Privacy protocol flexibele
Privacy protocol flexibele
maatschappelijke opvang Weert, versie 2.1
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Weert, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft,
hierna te noemen “de Gemeente” en
de Kernpartners van de flexibele maatschappelijke opvang Weert:
• Xxxx Xxxxxxxx, KvK nr. 51612860, gevestigd te Venlo, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door , Algemeen directeur van Xxxxxxxx X.X.;
• Stichting MET ggz, KvK nr. 41063814, gevestigd te Roermond, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door bestuurder;
• Stichting Moveoo;KvK nr. 41073773, gevestigd te Roermond, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door , Directeur/bestuurder;
• Stichting Xxxxxxx xxx Xxxx voor Geestelijke Gezondheid; KvK nr. 12051606, gevestigd te Venray, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door gevolmachtigde directeur Xxxxxxxxx;
• Zelfregie BV, KvK nr.24376863 ,gevestigd te Venlo, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Directeur/ bestuurder;
• Stichting Wonen Limburg, KvK nr. 13012102, gevestigd te Roermond, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door: Directeur/bestuurder
• Van Tongerloo Zorggroep, KvK nr. 60989564, gevestigd te Hunsel, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door , Directeur/ bestuurder;
• Veiligheidshuis Midden-Limburg; gelet op het Privacy convenant Veiligheidshuis Midden Limburg van 1 december 2014, hierbij vertegenwoordigd door de hierin aangewezen verwerkingsverantwoordelijke, te weten het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond.
Hierna afzonderlijk te noemen “Partner” en gezamenlijk, inclusief de Gemeente, te noemen ‘Partners’
De volgende overwegingen in aanmerking nemende:
a. Partners in de flexibele maatschappelijke opvang intensief samenwerken met het doel om op een flexibele en gezamenlijke manier de dag- en nachtopvang voor dak- en thuisloze burgers te verwezenlijken. Uitgangspunten zijn: de burger centraal, aanspreken op eigen kracht en zelfredzaamheid, intensieve aanpak en korte doorlooptijd, gericht op uitstroom en stabiele mix(huisvesting, contact met hulpverlening/begeleiding);
b. Partners door hun samenwerking beogen de maatschappelijke opvang, hun ondersteuning en trajectbegeleiding doeltreffend, doelmatig en efficiënt te verlenen, waarbij zij goed in spelen op de vragen en behoeften van cliënten;
c. Voor de samenwerking de uitwisseling van gegevens, waaronder Persoonsgegevens, tussen Partners noodzakelijk is;
d. in de samenwerking Persoonsgegevens worden verwerkt ten dienste en onder verantwoordelijkheid van de Partners;
e. Partners slechts die Persoonsgegevens binnen de samenwerking delen die noodzakelijk zijn voor het doel van de samenwerking;
f. op de samenwerking wet- en regelgeving met betrekking tot de bescherming van Persoonsgegevens van toepassing is waarbij Partners conform deze wet- en regelgeving willen samenwerken;
g. dit Privacyprotocol de gedragsregels omschrijft bij het verstrekken en verder Verwerken van Persoonsgegevens door Partners in het kader van de samenwerking, alsook de verschillende verantwoordelijkheden met het oog op de rechten en plichten uit toepasselijke privacy wet- en regelgeving belegt;
h. met dit Privacyprotocol invulling wordt gegeven aan de in Artikel 26 van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming neergelegde verplichting voor Partners om op een transparante wijze hun samenwerkingsafspraken en hun verantwoordelijkheden jegens elkaar en jegens Betrokkene vast te leggen;
i. Partners in 2015 het Privacy-convenant (reglement) flexibele maatschappelijke opvang Weert, versie 1.0 hebben afgesloten;
j. Dat de invoering van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming en de toetreding van nieuwe partners in de samenwerking, reden is om de in 2015 gemaakte samenwerkingsafspraken te actualiseren en vast te leggen in voorliggend Privacyprotocol flexibele maatschappelijke opvang Weert, versie 2.0, met datum inwerkingtreding 1 januari 2020 en met gelijktijdige intrekking van het Privacy-convenant (reglement) flexibele maatschappelijke opvang versie 1.0.
stellen het volgende Protocol vast voor de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van hun samenwerking:
Artikel 1 Begripsbepalingen
1.1 Aanmelding: melding bij het Zelfregiecentrum voor een plek in de nachtopvang, waarbij een eerste screening wordt gedaan, het aanmeldformulier wordt ingevuld en eventueel ondersteuning wordt geboden op de meest acute probleemgebieden;
1.2 Afschaling: fase die volgt op het besluit in het Casusoverleg dat de Gezamenlijke aanpak niet langer nodig is en het dossier dat ten behoeve van de Procesregie is aangelegd, geschoond wordt van alle niet langer noodzakelijke informatie en uiteindelijk wordt verwijderd;
1.3 Afzonderlijke Verwerkingsverantwoordelijken:
Partners zijn Afzonderlijke Verwerkingsverantwoordelijken voor zelfstandige Verwerkingen en wanneer verschillende Verwerkingen min of meer geïntegreerd zijn, maar geen sprake is van Gezamenlijke Verwerkingsverantwoordelijken;
1.4 AVG: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);
1.5 Beheerders: de functionarissen die zijn belast met de dagelijkse zorg voor de persoonsgegevens die in het bestand zijn opgenomen, waaronder de zorg voor het invoeren, bewaren en verstrekken van persoonsgegevens op basis van de bepalingen van dit reglement;
1.6 Bestand (Registratiebestand): het gestructureerd geheel van Persoonsgegevens, ongeacht
of dit geheel van gegevens gecentraliseerd is of verspreid is op een functioneel of geografisch bepaalde wijze, dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en dat betrekking heeft op verschillende personen, in het leven geroepen door de Partners. Dit bestand bestaat uit twee onderdelen: een onderdeel waarin Persoonsgegevens worden vastgelegd in verband met de aanmelding bij de flexibele maatschappelijke opvang, en een onderdeel waarin Persoonsgegevens worden vastgelegd in verband met de (Gezamenlijke) aanpak en Trajectbegeleiding;
1.7 Betrokkene: de natuurlijke persoon op wie informatie, waaronder Persoonsgegevens, betrekking heeft (artikel 4 lid 1 AVG);
1.8 Bjsg: Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens;
1.9 Bronregistratie het oorspronkelijke cliëntdossier van een Partner waaruit de gegevens afkomstig zijn;
1.10 Buitenkantinformatie informatie die een Partner over een Cliënt verstrekt aan een
andere Partner die bevat: of de Cliënt bekend is bij de Partner, of er momenteel contacten zijn met de Cliënt, wanneer deze contacten zijn begonnen en wanneer deze contacten eventueel tussentijds zijn afgebroken, dan wel zijn afgesloten;
1.11 Bijzondere Persoonsgegevens: Persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke
opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, of het lidmaatschap van een vakbond blijken, en verwerking
van genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, of gegevens over gezondheid, of gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid (in artikel 9 AVG);
1.12 Casus: een geval of situatie die is Aangemeld ter beoordeling en eventuele bespreking in het Casusoverleg;
1.13 Casushouder de Partner die de Casusregie uitvoert;
1.14 Casusoverleg: fase waarin overleg plaats vindt door Partners gericht op de totstandkoming van plan van aanpak, afstemming tijdens de uitvoering daarvan, en het beoordelen of de Casus kan worden afgeschaald;
1.15 Casusregie: het uitvoeren van werkzaamheden gericht op het bewaken van de onderlinge samenhang bij het uitvoeren van de met Partners en de Cliënt gemaakte afspraken over de Gezamenlijke aanpak bij de behandeling van één specifieke Casus;
1.16 Cliënt de dak- of thuisloze burger aan wie (in de vorm van een gezamenlijke aanpak) opvang, ondersteuning of trajectbegeleiding wordt geboden;
1.17 Cliëntdossier de (papieren of digitale) verzameling Persoonsgegevens die een Partner in zijn eigen instelling vastlegt over de hulp die hij aan een Cliënt biedt of heeft geboden;
1.18 Dak- of thuislozen personen die leven op straat of andere openbare ruimte,
zonder vaste verblijfplaats; personen die kortdurend gebruik maken van de nachtopvang of laagdrempelige opvang; personen die op niet-structurele basis bij familie of vrienden slapen, zonder vaste verblijfplaats;
1.19 Derde een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde de Betrokkene, de Beheerder, de Verantwoordelijke, de ervaringsdeskundige, de Intaker, de medewerker van het ZRC, de Partner of een ander die op grond van dit Protocol bevoegd is Persoonsgegevens te Verwerken;
1.20 Gezamenlijke aanpak samenhangend en systeemgericht geheel van hulp geboden
door twee of meer partners aan een Cliënt, al dan niet samen met instellingen die geen Partner zijn, of met vrij gevestigde beroepskrachten;
1.21 Gezamenlijke Verwerkingsverantwoordelijken
van Gezamenlijke Verwerkingsverantwoordelijkheid is sprake wanneer Verwerkingen zijn geïntegreerd, en voor het geheel
niet één Partner als Verwerkingsverantwoordelijke kan worden aangemerkt;
1.22 Medewerkers intake: medewerkers die gezamenlijk en in samenhang zorgen voor
de intake en eventueel verdere trajectplanning en trajectbegeleiding;
1.23 Intaker medewerker die bij de intake zoekt naar een duurzame oplossing en eventueel zorg draagt voor het opstellen van het leefzorgplan, de coördinatie en begeleiding bij maatwerktrajecten en het onderhouden van interne en externe contacten;
1.24 Kernpartner de in de aanhef genoemde instelling of organisatie die samen met de andere Kernpartners de flexibele maatschappelijke opvang Weert vormen en die in dat verband opvang, ondersteuning en trajectbegeleiding bieden aan Cliënten;
1.25 Ondersteuning ondersteuning en begeleiding door ervaringsdeskundigen of professionals die de zelfredzaamheid en/of het sociaal functioneren van Cliënten herstelt of bevordert, met daarbij de eigen kracht van de Cliënt als uitgangspunt;
1.26 Partner(s) de in de aanhef van dit reglement genoemde Kernpartners en Gemeente, in de samenwerking flexibele maatschappelijke opvang;
1.27 Persoonsgegeven(s): alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare
natuurlijke persoon (“de Betrokkene”): als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator, of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon (artikel 4 lid 1 AVG);
1.28 Politiegegevens: elk Persoonsgegeven dat in het kader van de uitoefening van
de politietaak wordt verwerkt (artikel 1, sub a, Wpg);
1.29 Samenwerkingspartner de in de aanhef genoemde instelling of organisatie waarmee
de Kernpartners in de flexibele maatschappelijke opvang samenwerkingsafspraken hebben gemaakt over het gezamenlijk bieden van opvang, ondersteuning en trajectbegeleiding aan Cliënten in de vorm van een Gezamenlijke aanpak;
1.30 Strafrechtelijke persoonsgegevens: Persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke
veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen (artikel 10 AVG);
1.31 Strafvorderlijke gegevens: Persoonsgegevens of gegevens over een rechtspersoon die
zijn verkregen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek en die het openbaar ministerie in een strafdossier of langs geautomatiseerde weg verwerkt in een gegevensbestand (artikel 1 sub b Wjsg);
1.32 Trajectbegeleiding begeleiding bij een maatwerktraject dat in beginsel maximaal
12 weken duurt, waarbij de Intaker(s) de zorg voor de planning en eventueel de uitvoering op zich nemen en waarbij van de Cliënt verwacht wordt dat hij gemotiveerd meewerkt en een eigen bijdrage levert;
1.33 Triage: het proces waarbij relevante Partners worden bevraagd om te komen tot een nadere afweging ten aanzien van de routering van de Casus, tot een bepaling van het doel en de thema’s van een eventueel Casusoverleg, en tot een afweging welke Partners relevant zijn om te komen tot een Gezamenlijke aanpak;
1.34 UAVG: Wet van 16 mei 2018, houdende regels ter uitvoering van de AVG (Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming);
1.35 Verwerken; een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot Persoonsgegevens of een geheel van Persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze beschikbaar stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens (artikel 4 lid 2 AVG);
1.36 Verwerkingsverantwoordelijke: een natuurlijk persoon of rechtspersoon, een
overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/dat, alleen of met anderen, het doel van en de middelen voor de Verwerking van persoonsgegevens vaststelt; wanneer de doelstellingen van en de middelen voor deze Verwerking in het Unierecht of het lidstatelijke recht is vastgesteld, kan daarin reeds zijn bepaald wie de Verwerkingsverantwoordelijke is of volgens welke criteria deze wordt aangewezen (artikel 4 lid 7 AVG);
1.37 Werkgroep Wonen het overleg de samenwerkende Partners
1.37 Wjsg: Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
1.38 Wpg: Wet politiegegevens.
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Doel van de verwerking van persoonsgegevens
1. Het doel van de Verwerking van persoonsgegevens op grond van dit Protocol is het zo goed mogelijk bieden van integrale en flexibele opvang, ondersteuning en trajectbegeleiding aan Cliënten, waarbij de zelfredzaamheid en de veiligheid bepalend zijn.
2. Dit doel wordt onder andere bereikt door:
- Het desgevraagd geven van informatie – en advies en het bieden van ondersteuning aan Xxxxxxxx in verband met huisvesting en problemen op daarmee samenhangende levensgebieden;
- Bieden van gezamenlijke ondersteuning en trajectbegeleiding aan cliënten indien de complexiteit of de meervoudigheid van hun behoeften en problemen dit noodzakelijk maken.
Artikel 3 Toepassingsgebied
1. Dit Protocol is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens voor zover deze Persoonsgegevens worden Verwerkt ten behoeve van het samenwerken van de Partners in de flexibele maatschappelijke opvang.
2. Dit Protocol betreft iedere vorm van Verwerking van de in lid 1 bedoelde Persoonsgegevens, ongeacht of deze gegevens mondeling, op papier, elektronisch of door middel van foto, video of audio worden verwerkt.
3. Partners Verwerken de Persoonsgegevens die zij in het kader van de samenwerking onder dit Protocol hebben verkregen, niet voor andere doeleinden dan de doelen omschreven in artikel 2.
4. Bij het Verwerken van Persoonsgegevens in de samenwerking worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:
a. Alleen de voor het Doel noodzakelijke Persoonsgegevens worden verwerkt:
b. Een Partner die Persoonsgegevens verstrekt, behoudt de zeggenschap over het verdere gebruik van die gegevens;
c. Partners die bij de behandeling van een Casus kennisnemen van Persoonsgegevens afkomstig van een andere Partner, mogen deze gegevens alleen verder gebruiken voor hun eigen taken, als de Partner die de gegevens heeft ingebracht, hiermee instemt.
Artikel 4 Grondslag voor het verwerken en verstrekken van persoonsgegevens
1. De grondslag voor het verwerken en verstrekken van persoonsgegevens ten behoeve van het behandelen van een casus en de van toepassing zijnde taken van de Partners, is primair artikel 6 AVG lid 1 sub e, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van taken van Algemeen belang of door de aanmeldende Partner, en/of de verstrekkende Partner en/of de Partner onder wiens verantwoordelijkheid het Bestand valt en subsidiair, artikel 6 AVG lid 1 sub a, waarbij bij het vragen om toestemming, de procedure wordt gevolgd als omschreven in de artikel 9 en 10 van dit Protocol.
2. Voor gegevens afkomstig van de politie is de grondslag gelegen in artikel 20 Wet politiegegevens met bijbehorende Artikel 20 Beslissing van het bevoegd gezag.
Artikel 5 Verwerkingsverantwoordelijke
1. Partners zijn Afzonderlijk Verwerkingsverantwoordelijke voor de Persoonsgegevens die zij verstrekken aan de samenwerking.
2. Partners zijn, conform artikel 26 AVG, Gezamenlijk Verwerkingsverantwoordelijken voor de Persoonsgegevens die gezamenlijk worden Verwerkt ten behoeve van de samenwerking.
2. De Verwerkingsverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de naleving van dit Protocol en voor alle verplichtingen voortvloeiende uit van toepassing zijnde wet- en regelgeving met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene.
2. De Verwerkingsverantwoordelijke treft voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de Persoonsgegevens die in de samenwerking voor het in artikel 2 omschreven doel door de Partners worden verwerkt.
3. De Verwerkingsverantwoordelijke ziet er op toe dat ten aanzien van de beveiliging van de Persoonsgegevens van Betrokkenen die worden vastgelegd in het bestand afdoende maatregelen worden genomen.
4. De Verwerkingsverantwoordelijke ziet er tevens op toe dat uitsluitend de voor het in artikel 2 omschreven doel noodzakelijke Persoonsgegevens worden verwerkt en dat zij niet langer worden Verwerkt of bewaard dan voor dit doel noodzakelijk is.
5. De Verwerkingsverantwoordelijke draagt er zorg voor dat de verwerking van Persoonsgegevens op grond van dit Protocol wordt opgenomen in zijn/haar “register van verwerkingsactiviteiten”, als bedoeld in art. 30 AVG.
Artikel 6 Verantwoordelijkheden van iedere partner
1. Iedere Partner volgt bij de Verwerking van Persoonsgegevens van de Cliënten aan wie hij Ondersteuning of Trajectbegeleiding biedt, de wetgeving en de overige in - en externe regelgeving die op hem van toepassing is.
2. Indien een Partner samen met een of meer Partners Ondersteuning of Trajectbegeleiding biedt aan een cliënt, of indien er sprake is van doorgeleiding of een andere vorm van samenwerking in het bieden van Ondersteuning of Trajectbegeleiding aan een Cliënt, volgen de betrokken Partners, voor zover toegestaan door de eigen wetgeving en de overige in – en externe regelgeving, de bepalingen van dit Protocol.
3. Onverlet de in artikel 4 beschreven verantwoordelijkheden van de Verwerkingsverantwoordelijke, is iedere Partner op grond van dit Protocol ook zelf verantwoordelijk voor een zorgvuldige Verwerking van Persoonsgegevens van Betrokkenen. Tot een zorgvuldige Verwerking behoort in ieder geval dat:
- de Partners voorzieningen treffen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de Persoonsgegevens die worden verwerkt;
- de Partners afdoende maatregelen nemen voor de beveiliging van het verzenden, ontvangen en opslaan van persoonsgegevens in hun eigen cliëntdossiers en in het Bestand dat zij gezamenlijk ten behoeve van hun samenwerking hebben ingericht;
- de Persoonsgegevens die de Partners op basis van dit Verwerken juist en volledig en ter zake dienend zijn en dat deze gegevens rechtmatig zijn verkregen;
- er niet meer gegevens worden verwerkt dan voor het doel zoals omschreven in artikel 2 noodzakelijk is;
- de rechten gerespecteerd worden die de wet en dit Protocol Cliënten en andere Betrokkenen bieden;
- de Persoonsgegevens die afkomstig zijn van een andere Partner, waarvan zij via het Bestand kennis nemen, of die aan hen bekend worden gemaakt of verstrekt, niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan beschreven in artikel 2 en dat zij deze gegevens niet bekend maken of verstrekken aan Derden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de Partner van wie de Persoonsgegevens afkomstig zijn.
II. VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS IN VERBAND MET HET AANMELDEN VAN CLIËNTEN EN HET AANBIEDEN VAN ONDERSTEUNING EN TRAJECTBEGELEIDING
Artikel 7 Verwerken van persoonsgegevens in verband met de aanmelding van Cliënten
1. In verband met het aanmelden van Cliënten worden uitsluitend Persoonsgegevens van Cliënten in het Bestand vastgelegd voor zover dit noodzakelijk is:
- voor de plaatsing van de Cliënt in de nachtopvang;
- voor een vervolgcontact naar aanleiding van de Aanmelding;
- in verband met toeleiding naar passende Ondersteuning en Trajectbegeleiding.
2. Indien op grond van lid 1 gegevens dienen te worden vastgelegd in verband met de aanmeldtaak worden de volgende gegevens in het Bestand vastgelegd:
- naam, adres, woonplaats en contactgegevens van de Cliënt;
- gegevens over de aanmelder en Aanmelding, verblijfplaats, inschrijfgemeente en regiobinding;
- gegevens over de plaatsing;
- aanvullende informatie over de Cliënt, inclusief Bijzondere persoonsgegevens voor zover noodzakelijk voor uitoefening van deze taak;
- informatie met betrekking tot de voorgang van de Casus.
3. Indien het op grond van lid 1 noodzakelijk is Persoonsgegevens van een Cliënt vast te leggen, wordt hij over de Verwerking van zijn persoonsgegevens geïnformeerd vóórdat zijn gegevens worden vastgelegd, daarbij wordt ook het doel van deze Verwerking beschreven en wordt hem uitgelegd welke rechten hij ten aanzien van deze Verwerking kan uitoefenen en tot wie hij zich daarvoor moet wenden.
Artikel 8 Verwerken van persoonsgegevens in verband met het bieden van (gezamenlijke) ondersteuning en trajectbegeleiding
1. In verband met het geven van (gezamenlijke) Ondersteuning en Trajectbegeleiding worden niet meer Persoonsgegevens vastgelegd dan noodzakelijk is voor het bereiken van de in artikel 2 opgenomen doelen. Deze gegevens betreffen in ieder geval:
- naam, adres, woonplaats en contactgegevens van de Cliënt;
- gezinssamenstelling;
- informatie en analyse van de verschillende leefgebieden;
- intakeoverweging en intakebesluit;
- de gegevens die de Cliënt verstrekt, of die beroepskrachten verstrekken over eerder verleende Ondersteuning, (traject)begeleiding en uitkomsten van diagnostiek en onderzoek;
- de vraag naar ondersteuning van de cliënt en de doelen die daarmee worden beoogd;
- de voortgang van de ondersteuning en trajectbegeleiding, de resultaten die daarmee zijn behaald en de afsluiting ervan.
2. Bij de afspraken die met de Cliënt gemaakt worden over het bieden van de Ondersteuning en Trajectbegeleiding wordt de Cliënt geïnformeerd over de Verwerking van zijn persoonsgegevens in verband met deze Ondersteuning en Trajectbegeleiding. Daarbij wordt het doel van deze Verwerking beschreven, zo nodig om toestemming gevraagd voor de verwerking van concreet omschreven gegevens, en wordt de cliënt uitgelegd welke rechten hij overigens kan uitoefenen en tot wie hij zich daarvoor moet wenden.
III. VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS IN VERBAND MET DE SAMENWERKING TUSSEN DE PARTNERS
Artikel 9 Toestemming van de Cliënt voor de Verwerking van zijn persoonsgegevens in het kader van de samenwerking tussen de Partners
1. Indien een Partner Ondersteuning of Trajectbegeleiding biedt aan een Cliënt en vaststelt dat het voor een gezamenlijke aanpak noodzakelijk is om Persoonsgegevens van deze cliënt te verstrekken aan een Partner die eveneens Ondersteuning of Trajectbegeleiding biedt aan de Cliënt, vraagt de Partner, voordat hij tot verstrekking over gaat, toestemming aan de Cliënt voor deze verstrekking en de daarop volgende uitwisseling van Persoonsgegevens tussen de betrokken Partners.
2. Voordat toestemming aan de Cliënt wordt gevraagd, informeert de Partner de Cliënt over het doel van de Verwerking, om welke persoonsgegevens het concreet gaat en over het recht om een gegeven toestemming weer in te trekken.
3. Indien de Partner de Cliënt op grond van dit artikel schriftelijk om toestemming heeft gevraagd, voegt hij de schriftelijke toestemming toe aan het cliëntdossier. Is de toestemming mondeling gegeven, dan maakt de Partner daarvan een aantekening in het cliëntdossier.
Artikel 10 Verwerken van persoonsgegevens ondanks het ontbreken van toestemming
1. Indien de Cliënt zijn toestemming voor het Verwerken van persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 8 weigert, onderzoekt de Partner de redenen van deze weigering en beziet hij of het mogelijk is om de bezwaren van de Cliënt tegen de Verwerking weg te nemen.
2. Blijft de Cliënt bij zijn weigering, dan verstrekt de Partner de Persoonsgegevens van de Cliënt niet aan de andere Partner(s) die eveneens Ondersteuning of Trajectbegeleiding biedt en evenmin aan de beoogd Casushouder.
3. Is de Partner echter van mening dat:
- de Cliënt in een zeer ernstige situatie verkeert waarin Ondersteuning of Trajectbegeleiding dringend is geboden in verband met zijn veiligheid of bescherming;
- hij zelf niet voldoende ondersteuning of begeleiding kan bieden om de Cliënt voldoende te beschermen;
- de Ondersteuning of Trajectbegeleiding van een of meer andere Partners noodzakelijk is om de Cliënt of zijn gezinslid voldoende te beschermen;
- Verstrekking van persoonsgegevens aan de andere Partner(s) daarvoor noodzakelijk is:
dan kan de Partner beslissen om, ondanks het ontbreken van toestemming van de Cliënt, toch de noodzakelijke gegevens aan een of meer Partners en/of aan de Casushouder te verstrekken.
Over dit besluit wordt de Cliënt zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
4. Van het vragen van toestemming, van overleg met de Cliënt hierover en/of van het informeren van de Cliënt over een besluit tot Verwerking van zijn gegevens, kan worden afgezien in verband met de veiligheid van de Cliënt, (van de beroepskracht) van een Partner, of die van een ander;
5. Een besluit zoals bedoeld in lid 3 en lid 4 wordt pas genomen nadat de beroepskracht die het besluit namens zijn instelling neemt, intern overleg heeft gepleegd met de Functionaris voor Gegevensbescherming, conform de voorschriften die daarvoor binnen zijn instelling gelden.
6. Het besluit om zonder toestemming van de Cliënt informatie te verstrekken en/of om overleg te voeren, wordt vastgelegd in het cliëntdossier, met vermelding van de redenen voor dit besluit en de functionaris(sen) die vooraf over dit besluit is of zijn geraadpleegd.
Artikel 11 Verwerken van persoonsgegevens van een Cliënt die door een Derde Partner zijn verstrekt of die aan een Derde Partner worden verstrekt
1. De Partners leggen de Persoonsgegevens die zij op grond van dit Protocol van een Derde Partner ontvangen zorgvuldig vast in het cliëntdossier, met vermelding van de naam van de Derde Partner die de gegevens heeft verstrekt, de datum van de verstrekking en een aantekening dat deze gegevens, zonder voorafgaande toestemming van de verstrekkende Derde Partner, niet aan een andere partner mogen worden doorgegeven tenzij bij de verstrekking aantoonbaar anders is afgesproken.
2 . De Partners maken een aantekening in het cliëntdossier indien zij, op in het kader van de samenwerking zoals vastgelegd in dit Protocol, persoonsgegevens van een Cliënt verstrekken aan een Derde Partner. Zij vermelden daarbij: de redenen van de verstrekking, bijbehorende wettelijke grondslag, de naam of namen van de Derde Partner(s) aan wie Persoonsgegevens zijn verstrekt en welke Persoonsgegevens zijn verstrekt.
3. Ook als de partners besluiten om Persoonsgegevens van een cliënt vast te leggen in het Bestand maken zij daarvan een aantekening in hun eigen cliëntdossier, zoals bedoeld in lid 2.
IV. EXTERNE CASUSOVERLEGGEN
Artikel 12 De aanmelding van Cliënten en de Verwerking van persoonsgegevens in een extern casusoverleg
1. Cliënten kunnen door een Partner voor een extern casusoverleg worden aangemeld in verband met hun meervoudige en/of complexe problematiek die een probleemanalyse en/of een Gezamenlijke aanpak noodzakelijk maken.
2. De Partner die de Cliënt aanmeldt voor een extern casusoverleg vraagt toestemming aan de Cliënt voor het voeren van het overleg. De bepalingen van de artikelen 8 en 9 zijn daarbij van toepassing.
3. De voorzitter van het extern casusoverleg beoordeelt, in overleg met de melder, of het mogelijk en gelet op het doel van het casusoverleg gewenst is dat de Cliënt of zijn wettelijk vertegenwoordiger bij het overleg aanwezig is. Indien dit het geval is, draagt de voorzitter er zorg voor dat de Cliënt, al dan niet door tussenkomst van de melder, voor het overleg wordt uitgenodigd.
4. Ter afronding van een extern casusoverleg worden in het Bestand vastgelegd:
- een korte samenvatting van (de analyse van) de hulpvraag;
- afspraken die de Partners maken over de Gezamenlijke aanpak die door het casusoverleg is vastgesteld;
- of (de wettelijk vertegenwoordiger van) de Cliënt aanwezig was bij het overleg en indien dit niet het geval is geweest, op welke wijze de Cliënt is betrokken bij de analyse van de situatie en bij het vaststellen van de Gezamenlijke aanpak;
- de Gezamenlijke aanpak die door het casusoverleg is vastgesteld met daarin: de resultaten die met deze aanpak worden beoogd, de verschillende onderdelen waaruit deze aanpak zal bestaan, wie deze verschillende onderdelen zullen uitvoeren, de termijnen waarbinnen dit zal gebeuren, welk aandeel de Cliënt zelf zal hebben in de aanpak van zijn problemen en de naam van de Partner of de andere instelling die als Casushouder zal optreden;
- indien de Cliënt niet aanwezig was bij het overleg: wie de Cliënt informeert over de uitkomsten van het casusoverleg.
5. Indien dit noodzakelijk is voor het doel van het extern casusoverleg kunnen beroepskrachten van andere instellingen worden uitgenodigd voor het overleg over een Cliënt, voor zover zij rechtstreeks betrokken zijn bij zijn problematiek of de aanpak daarvan. Voordat deze
beroepskrachten aan het overleg kunnen deelnemen, dienen zij een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen. Bij het vragen van toestemming aan de Cliënt voor het casusoverleg zoals bedoeld in lid 2, wordt de Cliënt, voordat zijn toestemming wordt gevraagd, ook geïnformeerd over de deelname van een of meer bijkomende beroepskrachten.
V. HET (REGISTRATIE)BESTAND
Artikel 13 De persoonsgegevens die in het Bestand worden opgenomen
1. In het Bestand dat de Partners inrichten ten behoeve van het bieden van maatschappelijke opvang en (gezamenlijke) Ondersteuning of Trajectbegeleiding aan Cliënten en het voeren van casusoverleg, worden niet meer gegevens verwerkt dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de in artikel 2 van dit Protocol opgenomen doelen.
2. Als registratiesysteem voor de flexibele maatschappelijke omvang wordt gebruik gemaakt van een cliëntvolgsysteem genaamd REGAS.
3. Indien het voor de aanmelding voor de nachtopvang noodzakelijk is, worden in het Bestand de gegevens vastgelegd zoals omschreven in artikel 6 lid 2.
4. In verband met het bieden van Ondersteuning en Trajectbegeleiding worden in het Bestand vastgelegd de gegevens zoals omschreven in artikel 7 lid 1.
5. In verband met een extern casusoverleg worden in het Bestand vastgelegd de gegevens zoals omschreven in artikel 1, lid 1.10.
6. In verband met het vaststellen en uitvoeren van een Gezamenlijke aanpak worden de volgende gegevens in het Bestand vastgelegd:
- de naam, het adres, de woonplaats en de contactgegevens van de Cliënt aan wie Ondersteuning of Trajectbegeleiding wordt geboden in het kader van de Gezamenlijke aanpak;
- de wijze waarop de Cliënt zo spoedig mogelijk is betrokken bij het vaststellen van de Gezamenlijke aanpak en of hij met deze aanpak instemt;
- de Gezamenlijke aanpak met daarbij vermeld welke Partners de verschillende onderdelen van de aanpak uitvoeren en de namen en contactgegevens van de beroepskrachten die deze onderdelen namens de Partners feitelijk uitvoeren;
- de Partner die optreedt als Casushouder met daarbij de contactgegevens van de beroepskracht die deze taak namens de Partner zal uitvoeren;
- het aandeel dat de Cliënt zelf zal hebben in de aanpak van zijn vragen en problemen;
- wijzigingen in de Gezamenlijke aanpak;
- de voortgang en mogelijke stagnaties in de uitvoering van de Gezamenlijke aanpak;
- de acties die de Casushouder onderneemt in verband met stagnaties in de jeugdhulp en de uitkomsten daarvan;
- de uitkomsten van overleg tussen de Partners over de vaststelling, uitvoering, of wijziging van de Gezamenlijke aanpak, dan wel over de vragen en problemen van een Cliënt;
- de afsluiting van de uitvoering van de Gezamenlijke aanpak.
7. Bij het vastleggen van gegevens in het bestand op grond van lid 5 beperken de Partners zich tot buitenkantinformatie. Gegevens omtrent de inhoud van de Ondersteuning of Trajectbegeleiding leggen zij uitsluitend vast in de eigen cliëntdossiers, tenzij het (ook) vastleggen van deze gegevens in het Bestand noodzakelijk is omdat de andere bij de Ondersteuning of Trajectbegeleiding betrokken Partners van deze gegevens kennis moeten nemen in verband met de uitvoering van de Gezamenlijke aanpak.
8. Indien bij het geven van informatie en advies of bij het bieden van Ondersteuning of Trajectbegeleiding vermoedens ontstaan dat de Cliënt op enigerlei wijze is betrokken bij huiselijk geweld of kindermishandeling, worden de gegevens over de stappen die conform de Meldcode worden gezet, op zakelijke wijze vastgelegd in het Bestand.
9. Persoonsgegevens die ten behoeve van beleidsvorming, beleidsevaluatie of onderzoek in het Bestand worden opgenomen, worden ontdaan van hun identificerende kenmerken voordat zij worden aangeleverd.
Artikel 14 Toegang tot de persoonsgegevens in het Bestand
1. Voor zover noodzakelijk voor hun taakuitoefening hebben toegang tot het onderdeel van het bestand waarin Persoonsgegevens worden vastgelegd in verband met de aanmelding bij de flexibele maatschappelijke opvang en het bieden van Ondersteuning:
- de aangewezen relevante medewerker van het Zelfregiecentrum;
- de aangewezen medewerkers intake;
- medewerkers met een administratieve of technische taak, op aanwijzing van de Beheerder.
2. Voor zover noodzakelijk voor hun taakuitoefening hebben toegang tot het onderdeel van het bestand waarin Persoonsgegevens worden vastgelegd in verband met het (gezamenlijk) bieden van Trajectbegeleiding:
- door de verwerkingsverantwoordelijke aangewezen medewerkers;
- de aangewezen medewerkers intake;
- medewerkers met een administratieve of technische taak, op aanwijzing van de beheerder.
3. Iedere Partner van wie beroepskrachten op grond van dit artikel toegang hebben tot een onderdeel van het Bestand, treft een schriftelijke regeling waarin wordt vastgesteld:
- welke beroepskrachten toegang hebben tot het Bestand;
- tot welke gegevens in het Bestand deze beroepskrachten toegang hebben;
- welke beroepskrachten die toegang hebben tot het Bestand ook bevoegd zijn om gegevens in het Bestand vast te leggen of te wijzigen conform lid 2.
4. De Beheerder kent autorisaties toe die toegang geven tot het bestand van de cliënt.
Artikel 15 Verstrekken van gegevens uit het Bestand
1. Voor zover noodzakelijk voor het vaststellen, uitvoeren of volgen van de Gezamenlijke aanpak kan de Casushouder ook gegevens uit het Bestand verstrekken aan andere instellingen of aan vrij gevestigde beroepskrachten die geen Partner zijn maar die wel rechtstreeks zijn betrokken bij de uitvoering van de Gezamenlijke aanpak. De casushouder vraagt in dit geval vooraf toestemming voor deze verstrekking aan de Cliënt. De bepalingen van artikel 8 en 9 zijn daarbij van toepassing.
2. In andere dan de in lid 1 en 2 genoemde gevallen worden geen gegevens uit het bestand verstrekt, tenzij een wettelijke plicht tot verstrekking noodzaakt. Indien een wettelijke plicht tot verstrekking noodzaakt, verwijst de beheerder, voor zover dit hem wordt toegestaan, naar de partner die de gegevens in het bestand heeft vastgelegd.
3. Van de verstrekking van gegevens uit het bestand zoals bedoeld in lid 1 en 2 maakt de beheerder een aantekening in het bestand.
Artikel 16 Kwaliteit
De Partners dragen er zorg voor dat de Persoonsgegevens die zij in het kader van de onder artikel 2 geformuleerde doeleinden verstrekken, toereikend, ter zake dienend, niet bovenmatig, juist en nauwkeurig zijn.
Artikel 17 Bewaren en vernietigen van de persoonsgegevens in het Bestand
1. De Persoonsgegevens die zijn opgenomen in het Bestand worden niet langer bewaard dan noodzakelijk voor de doelen waarvoor ze worden verwerkt met een maximum van twee jaar, te rekenen vanaf het eerste jaar nadat de Gegevensverwerking is afgesloten.
2. Uiterlijk na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn, worden de Persoonsgegevens vernietigd.
3. In verband met beleidsvorming, beleidsevaluatie of onderzoek kunnen de gegevens die zijn opgenomen in het Bestand langer dan de in lid 1 genoemde termijnen worden bewaard, voor zover deze gegevens worden ontdaan van hun identificerende kenmerken.
Artikel 18 Beveiliging
1. Partners dragen zorg voor passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen om Persoonsgegevens te beschermen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige Verwerking. Die maatregelen betreffen onder meer, maar niet uitsluitend, maatregelen met betrekking tot de toegang tot Persoonsgegevens, alsook het gebruik van beveiligde verbindingen voor de verstrekking van Persoonsgegevens conform de geldende beveiligingsnormen voor de betreffende gegevens.
Artikel 19 Datalekken
1. Partners houden procedures in stand die erop gericht zijn om inbreuken in de beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de bescherming van Persoonsgegevens redelijkerwijs te detecteren en daarop actie te ondernemen, daaronder begrepen maatregelen tot herstel.
2. Partners stellen de Gemeente onverwijld maar uiterlijk binnen 24 uur na kennisneming, op de hoogte van een inbreuk op Persoonsgegevens in de zin van artikel 4, onder 12 AVG die een risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van Betrokkenen zoals bedoeld in artikel 33 AVG. Deze kennisgeving omvat in ieder geval:
a. De aard en omvang van de inbreuk;
b. De contactgegevens van de persoon bij wie meer informatie over de inbreuk kan worden verkregen;
c. De maatregelen die kunnen worden genomen om de gevolgen van de inbreuk te voorkomen of beperken;
d. De mogelijke gevolgen en risico’s van de inbreuk op de bescherming van Persoonsgegevens voor de Betrokkene;
e. De maatregelen die de Partner zelf reeds genomen of zal nemen om de bescherming van Persoonsgegevens te herstellen.
3. De gemeente informeert de Partners schriftelijk over een inbreuk als bedoeld in het tweede lid.
4. Partners melden, indien wettelijk verplicht, een inbreuk als bedoeld in het tweede lid, bij de Autoriteit Persoonsgegevens conform de daarvoor geldende procedure, met kopie van de melding aan de overige Partners.
5. Wanneer een inbreuk als bedoeld in het tweede lid waarschijnlijk een hoog risico voor de rechten en vrijheden van Xxxxxxxxxx(n) zal inhouden als bedoeld in artikel 34 AVG, wordt deze over de inbreuk geïnformeerd. De inhoud van die melding wordt vooraf tussen Partners afgestemd.
6. Partners verlenen elkaar de medewerking die redelijkerwijs van elkaar mag worden verwacht om aan de op Partners rustende kennisgevingsverplichtingen te voldoen, mede met het oog op een eventueel onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens.
7. Partners houden een overzicht bij van iedere inbreuk die leidt tot de aanzienlijke kans op ernstige nadelige gevolgen dan wel ernstige nadelige gevolgen heeft voor de bescherming van Persoonsgegevens. Het overzicht omvat in ieder geval feiten en gegevens omtrent de aard van de inbreuk, de (eventuele) gevolgen daarvan en de genomen corrigerende maatregelen, de overwegingen om al dan niet over te gaan tot kennisgeving aan de Betrokkene(n) alsmede de tekst van verzonden kennisgevingen aan Betrokkene(n).
Artikel 20 Privacy by Design
Voorafgaand aan (nieuwe) Verwerkingen onder dit Protocol, of de inzet van nieuwe technologieën voor de Verwerkingen onder dit Protocol, voert de Verwerkingsverantwoordelijke(n) een Gegevensbeschermingseffectbeoordeling uit conform artikel 35 AVG.
VI. RECHTEN VAN BETROKKENEN MET BETREKKING TOT DE GEGEVENS DIE IN HET BESTAND ZIJN OPGENOMEN
Artikel 21 Reikwijdte van de uitoefening van de rechten van betrokkenen op basis van dit Protocol
1. De rechten van betrokkenen zoals omschreven in dit reglement, hebben betrekking op de persoonsgegevens die in het bestand zijn opgenomen.
2. Voordat de verantwoordelijke beslist over een verzoek op grond van artikel 22, 23 en 24 van dit Protocol pleegt hij overleg met de partner die de persoonsgegevens, waarop de uitoefening van rechten zich richt, in het bestand heeft vastgelegd.
3. De verantwoordelijke kan de betrokkene die de rechten zoals omschreven in dit Protocol wenst uit te oefenen, verzoeken om een geldig identiteitsbewijs.
4. Rechten ten aanzien van persoonsgegevens die zijn vastgelegd in een cliëntdossier van een partner in verband met de ondersteuning of trajectbegeleiding die hij biedt of heeft geboden, oefenen betrokkenen uit bij de betreffende partner, op basis van de wet – en regelgeving die op deze partner van toepassing is.
Artikel 22 Recht op informatie en inzage
1. Iedere betrokkene heeft het recht zich schriftelijk tot de verantwoordelijke te wenden met het verzoek hem mede te delen of persoonsgegevens die op hem betrekking hebben in het bestand zijn opgenomen en of deze gegevens anderszins zijn verwerkt.
2. De betrokkene kan zijn dossier in de praktijk inzien. Voor kopieën kunnen kosten in rekening worden gebracht.
3. De verantwoordelijke deelt de betrokkene uiterlijk na vier weken mee of persoonsgegevens die op hem betrekking hebben in het bestand zijn opgenomen.
4. Indien dit het geval is bevat de mededeling een volledig overzicht van de persoonsgegevens die zijn opgenomen in het bestand, het doel daarvan, alsmede een overzicht van de personen en instellingen aan wie de verantwoordelijke persoonsgegevens van de betrokkene heeft verstrekt en het doel van deze verstrekking(en).
5. Het informatierecht zoals in dit artikel omschreven kan worden geweigerd in het belang van:
- de veiligheid van de Staat;
- het voorkomen, opsporen en vervolgen van strafbare feiten;
- gewichtige economische en financiële belangen van de Staat en van andere openbare lichamen;
- het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de hier boven bedoelde belangen;
- de bescherming van de betrokkene, of van de rechten en vrijheden van anderen.
Artikel 23 Correctierecht
1. Nadat de betrokkene op grond van artikel 22 kennis heeft genomen van de verwerking van zijn persoonsgegevens, kan hij de verantwoordelijke verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, voor zover deze gegevens onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking.
2. Is de betrokkene het niet eens met een oordeel over hem dat in het bestand is opgenomen, dan kan hij de verantwoordelijke verzoeken zijn eigen verklaring omtrent dit oordeel aan het bestand toe te voegen.
3. De verantwoordelijke reageert binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk en gemotiveerd op verzoeken zoals bedoeld in lid 1 en 2.
4. Mocht het verzoek om correctie leiden tot aanpassing van de gegevens, dan draagt de verantwoordelijke er zorg voor dat deze aanpassing ook bekend wordt gemaakt aan de partners en aan derden die op grond van dit reglement kennis hebben genomen van deze persoonsgegevens.
Artikel 24 Recht van verzet
1. De betrokkene die heeft vastgesteld dat op grond van dit Protocol persoonsgegevens over hem in het bestand zijn opgenomen, kan te allen tijde schriftelijk verzet aantekenen tegen deze verwerking in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden. Het verzet dient te worden gericht aan de verantwoordelijke.
2. De verantwoordelijke beoordeelt het verzet binnen vier weken na ontvangst daarvan. Hij weegt daarbij de belangen die worden gediend met de verwerking van de persoonsgegevens af tegen de belangen die de betrokkene in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden heeft bij beëindiging van de verwerking. Hij betrekt bij zijn afweging met name ook de belangen van de minderjarige leden van het gezin van de betrokkene. Acht de verantwoordelijke het verzet gerechtvaardigd, dan beëindigt hij terstond de verwerking. Acht de verantwoordelijke het verzet niet gerechtvaardigd, dan deelt hij dit de betrokkene schriftelijk en met vermelding van de motieven voor de afwijzing mede.
Artikel 25 Uitoefenen van de taken van de verantwoordelijke door de beheerder
Op basis van een schriftelijk mandaatbesluit kan de verantwoordelijke zijn taken, zoals omschreven in de artikelen 22, 23 en 24 mandateren aan de beheerder.
Artikel 26 Geheimhouding
1. Een ieder die op grond van dit Protocol kennis neemt van Persoonsgegevens van een Betrokkene, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij de wet tot bekendmaking verplicht.
2. Partijen dragen er zorg voor dat iedere medewerker die in de uitvoering van dit Protocol in aanmerking komt met Persoonsgegevens, geheimhouding van die gegevens waarborgt.
3. Partijen in het samenwerkingsverband mogen Persoonsgegevens afkomstig van de politie en Openbaar Ministerie slechts verwerken voor het specifieke doel waarvoor deze zijn verstrekt ten behoeve van de Casus.
4. Doorverstrekken van gegevens die afkomstig zijn van een andere partner is niet toegestaan, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de betreffende partner en van de cliënt. Op het vragen van toestemming aan de cliënt zijn de bepalingen van artikel 8 en 9 van toepassing.
Artikel 27 Slotbepalingen
1. Dit Protocol treedt in werking op de dag van ondertekening door Partijen.
2. Indien uiterlijk drie maanden voor de einddatum van dit Protocol geen ander besluit door de partners is genomen, wordt het reglement geacht ongewijzigd te zijn verlengd voor een periode van een jaar.
3. Dit Protocol kan worden gewijzigd of ingetrokken door een gezamenlijk besluit van de partners.
4. Dit Protocol kan worden aangehaald als Privacyprotocol flexibele maatschappelijke opvang Weert,
versie 2.1.
Naam organisatie: | Gemeente Weert |
Naam tekeningsbevoegde: | P.P.H. Sterk |
Functie tekeningsbevoegde: | Wethouder |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Stichting Xxxxxxx xxx Xxxx Instituut |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | Directeur financiën |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Stichting MET ggz |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | Bestuurder |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Stichting Moveoo |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | Bestuurder |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Zelfregie BV |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | Bestuurder |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Xxxx Xxxxxxxx |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | directeur |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Stichting Wonen Limburg |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | Directeur/bestuurder |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Xxx Xxxxxxxxx Zorggroep |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | Directeur/ bestuurder |
Datum: | |
Handtekening: |
Naam organisatie: | Veiligheidshuis Midden-Limburg |
Naam tekeningsbevoegde: | |
Functie tekeningsbevoegde: | |
Datum: | |
Handtekening: |