De belangrijkste wijzigingen van de WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans)
De belangrijkste wijzigingen van de WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans)
Flexibele arbeid
Ketenbepaling
- De maximumtermijn van de keten gaat van drie contracten in twee jaar naar drie contracten drie jaar.
Oproepovereenkomsten
- Nulurencontracten, min/max-contracten en arbeidsovereenkomsten (zoals uitzendovereenkomsten) waarbij de loondoorbetalingsplicht is uitgesloten, zijn oproepovereenkomsten.
- Bij een oproepcontract moet de werkgever de werknemer minstens 4 dagen van tevoren schriftelijk oproepen, xxxxxx xxxxx de werknemer geen gehoor te geven aan de oproep.
- Wanneer de werkgever de oproep binnen 4 dagen voor aanvang van de werkzaamheden intrekt of de tijdstippen wijzigt, heeft de werknemer recht op loonbetaling conform de (oorspronkelijke) oproep.
- Bij voortzetting van het dienstverband na 12 maanden moet de werkgever binnen een maand schriftelijk een aanbod doen voor een arbeidsomvang met vaste uren, voor ten minste de gemiddelde, gewerkte arbeidsduur per maand in de voorgaande 12 maanden. Doet hij dit niet, dan heeft de werknemer recht op loon voor het aantal uren waarvoor hij een aanbod had moeten ontvangen.
- In geval van seizoenarbeid kan voor bij cao aangewezen functies worden bepaald dat bovenstaande niet van toepassing is.
- De oproepkracht kan opzeggen met een opzegtermijn van 4 dagen in plaats van 1 maand.
Payrolling
- Payrollwerknemers hebben recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor de eigen werknemers van de opdrachtgever die werkzaam zijn in gelijke of gelijkwaardige functies. Voor pensioen worden aparte regels gesteld, deze volgen nog.
- De inlener/opdrachtgever is verplicht om voorafgaand aan de terbeschikkingstelling de voor hem geldende arbeidsvoorwaarden te melden aan de payrollonderneming en aan de payrollkracht. Hij is via de ketenaansprakelijkheid ook hoofdelijk aansprakelijk.
Ontslagrecht en transitievergoeding
Ontslaggronden
Aan de 8 ontslaggronden uit het derde lid van artikel 669 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, de zogeheten cumulatiegrond:
Lid i; een combinatie van omstandigheden genoemd in twee of meer van de gronden, bedoeld in de onderdelen c tot en met h, die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Het is ter beoordeling aan de rechter of de door de werkgever aangevoerde combinatie van omstandigheden uit twee of meerdere ontslaggronden (c t/m h) een redelijke grond voor ontslag opleveren.
- Bij ontbinding op de cumulatiegrond kan de rechter als compensatie een extra vergoeding voor de werknemer geven van maximaal 50% van de voor de werknemer geldende transitievergoeding.
Transitievergoeding
- Vanaf de eerste dag van de arbeidsovereenkomst is er aanspraak op de transitievergoeding (nu is dit pas als het dienstverband ten minste 2 jaar heeft geduurd).
- De hogere opbouw na 10 jaar dienstverband en voor 50-plussers met ten minste 10 dienstjaren komt te vervallen. Hiermee wordt voor iedereen de opbouw 1/3de maandsalaris per dienstjaar (onvolledige dienstjaren naar rato). Dit geldt ook voor de dienstjaren van voor de wetswijziging.
- Extra belangrijk: De regelingen met betrekking tot de transitievergoeding, zoals die golden op 31 december 2019, blijven van toepassing bij een einde van de arbeidsovereenkomst in 2020 of later, als de procedure bij UWV of kantonrechter is gestart vóór 1 januari 2020, de arbeidsovereenkomst vóór die datum is opgezegd, of de werknemer vóór die datum met het ontslag heeft ingestemd.
Sociale zekerheid
WW-premiedifferentiatie naar aard van het contract
- Met ingang van 1 januari 2020 wordt het verschil tussen de hoge en lage WW-premie vijf procentpunten (de definitieve premies zijn nog niet bekend gemaakt). Hoofdregel is dat de lage premie geldt voor werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, mits er geen sprake is van een oproepovereenkomst. Voor alle andere contractvormen geldt het hoge percentage.
- Het hoge percentage zal ook gelden in de volgende gevallen:
1. De dienstbetrekking wordt binnen twee maanden na aanvang beëindigd.
2. De werknemer krijgt binnen een kalenderjaar 30% of meer uren verloond dan contractueel voor dat jaar was overeengekomen.
Contracten voor jongeren onder de 21 jaar die ten hoogste 48 uur per vier weken of 52 uur per maand werken (dit komt neer op gemiddeld twaalf uur per week), en BBL-contracten vallen onder het lage premiepercentage.