Beoordelingsprogramma CCV-certificatieschema Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallaties


Beoordelingsprogramma

CCV-certificatieschema

Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallaties




Inleiding

Een gecertificeerd bedrijf moet voldoen aan het CCV Certificatieschema Brandmeldinstallaties en/of Ontruimingsalarminstallaties (verder genoemd het Schema):


  • Leveren Brandmeldinstallaties 6.0

  • Leveren Ontruimingsalarminstallaties 5.0

  • Installeren Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallaties 6.0

  • Onderhoud Brandmeldinstallaties 6.0

  • Onderhoud Ontruimingsalarminstallaties 5.0

De beoordeling wordt uitgevoerd aan de hand van het volgende programma. In de kolom “Artikel” wordt verwezen naar het artikel (paragraafnummer) in het certificatieschema. In de kolom “Verkorte omschrijving van de criteria” is de eis waaraan voldaan moet worden, volgens het certificatieschema, omschreven. In de kolom “Toelichting” wordt aangegeven op welke wijze wij beoordelen of aan de criteria wordt voldaan. In de kolom “Referentie” dient u aan te geven waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de eis (bv welke paragraaf in het kwaliteitshandboek, procedure of werkinstructie).


Het beoordelingsprogramma kan door het bedrijf gebruikt worden als voorbereiding op de audit waardoor deze efficiënt uitgevoerd kan worden. Daarnaast kan het document voor evaluatiedoeleinden worden gebruikt. Het document kan hiervoor worden aangepast en aangevuld met een datum van evaluatie en namen van betrokkenen.


Het beoordelingsprogramma is een hulpmiddel waaraan geen rechten ontleend kunnen worden, de eisen uit het certificatieschema zijn leidend.

Gegevens bij aanvraag certificering

Algemeen

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.3.1

De volgende documentatie is bij aanvang van de audit compleet en aanwezig:

  • Een volledig ingevuld en ondertekend opdrachtformulier;

  • Bewijs van wettelijke registratie (zie § 3.3.1);

  • Een verklaring van een daartoe bevoegd persoon dat het bedrijf zich conformeert aan de voorwaarden voor certificatie verbonden aan het certificatieschema (zie de verklaring in het opdrachtformulier);

  • Beschrijving hoe het kwaliteitssysteem ingericht is;

  • Gegevens die mogelijk tot een reductie kunnen leiden in de omvang en diepgang van de initiële beoordeling, zoals:

  • Andere aanwezige certificaten of gebruik van de overstapregeling.

  • Gegevens voor het correct kunnen beoordelen van een bedrijf met meerdere vestigingen (zie § 4.3).

Bij een initiële beoordeling wordt gecontroleerd of de documentatie aanwezig en compleet is. De inhoudelijke beoordeling van de gegevens vindt later in de audit plaats.



Om het kwaliteitssysteem (Kwaliteitshandboek) voorafgaande aan de audit te kunnen beoordelen verzoeken we dit uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de beoordeling in te dienen.



Deze controle vindt alleen plaats bij de eerste beoordeling; in volgende jaren wordt dit punt overgeslagen.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

1.2

Het gewenste toepassingsgebied komt overeen met het opdrachtformulier resp. het beoordelingsprogramma.

Er wordt geverifieerd of het bedrijf een certificatie voor de juiste certificatieschema’s heeft aangevraagd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.3.2

Het bedrijf verwijst voordat de beoordeling is afgesloten met een positief besluit in publicaties niet naar de aanvraag voor certificatie.

Er wordt gecontroleerd of niet naar de certificatie conform het certificatieschema wordt verwezen vóórdat het bedrijf gecertificeerd is.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Voorwaarden bij aanvraag en instandhouden

Algemeen

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.3.3

Het bedrijf draagt zorg dat het personeel van of namens de certificatie instelling en de nationale accreditatie-instantie dat de activiteiten van de certificatie instelling wil waarnemen, toegang heeft tot de locatie(s) waar de werkzaamheden worden of zijn uitgevoerd.

Tijdens de beoordeling wordt geverifieerd of dit in contracten en/of opdrachten of bijvoorbeeld algemene leveringsvoorwaarden is opgenomen.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.3.4

Het bedrijf voorziet de certificatie-instelling van alle planningsgegevens over te leveren producten en/of diensten, zodat de certificatie-instelling haar eigen activiteiten kan inplannen.

Alle (indien onderdeel van de scope) brandmeld- en/of ontruimingsalarminstallaties die het bedrijf levert en/of onderhoudt vallen onder toezicht van de certificatie-instelling.

Uit een of meerdere overzichten moet blijken wat er is geleverd, geïnstalleerd of onderhouden.



Hieruit zou moeten blijken welke projecten geleverd en/of geïnstalleerd zijn en op welke installaties onderhoud uitgevoerd wordt.



Tevens moet er voor leveren een verschil worden gemaakt in complete leveringen, deelleveringen of kleine aanpassingen.



Door gebruik te maken van het CIBV portal wordt hier invulling aan gegeven.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.3.5

Het bedrijf meldt relevante veranderingen in de organisatie tijdig bij de certificatie-instelling, zoals:

  • fusies en overnames;

  • wijzigingen in de organisatie;

  • wijzigingen in het kwaliteitssysteem, die van invloed zijn op de

  • kwaliteit van product;

  • borging van de kwaliteit van product;

  • uitvoering van het certificatieschema;

  • wijzigingen in de inhoud en de status van andere certificaten (voor zover van invloed op uitvoering van het certificatieschema).

Er wordt gecontroleerd of wijzigingen aan CIBV zijn gemeld.


Bij het eerste beoordelingsonderzoek is dit artikel niet van toepassing.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.1

Het bedrijf moet continu aan de certificatie-instelling kunnen aantonen dat voldaan wordt aan de eisen aan kwaliteitsborging en de voorwaarden bij aanvraag en in stand houden, genoemd in het certificatieschema.

Uitgangspunt is dat alle brandmeld- en/of ontruimingsalarminstallaties onder certificatie worden geleverd, geïnstalleerd of onderhouden.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2

Het bedrijf beschikt over een kwaliteitssysteem.

Vooraf wordt het kwaliteitssysteem, dan wel de inhoudsopgave daarvan, toegezonden aan de certificatie instelling ter voorbereiding op de audit.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

5.1 en 5.3

Het beeldmerk van het CCV wordt op de juiste wijze toegepast.

Zie ook het CCV Reglement Certificatiemerken 17065 (actuele versie)

Tijdens de beoordeling wordt dit aan de hand van bijvoorbeeld de website, bedrijfsvoertuigen en documenten beoordeeld

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

-

Het beeldmerk van CIBV wordt op de juiste wijze toegepast.

Zie ook algemene voorwaarden CIBV en het document Gebruik CIBV certificatiemerken PI-004-cibv, versie 2.0.

Tijdens de beoordeling wordt dit aan de hand van bijvoorbeeld de website, bedrijfsvoertuigen en documenten beoordeeld

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:



Organisatie en verantwoordelijkheden

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.1

Het bedrijf beschikt over een overzicht van medewerkers van wie het werk direct of indirect van invloed is op de kwaliteit van het geleverde product en/of dienst.

Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd.

Er moet een overzicht zijn van medewerkers die zijn betrokken bij de aanleg, installatie of het onderhoud van brandmeld- en/of ontruimingsalarminstallatie. In dit overzicht moet zijn opgenomen welke werkzaamheden een medewerker uitvoert. Het betreft de functies zoals genoemd in de certificatieschema’s (afhankelijk van de scope) te weten:

  • projecteringsdeskundige;

  • onderhoudsdeskundige;

  • inbedrijfsteller;

  • installatiedeskundige

Ook medewerkers in opleiding zijn opgenomen in het overzicht.

Dit overzicht wordt geverifieerd aan de hand van de eisen uit het schema.

Uit het overzicht zou moeten blijken wie welke rol heeft.

Hiërarchische verbanden zijn inzichtelijk.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.2

In het kwaliteitssysteem is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de kwalificatie van medewerkers.

Indien de kwalificatie niet door de directie wordt uitgevoerd maar namens de directie, dient deze persoon over HBO-werk- en denkniveau te beschikken.

Tijdens de beoordeling wordt gecontroleerd of dit in het kwaliteitshandboek is opgenomen en of deze persoon beschikt over de vereiste vaardigheden.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.1

Het bedrijf zorgt dat alle betrokken medewerkers op de hoogte zijn en blijven volgens het kwaliteitssysteem.

De medewerkers werken volgens het kwaliteitssysteem.

Er wordt gecontroleerd of medewerkers op de hoogte zijn (instructie hebben gehad) van het kwaliteitssysteem en volgens het kwaliteitssysteem werken.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.2

Er wordt uitsluitend gekwalificeerd personeel ingezet.



Het bedrijf stelt vast of medewerkers aan de kwalificaties van het certificatieschema voldoen. Kwalificaties worden geregistreerd, bijgehouden en jaarlijks geëvalueerd.

Er wordt gecontroleerd of de registratie van kwalificaties aan de eisen uit het schema voldoet.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.2

Het bedrijf moet van medewerkers betrokken bij taken aangegeven in het certificatieschema vaststellen dat aan de kwalificatie-eisen wordt voldaan.

Iedere projecteringsdeskundige, installatiedeskundige en inbedrijfsteller (geldt ook voor ingehuurd personeel) wordt op een werklocatie gecontroleerd op het voldoen aan de kwalificatie-eisen en het zelfstandig kunnen werken. De uitkomst van de controle wordt vastgelegd; ingeval van vastgestelde afwijkingen wordt beschreven hoe deze worden gecorrigeerd.

De periode van controle, na de initiële kwalificatie, wordt door het bedrijf bepaald en kan variëren per medewerker afhankelijk van het aantal en soort afwijkingen dat bij de vorige beoordeling is vastgesteld. De periode mag na de initiële kwalificatie nooit langer dan 3 jaar en uiteindelijk nooit langer dan 5 jaar zijn.

Tijdens de beoordeling wordt dit aan de hand van het overzicht verantwoordelijk medewerkers gecontroleerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Branddetectiebedrijf

Voor initiële en periodieke kwalificatie moet het bedrijf ten minste één medewerker aanstellen.

Ontruimingsalarmbedrijf

Voor initiële en periodieke kwalificatie moet het bedrijf ten minste één medewerker aanstellen.

Brandmeldinstallatiebedrijf

Voor initiële en periodieke kwalificatie moet het bedrijf ten minste één medewerker aanstellen.

Brandmeldonderhoudsbedrijf

Voor initiële en periodieke kwalificatie moet het bedrijf ten minste één medewerker aanstellen.

Ontruimingsalarmonderhoudsbedrijf

Voor initiële en periodieke kwalificatie moet het bedrijf ten minste één medewerker aanstellen.

3.2.1

Branddetectiebedrijf

Het bedrijf heeft minimaal in vast dienstverband:

  • 1 projecteringsdeskundige;

  • 1 inbedrijfsteller; en

  • 1 installatiedeskundige.



Deze deskundigen zijn in minimaal 2 personen vertegenwoordigd.

Tijdens de beoordeling wordt dit aan de hand van het overzicht verantwoordelijk medewerkers gecontroleerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Ontruimingsalarmbedrijf

Het bedrijf heeft minimaal in vast dienstverband:

  • 1 projecteringsdeskundige;

  • 1 inbedrijfsteller; en

  • 1 installatiedeskundige.



Deze deskundigen kunnen in 1 persoon vertegenwoordigd zijn.

Installatiebedrijf

Het bedrijf heeft minimaal in vast dienstverband:

  • 1 installatiedeskundige.

Brandmeldonderhoudsbedrijf

Het bedrijf heeft minimaal in vast dienstverband:

  • 1 onderhoudsdeskundige.

Ontruimingsalarmonderhoudsbedrijf

Het bedrijf heeft minimaal in vast dienstverband:

  • 1 onderhoudsdeskundige.

3.2.1

De vervanging van deskundigen is georganiseerd.

Tijdens de beoordeling wordt beoordeeld op welke wijze de continuïteit is geregeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.1

Branddetectiebedrijf

Het ontwerp, uitvoeren van proefbranden, controleren van diverse onderdelen en samenstellen van opleverdocumentatie moet door een projecteringsdeskundige worden uitgevoerd of onder diens directe verantwoordelijkheid.

Het aansluiten van de BMC, testen van de melders etc. moet worden uitgevoerd door een inbedrijfsteller (dit is een medewerker die in het bezit is van het diploma projecteringsdeskundige of een persoon die beschikt over een diploma onderhoudsdeskundige met 2 jaar ervaring met brandmeldinstallaties).

De installatiedeskundige is altijd op het werk aanwezig zolang er installatiewerkzaamheden worden uitgevoerd en houdt toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden.

Tijdens de beoordeling wordt dit aan de hand van de procesbeschrijvingen en dossiers van projecten beoordeeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Ontruimingsalarmbedrijf

Het aansluiten van de OAC, testen van de melders etc. moet worden uitgevoerd door een inbedrijfsteller.

De installatiedeskundige is altijd op het werk aanwezig zolang er installatiewerkzaamheden worden uitgevoerd en houdt toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden.

Installatiebedrijf

De installatiedeskundige is altijd op het werk aanwezig zolang er installatiewerkzaamheden worden uitgevoerd en houdt toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden.

Brandmeldonderhoudsbedrijf

Het onderhoud van een brandmeldinstallatie moet door een onderhoudsdeskundige worden uitgevoerd.

Ontruimingsalarmonderhoudsbedrijf

Het onderhoud van een ontruimingsalarminstallatie moet door een onderhoudsdeskundige worden uitgevoerd.


Kwalificaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.2

Branddetectiebedrijf en/of Ontruimingsalarmbedrijf

De projecteringsdeskundige, installatiedeskundige en inbedrijfsteller hebben de kwalificaties volgens het schema.

Projecteringsdeskundigen:

  • Kennis van systeemgroepen (producttrainingen)

  • Projecteringsdeskundige (diploma)

  • Kennis van het Certificatieschema


Installatiedeskundigen:

  • Installatiedeskundige (diploma)

  • Kennis van het Certificatieschema


Inbedrijfstellers:

  • Kennis van systeemgroepen (producttrainingen)

  • Projecteringsdeskundige (diploma) of onderhoudsdeskundige (diploma) met twee jaar ervaring als onderhoudsdeskundige

  • Kennis van het Certificatieschema

Tijdens de beoordeling worden diploma’s ingezien en notities gemaakt van functies, namen en diploma’s.

Van de gevolgde opleidingen en trainingen worden notities gemaakt.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Installatiebedrijf

De installatiedeskundigen hebben de kwalificaties volgens het schema:

  • Installatiedeskundige (diploma)

  • Kennis van het Certificatieschema

Onderhoudsbedrijf

De onderhoudsdeskundigen hebben de kwalificaties volgens het schema:

  • Kennis van systeemgroepen (producttrainingen)

  • Onderhoudsdeskundige (diploma)

  • Aanwijzing NEN 3140 (schakelen 230 Volt)

  • Kennis van het Certificatieschema.



Kennis toe te passen apparatuur

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.2

Branddetectiebedrijf en/of Ontruimingsalarmbedrijf

Per type systeemgroep per producent van brandmeldinstallaties zijn de verantwoordelijke projecteringsdeskundigen en inbedrijfstellers afdoende getraind en gekwalificeerd.

Tijdens de beoordeling worden diploma’s en certificaten van gevolgde producttrainingen of opleidingen van de fabrikant ingezien.

Aantoonbaar moet zijn op welke producten de training betrekking heeft en wat de diepgang van de training is geweest.

Van de gevolgde opleidingen en trainingen worden notities gemaakt.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Onderhoudsbedrijf

Per type systeemgroep per producent van brandmeldinstallaties zijn de verantwoordelijke onderhoudsdeskundigen afdoende getraind en gekwalificeerd.

3.2.2

Certificatieschema’s BMI

Verklaringen van producenttrainingen of -opleidingen afgegeven op of na 1 juni 2016 (datum inwerkingtreden van versie 4.0) moeten voldoen aan bijlage 8 van het schema.

Certificaathouders moeten van verklaringen afgegeven vóór 1 juni 2016 zelf valideren of voldaan is aan de eindtermen uit Bijlage 8.

Tijdens de beoordeling wordt nagegaan of van verklaringen afgegeven vóór 1 juni 2016 (BMI) en/of vóór 1 februari 2016 (OAI) gevalideerd zijn.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Certificatieschema’s OAI

Verklaringen van producenttrainingen of –opleidingen afgegeven op of na 1 februari 2016 (datum inwerkingtreden van versie 3.0) moeten voldoen aan bijlage 7 van het schema.

Certificaathouders moeten van verklaringen afgegeven vóór 1 februari 2016 zelf valideren of voldaan is aan de eindtermen uit Bijlage 7.


Overzicht toe te passen apparatuur

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.2

Branddetectiebedrijf en/of Ontruimingsalarmbedrijf

Er is een overzicht van de producten (apparatuur) die in installaties wordt toegepast.

In het overzicht is van de apparatuur het fabricaat en type vermeld.

Tijdens de beoordeling wordt het overzicht ingezien.

Alle brandmeld- en/of ontruimingsalarmapparatuur die wordt geleverd en/ of wordt onderhouden conform de betreffende certificatieschema’s moet in dit overzicht zijn opgenomen.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Onderhoudsbedrijf

Er is een overzicht van de producten (apparatuur) die in de te onderhouden installaties is toegepast.

In het overzicht is van de apparatuur het fabricaat en type vermeld.

3.2.7

Het bedrijf beschikt over werkinstructies en voorschriften, van de producent van de toegepaste componenten en materialen.

Tijdens de beoordeling wordt beoordeeld of de werkinstructies en voorschriften, van de producenten aanwezig zijn en beschikbaar voor de deskundigen.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Meetmiddelen

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.3

Het bedrijf beschikt over een overzicht van apparatuur en meetmiddelen die worden ingezet in het kader van het onder certificaat geleverde product.

Meetmiddelen en apparatuur moeten aantoonbaar zijn geïdentificeerd, afgestemd zijn op de omstandigheden en de betrouwbaarheid van de meetmiddelen moet zijn geborgd.

De spannings- en stroommeters (multimeter) worden jaarlijks op correcte aanwijzing beproefd door vergelijking met een meetmiddel met tenminste dezelfde nauwkeurigheid.

Tijdens de beoordeling wordt dit overzicht geverifieerd en notities gemaakt van de aanwezige meetmiddelen.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Uitbesteden en inhuur

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.4 en 3.2.5

Bij uitbesteding beoordeelt het bedrijf of de onderaannemer geschikt is voor het uitvoeren van het uitbestede werk.

Het branddetectiebedrijf en/of ontruimingsalarmbedrijf besteedt alleen het installatiewerk uit.

Ingehuurd personeel voldoet aan de gestelde eisen voor vakbekwaamheid.

Tijdens de beoordeling wordt dit aan de hand van de procesbeschrijvingen en dossiers van projecten beoordeeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Documentbeheer, registraties en archivering

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.7

Het bedrijf beschikt over een actueel bestand van naslagwerken voor de betreffende activiteiten.

Branddetectiebedrijf:

  • NEN 1010 actuele versie;

  • NPR 2576:2018;

  • NEN 2535:2017;

  • Reglement certificatiemerken 17065 (actuele versie).

Ontruimingsalarmbedrijf:

  • NEN 1010 actuele versie;

  • NPR 2576:2018;

  • NEN 2575-1:2012+C1:2021;

  • NEN 2575-2:2012+A2:2023;

  • NEN 2575-3:2012+A3:2023;

  • NEN 2575-4:2013;

  • NEN 2575-5:2012;

  • NEN-EN-IEC 60268-16:2011;

  • Reglement certificatiemerken 17065 (actuele versie).


Installatiebedrijf:

  • Een installatiebedrijf beschikt over de normen en documenten in de versie die uit de opdracht voortvloeit;

  • Reglement certificatiemerken 17065 (actuele versie).


Brandmeldonderhoudsbedrijf:

  • NEN 2654-1:2018+C1:2018;

  • Reglement certificatiemerken 17065 (actuele versie).


Ontruimingsalarmonderhoudsbedrijf:

  • NEN 2654-2:2018;

  • Reglement certificatiemerken 17065 (actuele versie).

De beschikbaarheid wordt tijdens de beoordeling gecontroleerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.7

Het bedrijf beschikt over de volgende registraties:

  • overzicht van medewerkers, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • hiërarchische verbanden (§ 3.2.1);

  • kwalificaties van de medewerkers (§ 3.2.2);

  • overzicht van apparatuur en meetmiddelen, waar van toepassing (§3.2.3);

  • de resultaten van verificaties en validaties
    (§ 3.2.6);

  • klachten (§ 3.2.8);

  • correcties en corrigerende maatregelen (§ 3.2.9);

  • resultaten van evaluaties (§ 3.2.10);

  • documenten (bijvoorbeeld contract, bevestiging van een opdracht, eigen registratie van een mondelinge opdracht, e-mail) waarin de opdracht van de afnemer aan het bedrijf is vastgelegd.

De registraties worden tijdens de beoordeling geverifieerd.



Zie ook de toelichting bij de betreffende items verderop in dit document.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.7

Alle gegevens en documenten die betrekking hebben op de eisen zoals gesteld in het certificatieschema worden op een overzichtelijke gearchiveerd en de gegevens worden voor een periode van minimaal 5 jaar bewaard.

Tijdens de beoordeling wordt dit aan de hand van de procesbeschrijvingen en dossiers van projecten beoordeeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.7

De met de opdrachtgever gemaakte afspraken worden geregistreerd.

Beoordeeld wordt of een schriftelijke opdracht of bevestiging van de gemaakte afspraken aanwezig is.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Klachten en Corrigerende maatregelen en Evaluatie

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

3.2.8

Het bedrijf heeft een schriftelijke procedure voor klachten, klachtanalyse en het nemen van corrigerende maatregelen om herhaling te voorkomen.

Tijdens de beoordeling wordt de registratie en afhandeling van de klachten beoordeeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.9

Het bedrijf heeft een schriftelijke procedure voor herstel en corrigerende maatregelen.

Bij geconstateerde fouten, kansen voor verbetering en afwijkingen zorgt het bedrijf naast herstel ook voor corrigerende maatregelen. Corrigerende maatregelen zijn gericht op het voorkomen van het opnieuw optreden van de fout.

Naast klachten wordt ook de registratie en afhandeling andere fouten en afwijkingen beoordeeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.10

Het bedrijf controleert dat wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld in hoofdstuk 2 en 3 van de schema’s.

Daartoe maakt het bedrijf jaarlijkse een analyse van:

  • de ontvangen klachten en de wijze van afhandeling;

  • de rapportages van de certificatie-instelling van de audit van het ondersteunende kwaliteitssysteem en productgerichte beoordelingen op werklocatie;

  • registraties van de kwalificaties van projecteringsdeskundigen, installatiedeskundigen, inbedrijfstellers en onderhoudsdeskundigen (zie paragraaf 3.2.2).

Het bedrijf neemt op basis van de analyse aanvullende corrigerende maatregelen volgens paragraaf 3.2.9 ingeval er afwijkingen zijn vastgesteld die niet incidenteel zijn. Van de periodieke analyse en de genomen corrigerende maatregelen wordt een verslag gemaakt waarin de nadruk ligt op de genomen corrigerende maatregelen.

Tijdens de beoordeling worden de registraties ingezien en beoordeeld met name ten aanzien van de invloed op leveren en onderhouden van brandmeld- en/of ontruimingsalarminstallaties.

Een analyse van het functioneren van het kwaliteitssysteem moet zijn uitgevoerd nadat er een schemawijziging is geweest en voordat de audit door CIBV plaatsvindt.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit resultaten uit dit rapport en daarbij de volgende projectdossiers beoordeeld.


Projectdossier(s) leveren:



Projectdossier(s) installeren:



Projectdossier(s) onderhoud:



Inspecties op geleverde diensten

Leveren Brandmeldinstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

4.4.2


Initiële beoordeling

Bij de initiële beoordeling zijn twee brandmeldinstallaties op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van de installaties op locatie wordt uitgevoerd door inspectie instellingen die hiervoor een overeenkomst hebben met CIBV. CIBV zal op basis van het inspectierapport en de beoordeling van documenten vaststellen of aan de eisen wordt voldaan.

Het is wenselijk dat de inspecties zijn uitgevoerd voordat de audit wordt uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

4.5.2

Periodieke beoordeling

Bij de periodieke beoordeling zijn het vereiste (conform tabel bij art. 4.5.2 van het Certificatieschema) aantal brandmeldinstallaties op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van de installaties op locatie wordt uitgevoerd door inspectie instellingen die hiervoor een overeenkomst hebben met CIBV. CIBV zal op basis van het inspectierapport en de beoordeling van documenten vaststellen of aan de eisen wordt voldaan.

Het is wenselijk dat de beoordelingen voor het uitvoeren van de audit zijn uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Leveren Ontruimingsalarminstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

4.4.2


Initiële beoordeling

Bij de initiële beoordeling zijn twee brandmeldinstallaties op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van de installaties op locatie wordt uitgevoerd door inspectie instellingen die hiervoor een overeenkomst hebben met CIBV. CIBV zal op basis van het inspectierapport en de beoordeling van documenten vaststellen of aan de eisen wordt voldaan.

Het is wenselijk dat de inspectie zijn uitgevoerd voordat de audit wordt uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

4.5.2

Periodieke beoordeling

Bij de periodieke beoordeling zijn het vereiste (conform tabel bij art. 4.5.2 van het Certificatieschema) aantal brandmeldinstallaties op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van de installaties op locatie wordt uitgevoerd door inspectie instellingen die hiervoor een overeenkomst hebben met CIBV. CIBV zal op basis van het inspectierapport en de beoordeling van documenten vaststellen of aan de eisen wordt voldaan.

Het is wenselijk dat de beoordelingen voor het uitvoeren van de audit zijn uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:



Installeren Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

4.4.2


Initiële beoordeling

Bij de initiële beoordeling is het installatiewerk van twee brandmeldinstallaties op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van het installatiewerk op locatie wordt uitgevoerd door inspectie instellingen die hiervoor een overeenkomst hebben met CIBV. CIBV zal op basis van het inspectierapport en de beoordeling van documenten vaststellen of aan de eisen wordt voldaan.

Het is wenselijk dat de inspectie zijn uitgevoerd voordat de audit wordt uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

4.5.2

Periodieke beoordeling

Bij de periodieke beoordeling is het installatiewerk van het vereiste (conform tabel bij art. 4.5.2 van het Certificatieschema) aantal brandmeldinstallaties op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van het installatiewerk op locatie wordt uitgevoerd door inspectie instellingen die hiervoor een overeenkomst hebben met CIBV. CIBV zal op basis van het inspectierapport en de beoordeling van documenten vaststellen of aan de eisen wordt voldaan.

Het is wenselijk dat de beoordelingen voor het uitvoeren van de audit zijn uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Onderhoud Brandmeldinstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

4.4.2


Initiële beoordeling

Bij de initiële beoordeling is van twee brandmeldinstallaties de uitvoering van het onderhoud op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van het onderhoud wordt door CIBV uitgevoerd.

Het is wenselijk dat de inspectie zijn uitgevoerd voordat de audit wordt uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

4.5.2

Periodieke beoordeling

Bij de periodieke beoordeling is van het vereiste (conform tabel bij art. 4.5.2 van het Certificatieschema) aantal brandmeldinstallaties de uitvoering van het onderhoud op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van het onderhoud wordt door CIBV uitgevoerd.

Het is wenselijk dat de beoordelingen voor het uitvoeren van de audit zijn uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Onderhoud Ontruimingsalarminstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

4.4.2


Initiële beoordeling

Bij de initiële beoordeling is van twee brandmeldinstallaties de uitvoering van het onderhoud op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van het onderhoud wordt door CIBV uitgevoerd.

Het is wenselijk dat de inspectie zijn uitgevoerd voordat de audit wordt uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

4.5.2

Periodieke beoordeling

Bij de periodieke beoordeling is van het vereiste (conform tabel bij art. 4.5.2 van het Certificatieschema) aantal brandmeldinstallaties de uitvoering van het onderhoud op locatie beoordeeld (geïnspecteerd).

De beoordeling van het onderhoud wordt door CIBV uitgevoerd.

Het is wenselijk dat de beoordelingen voor het uitvoeren van de audit zijn uitgevoerd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:



Primaire proces

Leveren Brandmeldinstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

2.1 en 3.2.1

Bij levering van een deel van een brandmeldinstallatie blijkt uit de opdracht duidelijk welk deel dit betreft.

Alle werkzaamheden worden volgens het certificatieschema uitgevoerd. Ook het leveren van een deel van een installatie vallen onder het certificatieschema.



Waarbij onderscheid is gemaakt in een complete levering, deellevering en kleine aanpassingen.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.1 en 3.2.6

Er is voldoende informatie om tot een ontwerp te komen. Deze informatie geeft invulling aan de uitgangspunten in bijlage A.3.1 van NEN 2535.



Het Programma van Eisen (PvE) is:

  • beschrijft alle uitgangspunten uit bijlage A.3.1 van NEN 2535;

  • getekend door de opdrachtgever.



Ontbreekt het programma van eisen of bevat het onvoldoende of tegenstrijdige informatie, dan informeert het bedrijf voor aanvang van het werk zijn opdrachtgever.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.2 en 3.2.1

Het ontwerp wordt door een projecteringsdeskundige gemaakt en de documenten voldoen aan de eisen uit het Certificatieschema.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.1 en

3.2.6

Een tweede projecteringsdeskundige controleert van iedere brandmeldinstallatie het ontwerp bestaande uit:

  • de projectie op installatietekening(en);

  • het blokschema;

  • de functiematrix;

  • parametersoftware (indien van toepassing);

  • toepassing functiebehoud volgens NEN 2535 en uitvoering volgens NPR 2576 (op basis van bijlage B, C en D van de NPR 2576).



In het geval van deellevering of kleine aanpassing is betrokkenheid van een 2e projecteringsdeskundige niet noodzakelijk.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.2 en 3.2.1

Bij een afwijkende projectie of een niet standaardruimte is aangetoond dat voldaan is aan de eis voor de in het PvE vastgelegde brandgrootte.

Eventuele proefbranden worden volgens de eisen uit het Certificatieschema en NEN 2535 uitgevoerd.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3 en 3.2.1

De apparatuur volgens bijlage 5 van het certificatieschema:

  • voldoet aan de eisen uit NEN 2535 bijlage E;

  • is voorzien van een CE markering;

  • voldoet aan de specificaties en aan NEN 2535 hoofdstukken 5, 6 en 7.

De controle of validatie wordt uitgevoerd door of onder directe verantwoordelijkheid van een projecteringsdeskundige en wordt geregistreerd in het Rapport van Oplevering.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4

en 3.2.1

Kabels, montagesystemen, bevestigingsmiddelen en te monteren apparatuur:

  • montageproducten voldoen aan NEN 2535 hoofdstuk 11;

  • montageproducten en te monteren apparatuur voldoet aan de specificatie;

  • montageproducten en te monteren apparatuur vertonen geen zichtbare beschadigingen.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4

en 3.2.1

Realisatie functiebehoud oplossingen voldoen aan:

  • de eisen zoals voorgeschreven door de projecteringsdeskundige;

  • NEN 2535 hoofdstuk 9 punten h, i en j;

  • NPR 2576.


Er is een document (bijlage B, C en D van de NPR 2576) waaruit de functiebehoud oplossingen blijken.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4

en 3.2.1

Transmissiewegen voldoen aan NEN 2535 hoofdstuk 11.

De controle wordt uitgevoerd en het resultaat wordt geregistreerd:

  • in het Rapport van Oplevering (indien relevant) met handtekening projecteringsdeskundige en datum, of

  • op de een bedrijfseigen registratiemodel met paraaf of handtekening en datum installatiedeskundige.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5 en 3.2.1

Bij het inbedrijfstellen wordt de functionaliteit van de brandmeldinstallatie gecontroleerd.

De controle wordt uitgevoerd door een inbedrijfsteller.

Het controleresultaat wordt geregistreerd in het Rapport van Oplevering volgens bijlage 10 van het certificatieschema.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5 en

3.2.1

Bij iedere oplevering van een brandmeldinstallatie zijn de bescheiden conform NEN 2535 bijlage B.4 volledig ingevuld.

De controle wordt uitgevoerd door een projecteringsdeskundige.

Het Rapport van Oplevering:

  • volgens bijlage 10 van het certificatieschema wordt toegepast;

  • wordt volledig ingevuld;

  • is ten minste voorzien van de bijlagen A tot en met D;

  • wordt getekend en gedateerd door een projecteringsdeskundige.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5

Door het bedrijf wordt certificaat Brandmeldinstallatie verstrekt.

Aan de hand van een of meerdere projectdossiers wordt beoordeeld of het certificaat in het CIBV portal is aangemeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:




Leveren Ontruimingsalarminstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

2.1 en 3.2.1

Bij levering van een deel van een ontruimingsalarminstallatie blijkt uit de opdracht duidelijk welk deel dit betreft.

Alle werkzaamheden worden volgens het certificatieschema uitgevoerd. Ook het leveren van een deel van een installatie vallen onder het certificatieschema.



Waarbij onderscheid is gemaakt in een complete levering, deellevering en kleine aanpassingen.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.1 en 3.2.6

Er is voldoende informatie om tot een ontwerp te komen. Deze informatie geeft invulling aan de uitgangspunten in bijlage A.3.1 van NEN 2575.



Het Programma van Eisen (PvE) is:

  • beschrijft alle uitgangspunten uit bijlage A.3.1 van NEN 2575;

  • getekend door de opdrachtgever.



Ontbreekt het programma van eisen of bevat het onvoldoende of tegenstrijdige informatie, dan informeert het bedrijf voor aanvang van het werk zijn opdrachtgever.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.2 en 3.2.1

Het ontwerp wordt door een projecteringsdeskundige gemaakt en de documenten voldoen aan de eisen uit het Certificatieschema.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

3.2.1 en

3.2.6

Een tweede projecteringsdeskundige controleert van iedere ontruimingsalarminstallatie het ontwerp bestaande uit:

  • de projectie op installatietekening(en);

  • het blokschema;

  • de functiematrix;

  • parametersoftware (indien van toepassing);

  • toepassing functiebehoud volgens NEN 2575 en uitvoering volgens NPR 2576 (op basis van bijlage B, C en D van de NPR 2576).

In het geval van deellevering of kleine aanpassing is betrokkenheid van een 2e projecteringsdeskundige niet noodzakelijk.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5.1 en/of 2.2.5.2 en 3.2.1

Bij afwijkende projectie of bij niet standaardruimten worden geluidsmetingen uitgevoerd (ontruimingsalarminstallatie type A of B).

De metingen wordt uitgevoerd door een projecteringsdeskundige.

Het controleresultaat wordt geregistreerd in het Rapport geluidsmeting volgens de norm.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5.3 en 3.2.1

Bij het inbedrijfstellen worden veldsterktemetingen uitgevoerd (ontruimingsalarminstallatie stil draadloos).

De metingen wordt uitgevoerd door een projecteringsdeskundige.

Het controleresultaat wordt geregistreerd in het Rapport veldsterktemeting volgens de norm.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5.4 en 3.2.1

Bij het inbedrijfstellen worden alle attentiepanelen en overige apparatuur getest.

De metingen wordt uitgevoerd door een inbedrijfsteller.

Het controleresultaat wordt geregistreerd in het Rapport veldsterktemeting volgens de norm.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3 en 3.2.1

De apparatuur volgens bijlage 5 van het certificatieschema:

  • voldoet aan de eisen uit NEN 2575 bijlage E;

  • is voorzien van een CE markering;

  • voldoet aan de specificaties en aan NEN 2575.

De controle of validatie wordt uitgevoerd door of onder directe verantwoordelijkheid van een projecteringsdeskundige en wordt geregistreerd in het Rapport van Oplevering.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4 en 3.2.1

Kabels, montagesystemen, bevestigingsmiddelen en te monteren apparatuur

  • voldoen aan NEN 2575;

  • voldoen aan de specificaties;

  • vertonen geen zichtbare beschadigingen.

De (visuele) controle wordt uitgevoerd door of onder directe verantwoordelijkheid van een installatiedeskundige en bij afwijkingen van de eis of afwijking van de specificatie of bij beschadigingen wordt het controleresultaat geregistreerd.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4 en 3.2.1

Realisatie functiebehoud door FB-kabelsystemen en bouwkundige oplossingen:

  • voldoen aan de eisen zoals voorgeschreven door de projecteringsdeskundige;

  • aan NEN 2575 van toepassing zijnde hoofdstuk;

  • voldoen NPR 2576.

De controle wordt uitgevoerd door een installatiedeskundige.

De controle wordt visueel uitgevoerd op basis van een productcertificaat op FB-kabelsystemen en het controleresultaat wordt geregistreerd op een formulier conform NPR 2576 bijlage B, C en D.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4 en 3.2.1

Transmissiewegen voldoen aan NEN 2575.

De controle wordt uitgevoerd en het resultaat wordt geregistreerd:

  • in het Rapport van Oplevering (indien relevant) met handtekening projecteringsdeskundige en datum, of

  • op de een bedrijfseigen registratiemodel met paraaf of handtekening en datum installatiedeskundige.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5 en 3.2.1

Bij het inbedrijfstellen wordt de functionaliteit van de ontruimingsalarminstallatie gecontroleerd.

De controle wordt uitgevoerd door een inbedrijfsteller.

Het controleresultaat wordt geregistreerd in het Rapport van Oplevering volgens NEN 2575.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5 en 3.2.1

Bij iedere oplevering van een ontruimingsalarminstallatie zijn de voorgeschreven bescheiden conform NEN 2575 volledig ingevuld.

De controle wordt uitgevoerd door een projecteringsdeskundige.

Het Rapport van Oplevering:

  • volgens bijlage B6 van de norm wordt toegepast;

  • wordt volledig ingevuld;

  • is voorzien van de vereiste bijlagen conform de norm;

  • wordt getekend en gedateerd door een projecteringsdeskundige.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.5

Door het bedrijf wordt een certificaat verstrekt.

Aan de hand van een of meerdere projectdossiers wordt beoordeeld of het certificaat in het CIBV portal is aangemeld

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

Installeren Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

2.2.1

Bij levering van een deel van installatiewerk blijkt uit de opdracht duidelijk welk deel dit betreft.

Alle werkzaamheden worden volgens het certificatieschema uitgevoerd. Ook het leveren van een deel van een installatie vast onder het certificatieschema.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.1

De navolgende documenten zijn beschikbaar:

  • projectietekening;

  • voldoende informatie over indeling van de installatie, de positie van componenten en transmissiewegen;

  • aansluitgegevens;

  • door opdrachtgever voorgeschreven type functiebehoud (op basis van bijlage B, C en D van NPR 2576).

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.2

Controle te monteren apparatuur.

  • Typeaanduiding voldoet

  • Apparatuur is niet beschadigd

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

Kabels, montagesystemen, bevestigingsmiddelen en te monteren apparatuur:

  • montageproducten voldoen aan NEN 2535 / NEN 2575;

  • montageproducten en te monteren apparatuur voldoet aan de specificatie;

  • montageproducten en te monteren apparatuur vertonen geen zichtbare beschadigingen.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

Er is een document met de inhoud van de NPR 2576 bijlage B, C en D waaruit blijkt dat functie behoud is uitgevoerd zoals is voorgeschreven door de projecteringsdeskundige.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

De realisatie van transmissiewegen voldoet aan NEN 2535/ NEN 2575.

Paraaf of handtekening installatiedeskundige in combinatie met datum op (concept) installatietekening of een ander bedrijfseigen registratiemodel.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

Aansluiting verdeelinrichting. De aansluiting voldoet aan het relevante deel van de NEN 2575-reeks en NEN 1010.

Paraaf of handtekening installatiedeskundige in combinatie met datum op (concept) installatietekening of een ander bedrijfseigen registratiemodel.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4

Documenten opleveren installatiewerk

(bedrijfseigen checklist).

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.4

Door het bedrijf wordt een attest installatiewerk verstrekt.

Aan de hand van een of meerdere projectdossiers wordt beoordeeld of het attest in het CIBV portal is aangemeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:



Onderhoud brandmeldinstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

2.1

Bij onderhoud aan een deel van de installatie moet uit de opdracht duidelijk blijken welk deel het betreft en wat de afbakening is.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.1

Het onderhoudsplan voldoet aan de minimale inhoud zoals aangegeven in artikel 3.2.6 en bijlage 10 van het certificatieschema.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3 en 3.2.6

Er is door de onderhoudsdeskundige gecontroleerd op aanwezigheid en het overeenstemmen van de volgende documenten:

  • Programma van Eisen;

  • installatieplattegrond;

  • functiematrix;

  • blokschema.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.2

Het onderhoud aan een brandmeldinstallatie wordt uitgevoerd conform NEN 2654-1 en de onderhoudsinstructies van de producent.

Het onderhoud wordt uitgevoerd door een onderhoudsdeskundige.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

Het Rapport van onderhoud:

  • is conform bijlage D van de NEN2654-1;

  • is aangevuld met artikel 2.2.3 van het certificatieschema;

  • is voorzien van het certificatie keurmerk;

  • wordt volledig ingevuld;

  • waar van toepassing is D.2.4 voorzien van advies;

  • gedateerd en getekend door de opsteller van het rapport.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

Door het bedrijf wordt een certificaat verstrekt.

Indien er geen certificaat verstrekt kan worden zal een bewijs van controle worden aangevraagd in het CIBV portal.

Aan de hand van een of meerdere projectdossiers wordt beoordeeld of het certificaat in het CIBV portal is aangemeld

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Onderhoud ontruimingsalarminstallaties

Artikel

Verkorte omschrijving van de criteria

Toelichting

Referentie

2.1

Bij onderhoud aan een deel van de installatie moet uit de opdracht duidelijk blijken welk deel het betreft en wat de afbakening is.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.1

Het onderhoudsplan voldoet aan de minimale inhoud zoals aangegeven in artikel 3.2.6 en bijlage 9 van het certificatieschema.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3 en 3.2.6

Er is door de onderhoudsdeskundige gecontroleerd op aanwezigheid en het overeenstemmen van de volgende documenten:

  • Programma van Eisen;

  • installatieplattegrond;

  • functiematrix;

  • blokschema.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.2

Het onderhoud aan een ontruimingsalarminstallaties wordt uitgevoerd conform NEN 2654-2 en de onderhoudsinstructies van de producent.

Het onderhoud wordt uitgevoerd door een onderhoudsdeskundige.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

Het Rapport van onderhoud:

  • is conform bijlage D van de NEN2654-2;

  • is aangevuld met artikel 2.2.4 van het certificatieschema;

  • is voorzien van het certificatie keurmerk;

  • wordt volledig ingevuld;

  • waar van toepassing is D.2.4 voorzien van advies;

gedateerd en getekend door de opsteller van het rapport.

Aan de hand van een of meerdere projectdossier wordt beoordeeld of het certificatieschema is gevolgd.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:

2.2.3

Door het bedrijf wordt een certificaat verstrekt.

Indien er geen certificaat verstrekt kan worden zal een bewijs van controle worden aangevraagd in het CIBV portal.

Aan de hand van een of meerdere projectdossiers wordt beoordeeld of het certificaat in het CIBV portal is aangemeld.

Ja Nee N.v.t.

Dit blijkt uit:


Shape268

Bureau Veritas | C2 - Internal

Form-11-21 versie 3.0

CIBV

Pagina 18 van 18


Document Metadata

Filed: December 22nd, 2023