IN DEZE NIEUWSBRIEF:
IN DEZE NIEUWSBRIEF:
INTERNATIONAAL
- FNV: Nederland zakt op internationale index werknemersrechten van het IVV 2
- China ratificeert twee fundamentele arbeidsnormen tegen dwangarbeid van de ILO 3
NIEUWS UIT EUROPA
- Modernisering van het Energy Charter Treaty (ECT) 4
- Heating or eating 5
- 14 september 2022: SOTEU 2023 7
VERDIEPING
Xxxxxxxxx evenwicht tussen werk en privéleven omgezet in nationale wetgeving 8
AGENDA 8
INTERNATIONAAL
FNV: Nederland zakt op internationale index werknemersrechten van het IVV
De ITUC Global Rights Index van het Internationaal Vakverbond (IVV) toetst elk jaar de mate waarin rechten van werknemers worden geëerbiedigd. In 2022 zakt Nederland voor het eerst in de geschiedenis van categorie 1 naar categorie 2 in de Trade Union Rights Index van het IVV. Nederlandse overheid onderneemt weinig tegen verslechtering arbeidsvoorwaarden honderdduizenden werknemers.
Voor de rapportage ga naar: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx.
De naleving van werknemersrechten is in Nederland de afgelopen jaren steeds verder verslechterd. Tot vorig jaar scoorde Nederland altijd als één van de beste landen in de wereld samen met Zweden, Duitsland en Oostenrijk. De naleving van werknemersrechten wordt gemeten op aan de hand van een 97 indicatoren. Er wordt dan gekeken naar: Wie mag cao’s afsluiten namens werknemers, is er bescherming van werknemers die vakbondswerk doen, is het recht op collectief onderhandelen over arbeidsvoorwaarden goed geregeld, is er toegang tot de werkvloer voor vakbonden, kan er gestaakt worden? Landen worden ingedeeld op een schaal van 1 tot 5, waarbij 5 de laagste categorie is.
Nederland is nu voor het eerst ingedeeld in categorie 2.
Gebrek aan criteria vakbonden
Een toenemend aantal gevallen van het niet naleven van werknemersrechten maakt dat de score voor Nederland is gedaald. Zo ontbreekt het in Nederland aan objectieve, nauwkeurige criteria voor vakbonden die daarmee het recht verwerven om collectieve onderhandelingen te voeren en cao’s af te sluiten. Het kunnen oprichten of het door de overheid tolereren van vakbonden waar de onafhankelijke behartiging van werknemersbelangen niet centraal staat, draagt duidelijk bij aan dit nieuwe dieptepunt. Dergelijke bonden worden ook wel ‘gele bonden’ genoemd. Bekende gele bonden zijn de LBV, AVV en WIM.
Nederlandse overheid faciliteert gele vakbonden
De Nederlandse overheid faciliteert gele bonden door de cao’s die deze bonden afsluiten zonder enige toetsing algemeen verbindend te verklaren. Dat doet de overheid ook als er van werknemerszijde in feite geen draagvlak is voor de cao, bijvoorbeeld omdat de arbeidsvoorwaarden (veel) slechter zijn dan ze waren. Een voorbeeld hiervan is de cao Retail waar zo’n 200.000 werknemers onder vallen. Als onafhankelijke vakbonden bezwaar maken tegen de algemeen verbindend verklaring, volgt er een zeer minimale toetsing door diezelfde overheid.
Overheid draagt actief bij aan verslechtering arbeidsvoorwaarden
Wat bijvoorbeeld niet getoetst wordt, is of de gele vakbond leden heeft in die specifieke sector, of zij mandaat heeft van en werknemers vertegenwoordigt, of zij kennis heeft over de sector, of zij door de werkgevers of werkgeversorganisaties extra is beloond voor deelname aan het cao-overleg en/of het tekenen van de cao, of dat zij de werkgevers of werkgeversorganisaties tegen de onafhankelijke vakbonden ondersteunt of dat de cao in kwestie een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden betekent. Of zo’n bond vervolgens de naleving van de cao kan afdwingen door rechtszaken/stakingen wordt ook niet getoetst. Zo heeft de FNV als enige vakbond een goed gevulde stakingskas en kunnen wij dat ultieme middel inzetten. En rechtszaken moeten we helaas geregeld voeren. Deze passieve houding van de Nederlandse overheid ondermijnt het cao-model tussen onafhankelijke partijen en ook de positie van de representatieve en onafhankelijke vakbonden.
Kritische werknemer verliest baan
Het gebrek aan bescherming tegen anti-vakbondsdiscriminatie op het werk is ook een criterium. Ook dat staat flink onder druk. Een voorbeeld. Zo verloor een medewerker van Xxxxxxxxxxxx zijn baan nadat hij kritisch was over de arbeidsvoorwaarden en betaling. Hij was in dienst van een uitzendbureau en zijn contract werd niet verlengd. Bij Thuisbezorgd was bekend dat deze medewerker ook de oprichter was van vakbond Radical Riders, een onafhankelijke vakbond van fietskoeriers die werken voor online bezorgbedrijven als Gorillas, Uber Eats en Thuisbezorgd. Veel werknemers zijn om deze reden bang om lid te worden van de vakbond of kritiek te hebben op de arbeidsvoorwaarden van het bedrijf.
Rechten ZZP’ers worden beperkt
Werkgevers die weigeren te onderhandelen
Zo zijn er in Nederland ook werkgevers die weigeren te onderhandelen over een cao. XXX weigerde te onderhandelen met de FNV ondanks een petitie die door honderden medewerkers van TUI, leden en niet-leden van FNV, was ondertekend. XXX koos ervoor om xxxxxxxx en andere algemene voorwaarden overeen te komen met haar ondernemingsraad. FNV bepleit haar recht op collectief onderhandelen bij de rechter.
Vleesverwerkende industrie weigert al 15 jaar medewerking
In de vleesverwerkende sector probeert FNV al meer dan 15 jaar om cao's te sluiten met werkgevers over toegang van vakbondsvertegenwoordigers tot de werkplek, ondanks een aanbeveling hiertoe van de Stichting van de Arbeid (1997). De COV ontkent dat ook niet, maar heeft de vakcentrales meegedeeld dat de werkgevers hen alleen willen toelaten als ze daartoe wettelijk worden verplicht.
Daarom pleiten de vakbonden voor een wettelijke regeling van de toegang tot de werkvloer.
Wat hierbij niet helpt is dat afspraken over toegang tot de werkplek binnen bestaande cao’s niet in aanmerking komen om algemeen verbindend te worden verklaard door het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid. Vakbondsvertegenwoordigers die flyers willen uitdelen op parkeerplaatsen van bijvoorbeeld pluimveebedrijven, krijgen daardoor te maken met veel agressie en intimidatie. De vleessector kent een hoog percentage arbeidsmigranten dat extra kwetsbaar is voor misbruik en precaire omstandigheden. Zij lopen ook grote risico’s als zij contact zoeken met vakbondsvertegenwoordigers.
Bedrijven weigeren afspraken uit zelf afgesloten cao’s na te leven
Voorbeelden van werkgevers die weigeren om afspraken uit de door henzelf afgesloten cao’s na te leven. Zelfs als ze daartoe worden gedwongen door de rechter. Platformbedrijven, zoals Deliveroo, Uber en Helpling, maken zich daar schuldig aan. Ook het recht om te staken staat in Nederland onder druk. Zo zetten bedrijven stakingsbrekers in. Xxxxx deed dat in 2019 om de staking van ETOS-personeel te breken. Ryanair??? In Nederland is het stakingsrecht niet vastgelegd in de wet. Werkgevers kunnen stakingen voor de rechter brengen en vragen om een beperking of zelfs een verbod op grond van het plegen van een onrechtmatige daad. De FNV ziet dat terug in het aantal gevoerde rechtszaken en de beperkingen en verboden die de Nederlandse rechters opleggen aan de FNV.
China ratificeert twee fundamentele arbeidsnormen tegen dwangarbeid van de ILO
Het is op zijn minst bijzonder te noemen dat China recentelijk de twee fundamentele conventies van de ILO over dwangarbeid heeft geratificeerd. Het zal vooral aankomen op de implementatie in wet en praktijk. Daarbij hebben de toezichthoudende commissies van de ILO een belangrijke rol.
Dat daar nog een lange weg te gaan is toont ons de meest recente sessie van de ILO-commissie voor toezicht op naleving arbeidsnormen (CAS) over naleving van conventie C111, nl het uitbannen van discriminatie. China zou moeten beginnen met het onmiddellijk opvolgen van de aanbevelingen van deze commissie. Xxxxxx schort het daar nog volledig aan.
ILO commissie voor toezicht op naleving van arbeidsnormen (CAS) sprak zich kritisch uit in 2022 tijdens de ILC over China.
In het jaarverslag van het Comité van ILO-deskundigen is kritiek geleverd over de naleving door China van het verdrag C111 over uitbanning van discriminatie (op de werkvloer) uit 1958 op basis van rapporten die zij opgesteld door het Internationaal Verbond van Vakverenigingen (ITUC).
De CAS heeft zich tijdens de ILC uitgesproken over deze zaak. Daarbij betreurde de CAS het gebruik van de repressieve maatregelen tegen het Oeigoerse volk, wat neerkomt op discriminatie van deze etnische groep en onderdrukking van hen als religieuze en etnische minderheid in China, naast andere schendingen van hun grondrechten.
De CAS sprak ook zijn ernstige bezorgdheid uit over het beleid van de regering die zowel werkgevers- als werknemersorganisaties zogenoemd "de-radicaliseringsverantwoordelijkheden" oplegt. Dat betekent dat werkgevers en vakbonden werknemers moeten signaleren en rapporteren die zogenoemd radicaal verdrag vertonen.
De CAS dringt er bij de Chinese regering op aan om, in overleg met de sociale partners:
• onmiddellijk een einde te maken aan alle discriminerende praktijken jegens de Oeigoerse bevolking en andere etnische minderheidsgroepen, met inbegrip van internering of opsluiting op etnische en religieuze gronden om ze te deradicaliseren;
• onmiddellijk een einde maken aan de raciale intimidatie van het Oeigoerse volk, inclusief fysiek, verbaal of non-verbaal gedrag of ander gedrag op basis van hun etniciteit en religie, dat hun waardigheid ondermijnt en een intimiderende, vijandige of vernederende werkomgeving creëert;
• nationaal en regionaal beleid aannemen met het oog op het elimineren van alle onderscheid, uitsluiting of voorkeur die tot gevolg heeft dat gelijke kansen en behandeling in arbeid en beroep teniet worden gedaan of aangetast, in het bijzonder met betrekking tot de Oeigoerse bevolking;
• bepalingen in de verordening betreffende de Oeigoerse Autonome Regio van Xinjiang en andere wetten, voorschriften of ander beleid in te trekken die de-radicaliseringsverplichtingen opleggen aan ondernemingen en vakbonden die bedrijven en vakbonden ervan weerhouden hun respectievelijke rol te spelen bij het bevorderen van gelijke kansen en behandeling in arbeid en beroep zonder discriminatie;
• nationaal en regionaal beleid te wijzigen om ervoor te zorgen dat de activiteiten van beroepskeuzevoorlichting, beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling alleen tot doel hebben etnische en religieuze minderheden te helpen bij de ontwikkeling en het gebruik van hun capaciteiten om te werken in hun eigen belang en in overeenstemming met hun eigen ambities;
• nationale en regionale wettelijke bepalingen te wijzigen om het mandaat van beroepsopleidings- en onderwijscentra aan te passen om politieke heropvoeding uit te bannen;
• het bestaande wettelijke kader inzake seksuele intimidatie op de werkplek volledig in overeenstemming brengen met het Verdrag 111 en ervoor zorgen dat slachtoffers van seksuele intimidatie daadwerkelijk toegang hebben tot gerechtelijke mechanismen en rechtsmiddelen; en
• de arbeidswet en de wet op de bevordering van de werkgelegenheid te wijzigen om deze wetgeving volledig in overeenstemming te brengen met het verdrag.
Het Comité beveelt de regering aan een technische adviesmissie van de ILO te aanvaarden om de ILO in staat te stellen de situatie samen met de steun van ITUC en IOE te beoordelen. De commissie verzoekt de regering om uiterlijk 1 september 2022 een rapport aan de commissie van ILO-deskundigen voor te leggen met informatie over de toepassing van het verdrag in wet en praktijk, in overleg met de sociale partners.
De Chinese regering heeft aangegeven niet akkoord te gaan met deze conclusies en is tot nu toe niet ingegaan op de specifieke aanbevelingen .
NIEUWS UIT EUROPA
Modernisering van het Energy Charter Treaty (ECT)
Op 24 juni 2022 heeft het Energy Charter secretariaat in Brussel bekend gemaakt dat er een principe-overeenkomst is bereikt over de modernisering van het ECT. Volgens een door dit secretariaat bekend gemaakt overzicht van de belangrijkste voorgenomen wijzigingen zou met deze overeenkomst aan een aantal belangrijke voorwaarden van de EU zijn voldaan. De Europese Commissie heeft dit op dezelfde dag bevestigd in een nieuwsartikel “Agreement in principle reached on Modernised Energy Charter Treaty”. Het voorwaardenpakket van de EU was in een aantal opzichten beperkt en daarom kan van de bereikte principe-overeenkomst worden afgevraagd of de voorgestelde wijzigingen in voldoende mate tot substantiële verbeteringen voor het klimaat kunnen leiden. Enkele overwegingen voor die twijfel:
• Het opnemen van Carbon Capture & Storage (CCS) in de definitie van economische activiteit in de energiesector kan leiden tot een afleiding van het werkelijke probleem: de uitstoot van CO2, en roept wellicht ook vragen op m.b.t. de veiligheid van de opslag van CO2.
• Er is een aantal producten toegevoegd aan de lijst van energiematerialen en -producten, die onder het verdrag vallen (o.m. biomassa, biogas, synthetische brandstoffen), waarvan een aantal producten vanuit bepaalde gezichtspunten ten minste discutabel zijn.
• Door middel van een “flexibility mechanism” zijn bepaalde landen in staat om zich m.b.t. fossiele brandstoffen gefaseerd “terug te trekken”. Tot nu toe hebben alleen de EU en het Verenigd Koninkrijk aangegeven hiervan gebruik te willen maken. De fasering houdt o.m. in dat bestaande investeringen nog voor een periode van 10 jaar beschermd blijven. Overigens kan het effect van dit mechanisme al dan niet volledig teniet worden gedaan door de expansiedrift van het ECT, waardoor nieuwe landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië kunnen toetreden tot het ECT. Bekend is dat de belangstelling bij de meeste van de geïnteresseerde landen vooral gebaseerd is op het voorhanden zijn van nieuwe fossiele energiebronnen in die landen en de wens om die op de markt te brengen.
• Er wordt een “right to regulate” voorgesteld, waarin o.a. wordt verwezen naar wetgeving voor bescherming van het milieu, inclusief klimaatbeleid. De vraag is hoe dit recht uitpakt in landen die zich tot nu toe niet erg nadrukkelijk met die aspecten van het beleid hebben bezig gehouden.
• Het alom bekritiseerde ISDS-mechanisme (schadeclaims tegen landen indienen, die door een parallelle rechtspraak worden behandeld) blijft in principe onaangetast. Wél worden enkele pogingen ondernomen om de transparantie daarvan wat te verbeteren, absurd hoge claims te beteugelen en claims te beperken tot werkelijk geleden schade en gederfde inkomsten. Ook wordt geprobeerd om het indienen van claims via postbusbedrijven tegen te gaan.
• Door het gebruik van het begrip “Regional Economic Integration Organisation” (REIO) wordt het toekomstig claimen van geleden schade en gederfde inkomsten binnen de EU (zgn. intra-EU claims) onmogelijk gemaakt. Hiervan is sprake als een bedrijf in een EU-land een schadeclaim indient bij een overheid van een ander EU-land. Volgens recente jurisprudentie is deze vorm van claimen strijdig met de Europese wetgeving. Het is nu al bekend dat bedrijven zullen proberen het intra-EU karakter van claims te omzeilen door die claims in te dienen via vestigingen in aangesloten landen (ECT), die niet tot de EU behoren. Het is niet duidelijk wat de betekenis van deze wijziging is voor de reeds ingediende claims (zoals die van RWE tegen de Nederlandse staat).
Het moderniseringsvoorstel lijkt op veel punten behoorlijk te rammelen en biedt geen perspectief op snelle verbetering van ons klimaat. Met name de zeer beperkte aanpak van investering in fossiele brandstoffen en het handhaven van het ISDS-mechanisme spelen hierbij een belangrijke rol. De kans dat dit door eventueel verder onderhandelen nog verbetert, is zeer gering, omdat bekend is dat een aantal ECT-landen dit zal gaan tegenhouden.
We moeten dus onverminderd blijven inzetten op uittreding van EU en EU-lidstaten uit het ECT.
Op 22 augustus 2022 is het officiële wijzigingsdocument van het ECT vastgesteld en aan de ECT-landen ter beschikking gesteld.
Dit document is niet naar buiten gepubliceerd vanwege bezwaren die een aantal ECT-landen (van buiten de EU) hiertegen heeft. Op 22 november 2022 vindt een ECT-conferentie plaats, waarin moet worden vastgesteld of er voldoende steun is voor de gemoderniseerde versie van het ECT. In de tussenliggende periode kunnen de aangesloten landen hun mening, bezwaren, etc. kenbaar maken aan het Energy Charter secretariaat.
De exacte procedure hoe hiermee binnen de EU wordt omgegaan is nog niet bekend. Het lijkt er echter op dat voor de goedkeuring (ratificatie) door het Europees Parlement er een gekwalificeerde meerderheid van de Europese Raad (de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 EU- lidstaten) moet zijn om groen licht te geven aan het Energy Charter secretariaat, voordat met de ratificatie kan worden begonnen.
Door de aard van de overeenkomst (o.m. de aanwezigheid van het ISDS-mechanisme) moet ook goedkeuring plaatsvinden door de parlementen van de EU-landen die rechtstreeks aangesloten zijn bij het ECT (op dit moment: alle EU-landen m.u.v. Italië).
Vanuit de internationale coalitie tegen het ECT zijn op dit moment o.m. de volgende acties voorzien:
• Het creëren/opbouwen van een coalitie van landen die bereid zijn om in de Europese Raad het moderniseringsvoorstel tegen te houden.
• In landen waar al beweging zit in de beoordeling van het ECT druk op regering, parlement, etc. uitoefenen om tegen het moderniseringvoorstel te stemmen.
• Onderzoek van de mogelijkheden om aan het Europese Hof van Justitie te vragen of het moderniseringsvoorstel in lijn is met de Europese wetgeving.
Xxxxx Xxxxx, (namens de Werkgroep Handels- en Investeringsverdragen)
Heating or eating
ETUC en ETUI tonen omvang jaarlijkse energierekening in vergelijking tot loon
Onze Europese vakbondskoepel, ETUC, heeft met het ETUI, het European Trade Union Institute, een analyse gemaakt van de hoogte van de jaarlijkse energierekening in relatie tot het minimumloon en het gemiddelde maandloon in de EU lidstaten. De resultaten zijn ronduit schrikbarend en maken duidelijk hoeveel mensen deze winter gedwongen kunnen worden tot een onmogelijke keuze tussen ”heating or eating”, want de gemiddelde jaarlijkse energierekening bedraagt nu al meer dan een maandloon voor laagbetaalde werknemers in de meeste EU-lidstaten.
Zo'n 9,5 miljoen werkenden hadden al problemen om hun energierekening te betalen voordat de crisis in de kosten van xxxxxxxxxxxxxxx begon. In juli van dit jaar waren de kosten van gas en elektriciteit in Europa met 38% gestegen in vergelijking met vorig jaar en de kosten blijven stijgen.
Het heeft ertoe geleid dat werknemers die het minimumloon verdienen in 16 EU-lidstaten het equivalent van een maandloon of meer opzij moeten zetten om de lichten en verwarming thuis aan te houden. In 2021 was dat in acht lidstaten het geval.
EU member states where annual energy bills cost a month’s wages or more for minimum wage workers (All figures in national currencies)
Country | Annual cost of energy July 2022 | Gross minimum wage (monthly) 2022 | Days working at gross minimum wage to pay annual energy bills 2022 |
France | 1.603 | 1.646 | 30 |
Romania | 2.506 | 2.550 | 30 |
Hungary | 198.497 | 200.000 | 30 |
Germany | 1.907 | 1.744 | 33 |
Xxxxxxxx | 000 | 000 | 00 |
Xxxxxxxx | 836 | 710 | 36 |
Ireland | 2.104 | 1.775 | 36 |
Xxxxxx | 000 | 000 | 00 |
Xxxxxxx | 2.227 | 1.842 | 37 |
Croatia | 5.746 | 4.688 | 37 |
Spain | 1.455 | 1.167 | 38 |
Xxxxxxxx | 000 | 000 | 00 |
Xxxxxxxxxxx | 2.755 | 1.756 | 48 |
Greece | 1.479 | 832 | 54 |
Estonia | 1.165 | 654 | 54 |
Czechia | 34.468 | 16.200 | 65 |
Het aantal dagen dat iemand met het minimumloon moet werken om zijn energierekening te betalen, is in sommige landen dramatisch gestegen: Estland (+26), Nederland (+20), Tsjechië (+17), Letland (+16).
Table 2: Energy costs compared to average earnings in all member states with available data (All figures in national currencies)
Country | Annual cost of energy July 2022 | Annual average net earnings 2022** | Days working at average net earnings to pay annual energy bill 2022 |
Lithuania | 402 | 12.906 | 11 |
Luxembourg | 1.870 | 47.967 | 14 |
Austria | 1.562 | 34.251 | 17 |
Poland | 2.344 | 50.051 | 17 |
Latvia | 604 | 11.835 | 19 |
Hungary | 198.497 | 3.768.313 | 19 |
France | 1.603 | 29.972 | 20 |
Ireland | 2.104 | 38.555 | 20 |
Bulgaria | 836 | 14.854 | 21 |
Germany | 1.907 | 33.847 | 21 |
Denmark | 17.239 | 305.793 | 21 |
Romania | 2.506 | 42.563 | 21 |
Portugal | 950 | 15.444 | 22 |
Slovenia | 970 | 15.281 | 23 |
Spain | 1.455 | 21.872 | 24 |
Netherlands | 2.755 | 41.363 | 24 |
Belgium | 2.227 | 33.336 | 24 |
Estonia | 1.165 | 16.236 | 26 |
Sweden | 26.503 | 367.320 | 26 |
Croatia | 5.746 | 79.061 | 27 |
Xxxxxxxx | 000 | 00.000 | 00 |
Xxxxx | 2.071 | 24.849 | 30 |
Czechia | 34.468 | 376.777 | 33 |
Greece | 1.479 | 15.124 | 36 |
In vier landen – Slowakije, Griekenland, Tsjechië en Italië – bedraagt de gemiddelde jaarlijkse energierekening nu ook meer dan een maandloon voor een werknemer die het gemiddelde salaris verdient.
Opgemerkt moet worden dat deze gegevens betrekking hebben op de energiekosten in juli 2022. De crisis waarmee de werknemers worden geconfronteerd, is nu nog erger en verergert als gevolg van verdere stijgingen van de energiekosten en andere basisvoorzieningen zoals voedsel die in de tussentijd hebben plaatsgevonden.
Alle vakbonden in de EU zijn bezig met nationale actieplannen richting werkgevers en de overheid. Binnenkort bespreken we samen in Brussel op welke wijze we elkaars nationale inzetten kunnen versterken en wat een gezamenlijke EU inzet kan betekenen. We houden jullie op de hoogte in deze nieuwsbrief!
14 september 2022: SOTEU 2023
Ieder jaar in september houdt de voorzitter van de Europese Commissie een belangrijke politieke toespraak over de Staat van de Unie voor het Europees Parlement. De Staat van de EU wordt de SOTEU genoemd. In de SOTEU maakt de Commissie voorzitter de balans op van de tot dusver geboekte resultaten en zet haar visie op de toekomst uiteen. Op de toespraak volgt een plenair debat met de leden van het Europees
Parlement. Dat is het startsein voor het overleg met het Europees Parlement en de Raad over het werkprogramma van de Commissie voor 2023.
Op de EU site staat al een voorpoefje van wat we dit jaar kunnen verwachten: “In december 2019 heeft de Commissie-Von der Leyen een nieuwe en ambitieuze koers uitgezet naar een groenere, digitalere en eerlijkere Europese Unie. Zij heeft die koers gevolgd en alle zes de belangrijkste ambities verwezenlijkt ondanks twee ongekende crises: de coronapandemie en de ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte oorlog van Rusland tegen Oekraïne. De Europese Unie heeft blijk gegeven van onwrikbare steun voor Oekraïne en heeft ongekende sancties tegen Rusland ingevoerd, om de capaciteit van dat land om oorlog tegen Oekraïne te voeren, te verminderen”.
Ontdek in deze video wat de #SOTEU is: xxxx://xxxxxxxxx.xx/x00x
Hier kun je de SOTEU op 14 september life volgen.
VERDIEPING
Xxxxxxxxx evenwicht tussen werk en privéleven omgezet in nationale wetgeving
De richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven (2019/1158) heeft tot doel:
(i) de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te vergroten, en
(ii) het opnemen van gezinsgerelateerd verlof en flexibele werkregelingen.
Over het algemeen is de arbeidsparticipatie van vrouwen in de EU 10,8 procentpunten lager dan die van mannen. Bovendien werkt slechts 68% van de vrouwen met zorgtaken, vergeleken met 81% van de mannen met dezelfde taken. De richtlijn geeft minimumverlofrechten aan werknemers om te kunnen zorgen voor familieleden die ondersteuning nodig hebben en zorgt er in het algemeen voor dat ouders en verzorgers hun beroeps- en privéleven beter kunnen combineren.
Vanaf 2 augustus moeten alle lidstaten de EU-brede regels toepassen om het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en verzorgers te verbeteren, die in 2019 in Brussel door de Europese wetgever zijn aangenomen. Deze lidstaten moeten nu zorgen voor:
• Vaderschapsverlof: Werkende vaders hebben recht op ten minste 10 werkdagen vaderschapsverlof rond de geboorte van het kind. Het vaderschapsverlof moet ten minste op het niveau van het ziektegeld worden gecompenseerd;
• Ouderschapsverlof: Xxxx xxxxx heeft recht op minimaal vier maanden (voltijds of deeltijds) ouderschapsverlof, waarvan twee maanden doorbetaald en niet overdraagbaar.;
• Zorgverlof: alle werknemers die persoonlijke zorg of ondersteuning bieden aan een familielid of persoon die in hetzelfde huishouden woont, hebben recht op ten minste vijf werkdagen zorgverlof per jaar;
• Flexibele werkregelingen: alle werkende ouders met kinderen tot 8 jaar en alle verzorgers hebben het recht om werktijdverkorting, flexibele werktijden en flexibiliteit op de werkplek aan te vragen.
In Nederland is de Wet betaald ouderschapsverlof op 2 augustus in werking getreden. Deze Wet betaald ouderschapsverlof is de Nederlandse omzetting van de richtlijn, ook al bleek daar weinig van in het persbericht: “Het kabinet wil dat mensen meer echte keuzes krijgen in de combinatie van zorg en werk. Het kabinet wil daarom de uitkering voor het betaald ouderschapverlof verhogen van 50% naar 70% van het dagloon. Deze verhoging geldt vanaf 2 augustus”.
Desalniettemin is deze Wet betaald ouderschapsverlof een goed voorbeeld van de meerwaarde van EU minimumnormen op sociaal economisch vlak. Minimumnormen die een grote verbetering met zich mee brengen voor werkenden in Nederland!.
AGENDA
14 september 2022: SOTEU 2023
Datum: Woensdag 14 september 2022
Plaats: Online bijeenkomst
Ontdek in deze video wat de #SOTEU is: xxxx://xxxxxxxxx.xx/x00x Hier kun je de SOTEU op 14 september life volgen.
FNV, Team Europa en Internationale Zaken van de Beleidsadviesgroep
🖃: Xxxxxxx 0000 x 0000 XX Xxxxxxx
✆: x00 (0)00-0000000