HAAGS PERSONEELSREGLEMENT
HAAGS PERSONEELSREGLEMENT
Vastgesteld op: 17 december 2019 Het personeelsreglement is een lokale
aanvulling van de gemeente Den Haag op de Cao Gemeenten
Over het Haags personeelsreglement (Hpr)
In dit reglement vind je afspraken, huisregels en instructies die betrekking hebben op jouw dienstverband met de gemeente Den Haag. Het gaat met name om arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en personeelsinstrumenten, en de wijze waarop we invulling geven aan goed werkgeverschap en goed werknemerschap.
Het personeelsreglement is een aanvulling op jouw arbeidsovereenkomst en op de Cao Gemeenten (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx). Het geldt voor de hele gemeentelijke organisatie en bindt jou als werknemer van de gemeente. Heb je geen arbeidsovereenkomst met de gemeente Den Haag maar verricht je wel werkzaamheden, een opdracht of andere activiteiten ten behoeve van de gemeente, dan is het reglement zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing als dit met jou is afgesproken.
Het reglement, of een onderdeel ervan, is niet van toepassing als dit uitdrukkelijk is aangegeven in de tekst of redelijkerwijs daaruit voortvloeit, of als dit volgt uit de (arbeids)overeenkomst, cao of wet- en regelgeving.
Belangrijk: wat al in jouw arbeidsovereenkomst, in de cao en in algemene wet- en regelgeving staat, wordt niet herhaald. Xxxx het reglement dus altijd in samenhang met die andere teksten. Xxxx op Werknet voor een uitgebreide toelichting op alle personele onderwerpen.
In de bijlagen vind je onder meer een begrippenlijst en de procedure die we volgen bij wijziging van het reglement. Alle bedragen zijn bruto tenzij anders is aangegeven.
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
• Het Hpr is tot stand gebracht in verband met de normalisering van de rechtspositie van gemeenteambtenaren met ingang van 1 januari 2020 (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, oftewel Wnra).
• Het Hpr treedt in de plaats van arbeidsvoorwaardelijke en rechtspositionele concernregelingen en -kaders die vóór 1 januari 2020 binnen onze gemeente golden. De inhoud van het Hpr is inhoudelijk bijna helemaal gelijk aan die regelingen en kaders, omdat de inhoud daarvan beleidsarm is omgezet. Aanpassingen beperken zich in hoofdzaak tot vorm en taal. Als een onderwerp wél inhoudelijk is gewijzigd, dan is dat gebeurd in overleg met de centrale ondernemingsraad (COR) of met de vakbonden.
• Op enkele punten wijken de Haagse rechtspositie en arbeidsvoorwaarden af van de Cao Gemeenten. Dit was ook al het geval vóór 1 januari 2020. Artikel 1.5 lid 2 van de cao verwijst naar bijlage 7 bij de cao voor de opsomming van deze afwijkingen. Deze zijn volledigheidshalve ook genoemd in bijlage III bij dit reglement.
Inhoudsopgave: alfabetisch
Over het Haags personeelsreglement (Hpr) 2
Inhoudsopgave: alfabetisch 3
Inhoudsopgave: per cao-thema 5
Blad Alcohol en drugs 6
Blad Beeldschermbril 8
Blad Bemiddelingsloket 10
Blad Beschut werk 12
Blad Bestuursadviseur 14
Blad Brugdag 16
Blad Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand 18
Blad Chauffeur collegevervoer 20
Blad Collectieve actie 23
Blad Dienstreis binnenland 26
Blad Dienstreis buitenland 29
Blad Digitaal berichtenverkeer en zelfbediening werknemers 31
Blad Directeurentoelage 33
Blad Eed en belofte 35
Blad Feestdagen 37
Blad Flexibel werken 38
Blad Gedragscode 39
Blad Generatiepact 2015 – 2018 40
Blad Generiek functiehuis (HGF) 42
Blad Gesprekscyclus (PVB) 45
Blad Geschillenregeling 50
Blad Giften, geschenken, uitnodigingen en dergelijke 54
Blad Gewetensbezwaren 55
Blad Inconveniëntentoelage 57
Blad Individueel Keuze Budget (IKB) 65
Blad Integriteitsschending: melding 67
Blad Integriteitsschending: onderzoeksprotocol 72
Blad Jubileum diensttijd 78
Blad Loonbeslag 80
Blad Maaltijdvergoeding 81
Blad Medezeggenschap 83
Blad Nevenwerkzaamheden, financiële belangen 89
Blad Ongewenst gedrag 92
Blad Personeelsdossier 101
Blad Salarisverhoging 105
Blad Salaristoelagen 107
Blad Salaristoelagen: overgangsrecht 2016 109
Blad Schaal 19 111
Blad Sociaal beleidskader bij reorganisatie (SBK) 112
Blad Sociale media, Werknet, e-mail, pers 128
Blad Stage 130
Blad STiP-baan 132
Blad Studiefaciliteiten 134
Blad Trainee 136
Blad Vacaturevervulling 140
Blad Vakbonden (lokaal overleg) 144
Blad Veilig werken 147
Blad Verhuizing 148
Blad Verklaring omtrent het gedrag 150
Blad Verlof 151
Blad Vertrek uit gemeentedienst 153
Blad Verzekeringen 155
Blad Verzuim wegens ziekte 158
Blad Vitaliteitspact 162
Blad Waarschuwing 170
Blad Werkervaringsplaats 171
Blad Werktijden 173
Blad Woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget) 175
BIJLAGEN 179
I Begrippen en afkortingen 180
II Personeelsreglement: toepassing en wijzigingen 183
III Haagse afwijkingen van de cao 186
IV Medezeggenschap en lokaal overleg 187
V Status van oude regelingen en kaders 189
Inhoudsopgave: per cao-thema
Algemeen
Duurzame inzetbaarheid
Arbeidsovereenkomst
−
−
−
−
−
−
−
−
−
Beschut werk
Bestuursadviseur
Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Chauffeur collegevervoer
Stage STiP-baan Trainee
Vacaturevervulling Werkervaringsplaats
− Beeldschermbril
− Generatiepact 2015-2018
− Gesprekscyclus (PVB)
− Studiefaciliteiten
− Veilig werken
− Vitaliteitspact
Boventalligheid
−
Sociaal beleidskader bij reorganisatie (SBK)
Uitkeringen
Salaris, salaristoelagen en vergoedingen
Rechten en plichten
− Dienstreis binnenland − Alcohol en drugs
− Dienstreis buitenland − Bemiddelingsloket
− Directeurentoelage − Collectieve actie
− Generiek functiehuis (HGF) − Digitaal berichtenverkeer en zelfbediening
− Inconveniëntentoelage − Eed en belofte
− Jubileum diensttijd − Gedragscode
− Maaltijdvergoeding − Giften, geschenken, uitnodigingen e.d.
− Salarisverhoging − Gewetensbezwaren
− Salaristoelagen − Integriteitsschending: melding
− Salaristoelagen: overgangsrecht − Integriteitsschending: onderzoeksprotocol
− Schaal 19 − Loonbeslag
− Verhuizing − Nevenwerkzaamheden, financiële belangen
− Vertrek uit gemeentedienst − Ongewenst gedrag
− Woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget) − Personeelsdossier
− Sociale media, Werknet, e-mail, pers
Individueel Keuzebudget − Verklaring omtrent het gedrag
− Individueel Keuze Budget (IKB) − Verzekeringen
− Waarschuwing
Arbeidsduur en werktijden
−
−
−
−
Brugdag
Feestdagen Flexibel werken Werktijden
Lokaal overleg met vakbonden
−
Vakbonden
Medezeggenschap
− Medezeggenschap
Vakantie en verlof
− Verlof
Bijlagen
Arbeidsongeschiktheid
− Verzuim wegens ziekte
Blad Alcohol en drugs
SAMENVATTING
Als overheidswerkgever vinden we het ongepast als je tijdens het verrichten van je werkzaamheden stimulerende of verdovende middelen zoals alcoholhoudende drank of drugs gebruikt of onder invloed daarvan bent. Daarom is dit ten strengste verboden. Uiteraard is ook de verstrekking van dergelijke middelen aan collega’s of anderen in gebouwen of op terreinen van de gemeente ten strengste verboden.
INHOUD
> GEBRUIK
• Je consumeert tijdens werktijden in gebouwen of op terreinen van de gemeente geen stimulerende of verdovende middelen zoals alcoholhoudende drank of drugs.
• Je consumeert voor aanvang van jouw werkzaamheden geen stimulerende of verdovende middelen zoals alcoholhoudende drank of drugs waarvan de bedwelmende, verdovende of opwekkende effecten tijdens jouw werktijden nog voortduren.
> VERSTREKKEN
Je verstrekt geen stimulerende of verdovende middelen zoals drugs aan collega’s of anderen in gebouwen of op terreinen van de gemeente.
> UITZONDERINGEN
Je mag alcoholhoudende drank consumeren op een door de gemeente georganiseerd evenement waarbij toestemming is verleend voor het schenken van alcoholhoudende drank, zoals een borrel, receptie of feest. Uiteraard hoort dit niet te leiden tot onbetamelijk gedrag wegens dronkenschap.
> GEVOLGEN
• De gemeente is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de gevolgen als je op een hierboven genoemd evenement meer dan het wettelijk toegestane promillage aan alcoholhoudende drank hebt geconsumeerd, je vervolgens op de openbare weg hebt begeven met een vervoermiddel, en schade of letsel hebt veroorzaakt aan jezelf, aan een ander persoon of aan goederen.
• Als je op een hierboven genoemd evenement drugs of meer dan het wettelijk toegestane promillage aan alcoholhoudende drank hebt geconsumeerd, je vervolgens op de openbare weg hebt begeven met een vervoermiddel, en bent aangehouden door de politie waarbij je rijbewijs is ingevorderd wegens een geconstateerde overschrijding van het wettelijk toegestane promillage alcohol of wegens een geconstateerd gebruik van drugs, kan dit reden zijn voor maatregelen.
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR □ Lokaal overleg ■ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Beeldschermbril
SAMENVATTING
Als je beeldschermwerk verricht, kun je onder voorwaarden een vergoeding ontvangen voor de aanschaf van een beeldschermbril.
INHOUD
> BEELDSCHERMBRIL
Als je meer dan 2 uur per dag beeldschermwerk verricht, kun je een beeldschermbril aanvragen.
> VOORWAARDEN
We hanteren de volgende voorwaarden:
❖ je bent werknemer
❖ je hebt toestemming van je leidinggevende voor de aanschaf van een beeldschermbril
❖ je laat je ogen meten bij de gecontracteerde opticien
❖ je gebruikt de bril uitsluitend voor beeldschermwerk
❖ de bril of vergoeding wordt maximaal eens per 2 jaar aan je verstrekt, tenzij je aannemelijk kunt maken dat eerdere vervanging noodzakelijk is
❖ we vergoeden alleen monturen met kunststof geharde glazen (monofocaal, maar zo nodig ook bi- en multifocaal), tot het maximumbedrag in het contract dat we hiervoor hebben gesloten met een leverancier (het bedrag publiceren we op Werknet)
❖ de volgende zaken vergoeden we niet: ontspiegeling, kleuring, dunnere glazen en andere extra voorzieningen
❖ we vragen geen eigen bijdrage tenzij je een beeldschermbril aanschaft boven het afgesproken bedrag.
> PROCEDURE
• De verstrekking of vergoeding van een beeldschermbril vindt plaats volgens de voorwaarden van het contract dat we hebben gesloten met een leverancier.
• We vergoeden of verstrekken alleen als de aanvraag voldoet aan bovenstaande voorwaarden.
• De kosten komen ten laste van het organisatieonderdeel waarbij je werkzaam bent.
GRONDSLAG
Arbeidsomstandighedenbesluit
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling vergoeding beeldschermbril (externe link)
We hebben de voorwaarden voor verstrekking of vergoeding van een beeldschermbril destijds vastgesteld in overleg met de vakbonden. Vanaf 2020 is dit een aangelegenheid voor de COR omdat arbeidsomstandigheden in het domein van de medezeggenschap vallen.
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Bemiddelingsloket
SAMENVATTING
Als je van mening verschilt met jouw leidinggevende over jouw arbeidsvoorwaarden, of als er sprake is van een dreigend arbeidsconflict, dan kun je terecht bij het bemiddelingsloket.
INHOUD
> WAT DOET HET BEMIDDELINGSLOKET
• Het bemiddelingsloket helpt om een geschil op te lossen en zo nodig de werkrelatie te normaliseren, zoveel mogelijk in onderling overleg. Het bemiddelingsloket heeft niet tot taak om geschillen te beslechten (zoals een commissie of rechter).
• Het bemiddelingsloket neemt een onafhankelijk positie in, initieert en faciliteert, bijvoorbeeld door het organiseren van een driegesprek of bemiddeling.
• Als de kwestie niet door kortdurende interventie kan worden opgelost, kan het bemiddelingsloket doorverwijzen naar een andere geschikte partij, zoals een mediator of coach.
• In situaties waarin evident sprake is van strijdigheid met wet- en regelgeving, cao, concernkaders of goed werkgeverschap, heeft het bemiddelingsloket een control-functie.
• Het is niet verplicht maar wel raadzaam om je eerst te wenden tot het bemiddelingsloket, voordat je een procedure start bij de Geschillencommissie personele aangelegenheden (zie blad Geschillenregeling) of bij de rechter.
> WAARVOOR KAN JE TERECHT BIJ HET BEMIDDELINGSLOKET
Je kunt je wenden tot het bemiddelingsloket:
❖ bij een geschil over een (verwachte) beslissing van je leidinggevende met arbeidsvoorwaardelijk gevolgen
❖ bij een (dreigend) arbeidsconflict
❖ met betrekking tot een onderwerp waarvoor we de Geschillencommissie personele aangelegenheden hebben ingesteld (zie blad Geschillenregeling).
> HOE NEEM JE CONTACT OP MET HET BEMIDDELINGSLOKET
Stuur een email naar xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx met daarin een korte uitleg en voeg zo nodig relevante bijlagen bij. Jouw email wordt vertrouwelijk behandeld.
GRONDSLAG
Artikel 11.5 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling personeelsbesluiten (externe link)
Het bemiddelingsloket is een nieuwe personeelsvoorziening in het kader van de normalisering. De totstandkoming van het loket is besproken met de COR en de vakbonden.
Blad Beschut werk
SAMENVATTING
Als je als werknemer van de gemeente werkzaamheden verricht in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden, dan zijn op jou specifieke arbeidsvoorwaarden van toepassing.
INHOUD
> TOEPASSINGSBEREIK
Je behoort tot de groep werknemers ten aanzien van wie we hebben vastgesteld dat er uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden zijn tot arbeidsparticipatie zoals bedoeld in de Participatiewet, en met wie we om die reden een dienstverband zijn aangegaan.
> ARBEIDSOVEREENKOMST
• We gaan de eerste arbeidsovereenkomst met je aan voor een periode van 12 maanden.
• We gaan een volgende arbeidsovereenkomst met je aan voor onbepaalde tijd.
• Als jouw mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zodanig zijn verhoogd dat je ook buiten een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden kan werken, kunnen we je een arbeidsovereenkomst aanbieden met toepassing van artikel 2.7 lid 1 cao.
> SALARIS
• Voor jou geldt het salaris in salarisschaal A, periodiek 0, bedoeld in artikel 3.3 lid 6 cao.
• Zo mogelijk passen we wettelijke loondispensatie toe.
> UITSLUITING CAO EN PERSONEELSREGLEMENT
• De volgende onderdelen van de cao gelden in ieder geval niet voor jou:
❖ artikel 3.4
❖ hoofdstuk 8
❖ hoofdstuk 9, paragraaf 1.
• De onderdelen van het personeelsreglement die verband houden met de bovengenoemde onderdelen van de cao gelden niet voor jou. Dit geldt ook voor het blad Gesprekscyclus.
> TOEGESPITST PERSONEELSBELEID
Door of namens de hoogste leidinggevende van het onderdeel van de gemeentelijke organisatie waarbij je werkzaam bent, wordt aanvullend personeelsbeleid vastgesteld. Dit betreft in ieder geval de volgende onderwerpen:
❖ begeleiding bij het verrichten van arbeid
❖ gesprekken over jouw functioneren en ontwikkeling
❖ jouw persoonlijke ontwikkeling
❖ begeleiding bij de keuzes die je kunt maken met betrekking tot jouw arbeidsvoorwaarden (IKB)
❖ arbeidsomstandigheden waaronder je jouw werkzaamheden verricht.
GRONDSLAG
Bijlage 7 (artikel 9) van de cao, artikel 10b van de Participatiewet
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− ARG, artikel 1:2d (externe link)
− ARG, wijziging artikel 1:2d (externe link)
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
We hebben de arbeidsvoorwaarden voor werknemers in een beschutte omgeving binnen de gemeentelijke organisatie destijds in overleg met de vakbonden vastgesteld. Omdat het gaat om primaire arbeidsvoorwaarden, wordt het aangemerkt als een onderwerp van wederzijds belang in de zin van artikel 12.2 lid 2 cao (lokaal overleg).
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maken de geldende arbeidsvoorwaarden voor werknemers beschut werk deel uit van hun arbeidsovereenkomst.
Blad Bestuursadviseur
SAMENVATTING
Als bestuursadviseur (BA) ondersteun je het college. Voor de benoeming en toepasselijke arbeidsvoorwaarden gelden speciale afspraken.
INHOUD
> COLLEGE
Leden van het college hebben een doorslaggevende stem in de benoeming van de bestuursadviseur voor hun portefeuille.
> BENOEMING EN ARBEIDSOVEREENKOMST
• De vervulling van de functie van bestuursadviseur is altijd tijdelijk.
• Als in verband met de vervulling van de functie van bestuursadviseur een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met jou wordt aangegaan, dan wordt deze aangegaan voor de duur van de resterende collegeperiode.
• Je bent voor de duur van de uitoefening van de functie tewerkgesteld bij de Bestuursdienst.
• Bij aanvang spreken we af met welke dienst jouw arbeidsrelatie bestaat. Dat is de dienst waarbinnen het beleidsterrein valt dat (in hoofdzaak) tot jouw werkveld als bestuursadviseur behoort.
> SALARIS EN SALARISTOELAGEN
• De functie van bestuursadviseur valt buiten het Haags Generiek Functiehuis.
• Als bestuursadviseur krijg je het salaris dat hoort bij periodiek 0 van salarisschaal 11. Als je vóór de benoeming al dit salaris ontving, krijg je het salaris in salarisschaal 11 dat twee periodieken hoger is dan je vorige salaris.
• Als bestuursadviseur ontvang je ten hoogste het salaris dat hoort bij periodiek 11 van salarisschaal 13.
• Bij uitstekend functioneren als bestuursadviseur, vastgelegd in een verslag in het kader van de gesprekscyclus, kan een functioneringstoelage worden toegekend van maximaal 3 periodieken gedurende een overeen te komen periode.
• Je hebt geen aanspraak op een waarnemingstoelage, overwerkvergoeding of toelage onregelmatige dienst.
> BEËINDIGING BENOEMING
Het college kan op ieder moment beslissen om jouw benoeming als bestuursadviseur te beëindigen.
> GEVOLGEN VAN BEËINDIGING BENOEMING
• Het onderstaande geldt slechts als je een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebt.
• Bij beëindiging van de benoeming als bestuursadviseur val je onder de dienst waarmee jouw arbeidsrelatie bestaat.
• Je behoudt het salaris dat je ontving ten tijde van de beëindiging van de benoeming als bestuursadviseur, met uitzondering van een toegekende functioneringstoelage.
• Door of namens de algemeen directeur van de desbetreffende dienst wordt aan jou een passende functie aangeboden. Als een passende functie niet aan jou kan worden aangeboden door onvoorziene omstandigheden, of als je een aangeboden passende functie niet aanvaardt, volgt een Van werk naar werk-traject zoals beschreven op het blad Sociaal beleidskader. De algemeen directeur van de desbetreffende dienst spant zich gedurende het traject in om jou een andere functie te kunnen aanbieden. Als je aan het einde van het Van werk naar werk-traject niet bent geplaatst in een passende functie, beëindigen we de arbeidsovereenkomst door middel van opzegging of ontbinding.
• Als je de functie van bestuursadviseur gaat vervullen, stem je in met het bovenstaande.
GRONDSLAG
Cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling bestuursadviseurs 2008 (externe link)
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
We hebben de regeling destijds vastgesteld in overleg met de vakbonden. Omdat het rechtspositie en deels primaire arbeidsvoorwaarden betreft, wordt het aangemerkt als een onderwerp van wederzijds belang in de zin van artikel 12.2 lid 2 cao (lokaal overleg).
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maken de arbeidsvoorwaarden voor (voormalige) bestuursadviseurs deel uit van hun arbeidsovereenkomst.
Blad Brugdag
SAMENVATTING
Ieder jaar kunnen we een of meer brugdagen aanwijzen waarop de meeste onderdelen van de gemeentelijke organisatie zijn gesloten.
INHOUD
> AANWIJZING BRUGDAGEN
• Een brugdag is een dag waarop de meeste onderdelen van de gemeentelijke organisatie zijn gesloten.
• Een brugdag is altijd ingeklemd tussen een feestdag en het weekend.
• We publiceren op Werknet de aangewezen brugdagen voor het komende kalenderjaar.
> WERKEN OF VERLOF OP EEN BRUGDAG
We boeken een brugdag niet automatisch af als verlof. We vertrouwen erop dat je jouw aan- en afwezigheid correct registreert. Vanuit de uitgangspunten van flexibel werken gelden hiervoor de volgende afspraken.
❖ Als je op de aangewezen brugdag wilt werken volgens xxxx reguliere werktijdafspraken, dan meld je dat aan jouw leidinggevende. Je spreekt af welke arbeid je gaat verrichten en waar je dat doet.
❖ Als je op de aangewezen brugdag niet hoeft te werken, bijvoorbeeld omdat het een roostervrije dag is, of omdat het jouw deeltijd- of ouderschapsverlofdag is, of omdat je specifieke afspraken hebt gemaakt met jouw leidinggevende, dan hoef je niets te registreren in het verlofsysteem.
❖ Als je op de aangewezen brugdag zou moeten werken volgens xxxx reguliere werktijdafspraken maar je gaat niet werken, dan neem je verlof op en registreer je dit in het verlofsysteem.
GRONDSLAG
Artikel 6.13 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Brief gemeentesecretaris aan COR d.d. 29 oktober 2014 over collectieve sluitingsdagen (interne link)
We hebben de werkwijze met betrekking tot brugdagen destijds in overleg met de COR vastgesteld (artikel 27 WOR).
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand
SAMENVATTING
Als buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) is de cao niet op jou van toepassing. Daarmee gelden ook de bladen van dit reglement die uitvoering geven aan de cao niet voor jou. De voor jou geldende arbeidsvoorwaarden zijn hieronder genoemd.
INHOUD
> BEGRIP
Onder babs verstaan we: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
> SALARIS, SALARISTOELAGEN EN VERGOEDINGEN
• Je krijgt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap dat gelijk is aan driemaal het uurloon dat hoort bij periodiek 11 van salarisschaal 8, bedoeld in artikel 3.4 cao.
• Het salaris wordt verhoogd met het percentage, genoemd in:
❖ artikel 4.2 lid 1 sub a cao (vakantietoelage);
❖ artikel 4.2 lid 1 sub b cao (eindejaarsuitkering).
• Je ontvangt een vaste onkostenvergoeding voor onder meer reis- en verblijfskosten.
• Voor elk huwelijk of geregistreerd partnerschap dat voltrokken wordt op een zaterdag of zondag, wordt het salaris verhoogd met 45% respectievelijk 65%.
• Je hebt voor het overige geen aanspraak op salaris, toelage of vergoeding.
> VAKANTIE EN VERLOF
• Je heeft recht op 0,26 uur vakantie per voltrokken huwelijk.
• Je neemt vakantie op in overleg met de werkgever.
> VERZUIM WEGENS ZIEKTE
• Als je verzuimt wegens ziekte en je hebt de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt, dan zijn de volgende artikelen uit de cao van overeenkomstige toepassing:
❖ artikel 7.1 (recht op salaris)
❖ artikel 7.2 (recht op salaris bij verlof)
❖ artikel 7.3 (arbeidsongeschiktheid in en door de dienst)
❖ artikel 7.4 cao (geneeskundig onderzoek).
• Het recht op salaris bij ziekte bestaat uit het gemiddelde van het totale recht op salaris en vergoedingen over de periode van 12 maanden die onmiddellijk voorafgaat aan de eerste dag van ongeschiktheid.
• Als je nog geen 12 maanden hebt gewerkt als babs, dan bestaat het recht op salaris bij ziekte uit het gemiddelde van het totale recht op salaris en vergoedingen over de periode dat je in dienst bent.
• Onder de eerste dag van ongeschiktheid verstaan we de dag waarop je bent aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken maar door ziekte bent verhinderd.
• Het blad Verzuim wegens ziekte in dit reglement is van overeenkomstige toepassing.
> EINDE DIENSTVERBAND
Bij het bereiken van de leeftijd van 70 jaar, wordt aan jou ontslag verleend uit de functie van babs.
> RECHTEN EN PLICHTEN
• De volgende onderdelen van de cao zijn van overeenkomstige toepassing op jou als babs:
❖ artikel 8.1 (personeelsbeoordeling)
❖ artikel 11.1 (dragen van uniform of dienstkleding)
❖ artikel 11.2 (infectieziekten)
❖ artikel 11.4 (schorsing als ordemaatregel).
• Bladen in dit reglement die betrekking hebben op goed werknemerschap zijn van overeenkomstige toepassing op jou als babs, waaronder in ieder geval:
❖ Alcohol en drugs
❖ Gedragscode en daarmee samenhangende bladen
❖ Ongewenst gedrag
❖ Integriteitsschending: melding
❖ Integriteitsmelding: onderzoeksprotocol.
GRONDSLAG
Artikel 1.2 lid 3 cao, artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit Xxxxxxxxxxxxx 0000, Reglement op de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Rechtspositiebesluit buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand 2017 (externe link)
Blad Chauffeur collegevervoer
SAMENVATTING
We hebben afspraken gemaakt over de inzet van chauffeurs ten behoeve van vervoer van collegeleden en de arbeidsvoorwaarden van deze chauffeurs.
INHOUD
> FUNCTIEPROFIEL
Als chauffeur collegevervoer geldt voor jou het functieprofiel Xxxxxx B in de functiefamilie Ondersteuning.
> ARBEIDSDUUR
• Jouw arbeidsduur bedraagt gemiddeld 48 uur per week.
• Als je belast bent met het vervoer van de burgemeester, bedraagt jouw arbeidsduur gemiddeld 45 uur per week.
> SALARIS EN SALARISTOELAGEN
• Voor jou geldt salarisschaal 4.
• Jouw salaris is gebaseerd op jouw arbeidsduur, waarbij het verschil tussen jouw arbeidsduur en de reguliere voltijds arbeidsduur van 36 uur wordt vermenigvuldigd met de factor 1,5 en in de vorm van een vaste maandelijkse aanvulling op het salaris aan jou wordt betaald.
• Over de uren waarop je onregelmatige dienst verricht, ontvang je een toelage onregelmatige dienst als bedoeld in artikel 3.11 cao.
> WERKTIJDEN
• Voor jou geldt de bijzondere regeling voor de werktijden, bedoeld in artikel 5.5 cao.
• Jouw dagelijkse werktijd bedraagt:
❖ weekdagen: 12 uur
❖ zaterdag: 11 uur
❖ zondag: 5 uur.
• Je werkt volgens het volgende “week op/week af” rooster:
ma | di | woe | do | vrij | zat | zon | |
week 1 | op | op | op | op | op | af | af |
week 2 | af | af | op | op | op | op | op |
week 3 | af | af | af | af | op | op | op |
week 4 | op | op | af | af | af | af | af |
week 5 | op | op | op | op | op | af | af |
week 6 | op | op | op | op | af | af | af |
> RUSTTIJD
Als je hebt gewerkt in een aaneengesloten periode van 24 uur, krijg je een onafgebroken rusttijd van minimaal 11 uur. We kunnen deze rusttijd eenmaal per aaneengesloten periode van 7 x 24 uur inkorten tot 8 uur.
> KLEDINGVERGOEDING
• Bij de aanschaf van representatieve kleding neem je de hiervoor vastgestelde richtlijnen in acht.
• Je ontvangt jaarlijks in de maand december een bedrag van € 1.200,00 netto als tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van representatieve kleding.
• Je overlegt elk jaar vóór 15 november originele en gespecificeerde rekeningen of bonnen bij de hiervoor aangewezen functionaris als bewijs van de aangeschafte kleding.
• We kunnen de verstrekte tegemoetkoming in het daaropvolgende jaar geheel of gedeeltelijk terugvorderen als je langdurig geen werkzaamheden als chauffeur verricht.
• Als je de ontvangen vergoeding blijkens de overgelegde rekeningen en bonnen niet geheel hebt besteed aan de aanschaf van representatieve kleding, verrekenen we het niet-bestede bedrag met jouw salaris in de maand december van dat jaar.
• We verstrekken geen aanvullende vergoedingen of kleding.
> VERGOEDING VERBLIJFKOSTEN EN ANDERE KLEINE UITGAVEN
• Je ontvangt maandelijks € 60,00 netto als tegemoetkoming in de kosten van koffie, thee en lunches.
• Je kunt kosten voor kleine uitgaven zoals koffie, thee, lunches en parkeren in Den Haag niet declareren en ook geen kosten declareren in verband met het maken van een binnenlandse dienstreis. In incidentele gevallen kun je een avondmaaltijd declareren als je de hele dag, inclusief de avond, onderweg bent.
GRONDSLAG
Hoofdstukken 3 en 5 en bijlage 7 (artikel 7) bij de cao. Voor chauffeurs die belast zijn met het vervoer van de burgemeester: paragraaf 5.7 van het Arbeidstijdenbesluit
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Omdat dit blad deels primaire arbeidsvoorwaarden betreft, wordt het aangemerkt als een onderwerp van wederzijds belang voor het lokaal overleg (artikel 12.2 lid 2 cao).
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maken de geldende arbeidsvoorwaarden voor personenchauffeurs deel uit van hun arbeidsovereenkomst, met inbegrip van vastgelegde arbeidsvoorwaarden die afwijken van het bovenstaande.
Blad Collectieve actie
SAMENVATTING
We hebben met de vakbonden afspraken gemaakt over de gang van zaken en mogelijke rechtspositionele gevolgen als er een staking of soortgelijke actie wordt gehouden door werknemers die het ongestoord functioneren van (een deel van) de openbare dienst belemmert.
INHOUD
> COLLECTIEVE ACTIE
• Onder een collectieve actie verstaan we: gezamenlijk optreden van werknemers als pressiemiddel met de bedoeling om daarmee te stoppen als een gesteld doel is bereikt. Het optreden bestaat uit gedragingen die het ongestoord functioneren van (een of meer delen van) de openbare dienst belemmeren, zoals de hieronder beschreven voorbeelden:
❖ werkstaking: collectief en volledig neerleggen van de arbeid voor een dag of langer
❖ werkonderbreking: collectief neerleggen van de arbeid voor een gedeelte van een werkdag
❖ stiptheidsactie: collectief verrichten van (alle) arbeid naar de letter van instructie en opdracht
❖ gedeeltelijke werkweigering: collectieve weigering om een deel van de afgesproken arbeid te verrichten
❖ wilde staking: collectief neerleggen van de arbeid buiten de verantwoording en medewerking van de vakbonden.
• De vakbonden melden een door hen geleide collectieve actie tijdig aan de wethouder met de portefeuille Gemeentelijke Organisatie. De melding wordt altijd minimaal 48 uur vóór de geplande aanvang van de actie gedaan.
• We beschouwen een actie van een groep werknemers buiten de vakbonden om als rechtmatig als het een aangelegenheid betreft die de werkgelegenheid of de bijzondere arbeidsvoorwaarden van de deelnemende werknemers direct raakt.
> VITALE FUNCTIES EN WERKZAAMHEDEN
We kunnen bepaalde functies en werkzaamheden aanwijzen als vitaal voor de gemeente. Daarmee is het recht op (deelname aan een) collectieve actie beperkt.
> VOORBEREIDINGSUREN
• Als je als kaderlid van een vakbond bent belast met de voorbereiding van een collectieve actie, is artikel 12.4 lid 3, onderdeel a, van de cao op jou van toepassing.
• Heb je vanwege de voorbereiding van een collectieve actie geen arbeid verricht op uren waarop je wel had moeten werken én ben je geen kaderlid van een vakbond, dan houden we jouw salaris over de niet-gewerkte uren in, of we verrekenen de afwezigheid met jouw vakantie-uren als je daaraan de voorkeur geeft.
> GEVOLGEN VAN DEELNAME
• Als je bij deelname aan een collectieve actie jouw werkzaamheden niet verricht, houden we jouw salaris in over de niet-gewerkte uren, of we verrekenen we dit met jouw vakantie-uren als je daaraan de voorkeur geeft. Dit kunnen we ook toepassen bij gedeeltelijke werkweigering.
• Over niet-gewerkte uren bouw je geen compensatieverlof op.
• Als je tijdens een collectieve actie je ten opzichte van burgers, de werkgever of werkwilligen niet behoorlijk gedraagt, kunnen we passende maatregelen nemen.
• Als je jouw werkzaamheden niet verricht vanwege bewuste deelname aan een wilde staking, kunnen we passende maatregelen nemen.
• Bij collectieve acties gebruik je geen gemeentelijke voer- en vaartuigen en/of andere eigendommen, tenzij we daarvoor schriftelijke toestemming hebben verleend.
• Als je bij deelname aan een collectieve actie schade veroorzaakt die niet rechtstreeks collectief met de actie was beoogd, kunnen we je verplichten om de schade te vergoeden.
• Als de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade die tijdens de collectieve actie door jou is veroorzaakt, kunnen we deze verhalen op jou.
• Als jij je ziek meldt in het kader van een collectieve actie kan spoedcontrole plaatsvinden. Als daarbij wordt geconstateerd dat je niet arbeidsongeschikt bent, of als je zonder geldige reden niet beschikbaar bent voor controle, dan houden we jouw salaris in over de niet- gewerkte uren en kunnen andere maatregelen worden genomen.
• Een poortblokkade of bedrijfsbezetting is onrechtmatig. Als je daaraan meewerkt, kunnen passende maatregelen volgen.
> WERKWILLIG
• Als je tijdens een collectieve actie jouw arbeid niet staakt maar juist blijft verrichten, of gedwongen door de omstandigheden onopzettelijk niet kan verrichten, merken we je aan als werkwillig.
• Als werkwillige meld je je bij een stakingsactie of werkonderbreking zo spoedig mogelijk op jouw arbeidsplaats of het aangegeven meldpunt.
• Je behoudt als werkwillige jouw aanspraak op salaris en salaristoelagen.
• Als je gedwongen door de omstandigheden onopzettelijk jouw arbeid niet kan verrichten, kunnen we jou vragen om je op jouw huisadres beschikbaar te houden of om andere arbeid te verrichten.
• Werkzaamheden die normaliter door een of meer deelnemers aan de collectieve actie worden uitgevoerd, hoef je alleen te verrichten als je daarmee zelf instemt.
GRONDSLAG
Werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling rechtspositie bij collectieve acties van gemeentepersoneel 2008 (interne link)
We hebben deze afspraken in 2008 gemaakt met de vakbonden. Omdat het een afspraak met de vakbonden betreft over collectieve acties, wordt het aangemerkt als een onderwerp van wederzijds belang in de zin van artikel 12.2 lid 2 cao (lokaal overleg).
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Dienstreis binnenland
SAMENVATTING
We vergoeden de kosten van reizen die je voor je werk maakt binnen Nederland, aangeduid als dienstreizen en dienstritten.
INHOUD
> DIENSTREIZEN EN DIENSTRITTEN
• Onder een dienstreis (in Nederland) verstaan we:
❖ reizen vanaf jouw arbeidsplaats naar een andere gemeente dan Den Haag en terug
❖ reizen vanaf jouw woonadres naar een andere gemeente dan Den Haag en terug
❖ reizen in verband met het volgen van studie.
• Onder een dienstrit verstaan we een rit binnen de gemeente Den Haag waarvoor je de eigen auto gebruikt.
• Woon-werkverkeer wordt niet als dienstreis of dienstrit aangemerkt, tenzij we dit uitdrukkelijk anders hebben aangegeven; zie het blad Woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget).
> VERGOEDING
• We vergoeden de gemaakte kosten voor een dienstreis als de dienstreis of dienstrit in het belang van de organisatie is gemaakt.
• We vergoeden op basis van declaratie in P-Digitaal, bevoegde accordering van de declaratie en overlegging van betaalbewijzen.
• In plaats van een vergoeding op basis van declaratie kunnen we een door ons bekostigd vervoerbewijs aan je geven. Dit kan ook een abonnement zijn.
• Als je op andere wijze al een tegemoetkoming krijgt voor de kosten van de gemaakte dienstreis, brengen we deze in mindering op de vergoeding.
• We vergoeden het gebruik van de eigen fiets niet.
> VERGOEDING DIENSTREIS MET OPENBAAR VERVOER
• Bij een dienstreis maak je in principe gebruik van het openbaar vervoer.
• Je krijgt de noodzakelijk gemaakte kosten voor vervoer per trein, tram, metro, bus en ander openbaar vervoer volledig vergoed.
• Als je met de trein reist, vergoeden we de kosten op basis van het 2e klasse tarief.
> VERGOEDING DIENSTREIS MET EIGEN AUTO
• We vergoeden de kosten van gebruik van een eigen auto voor een dienstreis uitsluitend als je uitdrukkelijk toestemming hebt gekregen van de daartoe bevoegde leidinggevende om daarvoor de eigen auto te gebruiken.
• Toestemming kan worden verleend in een of meer van de volgende situaties:
❖ je moet meer meenemen dan handbagage
❖ de dienstreis wordt met 3 of meer personen in dezelfde auto gemaakt
❖ je moet meerdere plaatsen bezoeken die niet goed met openbaar vervoer te bereiken zijn.
• De vergoeding is € 0,19 netto per kilometer.
> DIENSTRITTEN MET EIGEN AUTO BINNEN DE GEMEENTE
• We vergoeden de kosten van een dienstrit uitsluitend als je uitdrukkelijk toestemming hebt gekregen van de daartoe bevoegde leidinggevende om daarvoor de eigen auto te gebruiken.
• Toestemming kan worden verleend in een of meer van de volgende situaties:
❖ je moet meer meenemen dan handbagage
❖ zonder gebruik van de eigen auto zou je minimaal 2 uur met het openbaar vervoer moeten reizen.
• Als je toestemming hebt gekregen om de eigen auto te gebruiken voor dienstritten en je gebruikt deze ook voor woon-werkverkeer, vergoeden we de kosten van het woon- werkverkeer met de auto. Als je al een mobiliteitsbudget ontvangt voor woon- werkverkeer, komen de kilometers op basis waarvan dat budget is berekend, niet in aanmerking voor vergoeding vanwege dienstritten met de eigen auto.
• De vergoeding is € 0,28 per kilometer, waarvan € 0,19 onbelast en € 0,09 belast wordt uitbetaald.
• Als je geen mobiliteitsbudget ontvangt voor woon-werkverkeer, is de vergoeding voor dienstritten met de eigen auto maximaal € 1.155,60 netto.
• We vergoeden de volgende parkeerkosten als deze noodzakelijk zijn gemaakt:
❖ parkeervergunning of debet card bij de arbeidsplaats
❖ parkeermeter of parkeerkosten via een mobiel apparaat.
> VERGOEDING VERBLIJFSKOSTEN
• Als jouw dienstreis langer dan 4 uur duurt, vergoeden we op jouw aanvraag verblijfskosten.
• We vergoeden verblijfskosten uitsluitend voor zover je daadwerkelijk kosten hebt gemaakt in een daarvoor bestemde gelegenheid.
• De vergoeding wordt verleend voor elke dag (een vol etmaal) dat de dienstreis duurt.
• Voor de soort vergoeding en de hoogte daarvan hanteren we de voor rijksambtenaren vastgestelde vergoedingen voor verblijfskosten.
> DIENSTAUTO
• Als wij aan jou een dienstauto ter beschikking stellen, gaan we een gebruikersovereenkomst met jou aan.
• Bij gebruik van de dienstauto registreer je het aantal kilometers dat door jou daarmee is gereden.
• Na gebruik van de dienstauto in verband met jouw werkzaamheden, retourneer je deze op de afgesproken plaats.
• Privégebruik van de dienstauto is niet toegestaan.
• Beperkt gebruik van de dienstauto buiten jouw reguliere werktijden is toegestaan als dit noodzakelijk is vanwege de opkomsttijd bij het verrichten van beschikbaarheidsdiensten.
• Verkeersboetes als gevolg van het gebruik van de dienstauto zijn voor jouw eigen rekening en kunnen door ons worden verrekend met jouw salaris.
GRONDSLAG
Artikel 3.21 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling vergoeding verplaatsingskosten 2011 (interne link)
Vergoeding van dienstreizen is op grond van artikel 12.2 lid 2 cao een aangelegenheid voor de vakbonden in het lokaal overleg.
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Dienstreis buitenland
SAMENVATTING
We verzorgen de reizen die je voor je werk maakt naar het buitenland en we vergoeden kosten van verblijf.
INHOUD
> DIENSTREIS BUITENLAND
• Onder een buitenlandse dienstreis verstaan we een reis naar het buitenland die je als werknemer in opdracht of met toestemming van ons maakt.
• Het door ons gecontracteerde reisbureau boekt en registreert buitenlandse dienstreizen.
• Je dient de aanvraag voor een buitenlandse dienstreis in met gebruikmaking van de daarvoor bestemde procedure.
• Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als deze door de dienstcontroller, algemeen directeur en de portefeuillehouder van jouw dienst is geaccordeerd.
• Voor buitenlandse dienstreizen van een algemeen directeur dienst is aankondiging en besluitvorming in een collegevergadering vereist.
• Een dienstreis door een ambtenaar die werkzaam is voor de Rekenkamer dient te worden geaccordeerd door de leden van de Rekenkamer.
> VERGOEDING REISKOSTEN IN NEDERLAND
We vergoeden de kosten van het reisdeel binnen Nederland volgens de afspraken voor binnenlandse dienstreizen.
> VERGOEDING VERBLIJFSKOSTEN IN BUITENLAND
• We vergoeden verblijfskosten achteraf voor zover je daadwerkelijk kosten hebt gemaakt in een daarvoor bestemde gelegenheid.
• Voor de samenstelling en de hoogte van de vergoeding hanteren we de voor rijksambtenaren vastgestelde tarieflijst voor verblijfskosten bij buitenlandse dienstreizen.
• Vergoeding vindt plaats na declaratie van de verblijfskosten in P-Digitaal en indiening van het verslag van de reis.
• Als je op andere wijze al een tegemoetkoming krijgt voor de kosten van de gemaakte dienstreis, brengen we deze in mindering op de vergoeding.
GRONDSLAG
Artikel 3.21 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling vergoeding verplaatsingskosten 2011 (interne link) Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
We hebben de regels voor de vergoeding van buitenlandse dienstreizen vóór 2020 in overleg met de vakbonden vastgesteld. Vergoeding van dienstreizen is op grond van artikel 12.2 lid 2 cao een aangelegenheid voor de vakbonden in het lokaal overleg.
Blad Digitaal berichtenverkeer en zelfbediening werknemers
SAMENVATTING
We verzenden berichten en documenten die betrekking hebben op jouw dienstverband zoveel mogelijk op digitale wijze aan jou. En jij maakt voor het invullen van personeelsformulieren, het doorgeven van mutaties in persoonsgegevens en soortgelijke activiteiten, zoveel mogelijk gebruik van beschikbaar geselde digitale hulpmiddelen zoals P-Digitaal, ook wel aangeduid als zelfbediening of ESS (Employee Self Service).
INHOUD
> DIGITALE VERZENDING
We verzenden personele stukken en informatie uitsluitend digitaal als dit op voldoende betrouwbare en vertrouwelijke wijze plaatsvindt.
> GEEN DIGITALE VERZENDING
• We versturen berichten en documenten niet digitaal aan je als je geen toegang hebt tot een computer, tablet of soortgelijk ICT-middel op je arbeidsplaats.
• Berichten en documenten over een onderwerp dat hieronder is genoemd, sturen we niet digitaal aan je, tenzij je instemt met digitale verzending:
❖ arbeidsovereenkomst
❖ beëindiging dienstverband
❖ loonbeslag en inhoudingen op het salaris
❖ afwijzing van een aanvraag op grond van de Wet flexibel werken
❖ inhouding salaris wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
❖ niet toekennen van salarisverhoging wegens arbeidsongeschiktheid
❖ schadeverhaal.
• Als een bericht of document niet digitaal aan je wordt verzonden, wordt het aan je verstuurd door middel van interne of externe postbezorging.
> ZELFBEDIENING (EMPLOYEE SELF SERVICE)
• In het belang van efficiency en het verminderen van het gebruik van papier, gebruik je waar mogelijk beschikbare digitale hulpmiddelen voor personele zaken, zoals P-Digitaal. Het gaat om personeelsformulieren, het doorgeven van mutaties in persoonsgegevens, het doorgeven van IKB-keuzes en soortgelijke activiteiten. We noemen dit zelfbediening of ESS (Employee Self Service).
• Als je geen toegang hebt tot een computer, tablet of soortgelijk ICT-middel op je arbeidsplaats, of geassisteerd wil worden bij het gebruik daarvan, voorziet het organisatieonderdeel waarbij je werkzaam bent in een alternatieve methode. Tot de mogelijkheden behoort het, met jouw toestemming, machtigen van een andere functionaris tot het uitvoeren van handelingen namens jou.
GRONDSLAG
Algemene wet bestuursrecht, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR □ Lokaal overleg ■ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling digitale personeelsbesluiten (externe link)
We hebben de voorgaande regeling met betrekking tot digitale personeelsbesluiten destijds in overleg met de vakbonden vastgesteld.
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Directeurentoelage
SAMENVATTING
Als directeur kom je in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor representatieve activiteiten.
INHOUD
> RECHT OP TOELAGE
• Je hebt recht op de directeurentoelage als je als werknemer de functie vervult van algemeen directeur, sectordirecteur of adjunct-directeur, voor zover de functie is ingedeeld in schaal 16 of hoger.
• Je hebt ook recht op de toelage als je een van deze functies gedurende een periode van minimaal 3 maanden waarneemt.
• Je hebt geen recht op dubbele uitbetaling van de toelage, ook niet als je door het vervullen of het waarnemen van meerdere directeursfuncties in aanmerking zou komen voor meerdere toelagen.
> DOEL VAN DE TOELAGE
• Je ontvangt de toelage in verband met aan de functie verbonden kosten. Daaronder verstaan we kosten die je zelf hebt gemaakt of gaat maken in verband met het onderhouden van interne en externe contacten en representatieve activiteiten, waaronder in ieder geval:
❖ het aanbieden van lunches, diners en overige consumpties, het geven van persoonlijke attenties en geschenken, fooien, het houden van ontvangsten thuis
❖ vakliteratuur, abonnementen, contributies, lidmaatschappen
❖ bezoeken van wedstrijden, evenementen en andere bijeenkomsten en excursies
❖ bureaukosten, porti, gebruik van communicatiemiddelen
❖ kleding, persoonlijke verzorging
❖ individuele consumpties buiten de arbeidsplaats.
• De toelage heeft geen betrekking op de vergoeding voor woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget) en op kosten van dienstreizen en dienstritten.
> DECLARATIES
• Als je de toelage ontvangt, worden kosten zoals hierboven beschreven niet apart vergoed, ook niet op basis van declaratie.
• In bijzondere situaties kan van de vorige zin worden afgeweken, met toestemming van de algemeen directeur Den Haag, na advisering door de directeur Personeel en Organisatie van de Bestuursdienst.
> BEDRAG TOELAGE
• De toelage is in 2020: € 183,01 (netto).
• Het bedrag wordt in elk kalenderjaar aangepast aan de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek, geldend voor de maand september van het daaraan voorafgaande jaar.
> STOPZETTING
We kunnen de uitbetaling van de toelage stopzetten als je geen kosten maakt vanwege langdurige afwezigheid wegens verzuim, verlof, non-activiteit of andere redenen, of als je feitelijk geen invulling geeft aan de functie van directeur.
GRONDSLAG
Werkgeversbevoegdheid tot aanvulling cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling onkosten directeuren Den Haag 2018 (externe link) Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Deze afspraken zijn in 2018 tot stand gebracht in overeenstemming met de vakbonden. Het wordt voor de toepassing van de cao 2020 aangemerkt als een onderwerp van wederzijds belang in de zin van artikel 12.2 lid 2 cao (lokaal overleg).
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maakt een toegekend recht op de toelage deel uit van de arbeidsovereenkomst.
Blad Eed en belofte
SAMENVATTING
Als ambtenaar leg je een eed of belofte af volgens de onderstaande procedure. Hiermee waarborgen we dat je kennis neemt van het belang van integriteit in het algemeen en je bewust bent van jouw positie als publieke functionaris.
INHOUD
• Je legt de eed of belofte zo spoedig mogelijk na indiensttreding af, na daartoe door ons te zijn uitgenodigd.
• Het afleggen van de eed of belofte vindt plaats tijdens een speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomst, en wordt voorafgegaan door een korte toespraak waarin wordt gewezen op de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente en waarin de bijzondere positie van het personeel van de gemeente en de waarde en inhoud van de eed en belofte worden toegelicht.
• Je legt de eed of belofte af ten overstaan van jouw algemeen directeur.
• Bij de procedure maken we gebruik van het formulier “Eed en belofte van de gemeente Den Haag” dat als bijlage is gevoegd bij het Uitvoeringsbesluit Xxxxxxxxxxxxx 0000.
• Het afleggen van de eed of belofte gebeurt als volgt:
❖ je staat op (tenzij er gegronde redenen zijn om dit anders te doen)
❖ de algemeen directeur Den Haag of de algemeen directeur van jouw dienst leest de tekst op het formulier duidelijk voor
❖ je steekt (zo mogelijk) de twee voorste vingers van jouw rechterhand aaneengesloten op en je spreekt de eed of belofte uit (naar eigen keuze)
❖ je tekent in tweevoud het formulier. De algemeen directeur tekent ook. Eén exemplaar wordt gevoegd bij de voor indiensttreding benodigde stukken en het andere exemplaar wordt aan jou uitgereikt.
• Algemeen directeuren leggen de eed of belofte af ten overstaan van de algemeen directeur Den Haag.
• Voor ambtenaren die werkzaam zijn voor de Rekenkamer geldt een specifieke procedure.
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, Uitvoeringsbesluit Xxxxxxxxxxxxx 0000
XXXXXXXXXXXXXXX / XXXXXX OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling ambtseed / - belofte (externe link)
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
De voorgaande regeling is destijds in overeenstemming met de vakbonden vastgesteld.
Blad Feestdagen
SAMENVATTING
In aanvulling op de in de cao genoemde feestdagen hebben wij voor de gemeentelijke organisatie 5 mei als feestdag aangewezen.
INHOUD
5 mei is een nationale feestdag waarbij het aan cao-partijen wordt overgelaten of werknemers op deze dag al dan niet vrijaf zijn. In de Cao Gemeenten is 5 mei niet aangewezen als een vrije dag. Om deze reden wijzen wij in dit reglement 5 mei aan als vrije dag waarop de gemeentelijke organisatie is gesloten. Als je volgens jouw werktijden eigenlijk zou werken op 5 mei, heb je op die datum verlof met behoud van salaris en eventuele salaristoelagen.
GRONDSLAG
Algemene termijnenwet, artikel 5.3 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Aanwijzing feest- en gedenkdagen d.d. 1 juni 2004 (interne link)
We hebben 5 mei destijds als vrije dag aangewezen in overeenstemming met de vakbonden. Op grond van artikel 12.2 lid 2 cao is bovenwettelijk verlof een aangelegenheid voor het lokaal overleg.
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Flexibel werken
SAMENVATTING
Als je een verzoek doet om op bepaalde tijden vanuit je woonadres (thuiswerken) of ergens anders dan op jouw arbeidsplaats jouw werkzaamheden te verrichten, kan dit niet zonder meer worden afgewezen met een beroep op het beleid voor het hele organisatieonderdeel.
INHOUD
Op grond van de Wet flexibel werken kun je als werknemer verzoeken om aanpassing van jouw arbeidsduur, arbeidsplaats en werktijden. Elk verzoek beoordelen we individueel.
Leidinggevenden kunnen dus niet vooraf voor hele organisatieonderdelen bepalen dat zulke verzoeken zonder meer worden afgewezen.
GRONDSLAG
Wet flexibel werken
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR □ Lokaal overleg ■ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Concernkader mobiele medewerker (interne link)
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Deze afspraak was vastgelegd in het voorgaande Concernkader mobiele ambtenaar dat destijds in overleg met de COR tot stand is gebracht.
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maken geldende afspraken over flexibel werken deel uit van de arbeidsovereenkomst.
Blad Gedragscode
SAMENVATTING
Je handelt en gedraagt je als medewerker van de gemeente integer bij de uitoefening van jouw arbeid. Je weet dat jouw gedrag invloed kan hebben op hoe anderen naar de gemeente als publieke instantie kijken. De normen en waarden die we als werkgever en werknemer nastreven, hebben we vastgelegd in de Gedragscode gemeente Den Haag (externe link).
INHOUD
De Gedragscode is een apart document maar maakt integraal onderdeel uit van dit personeelsreglement. Onderdelen van de Gedragscode die specifieke aandacht verdienen, zijn op aparte bladen in dit reglement toegelicht.1
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, Gedragscode gemeente Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
De Gedragscode is een apart document, maar maakt via dit blad deel uit van het personeelsreglement. De Regeling tot vaststelling van de Gedragscode uit 2017 met de Gedragscode als bijlage (externe links) blijven dus in stand.
We hebben de Gedragscode destijds in overleg met de vakbonden en de COR vastgesteld. Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
1 Aan de geheimhoudingsplicht voor werknemers en voor externen is geen apart blad gewijd, omdat de Gedragscode deze al noemt, én omdat de geheimhoudingsplicht direct voortvloeit uit de Ambtenarenwet 2017 (voor werknemers) en de Algemene wet bestuursrecht (voor iedereen).
Blad Generatiepact 2015 – 2018
SAMENVATTING
In 2015 hebben we het Generatiepact tot stand gebracht. Dit gaf werknemers in de leeftijd van 60 jaar of ouder de mogelijkheid om wekelijks verlof op te nemen, deels betaald door de werkgever, onder bepaalde voorwaarden. Met ingang van 1 augustus 2018 is de mogelijkheid geëindigd om in te stromen in het Generatiepact, met behoud van rechten voor bestaande deelnemers uit hoofde van overgangsrecht.
INHOUD
• Als je deelnemer bent aan het Generatiepact, maken de rechten en plichten uit hoofde van jouw deelname, zoals vastgelegd in de Regeling generatiepact Den Haag, deel uit van jouw arbeidsovereenkomst. De regeling behoudt daarmee ook vanaf 1 januari 2020 rechtskracht voor bestaande deelnemers.
• Nieuwe deelname aan het Generatiepact is niet meer mogelijk.
GRONDSLAG
Voormalige Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG), Regeling generatiepact Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR □ Lokaal overleg ■ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement betreft:
− Regeling generatiepact Den Haag 2015 (externe link)
− wijziging Regeling generatiepact Den Haag 2015 (externe link)
− wijziging Regeling generatiepact Den Haag 2015 (externe link)
De regeling blijft bij wijze van overgangsrecht in stand totdat de laatste deelnemer is uitgestroomd.
Er is geen beleidswijziging in het kader van de normalisering.
We hebben het Generatiepact vóór 2020 vastgesteld, verlengd en uiteindelijk beëindigd in overeenstemming met de vakbonden.
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maken de rechten en plichten voor deelnemers aan het Generatiepact deel uit van hun arbeidsovereenkomst, onder de voorwaarden van de Generatiepactregeling.
Blad Generiek functiehuis (HGF)
SAMENVATTING
Voor jou geldt een generiek functieprofiel binnen een functiefamilie. Dit is bepalend voor de toebedeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de toepasselijke salarisschaal en speelt een belangrijke rol in de gesprekscyclus. We noemen dit het Haags Generiek Functiehuis (HGF). Het functieprofiel ligt ten grondslag aan de functiewaardering en is daarmee mede bepalend voor de toepasselijke salarisschaal.
INHOUD
> BEGRIPPEN
• Functiefamilie: een aantal functieprofielen die technisch/inhoudelijk vergelijkbaar zijn.
• Generiek functieprofiel: het profiel binnen een functiefamilie dat logisch voortvloeit uit de organisatiestructuur en verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de gemeentelijke organisatie en een weergave is van aard, niveau en complexiteit van taken.
• Functiewaardering: het bepalen van de functiewaarde van het generiek functieprofiel met behulp van de USB-methode van Berenschot (functiewaarderingsmethode).
• Centrale waarderingscommissie: de commissie die belast is met de toetsing van de voorwaardering van de generieke functieprofielen door de algemeen directeur Bestuursdienst.
• Takenpakket: het document (waarin vermeld: de plaats in de organisatie, het doel en generiek resultaat, de kerntaken en een contactpatroon) dat, vastgesteld door de hiërarchisch leidinggevende, de basis is waarop een inpassing is gebaseerd.
• Inpassingsdocument: de onderbouwing van de inpassing van een takenpakket in een functiefamilie en functieprofiel met gebruikmaking van het hiervoor vastgestelde model.
> TOEPASSINGSBEREIK
Dit blad is niet van toepassing op:
❖ Rekenkamer
❖ bestuursadviseurs
❖ trainees.
> VASTSTELLING FUNCTIEFAMILIES EN FUNCTIEPROFIELEN
• We stellen de functiefamilies en generieke functieprofielen vast.
• We publiceren de lijst van vastgestelde functiefamilies en generieke functieprofielen op het interne netwerk van de gemeente.
> WAARDERING VAN FUNCTIES
• We maken een waarderingsvoorstel voor de vastgestelde generieke functieprofielen.
• We leggen het waarderingsvoorstel ter advisering voor aan de centrale waarderingscommissie.
• Het waarderingsvoorstel bevat in ieder geval de puntenscoringstabel en een verantwoording van de gevolgde werkwijze en de gehanteerde uitgangspunten.
> CENTRALE WAARDERINGSCOMMISSIE
• De centrale waarderingscommissie bestaat uit:
❖ lid, benoemd door het college, op voordracht van het Gemeentelijk Managementteam
❖ lid, benoemd door het college, op voordracht van de vakbonden
❖ externe voorzitter, benoemd door het college, op voordracht van beide leden.
• De centrale waarderingscommissie wordt ondersteund door een secretaris en wordt bijgestaan door een externe deskundige op het gebied van functiewaardering. Beiden hebben geen stemrecht.
• De centrale waarderingscommissie toetst het waarderingsvoorstel aan het USB- functiewaarderingssysteem en adviseert ons ter zake.
• De centrale waarderingscommissie kan alleen in voltallige samenstelling advies uitbrengen.
> VASTSTELLING FUNCTIEWAARDERING EN CONVERSIETABEL
• We stellen de waardering van een generiek functieprofiel vast, gelezen het advies van de centrale waarderingscommissie.
• We stellen de conversietabel vast aan de hand waarvan de vastgestelde waarderingen worden omgezet in functionele salarisschalen.
> PERIODIEKE EVALUATIE
Eenmaal per 2 jaar beziet de directeur Personeel en Organisatie in hoeverre het noodzakelijk is nieuwe functiefamilies en generieke functieprofielen op te stellen, dan wel bestaande functiefamilies en generieke functieprofielen aan te passen. De directeur brengt hiervan verslag uit aan het college.
> INPASSING TAKENPAKKETTEN IN GENERIEKE FUNCTIEPROFIELEN
• We passen een nieuw of, als dit leidt tot een ander generiek functieprofiel, een substantieel gewijzigde functie aan de hand van een nieuw takenpakket in een generiek functieprofiel in. Dit gebeurt aan de hand van een inpassingsdocument.
• We passen daarna het vastgestelde takenpakket definitief in een generiek functieprofiel in.
> GESCHILLENREGELING
Er is een geschillenregeling voor het oplossen van meningsverschillen tussen werknemer en werkgever over de individuele toepassing van de functiewaarderingsmethode. Zie het blad Geschillenregeling.
GRONDSLAG
Artikelen 3.1 en 11.5 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR ■ Lokaal overleg (conversietabel) □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling Haags Generiek Functiehuis 2012 (externe link)
− Regeling vaststelling procedure inpassing in generieke functieprofielen (externe link)
− Regeling personeelsbesluiten (externe link)
De voornemenprocedure bij inpassing van het takenpakket uit de oude regeling is niet omgezet omdat de Regeling personeelsbesluiten en Awb vanaf 2020 niet meer gelden.
De Regeling vaststelling procedure inpassing in generieke functieprofielen had al geen werkingskracht meer, omdat bij alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie generieke profielen zijn ingevoerd. De regeling wordt ingetrokken.
De geschillenregeling op basis van de cao en bijlage 1 bij de cao is beschreven op een apart blad.
Voor het overige is er geen beleidswijziging in het kader van de normalisering.
We hebben de regels voor het generiek functiehuis destijds in overeenstemming met de vakbonden vastgesteld. Vanaf 2020 is dit een medezeggenschapsaangelegenheid (artikel 27 WOR). De vaststelling van de conversietabel blijft voorbehouden aan de vakbonden in het lokaal overleg (artikel 12.2 lid 2 cao).
Blad Gesprekscyclus (PVB)
SAMENVATTING
We hanteren een gesprekscyclus waarin de planning, voortgang en beoordeling van de door jou als werknemer behaalde resultaten en gerealiseerde persoonlijke ontwikkeling aan de orde komen. Aan de hand van de gesprekscyclus wordt ook invulling gegeven aan het generieke functieprofiel dat voor jou geldt.
INHOUD
> BEGRIPPEN
• Leidinggevende: degene die hiërarchisch rechtstreeks leiding aan jou geeft of degene die jou functioneel aanstuurt.
• Planning: het vaststellen van de door jou te verrichten werkzaamheden en de door jou te behalen resultaten op basis van het toepasselijke functieprofiel, en van de door jou te realiseren persoonlijke ontwikkeling.
• Voortgang: het vaststellen van de voortgang van de vastgestelde planning.
• Beoordeling: het vaststellen in hoeverre je de afgesproken resultaten hebt behaald en persoonlijke ontwikkeling hebt gerealiseerd, aan de hand van de afgesproken planning, en welke waardering hieraan wordt verbonden.
> TOEPASSINGSBEREIK
• Dit blad geldt niet voor de algemeen directeur Den Haag en de algemeen directeuren dienst.
• Ten aanzien van ambtenaren die werkzaam zijn voor de Rekenkamer treedt de secretaris op als leidinggevende in het kader van de gesprekscyclus.
> VERANTWOORDELIJKHEDEN
• Als werknemer ben je verantwoordelijk voor het behalen van individuele resultaten en het realiseren van persoonlijke ontwikkeling, aan de hand van de afgesproken planning.
• Als leidinggevende ben je verantwoordelijk voor de afstemming van de planning op de organisatiedoelen.
• Leidinggevende en werknemer zijn samen verantwoordelijk voor het opstellen en realiseren van de taakverdeling bij het doorlopen van de gesprekscyclus.
> STREEFNORM VOOR FUNCTIONEREN
Onze streefnorm is: je functioneert zodanig dat je de afgesproken resultaten behaalt en jouw persoonlijke ontwikkeling realiseert volgens de planningsafspraken.
> GESPREKSCYCLUS
• De jaarlijkse gesprekscyclus omvat ten minste 2 gesprekken tussen de leidinggevende en werknemer.
• De cyclus kan onder bijzondere omstandigheden korter of langer dan 12 maanden duren.
• In elk gesprek komt de planning, de voortgang of de beoordeling aan de orde, en relevante omstandigheden waarvan sprake is. Deze omstandigheden kunnen bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden betreffen, verzuim, arbeidsplaats, werktijden en de relatie tussen leidinggevende en werknemer.
• Ten minste 3 maanden voorafgaand aan een beoordelingsgesprek vindt een voortgangsgesprek plaats met jou als werknemer, tenzij dit gesprek redelijkerwijs niet kan plaatsvinden of niet hoeft plaats te vinden.
• Bij de overgang naar een volgende cyclus kunnen de beoordeling en planning in hetzelfde gesprek aan de orde komen.
• Gedurende een cyclus komen de onderwerpen integriteit, nevenwerkzaamheden en verzuim ten minste eenmaal aan de orde.
• Als je 50 jaar of ouder bent, komen tijdens de gesprekken ook jouw belasting en belastbaarheid aan de orde.
• Bij aanvaarding van een andere functie vangt een nieuwe cyclus aan.
> VASTLEGGING VERSLAGEN
• Als leidinggevende zorg je dat:
❖ gesprekken in het kader van de gesprekscyclus deugdelijk zijn vastgelegd
❖ gespreksverslagen door jou en door de werknemer zijn getekend
❖ gespreksverslagen in het digitale personeelsdossier van de werknemer worden opgenomen.
• Vastlegging van de gesprekken vindt plaats met gebruikmaking van het daarvoor beschikbare digitale formulier.
• Onder ondertekening wordt ook digitale accordering verstaan.
• Xxxxxx in verslagen van gesprekken in het kader van de gesprekscyclus die zijn opgenomen in het personeelsdossier, is na het verstrijken van 3 jaren na het opmaken van het verslag niet meer mogelijk, met uitzondering van verslagen van beoordelingsgesprekken.
> REFERENTEN
• Een referent is een persoon die informatie verstrekt over de door de werknemer behaalde resultaten en gerealiseerde persoonlijke ontwikkeling.
• Zowel de leidinggevende als de werknemer kan een of meer referenten aanwijzen ten behoeve van de gesprekscyclus. De aanwijzing wordt besproken in het planningsgesprek.
• Een referent kan slechts als zodanig optreden als deze voldoende zicht heeft op het functioneren van de desbetreffende werknemer.
> PLANNINGSGESPREK
• Tijdens het planningsgesprek stellen jouw leidinggevende en jij zo concreet mogelijk ten minste het volgende vast:
❖ de door jou uit te voeren werkzaamheden en de resultaten die op grond hiervan van jou worden verwacht, met inachtneming van de organisatiedoelen en jouw functieprofiel
❖ de persoonlijke ontwikkeling die in het belang van de organisatie van jou wordt verwacht, mede gelet op jouw loopbaan en in hoofdstuk 8 cao genoemde onderwerpen
❖ de termijnen waarbinnen de hierboven bedoelde resultaten en ontwikkeling door jou behaald c.q. gerealiseerd dienen te zijn
❖ relevante voorwaarden
❖ de frequentie van de gesprekken over de voortgang
❖ eventuele betrokkenheid van referenten bij de voortgang en de beoordeling
❖ de maand waarin het gesprek over de beoordeling zal plaatsvinden.
• De uitkomsten van het planningsgesprek worden vastgelegd in het gespreksverslag.
> VOORTGANGSGESPREK
• Het voortgangsgesprek vindt binnen de gesprekscyclus ten minste eenmaal plaats.
• Het voortgangsgesprek kan plaatsvinden op initiatief van de leidinggevende of van de werknemer.
• Tijdens het voortgangsgesprek stellen jouw leidinggevende en jij als werknemer aan de hand van de afgesproken planning zo concreet mogelijk vast in hoeverre de resultaten en de persoonlijke ontwikkeling inmiddels door jou zijn behaald c.q. gerealiseerd.
• De door jou te behalen resultaten, te realiseren ontwikkeling en voorwaarden kunnen tijdens het gesprek over de voortgang worden bijgesteld.
• De uitkomsten van het voortgangsgesprek worden vastgelegd in het gespreksverslag.
> BEOORDELINGSGESPREK
• Het gesprek over de beoordeling kan plaatsvinden zowel op initiatief van de leidinggevende als van de werknemer.
• Tijdens het beoordelingsgesprek stellen jouw leidinggevende en jij als werknemer zo concreet mogelijk het volgende vast, aan de hand van de afgesproken planning:
❖ in hoeverre jij de afgesproken resultaten hebt behaald en de afgesproken persoonlijke ontwikkeling hebt gerealiseerd en de daaraan toe te kennen waardering
❖ welke verbeteringen naar de toekomst er eventueel nodig zijn om de afgesproken resultaten en ontwikkeling te kunnen realiseren.
• Bij inschakeling van een of meer referenten ontvangen jij en jouw leidinggevende tenminste 2 weken voorafgaand aan het beoordelingsgesprek van de referenten hun concrete en onderbouwde schriftelijke oordelen over de bovengenoemde punten.
• Het beoordelingsgesprek betreft uitsluitend datgene dat zich tijdens de afgelopen gesprekscyclus heeft voorgedaan en vindt plaats aan het einde van deze cyclus.
• Het beoordelingsgesprek vindt plaats tussen jou als werknemer en de leidinggevende.
• Tijdens het beoordelingsgesprek worden in ieder geval de eventuele verschillen tussen de oordelen van jou als werknemer en die van jouw leidinggevende besproken.
• De leidinggevende zorgt ervoor dat de uitkomsten van het beoordelingsgesprek uiterlijk binnen 2 weken na het beoordelingsgesprek zijn vastgelegd in het gespreksverslag.
> BEOORDELING: WAARDERING
• De waardering van de door jou behaalde resultaten en gerealiseerde ontwikkeling aan de hand van de afgesproken planning, met inbegrip van eventuele bijstelling daarvan tijdens de gesprekken over de voortgang, vindt plaats aan de hand van een vierpuntenschaal.
• De betekenis van de scores op de vierpuntenschaal is:
A — resultaat of ontwikkeling is uitstekend
B — resultaat of ontwikkeling is goed
C — resultaat of ontwikkeling is voldoende
D — resultaat of ontwikkeling is onvoldoende.
• De waarderingen worden samengevat in een eindwaardering van jouw functioneren, waarbij ook van de vierpuntenschaal gebruik wordt gemaakt.
> VERSCHIL VAN INZICHT
• Als tijdens een gesprek over planning, voortgang of beoordeling sprake is van een onoverbrugbaar verschil van inzicht, draagt de leidinggevende zorg voor een gespreksverslag waarin de wederzijdse standpunten concreet en onderbouwd zijn vastgelegd. De werknemer en de leidinggevende ondertekenen ieder hun eigen standpunt.
• De leidinggevende stuurt het gespreksverslag binnen 3 weken na het gesprek aan de algemeen directeur.
• De algemeen directeur biedt de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het gespreksverslag de gelegenheid voor een mondelinge of schriftelijke toelichting.
• De algemeen directeur stelt het verslag zo spoedig mogelijk vast, zo nodig na aanpassing en met vermelding van de motivering waarom wel of niet is tegemoetgekomen aan de bedenkingen van de werknemer.
• De algemeen directeur kan bovengenoemde bevoegdheid mandateren aan een onder hem ressorterende leidinggevende, mits deze functionaris hiërarchisch boven de leidinggevende staat die het beoordelingsgesprek heeft gevoerd.
• Ten aanzien van ambtenaren die werkzaam zijn voor de Rekenkamer dient voor “algemeen directeur” te worden gelezen: de leden van de Rekenkamer of een aangewezen lid.
> CAO DEELS NIET VAN TOEPASSING
Artikel 8.5 lid 2 (opleidingsplan) en artikel 8.7 (persoonlijk ontwikkelingsplan) cao zijn niet van toepassing in onze gemeentelijke organisatie.
GRONDSLAG
Hoofdstuk 8 en bijlage 7 (artikel 4, lid 7) van de cao, Xxxxxxxxxxxxx 0000
XXXXXXXXXXXXXXX / XXXXXX OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling planning-, voortgang- en beoordelingscyclus (Regeling PVB-cyclus) (interne link)
− wijziging Regeling planning-, voortgang- en beoordelingscyclus (Regeling PVB-cyclus) (externe link)
De regeling wordt vervangen, waarbij van de gelegenheid gebruik is gemaakt om de inhoud te vereenvoudigen, zonder dat er sprake is van een beleidswijziging in verband met de normalisering.
De bepaling over het recht op bezwaar tegen een vastgesteld beoordelingsverslag in de oude regeling is niet omgezet, omdat dit recht vanaf 2020 wettelijk niet meer bestaat.
We hebben de afspraken met betrekking tot de gesprekscyclus destijds in overeenstemming met de vakbonden vastgelegd.
Blad Geschillenregeling
SAMENVATTING
Er is een geschillenregeling voor het oplossen van meningsverschillen tussen werknemer en werkgever over specifieke aangelegenheden, waarbij door de Geschillencommissie personele aangelegenheden wordt bemiddeld of advies wordt uitgebracht.
> GESCHILLENREGELING
• Een geschil tussen de werknemer en werkgever over:
❖ de individuele toepassing van de functiewaarderingsmethode
❖ de uitvoering van een Van werk naar werk-traject als bedoeld in de hoofdstuk 9 cao
❖ de toepassing van het Sociaal beleidskader bij organisatieveranderingen (SBK) kan door de werknemer worden voorgelegd aan de Geschillencommissie personele aangelegenheden.
• De commissie is ingesteld om ter zake van een geschil zoals hierboven aangegeven te bemiddelen en – als die bemiddeling geen resultaat heeft – een oplossing voor het geschil te geven.
• De procedure bij de commissie staat niet open voor grieven van werknemers die zijn gericht tegen beslissingen van de werkgever die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift of afspraken die door of namens de werkgever zijn gemaakt met de vakbonden, voor zover de grief zich richt tegen de inhoud daarvan. Een geschil dat betrekking heeft op de individuele toepassing van een dergelijke afspraak of voorschrift, kan wél aan de commissie worden voorgelegd.
• De onderstaande procedurebeschrijving is grotendeels gebaseerd op het voorbeeldreglement geschillencommissie in bijlage 1 bij de cao.
> GESCHILLENCOMMISSIE PERSONELE AANGELEGENHEDEN
• Er is een pool van onafhankelijke voorzitters van deze commissie. De voorzitters worden in overleg tussen de werkgever, de vakbonden in het lokaal overleg en de centrale ondernemingsraad benoemd. Ten aanzien van een voorgelegd geschil treedt op voorstel van het secretariaat een van hen op als voorzitter gedurende de procedure.
• Er is een pool van commissieleden. De commissieleden worden deels op voordracht van de werkgever benoemd, deels op voordracht van de vakbonden in het lokaal overleg en deels op voordracht van de centrale ondernemingsraad. Ten aanzien van een voorgelegd geschil treden op voorstel van het secretariaat na overleg met de optredende voorzitter, twee van hen op als commissielid gedurende de procedure, waarbij één lid op voordracht van de werkgever is benoemd en de ander op voordracht van de vakbonden in het lokaal overleg of van de centrale ondernemingsraad.
• De voorzitters en leden worden benoemd voor de duur van 4 jaren met de mogelijkheid van onmiddellijke herbenoeming.
• Als voorzitters zijn benoemd:
❖ Xxxxxx Xxxxxxxx (extern)
❖ Xxxxxx xx Xxx (extern).
• Als leden op voordracht van de werkgever zijn benoemd:
❖ Xxxxx xxx Xxxxxxxxxxx
❖ Xxx Xxxxxxx.
• Als leden op voordracht van de vakbonden zijn benoemd:
❖ Xxxxxxx Xxxxxxx (namens FNV)
❖ Xxxx xxx Xxxxxxxx (namens CNV).
• Als leden op voordracht van de centrale ondernemingsraad zijn benoemd:
❖ Xxxx Xxxxxxxxx
❖ Xxxx Xxx.
• De voorzitters, en de op voordracht van de vakbonden in het lokaal overleg of centrale ondernemingsraad benoemde leden die niet werkzaam zijn bij de gemeente, ontvangen een vergoeding op grond van de Verordening geldelijke vergoedingen aan commissieleden niet zijnde raadsleden voor het bijwonen van een vergadering. Onder een vergadering verstaan we een bijeenkomst in raadkamer, al dan niet voorafgegaan door een hoorzitting. In één vergadering kan meer dan één kwestie aan de orde komen. In de regel duurt een vergadering niet langer dan een dagdeel en vindt er slechts één vergadering per dag plaats.
• De voorzitters en commissieleden treden niet op in geschillen waarbij zij persoonlijk betrokken zijn of een persoonlijk belang hebben.
• De commissie heeft een secretariaat, waarvan de kosten voor rekening komen van de werkgever. De secretaris en plaatsvervanger(s) zijn geen lid van de commissie en worden door de werkgever benoemd. De commissie bepaalt de taak en werkwijze van het secretariaat. Het post- en emailadres van het secretariaat is op Werknet vermeld.
• Aan de commissie worden de middelen en faciliteiten verschaft die nodig zijn voor een goede vervulling van de taak.
> PROCEDURE BIJ GESCHILLENCOMMISSIE
• De werknemer start een procedure voor de commissie met de toezending van een verzoekschrift aan het secretariaat.
• Het verzoekschrift vermeldt in ieder geval:
❖ de naam en het adres van de werknemer
❖ de beslissing – of het achterwege blijven daarvan – die ten grondslag ligt aan het geschil
❖ een heldere omschrijving van de feiten die tot het geschil hebben geleid
❖ een duidelijke conclusie en/of verzoek.
• Als het verzoekschrift niet aan deze vereisten voldoet, of niet is voorzien van de relevante stukken, geeft de commissie de werknemer de gelegenheid om dit aan te vullen.
• De procedure wordt gevoerd in de Nederlandse taal.
• De werknemer kan zich tijdens de gehele procedure laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, zoals een vakbondsadviseur, collega, advocaat of medewerker van een rechtshulpverzekeraar. De kosten voor die bijstand zijn voor rekening van de werknemer.
• De procedure schort de werking van de bestreden beslissing niet op.
• Het secretariaat bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift en zendt een kopie daarvan aan de commissie en de werkgever.
• Nadat het verzoekschrift volledig is ingediend, kan de commissie de werkgever verzoeken om een tijdelijke maatregel te treffen.
• De werkgever kan binnen 4 weken na toezending van het verzoekschrift een verweerschrift sturen aan het secretariaat. Het secretariaat zendt een kopie van het verweerschrift aan de commissie en de werknemer.
• Binnen 4 weken na de schriftelijke voorbereiding stelt de voorzitter plaats en tijdstip vast voor de mondelinge behandeling.
• De commissie kan tijdens de mondelinge behandeling ook anderen horen, als zij dat nodig vindt. Ook de werkgever en de werknemer kunnen getuigen of deskundigen voordragen om tijdens de mondelinge behandeling door de commissie te worden gehoord. Een verzoek daartoe wordt uiterlijk 2 weken voor de mondelinge behandeling bij het secretariaat ingediend. De commissie neemt hierover een besluit. Het secretariaat informeert de werkgever en de werknemer als getuigen of deskundigen worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling.
• De commissie kan een gecombineerde behandeling van meerdere geschillen aan de werknemer voorleggen.
• De mondelinge behandeling is niet openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt en de werknemer en de werkgever daartegen geen bezwaar hebben.
• Tijdens de mondelinge behandeling probeert de commissie een minnelijke schikking tussen de werkgever en de werknemer te bereiken. De commissie kan daartoe de behandeling aanhouden en partijen een termijn voor beraad geven.
• Als de behandeling niet tot overeenstemming tussen de werkgever en de werknemer leidt, doet de commissie binnen 2 weken na de mondelinge behandeling uitspraak in de vorm van een schriftelijk, zwaarwegend advies aan de werkgever en de werknemer.
> GESCHILLENCOMMISSIE: OVERIGE
• De werknemer die een verzoekschrift aan de commissie voorlegt, wordt daardoor op geen enkele wijze bij de werkgever benadeeld. Dit geldt ook voor een werknemer die als vertrouwenspersoon, getuige of deskundige is betrokken bij een procedure. De commissie en de medewerkers werkzaam binnen het secretariaat zijn gehouden tot geheimhouding.
• De commissie kan van de hierboven genoemde termijnen afwijken of een betrokken partij afwijking daarvan toestaan. Het secretariaat informeert partijen over afwijkende termijnen.
• Als zich omstandigheden voordoen waarin hierboven niet is voorzien, beslist de commissie.
GRONDSLAG
Artikel 11.5 cao en bijlage 1 bij de cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit blad regelt de geschillenregeling op basis van de cao en bijlage 1 bij de cao.
De inrichting van de geschillenregeling is afgestemd met de vakbonden in het georganiseerd overleg en de centrale ondernemingsraad.
Blad Giften, geschenken, uitnodigingen en dergelijke
SAMENVATTING
Het aanvaarden van giften, geschenken en uitnodigingen van derden kan in strijd zijn met de uitstraling die we nastreven op het gebied van integer handelen. Daarom hebben we in onze Gedragscode grenzen gesteld aan de aanvaarding daarvan. Omdat dit belangrijk is voor de dagelijkse praktijk, is dit specifieke blad hieraan gewijd.
INHOUD
• Een gift, geschenk of een uitnodiging met een waarde tot en met € 50,00 mag je aannemen. Wees er open over naar jouw leidinggevende en collega’s.
• Je mag het volgende nooit aannemen:
❖ een gift, geschenk of een uitnodiging met een waarde van meer dan € 50,00
❖ een geldbedrag, in welke vorm dan ook
❖ een reeks giften, geschenken of uitnodigingen die gezamenlijk een waarde hebben van meer dan € 50,00, bezien over een redelijke termijn
❖ een aan jouw huisadres gestuurde uitnodiging of geschenk.
• Van een aangeboden gift, geschenk, uitnodiging of soortgelijke zaak die de toegestane waarde overschrijdt, maak je altijd melding bij jouw leidinggevende, en je zorgt voor retourzending aan de afzender.
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, Gedragscode gemeente Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
De afspraken met betrekking tot dit onderwerp maken onderdeel uit van de Gedragscode gemeente Den Haag 2017.
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Gewetensbezwaren
SAMENVATTING
We hanteren de onderstaande gedragslijn als je als werknemer een beroep doet op gewetensbezwaren ten aanzien van het verrichten van jouw arbeid.
INHOUD
• Het kan voorkomen dat je bij het verrichten van je arbeid in conflict komt met je geweten. Op grond van jouw innerlijke overtuiging over wat goed en niet goed is, kan je tot de conclusie komen dat bepaald gedrag achterwege behoort te blijven. Dit is een strikt individuele kwestie. Problematisch voor jou en voor de gemeente wordt het als je jouw taak of delen daarvan niet meer kan of wil vervullen om deze reden. Dit kan raken aan verzuim of ongeschiktheid voor de functie, met eventuele rechtspositionele consequenties.
• In het recht heeft het beginsel van vrijheid van geweten erkenning gevonden. Ook de rechter houdt rekening met het beginsel van vrijheid van geweten en betrekt ingebrachte gewetensbezwaren bij de beoordeling van de bestreden beslissing. Dit beginsel is in een zeer beperkt aantal gevallen uitgewerkt tot een wettelijke regeling inzake erkenning van gewetensbezwaren. Wij hebben zo’n regeling niet.
• Het beginsel van gewetensvrijheid is geen absoluut beginsel, in die zin dat het andere grondbeginselen zonder meer terzijde schuift. Dit impliceert dat ook rekening gehouden moet worden met de rechtsregel dat wettelijke voorschriften algemeen verbindend zijn en de rechtsregel dat uit de arbeidsrelatie voortvloeiende verplichtingen nagekomen horen te worden.
• In het algemeen hoor je daaruit voortvloeiende verplichtingen na te leven en afgesproken taken naar behoren uit te voeren, zeker als het gaat om de uitvoering van langs democratische weg tot stand gekomen wetten, regels en beleid. Het weigeren om (onderdelen van) de opgelegde taak uit te voeren is verzuim dat tot maatregelen kan leiden.
• Anders ligt het als je op grond van ernstige gewetensbezwaren verzoekt om vrijstelling van werkzaamheden. Zo’n verzoek zal leiden tot een serieus onderzoek en een zorgvuldige belangenafweging, waarbij met respect voor jouw overtuiging naar een individuele oplossing wordt gezocht. Er zal wel sprake moeten zijn van ernstige gewetensbezwaren, dat wil zeggen: bezwaren die steunen op een zedelijke overtuiging en voor jou zwaar wegen of als klemmend ervaren worden. In dit kader kan met rationele of emotionele bezwaren en zeker met gewetensbezwaren die conflicteren met de fundamentele beginselen van onze rechtsstaat geen rekening gehouden worden. Je zal het dan ook mogelijk moeten maken om door jou ingebrachte bezwaren op aard en ernst te onderzoeken. Zo nodig kan het onderzoek opgeschort worden en kan jou een (korte) bezinningsperiode gegund worden, waarbij het eventueel verleende verlof geheel of gedeeltelijk voor jouw eigen rekening komt.
• We wegen jouw belang af tegen het organisatie- en maatschappelijk belang. De gemeente zal (ongestoord) de publieke taken moeten kunnen blijven uitvoeren. Zo zal rekening gehouden worden met eventuele door jouw opstelling veroorzaakte belasting van collega’s, met de maximale capaciteit van de personeelszorg met betrekking tot sociale en
medische problemen, en met het totale aantal na erkenning opkomende gewetensbezwaarden in relatie tot de omvang van de organisatie en de grootte van het personeelsbestand. Vervolgens zoeken we een geschikte oplossing. Bijvoorbeeld door andere afspraken te maken over de door jou te verrichten arbeid, functiewijziging of in het uiterste geval zelfs beëindiging van het dienstverband.
GRONDSLAG
Ambtenarenwet 2017, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR □ Lokaal overleg ■ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Circulaire gewetensbezwaarde ambtenaren (interne link) Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Bestuursrechtelijke elementen in de oude circulaire zijn niet overgenomen omdat deze niet meer van toepassing zijn vanaf 2020.
Blad Inconveniëntentoelage
SAMENVATTING
Als je zwaar, onaangenaam of gevaarlijk werk (inconveniënten) verricht, kun je als werknemer in aanmerking komen voor een inconveniëntentoelage.
INHOUD
> INCONVENIËNTEN
De inconveniënten die we meenemen in de algemene toelage staan hieronder vermeld, ingedeeld in de volgende categorieën:
Vuil werk — Werken onder omstandigheden van sterke verontreiniging en stank
Hieronder valt een groot aantal werkzaamheden, van het ruimen van vuil tot werkzaamheden met gebruik van een persluchtmasker en het verrichten van sectie. Alleen omstandigheden worden gehonoreerd waarbij sprake is van sterke verontreiniging en stank. De hoogte van de vergoeding wordt verder bepaald door de wijze waarop de werkzaamheden moeten worden verricht (bijvoorbeeld contact met rioolwater of gebruik van beschermende middelen).
Hitte en/of koude — Verrichten van werkzaamheden waarbij men langdurig is blootgesteld aan sterke temperatuurwisselingen of aan zeer hoge of lage temperaturen
Bij het werken onder omstandigheden van hitte en/of koude wordt het langdurig blootgesteld zijn aan sterke temperatuurswisselingen als bezwaarlijker aangemerkt, dan alleen het werken in hitte of koude. Het werken bij zeer hoge temperaturen wordt als bezwaarlijker beschouwd dan het werken bij zeer lage temperaturen, omdat tegen lage temperaturen een betere bescherming mogelijk is.
Trillingen — Werken met sterk trillende apparatuur
Het werken met licht trillende apparatuur, zoals bijvoorbeeld met een handboormachine, wordt niet als bezwarend aangemerkt en komt niet voor vergoeding in aanmerking. In veel gevallen zal de tijdsduur van het gebruik van diverse trillende apparatuur moeten worden beperkt – in sommige gevallen zelfs tot 3 kwartier per dag – ter bescherming van de gebruiker. Uit onderzoek is gebleken dat gebruik van apparatuur die sterke trillingen veroorzaakt, tot gezondheidsschade kan leiden.
Benauwde omstandigheden — Werken onder omstandigheden waarbij ademhaling, huidoppervlakteuitwaseming en/of bewegingsmogelijkheden door beschermingsmiddelen of zeer kleine ruimten moeizaam zijn of belemmerd worden
Werken onder benauwde omstandigheden kan ruim worden opgevat. Er wordt meestal gedoeld op werken onder omstandigheden waarbij het gebruik van hulpmiddelen ter bescherming van de luchtwegen noodzakelijk is. Ook werkzaamheden waarbij ter bescherming van de huid niet-uitwasemende pakken moeten worden gedragen en werkzaamheden die in zeer kleine ruimten (zoals kruipruimten onder woningen) moeten worden verricht, worden als onder benauwde omstandigheden uit te voeren werkzaamheden aangemerkt.
Lawaai — Werken in situaties waarin men met gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen is blootgesteld aan een zodanig langdurig aanhoudend lawaai dat onderling contact niet, of nauwelijks mogelijk is
Hoewel een vergoeding voor lawaai pas mag worden gegeven wanneer gehoorbeschermingsmiddelen worden gebruikt, wordt het dragen van deze beschermingsmiddelen op zich niet als een inconveniënt aangemerkt. Dit betreft alleen het werken onder omstandigheden van langdurig aanhoudend lawaai. Het lawaai moet zodanig zijn dat onderling mondeling contact niet, of nauwelijks mogelijk is. Hoewel werknemers pas wettelijk verplicht zijn om gehoorbeschermingsmiddelen te gebruiken wanneer het geluidsniveau hoger is dan de waarde 90 dB(A), dienen de werknemers erop gewezen te worden dat geluid met een niveau boven 80 dB(A) als schadelijk beschouwd wordt. De vergoeding kan worden gegeven, wanneer bij het werken onder genoemde omstandigheden gehoorbeschermingsmiddelen daadwerkelijk gebruikt worden. Dit zal het gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen stimuleren.
Bezwarende oplettendheid — Werken onder omstandigheden waarbij, ondanks het gebruik van beschermingsmiddelen, een zodanige oplettendheid noodzakelijk blijft dat dit werken als bezwarend wordt aangemerkt
Onder bezwarende oplettendheid wordt verstaan de omstandigheid dat ondanks in acht genomen veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van gevaar of letsel een zodanige onafgebroken oplettendheid noodzakelijk blijft, dat deze bij de uitoefening van de werkzaamheden als bezwarend dient te worden aangemerkt. Het inconveniënt “werken op grote hoogte” is hierin ondergebracht, omdat er verschillende situaties denkbaar zijn, die bezwarende oplettendheid vereisen. Het werken op hoogten boven 3 meter wordt niet als bezwaarlijk aangemerkt, indien maatregelen genomen zijn die de veiligheid van de betrokken personeelsleden verzekeren. Er is – bij het werken op een hoogte boven 3 meter
– slechts aanleiding een vergoeding te verlenen, als de veiligheid voor de medewerkers (nog) onvoldoende verzekerd is. Dit is o.m. het geval bij het verrichten van werkzaamheden bij (sterk) hellende daken of het opbouwen en afbreken van steigers, waarbij men met behulp van een lijmklem of railklem moet klimmen. Geen vergoeding wordt gegeven bij het werken op steigers, waarbij men op de steiger blijft staan of heen en weer loopt om de werkzaamheden te verrichten. Ditzelfde geldt voor het werken op werkplateaus en hoogwerkers. Omdat de bezwarende oplettendheid duidelijk moet zijn, wordt concreet aangegeven wanneer de vergoeding gegeven kan worden en wanneer niet. Er kan wel een vergoeding gegeven worden wanneer hulpmiddelen worden gebruikt ter bescherming/beveiliging (waarbij vaststaat dat bezwarende oplettendheid noodzakelijk
blijft, de hoogte uiteraard boven 3 meter blijft en de vergoeding geen “gevarenvergoeding” is, zoals:
❖ gebruik van anti-glij-ijzers
❖ gebruik van vang- en klimgordels, lijmklem, railklem of chute, klimsporen
❖ tankgordel en broek.
Spierbelasting — Door tillen of heffen dan wel het door het in een extreme houding voor langere duur verrichten van werkzaamheden, waarbij wisseling van houding onmogelijk of slechts zeer beperkt mogelijk is, ontstaan van een zware spierbelasting
> GEEN TOELAGE
• Je hebt geen recht op de algemene inconveniëntentoelage als met het type werk al rekening is gehouden in de functiewaardering, of als het verdragen ervan uitdrukkelijk is vermeld als een functie-eis.
• Je hebt geen recht op de algemene inconveniëntentoelage als door afwezigheid zoals verzuim het inconveniënt niet daadwerkelijk wordt ondervonden. Dit geldt niet afwezigheid wegens verlof.
> BEREKENINGSWIJZE
• Afhankelijk van de zwaarte van het inconveniënt is de algemene toelage:
❖ code 1 — € 0,27 per uur
❖ code 2 — € 0,54 per uur
❖ code 3 — € 0,82 per uur
❖ code 4 — € 1,09 per uur.
• Als er sprake is van 2 of meer gelijktijdige voorkomende inconveniënten, telt alleen het inconveniënt waaraan het hoogste bedrag is verbonden.
• De toelage wordt berekend over hele uren. In het maandelijkse totaal van de geregistreerde inconveniënten voorkomende delen van uren wordt op hele uren naar boven afgerond als het een half uur of meer betreft.
• Tijdsonderbrekingen uit overwegingen van veiligheid en gezondheid blijven bij de berekening buiten beschouwing als deze de periode van 30 minuten niet overschrijden.
• Inconveniënten die het gebruik van beschermingsmiddelen vereisen, komen slechts voor vergoeding in aanmerking als deze daadwerkelijk zijn gebruikt.
• De toelage wordt maandelijks aan je uitbetaald. De gebruikelijke inhoudingen worden toegepast.
• De toelage behoort tot het inkomen in de zin van het Pensioenreglement.
> REGISTRATIE
• Je registreert de inconveniënten op het daartoe bestemde formulier. Het formulier wordt door je leidinggevende voor akkoord getekend.
• In plaats van individuele registratie kunnen we steekproefsgewijze registratie toepassen, waarbij het resultaat als grondslag dient voor de berekening van de algemene toelage voor een groep werknemers die dezelfde soort werkzaamheden verrichten en dezelfde soort inconveniënten ondervinden. De steekproef vindt plaats bij een representatief deel van deze groep werknemers. We passen deze methodiek uitsluitend toe voor zover de
werknemers in deze groep daarvan geen substantieel financieel nadeel ondervinden in vergelijking met correcte individuele registratie. Als er wel substantieel financieel nadeel is, passen we deze methode uitsluitend als proef toe en nemen we de resultaten mee in de beleidsvorming met betrekking tot inconveniënten, waarbij de vakbonden in het lokaal overleg worden betrokken.1
> VASTE TOELAGE
• Als de maandelijkse algemene toelage gedurende een representatieve periode steeds nagenoeg hetzelfde bedrag betreft, kan dit zonder registratie als een vaste maandelijkse toelage worden uitbetaald.
• De vaste toelage wordt jaarlijks naar rato gecorrigeerd aan de hand van jouw afwezigheid wegens verzuim in het voorafgaande jaar.
• Periodiek kan gevraagd worden om, gedurende een periode van ten minste 3 maanden, de werkzaamheden te registreren die de grondslag vormden voor toekenning van de vaste toelage. De hoogte van de vaste toelage kan aan de hand daarvan opnieuw worden vastgesteld.
> AFWIJKINGEN
We kunnen in individuele gevallen of voor groepen van werknemers van het bovenstaande afwijken.
> ASBEST
De registratieplicht bij blootstelling aan asbest volgt al uit de landelijke wetgeving en behoeft verder geen lokale uitwerking.
> CODE PER INCONVENIËNT
Vuil werk | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | ruimen van afval bij plantsoenonderhoud | 2 |
2 | waterwerk in een watergang | 2 |
3 | verrichten van sectie op lichamen | 2 |
4 | onderhoudswerkzaamheden aan veegmachines, maaimachines, trekkers met aanbouw, berm- en bosmaaiers die nog niet zijn schoongemaakt | 2 |
5 | werkzaamheden aan de riolering, zoals schoonmaken van en opheffen van verstoppingen in rioolwaterkelders, vuilverkleinerruimten en rioolwaterregenbassins, waarbij in contact wordt gekomen met de inhoud van het riool, hetzij werkzaamheden in de riolering, waarbij niet in contact met de inhoud van de riolering wordt gekomen en men niet genoodzaakt is gebruik te maken van een persluchtmasker | 2 |
6 | verrichten van reparatiewerkzaamheden aan resp. vervangen van zich in onder 5 genoemde ruimten bevindende pompen waarbij niet in contact wordt gekomen met de inhoud van het riool en men niet genoodzaakt is gebruik te maken van een persluchtmasker | 2 |
1 De steekproefsgewijze registratie en berekening is een beleidswijziging, waarover met de vakbonden overeenstemming is bereikt.
7 | ontstoppen van een riolering, vernieuwen/herstellen van oude riolering en ontstoppen van toiletafvoer (verwijderen van de pot en verhelpen van de verstopping met een veer) | 2 |
8 | werkzaamheden in de riolering als onder 5 en 6, waarbij het gebruik van een duikpak en een persluchtmasker niet noodzakelijk is, maar waarbij men bij het uitvoeren van de werkzaamheden in contact komt met de inhoud van het riool | 3 |
9 | reparaties aan voertuigen, die zijn bedoeld om afval te vervoeren en die nog zijn beladen of niet zijn schoongemaakt | 3 |
10 | verrichten van schoonmaakwerkzaamheden na brand (rook- en roetreiniging) | 3 |
11 | verrichten van schoonmaakwerkzaamheden na inbraak in gebouwen (verwijderen van de inhoud van chemische brandbestrijdingsmiddelen) | 3 |
12 | reinigen van of werken aan niet schoongemaakte roosters van luchtverversingsinstallaties, elektrofilters en ventilatoren | 3 |
13 | verrichten van werkzaamheden met de veegboot in stadswateren (baggeren) | 3 |
14 | ruimen van dode dieren | 3 |
15 | ruimen van brandhopen | 3 |
16 | onderhoud van boomspiegels | 3 |
17 | werken met de hogedruk spuit | 3 |
18 | werkzaamheden in het riool als bedoeld onder 5 en 6, wanneer men zich met een duikpak en persluchtmasker in het rioolwater moet begeven | 4 |
Hitte en/of koude | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van (onderhoud)werkzaamheden aan ijsbanen | 1 |
2 | verrichten van werkzaamheden aan of in de nabijheid van andere hitte- afstralende installaties (w.o. ketels) | 2 |
3 | verrichten van werkzaamheden in ruimten met hitte- afstralende installaties, zoals ketelhuizen | 3 |
4 | verrichten van werkzaamheden in de vishal, onder omstandigheden van koude, vocht en tocht in de maanden november en december | 3 |
5 | verrichten van werkzaamheden, afwisselend in en buiten een diepvriescel | 3 |
6 | verrichten van werkzaamheden in enge, benauwde ruimten | 3 |
Trilling | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van werkzaamheden met zwaar trillende elektrische apparatuur (breekhamers, boorhamers) of zwaar trillende, door een verbrandingsmotor aangedreven, apparatuur (motorkettingzagen, handfreesmachines, bosmaaiers, bladblazers en flymo’s) | 3 |
2 | verrichten van machinale terreinbewerking | 3 |
3 | verrichten van werkzaamheden met een hogedruk spuit | 3 |
4 | verrichten van werkzaamheden met de zodensnijmachine | 4 |
Benauwde omstandigheden | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van spuitwerkzaamheden buiten een spuitcabine, (coating- en voorstrijkwerkzaamheden bij gevels, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is) | 3 |
2 | vegen van cv-ketels, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
3 | werken met chemicaliën, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
4 | werken in kruipruimten onder woningen | 3 |
5 | werken met ontstoppingsmiddelen waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
6 | werken met vloeibare dakbedekkingsmaterialen waarbij het gebruik van een | 3 |
masker en een veiligheidsbril noodzakelijk is | ||
7 | verrichten van betonreparaties met o.a. kunstharsen, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
8 | verrichten van sloopwerkzaamheden waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
9 | leeghalen van een opslagplaats voor zaagsel en houtmot waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
10 | verrichten van werkzaamheden met een korrelverstuiver indien een masker noodzakelijk is | 3 |
11 | teren van paden waarbij niet-uitwasemende pakken moeten worden gebruikt | 3 |
12 | verrichten van chemische onkruidbestrijding waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
13 | verdelgen van ongedierte waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
14 | werken met twee-componenten vel.-f, waarbij i.v.m. oplosmiddelen (o.a. benzeen) het gebruik van gasmaskers noodzakelijk is | 3 |
15 | verrichten van machinale houtbewerking, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
16 | verrichten van werkzaamheden in een ketel, waarbij het gebruik van een persluchtmasker noodzakelijk is | 3 |
17 | verrichten van werkzaamheden met hoge- en lage drukapparatuur in combinatie met chemicaliën, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
18 | verrichten van belijningswerkzaamheden waarbij het gebruik van een masker en gehoorbescherming noodzakelijk is | 3 |
Lawaai | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van werkzaamheden met zeer veel lawaai producerende apparatuur, zoals zaagmachines, motormaaiers, kantenmaaiers, bladblazers, handfreesmachines, bosmaaiers en plaatwerk, indien het gebruik van gehoorbescherming noodzakelijk is (80dBa en hoger) | 3 |
2 | verrichten van werkzaamheden met de kistenwasmachine, waarbij gebruik van gehoorbescherming noodzakelijk is in verband met het hoogfrequent geluid van de opstapelaar | 3 |
Bezwarende oplettendheid | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van werkzaamheden in goten of op hellende daken op een hoogte boven 3 meter | 3 |
2 | verrichten van werkzaamheden op schoorstenen | 3 |
3 | verrichten van werkzaamheden op een ladder of in bomen op een hoogte boven 3 meter | 3 |
4 | verrichten van steigerbouwwerkzaamheden | 3 |
5 | verrichten van takelwerkzaamheden in gemeentelijke gebouwen met geopend hijsluik | 3 |
Spierbelasting | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van verhuiswerkzaamheden en het opbouwen en afbreken van tentoonstellingen waarbij sprake is van het veelvuldig verplaatsen van zware materialen van 23 kg en meer, voor zover deze werkzaamheden gedurende meer dan 4 uur per dag door een persoon worden verricht | 1 |
2 | verrichten van bestratingswerkzaamheden, voor zover deze werkzaamheden gedurende meer dan 4 uur per dag worden verricht | 2 |
> TOELAGE BEGRAAFPLAATSEN
• Als je werkzaam bent bij het onderdeel Begraafplaatsen van de dienst Stadsbeheer en bent belast met postmortale zorg of grafruimwerkzaamheden, kom je in aanmerking voor een specifieke toelage.
• Bij toekenning van de specifieke toelage vanwege postmortale zorg of grafruimwerkzaamheden, kom je niet in aanmerking voor de algemene inconveniëntentoelage.
• Je registreert de tijd gedurende welke je de genoemde werkzaamheden hebt verricht op de voorgeschreven wijze.
• De toelage wordt berekend over hele uren waarin je de genoemde werkzaamheden hebt verricht. Als het maandelijkse totaal van de geregistreerde tijd niet uitkomt op een heel uur, wordt dit op het hele uur naar boven afgerond.
• De toelage is voor:
❖ postmortale zorg: € 17,50 bruto per uur
❖ grafruimwerkzaamheden: € 12,50 bruto per uur.
> TOELAGE PARKEERCONTROLEURS
• Als je als parkeercontroleur werkzaam bent bij de dienst Stadsbeheer, ontvang je een maandelijkse vergoeding wegens werkomstandigheden, als je dagelijks ten minste 5 uren buitendienst verricht en bent ingeschaald in salarisschaal 5.
• De vergoeding is: € 70,65.
• Je ontvangt geen vergoeding in geval van verzuim en afwezigheid anders dan wegens vakantie.
• Je komt niet in aanmerking voor de algemene inconveniëntentoelage.
GRONDSLAG
Artikel 3.14 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling inconveniënten (externe link)
− Besluit inconveniënten begraafplaatsen Den Haag 2016 (externe link)
− Vergoedingsregeling parkeercontroleurs (DSB) (interne link)
We hebben de regels met betrekking tot inconveniëntentoelagen destijds vastgesteld in overeenstemming met de vakbonden. Dit blijft een aangelegenheid voor de vakbonden in het lokaal overleg (artikel 12.2 cao).
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering, met uitzondering van het onderstaande.
De periodieke herijking van de grondslag voor de algemene vaste inconveniëntentoelage is in de tekst gewijzigd van een verplichting naar een “kan”-bepaling. Dit is in lijn met de praktijk.
Ten aanzien van de registratiemethodiek voor de algemene vergoeding, is overeenstemming bereikt met de vakbonden over een aanpassing. De methodiek van individuele registratie (belastend voor werknemer én werkgever) wordt met ingang van 1 januari 2020 verruimd met een methodiek die inconveniënten meet op basis van steekproeven. De opbrengst daarvan dient dan als basis voor de berekening van de algemene toelage. Deze methodiek kan worden toegepast als er geen substantieel financieel nadeel optreedt voor de betrokken werknemers in vergelijking met (correcte) individuele registratie. Als dat wel het geval is, zal in overleg met de vakbonden worden bekeken op welke wijze deze worden opgevangen.
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maakt een toegekend recht op een inconveniëntentoelage deel uit van de arbeidsovereenkomst. De hoogte van de toelage is afhankelijk van de toepasselijke regels.
Blad Individueel Keuze Budget (IKB)
SAMENVATTING
Je ontvangt een Individueel Keuze Budget (IKB) als financiële aanvulling op jouw salaris. Je kan het gebruiken om fiscaal voordeel mee te behalen. De bestedingsdoelen staan in de cao. Hieraan hebben wij enkele bestedingsdoelen toegevoegd.
INHOUD
• Je kan het IKB gebruiken voor de volgende doelen, in aanvulling op de cao:
❖ aanschaf van een fiets voor het woon-/werkverkeer, van met de fiets samenhangende zaken in verband met het woon-/werkverkeer, en van een fietsverzekering
❖ aanschaf van vakliteratuur
❖ fiscaal onbelaste aanvullende vergoeding voor de reiskosten van woon-/werkverkeer
❖ voldoen van vakbondscontributies
❖ bekostiging van bedrijfsfitness die plaatsvindt bij de gemeente Den Haag in een fitnessruimte die we voor alle werknemers hebben ingericht.
• Bij een keuze voor een of meer van bovengenoemde doelen, verstrek je desgevraagd de daarvoor benodigde informatie.
• Uiterlijk op de 5e dag van elke maand kun je jouw IKB-keuzes in P-Digitaal kenbaar maken voor de eerstvolgende salarisbetaling.
> FIETS
• Je kan eenmaal per 5 jaar het IKB gebruiken voor aanschaf van een fiets en fietsverzekering.
• De aanschaf van een fietsverzekering kan periodiek worden gedeclareerd met behulp van het IKB, mits deze samenhangt met een via het IKB gefinancierde fiets.
• Voor met de fiets samenhangende zaken, zoals reparaties, kun je het IKB inzetten tot een bedrag van maximaal € 82,00 per jaar, met overlegging van een gespecificeerde nota.
• Onder een fiets wordt volgens fiscale regels mede verstaan een elektrische fiets als deze voldoet aan de volgende beschrijving: een bromfiets die mede door menselijke spierkracht wordt aangedreven en is uitgerust met een elektromotor.
> REISKOSTEN WOON-WERKVERKEER
• Over de aanvullende vergoeding voor de reiskosten van woon-/werkverkeer: je kan deze alleen als IKB-doel kiezen als je in het dat kalenderjaar minimaal 128 dagen reist van jouw woonplaats naar jouw arbeidsplaats, en vice versa. De wijze van vervoer is niet belangrijk. Als je in deeltijd werkt, is het minimale aantal dagen 128, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 5 is en de teller het aantal dagen per week waarop je naar jouw werk reist.
• De aanvullende vergoeding wordt vastgesteld met toepassing van de formule voor berekening van het mobiliteitsbudget, met dien verstande dat:
❖ er geen vermindering plaatsvindt met alle kilometers boven het aantal van 30,
❖ het berekeningsresultaat wordt vermenigvuldigd met de fiscaal vrijgestelde vergoeding per kilometer en
❖ het mobiliteitsbudget dat je in dat jaar krijgt, in mindering wordt gebracht op het uiteindelijk resultaat van de berekening.
• Als je gedurende een aaneengesloten periode van meer dan 4 volledige weken afwezig bent wegens verzuim, een ordemaatregel, non-activiteit of verlof anders dan vakantie, kunnen we de inzet van het IKB voor de aanvullende vergoeding voor de reiskosten van woon-/werkverkeer stopzetten, totdat je jouw arbeid (gedeeltelijk) weer hebt hervat en daarvoor naar je werk reist.
• Op Werknet vind je meer informatie hierover.
GRONDSLAG
Artikelen 4.3 en 4.4 cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− ARG, artikelen 3:29DH en 3:30DH (externe link)
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering. Met betrekking tot het gebruik van IKB voor met de fiets samenhangende zaken is verduidelijkt dat een gespecificeerde nota is vereist. Verduidelijkt is dat onder fiets ook een elektrische fiets wordt verstaan.
We hebben het mobiliteitsbudget voor woon-werkverkeer destijds tot stand gebracht in overeenstemming met de vakbonden. Dit blijft vanaf 2020 een aangelegenheid voor de vakbonden in het lokaal overleg (artikel 12.2 cao).
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maken toegekende rechten met betrekking tot het IKB deel uit van de arbeidsovereenkomst.
Blad Integriteitsschending: melding
SAMENVATTING
Als je het vermoeden hebt van een integriteitsschending (zoals een misstand) binnen de gemeentelijke organisatie en dit wilt melden, volg je de hieronder beschreven procedure. Als je de melding te goeder trouw doet, ben je gevrijwaard van nadelige gevolgen van de melding voor jouw rechtspositie.
INHOUD
> ALGEMEEN
• Als overheidswerkgever moeten we een procedure vaststellen voor het omgaan met bij ambtenaren levende vermoedens van misstanden binnen de gemeentelijke organisatie.
• Bovendien zorgen we ervoor dat de werknemer die te goeder trouw een bij hem levend vermoeden van een misstand binnen de gemeentelijke organisatie meldt volgens die procedure, geen nadelige rechtspositionele gevolgen ondervindt van de melding, tijdens en na het volgen van die procedure.
• We passen het bovenstaande ook toe op vermoedens van integriteitsschendingen in brede zin, met uitzondering van ongewenste omgangsvormen (blad Ongewenst gedrag).
• Dit blad heeft geen betrekking op gedrag van politieke bestuurders. Voor dergelijke meldingen bestaat een specifieke werkwijze en meldpunt (Meldpunt Bestuurlijke Integriteit), waarover op Werknet meer informatie beschikbaar is.
> MELDING INTEGRITEITSSCHENDING
• Onder een melding van een vermoedelijke integriteitsschending verstaan we het signaal dat mondeling, schriftelijk, telefonisch of met gebruikmaking van een ander elektronisch communicatiemiddel is afgegeven over een vermoedelijke integriteitsschending binnen de gemeentelijke organisatie.
• Onder een integriteitsschending verstaan we onder andere:
❖ misbruik van een bevoegdheid
❖ misbruik van toegang tot informatie
❖ misbruik van gemeentelijke eigendommen of bedrijfsmiddelen
❖ belangenverstrengeling
❖ onverenigbare functies, bindingen of activiteiten
❖ (strafbare) misdragingen buiten werktijd, waarbij het gaat om (strafbare) misdragingen die een link hebben met het functioneren van een medewerker, van buitengewoon ernstige aard zijn of schadelijk zijn voor het aanzien van de dienst in het bijzonder of de gemeente in het algemeen
❖ begaan van strafbare feiten binnen werktijd zoals diefstal, verduistering, fraude of corruptie
❖ schending van een wettelijk voorschrift of beleidsregel
❖ een gevaar vormen voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu.
> VERTROUWENSPERSOON MISSTANDEN
• De algemeen directeur dienst wijst, in overleg met de ondernemingsraad, een vertrouwenspersoon misstanden aan.
• Als vertrouwenspersoon geef je advies en informatie en ondersteun je melders.
• Je verricht als vertrouwenspersoon zelf geen onderzoek en je doet zelf geen melding op verzoek of in plaats van een melder.
• Je geniet als vertrouwenspersoon dezelfde bescherming tegen benadeling van de rechtspositie als een melder van het vermoeden van een integriteitsschending.
> MELDING DOOR VOORMALIGE MEDEWERKERS
Voormalige medewerkers kunnen een melding doen, met dien verstande dat een melding slechts in behandeling wordt genomen als de melding is ontvangen binnen een termijn van 12 maanden na beëindiging van het dienstverband van de medewerker, of binnen een termijn van 12 maanden na beëindiging van de werkzaamheden van de medewerker, en kennis is gekregen van het vermoeden gedurende het dienstverband respectievelijk werkzaamheden.
> INTERNE PROCEDURE
• Als je een melding wilt doen van het vermoeden van een integriteitsschending, volg je in beginsel eerst de interne procedure.
• Je doet de interne melding naar eigen keuze bij de vertrouwenspersoon misstanden of het gemeentelijke Meldpunt Integriteit, telefoonnummer 070 – 3532346 of email xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx.
• Een melding doet niet af aan de wettelijke verplichting tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.
• Jouw leidinggevende, de vertrouwenspersoon misstanden, een door de algemeen directeur van jouw dienst aangewezen persoon of het Meldpunt Integriteit, al naar gelang bij wie de melding is gedaan, draagt er zorg voor dat de algemeen directeur van jouw dienst zo spoedig mogelijk op de hoogte wordt gesteld van de melding en de datum waarop de melding is ontvangen.
• De algemeen directeur dienst bevestigt de ontvangst van de melding aan jou als melder of aan de vertrouwenspersoon aan wie de melding is gedaan. De ontvangstbevestiging vermeldt het gemelde vermoeden van een integriteitsschending en de datum van de melding.
• De algemeen directeur dienst informeert de persoon of personen op wie een gedane melding betrekking heeft over de melding, tenzij daardoor het onderzoeksbelang kan worden geschaad.
• De algemeen directeur dienst zorgt ervoor dat de identiteit van de melder niet verder bekend wordt dan noodzakelijk is voor de behandeling van de melding.
• De algemeen directeur dienst stelt na ontvangst van de melding direct een onderzoek in naar de vermoedelijke integriteitsschending en bericht de gemeentelijke Stuurgroep Integriteit hierover.1
• Een onderzoek naar een vermoedelijke integriteitsschending wordt met inachtneming van het desbetreffende onderzoeksprotocol verricht, met bijstand van de
1 De samenstelling, werkwijze etc. van de Stuurgroep Integriteit zijn afzonderlijk van dit reglement geregeld.
integriteitsfunctionaris van de dienst. De Centrale Integriteitscoördinator kan adviseren en informatie aanbieden.
• De gemeentelijke Stuurgroep Integriteit kan een andere algemeen directeur aanwijzen om het onderzoek te verrichten ingeval van mogelijke betrokkenheid van een directielid of van de algemeen directeur bij de vermoedelijke integriteitsschending, en in alle gevallen waarin de schijn van partijdigheid zich verzet tegen het verrichten van het onderzoek door de dienst van de melder. In dit geval wordt de persoon of personen op wie de melding betrekking heeft geïnformeerd over de melding door de door de Stuurgroep Integriteit aangewezen functionaris, tenzij daardoor het onderzoeksbelang kan worden geschaad.
• De algemeen directeur dienst stelt jou als melder of de vertrouwenspersoon bij wie de melding is gedaan binnen 10 weken na ontvangst van de melding schriftelijk op de hoogte van het standpunt omtrent het gemelde vermoeden van een integriteitsschending, nadat eerst de Stuurgroep Integriteit hierover is geïnformeerd.
• Als de termijn van 10 weken niet kan worden gehaald, word jij als melder of de vertrouwenspersoon bij wie de melding is gedaan, hierover schriftelijk geïnformeerd voordat de termijn is verstreken.
• De termijn van 10 weken kan met 4 weken worden verlengd.
• De algemeen directeur dienst zorgt jaarlijks voor een geanonimiseerd verslag van de aard en omvang van het aantal ontvangen meldingen.
> EXTERNE PROCEDURE
• Je kunt je na de interne procedure wenden tot het Huis voor Klokkenluiders, het externe meldpunt, als je:
❖ je niet kunt vinden in de beslissing van de algemeen directeur dienst om een onderzoek en verdere behandeling van de melding achterwege te laten,
❖ je niet kunt vinden in de uiteindelijke conclusie van de algemeen directeur dienst ten aanzien van de vermoede integriteitsschending of
❖ het naar aanleiding van de melding door de algemeen directeur dienst ingenomen standpunt niet of niet tijdig te horen krijgt of het bepalen van dit standpunt onredelijk lang wordt uitgesteld.
• Je kunt je ook direct wenden tot het Huis voor Klokkenluiders als zwaarwegende belangen in de weg staan aan toepassing van de interne procedure. De contactgegevens staan op deze webpagina: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xxxx-xxx-xxxxxxxx.
• De algemeen directeur dienst informeert de persoon of personen op wie een gedane melding betrekking heeft over de melding bij het Huis voor Klokkenluiders, tenzij daardoor het onderzoeksbelang kan worden geschaad.
• De algemeen directeur dienst verschaft alle inlichtingen die het Huis voor Klokkenluiders nodig heeft voor het onderzoek.
• Als de inhoud van bepaalde verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het Huis voor Klokkenluiders dient te blijven, wordt dit aan het Huis voor Klokkenluiders meegedeeld. het Huis voor Klokkenluiders beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.
• Het Huis voor Klokkenluiders verricht onderzoek en brengt advies uit aan het college via de betrokken algemeen directeur dienst.
• Als de melding ontvankelijk is, legt het Huis voor Klokkenluiders binnen acht weken zijn bevindingen neer in een advies aan het college. Het Huis voor Klokkenluiders zendt een
afschrift van het advies aan jou als melder of aan de vertrouwenspersoon bij wie de melding is gedaan.
• Als niet binnen acht weken een advies kan worden gegeven wordt jij als melder of de vertrouwenspersoon alsmede het college voordat deze termijn is verlopen daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Daarbij wordt de termijn van maximaal 4 weken aangegeven waarbinnen het advies gereed is.
• Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het Huis voor Klokkenluiders verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het Huis voor Klokkenluiders geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten.
• De algemeen directeur dienst stelt namens het college binnen 2 weken na ontvangst van het advies, het Huis voor Klokkenluiders schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt en de eventuele consequenties die daaraan worden verbonden. Hiervan wordt mededeling gedaan aan de Stuurgroep Integriteit.
• Als in het standpunt van het advies wordt afgeweken, wordt dit gemotiveerd.
• Het Huis voor Klokkenluiders stuurt het standpunt van het college aan jou als melder.
> BESCHERMING MELDER
• Xxxx identiteit als melder wordt alleen bekendgemaakt als je desgevraagd schriftelijk aangeeft hiertegen geen bezwaar tegen te hebben.
• Als je te goeder trouw een bij jou levend vermoeden van een misstand binnen de gemeentelijke organisatie meldt volgens de op dit blad beschreven procedure, ondervind je geen nadelige gevolgen voor jouw rechtspositie van de melding, tijdens en na het volgen van die procedure.
• Onder nadelige gevolgen verstaan we in ieder geval:
❖ ongevraagd aansturen op beëindiging van het dienstverband
❖ niet verlengen van een dienstverband voor bepaalde tijd
❖ niet omzetten van een dienstverband voor bepaalde tijd in een dienstverband voor onbepaalde tijd
❖ wijziging van taken of functie
❖ niet toekennen van salarisverhoging, van incidentele beloning of van toelagen of vergoedingen
❖ onthouden van promotiekansen
❖ afwijzen van verlofaanvragen,
voor zover dit redelijkerwijs geacht kan worden verband te houden met de door jou gedane melding.
• We dragen er zorg voor dat je ook anderszins bij de uitoefening van jouw functie geen nadelige gevolgen van de melding ondervindt.
• Het bovenstaande is ook van toepassing als je te goeder trouw een vermoeden van een integriteitsschending meldt in een andere organisatie dan de gemeente Den Haag, volgens de in die organisatie geldende regels. Deze bescherming geldt uitsluitend als je:
❖ uit hoofde van jouw functie met die andere organisatie samenwerkt of hebt samengewerkt,
❖ uit hoofde van jouw functie kennis hebt verkregen van de vermoede integriteitsschending,
❖ het vermoeden van de integriteitsschending tijdig bij jouw leidinggevende hebt gemeld en
❖ je hebt gehouden aan de afspraken die ter zake van deze melding met jouw algemeen directeur zijn gemaakt.
• Je hebt recht op juridische bijstand wanneer je als gevolg van het te goeder trouw melden van een vermoeden van een integriteitsschending nadelige gevolgen ondervindt in jouw rechtspositie, tijdens of na het volgen van de procedure. De juridische bijstand wordt door ons gefinancierd.
> REKENKAMER
Voor zover het de Rekenkamer betreft, dient op dit blad in plaats van “algemeen directeur” te worden gelezen: de leden van de Rekenkamer.
GRONDSLAG
Ambtenarenwet 2017, Wet huis voor klokkenluiders
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling melden vermoeden van een misstand Den Haag 2015 (externe link)
De Onderzoeksraad integriteit overheid is vervangen door: Huis voor Klokkenluiders. Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
We hebben de regels destijds tot stand gebracht in overeenstemming met de vakbonden en COR. Vanaf 2020 is dit een medezeggenschapsaangelegenheid (artikel 27 WOR).
Blad Integriteitsschending: onderzoeksprotocol
SAMENVATTING
Als je melding maakt van een vermoedelijke integriteitschending met gebruikmaking van de interne procedure, of als je onderwerp bent van zo’n melding, kan er een integriteitsonderzoek plaatsvinden. Op dit blad is de werkwijze beschreven waarmee we de zorgvuldigheid van zo’n onderzoek willen waarborgen.
INHOUD
> ALGEMEEN
Zie voor de gehanteerde begrippen het blad Integriteitsschending: meldingsprocedures.
> ROL VAN DE ALGEMEEN DIRECTEUR
• De algemeen directeur dienst informeert de Stuurgroep Integriteit uiterlijk binnen 3 werkdagen over de ontvangst van een op het desbetreffende organisatieonderdeel betrekking hebbende melding van het vermoeden van een integriteitsschending.1
• De algemeen directeur dienst draagt zorg voor het verrichten van een zorgvuldig en behoorlijk integriteitsonderzoek als de melding daarvoor aanleiding geeft, tenzij de ernst van de melding, de bestuurlijke importantie of vermeende betrokkenheid van management maken dat de algemeen directeur niet zelf hoort zorg te dragen voor het onderzoek.
• De algemeen directeur dienst treft zo nodig maatregelen naar aanleiding van de uitkomst van het onderzoek.
> ONDERZOEK
• Een integriteitsonderzoek vindt alleen plaats nadat op grond van concrete aanwijzingen het vermoeden is gerezen van een vermoedelijke integriteitsschending.
• Het onderzoek heeft als doel het waarheidsgehalte van integriteitsmeldingen te beoordelen.
• Het onderzoek vindt op zorgvuldige en behoorlijke wijze plaats.
> VOORONDERZOEK
• Aan het integriteitsonderzoek kan een vooronderzoek voorafgaan dat bestaat uit het verzamelen van algemene informatie. Het is niet gericht op een persoon.
• Hieronder beschreven bevoegdheden en activiteiten ten aanzien van een integriteitsonderzoek hebben geen betrekking op het vooronderzoek.
> ONDERZOEKER(S)
• De algemeen directeur dienst wijst een interne of externe onderzoeker aan.
1 De samenstelling, werkwijze etc. van de Stuurgroep Integriteit zijn afzonderlijk van dit reglement geregeld.
• Bij de aanwijzing worden de benodigde onafhankelijkheid en objectiviteit en de aanwezige kennis en expertise betrokken.
• Een eventueel in te schakelen particulier recherchebureau dient te beschikken over een vergunning van de minister van Justitie op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
> KENNISGEVING
• De algemeen directeur dienst stelt de werknemer of medewerker op wie een integriteitsonderzoek is gericht daarvan in kennis, hierna aangeduid als: betrokken persoon, en deelt daarbij mee:
❖ de aard en het doel van het onderzoek
❖ dat de betrokken persoon en eventuele getuigen kunnen worden gehoord
❖ dat de betrokken persoon zich kan laten bijstaan door een raadsman
❖ dat het onderzoek zich kan uitstrekken naar feiten en omstandigheden die gedurende het onderzoek bekend worden en relevant zijn voor het onderzoek.
• Als het onderzoeksbelang zich verzet tegen bovengenoemde kennisgeving, wordt deze opgeschort.
> VERSTREKKEN VAN INFORMATIE
• De algemeen directeur dienst gaat zorgvuldig om met het verstrekken van informatie aan de betrokken persoon gedurende het integriteitsonderzoek. Als de betrokken persoon gedurende het onderzoek verzoekt om informatie over de aanpak en voortgang, worden de belangen van de betrokken persoon en het onderzoeksbelang tegen elkaar afgewogen.
• Verstrekking van informatie over het onderzoek aan derden, zoals media en publiek, vindt plaats door de directie Communicatie en Citybranding van de Bestuursdienst, na afstemming tussen de Stuurgroep Integriteit, de algemeen directeur dienst en de centrale integriteitscoördinator Bureau Integriteit.
• De algemeen directeur dienst kan binnen het desbetreffende organisatieonderdeel informatie over het onderzoek verschaffen met inachtneming van de vereiste zorgvuldigheid en rekening houdend met de belangen van de betrokken persoon of personen, het onderzoeksbelang en het voorkomen van onrust in de organisatie.
> HOREN DOOR INTERNE ONDERZOEKER(S)
• De betrokken persoon wordt gedurende het integriteitsonderzoek gehoord.
• De betrokken persoon ontvangt ten minste 3 werkdagen voorafgaand aan het gesprek de uitnodiging voor het gesprek, tenzij het onderzoeksbelang zich daartegen verzet.
• De inhoud van het gesprek wordt schriftelijk vastgelegd.
• Tijdens het gesprek zijn ten minste 2 personen namens de gemeente aanwezig.
> HOREN DOOR EXTERNE ONDERZOEKER(S)
• De betrokken persoon wordt gedurende het integriteitsonderzoek gehoord.
• De betrokken persoon ontvangt ten minste 3 werkdagen voorafgaand aan het gesprek de uitnodiging voor het gesprek, tenzij het onderzoeksbelang zich daartegen verzet.
• De betrokken persoon wordt vooraf geïnformeerd over de aard en het doel van het gesprek en de ingeschatte tijdsduur, en wordt vooraf geïnformeerd dat deze zich kan
kan laten bijstaan door een raadsman.
• De verklaring van de betrokken persoon wordt in vrijheid afgelegd.
• De inhoud van het gesprek wordt schriftelijk vastgelegd en kan met dit doel worden opgenomen.
• Tijdens het gesprek zijn ten minste 2 personen namens het externe onderzoeksbureau aanwezig.
> HOREN VAN ANDERE PERSONEN
• Werknemers die mogelijk getuige waren van de vermoedelijke integriteitsschending voldoen aan een redelijk verzoek van de algemeen directeur dienst in het kader van het integriteitsonderzoek, zoals het verschaffen van informatie.
• Niet-werknemers die mogelijk getuige waren van de vermoedelijke integriteitsschending kunnen worden gehoord.
• De inhoud van het gesprek wordt schriftelijk vastgelegd.
> ONDERZOEK WERKOMGEVING
• De werkomgeving van een betrokken persoon kan in het kader van een integriteitsonderzoek worden doorzocht, als het vermoeden bestaat dat zich in die werkomgeving informatie bevindt die van belang kan zijn voor het onderzoek.
• Onder werkomgeving wordt in ieder geval begrepen: lockers, (archief)kasten, bureaus, dienstruimten, dienstvoertuigen en geautomatiseerde data- en systeembestanden. Een thuiswerkplek, lichaam, kleding en persoonlijke tassen vallen er niet onder.
• Een onderzoek van de werkomgeving wordt verricht door 2 personen.
• De betrokken persoon is bij een onderzoek van de werkomgeving aanwezig, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet of de betrokken persoon zonder opgaaf van een goede reden niet aanwezig is of kan zijn op het tijdstip waarop het onderzoek plaatsvindt.
• De resultaten van het onderzoek van de werkomgeving worden in een schriftelijk rapport vastgelegd.
> NIET-HEIMELIJKE CAMERABEELDEN
• Beelden van niet-heimelijke camera’s (statische observatie) kunnen in het kader van het integriteitsonderzoek worden gebruikt als wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden.
• De algemeen directeur dienst richt het verzoek om het bekijken van camerabeelden binnen 140 uren nadat de opnamen zijn gemaakt aan de beheerder van het camerasysteem: de directeur Intern Dienstencentrum.
• De resultaten van de statische observatie worden in een schriftelijk rapport vastgelegd.
> HEIMELIJKE CAMERABEELDEN
• De algemeen directeur dienst richt het verzoek om het plaatsen van heimelijke camera’s (statische observatie) aan de algemeen directeur Den Haag. De centrale
integriteitscoördinator Bureau Integriteit adviseert de algemeen directeur Den Haag over het verzoek.
• Een verzoek kan alleen worden ingewilligd als het voldoet aan de wettelijke voorwaarden.
• Voorafgaand aan het heimelijke cameratoezicht informeert de algemeen directeur dienst de voorzitter van de ondernemingsraad.
• De resultaten van de statische observatie worden in een schriftelijk rapport vastgelegd.
> VOLGEN VAN EEN BETROKKEN PERSOON TIJDENS WERKTIJDEN
• De betrokken persoon kan worden geobserveerd tijdens activiteiten die deze onder werktijd verricht (dynamische observatie). De observatie is gerelateerd aan de onderzoeksvraag.
• De resultaten worden in een schriftelijk rapport vastgelegd.
> VOLGEN VAN EEN BETROKKEN PERSOON BUITEN WERKTIJDEN
• Buiten werktijd is dynamische observatie slechts toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
❖ er is sprake van een concreet vermoeden van een zwaarwegend plichtsverzuim,
❖ er zijn geen andere alternatieven om het plichtsverzuim te bewijzen en
❖ de observatie is gerelateerd aan de onderzoeksvraag.
• De resultaten worden in een schriftelijk rapport vastgelegd.
> ONDERZOEK NAAR ONEIGENLIJK GEBRUIK VAN ICT-MIDDELEN
• Onderzoek van of aan ICT-middelen met inbegrip van telecommunicatiemiddelen kan plaatsvinden als sprake is van een concreet vermoeden van oneigenlijk gebruik daarvan.
• Onder oneigenlijk gebruik wordt verstaan: gebruik in strijd met de gemeentelijke regels voor gebruik van e-mail en internet, met inbegrip van gebruik dat schadelijk is of kan zijn voor medewerkers of (onderdelen van) de gemeentelijke organisatie.
• Onderzoek van het gebruik van e-mail door leden van een ondernemingsraad bij de gemeente staan we niet toe als het gaat om het e-mailverkeer in het kader van het lidmaatschap van de ondernemingsraad.
> ONDERZOEK NAAR GEBRUIK VAN FACILITY CARD
In het kader van het integriteitsonderzoek kan onderzoek worden verricht naar het gebruik van de facility card (toegangspas) van de betrokken persoon.
> ONDERZOEK NAAR GEBRUIK VAN BASISREGISTRATIE PERSONEN
Dit onderzoeksprotocol staat los van onderzoek van de protocolleringgegevens met betrekking tot Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP).
> VERSLAGLEGGING
• Er wordt altijd een verslag gemaakt van gesprekken met betrokken personen en getuigen. Bij voorkeur wordt het verslag direct na het gesprek ondertekend door de aanwezigen. Betrokken personen en getuigen kunnen daarbij commentaar maken op het verslag.
• Als het verslag niet direct is getekend, wordt het binnen enkele dagen ter ondertekening gestuurd aan de betrokken persoon en getuigen. De betrokken persoon en getuigen reageren binnen 5 werkdagen.
• Als de betrokken persoon, getuigen en onderzoekers het niet eens worden over de inhoud van het verslag, wordt aan het verslag de afwijkende opinie toegevoegd.
• Weigert een betrokken persoon of getuige het verslag te ondertekenen zonder `op- of aanmerkingen te geven op het verslag, dan wordt de reden van de weigering onderaan het verslag weergegeven.
• Onderzoekers, betrokken personen en getuigen zijn gerechtigd het gesprek op te nemen. De deelnemers aan het gesprek worden hiervan binnen een redelijk termijn voorafgaand op de hoogte gebracht. Een opname door de onderzoekers van het gesprek, wordt zolang bewaard als nodig is voor de afhandeling van de zaak. De betrokken persoon en getuigen worden van de vernietiging op de hoogte gesteld.
• De betrokken persoon heeft recht op inzage in de verslagen van de gevoerde gesprekken onder vermelding van de namen van de gehoorde personen, als de verklaringen mede grondslag vormen voor de conclusies in het onderzoeksrapport en een eventuele maatregel.
> RAPPORTAGE
• Het integriteitsonderzoek eindigt met een rapport aan de algemeen directeur dienst of aan degene die in plaats van de algemeen directeur dienst de regie heeft over het onderzoek.
• Het rapport noemt:
❖ de aanleiding van het onderzoek,
❖ de onderzoeksvraag met eventuele uitbreidingen,
❖ de gebruikte onderzoeksmethoden en de feiten en omstandigheden die bij de keuze van de onderzoeksmethode(n) een rol hebben gespeeld,
❖ relevante regelgeving en
❖ de onderzoeksresultaten en bevindingen.
• Het rapport bevat geen opvattingen of adviezen ten aanzien van eventuele consequenties en maatregelen in verband met de bevindingen van het onderzoek.
• De betrokken persoon ontvangt een afschrift van het rapport.
• De betrokken persoon wordt in de gelegenheid gesteld om binnen een redelijke termijn schriftelijk of mondeling een zienswijze op het rapport te geven.
• Het rapport als zodanig maakt geen deel uit van het personeelsdossier van de betrokken persoon. Het wordt door de algemeen directeur dienst in een apart archief bewaard waarbij uitdrukkelijk wordt bepaald wie daartoe toegang heeft en onder welke voorwaarden.
> MAATREGELEN NAAR AANLEIDING VAN DE RAPPORTAGE
De algemeen directeur dienst beziet of het rapport en de zienswijze van de betrokken persoon daarop, aanleiding vormt voor maatregelen. Als de algemeen directeur dienst naar aanleiding van het rapport een rechtspositionele beslissing ten aanzien van de betrokken persoon wil nemen, legt deze dit voornemen eerst voor aan de Stuurgroep Integriteit.
> KLACHTEN
Bij het integriteitsonderzoek betrokken personen kunnen een klacht indienen over de wijze waarop het onderzoek is verricht bij de algemeen directeur dienst. Van deze mogelijkheid wordt melding gemaakt in het rapport. Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
> REKENKAMER
Voor zover het de Rekenkamer betreft, dient op dit blad in plaats van “algemeen directeur” te worden gelezen: de leden van de Rekenkamer.
GRONDSLAG
Toepasselijke wetgeving en rechtspraak
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Centraal Onderzoeksprotocol Vermoedelijke Integriteitsschending (externe link) Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
De regels zijn destijds tot stand gebracht in overeenstemming met de COR. Dit is vanaf 2020 een medezeggenschapsaangelegenheid (artikel 27 WOR).
Blad Jubileum diensttijd
SAMENVATTING
Bij een langdurig dienstverband krijg je op grond van de cao een jubileumuitkering. Dit wordt in bepaalde gevallen door ons aangevuld met een herinneringsinsigne, extra verlof en een financiële tegemoetkoming voor het vieren van het jubileum.
INHOUD
> HERINNERINGSINSIGNE
• Bij een dienstverband met de gemeente Den Haag van 25 jaar kunnen we jou een in goud uitgevoerde herinneringsinsigne toekennen.
• Bij een dienstverband met de gemeente Den Haag van 40 jaar kunnen we jou een in goud uitgevoerde herinneringsinsigne, voorzien van een briljant, toekennen.
• Bij een dienstverband met de gemeente Den Haag van 50 jaar kunnen we jou een in goud uitgevoerde herinneringsinsigne, voorzien van twee briljanten, toekennen.
> VERLOF
• Als je een jubileumuitkering krijgt bij het bereiken van een bepaalde duur van jouw dienstverband op grond van artikel 3.17 cao, krijg je bovendien eenmalig:
❖ 2 extra verlofdagen als je 25 jaar in dienst bent
❖ 3 extra verlofdagen als je 40 jaar in dienst bent
❖ 6 extra verlofdagen als je 50 jaar in dienst bent.
• Bij de berekening van het aantal verlofdagen gaan we uit van 7,2 uur per dag bij een voltijds dienstverband, naar rato bij deeltijd.
> VIERING
• Voor het vieren van een jubileum van 25 jaar en van 40 jaar kunnen we een budget beschikbaar stellen.
• Het budget is nooit meer dan € 1.700,00.
• Het budget wordt nooit rechtstreeks aan jou betaald en kan ook niet door jou worden gedeclareerd. Het komt ten laste van het organisatieonderdeel waarbij je werkzaam bent.
GRONDSLAG
Artikelen 3.17 (uitkering) en 6.13 (verlof) cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− ARG, artikel 3:19DH (externe link)
− Regeling faciliteiten ambtsjubileum en afscheid (externe link)
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering. De overgang per 1 januari 2020 heeft geen gevolgen voor de berekening van diensttijd voor de toepassing van de jubilea- rechten. Verduidelijkt is dat het budget voor een ambtsjubileum alleen bestemd is voor het vieren daarvan en nooit als geldbedrag mag worden uitgekeerd.
De tekst in artikel 3:19DH ARG over functioneel leeftijdsontslag is niet overgenomen op dit blad, omdat die situatie zich niet meer voordoet en voor kan doen.
We hebben deze aanspraken destijds in overeenstemming met de vakbonden tot stand gebracht. De toekenning van extra verlof blijft vanaf 2020 een aangelegenheid voor de vakbonden in het lokaal overleg (artikel 12.2 cao).
Blad Loonbeslag
SAMENVATTING
Beslaglegging door derden op jouw salaris wegens financiële problemen raakt op de eerste plaats jouzelf en degenen die afhankelijk zijn van jouw inkomen. Het heeft echter ook gevolgen voor de gemeente als werkgever.
INHOUD
• Herhaaldelijk loonbeslag legt een grote last op de gemeentelijke salarisadministratie. Ook kan een hoge schuldenlast je eerder vatbaar maken voor verleidingen van buitenaf, zoals het aanvaarden van geld of andere giften in ruil voor diensten.
• Daarom moet je er rekening mee houden dat loonbeslag onderwerp van gesprek kan zijn in de gesprekscyclus, dat in het kader van behoud van vertrouwen in ambtelijke integriteit en goed werknemerschap van je gevraagd kan worden om mee te werken aan afspraken ter opheffing en voorkoming van nieuw loonbeslag, en dat herhaaldelijk loonbeslag voor ons aanleiding kan zijn voor het geven van een schriftelijke waarschuwing en het nemen van maatregelen.
• Neem in geval van financiële problemen contact op met bedrijfsmaatschappelijk werk voor advies en ondersteuning.
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR □ Lokaal overleg ■ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van soortgelijke bepalingen in de oude Ambtenarenwet. Het berust op het instructierecht van de werkgever.
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
Blad Maaltijdvergoeding
SAMENVATTING
Als het werk met zich brengt dat je geen reguliere maaltijd kan nuttigen, wegens overwerk of verblijf op een andere plek dan normaal (anders dan vanwege een dienstreis), dan krijg je een maaltijd verstrekt of je hebt aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten.
INHOUD
> KLEINE UITGAVEN OVERDAG
• Als je vanwege je werkzaamheden niet in de gelegenheid bent om de lunch thuis of in een gemeentelijke kantine, bedrijfsrestaurant of soortgelijke gelegenheid te nuttigen en daarom gebruik moet maken van een andere horecagelegenheid, dan kom je aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten.
• Voor de hoogte van de tegemoetkoming hanteren we de Cao Rijk. De tegemoetkoming in de door jou werkelijk gemaakte kosten is maximaal het daarin genoemde bedrag voor kleine uitgaven overdag.
• Je overlegt bij de declaratie het betaalbewijs van de gemaakte en gedeclareerde kosten.
> MAALTIJDVERGOEDING BIJ OVERWERK
• Als je geen maaltijd kan gebruiken op de voor jou gebruikelijke tijd en plaats omdat je langer dan 2 uren moet overwerken in de zin van de cao, kom je aanmerking voor verstrekking of vergoeding van een maaltijd.
• Uitgangspunt is dat de verstrekking van een maaltijd in natura plaatsvindt.
• Gedurende een pauze van 30 minuten heb je de gelegenheid om de maaltijd te nuttigen.
• Als we geen maaltijd in natura verstrekken, krijg je de gelegenheid om een maaltijd te nuttigen in een naburige, openbare eetgelegenheid. Voor de hoogte van de tegemoetkoming in de kosten sluiten we aan op de Cao Rijk. De tegemoetkoming in de door jou werkelijk gemaakte kosten is maximaal het daarin genoemde bedrag voor de avondmaaltijd. Je overlegt bij de declaratie het betaalbewijs van de gemaakte en gedeclareerde kosten.
• De tijd gedurende welke je de maaltijd nuttigt, geldt niet als overwerk.
GRONDSLAG
Werkgeversbevoegdheid tot aanvulling van de cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
□ COR ■ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling maaltijd bij overwerk (interne link)
− Regeling vergoeding verplaatsingskosten 2011 (externe link) Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
We hebben de afspraken destijds vastgelegd in overeenstemming met de vakbonden. Vanaf 2020 is dit (als financiële aanspraak) een aangelegenheid voor de vakbonden in het lokaal overleg op basis van wederzijds belang (artikel 12.2 lid 2 cao).
Blad Medezeggenschap
SAMENVATTING
We hebben afspraken gemaakt over de invulling van medezeggenschap binnen onze gemeentelijke organisatie. Deze afspraken gelden voor alle ondernemingsraden en bestuurders.
INHOUD
> POSITIE LEDEN (CENTRALE) OR EN AMBTELIJK SECRETARIS
We hechten belang aan het goed functioneren van de medezeggenschap binnen de gemeentelijke organisatie en waarderen de inzet van medewerkers ten behoeve van de medezeggenschap. Om dit te benadrukken hebben we met de centrale ondernemingsraad het volgende kader afgesproken voor de positie van de ondernemingsraden en centrale ondernemingsraad (COR) bij de gemeente, ook om invulling te geven aan de Wet op de ondernemingsraden en ter bescherming van OR-leden en ambtelijke secretarissen tegen benadeling. Met inachtneming van dit kader kunnen iedere bestuurder en ondernemingsraad concrete afspraken maken, per individuele situatie of voor de leden van de ondernemingsraad gezamenlijk. Deze afspraken worden vastgelegd en openbaar gemaakt.
Urenvrijstelling
❖ Als OR-lid kun je wekelijks een aantal uren besteden aan OR-werk, met inbegrip van de OR-vergaderingen en overlegvergaderingen (urenvrijstelling). Het aantal vrijgestelde uren staat los van jouw arbeidsduur. Als lid van het dagelijks bestuur van de OR heb je de beschikking over een extra aantal uren voor bestuursactiviteiten. Het aantal uren wordt door iedere bestuurder en OR vastgelegd in een faciliteitenregeling. De OR kan intern bepalen dat de voorzitter, of andere leden van het dagelijks bestuur, een bijzondere positie heeft bij de urenverdeling binnen de OR.
❖ Het hierboven bedoelde aantal uren wordt in mindering gebracht op jouw arbeidsduur. Uitgangspunt is dat je als OR-lid niet volledig wordt vrijgesteld van de uitoefening van jouw reguliere functie, mede in het belang van jouw loopbaan(vervolg); in heel uitzonderlijke gevallen kan hiervan voor bepaalde duur worden afgeweken.
Werkbelasting
❖ Iedere bestuurder draagt ervoor zorg dat de urenvrijstelling geen gevolgen heeft voor jouw werkbelasting als OR-lid en voor jouw directe collega’s, en dat de afdeling waarbij je werkzaam bent via de verdeling van personele middelen wordt gecompenseerd voor de urenvrijstelling (tenzij daarvoor geen aanleiding bestaat).
Tijd-voor-tijd
❖ Als de tijd waarop jouw OR of OR-commissie vergadert of activiteiten verricht, regelmatig of altijd buiten jouw reguliere werktijden valt, worden afspraken gemaakt over compensatie in tijd. Scholingsdagen die uit 2 of 3 dagdelen per dag bestaan, worden als volle werkdagen beschouwd.
Scholing
❖ Als OR-lid beschik je over minimaal 5 scholingsdagen per jaar (wettelijk minimum). Als je ook commissiewerk verricht voor de OR, beschik je over minimaal 8 scholingsdagen per jaar (wettelijk minimum). Het aantal scholingsdagen staat los van jouw arbeidsduur.
Reiskosten
❖ Door jou noodzakelijk gemaakte reizen als OR-lid zijn dienstreizen. Je declareert deze via de daarvoor bestemde procedure.
Loopbaan en gesprekscyclus
❖ De bestuurder en jij zijn gezamenlijk ervoor verantwoordelijk dat je niet wordt belemmerd in jouw loopbaan binnen de gemeente en jouw scholing vanwege het OR- lidmaatschap. Met jou worden afspraken gemaakt over instandhouding van jouw functionele kennis.
❖ Gesprekken in het kader van de gesprekcyclus hebben betrekking op de uitoefening van jouw reguliere functie, niet op activiteiten uit hoofde van jouw OR-lidmaatschap. In deze gesprekken kunnen de zittingstermijn en de urenvrijstelling aan de orde komen met het oog op jouw loopbaanvervolg.
❖ Als wordt verwacht dat beëindiging van het OR-lidmaatschap een probleem oplevert met betrekking tot de volledige hervatting van jouw reguliere functie, wordt de bestuurder tijdig geïnformeerd. De bestuurder spant zich in om werkzaamheden van ten minste gelijk niveau aan te bieden aan jou, waarin door het OR-werk verworven competenties worden meegenomen. De bestuurder kan zich hierbij laten ondersteunen door BEC/Mobiliteit.
Geschillen
❖ In geval van een geschil tussen de OR en de bestuurder kan een beroep worden gedaan op de algemene geschillenregeling op grond van artikel 36 van de Wet op de ondernemingsraden.
Onderzoek e-mailgebruik
❖ Onderzoek van het gebruik van e-mail van leden van een OR bij de gemeente staan we niet toe. Dit geldt niet in geval van een integriteitsonderzoek naar een vermoedelijke integriteitsschending of een strafrechtelijk onderzoek.
Ambtelijk secretaris
❖ Als de OR zich wil laten ondersteunen door een ambtelijk secretaris, voegt de bestuurder een ambtelijk secretaris toe aan de OR (artikel 17 WOR). De OR draagt na een werving- en selectieprocedure ten minste één persoon voor als ambtelijk secretaris tenzij geen van de kandidaten geschikt wordt geacht. De bestuurder kan een voorgedragen persoon op grond van zwaarwegende redenen afwijzen.
❖ Als ambtelijk secretaris lever je een bijdrage aan de ontwikkeling en uitvoering van medezeggenschap binnen de gemeente, met inbegrip van het adviseren en ondersteunen van de OR. Je bent geen lid van de OR en je hebt geen stemrecht.
❖ De functie van ambtelijk secretaris valt binnen de formatie van het desbetreffende organisatieonderdeel en een eventuele arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met de gemeente.
❖ Als ambtelijk secretaris word je ter zake van de werkzaamheden ten behoeve van de OR functioneel aangestuurd door de (plv.) voorzitter van de OR. De gesprekscyclus in dit reglement is niet van toepassing.
❖ Als je daarnaast een andere functie vervult, draagt jouw leidinggevende bij het organisatieonderdeel zorg voor het doorlopen van de gesprekscyclus ter zake van die werkzaamheden, scholing, loopbaanontwikkeling en dergelijke. Gesprekken in het kader van die gesprekscyclus hebben geen betrekking op jouw werkzaamheden als ambtelijk secretaris ten behoeve van de OR.
❖ Als de OR het vertrouwen in jou als ambtelijk secretaris opzegt, eindigt jouw inzet voor de OR en wordt het gesprek met jou aangegaan over jouw loopbaanvervolg.
❖ De hierboven beschreven benadelingsbescherming voor OR-leden geldt ook voor de ambtelijk secretaris.
> POLITIEK PRIMAAT
• “Politiek primaat” houdt kort gezegd. in dat over een onderwerp geen overleg met de medezeggenschap (OR) gevoerd hoeft te worden als daarover politieke besluitvorming plaats zal vinden of heeft plaatsgevonden. Belangrijke consequentie van politiek primaat is dat het desbetreffende voorgenomen besluit niet advies- of instemmingsplichtig is.
• Bij (voorgenomen) besluiten die vallen onder politiek primaat én personele consequenties hebben, bestaat er geen medezeggenschap ten aanzien van het besluit op zichzelf, maar wel ten aanzien van de concrete uitwerking van dat deel van het besluit dat betrekking heeft op personele consequenties.
• Volgens afspraak met de COR hanteren we het onderstaande stappenplan ter beoordeling van vraag of er sprake is van politiek primaat. We doen dat zo vroeg mogelijk in het proces om helderheid te verkrijgen. Los van de vraag of er sprake is van de toepassing van politiek primaat, stellen we voorop dat over aangelegenheden altijd gesproken kan worden met de medezeggenschap.
> STAPPENPLAN POLITIEK PRIMAAT
Is het een (voorgenomen) besluit van de gemeente?
Het primaat van de politiek heeft betrekking op besluiten van “democratisch gecontroleerde organen” binnen een overheidsorganisatie. Wat de gemeente betreft, gaat het op de eerste plaats om besluiten van het college en de gemeenteraad, oftewel de politieke organen. Politiek primaat kan ook gelden voor besluitvorming in mandaat door daartoe bevoegde ambtelijke organen of functionarissen, die indirect democratisch worden gecontroleerd. Dat betekent dat ook besluitvorming door bijv. de gemeentesecretaris of een algemeen directeur dienst onder politiek primaat kán vallen. Hiermee is de vraag nog niet beantwoord wélke onderwerpen/besluitvorming onder politiek primaat kan vallen.
Betreft het (voorgenomen) besluit een publiekrechtelijke taak?
Zo niet, dan is het politiek primaat niet van toepassing.
Niet alle (voorgenomen) besluiten binnen de gemeente vallen onder de werking van het politiek primaat, ook niet als het besluitvorming binnen het college of de raad betreft. Het besluit moet een “publiekrechtelijke taak” betreffen van de gemeente, dan wel het beleid erover of de uitvoering ervan. Anders gezegd: als het om een besluit gaat dat ook een niet-overheidsorganisatie kan nemen, of als het gaat om taken die voor zowel private als overheidsorganisaties gelden, dan kan normaliter géén beroep op politiek primaat worden gedaan.
Om dit te beoordelen, moeten de volgende sub vragen worden beantwoord.
Publiekrechtelijke taak: betreft het (voorgenomen) besluit een aan de gemeente als overheid opgedragen taak?
Van een publiekrechtelijke taak is in ieder geval sprake bij de vaststelling van gemeentebrede regelgeving (verordenende bevoegdheid) en beleid c.q. uitvoering ter zake van specifiek op de gemeente als overheid betrekking hebbende hogere regelgeving.
Voorbeeld: een besluit met betrekking tot de uitvoering van bijstandsverlening vloeit voort uit de wet en valt daarmee onder het politiek primaat. Zodra het gemeentebestuur in het kader daarvan eigen keuzes maakt en besluiten neemt over de inrichting van de interne ondersteunende organisatie, dan is er in beginsel geen sprake van politiek primaat; het regelen van de interne organisatie is immers iets waarmee elke ondernemer te maken heeft.
Publiekrechtelijke taak: wordt het besluit genomen in een politieke context op basis van politieke overwegingen?
Het kan voorkomen dat een besluit niet zozeer betrekking heeft op een specifiek aan de gemeente opgedragen wettelijke taak, maar wel klaarblijkelijk in een politieke context en op basis van politieke overwegingen tot stand komt of is gekomen. Ook dan is er volgens de rechtspraak sprake van politiek primaat. Dit doet zich bijv. voor bij gemeente overstijgende besluiten zoals regionalisering en gemeenschappelijke regelingen. Ook intern gerichte besluiten kunnen op basis van politieke overwegingen tot stand komen, hoewel dit zal minder vaak plaatsvinden. Voor alle duidelijkheid, het criterium “politieke context en overwegingen” brengt niet met zich dat álle besluitvorming binnen het college of de raad onder politiek primaat valt. Met andere woorden: het feit dat een besluit door het college is of wordt genomen, betekent niet dat het daarmee automatisch onder politiek primaat valt.
Heeft het (voorgenomen) besluit gevolgen voor gemeentepersoneel?
Bij besluiten die op zichzelf onder politiek primaat vallen, kan het overlegrecht (en daarmee ook eventueel adviesrecht of instemmingsrecht) toch van toepassing zijn als
het gaat om de concrete regeling van de personele gevolgen daarvan. Dit volgt uit artikel 46d van de wet (“behoudens voor zover het betreft de gevolgen daarvan voor de werkzaamheden van de in de onderneming werkzame personen”).
Dit doet zich uiteraard niet voor als er überhaupt geen personele gevolgen zijn. Als er wel personele gevolgen zijn, is de beantwoording van de volgende twee sub vragen van belang om te bepalen of het politiek primaat wordt beperkt.
Zijn de personele gevolgen inherent aan het (voorgenomen) besluit?
Als dit het geval is, dan geldt het politieke primaat primaat onverkort (geen overlegrecht). Van inherente personele gevolgen is sprake als de personele gevolgen voorzienbaar zijn maar nog niet concreet worden geregeld in het besluit.
Voorbeeld: als het college besluit tot bezuiniging op de personeelskosten zonder dat expliciet wordt geregeld hoe dit precies uitpakt voor de medewerkers, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een taakstelling van x% voor de gemeente met de invulling x% op beleid, x% op uitvoering en x% op bedrijfsvoering. Of als bij een gemeentelijke herindeling of een verzelfstandiging te voorzien is dat dit gevolgen met zich meebrengt voor het personeel. Als in een later stadium concrete maatregelen met betrekking tot die personele gevolgen worden genomen, dan is er wel sprake van overlegrecht in die fase en beperkt tot de personele gevolgen (zie hieronder).
Worden de personele gevolgen concreet geregeld in het (voorgenomen) besluit?
Als dit het geval is, dan heeft de medezeggenschap overlegrecht, en afhankelijk van de situatie adviesrecht of instemmingsrecht, ten aanzien van de regeling van de personele gevolgen (voor zover niet voorbehouden aan de bonden in het lokaal overleg). Dit geldt niet voor het principebesluit. Er is dus sprake van een “knip” in het besluit ten aanzien van de regeling van de personele gevolgen.
Voorbeeld: als het college besluit tot bezuiniging op de personeelskosten waarbij expliciet wordt aangegeven hoe dit geregeld wordt, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een taakstelling van x fte bij de gemeente, waarvan x personen bij BSD/juridische zaken per datum …, x woordvoerders en x personen ondersteuning directeur x. Bij een collegebesluit tot verzelfstandiging kan de OR medezeggenschap uitoefenen ten aanzien van de (eventuele) concrete regeling van de personele gevolgen in het verzelfstandigingsbesluit, maar niet ten aanzien van de beslissing tot verzelfstandiging zelf.
Als het politiek primaat niet van toepassing is, of als er overlegrecht is ten aanzien van personele gevolgen, moet het (voorgenomen) besluit dan worden voorgelegd voor advies of instemming?
Dit wordt ingevuld aan de hand van de artikelen 25 en 27 van de WOR.
TOEPASSINGSBEREIK
Medezeggenschap
GRONDSLAG
Wet op de ondernemingsraden (WOR)
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Betekenis van “politiek primaat” in het overleg met medezeggenschap (notitie d.d. juli 2010) (interne link)
De afspraken over de positie van OR-leden en ambtelijk secretaris zijn tot stand gekomen in overleg met de COR.
Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering met betrekking tot politiek primaat.
Blad Nevenwerkzaamheden, financiële belangen
SAMENVATTING
Als overheidswerkgever gaan we strikt om met nevenwerkzaamheden en financiële belangen die de belangen van onze organisatie, die van de openbare dienst of jouw functievervulling kunnen raken.
INHOUD
> XXXXXXXXXXXXX 0000
• De Xxxxxxxxxxxxx 0000 verplicht ons als overheidswerkgever en jou als ambtelijke werknemer tot het volgende:
❖ je doet opgave van nevenwerkzaamheden die je verricht of wilt gaan verrichten, die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met jouw functievervulling, kunnen raken. Deze worden geregistreerd in het digitale personeelsdossier
❖ als je een functie vervult waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van jouw nevenwerkzaamheden noodzakelijk is, maken we de geregistreerde nevenwerkzaamheden openbaar
❖ we kunnen je aanwijzen als een werknemer die werkzaamheden verricht waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie verbonden is. In dat geval kunnen we aanwijzen welke financiële belangen die jij in dat geval niet mag bezitten of verwerven. En we registreren door jou gedane meldingen van jouw financiële belangen en van het bezit van en transacties met effecten die de belangen van de openbare dienst voor zover deze in verband staat met jouw functievervulling, kunnen raken.
• Xx Xxxxxxxxxxxxx 0000 noemt een aantal beperkingen ten aanzien van het verrichten van nevenwerkzaamheden, deelnemen aan aannemingen en leveringen ten behoeve van openbare diensten, het hebben en verwerven van financiële belangen, bezit van effecten en het verrichten van effectentransacties.
• We hebben deze wettelijke verplichtingen hieronder uitgewerkt.
> GESPREKSCYCLUS
Jouw leidinggevende en jij bespreken het onderwerp nevenwerkzaamheden periodiek in het kader van de gesprekscyclus, voor zover sprake is van nevenwerkzaamheden die meldingplichtig zijn of mogelijk meldingplichtig zijn.
> MELDING NEVENWERKZAAMHEDEN
• Je bespreekt met jouw leidinggevende of de nevenwerkzaamheden die je al verricht of die je wilt gaan verrichten nevenwerkzaamheden zijn die meldingsplichtig zijn volgens de wet.
• Je meldt meldingsplichtige nevenwerkzaamheden op de daarvoor bestemde wijze in P-Digitaal.
• Als je meldingsplichtige nevenwerkzaamheden al verricht bij indiensttreding, meld je deze zo spoedig mogelijk bij of na indiensttreding.
• Als je meldingsplichtige nevenwerkzaamheden wilt gaan verricht na indiensttreding, meld je deze in ieder geval vóórdat je daadwerkelijk de nevenwerkzaamheden gaat verrichten.
• Als je meldingsplichtige nevenwerkzaamheden hebt gemeld, meld je daarna ook gewijzigde omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de toelaatbaarheid van de nevenwerkzaamheden.
> TOETSING NEVENWERKZAAMHEDEN
• Nadat je melding hebt gemaakt van nevenwerkzaamheden op de hierboven beschreven wijze, toetsen we deze op toelaatbaarheid.
• Je ontvangt binnen een redelijke termijn na de melding ons oordeel over de toelaatbaarheid.
• Als we geen toestemming verlenen, mag je de nevenwerkzaamheden niet verrichten.
• Aan de toestemming om de gemelde nevenwerkzaamheden te verrichten, kunnen we voorwaarden of beperkingen verbinden.
> OPENBAARMAKING NEVENWERKZAAMHEDEN
• De door de gemeentesecretaris, algemeen directeuren dienst en directeuren gemelde nevenwerkzaamheden, publiceren we op de website van de gemeente.
• We vermelden daarbij de volgende gegevens:
❖ functie
❖ nevenwerkzaamheden en de instantie(s) waarbij of waarvoor deze worden verricht
❖ datum van ingang van de nevenwerkzaamheden
❖ eventueel aan het uitoefenen van de nevenwerkzaamheden gestelde beperkingen.
• De directeur Personeel en Organisatie van de Bestuursdienst kan functies aanwijzen waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van de nevenwerkzaamheden op dezelfde wijze noodzakelijk wordt geacht.
> MELDING FINANCIËLE BELANGEN
• De gemeentesecretaris, de algemeen directeuren dienst en directeuren melden hun financiële belangen, en het bezit van respectievelijk transacties in effecten, die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met hun functievervulling, kunnen raken.
• Melding vindt plaats op de daarvoor bestemde wijze in P-Digitaal.
• De genoemde functionarissen verschaffen alle informatie die nodig is voor de beoordeling of de gemelde financiële belangen, bezittingen en transacties een risico opleveren voor de werkzaamheden van de werknemer, en de belangen van de organisatie en openbare dienst.
> TOETSING FINANCIËLE BELANGEN
• Nadat melding is gemaakt van financiële belangen, bezittingen en transacties op de hierboven beschreven wijze, toetsen we deze op toelaatbaarheid.
• De functionaris ontvangt binnen een redelijke termijn na de melding ons oordeel over de toelaatbaarheid.
• Aan ons oordeel kunnen we voorwaarden of beperkingen verbinden.
GRONDSLAG
Ambtenarenwet 2017
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk gewijzigd op :
OVERGANG PER 1 JANUARI 2020
Dit onderdeel van het personeelsreglement treedt in de plaats van:
− Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen 2017 (externe link) Er is geen beleidswijziging in verband met de normalisering.
We hebben de regels met betrekking tot nevenwerkzaamheden en financiële belangen destijds vastgesteld in overleg met de vakbonden.
Aangezien de aanstelling met bijbehorende rechten en plichten per 1 januari 2020 van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, maken de afgesproken rechten en plichten met betrekking tot nevenwerkzaamheden, financiële belangen en dergelijke, deel uit van de arbeidsovereenkomst.
Blad Ongewenst gedrag
SAMENVATTING
We willen als werkgever zorgen voor een veilige werkomgeving. Daaronder valt ook een duidelijke en transparante procedure waarop je een beroep kan doen als je geconfronteerd bent of wordt met ongewenste onderlinge omgangsvormen.
INHOUD
> BEGRIPPEN
• Aangeklaagde: een medewerker die werkzaam is of was in de gemeentelijke organisatie en over wiens gedrag een melding is gedaan of een klacht is ingediend.
• Gemeentelijke klachtencommissie: de gemeentelijke klachtencommissie ongewenst gedrag Den Haag.
• Klacht: een door de klager ondertekend waarin het jegens de klager als ongewenst gedrag ervaren gedrag waarop de klacht betrekking heeft, is omschreven.
• Klager: degene die de klacht heeft ingediend.
• Landelijke klachtencommissie: een door het college aangewezen niet-gemeentelijke commissie die klachten over ongewenst gedrag behandelt overeenkomstig onderstaande procedure.
• Medewerker: degene die bij de gemeente Den Haag werkzaam is of is geweest tot uiterlijk twee jaar na beëindiging van het samenwerkingsverband.
• Melder: degene die een melding ongewenst gedrag heeft gedaan.
• Melding ongewenst gedrag: het zich wenden tot de vertrouwenspersoon in verband met het als ongewenst ervaren gedrag van een medewerker.
• Meldpunt integriteit: een loket voor iedere medewerker die een vermoeden van integriteitsschending wil melden, of een melding heeft van ongewenst gedrag.
• Ongewenst gedrag: gedrag dat valt binnen de begrippen discriminatie, intimidatie, waaronder seksuele intimidatie als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling, en agressie, geweld, pesten en werkdruk als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet.
• Vertrouwenspersoon: decentrale of centrale vertrouwenspersoon ongewenst gedrag.
• Vertrouwenswerk: werkzaamheden ter uitvoering van de hieronder genoemde taken van de vertrouwenspersoon.
> TOEPASSINGSBEREIK
Dit blad geldt niet voor:
❖ politieke ambtsdragers
❖ meldingen van vermoedens van misstanden.
> VERANTWOORDELIJKHEID ALGEMEEN DIRECTEUR DIENST
• De algemeen directeur dienst zorgt ervoor dat ongewenst gedrag zo veel mogelijk wordt voorkomen en gestopt en spant zich in om problemen die voortkomen uit ongewenst gedrag op te lossen.
• De algemeen directeur dienst bespreekt jaarlijks met de ondernemingsraad het gevoerde en te voeren beleid met betrekking tot het vertrouwenswerk.
> MELDING VAN ONGEWENST GEDRAG
• Als je wordt of bent geconfronteerd met ongewenst gedrag van een andere medewerker kun je daarvan een melding doen bij een vertrouwenspersoon of het meldpunt integriteit van de gemeente.
• Je kan de melding mondeling of schriftelijk doen.
• Anonieme meldingen worden niet in behandeling genomen.
• Als je de melding niet binnen een redelijke termijn na het ongewenste gedrag doet, wordt deze niet behandeld.
• De aangeklaagde op wiens gedrag de melding betrekking heeft, kan zich voor ondersteuning, informatie of verwijzing naar andere instanties wenden tot het bedrijfsmaatschappelijk werk.
• Als je de melding van ongewenst gedrag te goeder trouw doet, kan dit niet leiden tot beslissingen met nadelige gevolgen voor jouw rechtspositie. We zorgen ervoor dat je ook niet op andere wijze bij de uitoefening van jouw functie nadelige gevolgen ondervindt van de melding.
> KLACHT OVER ONGEWENST GEDRAG: KLACHTENCOMMISSIE
• Een door jou ingediende klacht wordt behandeld door de gemeentelijke klachtencommissie.
• Een door jou ingediende klacht kan in afwijking van het bovenstaande door de landelijke klachtencommissie in behandeling worden genomen als je aannemelijk maakt dat behandeling van de klacht door de gemeentelijke klachtencommissie jou onevenredig in jouw belangen zou schaden. Het doorlopen van de procedure bij de gemeentelijke klachtencommissie is in deze situatie geen verplichte stap als bedoeld in artikel 5, lid 2, van de Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid, of een soortgelijk artikel in de regeling voor een andere landelijke commissie.
• Als je een klacht indient bij het college of bij een algemeen directeur dienst zonder vermelding van de keuze voor een van de twee commissies, sturen we de klacht door naar de gemeentelijke klachtencommissie en informeren jou daarover.
> GEMEENTELIJKE KLACHTENCOMMISSIE
• Er is een gemeentelijke klachtencommissie die tot taak heeft jouw klacht te onderzoeken en daarover te adviseren aan het college.
• De commissie bestaat uit ten minste 6 leden, waaronder een externe voorzitter. We benoemen de leden voor een periode van 4 jaren. We kunnen een lid voor maximaal één periode herbenoemen. De leden van de commissie treden af in een door de commissie vooraf opgesteld rooster.
• Een lid van de commissie kan te allen tijde om ontslag vragen en meldt dit schriftelijk aan ons.
• We kunnen een commissielid tussentijds gemotiveerd uit het lidmaatschap ontslaan.
• Een lid van de commissie blijft in functie totdat deze is herbenoemd dan wel een nieuw lid door ons is benoemd, behalve bij het hierboven genoemde ontslag.
• Een lid wordt door ons vervangen als deze direct of indirect betrokken is geweest bij enige vorm van ongewenst gedrag waarover de klacht is ingediend dan wel een persoonlijk belang heeft bij de afhandeling van de klacht.
• Een lid van de commissie, niet zijnde een werknemer, ontvangt een vergoeding voor bijgewoonde vergaderingen overeenkomstig de Verordening geldelijke vergoedingen commissieleden niet zijnde raadsleden.
• We benoemen een ambtelijk secretaris vanuit de ambtelijke organisatie die de commissie bijstaat.
> INDIENING VAN KLACHT
• Je kan jouw klacht zowel rechtstreeks bij de gemeentelijke klachtencommissie indienen, als bij ons, de algemeen directeur Den Haag of een algemeen directeur dienst.
• Je vermeldt jouw naam en zo mogelijk de datum, tijd, plaats van het ongewenst gedrag, de omstandigheden, de naam of namen van aangeklaagde(n) en eventuele getuigen, alsmede de stappen die je al hebt ondernomen.
• Als je de klacht indient bij het college, de algemeen directeur Den Haag of een algemeen directeur dienst, bevestigen zij de ontvangst van de klacht aan jou en vermelden daarbij dat de klacht zal worden doorgezonden aan de commissie ter advisering over de afhandeling van de klacht. Zij zenden de klacht, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk door aan de commissie.
• De commissie bevestigt de ontvangst van de klacht aan jou en de aangeklaagde met mededeling van de inhoud, de termijnen en de wijze van afdoening van de klacht. Ook informeert de commissie ons over de ontvangst van de klacht binnen twee weken nadat de klacht is ontvangen. Als je de klacht rechtstreeks bij de commissie hebt ingediend, bevat de melding aan het college geen persoonsgegevens van jou, aangeklaagde of getuigen.
> IN BEHANDELING NEMEN VAN KLACHT
• We verstrekken op verzoek van de gemeentelijke klachtencommissie alle op de klacht betrekking hebbende gegevens.
• De commissie verklaart jouw klacht niet-ontvankelijk als deze niet valt binnen het hiervoor aangegeven begrip “klacht”.
• De commissie neemt de klacht pas in onderzoek nadat de algemeen directeur dienst met jouw toestemming in de gelegenheid is gesteld om de klacht binnen 6 weken naar jouw tevredenheid af te handelen.
• De commissie kan verder besluiten de klacht niet in onderzoek te nemen:
❖ als je de klacht niet binnen een redelijke termijn nadat het ongewenste gedrag heeft plaatsgevonden aan de commissie hebt voorgelegd
❖ als er sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 9:8, lid 1 en 2, van de Algemene wet bestuursrecht
❖ als je in de klacht niet de verplicht gestelde gegevens hebt vermeld en je dat ook niet hebt gedaan na daartoe door de commissie in de gelegenheid te zijn gesteld
❖ als wij al een advies over jouw klacht van de landelijke klachtencommissie hebben ontvangen of naar aanleiding daarvan al hebben beslist over jouw klacht.
> ONDERZOEK NAAR KLACHT
• Als de klacht ontvankelijk is, stelt de gemeentelijke klachtencommissie een onderzoek in.
• De voorzitter wijst 3 leden aan om namens de commissie een klacht te onderzoeken, waaronder een plaatsvervangend voorzitter.
• De aangewezen leden beslissen bij gewone meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
• De commissie kan bij ons alle inlichtingen inwinnen die de commissie voor de vorming van het advies nodig acht. Wij verstrekken de commissie de gevraagde inlichtingen en stellen de commissie desgevraagd in de gelegenheid de werkomgeving te aanschouwen.
• We stellen medewerkers in de gelegenheid om te worden gehoord.
• Medewerkers die door de commissie worden opgeroepen en nog werkzaam zijn onder onze verantwoordelijkheid zijn verplicht te verschijnen.
• De commissie kan aan ons adviseren tussentijdse maatregelen te nemen als dit in het belang is van het onderzoek of van de in het onderzoek betrokken personen.
• De commissie kan op verzoek van jou en op door jou te motiveren gronden de behandeling van de klacht voor een periode van ten hoogste twee maanden opschorten.
> HOREN
• Voor een advies uit te brengen stelt de gemeentelijke klachtencommissie jou, de aangeklaagde, getuigen en zo nodig andere personen die relevante informatie kunnen verstrekken over het gedrag waarop de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid om te worden gehoord. De commissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of een ander lid van de commissie of aan beiden.
• Van het horen kan worden afgezien als de klacht kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
• De hoorzittingen van de commissie zijn niet openbaar.
• De ambtelijk secretaris maakt een verslag van het horen.
• De commissie zendt tijdig voorafgaand aan de hoorzitting aan de aangeklaagde en voor zover nodig aan jou een afschrift van de klacht en van de andere stukken die op de klacht betrekking hebben.
• De commissie hoort jou, de aangeklaagde, de getuigen en andere personen als hiervoor bedoeld in beginsel buiten elkaars aanwezigheid. De commissie stelt jou en de aangeklaagde in de gelegenheid van elkaars zienswijzen en van de inhoud van de hoorgesprekken met de getuigen of andere personen als hiervoor bedoeld kennis te nemen en daarop te reageren.
• Zowel jij als de aangeklaagde kunnen zich op eigen kosten ter zitting laten bijstaan door een raadsman of –vrouw.
• De commissie is bevoegd om getuigen, andere betrokkenen en deskundigen schriftelijk of mondeling te raadplegen.
> PERSOONSGEGEVENS
• De gemeentelijke klachtencommissie verzamelt en verwerkt uitsluitend persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het uitbrengen van een advies. Bij de verwerking van persoonsgegevens zorgt de commissie voor beveiliging van de gegevens tegen verlies en onrechtmatige verwerking. Op de termijnen van bewaring en vernietiging is de Archiefwet van toepassing.
• De commissie en ambtelijk secretaris zijn gehouden tot geheimhouding van persoonsgegevens voor zover overdracht van informatie niet noodzakelijk is voor de uitoefening van de taak van de commissie. Als de inhoud van bepaalde informatie uitsluitend bestemd is voor kennisneming door uitsluitend de commissie, wordt dit aan de commissie medegedeeld.
• Iedereen die is betrokken bij de behandeling van een klacht is geheimhouding verschuldigd over al hetgeen hem in de klachtenprocedure bekend is geworden.
> ADVIES OVER KLACHT
• De gemeentelijke klachtencommissie brengt binnen 12 weken na ontvangst van jouw klacht door de commissie advies uit aan ons over de gegrondheid van de klacht, vergezeld van een rapport van bevindingen. Het rapport bevat een verslag van het horen. Een afschrift van het advies wordt aan jou, aangeklaagde en college toegezonden.
• De commissie kan de termijn gemotiveerd verdagen.
• In het advies kan de commissie aanbevelingen doen over door ons te nemen maatregelen.
> AFDOENING VAN KLACHT
• Wij nemen binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de gemeentelijke klachtencommissie een besluit over dat advies en brengen jou en aangeklaagde schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het besluit en de conclusies die we daaraan verbinden.
• We sturen een afschrift van het besluit naar de commissie en de centrale vertrouwenspersoon.
• De algemeen directeur dienst voert ons besluit uit.
• De Stuurgroep integriteit toetst of de algemeen directeur dienst uitvoering heeft gegeven aan dat besluit. De centrale vertrouwenspersoon adviseert de Stuurgroep Integriteit1 in die gevallen.
> JAARVERSLAG
• De gemeentelijke klachtencommissie stelt jaarlijks een verslag op.
• In het verslag meldt de commissie geanonimiseerd en met inachtneming van de relevante wettelijke bepalingen:
❖ het aantal klachten dat de commissie heeft ontvangen
❖ het aantal adviezen waarbij de klacht niet-ontvankelijk, gegrond, ongegrond, gedeeltelijk gegrond of gedeeltelijk ongegrond is verklaard
❖ de aard van de klachten
❖ statistische gegevens over klagers en aangeklaagden
❖ de doorlooptijd van de adviezen
1 De samenstelling, werkwijze etc. van de Stuurgroep Integriteit zijn afzonderlijk van dit reglement geregeld.
❖ aanbevelingen en tendensen
❖ aantallen van het advies afwijkende besluiten van het college en de motivering daarbij.
• De commissie biedt het verslag aan ons aan en aan de centrale vertrouwenspersoon.
> LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE
Op de behandeling van een klacht door de landelijke klachtencommissie is de regeling van de desbetreffende commissie van toepassing.
> ALTERNATIEVEN
De hierboven beschreven melding- en klachtprocedures hebben een formeel karakter. Er zijn daarnaast ook andere wegen om ongewenste gedrag te voorkomen, stop te zetten en bespreekbaar te maken. Zoals het gesprek aangaan met de veroorzaker of de leidinggevende of het inschakelen van bedrijfsmaatschappelijk werk of de bedrijfsarts.
> CENTRALE VERTROUWENSPERSOON
• Het college benoemt na overleg met de centrale ondernemingsraad een centrale vertrouwenspersoon.
• De algemeen directeur Den Haag is de direct functioneel leidinggevende van de centrale vertrouwenspersoon en voert jaarlijks een gesprek met de centrale vertrouwenspersoon over de uitvoering van het vertrouwenswerk.
• De centrale vertrouwenspersoon is uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de algemeen directeur Den Haag en legt verantwoording af over activiteiten in het vertrouwenswerk zoals voorlichting en preventie. Individuele gevallen komen niet aan de orde.
• Als de algemeen directeur Den Haag de aangeklaagde is, kan de centrale vertrouwenspersoon zich wenden tot de landelijke klachtencommissie.
> DECENTRALE VERTROUWENSPERSOON
• De algemeen directeur dienst benoemt na overleg met de ondernemingsraad een of meer medewerkers die bij de dienst werkzaam zijn tot decentrale vertrouwenspersoon.
• De algemeen directeur dienst voert jaarlijks een gesprek met de decentrale vertrouwenspersoon bij de dienst over de uitvoering van het vertrouwenswerk. De decentrale vertrouwenspersoon leggen verantwoording af over activiteiten in het vertrouwenswerk zoals voorlichting en preventie. Individuele gevallen komen niet aan de orde.
> FACILITEITEN VERTROUWENSPERSOON
• De algemeen directeur Den Haag verschaft de centrale vertrouwenspersoon de middelen en faciliteiten die voor een goede uitoefening van de opgedragen taken en waarborging van de privacy van de medewerker nodig zijn.
• De algemeen directeur dienst verschaft de decentrale vertrouwenspersoon de middelen en faciliteiten die voor een goede uitoefening van de opgedragen taken en waarborging van de privacy van de medewerker nodig zijn.
• De vertrouwenspersonen volgen de opleidingen die de centrale vertrouwenspersoon nodig acht en spannen zich in om hun kennis en vaardigheden op peil te houden door het volgen van trainingen en bijwonen van intervisiebijeenkomsten volgens een door de centrale vertrouwenspersoon vastgestelde frequentie.
• Het gebruik van gemeentelijke ICT-middelen en informatie door vertrouwenspersonen is uitgesloten van controle, behoudens reguliere controle op de veiligheid van het elektronisch verkeer.
> TAKEN VERTROUWENSPERSOON
• De decentrale vertrouwenspersoon heeft de volgende taken:
❖ behandelen van een melding ongewenst gedrag, inclusief de registratie ervan, waarbij de melder wordt gesteund bij het de-escaleren van de situatie, het stoppen of doen stoppen van het ongewenste gedrag en het indien gewenst en zo mogelijk bereiken van een informele oplossing
❖ zo nodig doorverwijzen naar interne of externe deskundigen, zoals arbeidsomstandighedendeskundigen, bemiddelaars, mediators of verwijzing naar de centrale vertrouwenspersoon
❖ inwinnen van informatie bij leidinggevenden, bedrijfsmaatschappelijk werk en decentrale vertrouwenspersonen na toestemming van de melder
❖ bieden van nazorg aan de melder
❖ ondersteunen van de medewerker bij het indienen van een klacht
❖ gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de algemeen directeur dienst of andere personen binnen de organisatie over preventie en bestrijding van ongewenst gedrag
❖ binnen de organisatie behulpzaam zijn bij het verzorgen van voorlichting en publiciteit over ongewenst gedrag en de uitvoering van deze regeling
❖ in voorkomende gevallen vervangen van andere vertrouwenspersonen of van de centrale vertrouwenspersoon op daartoe strekkend verzoek.
• Naast bovengenoemde taken, heeft de centrale vertrouwenspersoon de volgende taken:
❖ stimuleren en coördineren van het vertrouwenswerk door onder meer ten minste eenmaal per jaar te sparren met de decentrale vertrouwenspersonen over casuïstiek en wederzijdse ervaringen over het vertrouwenswerk te delen
❖ optreden als contactpersoon van de gemeente voor de gemeentelijke en landelijke klachtencommissie
❖ adviseren over beleid en de uitvoering ervan aan de hand van kennis en wetenschap.
> REGISTRATIE VAN MELDINGEN
• De decentrale en centrale vertrouwenspersoon houden een geanonimiseerde registratie bij van alle ontvangen meldingen van ongewenst gedrag.
• De vertrouwenspersonen vernietigt alle stukken en aantekeningen over de melding van ongewenst gedrag drie jaren na afronding of afsluiting van de melding.
> RAPPORTAGE VAN MELDINGEN
• De decentrale vertrouwenspersoon brengt jaarlijks een geanonimiseerd rapport uit aan de algemeen directeur dienst over de aard en omvang van meldingen van ongewenst gedrag, de verrichte werkzaamheden, een evaluatie van de geboden faciliteiten, de wijze waarop
de vertrouwenspersoon kennis en vaardigheden heeft bijgehouden en bijdragen aan het preventiebeleid van de dienst. De decentrale vertrouwenspersoon kan aanbevelingen doen met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van ongewenst gedrag. De decentrale vertrouwenspersoon stuurt een afschrift van het rapport aan de ondernemingsraad van de dienst en aan de centrale vertrouwenspersoon.
• De centrale vertrouwenspersoon brengt jaarlijks een geanonimiseerd rapport uit aan de algemeen directeur Den Haag over de aard en omvang van alle meldingen over ongewenst gedrag die bij de vertrouwenspersonen worden gedaan en over de afdoening daarvan. De centrale vertrouwenspersoon kan daarbij aanbevelingen doen met betrekking tot het preventiebeleid en bestrijding van ongewenst gedrag. De centrale vertrouwenspersoon stuurt een afschrift van het rapport aan de centrale ondernemingsraad en aan de decentrale vertrouwenspersonen.
• De centrale vertrouwenspersoon kan met betrekking tot het toeleveren van geanonimiseerde gegevens voor periodieke rapportages aanwijzingen geven aan de decentrale vertrouwenspersonen, bedrijfsartsen, bedrijfsmaatschappelijk werkers en andere functionarissen die in de uitoefening van hun functie ongewenst gedrag signaleren.
> VERTROUWELIJKHEID EN GEHEIMHOUDING
• De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht ten aanzien van informatie waarvan kennis wordt genomen bij het uitvoeren bij het uitvoeren van de taken in verband met vertrouwenswerk, behoudens toestemming van de melder of wettelijke verplichtingen van de vertrouwenspersoon met betrekking tot strafbare feiten.
• De geheimhoudingsplicht eindigt niet bij het beëindigen van de benoeming tot vertrouwenspersoon.
• De vertrouwenspersoon heeft, behoudens wettelijke verplichtingen, een intern verschoningsrecht.
> RECHTSPOSITIE VERTROUWENSPERSOON
• Ten aanzien van een vertrouwenspersoon of voormalig vertrouwenspersoon wordt als gevolg van de daarmee verband houdende activiteiten geen beslissing genomen met nadelige rechtspositionele gevolgen.
• We zorgen ervoor dat een vertrouwenspersoon of voormalig vertrouwenspersoon niet op andere wijze in de positie als werknemer bij de uitoefening van de functie nadelige gevolgen ondervindt van activiteiten als vertrouwenspersoon.
GRONDSLAG
Arbeidsomstandighedenwet, Ambtenarenwet 2017
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
■ COR □ Lokaal overleg □ Xxxxxx: