Accountantsprotocol
Accountantsprotocol
COPRO 23032 A
behorend bij de Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen
Dit Accountantsprotocol is op maat gemaakt voor de subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen, waarbij rekening is gehouden met de Schrijfwijzer Accountantsprotocollen van de NBA.
Het betreft de volgende producten voor subsidies vanaf € 125.000, genoemd in subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen,
− artikel 12: assurance-rapport bij het verantwoordingsformulier met de aantallen gerealiseerde prestatie-eenheden, waarbij de penvoerder tevens een prestatiebewijs verantwoord voor afgeronde MDT-trajecten als bedoeld in artikel 4, eerste lid onder a en voor niet-afgeronde MDT-trajecten als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder b.
Voor het assurance-rapport dient gebruik te worden gemaakt van het model assurance-rapport zoals opgenomen in bijlage A van dit protocol.
− artikel 12: conform artikel 7.5 van de Kaderregeling wordt de subsidieontvanger verplicht om het assurancerapport vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.
Voor de bevindingen die zijn geconstateerd in de specifiek overeengekomen werkzaamheden dient gebruik te worden gemaakt van het model rapport van feitelijke bevindingen zoals opgenomen in bijlage B van dit protocol.
Status: versie d.d. 21 mei 2024
Inhoud
1.2 Doelstelling en definities 3
1.3 Subsidie aanvraag en verplichtingen penvoerder 3
1.4 Relevante wet- en regelgeving 4
1.5 Verantwoordelijkheden penvoerder/hoofdaanvrager 5
1.6 Procedures en termijnen aanvraag tot vaststelling 5
2 Onderzoeksaanpak bij een kwantitatieve opgave van het gerealiseerde aantal afgeronde MDT-trajecten en niet-afgeronde MDT-trajecten 7
2.1 Onderzoeksobject en onderzoeksaanpak 7
2.2 Referentiekader onderzoekswerkzaamheden 7
2.3 Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid assurance-rapport 8
3 Onderzoeksaanpak opdracht inzake overeengekomen specifieke
Bijlage A: Model Assurance-rapport – Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen. 13 Bijlage B: Model Rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden – Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen met betrekking tot...
1.1 Inleiding
Dit accountantsprotocol heeft betrekking op de Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen (hierna genoemd: Subsidieregeling). De regelgeving en overige relevante documentatie, waaronder dit accountantsprotocol, zijn te vinden op het internet van de Rijksoverheid (xxx.xxx-x.xx Maatschappelijke diensttijd (MDT) 5a)
Dit protocol bestaat uit 3 delen:
• Hoofdstuk 1: Uitgangspunten
• Hoofdstuk 2: Onderzoeksaanpak bij een kwantitatieve opgave van het gerealiseerde aantal afgeronde MDT-trajecten en niet-afgeronde MDT-trajecten1
• Hoofdstuk 3: Onderzoeksaanpak rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden omtrent de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.
In de bijlagen zijn de modellen voor de rapportages voor de accountant opgenomen.
1.2 Doelstelling en definities
De subsidie voor MDT ondersteunt maatschappelijke organisaties om projecten te realiseren die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Zij kunnen trajecten van maximaal 6 maanden volgen waarbij zij zich vanuit hun talenten en interesses kunnen inzetten voor een ander. Subsidieronde 5a is een pilot. Goedlopende MDT- samenwerkingsverbanden die subsidie hebben ontvangen voor rondes 3, 4a 4b óf 4c kunnen worden voortgezet.
Op deze regeling is Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.2, tweede lid, 4.1, eerste lid, en 5.5, eerste lid.
De gewijzigde subsidieregeling Maatschappelijk Diensttijd 5a is op 9 juni 2022 gepubliceerd in de Staatscourant. Op 14 mei 2024 is de regeling nog een keer gewijzigd.2
De relevante definities staan in artikel 1 van de Subsidieregeling 5a MDT.
1.3 Subsidie aanvraag en verplichtingen penvoerder
Subsidie kan worden aangevraagd door een penvoerder (hoofdaanvrager) namens een samenwerkingsverband voor subsidieronde 5a. Voorwaarden (artikel 8) zijn dat de penvoerder:
− Subsidie heeft gekregen op basis van de subsidierondes 3, 4a, 4b of 4c van ZonMw;
− Xxxxxxxx twee keer subsidie aanvraagt voor subsidieronde 5a MDT.
− Onderdeel is van het samenwerkingsverband waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
− Verklaart dat:
o Een MDT-traject niet leidt tot stage- of werkverdringing (artikel 8 lid 5a); en
o Een MDT-proof label zal behalen binnen de subsidieperiode (artikel 8 lid 5b).
1 Dit betreft de opgave van de penvoerder inclusief partners
2 Voor aanvraagtijdvak 2023 en 2024 is een apart accountantsprotocol opgesteld.
De MDT-trajecten betreffen:
1. MDT-basis-traject: MDT-traject van ten minste 80 uur gedurende een periode van ten hoogste 6 maanden;
2. MDT-plus-traject: MDT-traject van ten minste 200 uur gedurende een periode van ten minste 3 en ten hoogste 6 maanden;
3. MDT-extra-traject: MDT-traject van ten minste 80 uur gedurende een periode van ten hoogste 6 maanden, waarbij het MDT-traject de intensieve begeleiding van een jongere vergt.
Vaste bedragen afgerond MDT-traject (artikel 4 lid 1 onder a)
De vaste bedragen betreffende een afgerond MDT-basis-traject, MDT-plus-traject of MDT-extra- traject, bedoeld in artikel 4 eerste lid, onder a, en zijn opgenomen in de verleningsbeschikking.
Vaste bedragen niet afgerond MDT-traject (artikel 4 lid 1 onder b)
Vaste bedragen voor elk niet afgerond MDT-basis-traject, MDT-plus-traject of MDT-extra-traject, waarbij het subsidiebedrag per afgerond traject gelijk is aan het bedrag van een corresponderend afgerond traject, met dien verstande dat per trajectvariant ten hoogste 15% van het aantal trajecten, waarvoor ingevolge artikel 11 subsidie is verleend, als niet afgeronde trajecten voor subsidie in aanmerking kunnen komen.
1.4 Relevante wet- en regelgeving
Voor de accountantswerkzaamheden betreffende de aanvraag tot subsidievaststelling zijn de volgende wet- en regelgeving van toepassing:
• De ‘Subsidieregeling 5a MDT ‘ inclusief toelichting;
• Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.2, tweede lid, 4.1, eerste lid, en 5.5, eerste lid;
• Standaard 3000A;
• Standaard 4400.
De accountant voert het onderzoek uit inzake de aanvraag tot subsidievaststelling met inachtneming van dit protocol. Dit onderzoek bestaat uit twee opdrachten:
1. Uitgangspunt voor het Assurance-onderzoek gericht op de kwantitatieve opgave van de afgeronde MDT-trajecten en voor niet-afgeronde MDT-trajecten is Standaard 3000A ‘Assurance- opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie (attest-opdrachten)’.
Voor de uitwerking van deze werkzaamheden zie hoofdstuk 2 van dit protocol.
2. De opdracht inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden gericht op onder andere de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger valt onder de Standaard 4400 'Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden', die ook van toepassing is bij andere dan financiële informatie. Voor de uitwerking van deze werkzaamheden zie hoofdstuk 3 van dit protocol.
De accountant dient de ‘Verordening gedrags- en beroepsregels accountants’ (VGBA) en de ‘Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten’ (ViO) na te leven of, indien van toepassing, andere wettelijke of professionele vereisten, die ten minste gelijkwaardig zijn.
1.5 Verantwoordelijkheden penvoerder/hoofdaanvrager
De penvoerder c.q. hoofdaanvrager dient zorg te vragen voor het assurance rapport betreffende de aantallen gerealiseerde prestatie-eenheden per variant, waarbij de penvoerder tevens een prestatiebewijs verantwoord voor afgeronde MDT-trajecten als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder a en voor niet-afgeronde MDT-trajecten per variant als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder b.
Samenwerkingspartners die van de hoofdaanvrager een subsidie hebben ontvangen en/of samenwerkingspartners die co-financiering hebben gerealiseerd dienen na beëindiging van hun deel van het project een financiële verantwoording in te dienen bij de penvoeder c.q. hoofdaanvrager.
Deze financiële verantwoording moet vergezeld gaan van een compleet ingevulde en ondertekende bestuursverklaring (ook wel directieverklaring genoemd). De penvoerder controleert de aangeleverde documenten en is verantwoordelijk voor de aanlevering van financiële verantwoording voor de subsidievaststelling.
1.6 Procedures en termijnen aanvraag tot vaststelling
De subsidie wordt voor een periode van 3 jaar verstrekt (artikel 6 lid 1). De minister kan op verzoek van de penvoerder de projectperiode met één jaar verlengen (artikel 6 lid 2). De aanvraag tot vaststelling van een subsidie (subsidies als bedoeld in artikel 1.5 onder b Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS) wordt ingediend binnen 22 weken na de datum waarop de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, uiterlijk moeten zijn verricht (artikel 7.5 van de Kaderregeling lid 6).
Voor een aanvraag tot vaststelling van een subsidie wordt een door de minister vastgesteld modelformulier gebruikt. Bij dit formulier dienen accountantsproducten van een accountant te worden gevoegd indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt.
Voor subsidievaststelling als bedoeld in artikel 7.5 van de Kaderregeling lid 2 gaat de aanvraag (subsidies vanaf € 125.000) vergezeld met een assurance rapport betreffende de aantallen gerealiseerde prestatie-eenheden per variant, waarbij de penvoerder tevens een prestatiebewijs verantwoord voor afgeronde MDT-trajecten als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder a en voor niet- afgeronde MDT-trajecten per variant als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder b, verstrekt door een accountant: een registeraccountant of Accountant Administratieconsulent als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep. Voor het assurance-rapport dient gebruik te worden gemaakt van het model assurance-rapport zoals opgenomen in bijlage A van dit protocol.
Daarnaast dient de subsidieontvanger het assurancerapport vergezeld te doen gaan van een rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden verstrekt door een accountant: een registeraccountant of Accountant Administratieconsulent als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep, omtrent de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger. Voor het rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden dient gebruik te worden gemaakt van het model rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden zoals opgenomen in bijlage B van dit protocol.
1.7 Reviewbeleid
OCW (en DUS-I die de ‘Subsidieregeling 5a MDT uitvoert) heeft als subsidieverstrekker te allen tijde de mogelijkheid een review uit te voeren of te laten uitvoeren bij de accountant belast met het onderzoek naar de informatie opgenomen in de aanvraag teneinde na te gaan of het onderzoek met inachtneming van de relevante regelgeving van de NBA en dit protocol is uitgevoerd. Deze reviews komen niet in de plaats van andere controles dan wel reviews uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer.
1.8 Contactgegevens
Voor vragen over deze Subsidieregeling en/of het assurance-onderzoek kan contact worden opgenomen met de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) via XXXxxxxxxxxx@xxxxxx.xx.
2 Onderzoeksaanpak bij een kwantitatieve opgave van het gerealiseerde aantal afgeronde MDT-trajecten en niet-afgeronde MDT-trajecten3
2.1 Onderzoeksobject en onderzoeksaanpak
De accountantswerkzaamheden worden uitgevoerd volgens de Standaard 3000A en zijn gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid.
Met het oog op de vaststelling van de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie wordt een assurance-rapport verstrekt bij het aanvraagformulier ten behoeve van de subsidievaststelling. Dit assurance-rapport betreft uitsluitend de volgende twee onderdelen van het aanvraagformulier, te weten:
1. de kwantitatieve opgave met het aantal gerealiseerde afgeronde MDT-trajecten, onderverdeeld naar MDT-basis-trajecten, MDT-plus-trajecten of MDT-extra-trajecten (artikel 4, eerste lid, onderdeel a);
2. de kwantitatieve opgave met het aantal niet afgeronde MDT-basis-trajecten, MDT-plus- trajecten of MDT extra-trajecten (artikel 4, eerste lid, onderdeel b).
Het aantal gerealiseerde afgeronde en niet afgeronde MDT-trajecten wordt vastgesteld tegen de vaste bedragen zoals opgenomen in de verleningsbeschikking.
2.2 Referentiekader onderzoekswerkzaamheden
Voor het assurance-onderzoek dat leidt tot het assurance-rapport behorend bij de opgave ten behoeve van het aanvraagformulier ten behoeve van de subsidievaststelling gelden de volgende onderzoekspunten:
• Periode: de periode waarin de prestaties zijn gerealiseerd. De subsidie wordt voor een periode van drie jaar verstrekt (artikel 6 lid 1).
• Het aantal gerealiseerde afgeronde MDT-trajecten (artikel 4 eerste lid onder a) en of dit overzicht betrouwbaar is, onderverdeeld naar
o MDT-basis-trajecten: MDT-traject van ten minste 80 uur gedurende een periode van ten hoogste 6 maanden;
o MDT-plus-trajecten: MDT-traject van ten minste 200 uur gedurende een periode van ten minste 3 en ten hoogste 6 maanden; en
o MDT-extra-trajecten MDT-traject van ten minste 80 uur gedurende een periode van ten hoogste 6 maanden, waarbij het MDT-traject de intensieve begeleiding van een jongere vergt.
• Het aantal gerealiseerde niet afgeronde MDT-trajecten en of dit overzicht betrouwbaar is, onderverdeeld naar
o MDT-basis-trajecten;
o MDT-plus-trajecten; en
o MDT-extra-trajecten
NB: De gerealiseerde aantallen zijn mogelijk niet gebaseerd op een reeds in het kader van de jaarrekeningcontrole en/of andere controles gecontroleerd systeem van de penvoerder waarin al deze trajecten worden vastgelegd. Derhalve dient nader onderzoek uitgevoerd te worden naar de betrouwbaarheid van de MDT-registratie en de onderliggende documentatie.
3 Dit betreft de opgave van de penvoerder inclusief partners
De penvoerder is verplicht een (MDT-)registratie (artikel 9 lid h) bij te houden met:
− de naam, adres, woonplaats, leeftijd, geslacht, telefoonnummer en emailadres van de jongere;
− de naam en postcode van de organisatie waar de jongere het MDT-traject doorloopt, soort MDT-traject, start- en einddatum van het MDT-traject;
− aantal uren dat is besteed aan het MDT-traject en, indien van toepassing,
− de reden van vroegtijdig stoppen met het MDT-traject.
De MDT-registratie bij de penvoerder dient te beschikken over de volgende onderbouwing van de MDT-traject uren die zijn gemaakt door de deelnemers/jongeren: onderbouwing door middel van urenregistratie van deelnemers MDT (in beginsel getekend door deelnemer en geautoriseerd door leidinggevende) met onderliggende documentatie van:
a. Intakedocument (verslag intake);
b. Trajectplan bij start getekend door begeleider en jongere met vermelding van instroomdatum en beoogde einddatum;
c. Tussentijdse evaluatie van traject;
d. Certificaat ondertekend door begeleider en jongere met vermelding van het aantal uren/weken dat het traject werd doorlopen en uit welke onderdelen het traject bestaat (uitstroomdatum).
Andere opties ten behoeve van bewijs van contactmoment MDT-traject met vermelding naam deelnemer en begeleider:
- Tussentijdse en eindrapportage;
- Presentielijst getekend door deelnemer;
- Logboek;
- Chatberichten.
Bij de penvoerder is een autorisatiematrix aanwezig van de deelnemende samenwerkingspartners en de penvoerder zelf inzake de MDT-urenregistratie die aansluit op de reguliere bevoegdheden van de penvoerder en de deelnemende samenwerkingspartners en die in lijn is met vergelijkbare (MDT-) projecten of in lijn is met de gebruikelijke interne procedures.
2.3 Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid assurance-rapport
Voor de kwantitatieve opgave van het aantal gerealiseerde afgeronde MDT-trajecten en het aantal niet afgeronde MDT-trajecten geldt dat het onderzoek zodanig behoort te worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave ter vaststelling van de subsidie geen afwijkingen van materieel belang bevat. Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, moet uitgegaan worden van een betrouwbaarheid van 95%.
Een assurance-rapport met een goedkeurende strekking impliceert dat, gegeven eerdergenoemde betrouwbaarheid, in de verantwoording geen afwijkingen (onjuistheden en onzekerheden) voorkomen groter of gelijk aan de voorgeschreven toleranties. Als omvangsbasis geldt het totaal aantal gerealiseerde afgeronde MDT-trajecten respectievelijk het totaal niet afgeronde MDT-basis traject over de verantwoordingsperiode.
Het referentiekader is opgenomen in paragraaf 2.2.
Voor de strekking van het oordeel in het assurance-rapport gelden de volgende toleranties (op basis van de som van het totaal aantal gerealiseerde afgeronde MDT-trajecten respectievelijk het totaal niet afgeronde MDT-trajecten over de verantwoordingsperiode):
Materialiteitstabel | Goedkeurend oordeel | Oordeel met beperking | Oordeelonthouding/ Afkeurend oordeel |
Fouten (afwijkingen) in de verantwoording en onzekerheden in het assurance onderzoek | <2% | >2% - <4% | >4% |
Van fouten is sprake indien naar aanleiding van het uitgevoerde assurance-onderzoek is gebleken dat de kwantitatieve opgave van het aantal de gerealiseerde prestatie-eenheden onjuistheden bevat omdat deze niet voldoen aan de normen van het in paragraaf 2.2 bedoelde referentiekader.
Voor een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de accountant fouten en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert. Fouten worden in absolute zin opgevat.
Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op onzekerheden in het assurance onderzoek. Van een onzekerheid in het assurance onderzoek is sprake als er onvoldoende (assurance-) informatie beschikbaar is om de verantwoorde aantallen prestatie-eenheden als goed of fout aan te merken. Kortom als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de normen van het referentiekader.
Indien de accountant zowel fouten in de kwantitatieve opgave als onzekerheden in het assurance onderzoek aantreft, dan weegt hij deze bij zijn oordeelsvorming altijd in onderlinge samenhang.
2.4 Accountantsproduct
De accountant legt de uitkomsten van de werkzaamheden vast in een assurance-rapport, zoals beschreven in de NV COS 3000A. In bijlage A van dit protocol is het model voor het assurance- rapport opgenomen aangepast aan de meest recente NBA-voorbeeldteksten ten tijde van het opstellen van het protocol. Deze voorbeeldteksten zijn gebaseerd op de geldende Standaarden. Om de samenhang en herkenbaarheid van het accountantsproduct te bevorderen raadt de NBA het gebruik van de meest recente NBA-voorbeeldteksten aan. Wel blijft de accountant zelf verantwoordelijk voor het gebruik van de juiste tekst. De accountant zal deze nog moeten afstemmen op de specifieke situatie.
3 Onderzoeksaanpak opdracht inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden
3.1 Onderzoeksaanpak
De accountant voert zijn werkzaamheden uit volgens Standaard 4400 ‘Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden’, de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (VGBA) en de ‘Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance- opdrachten’ (ViO) na te leven of, indien van toepassing, andere wettelijke of professionele vereisten, die ten minste gelijkwaardig zijn en dit protocol.
Er is geen sprake van het uitvoeren van een assurance-opdracht, de accountant verstrekt geen zekerheid (assurance). De accountant rapporteert over de uitkomsten van zijn werkzaamheden via het rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden, zoals opgenomen in bijlage B.
In dit rapport vermeldt hij welke werkzaamheden hij op het aanvraagformulier ten behoeve van de subsidievaststelling heeft uitgevoerd, wat de reikwijdte van zijn werkzaamheden is geweest en tot welke bevindingen dit heeft geleid. Van de accountant wordt niet verwacht dat hij een uitspraak doet over de toereikendheid en geschiktheid van de verrichte werkzaamheden in relatie tot het doel waarvoor deze worden verricht, noch voor elk ander doel.
De accountant rapporteert zijn bevindingen zonder een oordeel hierover te vormen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, hierna OCW, vormt een oordeel over de bevindingen en trekt op basis hiervan haar conclusies.
Gezien de specifieke voorwaarden in een Standaard 4400 opdracht is de verspreidingskring van het rapport beperkt tot de zorgaanbieder en OCW met wie de werkzaamheden zijn afgesproken.
3.2 Verantwoordelijkheden penvoerder/hoofdaanvrager
Samenwerkingspartners die van de hoofdaanvrager een subsidie hebben ontvangen en/of samenwerkingspartners die co-financiering hebben gerealiseerd dienen na beëindiging van hun deel van het project een financiële verantwoording in te dienen bij de penvoeder c.q. hoofdaanvrager.
Deze financiële verantwoording moet vergezeld gaan van een compleet ingevulde en ondertekende bestuursverklaring (ook wel directieverklaring genoemd). De penvoerder controleert de aangeleverde documenten en is verantwoordelijk voor de aanlevering van de financiële verantwoording over de werkelijke kosten en gerealiseerde co-financiering voor de subsidievaststelling.
3.3 Onderzoekspunten accountant
Voor het onderzoek dat leidt tot het rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden gelden de volgende specifieke overeengekomen werkzaamheden ten aanzien van:
A. Naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
B. Urenverantwoording begeleidingsuren
Per punt is vermeld wat OCW van de accountant verwacht om hieraan invulling te geven. De accountant legt de concreet uitgevoerde werkzaamheden en de uitkomsten daarvan vast in het rapport van overeengekomen specifieke werkzaamheden.
A. Specifieke overeengekomen werkzaamheden ten aanzien van de naleving aan de subsidie verbonden verplichtingen
De volgende overeengekomen specifieke werkzaamheden ten aanzien van de naleving aan de subsidie verbonden verplichtingen dienen door de accountant te worden uitgevoerd:
A1 25% cofinanciering (artikel 9 lid 1 onder b)
Vaststellen voor 2 samenwerkingspartners dat de verantwoorde ontvangen cofinanciering van samenwerkingspartners, ‘in cash’ en/of ’in kind’ cofinanciering overeenkomt met de onderliggende MDT5a onderbouwing.
1) In geval gerealiseerde cofinanciering ‘in cash’ is, dan stelt de accountant vast dat de verantwoorde cofinanciering in cash aansluit op de cofinanciering volgens de overeenkomst tussen de penvoerder en de samenwerkingspartner en de ontvangst van het co- financieringsbedrag aansluit op het bankafschrift. Eventuele afwijkingen dienen door de penvoerder toegelicht te worden.
2) In geval gerealiseerde cofinanciering ’in kind’ is, dan stelt de accountant vast dat de verantwoorde cofinanciering in kind aansluit op de cofinanciering volgens de overeenkomst tussen de penvoerder en de samenwerkingspartner (‘Verklaring cofinanciering MDT) en de kostenonderbouwing verantwoording cofinanciering ‘ín kind’ aansluit met de diensten (uren) of beschikbaar stellen van ruimte of goederen en de daarbij horende onderbouwing (bv. facturen). Eventuele afwijkingen dienen door de penvoerder toegelicht te worden.
A2. Kosten samenwerkingspartners
1. Vaststellen voor 10 geselecteerde kosten-items samenwerkingspartner(s) dat aan de hand van de omschrijvingen op de betreffende documenten (zoals facturen, urenstaten, interne doorbelasting, etc.) dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten.
A3. Subsidiabele kostenonderbouwing bevat geen toevoegingen aan voorzieningen en/of reserveringen (artikel 3)
1. Vaststellen dat in de subsidiabele kostenonderbouwing er géén sprake is van kosten gerelateerd aan toevoegingen aan voorzieningen en/of reserveringen.
B. Specifieke overeengekomen werkzaamheden ten aanzien van urenverantwoording begeleidingsuren
De penvoerder heeft een projectadministratie en urenregistratie interne begeleidingsuren (door medewerkers van penvoerder). Interne begeleidingsuren worden door penvoerder onderbouwd door middel van urenregistratie van begeleiders. Externe begeleidingsuren/begeleidingsuren door samenwerkingspartners worden onderbouwd door de facturen die de penvoerder ontvangt van de leveranciers of opgaves door de samenwerkingspartner. Facturen of opgaves met de externe begeleidingsuren met daarop in beginsel de volgende gegevens: naam begeleider, begeleidingsuren, naam kandidaat en omschrijving MDT stage projectnaam, MDT projectcode en de MDT-periode.
B1. Vaststellen dat bij de penvoerder een beschrijving van de autorisatiematrix aanwezig is van de penvoeder zelf en de samenwerkingspartners inzake de interne en externe begeleidingsuren die aansluit op de reguliere bevoegdheden binnen de organisatie van de penvoerder en de samenwerkingspartners en die in lijn is met vergelijkbare (MDT)projecten of in lijn is met de gebruikelijke interne procedures.
B2. De volgende overeengekomen specifieke werkzaamheden ten aanzien van de urenverantwoording begeleidingsuren. Als een gedeelte van de projectkosten van de penvoerder bestaat uit eigen urenbesteding dan stelt de accountant bij de penvoerder voor 5 geselecteerde interne begeleiders voor 1 maandoverzicht de onderbouwing vast.
1. Vaststellen dat op het maandoverzicht verantwoorde interne uren gemaakt door de medewerkers van de penvoerder worden onderbouwd door een urenadministratie.
2. Vaststellen dat op het maandoverzicht geschreven begeleidingsuren zijn geautoriseerd door de medewerker die de uren heeft geschreven en door het bestuur of de directie van de penvoerder, conform de aanwezige autorisatiematrix van het specifieke MDT5a project (zie B1.).
3. Vaststellen dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten.
B3. Als een gedeelte van de projectkosten van de penvoerder bestaat uit facturen van externe leveranciers met trainings- of begeleidingsuren dan stelt de accountant bij de penvoerder voor 5 geselecteerde facturen van externe leveranciers de onderbouwing vast.
1. Vaststellen dat de facturen met trainings- of begeleidingsuren zijn geautoriseerd door het bestuur of de directie van de penvoerder conform de aanwezige autorisatiematrix van het specifieke MDT5a project (zie B1.).
2. Vaststellen dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten.
B4. Als een gedeelte van de projectkosten van de penvoerder bestaat uit een urenopgave van de samenwerkingspartners dan stelt de accountant bij de penvoerder voor 5 geselecteerde urenopgaves van de samenwerkingspartners de onderbouwing vast.
1. Vaststellen dat de facturen met trainings- of begeleidingsuren zijn geautoriseerd door het bestuur of de directie van de penvoerder conform de aanwezige autorisatiematrix van het specifieke MDT5a project (zie B1.).
2. Vaststellen dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten.
3.4 Rapporteren inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden
De accountant legt de uitkomsten van zijn werkzaamheden vast in een rapport van feitelijke bevindingen, zoals beschreven in de NV COS Standaard 4400 ‘Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden’. In bijlage B is een voorbeeldmodel opgenomen van een rapport van feitelijke bevindingen
In het rapport vermeldt de accountant welke specifieke werkzaamheden hij in dit kader heeft verricht en tot welke bevindingen dit heeft geleid. Voor zover de accountant bij zijn onderzoek bevindingen heeft vastgesteld maakt hij daarvan melding in zijn rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden. Deze bevindingen dienen onder verwijzing naar de relevante bepaling uit subsidieregeling te worden gerapporteerd.
Bijlage A: Model Assurance-rapport – Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen
ASSURANCE-RAPPORT VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan opdrachtgever
Ons oordeel
Wij hebben (onderzoeksobject: het aanvraagformulier tot vaststelling met de opgenomen gerealiseerde prestatie-eenheden (hierna: assurance onderdelen) van … (naam entiteit) te … ((statutaire) vestigingsplaats) over 202X t/m 202X onderzocht als bedoeld in artikel 12 van Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen.
Naar ons oordeel zijn de opgenomen assurance onderdelen van ….. (naam entiteit) in alle van materieel belang zijnde aspecten in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria zoals vastgelegd in Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben ons onderzoek uitgevoerd volgens
• Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000A Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (attest- opdrachten)’ ;
• Het Accountantsprotocol behorend bij de Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen. Deze opdracht is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de assurance onderdelen’.
Wij zijn onafhankelijk van …… (naam entiteit) zoals vereist in de ‘Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten’ (ViO). Daarnaast hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Van toepassing zijnde criteria
Voor deze opdracht gelden de volgende criteria:
• relevante bepalingen zoals vastgelegd in het accountantsprotocol behorend bij Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen;
• nader gestelde subsidieverplichtingen zoals vastgelegd in de (herziene) subsidiebeschikking;
• …….(zelf invullen op basis van Standaard 3000A.A164).
Beperking in het gebruik en verspreidingskring
De assurance onderdelen zijn opgesteld voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met als doel ... (naam entiteit) in staat te stellen te voldoen aan de relevante bepalingen in de Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen. Hierdoor zijn de assurance onderdelen mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Ons assurance-rapport is derhalve uitsluitend bestemd voor … (naam entiteit) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.
Verantwoordelijkheden van het bestuur en het toezichthoudend orgaan4 voor de assurance onderdelen
Het bestuur van …..(naam entiteit) is verantwoordelijk voor het opstellen van de assurance onderdelen in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria.
Het bestuur is ook verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opstellen, meten of evalueren van de assurance onderdelen mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Het toezichthoudend orgaan is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van het opstellen van de assurance onderdelen van de entiteit.
4 Zo nodig aanpassen als een toezichthoudend orgaan ontbreekt.
Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de assurance onderdelen
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van ons onderzoek dat wij daarmee voldoende en geschikte assurance-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Ons onderzoek is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens ons onderzoek niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Wij passen de ‘Nadere voorschriften kwaliteitssystemen’ (NVKS) toe. Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsbeheersing inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere relevante wet- en regelgeving.
Ons onderzoek bestond onder andere uit:
• het identificeren en inschatten van de risico’s dat de assurance onderdelen afwijkingen van materieel belang bevatten als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van assurance-werkzaamheden en het verkrijgen van assurance-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor het onderzoek met als doel assurance-werkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit.
• Het uitvoeren van de opgenomen werkzaamheden in het Accountantsprotocol behorend bij de Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen.
Plaats en datum
Naam accountantspraktijk Naam accountant
Bijlage B: Model Rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden – Subsidieregeling 5a- MDT Continueren en opschalen met betrekking tot... (onderzoeksobject(en))
Afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aan: Opdrachtgever
Doel van dit rapport inzake overeengekomen specifieke werkzaamheden
Ons rapport is uitsluitend bedoeld om te rapporteren over enkele onderdelen van de naleving van de aan de subsidieregeling 5a – MDT Continueren en opschalen verbonden verplichtingen en is mogelijk niet geschikt voor een ander doel.
Dit rapport is uitsluitend bedoeld voor [Opdrachtgever] en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna aan te duiden met: “de beoogde gebruikers” en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.
Samenvatting [bevindingen]
[De samenvatting van de bevindingen dient te worden beschreven op een wijze die objectief is, in bewoordingen die duidelijk, niet misleidend en niet voor verschillende interpretaties vatbaar zijn]
Verantwoordelijkheden van [Opdrachtgever] en de beoogde gebruikers [Opdrachtgever] en de beoogde gebruiker(s) hebben) erkend dat de overeengekomen specifieke werkzaamheden geschikt zijn voor het doel van de opdracht.
[Opdrachtgever] is verantwoordelijk voor … (onderzoeksobject(en)) waarop de overeengekomen specifieke werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Van [Opdrachtgever] en de beoogde gebruiker(s) wordt verwacht dat zij een eigen afweging maken van de overeengekomen specifieke werkzaamheden en bevindingen die door ons zijn gerapporteerd en hun eigen conclusies trekken uit de door ons uitgevoerde werkzaamheden.
Onze verantwoordelijkheden
Een opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden houdt in dat wij de specifieke werkzaamheden uitvoeren die zijn overeengekomen met [Opdrachtgever] [Indien van toepassing: en met andere beoogde gebruiker(s)] en de bevindingen rapporteren, die de feitelijke uitkomsten zijn van de uitgevoerde overeengekomen specifieke werkzaamheden.
Wij doen geen uitspraken over de geschiktheid van de overeengekomen specifieke werkzaamheden.
Wij hebben de overeengekomen specifieke werkzaamheden uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 4400, ‘Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden’.
Deze opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden is geen assurance-opdracht. Derhalve brengen wij geen oordeel of assurance-conclusie tot uitdrukking.
Indien wij aanvullende werkzaamheden hadden verricht, zouden mogelijk andere aangelegenheden onder onze aandacht zijn gekomen die gerapporteerd zouden zijn.
Beroepsethiek en kwaliteitsmanagement
Wij hebben de voor ons geldende relevante ethische voorschriften in de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) nageleefd.
Wij hebben de onafhankelijkheidsregels van de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) nageleefd
Wij passen de ‘Nadere voorschriften kwaliteitssystemen’ (NVKS) toe. Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsmanagement inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere
relevante wet- en regelgeving.
Xxxxxxxxxx werkzaamheden en bevindingen
Wij hebben de hieronder beschreven specifieke werkzaamheden, die wij met [opdrachtgever] [indien van toepassing: en de beoogde gebruiker(s)] zijn overeengekomen in de opdrachtvoorwaarden van
.. (datum), uitgevoerd op .. (onderzoeksobject(en). Verder zijn hieronder onze bevindingen vermeld inclusief details over eventuele uitzonderingen.
Specifieke werkzaamheden: | Bevindingen: |
A1. Cofinanciering samenwerkingspartner (artikel 9 lid 1 onder b) Vaststellen voor 2 samenwerkingspartners dat de verantwoorde ontvangen cofinanciering van samenwerkingspartners, ‘in cash’ en/of ’in kind’ cofinanciering overeenkomt met de onderliggende MDT5a onderbouwing. 1) In geval gerealiseerde cofinanciering ‘in cash’ is, dan stelt de accountant vast dat de verantwoorde cofinanciering in cash aansluit op de cofinanciering volgens de overeenkomst tussen de penvoerder en de samenwerkingspartner en de ontvangst van het co- financieringsbedrag aansluit op het bankafschrift. Eventuele afwijkingen dienen door de penvoerder toegelicht te worden. 2) In geval gerealiseerde cofinanciering ’in kind’ is, dan stelt de accountant vast dat de verantwoorde cofinanciering in kind aansluit op de cofinanciering volgens de overeenkomst tussen de penvoerder en de samenwerkingspartner (‘Verklaring cofinanciering MDT) en de kostenonderbouwing verantwoording cofinanciering ‘ín kind’ aansluit met de diensten (uren) of beschikbaar stellen van ruimte of goederen en de daarbij horende onderbouwing (bv. facturen). Eventuele afwijkingen dienen door de penvoerder toegelicht te worden. | |
A2. Kosten samenwerkingspartners 1. Vaststellen voor 10 geselecteerde kosten-items samenwerkingspartner(s) dat aan de hand van de omschrijvingen op de betreffende documenten (zoals facturen, urenstaten, interne doorbelasting, etc.) dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten. | |
A3. Subsidiabele kostenonderbouwing bevat geen toevoegingen aan voorzieningen en/of reserveringen (artikel 3) 1. Vaststellen dat in de subsidiabele kostenonderbouwing er géén sprake is van kosten gerelateerd aan toevoegingen aan voorzieningen en/of reserveringen. | |
B1. Autorisatiematrix Vaststellen dat bij de penvoerder een beschrijving van de autorisatiematrix aanwezig is van de penvoeder zelf en de samenwerkingspartners inzake de interne en externe begeleidingsuren die aansluit op de reguliere bevoegdheden binnen de organisatie van de penvoerder en de samenwerkingspartners en die in lijn is met vergelijkbare (MDT)projecten of in lijn is met de gebruikelijke interne procedures. |
B2. Urenverantwoording door penvoerder Als een gedeelte van de projectkosten van de penvoerder bestaat uit eigen urenbesteding dan stelt de accountant bij de penvoerder voor 5 geselecteerde interne begeleiders voor 1 maandoverzicht de onderbouwing vast. 1. Vaststellen dat op het maandoverzicht verantwoorde interne uren gemaakt door de medewerkers van de penvoerder worden onderbouwd door een urenadministratie. 2. Vaststellen dat op het maandoverzicht geschreven begeleidingsuren zijn geautoriseerd door de medewerker die de uren heeft geschreven en door het bestuur of de directie van de penvoerder, conform de aanwezige autorisatiematrix van het specifieke MDT5a project (zie B1.). 3. Vaststellen dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten. | |
B3 Facturen externe leveranciers Als een gedeelte van de projectkosten van de penvoerder bestaat uit facturen van externe leveranciers met trainings- of begeleidingsuren dan stelt de accountant bij de penvoerder voor 5 geselecteerde facturen van externe leveranciers de onderbouwing vast. 1. Vaststellen dat de facturen met trainings- of begeleidingsuren zijn geautoriseerd door het bestuur of de directie van de penvoerder conform de aanwezige autorisatiematrix van het specifieke MDT5a project (zie B1.). 2. Vaststellen dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten. | |
B 4 Urenopgave samenwerkingspartner Als een gedeelte van de projectkosten van de penvoerder bestaat uit een urenopgave van de samenwerkingspartners dan stelt de accountant bij de penvoerder voor 5 geselecteerde urenopgaves van de samenwerkingspartners de onderbouwing vast. 1. Vaststellen dat de facturen met trainings- of begeleidingsuren zijn geautoriseerd door het bestuur of de directie van de penvoerder conform de aanwezige autorisatiematrix van het specifieke MDT5a project (zie B1.). 2. Vaststellen dat de kosten betrekking hebben op dan wel toegerekend zijn aan de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiabele activiteiten. |
Beperking in het gebruik en verspreidingskring
Bij het overeenkomen van de specifieke werkzaamheden is rekening gehouden met de verwachtingen van de beoogde gebruikers Daarom is deze rapportage alleen bestemd voor u, de penvoerder en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Op deze rapportage kan niet door derden worden gesteund aangezien derden niet op de hoogte zijn van het doel van de werkzaamheden en de resultaten onjuist kunnen interpreteren. U kunt deze rapportage niet aan anderen afgeven zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming, tenzij wettelijke voorschriften anders bepalen. Tevens mag u geen passages uit dit rapport citeren of laten citeren, al dan niet met bronvermelding
Plaats en datum
Naam accountantspraktijk Naam accountant