Tripartiete Cliëntenovereenkomst Lijfrenterekening
Tripartiete Cliëntenovereenkomst Lijfrenterekening
1. Wie zijn er partij bij deze overeenkomst?
1.1. De volgende (rechts)personen zijn partij bij deze overeenkomst:
• Cliënt/rekeninghouder, als bedoeld in de Verklaring van aanvaarding en voor zover van toepassing, hierna te noemen: “Cliënt”
• Beleggingsonderneming, als bedoeld in de Verklaring van aanvaarding, hierna te noemen:
“Beleggingsonderneming”, en
• BinckBank N.V., statutair gevestigd en kantoorhoudend te (1083 HN) Amsterdam, hierna te
noemen: “BinckBank”.
1.2. Samen worden deze (rechts)personen partijen genoemd.
2. Waarvoor dient deze overeenkomst?
2.1. De cliënt wil beleggen voor zijn pensioen in een zogenoemde ‘lijfrenterekening’. Deze rekening
noemen wij hierna: de “Lijfrenterekening”. In deze overeenkomst maken partijen afspraken hierover.
2.2. Deze overeenkomst geldt in aanvulling op (i) de Cliëntenovereenkomst Tripartiete Dienstverlening (ii) de Voorwaarden Tripartiete Dienstverlening en (iii) de Handleiding Tripartiete Dienstverlening. Deze overeenkomsten sluit de cliënt dus ook met BinckBank en Beleggingsonderneming en deze 3 documenten zijn daarom ook van toepassing op de lijfrenterekening. Wel geldt dat als de Tripartiete Cliëntenovereenkomst Lijfrenterekening afwijkt van deze andere documentatie, de Tripartiete Cliëntenovereenkomst Lijfrenterekening voorgaat.
3. Deze Tripartiete Cliëntenovereenkomst Lijfrenterekening bevat dus aanvullende en afwijkende afspraken. De reden dat deze aanvullende en afwijkende afspraken worden gemaakt, is dat de belastingregels dit eisen. Vanwege de belastingregels wijkt de Lijfrenterekening dus iets af van de andere rekeningen bij BinckBank. Dat regelen wij in deze overeenkomst.
Doel van de rekening en bijzondere regels omdat de cliënt fiscaal (belasting) voordeel krijgt
3.1. De Lijfrenterekening is een geblokkeerde rekening als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Het is namelijk een lijfrenterekening. Dit heeft een aantal gevolgen. Die leggen wij hieronder uit.
3.2. De rechten uit deze overeenkomst kunnen niet worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven of tot voorwerp van zekerheid dienen. Dit betekent dat de cliënt het geld, uitzonderingen daargelaten, niet mag opnemen. En dat de cliënt anderen geen recht mag geven op de Lijfrenterekening. De cliënt kan de Lijfrenterekening niet als onderpand gebruiken voor een lening of met iemand delen of aan iemand verkopen. Het vermogen moet dus van de cliënt en alléén van de cliënt blijven. Handelt de cliënt in strijd hiermee, dan behandelt XxxxxXxxx dit als afkoop en heeft dit nadelige fiscale (belasting) consequenties.
3.3. De cliënt mag het opgebouwde bedrag uitsluitend gebruiken om vaste en gelijkmatige uitkeringen te kopen, als bedoeld in artikel 3.125 lid 1 en artikel 3.126a lid 4 onderdeel a van de Wet inkomstenbelasting 2001. De bedoeling is dus dat de cliënt van zijn vermogen een pensioenuitkering koopt bij een financiële instelling voor zijn oude dag of het vermogen in de Lijfrenterekening op een andere door de fiscale (belasting) regels toegestane manier gebruikt. Meestal koopt de cliënt dan met zijn vermogen een nieuw product. Daarmee start de uitkeringsfase en gaat de cliënt inkomstenbelasting betalen over de uitkeringen.
3.4. Zoals gezegd, leidt afkoop tot nadelig fiscale (belasting) consequenties. Stel de cliënt neemt (een deel van) zijn vermogen op maar niet voor de aankoop van een lijfrente bij een andere financiële instelling. Dan koopt de cliënt het hele tegoed van de Lijfrenterekening af. XxxxxXxxx moet dan de rekening van de cliënt beëindigen. BinckBank is verplicht dit te melden aan de Belastingdienst. De exacte fiscale gevolgen van afkoop en de beperkte uitzonderingen op deze regels staan in de Samenvatting Fiscale (belasting) regels per 7 juli 2017 aan het einde van dit document. In het ergste geval houdt de cliënt echter maar 28% van het vermogen op de Lijfrenterekening over.
3.5. XxxxxXxxx gaat ervan uit dat de volledige inleg, behalve wanneer deze afkomstig is van een andere geblokkeerde rekening op naam van de cliënt als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet inkomstenbelasting 2001 of van een lijfrenteverzekering zoals bedoeld in artikel 3.125 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, op de Lijfrenterekening kan worden aangemerkt als lijfrentepremie betaald in dit jaar ingevolge artikel 3.124 lid 1 onderdeel a van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.
3.6. 5 jaar na het jaar waarin de cliënt de AOW-leeftijd bereikt, heeft de Lijfrenterekening geen zin meer voor de cliënt. Dan moet de cliënt op grond van de fiscale regels een uitkering kopen. De Lijfrenterekening eindigt dan automatisch. Een voorbeeld: Stel de cliënt is geboren op 24 april 1969. Xxxx verwachting begint zijn/haar AOW dan op 24 juli 2036. Xxx heeft de Lijfrenterekening op 31 december 2041 geen zin meer voor de cliënt. De beleggingsonderneming zal de cliënt hierover informeren. De cliënt kan dan besluiten wat hij met zijn Lijfrenterekening wil doen. Als de cliënt niet uiterlijk voor 31 december 2042 heeft geregeld hoe het geld aan hem wordt uitgekeerd, dan is dit een afkoop. De Lijfrenterekening eindigt dan automatisch en BinckBank zet het vermogen over naar een normale rekening. Dit moet vanwege de fiscale regels en heeft waarschijnlijk zeer ongunstige belastinggevolgen voor de cliënt. Daarom is het belangrijk dat de cliënt (samen met zijn vermogensbeheerder) op tijd een beslissing neemt. Ter voorkoming van onduidelijkheden: de cliënt mag ook eerder een pensioenuitkering kopen, maar niet later.
3.7. Hierboven staat een zeer beknopte samenvatting. In de Samenvatting Fiscale (belasting) regels per 7 juli 2017 die de beleggingsonderneming u verstrekt, staat een overzicht van de huidige fiscale regels voor lijfrentes.
4. Verdeling van verantwoordelijkheden
4.1. De Lijfrenterekening wordt aangeboden door BinckBank. Het is de Beleggingsonderneming die (in opdracht van de cliënt) bepaalt hoe het vermogen op de Lijfrenterekening wordt belegd en of de Lijfrenterekening geschikt is voor de cliënt. De beleggingsonderneming is aanspreekpunt van de cliënt en informeert de cliënt, tenzij anders opgenomen in deze overeenkomst. Het is dus de beleggingsonderneming die het product samenstelt en beschikbaar stelt en die verantwoordelijk is voor de inhoud van het product. BinckBank is naast wat is afgesproken in de documentatie genoemd in 2.2 verantwoordelijk voor de rapportages naar de belastingdienst en het voldoen aan de belastingregels.
5. BinckBank kent de belastingsituatie van de cliënt niet
5.1. BinckBank kan de belasting situatie van de cliënt niet beoordelen, want hiervoor heeft XxxxxXxxx niet de benodigde informatie. De cliënt is hiervoor zelf verantwoordelijk. Mocht de belegging in de Lijfrenterekening dus niet leiden tot de belastingvoordelen van artikel 3:126a van de Wet IB 2001 waarop de cliënt hoopte of zelfs tot belastingnadeel, dan kan de cliënt XxxxxXxxx hier niet op aanspreken. Ook is de cliënt zelf verantwoordelijk voor zijn belastingopgaaf bij de belastingdienst.
5.2. Als de cliënt zich onzeker voelt over zijn fiscale situatie, xxxxx xxx hem aan een (fiscaal) adviseur te raadplegen.
6. Belangrijke verplichtingen van de cliënt
6.1. De cliënt moet XxxxxXxxx zo snel mogelijk informeren als hij/zij verhuist naar het buitenland, en/of belastingplichtig/fiscaal inwoner wordt buiten Nederland.
6.2. De nabestaanden moeten XxxxxXxxx zo snel mogelijk informeren als de cliënt is overleden. De nabestaanden moeten namelijk uiterlijk voor het eind van het tweede jaar volgend op het jaar van overlijden een uitkering kopen bij een (andere) financiële instelling. Als de cliënt dus overlijdt op 1 juli 2040, dan hebben de nabestaanden tot uiterlijk 31 december 2042. Doen zij dit niet dan geldt dit als afkoop en moet BinckBank de overeenkomst beëindigen. Dat heeft zeer nadelige belastinggevolgen. Daarom is het belangrijk, dat de nabestaanden ons het zo snel mogelijk laten weten, als de klant overlijdt.
6.3. Als de cliënt deze verplichtingen niet nakomt, dan kan dit tot schade voor de cliënt leiden.
6.4. Verder raden wij de cliënt aan de financiële bijsluiter die hoort bij de Lijfrenterekening te lezen. De beleggingsonderneming heeft deze opgesteld. Hierin staan beknopt de eigenschappen van de Lijfrenterekening.
6.5. Als de cliënt per ongeluk geld naar de Lijfrenterekening heeft overgemaakt, dan moet de cliënt dit zo snel mogelijk aan XxxxxXxxx laten weten. Mogelijk kan XxxxxXxxx het geld dan naar de cliënt terugstorten zonder dat dit nadelige belastinggevolgen heeft. Uiteraard is het geld wel belegd geweest en zijn beleggingswinsten en verliezen over de tijd dat het geld belegd is geweest voor rekening van de cliënt.
7. Kosten
7.1. De Lijfrenterekening kent de volgende extra kosten die BinckBank de cliënt in rekening brengt:
Afkoop Lijfrenterekening | EUR 100 (incl. BTW) |
Overboeken saldo op Lijfrenterekening (na verkoop van de beleggingen) naar andere aanbieder | EUR 199 (incl. BTW) |
Afkoop vanwege verhuizing naar buitenland | EUR 100 (incl. BTW) |
8. Wijzigingen
8.1. Wijzigingen in de fiscale regels kunnen automatisch wijzigingen in deze overeenkomst veroorzaken. BinckBank en de beleggingsonderneming mogen immers niets doen wat verboden is. Dan gaan de wijzigingen meteen in zonder dat BinckBank 30 dagen hoeft te wachten.
9. Einde overeenkomst
9.1. De cliënt kan deze overeenkomst altijd opzeggen. BinckBank handelt al lopende orders af en BinckBank is gerechtigd de beleggingen te verkopen. BinckBank maakt het vermogen (uitsluitend cash, dus niet in effecten) over naar een door de cliënt aangegeven andere financiële instelling die eveneens aan de fiscale regels van art. 3:125 of 3:126a van Wet IB 2001 voldoet. Dat duurt maximaal 2 weken. XxxxxXxxx heeft dan wel eerst informatie van de cliënt nodig. Welke informatie BinckBank nodig heeft laat XxxxxXxxx dan weten aan de cliënt. Ook kan de cliënt ervoor kiezen het vermogen naar zijn/haar eigen rekening over te laten maken. Dan moet XxxxxXxxx wel belasting inhouden en moet de cliënt, afhankelijk van de reden dat hij het vermogen opneemt, extra belasting (revisierente) betalen. Dit is dus meestal niet verstandig. Dit staat uitvoerig in paragraaf 3.4 hierboven.
9.2. Ook BinckBank mag deze overeenkomst opzeggen. De belangrijkste redenen hiervoor vindt u hieronder:
• BinckBank wil de Lijfrenterekening alleen met de cliënt opzeggen, bijvoorbeeld in het geval van fraude of misbruik of omdat XxxxxXxxx door de overeenkomst te laten voortduren zelf in overtreding van een wet zou zijn. Xxx geeft XxxxxXxxx de cliënt een redelijke termijn om een andere financiële instelling te vinden om zijn vermogen te bewaren. Vindt de cliënt geen andere financiële instelling, dan betaalt BinckBank het vermogen uit aan de cliënt. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid negatieve belasting consequenties voor de cliënt. Daarom zal BinckBank dit alleen doen als uiterste maatregel.
• Er is langer dan 3 maanden geen geld meer van de cliënt op de Lijfrenterekening belegd. XxxxxXxxx heeft het recht de Lijfrenterekening dan met een termijn van 2 maanden op te zeggen.
• De cliënt verhuist buiten Nederland of wordt belastingplichtig/fiscaal inwoner buiten Nederland. XxxxxXxxx heeft het recht de Lijfrenterekening dan met een termijn van 2 maanden op te zeggen.
• Als XxxxxXxxx zijn dienstverlening om commerciële redenen beëindigt, mag BinckBank zijn rechten en verplichtingen overdragen aan een andere partij of deze overeenkomst beëindigen. In beide gevallen, krijgen de cliënt en zijn beleggingsonderneming 2 maanden om een andere financiële instelling te kiezen.
Datum………………………………….. Plaats…………………………………..
Naam…………………………………….