Algemene voorwaarden winterstalling
Algemene voorwaarden winterstalling
Artikel 1: TOEPASSELIJKHEID EN BEGRIPPEN
1.1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op aanbiedingen, offertes, stallingsovereenkomsten en andere rechtsbetrekkingen die verband houden met de (winter)-stalling van vaartuigen. Deze voorwaarden zijn van toepassing op het moment dat de bewaargever aangeeft gebruik te willen maken van de stalling.
1.2 Onder vaartuig wordt verstaan schepen en aanverwante zaken, zoals goederen in/op of bevestigd aan het vaartuig.
1.3 Onder (winter)stalling wordt verstaan het tegen betaling ter beschikking stellen van een gedeelte van een terrein of overdekte ruimte waarop of waarin een vaartuig of aanverwante zaak gestald kan worden. Onder winterstalling wordt tevens verstaan het in en uit het water takelen, het schoonspuiten, het verplaatsen/ (intern)transport van het vaartuig, en in voorkomende gevallen het ontkoppelen en verwijderen van aan boord aanwezige gasflessen.
1.5 Onder stallinghouder wordt verstaan watersportbedrijf DOK88 gevestigd te Maarssen (Hoofdvestiging: Xxxxxxxxx 0 xxx 00, 0000 XX Xxxxxxxx), die de (winter-)stalling ter beschikking stelt en/of met de bewaargever een overeenkomst tot (winter)stalling heeft gesloten.
1.6 Onder bewaargever wordt verstaan degene die met de stallinghouder een overeenkomst tot winterstalling heeft gesloten en/of gebruik maakt van de ter beschikking gestelde ruimte.
Artikel 2: ALGEMENE VERPLICHTINGEN BEWAARGEVER
2.1 De bewaargever is verplicht het vaartuig allrisk dan wel minimaal WA casco verzekerd te laten zijn. Op verzoek is bewaargever verplicht een kopie van de desbetreffende polis(sen), de polisvoorwaarden en het betalingsbewijs van de verschuldigde premie(s) te overhandigen.
2.2 Het is de bewaargever niet toegestaan onderhoudswerkzaamheden of andere werkzaamheden aan het vaartuig uit te voeren, tenzij hij hiervoor schriftelijk toestemming heeft gekregen van de stallinghouder.
2.3 De bewaargever is, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de stallinghouder, niet bevoegd de stallingsplaats onder te verhuren of in bruikleen te geven.
2.4 De bewaargever is verplicht zich te houden aan de aanwijzingen van de stallinghouder, zoals aansluitend afgedrukt.
Artikel 3: AANSPRAKELIJKHEID
3.1 Behoudens schade als gevolg van grove schuld of opzet van de stallinghouder of diens werknemer(s), sluit de stallinghouder alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade van bewaargever.
3.2 De bewaargever vrijwaart stallinghouder voor aanspraken van derden, waaronder begrepen die van de (Rijks)overheid, inzake door bewaargever tijdens de contractduur veroorzaakte milieuschade en/of verontreiniging. Stallinghouder heeft het recht eventuele hiermee verband houdende schoonmaakkosten, boetes en dergelijke op de bewaargever te verhalen.
3.3 De stallinghouder is niet aansprakelijk bij diefstal c.q. vermissing van het vaartuig of bij brandschade. Schade op welke wijze dan ook veroorzaakt, schade blijft volledig voor de rekening van de bewaargever.
3.4 De stallinghouder kan niet garanderen dat het vaartuig vorstvrij gestald wordt en is dus niet aansprakelijk voor eventuele vorstschade.
Artikel 4: WERKZAAMHEDEN
Op de opdrachten en overeenkomsten tot uitvoering van werkzaamheden aan het vaartuig c.q. het doen van leveringen zijn de leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze zijn te vinden op xxx.xxx00.xx.
Artikel 5: DUUR VAN DE OVEREENKOMST
5.1 Het termijn van stalling vangt aan medio oktober en eindigt medio april van het daarop volgend jaar. De stallingsovereenkomst eindigt zodra de hiervoor genoemde duur is afgelopen en wordt niet geacht te zijn voortgezet, indien het vaartuig hierna nog in de (winter)stalling aanwezig is. Tenzij partijen anders met elkaar schriftelijk zijn overeengekomen, worden de vaartuigen wanneer de stalling ondanks het einde van de overeenkomst feitelijk wordt voortgezet op kosten en voor risico van de bewaargever (mogelijk elders) geborgen of gestald. Voor vaartuigen welke na medio april worden afgehaald, wordt de binnen winterstallingstarief per maand in rekening gebracht. Bij het berekenen van de kosten wordt een gedeelte van de maand gezien als een volle maand.
5.2 De stallinghouder behoudt zich het recht voor via een gerechtelijke procedure het vaartuig te (doen) verkopen, voor het geval de bewaargever na bij aangetekend schrijven te zijn aangemaand, verzuimt a) de stallinghouder de stallingskosten te voldoen en/of b) het vaartuig van het terrein van de stallinghouder te verwijderen. Alle vorderingen op de bewaargever – inclusief de met de verkoop en eventuele verwijdering/afvoer van het vaartuig gemoeide kosten- mogen uit de verkoopopbrengst worden voldaan.
5.3 Van het aanbieden van het vaartuig dient de stallinghouder minimaal 5 werkdagen vooraf in kennis te worden gesteld. Bij het ophalen van het vaartuig geldt een minimaal termijn van 10 werkdagen. Aan gestelde termijn kan door bewaargever geen rechten worden ontleend.
Artikel 6: BEËINDIGING
6.1 Uitsluitend indien de stallinghouder met een daartoe strekkend verzoek van de bewaargever, coulance halve en uitdrukkelijk instemt, kan de overeenkomst met wederzijds goedvinden worden beëindigd.
6.2 De stallinghouder heeft in dat geval recht op vergoeding van alle vermogensschade zoals geleden verlies, gederfde winst en gemaakte kosten. Niettemin spant de stallinghouder zich in de schade te beperken door op zoek te gaan naar een vervangende bewaargever voor de betreffende (winter)stallingsplaats.
6.3 De stallinghouder is, behalve als dit leidt tot storing in de rechten van de bewaargever, bevoegd om een onbezette stallingsplaats van de bewaargever voor de periode waarin die vrij is, aan anderen ter beschikking te stellen.
Artikel 7: BETALINGSVOORWAARDEN
7.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is de stallingssom, dan wel enig ander bedrag, bij vooruitbetaling verschuldigd.
7.2 Facturen dienen binnen 14 dagen betaald te worden. Bij niet-tijdige betaling is de bewaargever rente verschuldigd vanaf de vervaldag. De rente is gelijk aan de geldende wettelijke rente met een minimum van 10% op jaarbasis. Bij het berekenen van de rente wordt een gedeelte van de maand gezien als een volle maand.
7.3 Bij niet-tijdige betaling is bewaargever aan stallinghouder alle buitengerechtelijke kosten verschuldigd. De kosten bedragen minimaal 15% van het verschuldigde bedrag, met een minimum van € 75.
7.4 De bewaargever heeft niet het recht om zijn vorderingen met de vorderingen van de stallinghouder te verrekenen, tenzij er sprake is van faillissement van stallinghouder of de gerechtelijke schuldsanering op stallinghouder van toepassing is.
Artikel 8: RETENTIERECHT
8.1 De stallinghouder heeft het recht van retentie. Indien de bewaargever enige verplichting niet nakomt heeft de stallinghouder het recht om het vaartuig van de bewaargever onder zich te houden tot op het moment dat de bewaargever aan al zijn verplichtingen heeft voldaan.
8.2 Indien de bewaargever niet binnen een half jaar nadat stallinghouder het recht van retentie heeft ingeroepen, aan al zijn verplichtingen heeft voldaan jegens stallinghouder, is artikel 5.2 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9: RECHTS- EN FORUMKEUZE
9.1 Het Nederlands recht is van toepassing.
9.2 Alleen de Nederlandse burgerlijke rechter die bevoegd is in de vestigingsplaats van stallinghouder neemt kennis van geschillen, tenzij dit in strijd is met het dwingend recht. Stallinghouder mag van deze bevoegdheidsregel afwijken en de wettelijke bevoegdheidsregels hanteren.
Stallingsreglement
Dit reglement geldt voor iedereen die zich op het stallingsterrein bevindt, om een optimale veiligheid voor mens, dier en milieu te waarborgen. Los van concrete aanwijzingen van de stallinghouder dient u het volgende in acht te nemen:
I. VERONTREINIGING
Op straffe van een ontzegging van de toegang door de stallinghouder, of een vergoedingsplicht van de verwijderings-/schoonmaakkosten van de veroorzaakte verontreiniging, is het verboden om:
1. uit het boordtoilet afkomstige afvalstoffen op het stallingsterrein te lozen;
2. het terrein te verontreinigen met milieuverontreinigende stoffen, zoals olie, bilgewater, vet, huishoudelijk afval en uitwerpselen van dieren;
3. vaartuigen en auto's schoon te maken met niet biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen.
II. TIJDENS DE STALLING
Het is op straffe van een mogelijk weigering toegelaten te worden tot het terrein van de stalling, verboden om:
1. brandgevaarlijke werkzaamheden uit te voeren zoals lassen, slijpen, branden en werken met open vuur. Uitsluitend met schriftelijke toestemming van de stallinghouder is het toegestaan gasflessen en losse brandstoftanks aan boord achter te laten;
2. steunen of stophout weg te nemen of te verplaatsen;
3. vluchtwegen, steigers en uitgangen te blokkeren;
4. te roken in de loodsen en/of gebouwen en ruimten op het terrein;
5. de (scheeps-)verwarming te gebruiken zonder direct toezicht;
6. accu's (in het vaartuig) op te laden zonder direct toezicht;
7. het vaartuig aangesloten te laten op walstroom zonder direct toezicht;
8. werkzaamheden aan, in of op het vaartuig te (laten) verrichten, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de stallinghouder.
Voor de (winter)stalling geldt aanvullend: men mag aan boord geen licht ontvlambare stoffen zoals gas, benzine, petroleum en kerosine hebben en geen accu’s aangekoppeld laten. De hoeveelheid brandstof in de vaste brandstoftank ten behoeve van de hoofdaandrijving dient zo beperkt mogelijk te zijn.
De stallinghouder heeft het recht de stroomvoorziening van de loodsen en/of werkplaatsen af te sluiten, de toegang tot bepaalde plaatsen te beperken en, indien nodig, het vaartuig te verplaatsen.
III. AANSPRAKELIJKHEID
Behoudens grove schuld of opzet van de stallinghouder of diens werknemer(s), is de stallinghouder niet aansprakelijk voor enige schade.