Samenwerkingsovereenkomst
Gemeente Huizen en Versa Welzijn 2022-2025
Inhoudsopgave
1. Beleidskaders, visie en opdracht 4
1.2 Visie gemeente op welzijn 4
1.3 Xxxxxx, Visie en werkwijze van Versa Welzijn 5
2.2 Waaruit bestaat de sociale basisdienstverlening? 8
3.1 Welke resultaten en doelen willen we bereiken? 11
3.2 Sociale basis en groepen in de samenleving 12
4.1 Wat is de rol van Versa bij het participeren aan netwerken? 17
5.1 Visie welzijnsactiviteiten en wijkcentra 19
5.2 Wijkcentra: korte typering per wijkcentrum 20
6. Monitoring en verantwoording, subsidierelatie en budgettaire kaders 23
6.1 Monitoring en verantwoording 23
6.3 Waar wordt over gerapporteerd? 24
6.4 In welke vormen kan worden gerapporteerd? 25
6.5 Rapporteren naar college en gemeenteraad en route 25
6.6 Subsidierelatie: partnerschap, opdrachtgever en opdrachtnemer 25
6.7 Procesafspraak en beschrijving van nieuwe subsidie 27
6.9 Incidentele en flexibele budgetten 28
BIJLAGE 1: WAARUIT BESTAAT DE BASISDIENSTVERLENING 31
BIJLAGE 2: VOOR WELKE GROEPEN INWONERS HEBBEN WE SPECIALE AANDACHT 34
BIJLAGE 3: WIE ZIJN DE NETWERKPARTNERS 35
Met trots presenteren we de Samenwerkingsovereenkomst Versa Welzijn 2022-2025. Het afgelopen anderhalf jaar hebben we samen een intensief traject bewandeld om tot deze Samenwerkingsovereenkomst te komen. We zijn echt vanaf nul begonnen, met veel terugkijken maar ook veel vooruitblikken. Hoe willen we met elkaar samenwerken, wat is onze (beleids)visie op de sociale basis en op welke zaken willen we ons op gaan focussen de komende periode? We staan met elkaar voor veel uitdagingen, met de komst van Xxxxx zijn daar weer nieuwe uitdagingen bij gekomen. Xxxxx heeft ons geleerd dat een stevige basis begint met vertrouwen in elkaar. Niet alleen in elkaars kennis en kunde, maar ook vooral weten wat je aan elkaar hebt. Met deze Samenwerkingsovereenkomst leggen we die stevige basis. Het grote verschil met de vorige bestuursopdracht is dat dit geen eenzijdig opgelegd document is, maar een gezamenlijk gedeeld document waaraan ieder zich committeert.
Met veel vertrouwen en plezier kijken we uit naar onze samenwerking deze komende periode. Gemeente Huizen en Versa Welzijn, december 2021
1. Beleidskaders, visie en opdracht
• Beleidsplan Sociaal Domein 2019 -2022
• Collegeprogramma 2018-2022
• Algemene subsidieverordening Xxxxxx 0000
• Nota van Uitgangspunten
Uit: Beleidsplan Sociaal Domein 2019-2022
‘’De sociale basis is het geheel van verbindingen tussen inwoners onderling en inwoners, professionals, beleidsmakers en bestuurders (zie figuur 1). In de sociale basis staan inwoners centraal. Hieromheen bevindt zich een kring van sociale verbanden en informele netwerken. Denk aan het verenigingsleven, burgerinitiatieven, burenhulp, mantelzorg en vrijwilligerswerk. Daaromheen is er een schil van basisvoorzieningen die vrij toegankelijk zijn, zoals het onderwijs, welzijnswerk, geloofsgemeenschappen, de openbare ruimte, bibliotheek, sportverenigingen, buurtsportcoaches, de huisarts, wijkverpleging, maatschappelijk werk, de jeugdgezondheidszorg.
Belangrijke voorwaarde voor een sterke sociale basis zijn de plekken en voorzieningen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en actief bezig kunnen zijn. In Huizen mogen we ons gelukkig prijzen met een goede sociale infrastructuur van wijkaccommodaties, scholen, sportaccommodaties en speelvoorzieningen. Dit willen we behouden.
Wanneer ondersteuning vanuit de sociale basis onvoldoende is, kunnen inwoners rekenen op specialistische ondersteuning (de buitenste cirkel). Deze specialistische ondersteuning behoort niet tot de sociale basis. Het gaat hier onder andere om de maatwerkvoorzieningen die via de gemeente worden ingezet op het gebied van werk en inkomen, jeugd en de Wmo.
Figuur 1: Een schematische weergave van de sociale basis en maatwerkvoorzieningen.
Individu
Sociale verbanden & informele netwerken
Basisvoor- zieningen
Specialistische ondersteuning, waaronder gemeentelijke maatwerkvoor- zieningen
(≠ sociale basis)
De sociale basis is dynamisch: mensen beslissen op basis van eigen interesses en eigen belangen of ze actief worden of niet, en op welke wijze ze dat doen. Daarom zetten we in op nieuwe verhoudingen en andere vormen van samenwerking.
Werken vanuit de opgave
De maatschappelijke onderwerpen overstijgen die van onze eigen organisatie, maar ook die van maatschappelijke organisaties en inwoners. Daarom willen we ze vanuit de opgave aanpakken. Door co-creatie willen we samen op zoek naar angel (de kern van elk vraagstuk), de kiemen (waar positieve verandering al zichtbaar is) en de hefbomen (de meest effectieve en efficiënte aanpakken).
We faciliteren hierin per onderwerp het proces waarbij we de betrokken professionals en inwoners stimuleren om
activiteiten te ontplooien in relatie tot deze onderwerpen. Vervolgens zorgen we voor samenhang in en ondersteuning van deze activiteiten.
Faciliteren van burgerinitiatieven
Het effectief versterken van de sociale basis vraagt van ons en van professionals een meer faciliterende en samenwerkende houding naar inwoners. Hier is de afgelopen periode al een start mee gemaakt. Zo ondersteunen Versa Welzijn en de Vrijwilligerscentrale al verschillende burgerinitiatieven ( bijvoorbeeld: ‘Buurten met Buren’). De komende tijd zetten we hier extra op in. We sluiten aan bij het boek “burgerparticipatie: leren door te doen”. Samen met Versa Welzijn, de Vrijwilligerscentrale, inwoners en andere relevante betrokkenen gaan we een leertraject aan hoe we burgerinitiatieven binnen het sociale domein het beste kunnen stimuleren en ondersteunen. ‘’
Versterking van de samenwerking tussen de gemeentelijke uitvoeringsdienst en Versa Welzijn
De gemeente zet actief in om de samenwerking tussen de gemeentelijke uitvoeringsdienst en Versa Welzijn te versterken. Met de komst van de ambulant begeleiders, is het van groot belang dat zowel de begeleiders als de consulenten op de hoogte zijn van de werkwijze en diensten van Versa Welzijn. Door elkaar te kennen en nauw contact met elkaar te onderhouden over elkaars werk en dienstverlening, is het de verwachting dat we samen de inwoners goed, beter en passender kunnen helpen. De gemeente zet in het verlengde hiervan in op de inzet van opbouwwerk door Versa Welzijn.
1.3 Xxxxxx, Visie en werkwijze van Versa Welzijn
Xxxxxx Xxxxx Xxxxxxx
Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de eigen kracht, zodat (groepen) mensen mee kunnen (doen) in de samenleving.
Het, signaleren, ondersteunen en goed verwijzen van hen die om welke reden dan ook, gedrag, ziekte of tegenslag (nog) niet mee kunnen doen op eigenkracht. Daar waar de samenleving of andere hulpverlenende instanties (nog) geen adequaat antwoord heeft.
Visie: altijd op zoek naar collectieve mogelijkheden
Xxxxxxx werkers werken in alle velden. Ze bewegen zich over de lemniscaat, gevisualiseerd en toegelicht in onderstaand schema. Thuisbasis van sociaal werkers is het kwadrant van de collectieve mogelijkheden. Xxxxxxx werkers zijn altijd op zoek naar het verbinden van verhalen, talenten en verlangens van mensen.
Figuur 2: De lemniscaat
In de transformatie van het sociaal domein staat de lemniscaat voor de oneindige beweging tussen het individu en het collectief en tussen mogelijkheden en problemen. Wie goed kijkt ziet dat de lemniscaat zijn zwaartepunt heeft in de collectieve mogelijkheden. De rode pijl geeft de richting van de transformatie weer.
In de transformatie van het sociaal domein focust sociaal werk zich op het zien, versterken en verbinden van kracht en wat er nog wél kan. Want juist deze componenten - de mogelijkheden van het individu én het collectief - zijn de bouwstenen voor welbevinden en geluk. Uitgangspunten zijn wederzijdse afhankelijkheid en wederkerigheid. Hier ligt de kracht en de rol van sociaal werk. Xxxxxxx werk richt zich op de mogelijkheden van het collectief en is altijd op zoek naar dat wat mensen gelukkig maakt. In deze beweging nemen zij zoveel mogelijk inwoners en andere professionals mee.
Parallel hieraan, zijn we pragmatisch en realistisch, weten we als geen ander dat er altijd mensen zullen zijn die om wat voor reden dan ook het in de gemeenschap (nog) niet redden. Naast andere instanties, zal het sociaalwerk altijd de hand zijn die opvangt. Het oor zijn wat luistert, die woorden geeft aan hen die de woorden door het ontbreken van talent, energie of passend gedrag niet hebben. Altijd open voor mogelijkheden en talenten, zijn we niet blind voor de onmogelijkheid, voor het niet kunnen.
Werkwijze Versa Welzijn
Figuur 3: Werkgemeenschappen
We staan naast mensen: van mens tot mens. We zijn present in wijken en buurten, met zoveel mogelijk vaste gezichten. We werken ondersteunend en versterkend. We hebben oog voor kansen en middelen in de wijk en de mogelijkheden van ieder individu en proberen die te versterken en te verbinden. In wijken en buurten hangt alles samen, de buurt is van de mensen die er wonen, wij zijn te gast. We werken samen met inwoners, gemeente en heel veel andere partners.
De Sociale Basis is het cement van de samenleving. Het is de basis waarop mensen met elkaar een gemeenschap vormen. Het gaat dan om alle verbanden die er bestaan tussen inwoners, vrijwilligers, professionals en overheid . Inwoners werken veel samen met vrijwilligers en professionele organisaties aan een vitale samenleving. Hieruit ontstaan mooie, passende en soms vernieuwende vormen van ondersteuning aan naasten.
De opdracht die gemeente Huizen aan Versa geeft heeft als doel juist die Sociale Basis te versterken en daar waar mogelijk breder te maken. In de jaarlijkse subsidiebeschikking zal de algemene opdracht
om de Sociale Basis te versterken meer concreet worden ingevuld. Inwoners van Huizen spelen een belangrijke rol in de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Dat blijkt wel uit de vele initiatieven die er zijn. Maar soms kunnen de mensen achter zo’n initiatief wel wat professionele ondersteuning gebruiken. Of zijn er vragen of is er vangnet nodig. Versa is ervoor om die ondersteuning te bieden of een coördinerende of aanjagende rol vervullen. Juist om inwoners en informele organisaties in hun kracht te laten blijven, ze te waarderen voor hun inzet. Hun maatschappelijke betekenis is namelijk groot. Doel is initiatieven niet van één persoon afhankelijk te laten zijn en te verbreden. De rol van Versa is ook de gemeente hierin te informeren en te adviseren.
Versa is bekend in de gemeente Huizen en weet welke vormen van ondersteuning er in de gemeente beschikbaar zijn en hoe zij de vrijwilligers, vrijwillige inzet en actieve inwoners kan ondersteunen. Zo worden in de Sociale Basis lichte tot middelzware vormen van groeps- en individuele begeleiding / dagbesteding gestart die nu nog via een maatwerkvoorziening (indicatie) worden verleend. Een goede samenwerking en afstemming met de uitvoeringsdienst in het algemeen en in het bijzonder met ambulant begeleiders van de uitvoeringsdienst, het maatschappelijk werk en het opbouwwerk.
Figuur 4: De sociale basis in een woordwolk
2.2 Waaruit bestaat de sociale basisdienstverlening?
De sociale basisdienstverlening omvat het geheel aan informele en formele diensten, voorzieningen en relaties in de leefomgeving van mensen die eraan bijdragen dat mensen tot hun recht komen en kunnen floreren. Wat is de betekenis van die sociale basis voor de levens van mensen? Het fundament hiervoor ligt in de sociale kwaliteit, de mate waarin mensen de mogelijkheid hebben om te participeren in sociale relaties op een manier die hun welzijn verbetert.
Sociale kwaliteit
Sociale kwaliteit maakt dat mensen hun mogelijkheden kunnen benutten, en zodoende hun bijdrage kunnen leveren aan hun buurt, de samenleving. Deze sociale kwaliteit ontstaat wanneer op het niveau van de samenleving is voldaan aan vier conditionele voorwaarden:
1. Economische zekerheid - sociale rechtvaardigheid
2. Sociale inclusie - gelijkwaardigheid
3. Sociale cohesie - solidariteit
4. Sociale empowerment - menselijke waardigheid
Deze voorwaarden staan ieder voor een belangrijke waarde; sociale rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en menselijke waardigheid. Een sociale basis die vanuit deze vier waarden de genoemde voorwaarden in praktijk en beleid realiseert, kun je in onze optiek een sterke sociale basis noemen. Als voorwaarden onder druk staan, wat vraagt om continue reflectie op de stand van de voorwaarden, is het aan de spelers in de sociale basis om te werken aan versterking van de voorwaarden en de hiermee verbonden normatieve waarden als leidraad te nemen.
Voor iedere voorwaarde zijn meerdere en ook andere spelers uit die sociale basis nodig.
(Uit: Sociale kwaliteit voor een sterke sociale basis, Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxx, Xxxxxx Xxxx, dec.2019)
Zoals staat aangegeven, is bovenstaande gebleken uit een onderzoek naar de sociale basis. Maar hoe vertaalt zich dat naar het sociaal werk in Huizen?
Figuur 5: Maatschappij: van ik naar wij
Bovenstaande betekent voor sociaal werk in Huizen:
1. Dat we ervoor kiezen om te werken vanuit de ABCD-werkwijze, met opbouwwerk als basis en alle andere werksoorten hierop aangesloten. Vanuit de bovenstaande sociale kwaliteitswaarden maken we keuzes voor de aanpak en geven we inhoud aan het werk in de wijk.
ABCD-werkwijze als verander strategie
Asset Based Community Development is een manier om buurten van onderop en van binnen uit op te bouwen, samen met inwoners. Alles wat nodig is (assets) is immers in de wijk te vinden, mits je het ziet, stimuleert en verbindt. Door middel van deze werkwijze wordt duurzaam gewerkt aan sterke verbonden buurten waarbinnen ook de wijkcentra een goede “asset” zijn. In coronatijd is opnieuw duidelijk geworden hoe belangrijk wijkgerichte verbondenheid is. Er is een extra impuls gegeven aan de herwaardering van samenlevingsopbouw, van onderop en van binnenuit. ABCD is een lerende praktijk, met de kracht om mensen en gemeenschappen te verbinden, te versterken en waar nodig te veranderen.
Voorbeelden uit de praktijk:
• Xxxxxxx met buren is een initiatief van een aantal inwoners in Huizen. Er wordt gewerkt met buurtverbinders die initiatieven in de woonomgeving stimuleren en de saamhorigheid in de buurt vergroten. De initiatiefnemer heeft bij Versa een training over de ABCD-werkwijze gevolgd. Versa werkt met hen samen en heeft een aantal activiteiten georganiseerd om dit burgerinitiatief onder de aandacht te brengen van de inwoners, met het doel nieuwe buurtverbinders te motiveren. Buurten met buren vindt vooral draagvlak onder hoger opgeleide inwoners in relatief sterke buurten. De inspanningen van Versa zijn er op gericht om dit initiatief ook in de andere wijken te stimuleren.
• Een aantal inwoners vroeg Versa om ondersteuning bij het oprichten van een buurtpanel. Deze bewoners wonen vlakbij wijkcentrum Holleblok en hebben ideeën over hun woonwijk. Ze willen naast het tegengaan van nieuwbouw, ook de groenvoorziening in hun wijk mooier maken, buurt- barbecues organiseren en activiteiten ontwikkelen waardoor buurtbewoners elkaar beter leren kennen en mensen elkaar sneller aanspreken en een praatje maken. Omdat het Holleblok op loopafstand is, zijn ze blij dat ze hiervan gebruik kunnen maken.
• Het kinderwerk van Versa vindt plaats in en om wijkcentrum Holleblok. Kinderen gaven aan het plein niet mooi te vinden en hebben de wens geuit het plein groener en kind-vriendelijker te maken. De kinderwerker en de kinderen gaan samen met de buurtwerker duurzaamheid de ondernemers en omwonenden vragen of hier draagvlak voor is. Misschien wil een paar ondernemers en buurtbewoners de kinderen helpen om hun wensen te realiseren.
De twee Versa teams in Huizen zijn in ontwikkeling naar steeds meer ABCD-gericht werken o.a. door deze werkwijze toe te passen binnen de wijkcentra en bij de individuele huisbezoeken. Zij maken de verbindingen van individuele contacten naar groepsactiviteiten en kijken altijd ook naar ‘what’s strong’ naast ‘what’s wrong’. Dit doet Versa tot nu met de reeds aanwezige beroepskrachten, die echter ook veel specifieke thema’s en opdrachten hebben. Met het inzetten van twee (parttime) opbouwwerkers in respectievelijk Oost en West vanaf najaar 2021, kunnen we dit veel beter gestalte gaan geven – zie elders in dit document.
2. Dat er aandacht moet blijven bestaan voor mensen die om welke reden dan ook, in de samenleving op achterstand zijn geraakt. Ook hierbij is de sociale kwaliteit in waarden en voorwaarden richtinggevend voor het met mensen samen werken aan wat zij zelf zien als een goed leven, van betekenis kunnen zijn voor anderen in verbinding met anderen.
Sociale empowerment: Bijvoorbeeld de vraag wat eenzaamheid voor iemand persoonlijk betekent, dit heeft te maken met iemands houding en levensloop. Als mensen niet om hulp durven of kunnen vragen kan dit leiden tot fysieke en psychische problemen. Sociale empowerment houdt in dat mensen kracht putten uit contacten, natuur of hobby's. Die kracht is nodig om vanuit jezelf tot oplossingen te komen, mee toe doen vanuit de mogelijkheden.
3. Dat we werken in twee teams
Versa Welzijn werkt in Huizen in twee teams met een eigen aandachtsgebied: Oost en West. De verdeling in twee kleinere teams bevordert de onderlinge samenwerking van de verschillende sociaal werkers, en helpt om beter te focussen op de behoefte van specifieke wijken en (groepen) inwoners in de gemeente. Beide teams werken actief met elkaar samen en de grens tussen Oost en West wordt niet heel strikt toegepast; sommige sociaal werkers zijn actief in de gehele gemeente en/of volgen hun cliënten.
3.1 Welke resultaten en doelen willen we bereiken?
De volgende resultaten en doelen willen we met elkaar bereiken.
1. Werken aan het versterken van de gemeenschap
De gemeenschap staat centraal, de potentie zichtbaar maken van de wijk met bewoners samen. Juist in die wijken waar dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan de samenhang, leefbaarheid en welbevinden van zijn bewoners. Bijdragen aan een context, het laten ontstaan en mogelijk maken van ruimte voor contacten en relaties en daarmee aan de kracht van de buurt. Zichtbaar maken wat belangrijk is voor de buurtbewoners en daar ruimte voor maken.
Door community building werken aan inclusie: door gelegenheid te creëren voor ontmoeting, ook tussen mensen die elkaar niet vanzelf ontmoeten. Werken aan open, gastvrije buurten, waaraan iedereen kan bijdragen. Verhouden tot anderen, daarvoor open staan. Mensen uitnodigen hun verhalen te delen, waardoor weer nieuwe ontmoetingen ontstaan.
We bereiken dit door:
• Het met elkaar in contact brengen van (groepen) inwoners: hulpvragers, initiatiefnemers, nieuwkomers, gezinnen, vrijwilligers.
• Samenwerken met inwoners en met andere organisaties, gebruik maken van elkaars expertise en mogelijkheden, aanvullend werken; partnerschap.
• Sociaal werkers kennen de wijk en de wijk kent hen.
• Signaleren van situaties waarin deze ondersteuning van initiatieven gewenst/noodzakelijk is.
2. Het versterken en ondersteunen van het individu
In iedere gemeenschap blijven er mensen die door omstandigheden, gebeurtenissen of een (tijdelijke) beperking niet mee kunnen doen en behoefte en baat hebben bij individuele hulp of ondersteuning. Samen hebben we als doel hen via de mogelijkheid van individuele hulp, bijvoorbeeld vanuit het maatschappelijk werk of vanuit Wonen-welzijn-mantelzorgondersteuning (WWM) weer in hun kracht te laten komen om zelf verder te gaan. Enkelen van hen zullen langduriger worden ondersteund als de omgeving en de aard van de problemen hierom vraagt.
We bereiken dit door:
• Hier hulp bieden en weer loslaten als dit kan, zodat de inwoners weer op eigen kracht verder kunnen (waakvlam-functie).
• Signaleren van problemen en vragen bij individuele inwoners of gezinnen in kwetsbare situaties waar de wijk (nog) geen antwoord op heeft.
• Hier vroegtijdig steun bieden, waarmee achterstanden (bijvoorbeeld op het gebied van opvoeden, schulden) of dure zorg worden voorkomen.
• Advies en ondersteuning aan nieuwkomers, begeleiding bij inburgering zodat zij sneller en beter kunnen aansluiten in de maatschappij.
• Mensen wegwijs maken (gidsfunctie).
3.2 Sociale basis en groepen in de samenleving
Als eerste willen we voordat we op het thema ingaan, benoemen dat elk mens in een groep eigen is, dus meer dan de definitie van de groep en zijn kenmerk, veel meer dan dat, een eigen uniek individu.
We gaan uit van een samenleving waarin niemand een aparte status heeft, een uitzonderingspositie, doelgroep of een stigma. Vanuit de gedachte van de sociale basis, dat niemand uitgesloten wordt en dat ieder mens kwetsbaar én sterk is, is het streven dan ook zoveel mogelijk geen aparte groepen te benoemen.
De werkelijkheid is echter ook dat er duidelijk groepen zijn in de samenleving die eigen aandacht nodig hebben en baat bij een eigen benadering. Echter zoals boven benoemd schuilt daar direct het gevaar van de aparte positie, afstand tot de samenleving. We benoemen zo o.a. jongeren, ouderen, mensen met geheugen problemen, GGZ, mantelzorgers, autisten, etc. Het sociaal werk wil enerzijds erkenning geven aan de specifieke problematiek bij groepen in de samenleving, maar anderzijds juist de groepen overal waar mogelijk midden in het samenleven plaatsen. Zie bijlage 2.
Ieder mens is jongere geweest, zal in meer of mindere mate geheugen problemen tegen komen, kan plotseling in de rol van mantelzorger terecht komen of zijn eigen kwetsbare mentale situatie onder ogen komen. Hier weet van hebben, zicht op hebben, dit als uitgangspunt hanteren geeft richting aan het sociaalwerk om te zoeken naar contact en verbinding. Het is richtinggevend ook voor de groep die nu sterk en onafhankelijk lijkt. Als gemeenschap, samenleving hebben we elkaar nodig, zoals nu al vaak gezegd, Xxxxx heeft ons dit scherp laten zien. Dus het sociaal werk zoekt ook naar groepen die die kracht nu hebben en deze kunnen inzetten voor het samenleven. Het besef is duidelijk aanwezig, dat samenleven in verschillende rollen, krachten en zwaktes op verschillende momenten samen kunnen werken.
Het individu en de samenleving
Door de aard van problematiek of de specifieke omstandigheden kunnen sommige individuen niet zonder meer aansluiten bij de samenleving. Versa heeft verschillende vormen van dienstverlening om hun te helpen met hun problemen, leun- en steuncontact te bieden en/of stappen te maken naar de samenleving toe. Denk aan het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW), Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) en Wonen, Welzijn, Mantelzorg (WWM). Ook hierbij is een belangrijk
uitgangspunt dat steeds wordt gekeken naar ‘What’s strong’ en niet alleen naar ‘What’s wrong’.
Community building betreft de hele wijk en/of buurt, dus ook de jeugd in die wijk. Omdat de jeugd een specifieke aandachtsgroep is voor de gemeente, en er voor het werken met en voor jongeren ook specifieke deskundigheid vanuit Versa wordt ingezet, beschrijven we hieronder de doelen en werkwijze van het Jongerenwerk.
Het Jongerenwerk wil jongeren laten uitgroeien tot mooie jonge mensen met zelfvertrouwen, die hun eigen plek in de samenleving kunnen vinden. Hoe hun vertrekpunt of kwetsbare positie ook is.
1 In 2021 hebben de gemeente en Versa gesproken over de problemen bij het Jongerenwerk en de continuïteit op de dienstverlening. De gemeente heeft hierover haar zorgen uitgesproken aan Versa. Versa heeft aangegeven druk bezig te zijn om deze problemen op te lossen. Afgesproken is dat binnen de eerste zes maanden van 2022 een evaluatie gehouden wordt op het onderdeel Jongerenwerk.
Doelgroepen:
Het jongerenwerk richt zich op jongeren vanaf 10 tot ca 23 jaar. Vanuit de visie hanteren we de overtuiging dat jongerenwerk er is voor álle jongeren. In de praktijk betekent dit doorgaans vaak dat de meeste focus op een natuurlijke manier verschuift naar kwetsbare individuele jongeren en groepen, die op de één of andere manier ondersteuning kunnen gebruiken in hun ontwikkeling naar volwassenheid. Heel globaal gesteld zou je kunnen stellen dat het hier om een ‘70% - 30%’ verdeling gaat. Binnen die 70% is er vaak een bepaalde groep die het jongerenwerk gemakkelijk weet te vinden, jongeren die zich bijvoorbeeld meer op straat manifesteren en/of overlast veroorzaken. Ook zijn dit veelal jonge jongens. Bij het ontwikkelingen van een evenwichtig aanbod is het ook belangrijk dat het jongerenwerk binnen die 70% meer inzet op meiden en op groepen jongeren die zich minder manifesteren maar wél kwetsbaar zijn. Zij zijn vaak minder zichtbaar en moeilijker te bereiken maar hebben evenveel behoefte aan ontmoeting en ondersteuning. Denk hierbij aan problematieken als eenzaamheid, psychische stoornissen, een verstoorde opgroeiomgeving en jongeren die behoren tot de LHBTQ community. Maar denk bijvoorbeeld ook aan opgroeiende jonge meiden uit gezinnen met een migratieachtergrond, die vaak veel minder mondig en zichtbaar zijn dan de jongens, terwijl zij ook met allerlei opgroeivraagstukken worstelen. ‘Sterke’ jeugd (de 30%) wordt ook aan het jongerenwerk gebonden om een balans te bieden waarin deze jongeren een positief rolmodel kunnen zijn in hun peer-group. Het jongerenwerk steekt dus ook actief tijd in het onderhouden met de jeugdgroepen die minder problematieken ervaren maar die wel een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het jongerenwerk. Denk hierbij aan het functioneren als vrijwilligers e.d. En ook deze jongeren kunnen in een kwetsbare fase terechtkomen als er problemen instaan in één van de leefgebieden. Dan staat de deur naar het jongerenwerk open en zullen zij ons wat gemakkelijker weten te vinden.
Jongerenwerkers werken met jongeren aan talentontwikkeling en succeservaringen. Ze zijn alert op signalen, maken deze bespreekbaar en stimuleren jongeren in hun ontwikkeling, o.a. bij het versterken van schoolse en sociale vaardigheden en het voorkomen of tegengaan van ongezonde gewoonten. Signalen kunnen individueel opgepikt worden maar ook op groepsniveau. Zo kan een collectief aanbod worden ontwikkelt als bepaalde individuele vragen vaker voorkomen en kunnen groepen gecoached worden in onderlinge dynamiek en gedrag naar de omgeving toe. Signalen van onderwerpen en problematieken die spelen onder de jeugd worden ook gedeeld met de gemeente en andere ketenpartners. Dit is nodig om daarmee de informatiepositie van deze partijen te verbeteren en om te bezien of een integrale aanpak nodig of wenselijk is. Het jongerenwerk zet in op verbinding met de samenleving. Omdat jongerenwerkers werken vanuit een gebiedsgericht team kunnen vraagstukken ook door een multidisciplinaire bril bekeken worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van projecten en activiteiten waarbij jong en oud samenwerken en problematieken kunnen aangepakt door diverse leeftijdscategorieën heen.
In hierna getoonde afbeelding worden trends en gebeurtenissen in het leven van jongeren in relatie gebracht tot de doelen en de aanpak van het jongerenwerk
Hoe werkt het
Door zich in de verschillende leefdomeinen van de jeugd te bevinden, zijn jongerenwerkers goed op de hoogte van hun behoeften en van hun vragen en problemen. Deze manier van werken biedt een context waarin jongeren sneller zichzelf kunnen zijn. Mede door veel op straat aanwezig en zijn en door meerdere en langere contactmomenten per week, ontstaat er een vertrouwensband waardoor jongerenwerkers vaak sneller in gesprek komen over problemen die zij ervaren met zichzelf, vrienden, thuis, school of werk. Jongerenwerkers ‘spreken de taal van de jeugd’ en dit onderscheidt het jongerenwerk mede vaak van reguliere hulpverlening. Het jongerenwerk kan in de praktijk ook vaak een mooie aanvulling zijn op hulpverleningstrajecten die minder aansluiten op de leefwereld van de jeugd maar wel essentieel zijn. (Kantooromgeving/gesprekken van achter een bureau/ vaak niet goed begrijpen wat er te halen valt/schaamte overwinnen). Uitgangspunt is dat jongeren met specifiek problemen met een warme overdracht worden doorverwezen naar hulpverlening, omdat hulpverlening niet de core business is van het jongerenwerk is. Maar het jongerenwerk kan zelf ook eerstelijns hulpverlenings – en coachings trajecten verzorgen in de vorm van maatwerktrajecten door SKJ geregistreerde professionals. . Een maatwerktraject vanuit het jongerenwerk kan de voorkeur genieten als het echt een specifieke meerwaarde heeft. (Als bijvoorbeeld alleen de jongerenwerker toegang tot contact heeft/jongere zich niet begeleidbaar opstelt voor anderen e.d.)
Activiteiten en trainingen én de locatie (jongerencentrum) zijn een middel om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van individuele – en groepen jongeren. Het vergroten van de weerbaarheid staat hierbij centraal. In het ontwikkelen van een vraaggericht aanbod wordt samengewerkt met diverse partners, organisaties en ondernemers om elkaar te versterken en expertise uit te wisselen. Het jongerenwerk neemt ook deel aan het netwerk ‘De Ankers van Huizen’ om ook een goede samenwerking op te bouwen met sleutelfiguren uit de verschillende gemeenschappen in Huizen.
Individuele jongeren, maar ook verschillende (jeugd)groepen uit Huizen worden uitgenodigd gebruik te maken van Connect als locatie om op vrije momenten activiteiten te ontplooien en ontmoeting te
faciliteren. Door te streven naar diversiteit in de gebruikersgroepen kunnen deze door verbinding elkaar ook weer versterken.
Door samen met jongeren te sporten, aan een project te werken of door een training te geven, creëren jongerenwerkers een sfeer waarin jongeren kunnen nadenken en praten over hun eigen ontwikkeling, dromen en wensen en manieren om deze te realiseren. Het jongerenwerk heeft tevens een preventieve werking omdat jongerenwerkers al snel kunnen signaleren en inspelen. Dit voorkomt mogelijk later weer escalatie en hogere zorgkosten.
Het gedachtengoed van ‘positieve gezondheid’ wordt hierbij nadrukkelijk ingezet. Onderwerpen uit dit gedachtengoed zijn belangrijk in het gesprek met de jongeren en geven een belangrijke bijdrage aan hun ontwikkeling.
• Zingeving: gelukkig zijn, genieten, balans ervaren, je veilig voelen, fijne omgeving ervaren, hoe je woont, rondkomen met je geld.
• Dagelijks leven: zorgen voor jezelf, kunnen werken of leren, je grenzen kennen, keuzes maken, kennis van gezondheid, hulp kunnen vragen, nee durven zeggen, roken, alcohol en drugsgebruik, rekening houden met anderen, positief gedrag op straat.
• Meedoen: sociale contacten, serieus genomen worden, samen leuke dingen ondernemen, erbij horen, jezelf kunnen uiten, betekenisvolle relaties, steun en begrip van anderen krijgen en geven.
Daarnaast komen onderwerpen als mantelzorg door jongeren, polarisatie en discriminatie, extreem of extremistisch gedrag aan de orde.
Jongerenwerkers hebben een groot netwerk van professionele instellingen waarmee zij samenwerken en waarnaar zij zo nodig verwijzen. Belangrijke partners in de komende jaren zijn onder andere het onderwijs en de vrijwilligerscentrale in het kader van het MDT=traject.
Tijdens het opstellen van deze samenwerkingsovereenkomst is veelvuldig gesproken over een aantal ontwikkelopgaves voor de komende jaren. De ontwikkelopgaves zijn (nog) niet expliciet onderdeel van de opdracht aan Versa, maar hangen er wel sterk mee samen. Hierna volgt een korte opsomming van de ontwikkelopgaves, die vervolgens in de hoofdstukken per onderdeel aan de orde zullen komen.
Ontwikkelopgaves resultaten en doelen
1. Werken vanuit de opgave: in de wijken hangt alles met alles samen, inwoners denken niet vanuit 1 opgave, iedere opgave biedt kansen voor verbinding. De valkuil dat iedere beleidseigenaar inwoners vanuit een eigen thema gaat benaderen (bijv. inspraakbijeenkomsten omgevingsvisie, van het gas af e.d.) moet vermeden worden. Dat kan door samen te werken met sociaal werk in de wijken: rond de vraag, hoe betrekken we zoveel mogelijk inwoners en welke kansen biedt dit thema voor verbinding en activering? Dit vraagt een actieve rol van sociaal werk (m.n. de opbouwwerkers en accounthouders voorop) en een verbindende rol van de gemeentelijke accounthouder en de portefeuillehouder(s).
2. De slag die we de komende periode gaan maken is van ondersteunen naar tegelijkertijd versterken. Versterken van mogelijkheden in buurten en bij mensen individueel en met anderen, kan enorm helpen bij het verminderen van de ondersteuningsbehoefte. Versterken is een continue proces met alle inwoners, dus niet alleen de mensen die ondersteuning nodig hebben.
Ontwikkelopgaves wijkcentra
1. Door het stoppen van TijdvoorMeedoen zijn er nieuwe kansen om te zien welke deelnemers misschien beter op hun plek zijn bij de Meentamorfose dan bij de Draaikom. Het ontwikkelen van een goede samenwerking tussen Draaikom en Meentamorfose staat hierin centraal.
2. (Meer) Samenwerking tussen Brasserhoeve en ‘t Vuronger.
3. Meer samenwerking met onderwijs als vind- en contactplaats.
4. Samenwerking met Xxxxx op Werk in ’t Holleblok.
5. Geheugenhuis meer integreren in de Draaikom en een ander wijkcentrum in West.
6. De Draaikom als echt wijkcentrum doorontwikkelen, in nieuwbouwopgave: gaat de komende periode ook veel aandacht en inzet vragen.
Ontwikkelopgave monitoring en verantwoording
1. Reflectiebijeenkomsten zijn nieuw en moeten gaandeweg een juiste, werkbare vorm zien te krijgen. Dit is een ontwikkelopgave voor de komende periode: eerst centraal starten, ervaring opdoen en door ontwikkelen.
Ontwikkelopgave index, risico opslag en eigen vermogen
1. Overeenstemming lokaal en regio-breed bereiken over de index, risico opslag en over een wenselijk percentage eigen vermogen.
Overige ontwikkelopgaves
1. Opbouwwerk zoekt aansluiting bij de energie, de mogelijkheden en de behoeften van (groepen) inwoners in wijken in Oost en in West. De opbouwwerkers werken vooral op straat, kennen de buurt en worden gekend, gaan initiatiefrijk en creatief om met ontwikkelingen in de wijk en bouwen aan een sterke sociale basis. Zij leveren ook een bijdrage aan de ontwikkeling van de wijkcentra in hun gebied en werken nauw samen met andere sociaal werkers.
2. AMW gaat meer samenwerken met opbouwwerk (meer naar versterken individu en zoeken naar collectieve oplossingen) en met de ambulant begeleiders van de gemeentelijke uitvoeringsdienst. Hierbij wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij het sociaal wijkteam in oost en west.
3. WWM idem.
4. SJD: meer samenwerking met de mensen van de uitvoeringsdienst inzake vroeg signalering.
5. Preventief huisbezoek: Inhaalslag huisbezoeken na corona en zo mogelijk realiseren van meer lokale aanpak in de wijk.
6. Geheugenhuis: Indien financieel haalbaar kleinschaliger werken en start van een tweede vestiging.
7. Vervoersdiensten: proberen meer te verzelfstandigen als burgerinitiatief met lichte ondersteuning regio-breed.
8. Jongerenwerk: samenwerking met onderwijs verstevigen.
9. Kinderwerk: ook projecten ontwikkelen rond ouder communities.
NETWERKEN werkw. Uitspraak: ['nɛtwɛrkə(n)] Verbuigingen: netwerkte (verl.tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft genetwerkt (volt.deelw.)
1) Contacten leggen waar je je voordeel mee kunt doen
2) Professioneel relaties onderhouden
3) Relaties onderhouden
4.1 Wat is de rol van Versa bij het participeren aan netwerken?
Het sociaal werk dient als ogen en oren van de wijk. Verbindingen hebben en leggen met netwerkpartners is hierin essentieel belang. Versa moet actief en bekend zijn met de bestaande netwerken, kunnen doorverwijzen naar andere netwerkpartners en de samenwerking met hen opzoeken waar nodig. Daarnaast heeft Versa een rol in het ondersteunen van bestaande netwerken, het eventueel oprichten van nieuwe (bewoners)netwerken en het verbreden van betrokkenheid bij initiatieven zodat het voortzetten hiervan niet afhankelijk is van enkelingen. De netwerken omvatten zowel formele als informele netwerken. Een niet-uitputtend overzicht is opgenomen in bijlage 3.
Versa bekleedt diverse rollen bij het participeren aan netwerken. Versa kan zowel deelnemer als initiatiefnemer (spilfunctie) zijn binnen een netwerk. Welke rol Versa speelt, het draagt bij aan de volgende doelen:
1. Stimuleren
Netwerken van actieve betrokken inwoners (buurtmakers in ABCD termen) stimuleren.
2. Normaliseren
Wat inwoners kunnen doen doet sociaal werk niet (niet overnemen, wel ondersteunen waar nodig en contact houden en verbinden), wat sociaal werk doet hoeft zorg niet te doen (van zorg naar welzijn). Achter iedere sociaal werker staan gemiddeld 8 vrijwilligers en nog meer actieve inwoners.
3. Signaleren
Het neerleggen en ophalen van signalen.
4. Verbinden
Bekendheid creëren door de samenwerking op te zoeken en te verbeteren/onderhouden. Het samenbrengen van organisaties, bewoners, wijken. Inwoners binnen netwerken ondersteunen en wegwijs maken. Versa dient overzicht te houden over dat wat er is en helpen om netwerken op te bouwen. Netwerken van inwoners, vrijwilligers (vanuit bijvoorbeeld verenigingen, kerken, moskeeën) en professionals om elkaar te leren kennen en kennis te delen en te verbinden. Deze netwerken vormen de verbinding tussen partijen in de sociale basisinfrastructuur. Van Versa verwachten we dat de organisatie zich inzet om bewonersorganisatie te ondersteunen en verbindingen op te zetten die inwoners kunnen helpen in hun dagelijks leven.
5. (Co)-Creëren
Het ondersteunen en ontwikkelen van nieuwe netwerken. Van Versa Welzijn verwachten we dat ze ondersteunen bij het opzetten van een georganiseerde buurt. Dat maakt een straat, buurt en/of wijk weerbaarder en in staat om zelf met oplossingen te komen voor vraagstukken en kansen te grijpen die van meerwaarde zijn voor hun eigen straat, buurt en/of wijk.
6. Informeren
Versa brengt kennis en ervaring met zich mee waar anderen in het netwerk gebruik van kunnen maken. Kennis van wat leeft bij mensen en buurten. Overdragen van deze kennis aan individuen, groepen, ondernemers, professionals en overheid. We zetten in op collectieve voorlichting, training, coaching en onderlinge ondersteuning als voorbereiding op langer zelfstandig thuis wonen (ouderen, GGZ, verstandelijke beperking, kwetsbare jongeren) en ter voorkoming van eenzaamheid, schulden, slechte gezondheid.
5.1 Visie welzijnsactiviteiten en wijkcentra
In onze visie op welzijnsactiviteiten in relatie tot wijkcentra, worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. Een goede spreiding en bereikbaarheid
Versa is hoofdgebruiker van de vijf wijkcentra van Huizen (zie onder voor beschrijving). Sommige ruimtes worden mede gebruikt door en/of verhuurd aan andere organisaties. Een goede spreiding en bereikbaarheid is van belang om de sfunctie van het wijkcentrum ten volle te benutten. Gestreefd wordt in de wijkcentra naar een levendige mix van activiteiten en inwoners in combinatie met de basisfuncties.
2. In ieder wijkcentrum is ruimte voor de basisfuncties van het welzijn
Een wijkcentrum is de ontmoetingsplek van mensen in de buurt, maar er vinden ook andere activiteiten plaats. We onderscheiden hierbij:
1. Wijk-gebonden activiteiten (ontmoeten, klaverjassen, inloop, MBVO = meer bewegen voor ouderen) en diensten (maatschappelijk werk, belbus, Sociaal Juridische Dienstverlening). Hiervoor is thuisnabijheid van belang.
2. Wijk-overstijgende activiteiten (bijv. het Geheugenhuis) en diensten. Hiervoor wordt uitgeweken naar de accommodatie die daarvoor goed is toegerust.
Beide soorten diensten komen in ieder wijkcentrum voor. De verdeling is ongeveer 60% wijk- gebonden / 40% wijk-overstijgend.
Het is noodzakelijk dat ieder wijkcentrum veilig (zowel binnen als buiten), goed bereikbaar en toegankelijk is, ook voor mensen die minder mobiel zijn. Buiten moet er ruimte zijn voor het stallen van fietsen, scootmobiels, maar ook voor auto’s van mindervalide mensen, leveranciers en hulpdiensten. Ook binnen is voldoende ruimte van belang.
Voldoende ruimte
De benodigde ruimtes in een wijkcentrum bestaan minimaal uit:
1. Inloopruimte
2. Beweegruimte
3. Activiteitenruimtes
4. Ruimte voor de medewerkers, facilitaire ruimtes en ondersteunende diensten
In totaal is daarvoor een minimumoppervlakte binnen een wijkcentrum nodig van ca. 422m2 bruto. Indien er extra’s nodig zijn naast de basisfuncties, wordt uitgegaan van 100-200m2 oppervlak extra netto.
3. Wijkcentra en ruimte voor niet direct-gerelateerde welzijnsactiviteiten. Combineren en samenwerken staan hierin centraal
De opgave voor de gemeente en haar maatschappelijke partners de komende jaren is, om het geheel aan maatschappelijk vastgoed en andere openbare ruimte slimmer en efficiënter te gaan gebruiken. Dit willen we doen door actief samenwerkingen binnen elkaars ruimtes aan te gaan en te stimuleren. Uit de diverse gesprekken die zijn gevoerd met gebruikers van de diverse panden, is duidelijk geworden dat er bereidheid is om met elkaar het gesprek aan te gaan over het gebruiken van elkaars ruimte.
In onze visie beschouwen we ruimtes als:
• Aan verandering onderhevig
Er komen door ontwikkelingen met enige regelmaat ruimtes vrij. Denk hierbij aan het vrijkomen van de voormalige ruimtes van de peuterspeelzalen in ’t Vuronger en Holleblok. Een deel daarvan is al opgevuld met welzijnsactiviteiten door Versa Welzijn. Momenteel wordt gekeken naar invulling van de andere ruimtes. Ook verhuizen gebruikers regelmatig.
• Multi-inzetbaar
Ruimtes worden niet 24u per dag benut. Er is binnen de wijkcentra extra ruimte beschikbaar als er slimmer wordt omgegaan met de roostering en faciliteiten. Te denken valt aan samenwerkingen tussen Versa Welzijn en sportverenigingen voor het gebruik van elkaars ruimte en faciliteiten.
Maar ook samenwerking met scholen voor huiswerkbegeleiding of het kinderwerk in een schoolgebouw voor medewerkers van Versa Welzijn.
• Vrije ruimte
Binnen de wijkcentra is er tevens behoefte aan beschikbare vrije ruimte, een wijkcentrum zal dan ook niet volledig gevuld worden, dit om zo ook ruimte te behouden voor initiatieven
uit de omgeving. Dus naast de inzet op meer samenwerking en efficiënter gebruik van de ruimtes zal er altijd wat vrije ruimte aanwezig zijn.
5.2 Wijkcentra: korte typering per wijkcentrum
Figuur 7: Kaart van Huizen met verdeling Oost en West en ligging van de wijkcentra
Meentamorfose
Kenmerkend voor de Meentamorfose is het dagbestedingsproject Om de Hoek. Dit zijn specifieke activiteiten voor mensen die het (tijdelijk) lastig vinden om aan de eisen van de samenleving te voldoen. Vaak is er een GGZ-achtergrond maar er kunnen allerlei factoren zijn waarom men het moeilijk vindt om mee te doen. Daarnaast heeft de Meentamorfose een wijkfunctie en vinden er allerlei activiteiten plaats die worden georganiseerd voor en door de buurbewoners. Het mooie is dat er een kruisbestuiving plaatsvindt tussen de dagbestedingsactiviteiten en de buurtactiviteiten. Om de Hoek deelnemers kunnen aansluiten bij andere activiteiten en als vrijwilliger taken op zich nemen in het wijkcentrum buiten de Om de Hoek dagen om.
Ontwikkelopgave: Door het stoppen van TijdvoorMeedoen zijn er nieuwe kansen om te zien welke deelnemers misschien beter op hun plek zijn bij de Meentamorfose dan bij de Draaikom. Het ontwikkelen van een goede samenwerking tussen Draaikom en Meentamorfose staat hierin centraal.
't Vuronger
Xxxxxxxxxxx 'x Xxxxxxxx xx xxx Xxxx Xxxx bruist van de seniorenenergie. Er wonen veel senioren in de omgeving waarvoor het van belang is dat er op bereikbare afstand activiteiten zijn waaraan ze kunnen deelnemen. Maaltijden en lunches zijn erg in trek, deze activiteit wordt grotendeels door buurtbewoners verzorgd en trekken altijd weer een volle groep deelnemers. Ook vinden er beweegactiviteiten plaats omdat ook het bewegen voor de senioren van groot belang is. De gastheren en gastvrouwen zorgen voor een gezellige sfeer in de ontmoetingsruimte waar de buurtbewoners graag een kopje koffie komen drinken. Net als de Meentamorfose heeft ook ’t Vuronger een wijkfunctie en vinden er activiteiten plaats voor buurtbewoners van alle leeftijden.
Ontwikkelopgave: Onderzoeken en zo mogelijk realiseren uitbreiding Geheugenhuis in Vuronger. Onderzoeken en waar mogelijk realiseren samenwerking met Brasserhoeve.
Connect (Gooierserf 124)
Waar de andere centra een specifieke functie hebben in de wijk, is het voor Connect kenmerkend dat de jongerenwerkers zich inzetten voor jongeren van heel Huizen. Naast het Jongerenwerk zijn er ook andere organisaties met eigen activiteiten in het pand, zoals Danner en Danner en Vluchtelingenwerk.
Ontwikkelopgave: Meer samenwerking met onderwijs als vind- en contactplaats.
Holleblok
Wijkcentrum Holleblok heeft ook weer een eigen sfeer door de centrale ligging in het winkelcentrum, eveneens met de naam Holleblok. De ligging is centraal, dicht bij de basisscholen, het gezondheidscentrum en de winkels. Dat is ook de reden dat we in dit wijkcentrum zijn gestart met het kinderwerk, de jonge gezinnen kennen de scholen, het kinderwerk kan hierbij aansluiten. Daarnaast heeft Wegwijs Holleblok hier wekelijks spreekuur en worden ook in het Holleblok beweegactiviteiten en overige activiteiten voor inwoners georganiseerd.
Ontwikkelopgave: Samenwerking met Zicht op Werk in ’t Holleblok.
Draaikom
Het Geheugenhuis is ondergebracht in de (Versa) Draaikom.
Ontwikkelopgave: Draaikom als echt wijkcentrum door ontwikkelen. Voorbereiding nieuwbouw. Geheugenhuis indien mogelijk kleinschaliger en meer geïntegreerd in dit wijkcentrum laten werken. .
6. Monitoring en verantwoording, subsidierelatie en budgettaire kaders
6.1 Monitoring en verantwoording
In deze bestuursperiode zullen we werken met een andere, meer structurele, wijze van monitoring en verantwoording dan in de vorige bestuursperiode. De algemene subsidieverordening van de gemeente is leidend. Die geeft aan dat Versa ieder jaar minstens een inhoudelijk jaarverslag, financieel verslag en een goedgekeurde accountantsverklaring (Versa breed) dient te overleggen. Echter is in de vorige bestuursperiode gebleken dat verantwoording en monitoring vaker en meer gestructureerd zou moeten plaatsvinden, meer gericht op samenwerken, evalueren en leren. De gemeente is immers niet alleen opdrachtgever maar ook partner in ontwikkeling en uitvoering. Daarnaast is gebleken dat het inhoudelijk jaarverslag te lijvig werd, waardoor het eindigde als een papieren tijger voor beide partijen. Om deze redenen is er een nieuwe PDCA-jaarcyclus opgesteld. In pararaaf 6.2 zal de PDCA- jaarcyclus nader worden toegelicht.
JANUARI-MAART
Verantwoording afgelopen jaar
OKTOBER-NOVEMBER
2e evaluatie en opstellen doelen volgend jaar
APRIL
1ste evaluatie en deadline financieel jaarverslag + accountantsverklaring
JUNI
Deadline
Subsidieaanvraag
Figuur 8: PDCA-Jaarcyclus
In de PDCA-jaarcyclus is een aantal vaste momenten benoemd wanneer er gerapporteerd dient te worden. De periode van januari tot en met maart worden gebruikt voor de verantwoording van het afgelopen jaar. In april is het eerste evaluatiemoment en tevens de deadline voor het jaarlijkse verzoek tot subsidievaststelling en verantwoording. In juni is de deadline voor het indienen van de subsidieaanvraag. In het najaar, oktober, volgt het tweede evaluatiemoment en stellen we samen de doelen op voor het volgende jaar. Een voorzet voor die doelen wordt voor de zomer (juni) al deels gedaan met de subsidieaanvraag.
Live evaluatiemomenten
In april en oktober zijn de evaluatiemomenten. Dat zal gebeuren door middel van een fysieke bijeenkomst met een afvaardiging uit de Versa teams, de gemeentelijke beleidsambtenaren, ambulant begeleiders/consulenten en wethouder. Het doel is om terug te kijken naar de voorgaande maanden en te bepalen of de gestelde doelen wel of niet zijn behaald. Daarnaast bespreken we welke ontwikkelingen er dan gaande zijn. Ook bespreken we kort hoe de goedlopende onderdelen gaan.
Voorafgaand aan de evaluatiemomenten wordt, ter voorbereiding een schriftelijk verslag/agenda gemaakt door Versa met daarnaast een korte weergave van de ‘cijfers’ en de goedlopende onderdelen. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een infografic. Het verslag wordt na de bijeenkomst aangevuld met de afspraken, conclusies etc. die zijn besproken.
Ontwikkelopgave: Reflectiebijeenkomsten zijn nieuw en moeten gaandeweg een juiste, werkbare vorm zien te krijgen. Dit is een ontwikkelopgave voor de komende periode: eerst centraal starten, ervaring opdoen en door ontwikkelen.
De twee rapportages over het gehele jaar genomen zullen tezamen het ‘oude’ inhoudelijke jaarverslag
vervangen. Het financiële jaarverslag en accountantsverklaring zullen niet veranderen.
Andere overleggen buiten de PDCA-jaarcyclus
Naast de PDCA-jaarcyclus blijven er voortgangs-overleggen of andere afstemmings-overleggen bestaan op onderdelen. Een voorbeeld hiervan is het regionale accounthouders-overleg waarin Versa ook participeert. Van belang is dat de lijnen tussen Versa en de betrokken ambtenaren kort zijn en dat er op een open en vertrouwde basis met elkaar gesproken wordt.
6.3 Waar wordt over gerapporteerd?
Zoals hierboven al genoemd, zullen er twee momenten zijn voor het opleveren van een inhoudelijk2 verslag. Versa bestaat uit veel activiteiten en diensten die grofweg in twee categorieën verdeeld kunnen worden:
1. Activiteiten of diensten die al een aantal jaren lopen en succesvol zijn in de aanpak. De nut en noodzaak is al lang bewezen. Het zijn doorgaans activiteiten en diensten die tot de corebusiness van het sociaal werk behoren. Voorbeeld hiervan is het algemeen maatschappelijk werk.
2. Activiteiten en diensten die (nog) geen vaste basis hebben in het sociaal werk. Dat kan komen
doordat de activiteiten en diensten nog ‘in ontwikkeling zijn’, zoals een pilot. Het kan ook zijn dat
2 Het financiële jaarverslag met accountantsverklaring wordt niet gerekend tot een inhoudelijk verslag.
activiteiten en diensten voor bepaalde tijd worden ingekocht door de gemeente en verlenging afhankelijk is van bijvoorbeeld wetgeving of beschikbaar budget.
6.4 In welke vormen kan worden gerapporteerd?
De wijze waarop gerapporteerd wordt hangt uiteraard samen met de inhoud en de lezer. Versa rapporteert aan diverse lezers. Dit is in eerste plaats de gemeente, waarin beleidsmedewerkers, uitvoerende medewerkers, collegeleden en raadsleden vertegenwoordigd zijn. Daarnaast rapporteert en informeert Versa aan de inwoners en de samenwerkende organisaties. Alle groepen behoeven een andere vorm van rapportage. De gemeente wil vooral een variëteit aan vormen zien toegespitst op de lezer. Hieronder volgt een lijst van rapportagevormen en PR middelen (zichtbaar zijn) die Versa kan gebruiken.
✓ Versa verantwoordt / infografics
✓ Jaarplan ‘Kijkje achter de schermen’ voor raadsleden
✓ Raadspresentaties
✓ Persberichten, zowel op sociale als klassieke media
✓ Werkbezoeken
✓ Opgetekende verhalen
✓ Nieuwsbrieven
✓ Individuele testimonials
✓ Regelmatig (mondeling) contact met gericht van te voren gezamenlijk opgestelde vragen
✓ Vlogs / Blogs
✓ Website
✓ Sociale media
✓ Creatieve vormen zoals exposities, theater etc.
✓ Flyers en banners met groot Versa logo bij activiteiten buiten de locaties om
✓ Halfjaarlijks- overzicht/verslag per GGT
6.5 Rapporteren naar college en gemeenteraad en route
De halfjaarlijkse rapportages worden naar het college gestuurd als onderdeel van de inhoudelijke, jaarlijkse verantwoording. Dat gebeurt via dezelfde route als de andere jaarstukken, te weten het financiële jaarverslag, accountantsverklaring en Versa Verantwoordt.
De schriftelijke rapportages naar de gemeenteraad omvatten in elk geval het jaarplan, de halfjaarlijkse rapportages en Versa Verantwoordt. Deze stukken kunnen door Versa rechtstreeks naar de gemeenteraad gestuurd worden. De werkbezoeken van raadsleden zijn onderdeel van de verantwoording naar de gemeenteraad en kunnen desgewenst ingepland worden door Versa via de griffie.
6.6 Subsidierelatie: partnerschap, opdrachtgever en opdrachtnemer
Een subsidierelatie kenmerkt zich door een gezamenlijke gedragen visie op partnerschap, de rol van opdrachtnemer en opdrachtgever.
De visies van de gemeente en Versa en de daaraan verbonden gezamenlijke opvatting over de sociale basisdienstverlening, doelen en gewenste resultaten, hebben we beschreven in deze overeenkomst.
Op deze basis willen we het partnerschap in de komende jaren vormgeven.
De samenwerkingsovereenkomst geeft daarom ook een kader voor de subsidie-relatie en de jaarlijkse subsidieaanvragen. Vanzelfsprekend is niet alles voorspelbaar en zullen we over belangrijke ontwikkelingen en mogelijk nieuwe inzichten, met elkaar in contact blijven (zie het begin van dit hoofdstuk).
Partnerschap
Welzijnswerk wordt gedragen door alle partners in het sociaal domein: professionals, vrijwilligers, inwoners en gemeente. Met als gezamenlijk doel de Huizer samenleving te versterken. En bij te dragen aan inclusie. Binnen het partnerschap is sprake van een zakelijke relatie die zich kenmerkt door opdrachtgever– en opdrachtnemersrol. Deze laatste is nodig voor een juiste verantwoording van de subsidie middelen.
Opdrachtgever
De gemeente is opdrachtgever voor het welzijnswerk (zowel bij inkoop/aanbesteding als subsidie) op het niveau van de strategische doelen, kaders, resultaten en de maatschappelijke effecten. De gemeente formuleert samen met Versa het ‘wat’ en het ‘waarom’.
Opdrachtnemer
Versa, als opdrachtnemer, geeft aan hoe en op welke wijze zij middelen gaat inzetten en de geformuleerde afspraken (resultaten en doelen) gaat bereiken. Versa legt inhoudelijke en financiële verantwoording af aan de gemeente en adviseert waar nodig.
Werkwijze gemeente en Versa
Een subsidierelatie betekent veel afstemming met elkaar over de verwachtingen. Daarbij gaat het om zowel de lopende opdrachten als het verstrekken van nieuwe subsidie. Het is daarom van belang dat we weten van elkaar hoe we werken. Hierna volgt een korte beschrijving van de werkwijze vanuit de gemeente en Versa.
Gemeente
De gemeente heeft één accounthouder Versa algemeen en diverse beleids- en uitvoerende medewerkers vanuit verschillende afdelingen, die contacten hebben met Versa op onderdelen en tijdens de praktijk-evaluatie gesprekken. Het is belangrijk dat er heldere procesafspraken worden gemaakt als het gaat om het verstrekken van nieuwe subsidie. De gemeentelijke accounthouder dient op de hoogte te zijn van alle opdrachten die Versa uitvoert, maar is niet primair inhoudelijk verantwoordelijk voor de opdrachten. Dat is de verantwoordelijke (beleids-)medewerker die de opdracht heeft gegeven. Ter illustratie: Het Geheugenhuis valt onder de beleidsmedewerker belast met het ouderenbeleid. Deze beleidsmedewerker is verstrekker van de opdracht en verantwoordelijk voor het budget en verdere voortgang en uitvoering. De accounthouder zorgt ervoor dat subsidieverstrekking zoveel als mogelijk wordt gestroomlijnd binnen één algemene subsidiebeschikking evenals de verantwoording.
Versa
Versa werkt in Huizen met twee gebiedsgerichte en zelforganiserende teams. Deze gebiedsgerichte teams zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de opdracht: verwerving opdracht, uitvoering, monitoring, evaluatie, reflectie en leren. De teams worden ondersteund door ondersteunende diensten van Versa en door twee accounthouders.
De accounthouders van de teams bewaken samen met de teamleden de voortgang van de uitvoering en onderhouden het contact met de gemeentelijk accounthouder (en waar nodig met beleidsambtenaren) over de subsidie-relatie . Daarnaast vormen zij intern een schakel tussen de teams en de directeur-bestuurder van Versa. De sociaal werkers in de GGT’s onderhouden zelf ook contacten met de voor hun werkgebied verantwoordelijke (beleids-)medewerker. Dat gebeurt in bilaterale contacten en ook in het zogenaamde gezamenlijke voortgangsoverleg.
Naast de gebiedsteams heeft Versa op organisatieniveau specialistenteams waarvan alle sociaal werkers lid zijn: Deze specialistenteams onderhouden en ontwikkelen het vakmanschap per werksoort.
6.7 Procesafspraak en beschrijving van nieuwe subsidie
Zowel de gemeente als Versa kan voorstellen doen voor een nieuwe opdracht. Bijvoorbeeld indien landelijke wetgeving of gebeurtenissen daarvoor aanleiding geven. Te denken valt aan de gemeenteraadsverkiezingen, nieuw college of maatregelen als gevolg van de Covid-pandemie. Het voorstel wordt besproken tussen de (beleids-)ambtenaar, de accounthouder(s) en een sociaal werker in dat aandachtsgebied. Hierbij kunnen ook inwoners worden betrokken.
Indien de hiervoor genoemde betrokkenen van mening zijn dat een nieuwe opdracht gerechtvaardigd is, stellen zij gezamenlijk overleg een concept voor de nieuwe opdracht op.
In dit voorstel wordt in ieder geval beschreven:
• De aanleiding/noodzaak voor de nieuwe opdracht
• De gevraagde inzet, de doelen en te behalen resultaten
• Het beschikbare budget
Het voorstel wordt intern besproken en nadat dit akkoord is bevonden, omgezet in een definitieve opdracht. Voor Versa betekent dit dat het betreffende gebiedsteam (of beide teams, indien van toepassing) in de gelegenheid is zich over het voorstel uit te spreken en dit met de gemeente te communiceren. Indien het team akkoord gaat wordt de nieuwe opdracht schriftelijk bevestigd. Indien het team geen akkoord kan geven, vervalt het voorstel of gaan betrokkenen opnieuw in overleg over een aanpassing van het voorstel zodat dit wel op een akkoord kan rekenen.
De budgettaire kaders bestaan uit de volgende onderdelen:
1. Begrotingsraad: vaststelling van de definitieve budgetten voor het jaar erop
Ieder jaar met de begrotingsraad, medio oktober/november, stelt de gemeenteraad de beschikbare budgetten voor het nieuwe jaar vast. Indien er al sprake is van verandering in het begrote budget, wordt dat aan Versa tijdig kenbaar gemaakt.
2. Regionale afspraken rondom integrale kostprijs
- Versa hanteert voor alle 8 gemeenten dezelfde uurtarieven voor HBO of MBO sociaal werker en voor de beheerders.
3 Bedrag is inclusief huur accommodaties. Het betreft hier dus een bruto bedrag. Het netto bedrag bedraagt het bedrag na aftrek huur accommodaties.
- Huisvestingskosten accommodaties incl. beheerders, vrijwilligers en activiteiten vallen buiten dit uurtarief en worden apart gedekt via de subsidie.
- Versa hanteert een overhead percentage van 19% op de inkomsten: hiermee worden kosten voor ondersteuning personele zaken, facilitair, ICT, communicatie, opleidingen, innovatie, financiën en bestuur gedekt. Deze kosten groeien of krimpen met de omvang van de subsidies.
3. Index, risico opslag en eigen vermogen
Er is nog geen overeenstemming regio breed bereikt over de index, risico opslag en over een wenselijk percentage eigen vermogen. Dit is nog een ontwikkelopgave voor de komende periode.
Ontwikkelopgave: Overeenstemming lokaal en regio-breed bereiken over de index, risico opslag en over een wenselijk percentage eigen vermogen.
6.9 Incidentele en flexibele budgetten
Naast de budgetsubsidie voor de basisdienstverlening, bestaan er ook incidentele en flexibele budgetten. Incidentele budgetten worden aangevraagd in de jaarlijkse subsidieaanvraag en er worden, indien noodzakelijk, aparte (resultaat)afspraken voor gemaakt. Incidentele budgetten kunnen buiten de subsidiecyclus om worden verstrekt, echter de gemeente streeft ernaar om met zo min mogelijk aparte subsidiebeschikkingen te werken. Versa heeft de mogelijkheid om budgetten onderling te schuiven per onderdeel. Dit worden de flexibele budgetten genoemd. Als geconstateerd wordt dat er tijdelijk meer inzet nodig is op een specifiek onderdeel/dienst, kan Versa in overleg met en goedkeuring van de gemeente, kiezen om budgetten en daarmee uren te schuiven.
De ondergetekenden:
De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Huizen, gevestigd aan de Graaf Xxxxxxx 10, 1276 KB te Huizen, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. M.W. Xxxxxxxxx, wethouder sociaal domein, daartoe gemachtigd door de burgemeester van die gemeente en handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders, hierna te noemen de gemeente,
en
Stichting Versa Welzijn, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Mw. X. Xxxxx, directeur- bestuurder, hierna te noemen Versa Welzijn,
Overwegende
1. Dat er een subsidie- en samenwerkingsrelatie bestaat tussen de gemeente en Versa Welzijn.
2. Dat op de subsidierelatie de Algemene subsidieverordening Huizen 2019 van toepassing is.
3. Dat op grond van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht ter uitvoering van de subsidiebeschikking een overeenkomst kan worden gesloten waarin de subsidieontvanger kan worden verplicht de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend, zulks onder nadere bepalingen.
4. Dat de gemeente en Versa een samenwerkingsovereenkomst wensen aan te gaan met een looptijd vanaf ondertekening tot en met 31 december 2025.
5. Dat Versa Welzijn voor deze samenwerkingsovereenkomst activiteiten verricht die leiden tot het behalen van door de gemeente vastgestelde resultaten die bijdragen aan door de gemeente vastgestelde beleidsdoelen en effecten welke in deze samenwerkingsovereenkomst zijn opgenomen.
6. Dat partijen bij ondertekening afspraken maken over de monitoring en verantwoording (als bedoeld in H7) in het overgangsjaar 2021.
Verklaren te zijn overeengekomen als hiervoor onder hoofdstuk 1 tot en met 6 beschreven. Aldus overeengekomen te Huizen d.d.
Burgemeester en wethouders van Huizen, | Namens Versa Welzijn: |
namens dezen: | |
Wethouder Sociaal domein | Directeur-bestuurder |
Dhr. M.W. Hoelscher | Mw. X. Xxxxx |
....................................................... | ………………………………………… |
BIJLAGE 1: WAARUIT BESTAAT DE BASISDIENSTVERLENING
Een overzicht van de situatie in 2021*.
Welzijnsinzet in de wijk | Jeugd |
Algemeen Maatschappelijk Werk en Groepsmaatschappelijk Werk | Opstapje en Opstap |
Buurtwerk/DOEN | Kinderwerk |
Geheugenhuis | Jongerenwerk |
Om de Hoek | Budgetcoach |
Opbouwwerk | |
Vervoersdiensten vrijwilligerswerk | |
Vrijwillige Thuishulp | |
Wegwijscafé en Sociaaljuridische Dienstverlening | |
Sociaal Werk Wonen-Welzijn-Mantelzorg en Preventief Huisbezoek | |
Meldpunt discriminatie | |
Buurtbemiddeling |
Door ontwikkelingen en het uitwerken van hiervoor genoemde visie op buurtwerk/ ABCD-werkwijze, ontstaan er in de loop van de tijd nieuwe en andere vormen van dienstverlening. Vanaf najaar 2021 wordt Opbouwwerk ingezet. Het effect van de bezuinigingen vanaf 2022 is in dit overzicht niet meegenomen.
Toelichting:
• AMW Algemeen Maatschappelijk werk en GMW, groepsmaatschappelijk werk: Dienstverlening – zonder indicatie - door beroepskracht waarbij methodisch wordt gewerkt aan eigen kracht en zelfstandigheid van de individuele cliënt of van een groep cliënten, zodat deze zich gesterkte voelt en handvatten heeft om problemen op te lossen.
• Buurtwerk
Onder deze verzamelnaam bundelen we de duurzame ondersteuning van (inwoners)initiatieven en het deelnemen aan en het uitvoeren van een aantal netwerk- en samenwerkingsafspraken zoals Samen Huizen, het sociaal wijkteam, meedoen makelaar en de ondersteuning van buurtpanels en buurtpreventieverenigingen. Ook ontmoetings– en beweegactiviteiten in de centra, vrijwilligersparticipatie, plaatsing deelnemers vanuit DOEN/Beweegcoach/Zelf aan Zet
• Geheugenhuis
Niet-geïndiceerde dagbesteding, gericht op ontmoeting en eigen regie, voor mensen met beginnende geheugenproblemen. Uitgevoerd door vrijwilligers en deelnemers, coördinatie door beroepskracht.
• Om de Hoek
Laagdrempelige inloop en dagbesteding. Oorspronkelijk opgezet voor (voormalig) ggz- cliënten. Inmiddels bredere doelgroep, waaronder ook licht verstandelijk beperkten. Uitvoering door deelnemers en vrijwilligers, coördinatie en begeleiding door beroepskracht.
• Opbouwwerk
Xxxxxxx werk dat gespecialiseerd is in het volgen van energie en mogelijkheden in wijken en buurten, en het van daaruit het bouwen aan samenhang en samenkracht, van een stevige community. Opbouwwerkers zien de drive en het talent van mensen in de wijk, boren dit aan en verbinden mensen die iets willen of kunnen. Ze werken nauw samen met inwoners, burgerinitiatieven en verenigingen en professionele organisaties.
• Vervoersdiensten vrijwilligerswerk
Drie verschillende diensten, uitgevoerd door vrijwilligers onder coördinatie van één beroepskracht. De Belbus verzorgt aanvullend vervoer voor ouderen en mensen met een beperking. Dit zijn vaak vaste ritten (bijvoorbeeld naar het Geheugenhuis). De Boodschappen Plusbus verzorgt uitstapjes in groepsverband voor ouderen, deelnemers betalen per keer een eigen bijdrage. Bij Automaatje (samenwerking met de ANWB) rijdt de vrijwilliger in zijn eigen auto op individuele basis tegen een geringe vergoeding. Bestemming kan ook buiten de regio liggen.
• VTH; Vrijwillige Thuishulp
Thuishulp door vrijwilligers. Na een intakegesprek met de hulpvrager wordt door de beroepskracht/coördinator een passende vrijwilliger gezocht. De hulp kan praktisch zijn, maar is doorgaans vooral gericht op het bieden van gezelschap, verbinding en emotionele ondersteuning. De vrijwilligers hebben ook een signaleringsfunctie. De coördinator maakt deel uit van het Sociaal Wijkteam waardoor signalen snel kunnen worden opgepakt en, indien nodig, doorgeleid naar professionele hulpverlening.
• Wegwijs en SJD:
Wegwijs is een laagdrempelig inloopspreekuur in de wijk Holleblok. Vrijwilligers van Versa en enkele andere organisaties, begeleid en gecoördineerd door een beroepskracht van Versa, helpen mensen met zeer uiteenlopende vragen, o.a. op het gebied van juridische kwesties, vragen over werken, belastingen en toeslagen, consumentenzaken, onderwijs, zorg en welzijn etc. Ook het maatschappelijk werk en de sociaal juridische dienstverlening van Versa bij betrokken.
Met de Sociaal Juridische dienstverlening kan ook een individuele afspraak worden gemaakt. Ook deze dienstverlening is laagdrempelig/gratis.
• WWM/PHB; Sociaal Werk Wonen-Welzijn-Mantelzorgondersteuning
WWM is gericht op de kwetsbare inwoner en bevordert diens mogelijkheid om zelfstandig te blijven wonen. De sociaal werker bespreekt thema’s als zingeving, eenzaamheid, zorg mijden en heeft een gids- en verwijsfunctie (naar andere woonvormen, diensten en faciliteiten).
• Preventief Huisbezoek.
Inwoners van 80 en 85 jaar worden door getrainde vrijwilligers bezocht. In het gesprek wordt informatie opgehaald en gegeven: Hoe gaat het met de oudere, heeft hij/zij bepaalde behoefte om zelfstandig te kunnen blijven? Welke voorzieningen en mogelijkheden zijn er?
• Opstap
Programma voor kinderen van 4 tot 6 jaar (en hun ouders) met risico op taalachterstand (bijv. laagopgeleide ouders, meervoudige problematiek, anderstalige ouders), waarbij spelenderwijs basisvaardigheden (lezen, schrijven groep 3) worden ontwikkeld.
• Kinderwerk
Xxxxxxx werk gericht op kinderen van 4 tot ongeveer 12 jaar, waarbij gewerkt wordt aan talentontwikkeling, preventieve steun, gezond groot worden.
• Jongerenwerk
Jongerenwerkers zijn gespecialiseerd in talentontwikkeling, het werken aan een positief zelfbeeld, zelfvertrouwen en eigen regie van jongeren. Activiteiten zoals sport, muziek,
themabijeenkomsten zijn, naast een gezonde en leuke activiteit, vaak ook een middel voor jongerenwerkers om met de jongeren in contact te komen en een veilige omgeving te bieden voor gesprekken over alle onderwerpen die jongeren bezighouden.
• Budgetcoach
De budgetcoach is een van de aparte projecten van het jongerenwerk. Opgezet in samenwerking tussen de sociaal juridisch dienstverleners en het jongerenwerk, zet de coach in op het vroegtijdig herkennen en aanpakken van financiële problemen van jongeren.
• Buurtbemiddeling
Dienstverlening in opdracht van gemeente en corporaties, gericht op het voorkomen van en bemiddelen bij conflicten tussen buurtbewoners. Getraind en aangestuurd door in het specialisme geschoolde beroepskrachten, gaan vrijwilligers in gesprek met buurtbewoners.
• Meldpunt Discriminatie
Inwoners van Huizen kunnen met meldingen, vragen en klachten over discriminatie terecht bij deze regionale dienst van Versa. Het Meldpunt geeft voorlichting en informatie bij individuele vragen en staat mensen bij in juridische procedures.
BIJLAGE 2: VOOR WELKE GROEPEN INWONERS HEBBEN WE SPECIALE AANDACHT
• Jeugd 0 t/m 23 jaar
• Ouderen in een kwetsbare situatie die thuis wonen, zoals dementerende, eenzaamheid, verzamelwoede, angsten, weinig netwerk e.d.
• Mensen met onbegrepen gedrag
• Statushouders
• Mantelzorgers
• Iedereen uit Huizen met extra aandacht voor diegenen die (nog) niet meedoen.
• LVB-doelgroep (licht verstandelijke beperking)
• Inwoners die weinig tot geen netwerk hebben.
• Iedereen die niet zelf- of sociaal redzaam is, maar dit wel kan worden met behulp van de ondersteuning van Versa.
• Inwoners die nu tussen wal en schip vallen.
• Mensen met een specifieke behoefte door achtergrond of beperking, zoals jongeren met autisme die mee willen doen of statushouders die nog geen aansluiting hebben.
BIJLAGE 3: WIE ZIJN DE NETWERKPARTNERS
Gemeente Huizen | GGT’s Versa Welzijn, Buurtbemiddeling en Meldpunt Discriminatie |
(Jeugd)consulenten | Inwoners in de wijken |
Kerken en Moskeeën | Budgetcoach |
Jeugd & Gezin | Jeugdboa’s en Jeugd- en wijkagenten, |
Bibliotheek | MTC (Fysiotherapiepraktijken) |
Jellinek | Basisscholen, VSO-scholen en VO-scholen |
Jeugdconsulenten | Jobcoach |
Vrijwilligerscentrale | Culturele instellingen, bijv. Dynamic Arts, Laresz |
Buurtsportcoaches, sportief Huizen, Beweegloket Huizen | Jeugdhulpverleners |
JOGG | HALT |
RSVO (Regionale Stichting Voorzieningen voor Ouderen) | Voedselbank |
Stichting MEE | Ankers van Huizen |
AMW Stichting Schuilplaats | MBO Amersfoort/Hogeschool Utrecht |
Kwintes | GGD |
GGZ Centraal | Unie KBO/PCOB |
P.O.H-ers en huisartsen | Amaris, Vivium, |
Sherpa, Philadelphia | Voor Anker, De Rustmaat |
Danner & Danner | Vluchtelingenwerk |
Buurten met buren | Stadsmanager |
Casemanagers dementie | Alzheimer Gooi en Vechtstreek |
Saar aan Huis | De Alliantie |
Sportadviesgroep | St. Schuldhulpmaatjes |
Burgerinitiatieven | Buurtplatforms |
Nb. Dit is een niet-uitputtende opsomming. De lijst is opgesteld op basis van de situatie 2021 en aan verandering onderhevig.