TITEL 2 BONDSORGANISATIE
<.. image(Une image contenant chemise, dessin Description générée automatiquement) removed ..>
TITEL 2 BONDSORGANISATIE
INHOUDSTAFEL
1.1 Vertegenwoordiging en structuur 5
3 Verkiesbaarheid – benoembaarheid - ontheffing 9
3.1 Verkozen bondsinstanties 9
3.2 Benoemde bondsinstanties 12
4 Werking van de bondsinstanties 14
4.1 Integriteit en onpartijdigheid 14
4.2 Samenstelling van het bureau 14
4.3 Bondsadministratie, secretaris en griffie 15
4.4 Onvolledige bondsinstantie 16
4.5 Werkingsreglement – Voorzitter - Reporting 17
5 Regelgevende Instantie: Xx Xxxx Xxxx 00
6.1.2 Coördinatie tussen de parketten 19
6.1.3 Samenstelling en bevoegdheden van het bondsparket 19
6.1.5 Samenstelling en bevoegdheden van de provinciale parketten ACFF 23
6.1.6 Bijstand en samenwerking 23
6.4 Disciplinaire instanties 25
6.4.3 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid 27
7.1 Arbitragecommissie voor de betaalde sportbeoefenaar 27
7.2 Arbitragecommissie voor de Amateur 28
7.3 Belgisch Arbitragehof voor de Sport 29
7.4 Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie in de sportsector (centre for sports arbitration) 30
8 Instanties belast met Licenties en financial fair play 30
8.1 Auditoraat voor de licenties 30
8.1.1 Samenstelling - onverenigbaarheden 30
11 Nationale kamer burgerrechtelijke uitsluitingen 35
15 Bondsonderscheidingen, kentekens en bondskaarten 38
15.2 Kentekens en bondskaarten 40
Artikel B2.1
De onderhavige bepalingen regelen de organisatie, samenstelling en werking van de bond.
1 ORGANISATIEPRINCIPES
1.1 VERTEGENWOORDIGING EN STRUCTUUR
Artikel B2.2
Als lid van de Internationale Voetbalbond (FIFA) vanaf diens ontstaan, wordt de KBVB door alle buitenlandse bonden erkend als enige bond die in België de voetbalsport vertegenwoordigt.
Artikel B2.3
De KBVB is samengesteld uit de volgende geledingen:
1° Het profvoetbal, waarvan de clubs die deelnemen aan de competities ervan dienen lid te zijn van de Pro League;
2° Voetbal Vlaanderen, zijnde de Vlaamse vleugel van het amateurvoetbal ;
3° ACFF (Association des Clubs Francophones de Football), zijnde de Franstalige vleugel van het amateurvoetbal.
De vleugels uit het amateurvoetbal voeren inzake de bevoegdheden die hen zijn toevertrouwd, een autonoom beleid, voor zover de statuten, reglementen, richtlijnen en beslissingen van de KBVB, FIFA en UEFA door hen nageleefd worden.
1.2 BEVOEGDHEDEN
Artikel B2.4
Met het oog op het realiseren van het voorwerp en de doelen zoals omschreven in de statuten, oefent de bond reglementaire, uitvoerende en disciplinaire/rechtsprekende bevoegdheden uit.
De reglementaire, uitvoerende en disciplinaire/rechtsprekende bevoegdheden zijn strikt van elkaar gescheiden.
1° De reglementaire bevoegdheden komen toe aan de Hoge Raad/Conseil Supérieur, de regelgevende instantie van de KBVB.
2° De uitvoerende bevoegdheden komen toe aan de Raad van Bestuur die het dagelijks bestuur kan delegeren aan de Secretaris-generaal (CEO) conform de statuten van de KBVB en het werkingsreglement van de Raad van Bestuur en die diverse advies-en overlegcommissies en-of werkgroepen kan instellen.
3° De disciplinaire/rechtsprekende bevoegdheden komen toe aan de bondsinstanties, waaraan dergelijke bevoegdheid verleend werd.
Artikel B2.5
Ingeval van uitzonderlijke omstandigheden, kan binnen de bond een ad hoc orgaan samengesteld en gemandateerd worden om de beslissingen die zich opdringen te nemen.
1.3 ONVERENIGBAARHEDEN
Artikel B2.6
De onderstaande regels inzake onverenigbaarheden zijn van toepassing behoudens andersluidende bepalingen in het bondsreglement of behoudens gemotiveerde ontheffing van de onverenigbaarheid op grond van een positief advies van de Commissie Integriteit.
Een functie in de Raad van Bestuur van de KBVB is onverenigbaar met: 1° Een functie in de Hoge Raad van de KBVB;
2° Een functie in de disciplinaire/ rechtsprekende macht van de KBVB of de vleugels;
3° Een functie in een andere bondsinstantie van de KBVB (uitgezonderd de Algemene Vergadering).
Een functie in de Hoge Raad is onverenigbaar met:
1° Een functie in de Raad van Bestuur van de KBVB;
2° Een functie in de disciplinaire/rechtsprekende macht van de KBVB of de vleugels;
3° Een functie in een andere bondsinstantie van de KBVB (uitgezonderd de Algemene Vergadering).
Een functie in een instantie met disciplinaire of rechtsprekende bevoegdheid, de Commissie Integriteit of de Licentiecommissie is onverenigbaar met eender welke andere functie binnen een bondsinstantie van de KBVB, de Pro League, ACFF of Voetbal Vlaanderen.
Voor de overige bondsinstanties geldt dat leden, behoudens andersluidende bepaling:
1° niet kunnen toegewezen zijn aan dezelfde club als een ander lid van dezelfde instantie; 2° geen deel uitmaken van een andere bondsinstantie KBVB;
3° geen deel uitmaken van de bondsadministratie.
Artikel B2.7
Een lid dient met onmiddellijke ingang af te treden uit één van de conflicterende functies indien het zich in een situatie van één of meerdere onverenigbaarheden bevindt waarvoor geen ontheffing is verleend door de Commissie Integriteit.
Artikel B2.8
Het is de leden van de bondsinstanties verboden:
1° officiële functies op het terrein uit te oefenen;
2° aanwezig te zijn in de kleedkamer van de scheidsrechter(s) behalve in geval van incidenten om de scheidsrechter te beschermen.
Opleiders mogen in het kader van hun functie aanwezig zijn in de kleedkamer van de scheidsrechters.
3° op welke wijze dan ook tussenbeide te komen in een voor een bondsinstantie aanhangige zaak, m.i.v. het geven van advies of het verlenen van een onderhoud aan één van de partijen;
Dit geldt eveneens indien de zaak voor de eigen bondsinstantie aanhangig is.
4° in het algemeen het lidmaatschap van de bondsinstantie oneigenlijk te gebruiken of te misbruiken.
Artikel B2.9
De hoger vermelde organisatieprincipes gelden mutatis mutandis voor de instanties van de vleugels. De vleugels zullen deze voorwaarden inschrijven in hun statuten of werkingsreglement.
Art. A/V
Men kan niet gelijktijdig lid zijn van de Raad van Bestuur van een vleugel en lid van een regionale of provinciale instantie.
Leden van een bondsinstantie van de vleugels mogen, behoudens andersluidend beding noch bezoldigde trainer, noch speler, noch scheidsrechter zijn.
Art. V
Leden van een bondsinstantie van Voetbal Vlaanderen mogen, behoudens andersluidend beding:
1° niet toegewezen zijn aan dezelfde club als een ander lid van dezelfde instantie, behalve in de het Departement Arbitrage Voetbal Vlaanderen (DAVV).
2° geen deel uitmaken van:
a) een andere bondsinstantie van Voetbal Vlaanderen,
b) de bondsadministratie;
In afwijking van dit principe zijn er voor bepaalde instanties uitzonderingen voorzien die telkens vermeld worden.
3° niet het voorwerp zijn van een sanctie uitgesproken door een bondsinstantie.
2 TYPE BONDSINSTANTIES
Artikel B2.10
De volgende bondsinstanties worden onderscheiden:
1° De strategische organen
De strategische organen van de KBVB zijn:
a) Algemene Vergadering (zie statuten);
b) Raad van Bestuur (zie statuten en werkingsreglement good governance);
c) Hoge Raad.
De strategische organen van de vleugels worden geregeld in hun statuten en/of de Boeken A en V.
2° De disciplinaire organen:
a) xxxxxx (en onderzoekscoördinator);
b) onderzoekscommissie;
c) disciplinaire instanties voor het profvoetbal en amateurvoetbal:
- profvoetbal: Disciplinair Comité voor het profvoetbal – Disciplinaire Raad voor het profvoetbal (zie boek P);
- amateurvoetbal:
o Disciplinair Comité VV – Beroepscomité VV (zie boek V);
o Sportcomité KBVB – Beroepscomité KBVB (zie boek V);
o Disciplinair Comité Arbitrage Voetbal Vlaanderen (zie boek V)
o Provinciaal Comité – Beroepscomité (zie boek A)
o Sportcomité – Beroepscomité (zie boek A)
o Sportcomité KBVB – Beroepscomité KBVB (zie boek A);
- Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme van de Disciplinaire Raad
d) Evocatiecommissie.
3° De arbitrale instanties (geschillenbeslechting):
a) Arbitragecommissie voor de betaalde sportbeoefenaar;
b) Arbitragecommissie voor de amateur;
c) (Pro memorie) Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS)1;
d) (Pro memorie) Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie in de sportsector (Centre for Sports Arbitration of C-SAR) 2.
4° De instanties belast met licenties en/ of overdracht van patrimonium:
a) Auditoraat voor de Licenties;
b) Licentiecommissie;
c) Controlecommissie.
5° Instantie belast met de kalender van het nationale voetbal (Kalendermanager) 6° Instanties belast met de ontwikkeling van de arbitrage (refereeing):
a) Referee Department3
b) Commissie Arbitrage KBVB4
c) Departement Arbitrage Voetbal Vlaanderen
d) Strategische commissie voor de arbitrage Voetbal Vlaanderen
e) Bureaus Arbitrage ACFF
f) Provinciale Bureaus Arbitrage ACFF
1 Het BAS fungeert eveneens als instantie die het verhaal behandelt tegen (i) beslissingen van de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal zetelend in eerste aanleg en (ii) de Licentiecommissie. Het BAS is geen bondsinstantie.
2 Het C-SAR fungeert eveneens als instantie die het verhaal behandelt tegen beslissingen van de Licentiecommissie inzake aanvragen Europese licentie, licenties 1A, 1B, 1e nationale gecombineerd met een aanvraag licentie 1B, inzake toezicht op de toekenningsvoorwaarden Europese licentie, licenties 1A en licenties 1B en inzake mededeling van alle latere gebeurtenissen en inzake “Financial Fair Play”. Het C-SAR is geen bondsinstantie.
3 Het Referee Department maakt deel uit van de bondsorganisatie doch is zelf geen bondsinstantie.
4 De commissie arbitrage maakt deel uit van de bondsorganisatie maar is zelf geen bondsinstantie.
7° De Commissie Integriteit 8° De Commissie Veiligheid
9° Departement futsal (zie Boek F)
10° Departement minivoetbal (Voetbal Vlaanderen, zie Boek V,M) 11° Competitions Department Voetbal Vlaanderen (zie boek V)
Artikel B2.11
De specifieke instanties voor hetzij het profvoetbal, hetzij het amateurvoetbal worden verder geregeld in de reglementen voor het Profvoetbal (boek P) en het amateurvoetbal (zie boek V en A). Er gelden tevens specifieke bepalingen voor het futsal (zie boek F) en het minivoetbal (boek M).
Artikel B2.12
De Raad van Bestuur en de Secretaris-generaal (CEO) worden bijgestaan door advies-en overlegorganen, externe experten en medewerkers van de bondsadministratie.
Het betreft onder meer de volgende advies- en overlegorganen die in functie van de noodwendigheden gewijzigd kunnen worden en met nieuwe leden kunnen worden uitgebreid in functie van de vereiste expertise zonder dat deze formeel dienen benoemd te worden: Technische Commissie; Commissie Vrouwenvoetbal,…
3 VERKIESBAARHEID – BENOEMBAARHEID - ONTHEFFING
Artikel B2.13
Men wordt lid van een bondsinstantie met het oog op het uitoefenen van een mandaat in deze instantie, naargelang het geval, na een verkiezing of na een benoeming.
3.1 VERKOZEN BONDSINSTANTIES
Artikel B2.14
Om verkiesbaar te zijn met het oog op het uitoefen van een mandaat als lid van een verkozen bondsinstantie, dient men aan de volgende voorwaarden te voldoen:
1° voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake onverenigbaarheden; 2° alle burgerlijke en politieke rechten genieten;
3° minstens 18 en maximum 70 jaar bij de kandidaatstelling;
4° toegewezen zijn aan een effectieve club van de taalrol waartoe het mandaat behoort of aangesloten zijn bij de KBVB met keuze voor een taalrol in geval van een niet-toegewezen aangeslotene voorgedragen door de Pro League, clubs van hogere afdelingen of vleugels.
De leeftijdsvoorwaarde van 70 jaar geldt niet voor de leden die herkiesbaar zijn in een instantie waarvan ze reeds deel uitmaken of voor de reeds verkozen leden, die zich verkiesbaar stellen voor een andere instantie.
Elk mandaat in een bondsinstantie eindigt van rechtswege na afloop van het seizoen waarin het betrokken lid de leeftijd van 75 jaar bereikt.
Artikel B2.15
Elke nieuwe kandidatuur als lid van een verkozen instantie wordt ondertekend door de kandidaat zelf en wordt ingediend ofwel:
1° door de gerechtigde correspondent van de club van toewijzing of door een verantwoordelijk bestuurslid indien de kandidaat zelf gerechtigd correspondent is;
2° naar gelang het geval, door de Pro League, Voetbal Vlaanderen, ACFF of de betrokken hogere afdeling(en), indien het een niet-toegewezen aangeslotene betreft.
Zij wordt, op straffe van verval, uiterlijk op 31 maart of een andere datum zoals bepaald door het bevoegde orgaan, bij de bondsgriffie of het provinciaal secretariaat, naargelang het geval, ingediend.
Artikel B2.16
De duur van het mandaat van een lid van een verkozen instantie bedraagt vier jaar en loopt tot het einde van een (voetbal)seizoen. Elk uittredend lid is herkiesbaar.
Elk mandaat eindigt van rechtswege na verloop van maximaal drie aaneengesloten volledige zittingsperiodes.
De controle op de naleving van de bovenstaande regel begint op 01/07/2019.
Art P
Specifiek voor wat betreft de leden die het profvoetbal vertegenwoordigen geldt:
De leden van de Raad van Bestuur of van de Hoge Raad, voorgedragen door de Pro League, worden geacht ontslagnemend te zijn op het einde van elk seizoen wanneer zij: 1° niet meer toegewezen zijn aan een club van de Pro League;
2° niet meer de steun genieten van de Pro League, die dit in voorkomend geval meldt aan de bondsadministratie.
De Pro League meldt, vóór 1 juni, schriftelijk aan de Secretaris-generaal (CEO) welke leden er ontslagnemend zijn.
De namen van de (nieuwe) vertegenwoordigers, verkozen in overeenstemming met de reglementen van de Pro League, dienen op straffe van verval minstens 3 dagen voor de algemene vergadering van de KBVB gemeld te worden aan de Secretaris-generaal (CEO) van de KBVB.
Art V
Deze bepaling is nog niet onmiddellijk van toepassing voor de instanties van Voetbal Vlaanderen. Er zal nagegaan worden hoe dit principe van good governance op termijn toch zou kunnen ingevoerd worden, rekening houdende met de capaciteiten en ervaring van de betrokken leden.
Art. A/V
Specifiek voor wat betreft de leden die het amateurvoetbal vertegenwoordigen:
De ontvangen kandidaturen worden op de afsluitdatum overgemaakt aan wie het mandaat toekomt (Voetbal Vlaanderen of de ACFF voor de hogere afdelingen van het amateurvoetbal, of de provinciale verstandhouding (desgevallend provinciale verstandhouding van lagere afdelingsclubs) voor de provinciale afdelingen.
Handelend conform haar statuten, bepaalt deze welke kandidaat/kandidaten zij steunt, en meldt dit aan de Secretaris-generaal Xxxxxxx Vlaanderen vóór 15 mei.
De lijst van de binnengekomen kandidaturen en de uittredende en herkiesbare leden wordt vóór 1 juni gepubliceerd in het bondsblad. Deze lijst vermeldt de identiteit van de leden die gesteund worden door diegene aan wie het mandaat toekomt.
Artikel V
De bestuurders in de Raad van Bestuur van Voetbal Vlaanderen, worden geacht ontslagnemend te zijn wanneer:
1° zij geen lid meer zijn van de club die deel uitmaakt van de entiteit die zij vertegenwoordigen;
2° de club die zij vertegenwoordigen, geen deel meer uitmaakt van Voetbal Vlaanderen; 3° het lid drie aaneengesloten volledige zittingsperiodes heeft gezeteld.
Overgangsmaatregel:
Voor de nieuwe of de hernieuwde mandaten die aanvangen in 2019 of 2021, wordt deze laatste bepaling voor iedereen van kracht in 2019, respectievelijk 2021.
De bestuurder die rechtstreeks aangesloten lid is, wordt geacht ontslagnemend te zijn op het einde van het seizoen waarin hij de steun niet meer geniet van de entiteit die hem heeft voorgedragen.
Artikel B2.17
Elke nationale en regionale bondsinstantie wordt om de twee jaar (onpare jaren) met de helft hernieuwd en elk Provinciaal Comité elk jaar met een vierde.
Artikel B2.18
Bepaling geldig voor het seizoen 2021-2022 voor Voetbal Vlaanderen:
Dit artikel is niet van toepassing voor alle mandaten verbonden aan het Beroepscomité, Sportcomité en de provinciale comités van Voetbal Vlaanderen.
Het aflopen van één of meerdere mandaten en de verkiesbaarheidsvoorwaarden hiervoor, worden uiterlijk op 15 maart in het bondsblad gepubliceerd.
Artikel B2.19
Voor elke nationale bondsinstantie worden twee lijsten van kandidaten voorgedragen. Op de ene komen de Nederlandstalige en op de andere de Franstalige kandidaten voor.
Een kandidaat wordt als Nederlandstalig of als Franstalig beschouwd, naargelang hij voorgedragen wordt door een club die lid is van Voetbal Vlaanderen of ACFF. Indien een kandidaat niet voorgedragen wordt door een club, kiest hij zijn taalrol.
De taalrol, gekozen bij het voordragen of indienen van de kandidatuur, mag achteraf niet meer gewijzigd worden zolang de betrokkene in dezelfde instantie zetelt.
3.2 BENOEMDE BONDSINSTANTIES
Artikel B2.20
Om in aanmerking te komen voor benoeming, dient de kandidaat een volledig curriculum vitae over te maken. De kandidaat dient, benevens de in de algemene benoemingsvoorwaarden bepaalde vereisten, aan de volgende voorwaarden te voldoen :
1° Over de vereiste talenkennis en inhoudelijke of professionele competenties beschikken; 2° Een onbesproken reputatie bezitten;
3° Verklaren akkoord te gaan om desgevallend over te gaan tot:
a) Aansluiten bij de KBVB (onderschrijven bondsreglement);
b) Onderschrijven van integriteitsverbintenis en ethische code met opgave nevenfuncties;
c) Voorleggen van een recent uittreksel strafregister (algemeen model) ter kennisname; 4° Toelaten dat een background- en referentiecheck wordt uitgevoerd door de Commissie
Integriteit.
Artikel B2.21
Voor elke functie en oproep tot kandidaten wordt een profielbeschrijving opgesteld met de aanstellingsvoorwaarden en worden de onverenigbaarheden opgesomd. Tevens wordt er een inschatting gemaakt van de tijdsbesteding en wordt de vergoeding vermeld met het oog op volledige transparantie naar kandidaten toe.
Zowel de KBVB als de verschillende geledingen kunnen kandidaten voorstellen die, voor zover er geen onverenigbaarheden zijn en aan het profiel voldoen, een verkennend gesprek met de voorzitter en de secretaris van de betrokken bondsinstantie, de CEO of de Secretaris-generaal van de vleugel dan wel de CEO van de Pro League zullen hebben, zodat het CV van de betrokken kandidaat, de motivatie en wederzijdse verwachtingen afdoende worden afgestemd.
Kandidaten kunnen slechts voor benoeming aan de Raad van Bestuur van de KBVB worden voorgedragen voor zover alle indicatoren en het gebeurlijk advies van de Commissie Integriteit positief zijn.
Er wordt bij de benoeming van de kandidaten een gedifferentieerde samenstelling inzake genderverhoudingen, leeftijd en/of etniciteit vooropgesteld. Er dient gestreefd te worden naar een verhouding van minstens 20% van het geslacht dat het minst vertegenwoordigd is.
Na de benoeming ontvangen de leden van de nationale instanties vanuit de KBVB een bevestiging van hun aanstelling waarin de rol, verwachtingen, tijdsbesteding en vergoeding wordt hernomen. De voorzitter en de secretaris van de bondsinstantie waken erover dat de nieuwe leden voldoende ingewerkt en ingeschakeld worden.
Artikel B2.22
Behoudens afwijkingen vermeld in het bondsreglement worden de leden van benoemde instanties benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB.
Voor wat betreft de leden van de instanties van het amateurvoetbal, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door, naargelang het geval, de Raad van Bestuur van Voetbal Vlaanderen of ACFF.
Artikel B2.23
De duur van het mandaat van een lid van een benoemde instantie bedraagt vier jaar en loopt tot het einde van een (voetbal)seizoen. In afwijking van dit principe zijn er voor bepaalde instanties uitzonderingen voorzien die telkens vermeld worden.
Elk mandaat in een bondsinstantie eindigt van rechtswege na afloop van het seizoen waarin het betrokken lid de leeftijd van 75 jaar bereikt.
3.3 ONTHEFFING
Artikel B2.24
Een lid van een bondsinstantie dat een schorsing oploopt, wordt ambtshalve uit zijn functie in de bondsinstantie ontheven.
Een lid dat een andere bondssanctie oploopt kan, na onderzoek betreffende de xxxxx xxx xx xxxx, door de Raad van Bestuur uit zijn functie worden ontheven met een gewone meerderheid van de aanwezige leden op de zitting van de Raad van Bestuur waarop dit punt op de agenda staat, en waarop het betrokken lid vooraf behoorlijk wordt uitgenodigd om gehoord te worden.
Ingeval van zwaarwichtige omstandigheden kan elk lid preventief tijdelijk door de Raad van Bestuur geschorst worden zonder vooraf gehoord te worden.
Voor wat betreft de leden van de instanties van het amateurvoetbal, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door, naargelang het geval, het Bestuur van Voetbal Vlaanderen of ACFF.
4 WERKING VAN DE BONDSINSTANTIES
4.1 INTEGRITEIT EN ONPARTIJDIGHEID
Artikel B2.25
De bondsinstanties en hun leden zijn ertoe gehouden de statuten, de reglementen, de richtlijnen, de beslissingen en de ethische code van de KBVB, van FIFA en van UEFA in de uitoefening van hun activiteiten na te leven.
Elke schijn van belangenvermenging of partijdigheid wordt ten allen tijde door de bondsinstantie en al haar leden vermeden.
Dit veronderstelt dat geen (informeel) onderhoud kan worden gevraagd door clubs en aangeslotenen aan of toegestaan worden door leden van benoemde bondsinstanties in verband met aanhangige zaken.
Zolang een procedure hangende is bij een bondsinstantie mag een bondsinstantie niet om advies gevraagd worden met betrekking tot de toepassing of de interpretatie van het reglement op elementen die het voorwerp uitmaken van die procedure. Interpretatiekwesties die bij een bepaalde zaak werden opgeworpen, kunnen pas na uitspraak in laatste aanleg beoordeeld worden door de Hoge Raad.
Een lid kan niet zetelen als de instantie een zaak behandelt waarbij zijn club partij is of rechtstreeks belang heeft, dan wel in gevallen waarin dat lid rechtstreeks of onrechtstreeks een persoonlijke relatie onderhoudt met de aangeslotene of derde die betrokken is. In voorkomend geval, stelt hij onmiddellijk de voorzitter van de instantie hiervan in kennis.
De leden van de bondsinstanties zijn niet burgerlijk aansprakelijk voor de schade die zij veroorzaken bij de uitoefening van hun mandaat, behalve in geval van bedrog of zware fout.
4.2 SAMENSTELLING VAN HET BUREAU
Artikel B2.26
Iedere verkozen bondsinstantie duidt een voorzitter en een of meer ondervoorzitter(s) aan, op de eerste zitting na de verkiezingen of benoemingen. Dit gebeurt bij geheime stemming indien er meerdere kandidaten zijn.
In de nationale bondsinstanties is de eerste of enige ondervoorzitter Nederlandstalig, indien de voorzitter Franstalig is en omgekeerd.
De procedure voor de samenstelling van het bureau verloopt als volgt:
1° De stemming voor een volledig bureau wordt geleid door het lid met de grootste anciënniteit binnen die instantie dat geen kandidaat is.
De stemming voor het vervolledigen van het bureau wordt geleid door de voorzitter of één van de ondervoorzitters, in volgorde van hun rangorde.
2° De secretaris van de instantie zal:
- zowel de namen van de aanwezige als de afwezige leden van de bondsinstantie opnemen in een verslag dat hij opstelt;
- meerdere sets van formulieren voorbereiden waarop alle namen van de leden van de instantie in alfabetische volgorde voorkomen;
- in zijn verslag de namen opnemen van de leden van de bondsinstantie die zich kandidaat stellen;
- een stemformulier overhandigen aan elk lid;
- de formulieren ophalen en overhandigen aan de voorzitter van de vergadering.
3° De voorzitter van de vergadering opent de formulieren en deelt in tegenwoordigheid van alle leden het resultaat van de stemming mee.
De resultaten van de stemming worden eveneens opgenomen in het zittingsverslag, opgesteld door de secretaris;
4° De kandidaat die de volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen behaalt, is verkozen.
5° Wanneer geen der kandidaten de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen behaald heeft in de eerste stemronde, zal men tot herstemming overgaan tussen de kandidaten die de meeste stemmen bekomen hebben.
Als bij de herstemming opnieuw geen volstrekte meerderheid verkregen wordt of bij staking van stemmen, wordt volgens volgende rangorde verkozen:
- de uittredende kandidaat, indien hij tegenover een nieuwe kandidaat stond;
- het lid met de meeste dienstjaren in deze instantie, indien het geen uittredende kandidaten betreft;
- het oudste lid.
Artikel B2.27
Tenzij anders aangegeven, zetelt een bondsinstantie rechtsgeldig wanneer drie leden aanwezig zijn.
Beslissingen worden ondertekend door de voorzitter of, indien dit niet mogelijk is, door een lid dat deelgenomen heeft aan de deliberatie, en de secretaris.
4.3 BONDSADMINISTRATIE, SECRETARIS EN GRIFFIE
Artikel B2.28
De bondsadministratie staat in voor de dagelijkse werking van de bond en ondersteunt de bondsinstanties.
De bondsadministratie oefent de uitvoerende bevoegdheden uit die niet uitdrukkelijk aan andere instanties zijn toegewezen.
De bondsadministratie en de medewerkers zijn ertoe gehouden de statuten, de reglementen, de richtlijnen, de beslissingen en de ethische code van de KBVB, van FIFA en UEFA in de uitoefening van hun werkzaamheden na te leven.
Artikel B2.29
Iedere bondsinstantie wordt bijgestaan door een secretaris die deel uitmaakt van de bondsadministratie, en die aangeduid wordt door de directie van de KBVB voor nationale bondsinstanties en door het managementteam van de vleugels, voor de instanties van het amateurvoetbal. Een secretaris kan ten allen tijde door een collega van de bondsadministratie vervangen worden.
De secretarissen worden geacht geen deel uit te maken van de bondsinstantie en hebben geen stemrecht.
Uitzonderlijk en tijdelijk kan het secretariaat van een bondsinstantie door een lid waargenomen worden.
Artikel B2.30
Er wordt een centrale bondsgriffie ingesteld die geldt als algemeen secretariaat en centraal aanspreekpunt binnen de bond en zorgt voor de onverwijlde overmaking van vorderingen aan de secretaris van de bevoegde bondsinstantie en/of secretariaat van het parket.
4.4 ONVOLLEDIGE BONDSINSTANTIE
Artikel B2.31
Indien tijdens het seizoen een bondsinstantie het voorgeschreven aantal leden niet meer telt of het aantal als onvoldoende wordt beschouwd, kan een lid benoemd worden voor elke openstaande plaats, desgevallend op voordracht van de entiteit waaraan het mandaat toekomt.
Het benoemde lid beëindigt het mandaat van zijn voorganger.
Wanneer een lid van een bondsinstantie aangeeft gedurende meer dan zes maanden verhinderd te zullen zijn om zijn mandaat uit te oefenen, kan de entiteit die recht heeft op dit mandaat aan de Raad van Bestuur voorstellen om een vervanger aan te duiden voor een bepaalde periode, die steeds verlengbaar is.
De vervanger is volwaardig lid van de instantie voor de duur van de vervanging, doch heeft geen recht op bondsanciënniteit noch op een bondskaart.
4.5 WERKINGSREGLEMENT – VOORZITTER - REPORTING
Artikel B2.32
Elke bondsinstantie kan een werkingsreglement aannemen, dat door de Raad van Bestuur wordt gevalideerd.
Een bondsinstantie komt bijeen wanneer haar agenda, haar voorzitter of drie leden het vragen. Zij dient erover te waken dat de aanhangig gemaakte zaken tijdig worden behandeld.
Vergaderingen of zittingen kunnen hetzij fysiek hetzij digitaal via de moderne communicatiemiddelen plaatsvinden.
Bij ontstentenis van benoemde voorzitter of andersluidende bepalingen in het werkingsreglement neemt het lid met de hoogste anciënniteit de voorzittersfunctie waar.
De voorzitter evalueert jaarlijks (op het einde van het seizoen/mei) de werking van de bondsinstantie en zijn leden en brengt hierover verslag uit bij de Secretaris-generaal (CEO) van de KBVB met het oog op de good governance rapportering aan de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering. Het voorgaande sluit audits door de KBVB of door derden niet uit.
5 REGELGEVENDE INSTANTIE: DE HOGE RAAD
5.1 SAMENSTELLING
Artikel B2.33
De Hoge Raad is samengesteld als volgt :
1° De Pro League, vertegenwoordigd door haar CEO, eventueel bijgestaan door andere leden van het management. In geen geval mag de delegatie uit meer dan vier (4) personen bestaan. De CEO kan zich laten vervangen door een ander lid van het management.
2° Voetbal Vlaanderen, vertegenwoordigd door vijf (5) personen aangeduid door Voetbal Vlaanderen, bijgestaan door een vertegenwoordiger van het management van Voetbal Vlaanderen en de voorzitter van de Vlaamse Studiecommissie. Deze laatsten kunnen zich desgevallend laten vervangen door een ander lid van het management of van de Vlaamse Studiecommissie.
3° ACFF, vertegenwoordigd door vijf (5) personen, aangeduid door XXXX, bijgestaan door een vertegenwoordiger van het management van ACFF en de voorzitter van de Commission Francophone d’Etudes. Deze laatsten kunnen zich desgevallend laten vervangen door een ander lid van het management.
4° De KBVB, vertegenwoordigd door maximaal vier (4) personen uit de bondsadministratie aangeduid door de KBVB directie. Deze kunnen zich desgevallend laten vervangen door een ander lid van de administratie of een expert.
De Hoge Raad duidt onder deze leden jaarlijks een voorzitter en maximaal twee ondervoorzitters aan. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap
waargenomen door een ondervoorzitter of, bij afwezigheid, door het lid met de hoogste anciënniteit.
Xx Xxxxxxxxxxxxxxx, de Secretaris-generaal (CEO) van de KBVB en de secretarissen-generaal van de vleugels mogen de vergaderingen bijwonen.
5.2 BEVOEGDHEDEN
Artikel B2.34
De Hoge Raad heeft de regelgevende bevoegdheid zoals omschreven in het reglementair kader van het bondsreglement.
Artikel B2.35
De Hoge Raad heeft bijkomend de volgende bijzondere bevoegdheden:
1° het evoceren (in de zin van het bondsreglement) van een beslissing inzake de samenstelling van de reeksen;
2° het uitzonderlijk valideren of annuleren van transfers of het regulariseren van een aansluiting met uitzondering van het profvoetbal.
Deze beslissingen zijn zonder verhaal.
Artikel B2.36
Indien beslissingen moeten genomen worden betreffende organisaties, clubs en aangeslotenen die uitsluitend beheerd worden door Voetbal Vlaanderen, respectievelijk ACFF, worden deze genomen enkel door de leden die deel uitmaken van Voetbal Vlaanderen, respectievelijk ACFF.
5.3 REPORTING
Artikel B2.37
De Hoge Raad organiseert haar werkzaamheden conform het werkingsreglement.
De Hoge Raad rapporteert jaarlijks over haar werking en activiteiten aan de Secretaris- generaal (CEO), de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering met (niet limitatief) opgave van:
1° interpretatieve beslissingen;
2° aanpassingen aan wetgeving en regelgeving; 3° eigenlijke reglementswijzigingen.
6 DISCIPLINAIRE ORGANEN
6.1 HET PARKET
Artikel B2.38
De parketten zijn als volgt georganiseerd:
1° het bondsparket, onder leiding van de bondsprocureur, dat bevoegd is voor het profvoetbal, 1ste nationale, de nationale afdelingen vrouwen, de nationale afdelingen futsal en de elite jeugd;
2° het parket Voetbal Vlaanderen, onder leiding van de procureur Voetbal Vlaanderen, dat bevoegd is voor alle competities en wedstrijden georganiseerd door Voetbal Vlaanderen.
3° het regionaal parket ACFF, onder leiding van een regionaal procureur, dat bevoegd is voor 2de en 3de afdeling ACFF en de interprovinciale jeugd;
4° de provinciale parketten ACFF, onder leiding van de provinciale eerste substituten, die bevoegd zijn voor de provinciale afdelingen ACFF.
Artikel B2.39
De organisatie van het parket is per niveau gebaseerd op het eenheids- en ondeelbaarheidsprincipe, wat inhoudt dat de procureurs en substituten zich kunnen laten vervangen of elkaar opvolgen in een zaak, zowel in eerste als in tweede aanleg, en zelfs in evocatie, mits het respecteren van de taalrol.
Het voorgaande geldt niet voor de bondsprocureur ten aanzien van het amateurvoetbal en de regionale procureur ACFF ten aanzien van het provinciaal voetbal.
Artikel B2.40
Elk parket beschikt over een eigen secretariaat.
6.1.2 Coördinatie tussen de parketten
Artikel B2.41
De coördinatie van de verschillende parketten geschiedt met het oog op de uniformiteit van het vervolgingsbeleid en dit door middel van:
1° het college van de procureurs: samengesteld uit de bondsprocureur, die het college voorzit, de procureur Voetbal Vlaanderen en de regionaal procureur ACFF;
2° het college van de provinciale substituten ACFF: samengesteld uit de regionale procureur ACFF, die het college voorzit, en de eerste provinciale substituten.
<.. image(Une image contenant texte, clipart Description générée automatiquement) removed ..> De bevoegdheden van deze colleges zijn onder meer:
- het algemeen vervolgingsbeleid in overleg met de KBVB en de vleugels vaststellen en doen toepassen;
- instaan voor de goede werking van het parket Voetbal Vlaanderen, het regionaal parket ACFF dan wel provinciaal parket ACFF;
- toezicht op het naleven van de uniformiteit van het vervolgingsbeleid.
6.1.3 Samenstelling en bevoegdheden van het bondsparket
Artikel B2.42
Het bondsparket is samengesteld uit de bondsprocureur die wordt bijgestaan door substituten, verdeeld over beide taalrollen.
De bondsprocureur en de substituten van het bondsparket worden benoemd door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur duidt, op niet-bindend advies van de bondsprocureur, aan welke substituten zullen optreden binnen het profvoetbal.
Afgezien van de algemene benoemingsvoorwaarden, worden de volgende vereisten steeds nageleefd:
1° De bondsprocureur en de substituten zijn allen jurist en tweetalig Nederlands-Frans;
2° Zij hebben kennis van de voetbalwereld in de breedste zin van het woord en zijn vertrouwd met het procedurerecht.
3° Minstens 1/3 van de substituten behoort tot een andere taalrol.
4° De bondsprocureur en de substituten kunnen voorafgaand aan de kandidatuurstelling:
a) geen aandeelhouder zijn of geweest zijn van een club van het profvoetbal of eerste nationale;
b) geen bestuursfunctie (verantwoordelijk bestuurslid, lid raad van bestuur of directiecomité, …) in een club van het profvoetbal uitoefenen of uitgeoefend hebben;
c) niet in loondienst zijn noch geweest zijn bij een club van het profvoetbal.
5° Zij verbinden er zich toe om hun functie op een onpartijdige en integere manier uit te oefenen. Hiertoe ondertekenen zijn jaarlijks een integriteits- en onafhankelijkheidsverklaring.
Artikel B2.43
Het bondsparket is gelast met zowel het onderzoek als desgevallend de vervolging van inbreuken op het bondsreglement door leden van bondsinstanties KBVB, door tussenpersonen, door clubs (en hun entiteiten) en aangeslotenen in het profvoetbal, 1ste nationale, de nationale afdelingen vrouwen, de nationale afdelingen futsal en de elite jeugd.
Het betreft onder meer de volgende inbreuken: 1° wedstrijdvervalsing;
2° dopingpraktijken;
3° weddenschappen;
4° inbreuken op de verbintenissen van clubs en aangeslotenen.
Het bondsparket is gelast met zowel het onderzoek als desgevallend de vervolging van inbreuken inzake discriminatie, ongeacht het statuut van de aangeslotene, niet-aangeslotene, de club, over alle afdelingen en reeksen heen ongeacht de voetbaldiscipline.
Het bondsparket is bevoegd om een minnelijke schikking voor te stellen.
Het bondsparket heeft het recht beroep aan te tekenen tegen de in eerste aanleg genomen beslissing en het recht om een evocatieverzoek in te dienen.
De Raad van Bestuur beschikt over een positief injunctierecht om het bondsparket zijn bevoegdheden te laten uitoefenen.
Inzake licenties, inmenging in andere clubs, Financial Fair Play en de bijzondere inbreuken waarvoor de Licentiecommissie bevoegd is, behoort de onderzoekende en vervolgende bevoegdheid toe aan het Auditoraat voor de Licenties (zie B2.69 en Boek P).
6.1.4 Samenstelling en bevoegdheden van het parket Voetbal Vlaanderen en het regionaal parket ACFF
Artikel B2.44
Het parket Voetbal Vlaanderen is samengesteld uit de procureur Voetbal Vlaanderen, bijgestaan door substituten procureur Voetbal Vlaanderen waarvan het aantal wordt bepaald door het Bestuur Voetbal Vlaanderen.
Ze worden benoemd door het Bestuur Voetbal Vlaanderen.
Voor de benoeming van de substituten geeft de procureur Voetbal Vlaanderen een niet bindend advies aan het Bestuur.
Afgezien van de algemene benoemingsvoorwaarden, worden de volgende vereisten steeds nageleefd:
1° Zij zijn allen jurist en hebben minstens een grondige kennis van de voetbalwereld in de breedste zin van het woord.
2° De procureur Voetbal Vlaanderen en de substituten procureur Voetbal Vlaanderen ondertekenen jaarlijks een integriteits- en onafhankelijkheidsverklaring.
3° Zij verbinden er zich toe om hun functie op een onpartijdige en integere manier uit te oefenen.
Het regionaal parket ACFF is samengesteld uit een regionaal procureur ACFF, bijgestaan door regionale substituten ACFF, waarvan het aantal wordt bepaald door de Raad van Bestuur ACFF.
Ze worden benoemd door de Raad van Bestuur van ACFF.
Voor de benoeming van hun regionale substituten geeft de regionaal procureur een niet bindend advies aan de Raad van Bestuur.
Afgezien van de algemene benoemingsvoorwaarden, worden de volgende vereisten steeds nageleefd:
1° Zij zijn allen jurist en hebben minstens een grondige kennis van de voetbalwereld in de breedste zin van het woord.
2° De regionaal procureur ACFF en de regionale substituten ACFF ondertekenen jaarlijks een integriteits- en onafhankelijkheidsverklaring.
3° Zij verbinden er zich toe om hun functie op een onpartijdige en integere manier uit te oefenen.
Artikel B2.45
Het parket Voetbal Vlaanderen is gelast, met zowel het onderzoek als desgevallend de vervolging ingeval van inbreuken op de bondsreglementering door leden van bondsinstanties
van Voetbal Vlaanderen, tijdens en naar aanleiding van wedstrijden en competities georganiseerd door Voetbal Vlaanderen.
<.. image(Une image contenant texte, clipart Description générée automatiquement) removed ..> Het betreft onder meer de volgende inbreuken:
1° wedstrijdvervalsing;
2° dopingpraktijken;
3° overdracht van patrimonium, behalve deze van clubs die een licentie nationale amateurclub hebben bekomen of hebben aangevraagd;
4° inmenging in andere clubs ; 5° weddenschappen;
6° inbreuken op de verbintenissen van de aangeslotenen. Bij inbreuken op het verbod op discriminatie, maakt het parket Voetbal Vlaanderen het dossier over aan het bondsparket, dat nationaal bevoegd is over alle afdelingen en reeksen heen, en in alle voetbaldisciplines.
Het parket Voetbal Vlaanderen is bevoegd om een minnelijke schikking voor te stellen.
Het parket Voetbal Vlaanderen kan beroep aantekenen tegen een in eerste aanleg genomen beslissing of een verzoek tot evocatie indienen.
Het Bestuur Voetbal Vlaanderen beschikt over een positief injunctierecht om het parket van Voetbal Vlaanderen zijn bevoegdheden te laten uitoefenen.
Het regionaal parket ACFF is gelast, met zowel het onderzoek als desgevallend de vervolging ingeval van inbreuken op de bondsreglementering door leden van bondsinstanties van de vleugels, door clubs en aangeslotenen in de 2de en 3de afdeling ACFF, en de interprovinciale jeugd.
<.. image(Une image contenant texte, clipart Description générée automatiquement) removed ..> Het betreft onder meer de volgende inbreuken:
1° wedstrijdvervalsing;
2° dopingpraktijken;
3° overdracht van patrimonium, behalve deze van clubs die een licentie nationale amateurclub hebben bekomen of hebben aangevraagd;
4° inmenging in andere clubs ; 5° weddenschappen;
6° inbreuken op de verbintenissen van de aangeslotenen. Bij inbreuken op het verbod op discriminatie, maakt het regionaal parket ACFF het dossier over aan het bondsparket, dat nationaal bevoegd is over alle afdelingen en reeksen heen, en in alle voetbaldisciplines.
Het regionaal parket ACFF is bevoegd om een minnelijke schikking voor te stellen.
Het regionaal parket ACFF kan beroep aantekenen tegen een in eerste aanleg genomen beslissing of een verzoek tot evocatie indienen.
De Raad van Bestuur van ACFF beschikt over een positief injunctierecht om het regionaal parket ACFF zijn bevoegdheden te laten uitoefenen.
6.1.5 Samenstelling en bevoegdheden van de provinciale parketten ACFF
Artikel B2.46
Elke provincie beschikt over een provinciale eerste substituut (die het provinciaal parket voorzit) bijgestaan door provinciale substituten, waarvan het aantal wordt bepaald door de Raad van Bestuur van ACFF, op voorstel van de regionale procureur ACFF.
De eerste substituut is jurist en kan een grondige kennis aantonen van de voetbalwereld in de breedste zin van het woord.
De provinciale substituten kunnen een grondige kennis aantonen van de voetbalwereld in de breedste zin van het woord en zijn bij voorkeur jurist.
Ze worden benoemd door de Raad van Bestuur van de ACFF, op niet bindend advies van de regionale procureur ACFF.
De provinciale eerste substituten en de provinciale substituten ondertekenen jaarlijks een onafhankelijkheidsverklaring. Zij verbinden er zich tevens toe om hun functie op een onpartijdige en integere manier uit te oefenen.
Artikel B2.47
De provinciale parketten ACFF zijn gelast, met zowel het onderzoek als desgevallend de vervolging ingeval van inbreuken op de bondsreglementering door clubs en aangeslotenen in de provinciale afdelingen.
Bij inbreuken op het verbod op discriminatie, maakt het provinciaal parket het dossier over aan het bondsparket, dat nationaal bevoegd is over alle afdelingen en reeksen heen in elke voetbaldiscipline.
De provinciale parketten zijn bevoegd om een minnelijke schikking voor te stellen.
De provinciale parketten kunnen beroep aantekenen tegen een in eerste aanleg genomen beslissing of een verzoek tot evocatie indienen.
6.1.6 Bijstand en samenwerking
Artikel B2.48
Het parket kan zich in de uitoefening van zijn bevoegdheden laten bijstaan door of beroep doen op onafhankelijke deskundigen uit de Pool van Specialisten en de Onderzoekscommissie, onverminderd de bijstand door de bondsadministratie.
Artikel B2.49
Het parket kan in de uitoefening van zijn bevoegdheden ten allen tijde samenwerken met de gerechtelijke en andere publieke overheden, alsmede met de overige sportinstanties.
6.2 ONDERZOEKSCOÖRDINATOR
Artikel B2.50
Jaarlijks, en dit uiterlijk op 1 augustus van elk seizoen, duiden de bondsprocureur, de procureur Xxxxxxx Vlaanderen en de regionaal procureur ACFF binnen hun team een onderzoekscoördinator en een plaatsvervangend onderzoekscoördinator aan die gedurende dat seizoen de leiding hebben van elk onderzoek inzake wedstrijdvervalsing.
Hun aanduiding zal ter kennis gebracht worden via vermelding op de website van de KBVB en haar vleugels.
Artikel B2.51
De onderzoekscoördinator of de plaatsvervangend onderzoekscoördinator heeft in het kader van het onderzoek betreffende feiten van wedstrijdvervalsing volgende niet-limitatieve bevoegdheden:
1° de onderzoeksdaden intern coördineren dan wel stellen; 2° (bijkomende) onderzoeksdaden bevelen;
3° zich laten bijstaan door o.a. externe deskundigen, de Onderzoekscommissie, het Auditoraat voor de Licenties, leden van de bondsadministratie;
4° optreden als enig aanspreekpunt in de betrokken zaak; de communicatie afstemmen met de bevoegde diensten van de KBVB of de vleugels;
5° zich in contact stellen met andere sportieve instanties of overheden;
6° op grond van het dossier en het gevoerde onderzoek prima facie oordelen of de daad van of de poging tot wedstrijdvervalsing, de aansprakelijkheid van de club met zich kan meebrengen;
7° het onderzoek afsluiten en overmaken aan de bondsprocureur, de procureur Voetbal Vlaanderen of regionale procureur ACFF.
6.3 ONDERZOEKSCOMMISSIE
Artikel B2.52
De Onderzoekscommissie is samengesteld uit maximaal twaalf leden, zes Nederlandstalige en zes Franstalige die worden benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB. Minstens drie leden uit elke taalgroep hebben een juridische vorming.
Artikel B2.53
De Onderzoekscommissie vervult, zowel voor de KBVB als voor beide vleugels, de onderzoeksopdrachten die haar worden toegekend hetzij door het parket, de onderzoekscoördinator, de CEO of Secretaris-generaal, de Commissie Integriteit en elke bondsinstantie, die potentiële schendingen van het bondsreglement of de ethische code, waarover zij dient te oordelen, wenst te laten onderzoeken.
6.4 DISCIPLINAIRE INSTANTIES
Artikel B2.54
De disciplinaire instanties worden georganiseerd volgens de principes van de dubbele aanleg per afdeling van het competitief voetbal als volgt:
Principe | Eerste aanleg | Hoger beroep |
Profvoetbal - 1A en 0X - Xxxxxxxx 0X xx 0X | Xxxxxxxxxxxx Xxxxxx profvoetbal | Disciplinaire Raad profvoetbal* (BAS) |
Nationaal (amateur)voetbal - 1e nationale (reserven en beloftes) - Nationaal vrouwen - Nationaal futsal - Elite jeugd | Sportcomité KBVB | Beroepscomité KBVB |
- Competities en wedstrijden georganiseerd door Voetbal Vlaanderen | Disciplinair Comité Voetbal Vlaanderen | Beroepscomité Voetbal Vlaanderen |
- 2e en 3e afdeling ACFF - Interprovinciale jeugd ACFF | Sportcomité ACFF | Beroepscomité ACFF |
- Provinciaal voetbal ACFF | Provinciaal Tuchtcomité | Beroepscomité ACFF |
* Voor bepaalde bijzondere inbreuken zetelt de beroepsinstantie in eerste aanleg.
De samenstelling van de disciplinaire instanties wordt nader bepaald in de reglementen van de betrokken geledingen (P, V, A) met dien verstande dat de beroepsinstanties steeds minstens met 3 leden zetelen.
Artikel B2.55
In afwijking van het voorgaande wordt voor de behandeling en sanctionering van mogelijke inbreuken inzake discriminatie een Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme georganiseerd in de schoot van de Disciplinaire Raad (voor het Profvoetbal), die in eerste aanleg zetelt ongeacht het statuut van de aangeslotene, de niet-aangeslotenen, de club, en dit over alle afdelingen en reeksen heen voor elke voetbaldiscipline van de bond.
Zie Boek P, Titel 2 en Boek B, 11- Titel en Procedures, Bijzondere Inbreuken- Discriminatie.
Het voorgaande laat de bijzondere bevoegdheden inzake grensoverschrijdend gedrag van het Vlaams Sporttribunaal onverlet (zie Boek V)
Ingeval van meervoudige of samenhangende vorderingen, wordt de Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme als een bijzondere en hogere disciplinaire instantie beschouwd (zie Boek B, Titel 11- Geschillen en Procedures, samenvoeging en splitsing). Deze kamer neemt aldus ook kennis van de vorderingen die samenhangend zijn met de vorderingen inzake discriminatie waarvoor zij specifiek bevoegd is op nationaal vlak, met inbegrip van de rechtstreekse uitsluiting. De Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme blijft bevoegd voor de behandeling en sanctionering van de samenhangende of meervoudige vorderingen en/of inbreuken, ook indien tot de ongegrondheid van de vordering inzake discriminatie wordt beslist.
De Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme is samengesteld uit de Eerste Voorzitter van de Disciplinaire Raad van het Profvoetbal (die zich kan laten vervangen door een ander lid van de Disciplinaire Raad) en aan die kamer toegewezen leden (niet-juristen) met voldoende kennis van het Frans en het Nederlands, die omwille van hun achtergrond, een bijzondere ervaring hebben met discriminatie, al dan niet in de vorm van racisme, in of rond het voetbal.
De inclusiemedewerker van de KBVB kan tussenkomen in de procedure in een advies verlenende rol.
Zij worden door de Raad van Bestuur van de KBVB benoemd voor 2 seizoenen.
Artikel B2.56
De disciplinaire instanties zijn binnen hun jurisdictie bevoegd voor de behandeling van alle mogelijke inbreuken op het bondsreglement door clubs en aangeslotenen of zij die het bondsreglement uitdrukkelijk hebben onderschreven.
De disciplinaire instanties in eerste aanleg hebben slechts bevoegdheid voor zover deze op basis van de akte van aanhangig making niet is voorbehouden aan hetzij een specifieke bondsinstantie (bv. Licentiecommissie, Nationale Kamer discriminatie en racisme,…), hetzij aan een disciplinaire beroepsinstantie, zetelend in eerste aanleg.
Desgevallend verklaren de disciplinaire instanties zich onbevoegd en verwijzen ze de zaak onverwijld door naar het secretariaat van de specifieke bondsinstantie met een voorbehouden bevoegdheid. Indien een disciplinaire instantie bevoegd is om kennis te nemen van de zaak op basis van de akte van aanhangig making, blijft ze bevoegd en kan er geen doorverwijzing zijn naar een andere instantie, zelfs indien het een voorbehouden bevoegdheid zou betreffen.
Bijvoorbeeld ingeval van verweer na rechtstreekse uitsluiting gebaseerd op een inbreuk op het verbod van discriminatie en racisme.
6.4.3 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Artikel B2.57
De disciplinaire instanties waken over hun onafhankelijkheid en behandelen alle zaken op een onpartijdige manier.
De leden mogen in de zaken die zij behandelen in geen geval betrokken zijn geweest bij het voorafgaand onderzoek.
6.5 EVOCATIECOMMISSIE
Artikel B2.58
De Evocatiecommissie is samengesteld uit zes leden-juristen met een voldoende kennis van het Nederlands en het Frans en kennis van het bondsreglement.
Artikel B2.59
De Evocatiecommissie heeft de bevoegdheid tot evocatie van een beslissing van een disciplinaire instantie in graad van beroep ingeval een inbreuk op het bondsreglement of een overtreding van de wet wordt vastgesteld, of een nieuw feit wordt vastgesteld dat van aard is de oorspronkelijke beslissing van een disciplinaire instantie te wijzigen.
De Evocatiecommissie behandelt het wrakingsverzoek dat haar wordt overgemaakt door de disciplinaire instantie waarvan een lid wordt gewraakt evenals het wrakingsverzoek waarvan één van haar leden zelf het voorwerp is.
7 ARBITRALE INSTANTIES
7.1 ARBITRAGECOMMISSIE VOOR DE BETAALDE SPORTBEOEFENAAR
Artikel B2.60
De Arbitragecommissie voor de betaalde sportbeoefenaar is een paritair samengestelde commissie, waarbinnen een scheidsrechterlijk college kan worden opgericht, gebaseerd op de bevoegdheden van het Nationaal Paritair Comité voor de sport.
Ze is samengesteld uit zestien leden:
1° acht leden die clubs, die betaalde sportbeoefenaars in dienst hebben, vertegenwoordigen: vier van elke taalrol (waarvan telkens minstens een jurist) en aangeduid door de vertegenwoordigers van de Pro League in het paritair comité voor de sport;
2° acht leden die de betaalde sportbeoefenaars vertegenwoordigen: vier van elke taalrol (waarvan telkens minstens een jurist) en aangeduid door de representatieve werknemersorganisaties in het paritair comité voor de sport.
De Arbitragecommissie duidt onder haar leden een voorzitter aan alsmede twee ondervoorzitters die elk tot een andere taalrol behoren.
Artikel B2.61
Het scheidsrechterlijk college, gemengd samengesteld uit leden van de Arbitragecommissie aangeduid enerzijds door de werkgeversvertegenwoordigers en anderzijds door de representatieve vakbonden, oordeelt definitief over:
1° alle geschillen bij toepassing van de wet van 24/02/1978 tussen betaalde sportbeoefenaars en hun clubs of de KBVB, betreffende hun arbeidsovereenkomst en hun statuut, en die vatbaar zijn voor arbitrage.;
2° het verifiëren van de ingeroepen dringende reden van contractuele aard in hoofde van de club-werkgever of van de speler bij de eenzijdige beëindiging door de andere partij van het contract van betaalde sportbeoefenaar.
Het scheidsrechterlijk college, uitsluitend samengesteld uit leden van de Arbitragecommissie die de clubs vertegenwoordigen, oordeelt definitief over:
1° geschillen tussen clubs behorend tot het profvoetbal,
onder andere wegens het niet-betalen van verschuldigde sommen, transfers, transferonderhandelingen en het niet-uitvoeren van verbintenissen aangegaan ter gelegenheid van transfers van spelers;
2° geschillen van sportieve oorsprong tussen clubs van het profvoetbal en niet-spelende aangeslotenen en derden, en dit voor zover de beide partijen bij wijze van overeenkomst instemmen of (reeds) hebben ingestemd met arbitrage;
3° geschillen nopens het beheer van clubs van het profvoetbal die een inbreuk uitmaken op het bondsreglement.
7.2 ARBITRAGECOMMISSIE VOOR DE AMATEUR
Artikel B2.62
De Arbitragecommissie voor de amateur is samengesteld uit tien leden, vijf Nederlandstaligen en vijf Franstaligen, benoemd door de Raad van Bestuur van de vleugels als volgt :
1° Vier leden- twee van elke taalrol, waarvan minstens één jurist, die de clubs van het nationale amateurvoetbal vertegenwoordigen;
2° Zes leden- drie van elke taalrol, waarvan minstens één jurist, die de clubs van het provinciale amateurvoetbal vertegenwoordigen.
Artikel B2.63
De Arbitragecommissie voor de amateur bestaat uit twee sub-kamers:
1° Subkamer Voetbal Vlaanderen: bevoegd voor alle leden die behoren tot clubs van Voetbal Vlaanderen, of behoren tot clubs die hebben gekozen voor de aanhorigheid tot de kampioenschappen ingericht door Voetbal Vlaanderen, of individueel aangeslotenen die gekozen hebben voor de Nederlandstalige taalrol;
2° Subkamer ACFF: bevoegd voor alle leden die behoren tot clubs van ACFF, of behoren tot clubs die hebben gekozen voor de aanhorigheid tot de kampioenschappen ingericht door ACFF, of individueel aangeslotenen die gekozen hebben voor de Franstalige taalrol.
Indien de partijen behoren tot zowel Voetbal Vlaanderen als ACFF oordeelt de Arbitragecommissie in een samenstelling van beide sub-kamers.
Artikel B2.64
Als scheidsrechterlijk college behandelt de Arbitragecommissie voor de amateur definitief geschillen die met de uitoefening van de voetbalsport samenhangend zijn en die vatbaar zijn voor arbitrage:
1° geschillen die ontstaan uit een arbeidsovereenkomst tussen een club en een speler of trainer, niet vallende onder toepassing van de wet van 24 februari 1978;
2° geschillen van financiële aard tussen een club en een speler of trainer, die niet voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst, met de bijkomende bevoegdheid om een schorsing op te leggen, ingeval van heraansluiting van een amateurspeler die onder de decretale vrijheidsregeling valt, tot bij betaling door de amateurspeler van de aan de vorige club verschuldigde som;
3° verhaal ingediend door een speler tegen een beslissing van zijn club behorend tot het amateurvoetbal;
4° geschillen tussen clubs waarvan er minstens één niet behoort tot het profvoetbal;
5° geschillen van sportieve oorsprong tussen clubs van het amateurvoetbal en niet-spelende aangeslotenen en derden, en dit voor zover de beide partijen bij wijze van overeenkomst instemmen of hebben ingestemd met arbitrage;
6° geschillen nopens het beheer van clubs van het amateurvoetbal met inbegrip van de eventuele inbreuken op het vervullen van de wettelijke verplichtingen;
7° geschillen die ontstaan naar aanleiding van een beslissing van het Auditoraat voor de Licenties die onregelmatigheden vaststelt met betrekking tot de neergelegde contracten betaalde sportbeoefenaar naar aanleiding van transfers in de periode 1 september tot 31 december en 1 januari tot 31 januari.
7.3 BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT
Artikel B2.65
Het BAS is geen bondsinstantie en wordt uitsluitend geregeld door haar statuten en reglementen (xxx.xxx.xx).
7.4 BELGISCH CENTRUM VOOR ARBITRAGE EN MEDIATIE IN DE SPORTSECTOR (CENTRE FOR SPORTS ARBITRATION)
Artikel B2.66
C-SAR, een specifieke afdeling van het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie ("CEPANI"), is geen bondsinstantie en wordt uitsluitend geregeld door haar statuten en reglementen.
8 INSTANTIES BELAST MET LICENTIES EN FINANCIAL FAIR PLAY
8.1 AUDITORAAT VOOR DE LICENTIES
8.1.1 Samenstelling - onverenigbaarheden
Artikel B2.67
Het Auditoraat voor de Licenties is samengesteld uit een Auditeur-Generaal, die wordt bijgestaan door substituten van beide taalrollen die hetzij een economische hetzij een juridische vorming hebben.
Indien noodzakelijk, zal de Secretaris-generaal (CEO) bijkomende administratieve medewerkers aanduiden die bijstand verlenen aan het Auditoraat voor de Licenties.
De Auditeur-Generaal wordt benoemd door de Raad van Bestuur, na een selectieprocedure en na overleg met de Pro League.
De substituten worden na afloop van een selectieprocedure aangeduid door de Secretaris- generaal (CEO) van de KBVB in gemeen overleg, met de Auditeur-Generaal, aangeduid. De substituten kunnen deel uitmaken van de bondsadministratie.
Voor de Auditeur-Generaal en de substituten geldt dat :
a) zij voorafgaand aan de kandidatuurstelling en tijdens de uitoefening van hun functies binnen het Auditoraat voor de Licenties:
- geen aandeelhouder zijn of geweest zijn van een club van het profvoetbal of een club uit 1ste nationale afdeling;
- geen bestuursfunctie (verantwoordelijk bestuurslid, lid raad van bestuur of directiecomité, …) in een club van het profvoetbal uitoefenen of uitgeoefend hebben;
b) zij niet toegewezen dienen te zijn aan een club.
Een lid van het Auditoraat voor de Licenties kan tegelijkertijd Kalendermanager KBVB zijn. De Auditeur-Generaal waakt over :
- de onafhankelijke en onpartijdige werking van het Auditoraat voor de Licenties
- de vertrouwelijkheid van de dossiers
- de uniforme toepassing en naleving van de licentievoorwaarden
- de goede werking van het Auditoraat voor de Licenties (met inbegrip van de rapporteringen)
De Auditeur-Generaal stelt per seizoen een verslag op ter attentie van de Raad van Bestuur van de KBVB en de Pro League, waarin onder andere aanbevelingen, suggesties of verzoeken om informatie met betrekking tot een bepaald licentiedossier worden vermeld wanneer deze niet uitgaan van de betrokken club of de door haar gemandateerden.
Elk lid van het Auditoraat voor de Licenties ondertekent daartoe jaarlijks een onafhankelijkheidsverklaring en verbindt zich ertoe de functie op een onpartijdige en integere manier uit te oefenen.
Artikel B2.68
Het Auditoraat voor de Licenties is belast met de onderzoekende, informerende, administratieve en vervolgende bevoegdheden in het kader van de aanvragen, toekenning en opvolging van licenties in de meest ruime zin aan de clubs die uitkomen of willen uitkomen in het profvoetbal, in 1ste nationale, de Super League Vrouwenvoetbal, in de elite afdeling van het futsal, of in het kader van de Financial fair play België waaronder:
1° opmaken van een schriftelijk verslag bestemd voor de Licentiecommissie in alle gevallen waarin het reglement hierin voorziet:
- in het kader van de aanvraag van een licentie;
- in het kader van de overdracht van patrimonium;
- in het kader van een wijziging van het bestuur van of de controle over een club;
- wat het profvoetbal betreft in het kader van het continu toezicht na het bekomen van de licentie;
- telkens wanneer de Licentiecommissie daarom verzoekt;
2° toezien op de naleving van de voorwaarden die aan de club werden opgelegd bij het toekennen van de licentie en potentiële schendingen ervan bij het toekennen van de licentie;
3° toezicht uitoefenen op het financieel beheer van de clubs die een licentie voor het profvoetbal hebben bekomen;
4° voorstellen van sancties aan de Licentiecommissie ingeval van niet naleving van de licentievoorwaarden of tekortkomingen inzake financieel beheer die de continuiteit dreigen aan te tasten van de clubs die een licentie voor het profvoetbal hebben bekomen;
5° informatie opvragen bij alle schuldeisers van de club die de toekenning van een licentie heeft gevraagd;
6° alle informatie overmaken waarom wordt verzocht door het bondsparket of de onderzoekscoördinator;
7° informatie delen met en ontvangen van publieke overheden;
8° de communicatie verzekeren met de UEFA-instanties die bevoegd zijn voor de toekenning van de licentie die toegang geeft tot de Europese competitie en de lijsten overmaken van
de clubs dewelke een proflicentie bekwamen en die voldoen aan de voorwaarden om deel te nemen aan de Europese competities;
9° toezien op de wettelijke en reglementaire bepalingen van de door clubs of spelers uit het amateurvoetbal neergelegde contracten “betaalde sportbeoefenaar” naar aanleiding van transfers in de periode 1 september tot 31 december en 1 januari tot 31 januari;
10° aanvragen van rulings onderzoeken en toezien op de naleving ervan.
8.2 LICENTIECOMMISSIE
Artikel B2.69
De Licentiecommissie is samengesteld uit maximum tien leden die door de Raad van Bestuur benoemd worden.
De leden die zetelen in de Clearing kamer (zie Boek B, Titel 8 Tussenpersonen) uitgezonderd.
Naast de algemene benoemingsvoorwaarden, mogen de leden :
1° geen aandeelhouder zijn of in de 3 jaar voorafgaand geweest zijn van een club van het profvoetbal, 1e nationale of 2e afdeling VV/ACFF, de Super League Vrouwenvoetbal of het eltite futsal;
2° geen bestuursfunctie (houder blauwe kaart, lid raad van bestuur of directiecomité, …) in een club van het profvoetbal uitoefenen of in de 3 jaar voorafgaand uitgeoefend hebben;
3° niet in loondienst zijn of in de 3 jaar voorafgaand geweest zijn bij een club van het profvoetbal.
Er worden hoogstens vijf leden opgeroepen voor elke zitting van de Licentiecommissie. Deze beslist geldig wanneer er minstens 3 hiervan effectief aanwezig zijn en er zich hieronder minstens een jurist en een bedrijfsrevisor of ITAA-accountant bevinden.
In afwijking van de algemene benoemingsvoorwaarden:
1° behoeven deze leden niet toegewezen te zijn aan een club of rechtstreeks bij de KBVB aangesloten te zijn;
2° worden deze leden benoemd voor 2 seizoenen.
De leden ondertekenen jaarlijks een onafhankelijkheidsverklaring. Zij verbinden er zich tevens toe om hun functie op een onpartijdige, integere en vertrouwelijke manier uit te oefenen.
De vertrouwelijkheid in het kader van de Licentiecommissie houdt in het bijzonder in dat alle elementen die niet op één of andere wijze openbaar worden gemaakt in toepassing van wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen, geheim worden gehouden.
Elk lid van de Licentiecommissie onthoudt zich van elke betrokkenheid bij de behandeling van een licentieaanvraag of toekenningsprocedure wanneer hijzelf of een familielid een persoonlijk belang heeft bij de betreffende club.
Artikel B2.70
De Licentiecommissie heeft de volgende bevoegdheden:
1° al dan niet toekennen van de Europese licenties en de licenties van het profvoetbal 1A en 1B, alsook de licentie van nationale amateurclub voor 1ste nationale en de licentie voor de Super League Vrouwenvoetbal en de licentie voor de elite afdeling futsal;
2° toezien op de naleving van de regels inzake Financial Fair Play België, alsmede het opleggen van de desbetreffende sancties;
3° toezien op de naleving van de voorwaarden die aan de club werden opgelegd bij het toekennen van de licentie alsmede het opleggen van de desbetreffende sancties;
4° controle op de uitvoering van de financiële verplichtingen van de clubs;
5° controle op de uitvoering van de financiële verpichtingen ten aanzien van tussenpersonen; 6° toezien op de uitvoering van de voorafgaande meldingsplicht bij wijzigingen van controle
voor clubs uit 1A, 1B, 1ste nationale en de Super League Vrouwenvoetbal;
7° toezien op fusies en beslissen over de inbreuken betreffende de overdracht van patrimonium door:
a) clubs van het profvoetbal,
b) clubs van 1ste nationale
c) clubs van de elite afdeling futsal
d) clubs die een licentie voor 1ste nationale hebben aangevraagd;
e) clubs van de Super League Vrouwenvoetbal.
8° het bekrachtigen en het toezien op de naleving van “rulings” alsmede het opleggen van de desbetreffende sancties aan clubs van het profvoetbal;
9° het opleggen van sancties ingeval van niet naleving van de voorziene licentievoorwaarden of tekortkomingen inzake het financieel beheer van clubs uit het profvoetbal die de continuïteit van de club dreigen aan te tasten.
8.3 CONTROLECOMMISSIE
Artikel B2.71
De Controlecommissie is samengesteld uit tien leden, vijf Nederlandstaligen en vijf Franstaligen met voldoende kennis van de andere landstaal, waarvan :
1° minstens twee leden, één van elke taalrol, jurist is;
2° minstens twee leden, één van elke taalrol, IAB-accountant is.
Artikel B2.72
De Controlecommissie bestaat uit twee sub-kamers:
1° Sub-kamer Voetbal Vlaanderen: bevoegd voor alle leden die behoren tot clubs van Voetbal Vlaanderen, of behoren tot clubs die hebben gekozen voor de aanhorigheid tot de kampioenschappen ingericht door Voetbal Vlaanderen, of individueel aangeslotenen die gekozen hebben voor de Nederlandstalige taalrol;
2° Sub-kamer ACFF: bevoegd voor alle leden die behoren tot clubs van de ACFF, of behoren tot clubs die hebben gekozen voor de aanhorigheid tot de kampioenschappen ingericht
door de ACFF, of individueel aangeslotenen die gekozen hebben voor de Franstalige taalrol.
De sub-kamer ACFF, respectievelijk Voetbal Vlaanderen, zal alleen die zaken behandelen die betrekking hebben op zaken die door haar alleen worden georganiseerd. Beide sub-kamers samen zullen die zaken behandelen die betrekking hebben op zaken die in een samenwerking KBVB/ACFF/Voetbal Vlaanderen worden georganiseerd.
Artikel B2.73
De Controlecommissie oordeelt over inbreuken in het amateurvoetbal betreffende licenties (uitgezonderd 1ste nationale, elite futsal en Super League Vrouwenvoetbal), overdracht van patrimonium, en inmenging in andere clubs.
9 COMMISSIE INTEGRITEIT
9.1 SAMENSTELLING
Artikel B2.74
De Commissie Integriteit is samengesteld uit maximaal 7 leden met een bijzondere expertise inzake ethiek die door de Raad van Bestuur benoemd worden.
Afgezien van de algemene benoemingsvoorwaarden, geschiedt de benoeming van vier leden als volgt:
1° twee leden op voordracht van Voetbal Vlaanderen; 2° twee leden op voordracht van ACFF.
Afwijkend van de algemene bepalingen behoeven deze leden niet toegewezen te zijn aan een club of rechtstreeks bij de KBVB aangesloten te zijn.
9.2 BEVOEGDHEDEN
Artikel B2.75
De commissie integriteit is een adviesinstantie inzake ethische en integriteitskwesties en waakt over de toepassing van de ethische code ten aanzien van leden van de bondsinstanties.
10 COMMISSIE VEILIGHEID
10.1 SAMENSTELLING
Artikel B2.76
De Commissie Veiligheid is samengesteld uit 11 leden, van wie vier leden van of aangeduid door de Raad van Bestuur, de Secretaris-generaal (CEO), vier veiligheidsverantwoordelijken
van de clubs, een vertegenwoordiger uit het Departement Arbitrage profvoetbal en de veiligheidsverantwoordelijke van de KBVB.
De leden van deze commissie mogen deel uitmaken van een andere bondsinstantie of deel uitmaken van de bondsadministratie.
10.2 BEVOEGDHEDEN
Artikel B2.77
De Commissie Veiligheid heeft de volgende niet-limitatieve bevoegdheden:
1° onderzoeken van problemen, onregelmatigheden en nalatigheden aangaande de veiligheid op niveau van de KBVB en de clubs;
2° uitbrengen van adviezen en formuleren van voorstellen bij de wettelijke reglementering aangaande de veiligheid bij voetbalwedstrijden;
3° formuleren van voorstellen voor de eventuele aanpassingen van het bondsreglement, onder meer inzake veiligheid op niveau van de KBVB en de clubs;
4° adviseren van bondsinstanties op hun verzoek;
5° superviseren en coördineren van de bijzondere verplichtingen van de KBVB voorzien in de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden.
11 NATIONALE KAMER BURGERRECHTELIJKE UITSLUITINGEN
11.1 SAMENSTELLING
Artikel B2.78
De Nationale Kamer Burgerrechtelijke Uitsluitingen (afgekort NKBU) wordt samengesteld uit leden met een bijzondere expertise inzake voetbalveiligheid die door de Raad van Bestuur benoemd worden. De leden zetelen in afzonderlijke kamers, ingedeeld door het secretariaat, met telkens één zetelend lid.
- De leden mogen deel uitmaken van een andere bondsinstantie of van de bondsadministratie.
- De leden mogen voorafgaand aan de kandidaatstelling en tijdens hun benoeming geen enkel mandaat of functie hebben uitgeoefend voor een club van het profvoetbal of 1ste nationale.
- Ze dienen bij voorkeur tweetalig (Nederlands-Frans) te zijn of minstens een goede passieve kennis te hebben van de andere landstaal dan de moedertaal.
Alle leden dienen hun functie op een onafhankelijke, onpartijdige en neutrale manier uit te oefenen. Deze vereisten dienen steeds te zijn nageleefd, op sanctie van ontslag door de Raad van Bestuur van de KBVB.
De leden xxxxxxxx niet toegewezen te zijn aan een club of rechtstreeks bij de KBVB aangesloten te zijn.
De leden worden benoemd voor twee seizoenen.
11.2 BEVOEGDHEDEN
Artikel B2.79
De Nationale Kamer Burgerrechtelijke Uitsluitingen is in eerste aanleg bevoegd voor de behandeling van de burgerrechtelijke uitsluitingen van supporters in naam en voor rekening van de clubs.
Zie Bondsreglement Boek B, Titel 9- Toeschouwers.
12 KALENDERMANAGER KBVB
12.1 AANDUIDING
Artikel B2.80
De Kalendermanager KBVB wordt aangeduid door de Raad van.
De Kalendermanager mag deel uitmaken van een andere bondsinstantie of de Bondsadministratie en wordt voor twee jaar benoemd.
12.2 BEVOEGDHEDEN
Artikel B2.81
De Kalendermanager KBVB is, in samenwerking met de leden ACFF/Voetbal Vlaanderen, verantwoordelijk voor de samenstelling en het beheer van de kalender van de 1ste nationale (alsook van de reserven van deze afdeling).
13 POOL VAN SPECIALISTEN
Artikel B2.82
Er wordt een Pool van specialisten voorzien op wie occasioneel beroep kan worden gedaan in geval van onvolledige instanties of nood aan specifieke expertise binnen een benoemde bondsinstantie.
De leden van deze Pool van specialisten zijn onderworpen aan dezelfde rechten en plichten als deze die gelden voor leden van een bondsinstantie.
Artikel B2.83
De Pool van specialisten bestaat uit de volgende specialisten: accountants, artsen, juristen, specialisten futsal en specialisten vrouwenvoetbal.
De Raad van Bestuur benoemt minimaal:
1° acht leden accountants, vier leden artsen en acht leden juristen, waarbij er zal gestreefd worden naar de taalpariteit;
2° vijf specialisten futsal waarvan vier op voordracht van Voetbal Vlaanderen (waarvan één uit het recreatieve futsal) en één op voordracht van de ACFF;
3° vier specialisten vrouwenvoetbal, waarvan twee op voordracht van Voetbal Vlaanderen en twee op voordracht van de ACFF.
Een lid dat is aangeduid voor een bepaalde discipline, maar dat tevens gespecialiseerd is in een andere discipline, kan worden ingezet voor beide disciplines.
Artikel B2.84
De aanduiding van de specialisten van de Pool voor een bepaalde instantie gebeurt door de secretaris van de betrokken bondsinstantie.
De specialist heeft in laatstgenoemd geval recht op de vergoeding voorzien voor de betrokken bondsinstantie.
14 MATCH DELEGATES
14.1 SAMENSTELLING
Artikel B2.85
De Match Delegates worden benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB na overleg met de Pro League.
In afwijking van de verbodsbepalingen, onverenigbaarheden en de bepalingen betreffende de mandaten van leden van benoemde instanties:
- mogen ze deel uitmaken van een andere bondsinstantie of van de bondsadministratie
- worden ze voor de duur van twee jaar benoemd
Zij dienen verder te voldoen aan de volgende minimale vereisten: voorkomen of voorgekomen zijn op de lijst van “UEFA Match Delegates”, of opleider zijn, of een stage van minimum twee maanden hebben gevolgd onder leiding van een Match Delegate.
14.2 BEVOEGDHEDEN
Artikel B2.86
Voor wedstrijden die betrekking hebben op het profvoetbal 1A en 1B, en voor de wedstrijden van de Beker van België Heren vanaf de 1/16e finales, voor de finale van de Beker van België in het vrouwenvoetbal en voor de finales van de Beker van België in het Futsal duidt de KBVB een Match Delegate aan om deze wedstrijd bij te wonen.
Artikel B2.87
De Match Delegate organiseert en zit een organisatievergadering voor die doorgaat uiterlijk 90 minuten voor de aftrap van de wedstrijd in een lokaal dat ter beschikking wordt gesteld door de bezochte club, en waarop (minstens) aanwezig zijn: een vertegenwoordiger van de ordemacht indien mogelijk, de veiligheidsverantwoordelijken van beide clubs, de vierde scheidsrechter en de terreinafgevaardigde van de bezochte club.
De count down van de ontmoeting wordt geanalyseerd en besproken.
De Match Delegate maakt de aanbevelingen die hij opportuun acht. Desgevallend stelt hij ter plaatse een verslag van de vergadering op, waarvan hij een kopij overhandigt aan een vertegenwoordiger van beide clubs.
Artikel B2.88
Het is de Match Delegate toegestaan om zich gedurende de wedstrijd in de neutrale zone te begeven en via de vierde scheidsrechter met de scheidsrechter van de wedstrijd te communiceren, om zo nodig de fases 1, 2 of 3 voorzien bij agressie op een lid van het arbitrageteam, bij verbaal geweld (spreekkoren) of wanordelijkheden buiten het speelveld te starten.
Artikel B2.89
De Match Delegate stelt na de wedstrijd een verslag op van zijn bevindingen, van zijn aanbevelingen en meer bepaald van alle incidenten die hij heeft vastgesteld buiten het speelveld voor, tijdens en na de wedstrijd.
Dit verslag wordt uiterlijk om 19.00 uur de eerste werkdag na de wedstrijd overgemaakt aan de gerechtigde correspondenten van beide clubs, aan de directie van de Pro League en aan de KBVB .
<.. image(Une image contenant texte, clipart Description générée automatiquement) removed ..> Dit betreft het Competitions Department van de KBVB
Het verslag wordt binnen dezelfde termijn eveneens overgemaakt aan het bondsparket indien dit melding maakt van:
- incidenten die een mogelijke schending van de beginselen inzake neutraliteit en niet- discriminatie zouden uitmaken;
- de niet naleving van de specifieke bepalingen inzake schorsingen van trainers van het profvoetbal door deze trainers en, in voorkomend geval, over de gevallen van wangedrag vanwege een bestuurslid, trainer of speler waarvan hijzelf vóór, tijdens of na de wedstrijd het slachtoffer is geworden;
- incidenten die het normale verloop van de wedstrijd hebben beïnvloed (bijvoorbeeld een tijdelijke onderbreking van de wedstrijd);
- het gebruik van pyrotechnisch materiaal, zelfs indien het normale verloop van de wedstrijd niet werd beïnvloed.
In deze gevallen zal het bondsparket zijn bevoegdheden uitoefenen en de zaak voorleggen aan de bevoegde disciplinaire instanties.
15 BONDSONDERSCHEIDINGEN, KENTEKENS EN BONDSKAARTEN
15.1 BONDSONDERSCHEIDINGEN
Artikel B2.90
De bondsonderscheidingen, beloning voor de diensten bewezen aan de bond of de clubs, worden toegekend en ingetrokken door de Hoge Raad.
Bonds- onderscheiding | Toekenningsvoorwaarden |
Grootorde van Baron Xx Xxxxxxxx | Kan slechts één keer per jaar worden toegekend; Zij wordt toegekend door de Raad van Bestuur, Zij kan slechts worden verleend aan iemand die nog in leven is, aangesloten bij de KBVB, en geen lid is van de Raad van Bestuur. |
Gouden Medaille | De gouden medaille wordt toegekend aan ieder lid van de Raad van Bestuur KBVB of Hoge Raad in functie, dat sinds tien jaar houder is van de titel van erelid. |
Erelid | De titel van erelid en het eraan verbonden verguld kenteken, kunnen worden toegekend voor veertig ononderbroken dienstjaren of vijfenveertig niet- opeenvolgende jaren dienst aan: - de internationale scheidsrechters, - de voorzitter van een bondsinstantie, - de leden van de nationale instanties en de leden van de Raad van Bestuur van de vleugels. |
Lid van Verdienste | De titel van lid van verdienste en het eraan verbonden verzilverd kenteken kunnen worden toegekend aan de leden van de bondsinstantie en de scheidsrechters en de leden van de Raad van Bestuur van de vleugels met dertig ononderbroken of vijfendertig niet-opeenvolgende jaren dienst. |
Bondsere- penning | De bondserepenning kan worden toegekend: - aan de leden van een bondsinstantie die twintig ononderbroken of vijfentwintig niet-opeenvolgende dienstjaren tellen, - aan de scheidsrechters die minstens vijftien ononderbroken of twintig niet- opeenvolgende dienstjaren tellen. Echter, wanneer de loopbaan van een scheidsrechter in de loop van het vijftiende of twintigste jaar eindigt wegens een benoeming in een Bureau Arbitrage ACFF of het Departement Arbitrage Voetbal Vlaanderen, wordt dat jaar meegeteld. |
Erkentelijk- heids- medaille | De erkentelijkheidsmedaille kan worden toegekend: - aan de al dan niet aangesloten personen die, door hun functie of hun daden, uitzonderlijke diensten aan de bond hebben bewezen buiten de spelleiding en de bondsinstanties, - aan spelers die deel hebben genomen aan vijfendertig officiële internationale wedstrijden, of aan twintig dergelijke wedstrijden, indien bewezen is dat hun sportcarrière als internationaal onderbroken is geworden door een spelongeval. |
Het aantal dienstjaren in de verschillende functies wordt samengeteld en vermenigvuldigd met volgende coëfficiënten:
Functie | Coëfficiënt |
Arbitrage in provinciale afdelingen | 1 |
Arbitrage in hogere afdelingen | 1,5 |
Lid van een provinciale instantie, Opleider van een Regionaal Bureau Arbitrage Leden bureau van de erkende liga’s Voetbal Vlaanderen | 1,5 |
Voorzitter van een regionale of provinciale instantie | 2 |
Nationale instantie, Vlaamse Studiecommissie (VSC) Commission Francophone d’Etudes (CFE) Opleider van het Bureau Arbitrage KBVB Leden van de Raad van Bestuur van de vleugels | 2 |
Raad van Bestuur en Hoge Raad (volgens samenstelling Art. B2.33) | 3 |
Voor het lid dat meerdere mandaten uitoefent wordt enkel één mandaat in aanmerking genomen, dat met het hoogste coëfficiënt.
De houders van een van deze onderscheidingen kunnen op hun verzoek, bij het begin van elk seizoen, een kaart verkrijgen die kosteloze toegang verleent tot alle onder toezicht van de bond gespeelde wedstrijden.
Een kenteken van clubleider kan toegekend worden aan verdienstelijke clubleiders.
Verdienstelijke Clubleiders | Toekenningsvoorwaarde |
Kenteken van Clubleider | Een speciaal kenteken wordt verleend aan de clubleiders die sinds minstens twintig jaar ononderbroken of vijfentwintig niet-opeenvolgende jaren verantwoordelijk bestuurslid en/of gerechtigd correspondent zijn |
De voorstellen tot toekenning van bondsonderscheidingen worden ter bekrachtiging voorgelegd aan de volgende algemene vergadering.
Elke sanctie, disciplinaire maatregel of afzetting kan de intrekking meebrengen van de bondsonderscheidingen.
15.2 KENTEKENS EN BONDSKAARTEN
Artikel B2.91
Ieder lid van een bondsinstantie ontvangt een kenteken.
De houders van een bondsonderscheiding evenals ieder lid van een bondsinstantie en bepaalde ex-personeelsleden van de KBVB/ACFF/Voetbal Vlaanderen ontvangen bij het begin van het seizoen een persoonlijke bondskaart. De verschillende bondskaarten zijn:
Bondskaart | Toegekend aan |
Kaart Raadslid | Leden van het Raad van Bestuur en Hoge Raad (volgens samenstelling Art. B2.33) |
A-kaart | Ereleden |
B-kaart | - Leden nationale en provinciale comités/commissies, leden van een bureau arbitrage, leden van de Raad van Bestuur van de vleugels, terreinkeurders Voetbal Vlaanderen, leden Competitions Department Voetbal Vlaanderen, leden Departement Arbitrage Voetbal Vlaanderen, leden Disciplinair Comité Voetbal Vlaanderen, leden Disciplinair Comité Arbitrage Voetbal Vlaanderen, en oud-leden voormalige provinciale comités en voormalig Sportcomité en Beroepscomité Voetbal Vlaanderen voor zover hun voormalig mandaat nog niet beëindigd was in 2022-2023 en dit voor de resterende looptijd van hun mandaat. - De aangeslotenen die voor het lopende seizoen werden aangeduid als effectieve afgevaardigde in de schoot van de Commission Francophone d’Etudes (ACFF, CFE) of de Vlaamse Studiecommissie (VV, VSC) en die geen houder zijn van een kaart als lid van een officiële instantie. |
C-kaart | - Leden van verdienste, scheidsrechters bureau arbitrage KBVB/ACFF/Voetbal Vlaanderen, prospectors, bondspersoneel - De aangeslotenen die (*):vijftig jaar onafgebroken aangesloten zijn bij de KBVB en daarvan minstens 25 jaar onafgebroken verantwoordelijk bestuurslid zijn. |
Doorstreepte C-kaart | Ex-bondspersoneel na een loopbaan bij de KBVB/ACFF/VV (pensioen of geschillenvrij vertrek) van 20 ononderbroken of 25 niet-opeenvolgende dienstjaren, titularissen van de Bondserepenning, scheidsrechters regionaal bureau arbitrage, geconventioneerde groeperingen. |
Gerechtigd correspondent van een club die 20 jaar ononderbroken binnen dezelfde club of 25 niet-opeenvolgende jaren zijn functie heeft uitgeoefend. |
(*) De aanvraag moet, op initiatief van de belanghebbenden, samen met de bewijsstukken naar de KBVB worden gestuurd door de club, de provincie of de vleugel naargelang het geval.
De kaarten afgeleverd door de groeperingen als gevolg van interne of bilaterale akkoorden zijn geen bondskaarten in de reglementaire betekenis van het woord.