties concerned with the pro- ceeding, if known.
4. A request by either Contracting Party that a certain procedure be followed shall be complied with, subject to the domestic legal and administrative provisions of the requested Contracting Party.
5. The information and intelligence referred to in this Agreement shall be communicated to officials who are specially designated for this purpose by each Customs Administration. A list of officials so designated shall be furnished to the Customs Administration of the other Contract- ing Party in accordance with paragraph 2 of Article 18, of this Agree- ment.
CHAPTER VIII EXECUTION OF REQUESTS
Article 12
If the requested administration does not have the information re- quested, it shall initiate inquiries to obtain that information in accord- ance with its domestic legal and administrative provisions or promptly
2. In het verzoek om te verschijnen wordt gespecificeerd met betrek- king tot welke aangelegenheden en krachtens welke rechtsgrond of kwa- lificatie de ambtenaar zal worden gehoord.
HOOFDSTUK VII COMMUNICATIE
Artikel 11
1. Bijstand uit hoofde van dit Verdrag wordt rechtstreeks tussen de douane-administraties verleend.
2. Verzoeken om bijstand uit hoofde van dit Verdrag worden schrif- telijk gedaan en gaan vergezeld van alle nuttig geachte documenten. Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kunnen ook mondeling ver- zoeken worden gedaan. Dergelijke verzoeken worden onmiddellijk schriftelijk bevestigd.
3. Verzoeken ingevolge het tweede lid van dit artikel bevatten de vol- gende bijzonderheden:
a. de administratie die het verzoek doet;
b. het onderwerp van en de reden voor het verzoek;
c. een korte beschrijving van de zaak, de juridische aspecten en de aard van de acties;
d. de namen en adressen van de bij de acties betrokken personen, voorzover bekend.
4. Een verzoek van een van de Verdragsluitende Partijen om een bepaalde procedure te volgen wordt ingewilligd, met inachtneming van de nationale wettelijke en administratieve bepalingen van de aange- zochte Verdragsluitende Partij.
5. De in dit Verdrag bedoelde informatie en inlichtingen worden medegedeeld aan ambtenaren die door elke douane-administratie hiertoe speciaal zijn aangewezen. Een lijst van aldus aangewezen ambtenaren wordt aan de douane-administratie van de andere Verdragsluitende Par- tij verstrekt in overeenstemming met artikel 18, tweede lid, van dit Ver- drag.
HOOFDSTUK VIII UITVOERING VAN VERZOEKEN
Artikel 12
Indien de aangezochte administratie niet over de gevraagde informa- tie beschikt, stelt zij een onderzoek in om die informatie te verkrijgen in overeenstemming met haar nationale wettelijke en administratieve bepa-
transmit the request to the appropriate agency. These inquiries shall include the taking of statements from persons from whom information is sought in connection with a customs offence and from witnesses and experts.
Article 13
1. On written request, officials specially designated by the requesting administration may, with the authorization of the requested administra- tion and subject to conditions the latter may impose, for the purpose of investigating a customs offence:
a) consult in the offices of the requested administration the docu- ments, registers and other relevant data to extract any information in respect of that customs offence;
b) take copies of the documents, registers and other data relevant in respect of that customs offence;
c) be present during an inquiry by the requested administration in the customs territory of the requested Contracting Party as far as this inquiry is relevant to the requesting administration.
2. When, in the circumstances provided for in paragraph 1 of this Article, officials of the requesting administration are present in the ter- ritory of the other Contracting Party, they must at all times be able to furnish proof of their official capacity. They shall, while in the territory of that Contracting Party, enjoy the same protection and assistance as that accorded to customs officials of that other Contracting Party, in accordance with the laws in force there, and be responsible for any offence they might commit.
CHAPTER IX CONFIDENTIALITY OF INFORMATION
Article 14
1. Any information and intelligence received within the framework of administrative assistance under this Agreement shall be used solely for the purposes of this Agreement and solely by the Customs Administra- tion. The use of the information for other purposes or by other authori- ties is subject to the express approval of the Customs Administration fur- nishing that information.
lingen, dan wel zendt zij het verzoek onmiddellijk door naar de daarvoor in aanmerking komende instantie. Dit onderzoek omvat mede het opte- kenen van verklaringen van personen van wie informatie wordt verlangd in verband met een inbreuk op de douanewetgeving en van getuigen en deskundigen.
Artikel 13
1. Door de verzoekende administratie speciaal hiertoe aangewezen ambtenaren kunnen, met instemming van de aangezochte administratie en onder de door laatstgenoemde hieraan verbonden voorwaarden, ten behoeve van de opsporing van een inbreuk op de douanewetgeving, op schriftelijk verzoek:
a. ten kantore van de aangezochte administratie de documenten, dos- siers en andere van belang zijnde gegevens raadplegen om daaruit alle informatie met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving over te nemen;
b. kopieën maken van de documenten, dossiers en andere gegevens die met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving van belang zijn;
c. aanwezig zijn bij een onderzoek door de aangezochte administra- tie in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij, voorzover dit onderzoek voor de verzoekende administratie van belang is.
2. Wanneer, onder de in het eerste lid van dit artikel bedoelde omstan- digheden, ambtenaren van de verzoekende administratie aanwezig zijn op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, moeten zij te allen tijde in staat zijn hun ambtelijke hoedanigheid aan te tonen. Gedu- rende hun verblijf op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij genieten zij dezelfde bescherming en bijstand als die welke worden toe- gekend aan douane-ambtenaren van die andere Verdragsluitende Partij, in overeenstemming met de aldaar geldende wetgeving. Zij zijn verant- woordelijk voor de strafbare feiten die zij eventueel begaan.
HOOFDSTUK IX VERTROUWELIJK KARAKTER VAN INFORMATIE
Artikel 14
1. Alle in het kader van administratieve bijstand uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie en inlichtingen mogen slechts voor de doeleinden van dit Verdrag en uitsluitend door de douane-administratie worden gebruikt. Het gebruik van de informatie voor andere doeleinden of door andere autoriteiten is onderworpen aan de uitdrukkelijke goed- keuring van de douane-administratie die deze informatie verstrekt.
2. Where the domestic law of the furnishing Contracting Party so pre- scribes, no information and intelligence furnished within the framework of administrative assistance under this Agreement shall be used in evi- dence in criminal prosecutions in the receiving Contracting Party with- out the prior consent of the public prosecution or judical authorities of the furnishing Contracting Party.
3. Paragraph 1 shall not preclude the disclosure of received informa- tion and intelligence in connection with a criminal prosecution, where the laws of the receiving Contracting Party provide for an obligation for its Customs Administration to do so. The furnishing Customs Adminis- tration shall be given advance notice of the envisaged disclosure.
4. Any information received under this Agreement shall be treated as confidential and shall at least be subject to the same protection and con- fidentiality as the same kind of information is subject to under the domestic legal and administrative provisions of the Contracting Party where it is received.
5. This Article is without prejudice to the obligations of the Kingdom of the Netherlands under the legislation of the European Union to pro- vide information to the European Commission or any of the Customs Administrations of the European Union’s Member States. Any such intended provision of information will be notified in advance to the Cus- toms Administration of the Republic of Lithuania.
Article 15
1. Personal data exchanged under this Agreement shall be subject to the domestic legal and administrative provisions governing data protec- tion in either Contracting Party. These provisions shall at least be in con- formity with the provisions in the Annex to this Agreement which is an integral part of this Agreement.
2. No personal data shall be exchanged under this Agreement until legal or administrative provisions as referred to in paragraph 1 of this Article have entered into force in both Contracting Parties.
3. As soon as the Convention for the Protection of Individuals with Regard to Automatic Processing of Personal Data, concluded on 28 January 1981 at Strasbourg, and the necessary domestic legal and ad- ministrative provisions to implement that Convention have entered into force, the provisions of the Convention and the national legal and administrative provisions to implement the Convention shall apply to personal data exchanged under this Agreement and shall replace the pro-
2. Wanneer de nationale wetgeving van de verstrekkende Verdrag- sluitende Partij dit voorschrijft, mogen informatie en inlichtingen die zijn verstrekt in het kader van administratieve bijstand ingevolge dit Ver- drag niet worden gebruikt als bewijs in strafrechtelijke vervolgingen op het grondgebied van de ontvangende Verdragsluitende Partij zonder de voorafgaande toestemming van het openbaar ministerie of de rechter- lijke autoriteiten van de verstrekkende Verdragsluitende Partij.
3. Het eerste lid belet niet het doorgeven van ontvangen informatie en inlichtingen in verband met een strafrechtelijke vervolging wanneer in de wetgeving van de ontvangende Verdragsluitende Partij daartoe een verplichting bestaat voor haar douane-administratie. De verstrekkende douane-administratie wordt vooraf in kennis gesteld van het voornemen informatie door te geven.
4. Alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie wordt ver- trouwelijk behandeld en daarvoor gelden ten minste dezelfde bescher- ming en vertrouwelijkheid als die welke voor soortgelijke informatie gelden krachtens de nationale wettelijke en administratieve bepalingen van de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied zij wordt ontvangen.
5. Dit artikel laat onverlet de verplichtingen van het Koninkrijk der Nederlanden op grond van de wetgeving van de Europese Unie om informatie te verstrekken aan de Europese Commissie of de douane- administraties van de Lidstaten van de Europese Unie. Van elk zodanig voornemen tot het verstrekken van informatie zal van tevoren kennis worden gegeven aan de douane-administratie van de Republiek Lit- ouwen.
Artikel 15
1. Uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens vallen onder de nationale wettelijke en administratieve bepalingen inzake gegevensbescherming in elk van beide Verdragsluitende Partijen. Deze bepalingen dienen ten minste in overeenstemming te zijn met de begin- selen in de Bijlage bij dit Verdrag, die een integrerend deel van dit Ver- drag uitmaakt.
2. Er worden geen persoonsgegevens uitgewisseld uit hoofde van dit Verdrag totdat de in het eerste lid van dit artikel bedoelde wettelijke en administratieve bepalingen in beide Verdragsluitende Partijen van kracht zijn.
3. Zodra het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, tot stand gekomen op 28 januari 1981 te Straatsburg, en de nodige nationale wet- telijke en administratieve bepalingen ter uitvoering van dat Verdrag in werking zijn getreden, zijn de bepalingen van dat Verdrag en de natio- nale wettelijke en administratieve bepalingen ter uitvoering van dat Ver- drag van toepassing op de uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde
visions laid down in paragraphs 1 and 2 of this Article and in the Annex to this Agreement.
4. None of the provisions of this Article and of the Annex shall be interpreted as limiting or otherwise affecting the possibility for a Con- tracting Party to grant data subjects a wider measure of protection than that stipulated in this Agreement.
CHAPTER X EXEMPTIONS
Article 16
1. The requested administration shall not be required to give the assistance provided for by this Agreement if it is likely to jeopardize the sovereignty, the public order or any other essential interest of the requested Contracting Party or would involve the violation of an indus- trial, commercial or professional secrecy.
2. If the requesting administration is unable to comply with a similar request made by the requested administration, it shall draw attention to that fact in its request. Compliance with such a request shall be at the discretion of the requested administration.
3. Assistance may be postponed by the requested administration on the ground that it will interfere with an ongoing investigation, prosecu- tion or proceeding. In such a case the requested administration shall con- sult with the requesting administration to determine if assistance can be given subject to such terms or conditions as the requested administration may require.
4. Where assistance is denied or postponed, reasons for the denial or postponement shall be given without delay.
CHAPTER XI COSTS
Article 17
1. The Customs Administrations shall waive all claims for reimburse- ment of costs incurred in the execution of this Agreement, except for expenses and allowances paid to experts and to witnesses as well as costs of interpreters other than Government employees, which shall be borne by the requesting administration.
persoonsgegevens en treden zij in de plaats van de in het eerste en tweede lid van dit artikel en in de Bijlage bij dit Verdrag neergelegde bepalingen.
4. De bepalingen van dit artikel en van de Bijlage mogen niet zoda- nig worden uitgelegd dat daardoor de mogelijkheid voor een Verdrag- sluitende Partij om betrokkenen een ruimere mate van bescherming toe te kennen dan bepaald in dit Verdrag, wordt beperkt of anderszins wordt aangetast.
HOOFDSTUK X ONTHEFFING
Artikel 16
1. De aangezochte administratie is niet verplicht de in dit Verdrag bedoelde bijstand te verlenen indien deze de soevereiniteit, de openbare orde of enig ander wezenlijk belang van de aangezochte Verdragsluitende Partij zou kunnen schaden of tot een schending van een industrieel of een commercieel geheim, dan wel van een beroepsgeheim zou kunnen leiden.
2. Indien de verzoekende administratie niet in staat is een soortgelijk verzoek van de aangezochte administratie in te willigen, wijst zij daarop in haar verzoek. Inwilliging van een dergelijk verzoek wordt overgela- ten aan het oordeel van de aangezochte administratie.
3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitge- steld op grond van het feit dat een lopend onderzoek of een lopende ver- volging of procedure hiermee wordt doorkruist. In een dergelijk geval pleegt de aangezochte administratie overleg met de verzoekende admi- nistratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend onder de voorwaarden of omstandigheden die de aangezochte administratie ver- langt.
4. Wanneer de bijstand wordt geweigerd of uitgesteld, dienen onver- wijld de redenen voor de weigering of het uitstel te worden gegeven.
HOOFDSTUK XI KOSTEN
Artikel 17
1. De douane-administraties zien af van alle vorderingen tot vergoe- ding van ter uitvoering van dit Verdrag gemaakte kosten, met uitzonde- ring van bedragen en vergoedingen betaald aan deskundigen en getuigen alsook de kosten van tolken die niet in dienst zijn van de Regering, welke worden gedragen door de verzoekende administratie.
2. If expenses of a substantial and extraordinary nature are or will be required to execute the request, the Customs Administrations shall con- sult to determine the terms and conditions under which the request will be executed as well as the manner in which the costs shall be borne.
CHAPTER XII IMPLEMENTATION OF THE AGREEMENT
Article 18
1. The Customs Administrations shall take measures so that their authorized officials responsible for the investigation or combating of customs offences maintain personal and direct relations with each other.
2. The Customs Administrations will decide on further detailed ar- rangements, within the framework of this Agreement, to facilitate the implementation of this Agreement.
3. The Customs Administrations shall endeavour to resolve by mutual accord any problem or doubt arising from the interpretation or applica- tion of this Agreement.
4. Disputes for which no solutions are found, shall be settled through diplomatic channels.
CHAPTER XIII APPLICATION
Article 19
1. As far as the Republic of Lithuania is concerned, this Agreement shall apply to its territory.
2. As far as the Kingdom of the Netherlands is concerned, this Agree- ment shall apply to its territory in Europe. It may, however, be extended either in its entirety or with any necessary modifications to the Nether- lands Antilles and/or Aruba.
3. Such extension shall take effect from such date and be subject to such modifications and conditions, including conditions as to termina- tion, as may be specified and agreed in notes to be exchanged through diplomatic channels.
2. Indien met de uitvoering van het verzoek aanmerkelijke kosten van buitengewone aard zijn of zullen zijn gemoeid, plegen de douane- administraties overleg om de voorwaarden en omstandigheden te bepa- len waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten worden gedragen.
HOOFDSTUK XII UITVOERING VAN HET VERDRAG
Artikel 18
1. De douane-administraties nemen maatregelen opdat hun met de opsporing of bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving belaste bevoegde ambtenaren persoonlijke en rechtstreekse betrekkingen met elkaar kunnen onderhouden.
2. De douane-administraties besluiten over nadere regelingen, binnen het kader van dit Verdrag, ter vergemakkelijking van de uitvoering van dit Verdrag.
3. De douane-administraties streven ernaar eventuele problemen of twijfels naar aanleiding van de interpretatie of toepassing van dit Ver- drag in onderlinge overeenstemming op te lossen.
4. Conflicten waarvoor geen oplossing wordt gevonden, worden langs diplomatieke weg geregeld.
HOOFDSTUK XIII TOEPASSING
Artikel 19
1. Wat de Republiek Litouwen betreft, is dit Verdrag van toepassing op haar grondgebied.
2. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag van toe- passing op het grondgebied in Europa. Het Verdrag kan echter, hetzij in zijn geheel, hetzij met de nodige wijzigingen, worden uitgebreid tot de Nederlandse Antillen en/of Aruba.
3. Bedoelde uitbreiding wordt van kracht met ingang van een datum en met inachtneming van wijzigingen en voorwaarden, met inbegrip van voorwaarden ten aanzien van de beëindiging, die nader worden vastge- steld en overeengekomen bij diplomatieke notawisseling.
CHAPTER XIV
ENTRY INTO FORCE AND TERMINATION
Article 20
This Agreement shall enter into force on the first day of the second month after the Contracting Parties have notified each other in writing through diplomatic channels that the constitutional or internal legal requirements for the entry into force of this Agreement have been com- plied with.
Article 21
1. Either Contracting Party may terminate this Agreement at any time by notification through diplomatic channels.
2. The termination shall take effect three months from the date of the notification of denunciation to the other Contracting Party. Ongoing pro- ceedings at the time of termination shall nonetheless be completed in accordance with the provisions of this Agreement.
3. Unless otherwise agreed the termination of this Agreement shall not also terminate its application to the Netherlands Antilles and/or Aruba if it has been extended thereto in conformity with the provisions of paragraph 2 of Article 19.
IN WITNESS whereof the undersigned, being duly authorized thereto, have signed this Agreement.
DONE at Vilnius on the 8th day of December 1998 in two originals in the Dutch, Lithuanian and English languages, all texts being equally authentic. In case of divergence of interpretation the English text shall prevail.
For the Kingdom of the Netherlands,
(sd.) W. H. J. XXX XXXXXXXXXXXX
For the Republic of Lithuania,
(sd.) X. XXXXXX
Annex on personal data protection
1. Personal data exchanged under this Agreement may only be used for the purposes indicated and according to any conditions the Customs Administration providing those data may require.
HOOFDSTUK XIV INWERKINGTREDING EN BEËINDIGING
Artikel 20
Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schrif- telijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de grondwettelijke of natio- nale wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Artikel 21
1. Elk van beide Verdragsluitende Partijen kan dit Verdrag te allen tijde langs diplomatieke weg opzeggen.
2. De beëindiging wordt van kracht drie maanden na de datum van de kennisgeving van opzegging aan de andere Verdragsluitende Partij. Lopende procedures op het tijdstip van beëindiging worden niettemin voltooid in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
3. Tenzij anders overeengekomen, wordt door de beëindiging van dit Verdrag niet tegelijkertijd de toepassing daarvan op de Nederlandse Antillen en/of Aruba beëindigd, indien het daartoe is uitgebreid overeen- komstig de bepalingen van artikel 19, tweede lid.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te Vilnius op 8 december 1998 in tweevoud in de Neder- landse, de Litouwse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst door- slaggevend.
Voor het Koninkrijk der Nederlanden,
(w.g.) W. H. J. XXX XXXXXXXXXXXX
Voor de Republiek Litouwen,
(w.g.) X. XXXXXX
Bijlage inzake de bescherming van persoonsgegevens
1. Uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens mogen slechts voor de aangegeven doeleinden worden gebruikt en conform de voorwaarden die de douane-administratie die de gegevens verstrekt, daaraan verbindt.
2. On request, the Customs Administration receiving personal data, shall inform the Customs Administration which has provided those data of the use made of them and the results achieved.
3. Personal data shall only be transmitted to the Customs Adminis- tration of the other Contracting Party. Transmission of personal data to any other authorities is only allowed after preceding approval by the Customs Administration providing those data.
4. The Customs Administration transmitting personal data shall en- sure that these data are accurate and up to date and not excessive in rela- tion to the purposes for which they are furnished. Any prohibitions under the domestic legal or administrative provisions of either Contracting Party have to be respected. If personal data have been transmitted, that turn out to be incorrect or should not have been exchanged, this shall be notified immediately. The Customs Administration which has received those data shall rectify or erase the data concerned.
5. On request any person concerned shall obtain information about the personal data stored relating to him and about their intended use. This obligation to provide the person concerned with such information does not apply when the public interest not to give the information exceeds the interest of the person concerned to obtain that information. The right to obtain information is otherwise subject to the domestic legal and administrative provisions applicable in the Contracting Party where the request for information is made. The Customs Administration that has provided the personal data concerned will be consulted before a decision on a request for information by a person concerned is taken. If the request for information is refused, the person concerned shall have a remedy. If the data appear to be inaccurate, not up to date or excessive, they will be rectified or erased. If the data have been communicated to other bodies or persons, these shall be informed of the rectification or erasure.
6. If investigations based on personal data exchanged under this Agreement cause damage to a natural person, the Customs Administra- tion that has used these personal data is responsible for this damage according to the domestic legal and administrative provisions applicable in that Contracting Party. That Customs Administration can not disclaim the damage by stating that the damage has been caused by the Customs Administration providing the personal data concerned.
2. De douane-administratie die persoonsgegevens ontvangt, licht de douane-administratie die de gegevens heeft verstrekt, op verzoek in over het gebruik dat daarvan is gemaakt en over de bereikte resultaten.
3. Persoonsgegevens worden uitsluitend toegezonden aan de douane- administratie van de andere Verdragsluitende Partij. Toezending van persoonsgegevens aan andere autoriteiten is slechts toegestaan na voor- afgaande goedkeuring door de douane-administratie die de gegevens verstrekt.
4. De douane-administratie die persoonsgegevens toezendt, zorgt er- voor dat deze gegevens correct, up to date en niet te uitvoerig zijn in verhouding tot de doeleinden waarvoor zij worden verstrekt. Eventuele verboden op grond van de nationale wettelijke en administratieve bepa- lingen van een van beide Verdragsluitende Partijen dienen in acht te wor- den genomen. Indien er persoonsgegevens zijn toegezonden die onjuist blijken te zijn of niet hadden mogen worden uitgewisseld, wordt daar- van onmiddellijk kennisgeving gedaan. De douane-administratie die deze gegevens heeft ontvangen, zal de desbetreffende gegevens corrige- ren of vernietigen.
5. Iedere betrokkene krijgt op verzoek informatie over de persoons- gegevens die met betrekking tot hem zijn opgeslagen en over het voor- genomen gebruik daarvan. Deze verplichting om de betrokkene deze informatie te verstrekken geldt niet wanneer het algemene belang dat wordt gediend door de informatie niet te verstrekken, zwaarder weegt dan het belang dat de betrokkene erbij heeft om die informatie te ver- krijgen. Het recht om informatie te verkrijgen is overigens onderworpen aan de toepasselijke nationale wettelijke en administratieve bepalingen van de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied het verzoek om informatie wordt gedaan. De douane-administratie die de desbetreffende persoonsgegevens heeft verstrekt, zal worden geraadpleegd voordat een besluit wordt genomen inzake een verzoek om informatie van een betrokkene. Indien het verzoek om informatie wordt afgewezen, komt betrokkene een rechtsmiddel toe. Indien de gegevens niet correct, niet up to date of te uitvoerig blijken te zijn, zullen deze worden rechtgezet of verwijderd. Indien de gegevens zijn doorgegeven aan andere instan- ties of personen, zullen deze van de verbetering of verwijdering in ken- nis worden gesteld.
6. Indien een onderzoek gebaseerd op uit hoofde van dit Verdrag uit- gewisselde persoonsgegevens een natuurlijke persoon schade berokkent, is de douane-administratie die deze persoonsgegevens heeft gebruikt aansprakelijk voor deze schade overeenkomstig de toepasselijke natio- nale wettelijke en administratieve bepalingen van die Verdragsluitende Partij. Die douane-administratie kan de schade niet van de hand wijzen door te stellen dat de schade is veroorzaakt door de douane-administratie die de desbetreffende persoonsgegevens heeft verstrekt.
7. Personal data transmitted under this Agreement shall only be kept as long as this is necessary to achieve the purposes for which these data are exchanged. When providing personal data under this Agreement, either Customs Administration shall specify any specific time limits for erasure of these personal data.
8. The Customs Administrations shall record the transmission and receipt of personal data under this Agreement.
9. The Customs Administrations shall take appropriate security meas- ures to protect personal data exchanged under this Agreement from unauthorised access, alteration or dissemination.
7. Uit hoofde van dit Verdrag toegezonden persoonsgegevens mogen slechts worden behouden zolang dit noodzakelijk is om het doel te berei- ken waarvoor deze gegevens zijn verstrekt. Wanneer persoonsgegevens uit hoofde van dit Verdrag worden verstrekt, geeft elk van beide douane- administraties eventuele specifieke termijnen aan waarna deze persoons- gegevens moeten worden vernietigd.
8. De douane-administratie registreert de toezending en ontvangst van persoonsgegevens uit hoofde van dit Verdrag.
9. De douane-administratie neemt passende beveiligingsmaatregelen om uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens te be- schermen tegen ongeoorloofde toegang, verandering of verspreiding.
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 20 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis heb- ben gesteld dat aan de grondwettelijke of nationale wettelijke vereisten is voldaan.
J. GEGEVENS
Van de op 5 december 1953 te Brussel aangenomen Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand is de tekst opgenomen in rubriek J van Trb. 1985, 63.
Van het op 28 januari 1981 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, naar welk Verdrag wordt verwezen in artikel 15, derde lid, zijn de Engelse en de Franse tekst en de verta- ling geplaatst in Trb. 1988, 7; zie ook, laatstelijk, Trb. 1993, 192.
Uitgegeven de tweeëntwintigste januari 1999.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2118
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 1999