ONDERWIJS-, EXAMEN-, ENRECHTSPOSITIEREGELING 2016-2017 RECHTSPOSITIEREGELING
ONDERWIJS-, EXAMEN-, EN RECHTSPOSITIEREGELING |
2016-2017 |
RECHTSPOSITIEREGELING |
Rechtspositieregeling studenten
De rechtspositieregeling van de Hogeschool PXL omvat alle rechten en plichten van studenten aan de Hogeschool PXL. Het bevat voor jou dus belangrijke en nuttige informatie.
Daarom raden we je absoluut aan de volgende rubrieken van de PXL-rechtspositieregeling door te nemen:
• algemene bepalingen i.v.m. de rechten van studenten: gelijke behandeling, openbaarheid, onpartijdigheid, enz.
• de plichten van xxxx XXX-student,
• de PXL-tuchtregeling,
• de regeling i.v.m. rechten op werken van studenten.
Inhoudstabel
AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1
Artikel 1. Gelijke behandeling 1
Artikel 2. Openbaarheid van bestuur 1
Artikel 3. Onpartijdigheid 1
Artikel 4. Recht van verdediging 1
Artikel 5. Motiveringsplicht 2
AFDELING 2. PLICHTEN VAN DE STUDENTEN 3
Artikel 6. Aanwezig zijn 3
Artikel 6bis. Aanwezig zijn tijdens de examens, evaluatie-momenten of tijdens onderwijsactiviteit met verplichte aanwezigheid 3
§1. Melding en bewijs van afwezigheden 3
§2. Afwezigheid tijdens permanente evaluatie 4
Artikel 7. Plichten i.v.m. veiligheid 4
§1. Algemeen 4
Artikel 8. Zorg voor infrastructuur 5
Artikel 9. Respecteren van het rookverbod 5
Artikel 9 bis. Respecteren van de regelgeving rond alcohol en drugs 5
Artikel 10. Respecteren van het parkeerverbod 5
Artikel 11. Restaurants en cafetaria 5
Artikel 12. Raadplegen van berichten 6
Artikel 13. Toezien op persoonlijke goederen 6
Artikel 14. Respecteren van het copyright 6
Artikel 15. Gebruik van software, internet en e-mail 6
§1. Software 6
§2. Policy communicatie en informatiebeleid voor studenten 7
Artikel 16. Deelname studentenenquêtes 15
Artikel 16. bis Sociale registratie 15
Artikel 17. Verbod gebruik GSM en laptop tijdens examens 16
Artikel 17bis. Afname van examen op de laptop 16
Artikel 18. Studenten van het dpt. PXL-Healthcare: omgaan met medicatie in praktijklokalen en skillslab 16
Artikel 19. Specifieke leefregels in dpt. PXL-Business 16
Artikel 20. Plichten van faciliteitstudenten en studenten aan wie bindende voorwaarden werden opgelegd 17
AFDELING 3. TUCHTREGELING 18
Artikel 21. Algemeen 18
Artikel 22. Xxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 23. Tuchtprocedure 19
§1. Omschrijving 19
§2. Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
§3. Uitnodiging gesprek 20
§4. Inhoud tuchtdossier 20
§5. Beslissing 20
§6. Beroep 20
AFDELING 4. RECHTEN VAN DE HOGESCHOOL OP WERKEN VAN DE STUDENT 22
Artikel 24. Algemene regeling 22
Art 25. Gezamenlijke werken 22
Artikel 26. Werken voor externe organisaties 23
Artikel 27. Onderzoeksresultaten met behulp van middelen van de hogeschool 23
Artikel 28. Praktijk-, stagereglementen en andere departementale regelingen 24
AFDELING 5. OMBUDSWERKING 25
Artikel 29. Aanstelling ombudspersonen 25
Artikel 30. Opdracht ombudspersonen 25
A f d e lin g 1 . A lg e m e n e b e p a lin g e n
Artikel 1. Gelijke behandeling
Je hebt als student aan de Hogeschool PXL recht op een gelijke behandeling. Voor een ongelijke behandeling is een objectieve grondslag vereist en moet het verschil in behandeling in verhouding staan tot een rechtmatig na te streven doel. De hogeschool neemt algemene maatregelen om de gelijkheid van kansen te waarborgen voor alle studenten.
Artikel 2. Openbaarheid van bestuur
De hogeschool waarborgt de naleving van het beginsel van openbaarheid van bestuur. Dit wordt o.a. gewaarborgd door:
• de mogelijkheid voor de vertegenwoordigers van de studenten om op hun verzoek de verslagen van de vergaderingen van de bestuursorganen in te zien;
• het inzagerecht betreffende examens zoals bepaald in het examenreglement;
• de mogelijkheid om conform de wetgeving op de persoonsgegevens inzage en eventuele correcties aan te vragen van de persoonsgegevens die door de hogeschool over de student elektronisch worden bewaard.
De hogeschool behandelt iedere student onpartijdig.
Men kan niet adviseren of beslissen ten aanzien van een student, of deelnemen aan de advisering of beslissing binnen een bepaald beslissingsorgaan, wanneer men een persoonlijk belang heeft bij de betreffende beslissing.
Artikel 4. Recht van verdediging
Alle studenten hebben toegang tot een ombudsdienst zoals bepaald in deze studiegids. Andere vormen van bescherming van het recht van verdediging zijn opgenomen in de specifieke bepalingen van de studiegids.
Eenzijdige beslissingen van de hogeschool ten aanzien van individuele studenten of groepen van studenten, die tot doel hebben rechtsgevolgen tot stand te brengen, worden door de persoon of het orgaan dat de beslissing neemt afdoende gemotiveerd. De akte vermeldt de juridische en feitelijke gronden waarop de beslissing is gesteund.
A fd e l i n g 2 . P l i c hte n v a n d e stud e n te n
Je moet in principe alle georganiseerde onderwijs- en studieactiviteiten volgen, tenzij je vrijstellingen of faciliteiten hebt verkregen. De leden van het onderwijzend personeel kunnen aanwezigheidscontroles uitvoeren.
Behalve in geval van overmacht (bv. zware verkeersmoeilijkheden, stakingen, extreme weersomstandigheden), word je als laatkomer niet meer tot het leslokaal toegelaten.
Indien een docent na een kwartier niet verschijnt, wordt dit doorgegeven aan het departementaal secretariaat dat contact opneemt met de betrokken docent. Zonder enige berichtgeving vanwege de betrokken docent is de verdere afwezigheid van de student gewettigd (principe ‘academisch kwartier’).
§1. Melding en bewijs van afwezigheden
Een student die afwezig is op een examen, een evaluatiemoment of op een onderwijsactiviteit met verplichte aanwezigheid, verwittigt zo snel mogelijk, en alleszins op de dag van de afwezigheid, de dienst studentenadministratie van de campus. Een medewerker van deze dienst zal het departementshoofd, het opleidingshoofd, de examen- ombuds en de betrokken examinator of lector op de hoogte brengen.
De student dient de nodige bewijsstukken binnen te brengen op de dienst studentenadministratie van de campus binnen vier kalenderdagen na de eerste dag van afwezigheid. Indien de student in aanmerking wilt komen voor een inhaalexamen dient hij hiervoor een aanvraag in bij het departementshoofd eveneens binnen de vier kalenderdagen na de eerste dag van afwezigheid. Indien binnen deze termijn de voortgangscommissie samenkomt, dient de student het inhaalexamen ten laatste 48 uur vóór de samenkomst van de voortgangscommissie aan te vragen.
Medische attesten dienen uitgeschreven te zijn op de eerste dag van afwezigheid. Inhaalexamens worden in geval van goedkeuring georganiseerd op de laatste dag van de voorlaatste examenperiode of bij afwezigheden in de tweede zittijd op het einde van de laatste examenperiode.
Studenten met hun domicilie in Nederland of Duitsland die ingevolge de regelgeving in hun land geen medisch attest kunnen bijbrengen dienen zich naar een arts in Vlaanderen te begeven.
De regel van afwezigheid bij permanente evaluatie wordt opgenomen in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel.
§2. Afwezigheid tijdens permanente evaluatie
Voor gewettigde afwezigheden tijdens permanente evaluatie gelden specifieke regels die je terugvindt in het departementale luik achteraan de examenregeling of bij de gedetailleerde beschrijving van de opleidingsonderdelen per opleiding (de zgn. ECTS- fiches).
Indien vastgesteld wordt dat je herhaaldelijk ongewettigd afwezig bent op de onderwijsactiviteiten (die al dan niet individuele prestaties of opdrachten veronderstellen, of permanent geëvalueerd worden) of tijdens (deel)examens, dan kan de hogeschool je een aangetekend schrijven sturen met het verzoek:
• de ongewettigde afwezigheden alsnog te verantwoorden;
• ofwel je uit te schrijven;
• ofwel een verklaring te bezorgen dat je opnieuw aanwezig zal zijn en op die manier voldoet aan de plicht om deel te nemen aan alle georganiseerde onderwijs- en examenactiviteiten (voor zover dat laatste nog mogelijk is).
Als je bij het verstrijken van een termijn van 14 kalenderdagen na verzending van het aangetekende schrijven niet op bevredigende wijze hebt geantwoord, dan kan de hogeschool je ambtshalve uitschrijven.
Artikel 7. Plichten i.v.m. veiligheid
Bij ernstig gevaar contacteer je onmiddellijk de dienst studentenadministratie. Bij ontruimingsalarm moet je:
• alle toestellen uitschakelen;
• deuren en vensters sluiten;
• het gebouw onmiddellijk verlaten;
• de lift vermijden;
• de bevelen van de verantwoordelijke begeleiders nauwkeurig opvolgen;
• kalm blijven om paniek te voorkomen;
• naar de verzamelplaats komen;
• eventuele vermiste personen aan de begeleiders doorgeven.
Indien je geen antwoord krijgt op het studentensecretariaat, ben je verplicht onmiddellijk te handelen in de mate van je mogelijkheden: alarm slaan zodat de activiteiten in het gebouw stopgezet worden en de zone verlaten wordt, aangewezen
beschermingsmaatregelen treffen, eventueel externe hulpdiensten waarschuwen (brandweer en ambulance), …
Iedere student die een gebrek vaststelt, is verplicht dit onmiddellijk te melden aan het studentensecretariaat waar meldingsformulieren beschikbaar zijn. De ingevulde formulieren zullen ook daar worden verzameld. De veiligheidscoördinator staat in voor de dagelijkse opvolging van de meldingsformulieren.
Artikel 8. Zorg voor infrastructuur
Als student gebruik je de infrastructuur met de nodige zorg. In de leslokalen mag niet gegeten of gedronken worden. Je bent verantwoordelijk voor de door jou toegebrachte schade; je bent daarom verplicht die te vergoeden. Bovendien kunnen je nog tuchtstraffen worden opgelegd.
Artikel 9. Respecteren van het rookverbod
Sinds 1 september 1987 is het bij Koninklijk Besluit van 31 maart 1987 verboden te roken in de hogeschool. Roken is enkel buiten toegelaten op de daarvoor voorziene plaatsen. Aan studenten die deze verplichting niet naleven, kan een tuchtsanctie worden opgelegd.
Artikel 9 bis. Respecteren van de regelgeving rond alcohol en drugs
De studenten aan Hogeschool PXL respecteren de wettelijke en decretale bepalingen omtrent alcohol en drugs. Aan studenten die deze regelgeving niet naleven kan een tuchtsanctie worden opgelegd.
Artikel 10. Respecteren van het parkeerverbod
Sommige parkeerplaatsen op de campus zijn voorbehouden plaatsen; je dient het parkeerverbod dat daar geldt, te respecteren. Aan studenten die deze verplichting niet naleven, kan een tuchtsanctie worden opgelegd.
Artikel 11. Restaurants en cafetaria
Eten en drinken is enkel toegelaten in de daartoe voorziene plaatsen en ruimten. Je dient altijd de tafels in het restaurant en de cafetaria na gebruik af te ruimen. Aan studenten die deze verplichting niet naleven, kan een tuchtsanctie worden opgelegd.
Artikel 12. Raadplegen van berichten
Als Hogeschool PXL-student dien je geregeld de berichten te raadplegen die ad valvas worden uitgehangen of die op de elektronische platforms worden verspreid (Epos, Blackboard, Mijn PXL). E-mailberichten worden altijd verzonden naar het PXL-adres dat iedere student bij inschrijving toegewezen krijgt. Je wordt geacht Mijn PXL en je mailbox dagelijks te raadplegen. Je dient ook steeds te voorzien dat er voldoende ruimte beschikbaar is in je mailbox.
Je wordt ook geacht om wekelijks binnen EPOS je individueel studentvolgsysteem (SVS) te consulteren. Het SVS heeft als doel je eigen studievoortgang op te volgen en te bevorderen, dit met ondersteuning van de trajectbegeleider en de lector of docent.
Alle andere mededelingen, affiches, e.a. van de studenten of andere personen of organisaties dienen vooraf goedkeuring te krijgen via het campussecretariaat en het studentensecretariaat.
Artikel 13. Toezien op persoonlijke goederen
De onderwijsinstelling is niet verantwoordelijk voor verlies of diefstal van persoonlijke goederen. Je moet in dit verband zelf de nodige voorzorgen nemen.
Artikel 14. Respecteren van het copyright
Het kopiëren van handboeken is verboden. Aan studenten die deze verplichting niet naleven, kan een tuchtsanctie worden opgelegd.
Artikel 15. Gebruik van software, internet en e-mail
De software die door de Hogeschool PXL ter beschikking wordt gesteld van de studenten, mag alleen door de student zelf gebruikt worden, en uitsluitend voor doelen die verband houden met de opleiding. Het kopiëren van die software is verboden.
Het is ook verboden vreemde software te installeren of te downloaden op toestellen die eigendom zijn van de Hogeschool PXL.
Ook het gebruik van internet en e-mail is beperkt tot opleiding gebonden doeleinden.
§2. Policy communicatie en informatiebeleid voor studenten (Doel en toepassingsgebied gedragslijn (policy) inzake gebruik ICT.)
Op dit ogenblik heeft elke student aan de Hogeschool PXL een laptop ter beschikking. Docenten gebruiken de digitale weg om te onderwijzen en te communiceren met hun studenten. Studenten gaan via het internet zelf op zoek naar informatie en voor de student is de elektronische leeromgeving heel gewoon geworden. En dat alles voor alle departementen van de school door middel van een draadloos netwerk.
De Hogeschool PXL wenst terzake:
• beveiligingsmaatregelen te nemen die zowel de individuele student als de Hogeschool PXL en haar partners moeten beschermen;
• afspraken te maken om misbruiken te vermijden en om efficiënt en goed gebruik van o.a. het netwerk en de systemen te garanderen;
• zowel rechten als de verplichtingen van alle betrokkenen vast te leggen.
De hierna vastgelegde policy voor studenten is van toepassing op alle ICT-middelen, IT- infrastructuur en elektronische communicatiemiddelen die door de Hogeschool PXL ter beschikking van de studenten wordt gesteld. De policy geldt evenzeer voor ICT-middelen, al dan niet eigendom van de Hogeschool PXL die men in relatie met de Hogeschool PXL gebruikt (bv. e-mail, netwerkprogrammatuur, interne en externe netwerken, internet, leerplatformen, ...) en voor alle gegevens die door die systemen worden verzonden of erin worden opgeslagen.
Deze gedragslijn is goedgekeurd door de Studentenraad op 03.02.2004.
Regels voor het gebruik
De Hogeschool PXL levert heel wat inspanningen om de laptops en andere ICT-middelen en diensten aan een zo laag mogelijke prijs aan te bieden en de instapdrempel voor alle studenten zo laag mogelijk te houden. Het goede gebruik van de ter beschikking gestelde diensten en middelen is een essentieel element in de verdere uitbouw van deze inspanningen.
De in deze policy vastgestelde regels moeten een waardig en gedisciplineerd gebruik van de ICT-middelen waarborgen.
Geoorloofd gebruik
Studenten mogen informatie uitwisselen, hun mening uiten, kortom de ICT-infrastructuur van de Hogeschool PXL al dan niet door middel van hun laptops benutten, zolang dit strookt
met de wetgeving en met een algemeen gevoel voor etiquette, respect en hoffelijkheid. Elke student heeft hier een verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn medestudent, ten opzichte van de hogeschool in haar geheel en ten opzichte van de maatschappij. De Hogeschool PXL laat aan studenten het gebruik van de ter beschikking gestelde ICT- middelen toe voor zover dit gebruik in overeenstemming is met deze policy en de bestaande wetgeving.
De Hogeschool PXL van haar kant engageert zich om ervoor te zorgen dat een aantal basisdiensten en behoeftes ingevuld worden, bv. het voorzien van een e-mailadres, het ter beschikking stellen van laptops tegen een voordelige huur- of koopprijs, het draadloze netwerk.
Ongeoorloofd gebruik
De communicatiemiddelen die door de Hogeschool PXL ter beschikking worden gesteld, mogen in geen geval worden gebruikt om ongeoorloofde informatie te verwerken of te communiceren:
• in de eerste plaats kan de verwerking van bepaalde informatie in strijd zijn met de wet;
• soms is de informatieverwerking niet strijdig met de wet, maar kan ze niet aanvaard worden omdat ze de instelling schaadt;
• ten slotte kan informatieverwerking ongeoorloofd zijn omdat ze hinderlijk is voor anderen.
1. In de eerste plaats zal elke student ervoor zorgen dat informatieverwerking en communicatie steeds in overeenstemming is met de wetgeving. Zo is het bv. alleszins verboden:
• informatie te verspreiden of op te slaan in strijd met de geldende wetgeving, zoals de wetgeving op de bescherming van het persoonlijke leven in het domein van de telecommunicatie of met de bepalingen van de wetgeving over de handelspraktijken die betrekking hebben op commerciële communicatie;
• programmatuur te installeren of te gebruiken waarvoor de bevoegde autoriteit geen toestemming heeft verleend of waarvoor het gebruik juridisch niet is geregeld;
• de wetgeving over het auteursrecht en andere intellectuele rechten te schenden;
• informatie te verwerken of te verspreiden die in strijd is met de wetgeving ter bestrijding van het racisme of die in het algemeen beledigend of lasterlijk is voor andere personen;
• informatie te verwerken of te verspreiden die in strijd is met de goede zeden;
• acties te ondernemen die strafbaar zijn onder de wetgeving tegen informaticacriminaliteit zoals acties die de beveiliging van systemen of informatie in het gedrang kunnen brengen, zoals interne en externe systeem en netwerkbeveiliging omzeilen, schadelijke software (bijvoorbeeld programma’s
besmet met virussen) op de computers van de Hogeschool PXL installeren, zich toegang verschaffen tot systemen waartoe men niet geautoriseerd is;
• een valse identiteit aan te nemen op het netwerk.
2. In de tweede plaats zal elke student bij de verwerking en de verspreiding van informatie rekening moeten houden met de belangen en de gevoeligheden eigen aan de Hogeschool PXL, haar personeelsleden en studenten.
Als voorbeelden van dit soort informatie kan men vermelden:
• informatie die het imago van de Hogeschool XXX schendt, of haar in het algemeen zowel moreel als economisch kan schaden;
• informatie die een pornografisch of uitgesproken erotisch karakter heeft;
• informatie die als vertrouwelijk betiteld wordt of die wegens de aard ervan redelijkerwijze als vertrouwelijk moet worden beschouwd, zoals briefgeheim, persoonlijke gegevens door te geven aan personen die niet gerechtigd zijn om deze informatie te ontvangen.
3. In de derde plaats zijn er vormen van informatieverwerking en communicatie die andere gebruikers kunnen hinderen of het goed functioneren van het netwerk in het gedrang kunnen brengen.
Voorbeelden van dergelijke verboden informatieverwerking of communicatie zijn:
• buiten de gevallen van de normale bedrijfscommunicatie, massaal ongewenste of ongevraagde elektronische post (spam) of kettingbrieven te verspreiden en dit in strijd met de wet van 11 maart 2003 betreffende de informatiemaatschappij;
• schadelijke software (zoals Trojaanse paarden, virussen, wormen, …) op de systemen van de Hogeschool PXL te ontwerpen, willens en wetens te installeren en/of andere gebruikers aan te zetten deze software te gebruiken;
• om ICT-apparatuur die niet eigendom is van de Hogeschool PXL aan te koppelen zonder voorafgaandelijke toestemming van het lokale systeem of netwerkbeheerder.
De verantwoordelijkheid van de student
De student heeft, voor zover van toepassing, een aantal verantwoordelijkheden op het vlak van:
1. Het gebruik van de ICT-middelen:
• in goede toestand bewaren van de ICT-middelen die ter beschikking gesteld werden;
• niet onbeheerd achterlaten van de ter beschikking gestelde ICT-middelen en het nemen van voldoende veiligheidsmaatregelen om diefstal ervan maximaal te verhinderen;
• nemen van voldoende veiligheidsmaatregelen die de mogelijkheid tot het inbreken op de systemen van de Hogeschool PXL en diefstal van vertrouwelijke informatie zo klein mogelijk maakt, bijvoorbeeld:
• het afsluiten van de studeer- en leefruimte bij het verlaten voor een bepaalde periode,
• het activeren van de schermbeveiliging van de PC/werkstation,
• het uitloggen bij het verlaten van een werkstation in de PC-klassen, bib, enz.
2. De veiligheid van de gegevens die bewaard worden op de systemen: verifiëren of de ontvangen informatie vrij is van alle virussen die de bedrijfszekerheid van de systemen in gedrang kunnen brengen.
• Het is verboden om de geïnstalleerde virusscanner uit te schakelen tenzij in zeer uitzonderlijke gevallen na uitdrukkelijke toestemming van de systeembeheerder.
• Het is verboden om op de eigen laptop zonder virusscanner te werken of om deze software af te zetten behoudens de uitzonderingen die expliciet worden toegekend. Het is bovendien belangrijk dat deze software regelmatig wordt geactualiseerd. De student kan dit downloaden of laten installeren.
• Geconfronteerd met een virus, een verdachte e-mail of een verdacht document, moet onmiddellijk gestopt worden met werken en moet deze verdachte e-mail of document verwijderd worden, eventueel moet er contact opgenomen worden met de verantwoordelijke systeembeheerder.
• Programmatuur en gegevens verkregen via een extern netwerk of verschaft op draagbare media (zipdisks, cd-rom’s, usb-stick, …) moeten gecontroleerd worden op virussen en Trojaanse paarden.
• Bij de installatie van programmatuur moet steeds met de grootste voorzichtigheid te werk gegaan worden.
• Programmatuur van twijfelachtige oorsprong mag niet geïnstalleerd worden op systemen waar vertrouwelijke of kritische informatie bewaard of verwerkt wordt.
3. Melden aan de systeembeheerder van incidenten, lacunes in de beveiliging van het computersysteem of van methodes die de beveiliging van de gegevens in het gedrang brengen. Derden mogen hiervan niet op de hoogte worden gebracht. Het uitbuiten van deze zwakheden wordt beschouwd als poging tot inbraak.
4. Op regelmatige tijdstippen lezen van zijn/haar e-mail van het type xxxxxxxx.xxxx@xxxxxxx.xxx.xx en het opruimen en eventueel archiveren van zijn/haar postbus. De systeembeheerder kan ingrijpen op de omvang van de mailbox en e-mail weglaten als de beschikbare individuele capaciteit overschreden wordt.
5. Het voorzichtig omgaan met het doorgeven van zijn/haar persoonlijke gegevens zoals zijn/haar e-mailadres.
6. Het voorzichtig omgaan met bestanden van onbekende oorsprong zoals bijlagen.
7. Het respecteren van algemeen geldende beleefdheidsregels (etiquette).
8. Bij twijfel moet steeds contact worden genomen met de systeembeheerder.
Toegelaten persoonlijk gebruik van ICT-middelen van de Hogeschool PXL
1. De Hogeschool PXL laat binnen redelijke perken het persoonlijke gebruik van ICT- middelen van de Hogeschool PXL toe, met dien verstande dat de hogeschool zich uitdrukkelijk het recht voorbehoudt, wanneer dit om organisatorische of technische redenen vereist is of wanneer dit wettelijk bepaald is, om:
• de ter beschikking gestelde ICT-middelen te herzien en als nodig te beperken of op te schorten (cf. de te installeren internet content filter);
• de gemaakte kosten voor persoonlijk gebruik op de gebruiker te verhalen.
2. Onder toegelaten persoonlijk gebruik van ICT-middelen binnen redelijke perken wordt verstaan dat:
• anderen door dit gebruik niet mogen gestoord worden bij de uitoefening van hun activiteiten;
• er geen kosten aan verbonden zijn voor de Hogeschool PXL;
• het persoonlijke gebruik van de ICT-middelen geen nadelige invloed heeft op de studiedoeleinden waarvoor de ICT-middelen worden ter beschikking gesteld.
Wachtwoorden en login-namen
1. Toegang tot de computerinfrastructuur en het netwerk wordt normaal verleend door individuele authenticatie. Eenmaal aangesloten op het netwerk of computersysteem dat beschermd is met behulp van een wachtwoord, dient men zich te houden aan de regels met betrekking tot het omgaan met informatie. Hier gelden de volgende regels:
• de login-naam moet worden bescherm met een goed gekozen wachtwoord;
• niemand mag zijn wachtwoord aan derden doorgeven en/of door derden laten gebruiken en niemand mag de loginnaam van een ander gebruiken;
• wachtwoorden van anderen proberen te kraken of te achterhalen, is verboden;
• het is niet toegelaten om wachtwoorden in zichtbare vorm (post-it, …) op te slaan;
• er dient omzichtig omgegaan te worden bij het ingeven van wachtwoorden.
2. Iedere gebruiker is verantwoordelijk en aansprakelijk voor alles wat onder zijn/haar gebruikersidentificatie en wachtwoord gebeurt.
3. Alle draagbare computers die vertrouwelijke informatie over de Hogeschool PXL bevatten, moeten consequent worden beschermd met een opstartwachtwoord en een schermbeveiliging om de inhoud van de gegevens zo optimaal mogelijk te beveiligen.
Omgaan met informatie
1. De gedragslijn geldt voor alle informatie ongeacht de vorm waarin deze wordt
• kenbaar gemaakt (op papier, in elektronische vorm, via mondelinge communicatie,
…);
• opgeslagen (tekst, administratieve systemen, gegevensbanken, website, toetsen leerplatformen, …);
• verspreid (e-mail, website, fax, telefoon, …).
2. De gedragslijn gaat ervan uit dat elke student verantwoordelijk is voor de informatie die hij/zij beheert en voor de informatie die hij/zij opvraagt voor de uitvoering van zijn/haar studietaken. Het gebruik van dergelijke informatie is beperkt tot wat voor de uitvoering van het onderwijs en vormingsopdracht vereist is. Behoudens andere expliciete regels, zijn de toelatingen tot toegang tot de toepassingen en de gegevens op de computersystemen van de Hogeschool PXL individueel en niet overdraagbaar.
Bepaalde informatie is vertrouwelijk en moet met bijzondere aandacht worden behandeld. Om te bepalen in welke mate informatie vertrouwelijk is, moet men zich eerst afvragen wat, in het algemeen, het potentiële risico is van een ongepaste verspreiding en wat voor de Hogeschool PXL in het bijzonder de gevolgen zijn zoals:
• het verlies van economische waarde, bijvoorbeeld informatie over de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten, onderzoeksgegevens of meer algemeen informatie, ongeacht de vorm waarin deze is opgeslagen, waarvan de hogeschool rechthebbende is;
• de aantasting van het imago, bijvoorbeeld verspreiding van gevoelige informatie die tot negatieve publiciteit leidt;
• een inbreuk op de wetgeving en interne reglementering, bijvoorbeeld de geldende wetgeving ter bescherming van de intellectuele in het bijzonder de wet op de auteursrechten en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy) en de verwerking van de persoonsgegevens dient strikt nageleefd te worden. Bijvoorbeeld salaris en andere betalingsgegevens, gegevens betreffende personeels- en studentenadministratie, medische gegevens, examenresultaten;
• een inbreuk op een akkoord van niet-verspreiding, bijvoorbeeld de overdracht van informatie afkomstig van derden die onderworpen is aan een akkoord tot niet verspreiding.
Ongeacht de vertrouwelijkheidgraad van de informatie in kwestie moet aan de informatie bijkomend ook een bepaald toegankelijkheidsniveau toegekend worden. Het is bijvoorbeeld zo dat niet alle informatie die als niet vertrouwelijk wordt bestempeld ook openbaar of publiek gesteld dient te worden.
Bij twijfel dient informatie als vertrouwelijk aanzien te worden ongeacht of er al dan niet een vertrouwelijkheidlabel op aangebracht is.
In principe mag geen vertrouwelijke informatie buiten de Hogeschool PXL bijgehouden worden (bijvoorbeeld op een persoonlijke PC). Dat is bijvoorbeeld wel toegestaan voor
studie gerelateerde activiteiten, maar dat enkel gedurende de tijd dat dit strikt noodzakelijk is en wanneer de omstandigheden dit vereisen. Zodra niet meer voldaan is aan die voorwaarden moet die informatie naar gelang van het geval teruggebracht, verwijderd of vernietigd worden.
Speciale aandacht wordt gevraagd voor verwijderbare media zoals back-ups en papieren documenten die vertrouwelijke informatie bevatten.
Deze moeten steeds veilig opgeborgen worden. Bij vernietiging en eventueel hergebruik van ICT-middelen dient erop gelet te worden dat deze ICT-middelen geen vertrouwelijke informatie meer bevatten. Bij de vernietiging van vertrouwelijke papieren documenten dient men er zich bovendien van te vergewissen dat deze vernietiging gegarandeerd is. Tenslotte wordt er op gewezen dat alle informatie die via het netwerk verstuurd wordt in principe gelezen, gewijzigd of hernomen kan worden tenzij specifieke maatregelen getroffen worden. Gebruikers dienen er zich van bewust te zijn dat de meest gangbare protocols op het intranet/internet geen ingebouwde technieken bevatten die de vertrouwelijkheid van de berichten waarborgen. Tijdens de overdracht kan informatie op verschillende manieren gelezen, gewijzigd en/of vervalst worden. Gebruikers die toch vertrouwelijke gegevens veilig wensen te verspreiden, bijvoorbeeld d.m.v. elektronische post, dienen bijkomende maatregelen te nemen.
Toezicht en controle Principieel recht op controle
Binnen de wettelijke grenzen kan de Hogeschool PXL controle uitoefenen op gegevens die men opslaat, verstuurt of ontvangt via het netwerk van de Hogeschool PXL. Zelfs wanneer dit gebruik binnen de persoonlijke levenssfeer valt. Hieronder valt ook het telefoon- en faxgebruik.
Zo is er bijvoorbeeld de controle die inherent is aan het beheer van het informaticasysteem zelf om de goede werking van het internet te waarborgen, om overbelasting of om virusproblemen te voorkomen.
In het kader hiervan zal de Hogeschool PXL zoals hoger al vermeld om een betere controle te krijgen op het internetverkeer een internetcontentfilter installeren. Door de installatie van deze filter zullen bepaalde websites beperkt of niet meer toegankelijk worden gemaakt. Dit systeem maakt het echter ook mogelijk om in tijd, per gebruiker, per groep van gebruikers, per netwerk het internetgebruik te registreren en te controleren. In alle gevallen gaat het om controles die een superviserende functie hebben. Deze controles kunnen slechts uitgevoerd worden door geautoriseerde netwerkbeheerders en enkel door deze.
De controle moet gebeuren op een wijze dat inmenging in de persoonlijke levenssfeer tot een minimum beperkt wordt en is enkel toegestaan voor een of meer van volgende specifieke doeleinden:
• het voorkomen van ongeoorloofde feiten, feiten die strijdig zijn met de goede zeden of de waardigheid van een andere persoon kunnen schaden;
• de bescherming van de economische, handels- en financiële belangen van de Hogeschool PXL die vertrouwelijk zijn, alsook het tegengaan van ermee in strijd zijnde praktijken;
• de veiligheid en/of goede technische werking van het geheel van ICT-middelen van de Hogeschool PXL met inbegrip van de controle op de kosten die ermee gepaard gaan, alsook de fysieke bescherming van de installaties van de Hogeschool PXL;
• het te goeder trouw naleven van de in de Hogeschool PXL geldende beginselen en regels zoals opgesomd in h. 2.
Directe en indirecte individualisering
Individualisering betekent dat mag worden nagegaan wie concreet voor een onregelmatigheid verantwoordelijk is met het oog op het nemen van eventuele maatregelen of sancties. Individualisering is uitsluitend toegelaten voor de 4 vermelde doeleinden.
1. Directe individualisering
Vooral het onmiddellijk, zonder enige formaliteit opsporen van de individueel verantwoordelijke persoon, met mogelijke sanctionering in overeenstemming met de tuchtprocedure, kan enkel indien de controle verband houdt met de onder 4 A vermelde doeleinden 1, 2 en 3.
2. Indirecte individualisering
Wanneer het gaat om de controle op de te goeder trouw naleving van de in de Hogeschool PXL geldende regels en beginselen betreffende het gebruik van de technologie wordt een waarschuwingsprocedure in acht genomen die hoofdzakelijk tot doel heeft de student op de hoogte te brengen van een onregelmatigheid en van het feit dat individualisering met mogelijke opstarting van de tuchtprocedure zal plaatshebben wanneer een nieuwe onregelmatigheid wordt vastgesteld.
De volgende procedureregels dienen hierbij in acht te worden genomen:
• De voor de onregelmatigheid verantwoordelijk geachte student wordt door het departementshoofd uitgenodigd voor een gesprek.
• Dit gesprek heeft plaats vóór iedere beslissing of evaluatie die de student individueel kan raken.
• Het gesprek heeft tot doel de student de kans te bieden zijn bezwaren met betrekking tot de voorgenomen beslissing of evaluatie uiteen te zetten en hem
verantwoording te vragen over zijn gebruik van de hem/haar ter beschikking gestelde ICT-middelen en andere communicatiemiddelen.
Opvolging
De richtlijnen in deze policy hebben betrekking op ICT-middelen en andere communicatiemiddelen die steeds aan evolutie onderhevig zijn. Deze policy kan daarom in de toekomst aangevuld of aangepast worden. Om de twee jaar of telkens als de situatie het vereist, komt een commissie samen bestaande uit de verantwoordelijke netwerkbeheerder, directeur Onderwijs en Student, het diensthoofd IT en de algemeen directeur met als doel om de policy en het beveiligingsbeleid te toetsen en aan te passen aan de nieuwe situatie en aan de bestaande wetgeving. Het nieuwe voorstel wordt opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur, na advies van de Studentenraad. De Hogeschool PXL behoudt zich het recht voor op ieder ogenblik dit beleid aan te passen. Wijzigingen worden meegedeeld aan alle rechtmatige gebruikers.
Artikel 16. Deelname studentenenquêtes
Door je inschrijving aan de Hogeschool PXL verbind je je ertoe deel te nemen aan de studentenenquêtes betreffende kwaliteitszorg.
Artikel 16. bis Sociale registratie
Bij je eerste inschrijving vraagt de Hogeschool PXL je enkele gegevens ter beschikking te stellen om de instroom, doorstroom en uitstroom van alle studenten te bevorderen. Hiermee wil de Hogeschool PXL nagaan of haar studentenpopulatie een reflectie is van de maatschappij. Dit kan enkel als studenten hun persoonlijke gegevens ter beschikking stellen. Op die manier kan het beleid beter op de studenten worden afgestemd en kan worden nagaan of de inspanningen die we leveren om de instroom, doorstroom en uitstroom te bevorderen ook lonen en kan indien nodig het beleid bijgestuurd worden.
Aangezien het om persoonlijke gegevens gaat, springen we uiterst gevoelig om met deze informatie. Ter bescherming van deze informatie, hanteert de Hogeschool PXL enkele randvoorwaarden:
• Elke student kan zijn gegevens later inkijken en wijzigen via “mijn PXL” in de module “bevraging kansengroepen”
• Elke student kan zijn toestemming om deze gegevens te gebruiken intrekken door alle gegevens te verwijderen.
• Indien klachten of vragen inzake inzage/wijzigen van de gegevens, kan je terecht bij Xxxxx Xxxxxxxx (xxxxx.xxxxxxxx@xxx.xx)
• Alle gegevens worden 10 jaar na uitschrijving verwijderd
Artikel 17. Verbod gebruik GSM en laptop tijdens examens
Tijdens de examens is het voor de studenten verboden om in het bezit te zijn van een Gsm-toestel, laptop, tablet of een ander elektronisch middel waarmee verbinding met internet kan gemaakt worden, tenzij anders bepaald door de examinator. Studenten mogen tijdens de examens op generlei wijze informatie uitwisselen; ook het opzetten van een ad hoc netwerk tijdens laptopexamens is geenszins toegestaan. Aan studenten die deze regel niet nalezen, kan een sanctie worden opgelegd (zoals omschreven in art. 33 van de examenregeling).
Artikel 17bis. Afname van examen op de laptop
Indien een examen via de laptop afgelegd dient te worden, staat de student zelf in voor een laptop waarop Windows met Office of andere nodige programma’s beschikbaar en functioneel in orde zijn.
De studenten van het dpt. PXL-Healthcare zijn zich bewust van het feit dat ze met (potentieel) gevaarlijke materialen werken en dat zij dit op een verantwoorde manier dienen te doen. Dit geldt voor de activiteiten in aanwezigheid van een lesgever alsook buiten diens aanwezigheid. Aan studenten die deze verplichting niet naleven, kan een tuchtsanctie worden opgelegd.
Artikel 19. Specifieke leefregels in dpt. PXL-Business
Voor dit departement wordt bijkomend verwezen naar het document ‘Leefregels in dpt. PXL-Business’ waarin bijkomende plichten, verwachtingen en afspraken t.a.v. studenten van dit departement zijn opgenomen.
Studenten met faciliteiten dienen zich te houden aan de afspraken en dienen zelf de nodige initiatieven te nemen. Indien een bepaalde student zich niet aan de afspraak houdt kan de dienst studievoortgang in overleg met de opleiding de faciliteiten aanpassen.
Studenten met bindende voorwaarden dienen zelf het initiatief te nemen om de afspraken te maken met de studentenbegeleider (trajectbegeleider of studentondersteuner) voor begeleidingsgesprekken. Indien de student de bindende voorwaarden niet naleeft zal de student conform hetgeen werd bepaald in artikel 9 van de onderwijsregeling worden uitgeschreven.
A fd e l i n g 3 . T uc htr e g e l i n g
De studenten die zich in de Hogeschool PXL inschrijven, dienen zich te gedragen met zin voor verantwoordelijkheid en steeds handelend vanuit respect voor zichzelf, voor anderen en voor de goederen van de Hogeschool PXL en van anderen.
De hogeschool verwacht van haar studenten dat zij tijdens hun hele opleiding blijk geven van zelfdiscipline, zelfcontrole en fair-play.
Studenten die hieraan te kort schieten, kunnen onderworpen worden aan sancties zoals hieronder omschreven.
Gedragingen die de goede werking van het onderwijs of de hogeschool hinderen, kunnen aanleiding geven tot het nemen van een ordemaatregel. De ordemaatregel moet de student helpen zijn gedrag te verbeteren en zo aan te passen dat een goede samenwerking opnieuw mogelijk wordt.
De ordemaatregel wordt genomen door het betrokken departementshoofd of een lid van het personeel, en wordt gemeld aan de dienst studentenadministratie waar het in het studentendossier bewaard wordt.
Mogelijke ordemaatregelen zijn:
• de waarschuwing;
• de tijdelijke uitsluiting uit een onderwijsactiviteit;
• de tijdelijke ontzegging van de toegang tot een lokaal of ruimte;
• de tijdelijke uitsluiting uit de hogeschool als bewarende of voorbereidende maatregel op een tuchtmaatregel.
De tijdelijke uitsluiting uit de hogeschool als bewarende of voorbereidende maatregel op een tuchtmaatregel kan alleen door het departementshoofd worden genomen.
Tegen een ordemaatregel kan geen beroep aangetekend worden.
Deze maatregel die wordt uitgesproken voor de beperkte duur van het onderzoek, veronderstelt een voorafgaandelijk onderhoud met de student.
Gedragingen die geacht worden een gevaar uit te maken voor de goede werking van het onderwijs of het departement, kunnen aanleiding geven tot een tuchtmaatregel (deze opsomming is niet limitatief).
Handelingen die aanleiding geven tot een tuchtprocedure:
• het opzettelijk of door grove nalatigheid berokkenen van ernstige schade aan hogeschoolgebouwen of goederen;
• het opzettelijk of door grove nalatigheid berokkenen van schade aan de persoon of de goederen van het personeel en studenten van de hogeschool;
• het opzettelijk of door grove nalatigheid berokkenen van schade aan de persoon of de goederen van de personen;
• het gebruik van geweld, het uiten van ernstige beledigingen, ongewenst seksueel gedrag of agressief gedrag t.a.v. personen;
• het ontvreemden van goederen of goederen van de hogeschool of goederen van de leden van de hogeschoolgemeenschap;
• het hinderen van het personeel van de hogeschool in hun werkzaamheden;
• het niet-naleven van richtlijnen van bevoegde personen – desgevallend derden in het kader van stage, eindwerk of project - tijdens activiteiten m.b.t. het gevolgde programma;
• het schenden van de discretieplicht waartoe men bij wet en/of in het kader van stage of eindwerkovereenkomst gehouden is;
• het ongeoorloofd naar buiten treden in naam van de hogeschool;
het stellen van handelingen die de goede naam van de hogeschool in het gedrang brengen;
• het overtreden van de decretale en wettelijke bepalingen rond alcohol en drugs.
De tuchtcommissie wordt als volgt samengesteld:
• het departementshoofd van de opleiding waarvoor de student werd ingeschreven als voorzitter
• één departementshoofd van een ander departement dan waarvoor de student werd ingeschreven
• de betreffende campusbeheerder
Mogelijke tuchtmaatregelen zijn (deze opsomming is niet exhaustief):
• de blaam;
• de ontzegging van het recht om één of meer lessen en practica te volgen;
• de tijdelijke uitsluiting uit het departement of de hogeschool;
• de tijdelijke uitsluiting uit de hogeschool in afwachting van een uitspraak in een strafrechtelijke aangelegenheid;
• de weigering van de toestemming om zich opnieuw te laten inschrijven;
• de definitieve uitsluiting uit het departement of hogeschool.
De tuchtmaatregelen worden steeds gemeld aan de dienst studentenadministratie waar ze in het studentendossier bewaard worden.
Indien er aanleiding is tot het nemen van een tuchtmaatregel, wordt de student door het departementshoofd schriftelijk uitgenodigd voor een onderhoud over de vastgestelde feiten. Voorafgaandelijk aan deze uitnodiging kan de student gehoord worden door het opleidingshoofd en de ombuds. Het verslag van deze horing wordt onverwijld overgemaakt aan het departementshoofd.
De uitnodiging vermeldt:
• de hem ten laste gelegde feiten waarvoor de toepassing van een tuchtstraf wordt overwogen;
• de modaliteiten voor inzage van het tuchtdossier;
• plaats, dag en uur van het onderhoud;
• de mogelijkheid voor de betrokkene om zich te laten bijstaan door een raadsman.
Tussen de oproep en het onderhoud moet voldoende tijd zijn om de student de gelegenheid te geven inzage in het dossier te krijgen, eventueel een beroep te doen op een raadsman en het onderhoud voor te bereiden.
Het tuchtdossier bevat de stukken waarop de tenlastelegging steunt. Die stukken worden door de student geviseerd. Weigert hij ze te viseren dan wordt dit, in aanwezigheid van een getuige, op het betrokken stuk vermeld.
De beslissing tot het nemen van een tuchtmaatregel wordt door de tuchtcommissie schriftelijk gemotiveerd. Zij wordt aan de student betekend per aangetekende brief, binnen de vijf kalenderdagen na het onderhoud.
Indien de student de beslissing betwist waarbij een tuchtmaatregel wordt opgelegd, kan hij schriftelijk, bij aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs, beroep aantekenen bij de voorzitter van de beroepstuchtcommissie binnen de vijf kalenderdagen na betekening van de beslissing. De poststempel geldt als datum. De student wordt door de voorzitter
uitgenodigd voor een onderhoud met de tuchtcommissie over de vastgestelde feiten. Hij kan zich laten bijstaan door een raadsman.
Binnen de vijf kalenderdagen na ontvangst van het bezwaarschrift neemt de tuchtcommissie een beslissing op basis van het volledige tuchtdossier. Indien zij het nodig acht, kan de commissie een bijkomend onderzoek bevelen. Indien een bijkomend onderzoek wordt bevolen, wordt de termijn met tien kalenderdagen verlengd. De tuchtcommissie deelt aan het departementshoofd en de student (of desgevallend zijn/haar raadsman) mee:
• of de eerder genomen tuchtmaatregel gehandhaafd blijft;
• of de tuchtmaatregel wordt vervangen door een andere;
• of de tuchtmaatregel wordt ingetrokken. De tuchtcommissie wordt als volgt samengesteld:
• de algemeen directeur van de Hogeschool PXL of zijn afgevaardigde;
• de directeur Onderwijs en Student of haar afgevaardigde;
• een lid van het onderwijzend personeel belast met de onderwijsactiviteiten van de student, aangeduid door de voorzitter;
• een lid van de studentenraad behorende tot het departement.
De tuchtcommissie kan rechtsgeldig beslissen bij aanwezigheid van drie van haar leden. Zij beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
A f d e lin g 4 . R e c ht e n v a n d e hog e sc hool op w e r k e n v a n d e stud e nt
De student verleent de hogeschool een niet-exclusief gebruiksrecht op de werken die door hem gemaakt worden in het kader van opdrachten en activiteiten voor de hogeschool. Met ‘werken’ wordt onder meer bedoeld, werken van letterkunde en kunst en andere realisaties zoals afstudeerprojecten, thesissen, ontwerpen, artistieke prestaties, software, bestanddelen van virtueel ondernemen (naam…) … De hogeschool kan die werken gratis en onbeperkt in tijd en ruimte gebruiken voor niet-commerciële doeleinden zoals:
• opname van het werk of deel ervan in een bloemlezing, brochure, folder, tentoonstelling, databank,…;
• verveelvoudiging op fysieke en digitale beeld- en geluidsdragers voor niet- commerciële exploitatie…;
• openbaarmaking, verspreiding en gebruik via websites, brochures, kaarten, online media, databanken,…;
• archivering en beschikbaarstelling van één of meer exemplaren in de bibliotheek,…;
Voor de reproduceerbare werken staat de student hiertoe een exemplaar van zijn werk af aan de hogeschool, onbeperkt in de tijd. Voor deze werken die niet reproduceerbaar zijn en waarvan de eigendomsrechten uitsluitend toekomen aan een individuele student zal de student kunnen beschikken over deze werken bij het beëindigen van zijn studies.
Auteursrechten zijn nooit overdraagbaar, ongeacht of er een gebruikersrecht wordt verleend.
Indien de student in het kader van opdrachten of activiteiten voor de hogeschool samen met andere studenten of aangestelden van de hogeschool werken maakt, zal de student met betrekking tot die gezamenlijke werken en onderdelen ervan:
• steeds de (intellectuele) (eigendoms) rechten van de andere studenten en aangestelden respecteren, ook na beëindiging van de opdracht of activiteit
• zonder goedkeuring van de studenten en aangestelden met wie de gezamenlijke werken zijn gemaakt, geen daden van (individuele) toeëigening of exploitatie ondernemen vóór definitieve beëindiging van de opdracht of activiteit.
Na beëindiging van de opdracht of activiteit staat het iedere student vrij om over te gaan tot toeëigening of exploitatie, mits de (intellectuele) (eigendoms) rechten van de andere studenten en aangestelden van de hogeschool gerespecteerd blijven.
Artikel 26. Werken voor externe organisaties
Indien de student in het kader van opdrachten of activiteiten voor de hogeschool werken maakt voor externe organisaties (bv. stageproject, eindwerk, bachelorproef bij extern bedrijf…) en in opdracht van deze externe organisaties, dan wordt de toewijzing der vermogensrechten op die werken geregeld via een schriftelijke overeenkomst tussen de student, de hogeschool (het betrokken departement) en de externe organisatie, zonder afbreuk te doen aan artikel 24 en 25. Indien hierover geen schriftelijke overeenkomst bestaat, komen de vermogensrechten automatisch toe aan de externe organisatie, onbeperkt in tijd en ruimte, zonder dat de externe organisatie daarvoor aan de student een vergoeding verschuldigd is.
Artikel 27. Onderzoeksresultaten met behulp van middelen van de hogeschool
Indien de student onderzoeksresultaten genereert in het kader van een onderzoeksproject/opdracht of dienstverleningsproject/opdracht van de hogeschool en daarbij gebruik maakt van of beroep doet op middelen of uitrusting van de hogeschool (bv. computers, infrastructuur, instrumenten, databanken,…), dan komen de vermogensrechten op die werken en onderzoeksresultaten toe aan de hogeschool. Op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de onderzoeksresultaten vatbaar zijn voor commercialisering en/of maatschappelijke implementatie zal in een schriftelijke overeenkomst tussen de hogeschool en de student bevestigd worden dat de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toekomen aan de hogeschool en zullen in die overeenkomst bepalingen worden opgenomen betreffende het verloop van de valorisatieprocedure en de eventuele rechten voor de student.
Indien een student bij de creatie van onderzoeksresultaten geen gebruik maakt van of geen beroep doet op middelen of uitrusting van de hogeschool, komen de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toe aan de student, met inachtneming van artikel 25 en 26. De vermogensrechten op die onderzoeksresultaten kunnen slechts door middel van een schriftelijke overeenkomst overgedragen worden aan de hogeschool.
Artikel 28. Praktijk-, stagereglementen en andere departementale regelingen
De praktijkreglementen, stagereglementen en andere departementale regelingen behorende tot een departement zijn terug te vinden in de studiegids als aanvulling bij de onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling van de student.
Deze kan je raadplegen via de website xxx.xxx.xx.
A f d e lin g 5 . O mbu ds w e r k i n g.
Artikel 29. Aanstelling ombudspersonen
Het directiecomité duidt bij aanvang van het academiejaar per opleiding minstens één ombudspersoon aan (éénzelfde ombudspersoon voor meerdere opleidingen is mogelijk). Leden van het onderwijzend personeel of personeelsleden met relevante ervaring in onderwijsmateries kunnen als ombudspersoon optreden. Tevens wordt voor elke ombudspersoon een plaatsvervanger aangeduid. Er wordt ook een centrale ombudspersoon aangeduid.
Artikel 30. Opdracht ombudspersonen
De ombudspersonen treden bemiddelend op bij geschillen tussen studenten en één of meerdere personeelsleden. Deze geschillen kunnen verband houden met de toepassing van de onderwijs- en examenregeling en/of de rechtspositieregeling van de student of met als onbillijk ervaren handelingen en toestanden.
De ombudspersoon is ertoe gehouden het vertrouwelijke karakter van besprekingen en gesprekken te vrijwaren.
De ombudspersoon van de opleiding treedt op als contactpersoon en bemiddelaar m.b.t. onderwijs- en examenproblemen. De ombudspersoon treedt niet op als bemiddelaar bij geschillen omtrent opleidingsonderdelen waarbij hij betrokken is of indien hij verwant is met één van de betrokken partijen (bloed- en aanverwanten t.e.m. 3de graad of samenwonenden en diens bloed- en aanverwanten t.e.m. 3de graad). In dit geval zijn plaatsvervanger bemiddelen.
De ombudspersoon treedt ook op in de procedures zoals beschreven in artikel 11, 14, 22, 24, 28, 31, 32, 35, 40, 61, 68, 69 en 75 van deze examenregeling en in de tuchtprocedure zoals omschreven in artikel 23 van de rechtspositieregeling.