Begripsdefinities
Werknemer: degene die een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het B.W. heeft gesloten, danwel -anders dan in zelfstandige uitoefening van een bedrijf of beroep- in aangenomen werk persoonlijk arbeid verricht.
Xxxxxxxx werknemer: degene die een opleiding volgt en met de werkgever een leerarbeidsovereenkomst heeft gesloten.
Leerarbeidsovereenkomst: overeenkomst, te sluiten tussen in ieder geval de werkgever en de leerling werknemer voor vijf dagen per week voor de duur van het bewijs van inschrijving.
Bewijs van inschrijving: schriftelijk bewijs dat de (leerling-) werknemer is ingeschreven voor een studiejaar/opleiding. Bij MBO-niveau betreft dit de beroepspraktijkvormingsovereenkomst/ praktijkovereenkomst bij HBO-niveau een bewijs van inschrijving afgegeven door de onderwijsinstelling.
Geaccrediteerde opleiding: opleidingen in de voltijdse, deeltijdse- of duale variant als bedoeld in de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) en Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) evenals post-hbo en post-wo. Deze is geregistreerd in het crebo- dan wel croho- register.
Crebo/croho: het Centraal register opleidingen is een systematische verzameling gegevens over opleidingen en bijbehorende opleidings- en exameninstellingen. Je vindt het crebo-/croho-register via xxx.xxx.xx.
Opleidingsmodule: een op zichzelf staand opleidingsonderdeel van een erkende crebo- of croho- opleiding of door NLQF erkende opleiding dat wordt afgesloten met een certificaat.
Modulair opleiden: als een werknemer door een verkregen vrijstelling slechts 1 of meerdere delen van de opleiding hoeft te volgen voor een diploma, wordt de vergoeding naar rato vastgesteld op basis van de totale studieduur.
Bewijs van deelname: schriftelijk bewijsstuk van het opleidingsinstituut dat de opleiding daadwerkelijk gevolgd is; bijvoorbeeld een diploma of certificaat of cijferlijst of verklaring van het opleidingsinstituut of digitale voortgangsrapportage.