Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. Bedrijfsuitrusting/Inventaris
Alle roerende zaken, met uitzondering van:
a. goederen;
b. particuliere huishoudelijke inboedel;
c. motorrijtuigen, aanhangwagens, caravans en vaartuigen, alles met inbegrip van losse onderdelen en accessoires;
x. xxxx en geldswaardig papier.
Tenzij het afzonderlijk is verzekerd, wordt het huurderbelang gezien als roerende zaken.
2. Goederen
Grond- en hulpstoffen, halffabricaten, eindproducten, goederen in bewerking en emballage.
3. Goederen met een consignatiecontract
De in het gebouw aanwezige eigendommen van derden, niet zijnde motorrijtuigen, aanhangwagens, caravans en vaartuigen, die de verzekeringnemer in de hoedanigheid als op het polisblad vermeld onder zich heeft.
4. Geleasede of gehuurde zaken
Zaken die de verzekeringnemer in de hoedanigheid als op het polisblad vermeld krachtens een lease- of huurovereenkomst onder zich heeft.
5. Zeecontainer
Een zeecontainer die binnen de verzekerde hoedanigheid bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven op het afgesloten terrein van verzekerde.
6. Gevaarsobjecten
De bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen aanwezig in de gebouwen op het (de) in het polisblad omschreven adres(sen).
7. Huurderbelang
Al hetgeen verzekerde als huurder in of aan het gebouw aard- en nagelvast voor zijn rekening heeft aangebracht of van de vorige gebruiker heeft overgenomen. Deze kosten dienen volgens de huurovereenkomst voor rekening en risico van verzekerde te komen.
8. Gebouw
De onroerende zaken met al wat daartoe bestemd is en volgens verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt, op het op het polisblad genoemde adres en waarin het bedrijf van de verzekeringnemer wordt uitgeoefend.
9. Constructie
De wijze waarop het gebouw ontworpen en geconstrueerd is. Zowel dat deel van een bouwwerk dat verantwoordelijk is voor de stabiliteit van het bouwwerk alsook de overige samenstellende delen van het gebouw worden beschouwd als een constructie.
10. Nieuwwaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
11. Dagwaarde
De nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
12. Vervangingswaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt de hoogste uitkomst aangehouden van:
a. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering of;
b. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering.
13. Bereddingskosten
Kosten en op geld waardeerbare opofferingen verbonden aan maatregelen, die door of namens verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het ophanden zijn van de verwezenlijking van de verzekerde gebeurtenis te voorkomen of om schade als gevolg van de verwezenlijking van het risico te beperken.
14. Indexering
Automatische en ononderbroken aanpassing van het verzekerde bedrag aan de overeengekomen index.
15. Bovengrondse opruimingskosten
De kosten voor afbraak, wegruimen en afvoeren van verzekerde zaken op de locatie van de verzekerde en op de directe belendingen van deze locatie voor zover deze wegruiming en/of afbraak die het noodzakelijke gevolg is van een gedekte gebeurtenis en niet al in de schadetaxatie zijn begrepen. Indien op het polisblad een afwijkend verzekerd bedrag voor opruimingskosten is opgenomen, is dat bedrag verzekerd.
16. Salvagekosten
De kosten die door of namens de Stichting Salvage tijdens of direct na een brand worden gemaakt, ondermeer voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijke maatregelen om schade te beperken.
17. Europa
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx en Zwitserland.
Artikel 2 Algemeen
1. Algemene Verzekeringsvoorwaarden
Indien en voor zover hiervan in deze voorwaarden niet uitdrukkelijk wordt afgeweken, blijven de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, die worden geacht een geheel met deze voorwaarden uit te maken, van toepassing.
2. Verwijzing
Verwijzing heeft uitsluitend plaats naar artikelen van deze voorwaarden, tenzij anders aangegeven.
3. Bekendheid
a. De omschrijving van de verzekerde zaken als vermeld op het polisblad wordt aangemerkt als afkomstig van de verzekeringnemer.
b. De verzekeraar is bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en het gebruik van de verzekerde zaken bij aanvang van de overeenkomst, evenals met de belendingen.
4. Overgang verzekerd belang
a. Op een nieuwe verzekerde. Indien dit het geval is, vervalt de overeenkomst een maand nadat het belang op de nieuwe verzekerde is overgegaan, tenzij deze binnen die termijn aan de verzekeraar verklaart de overeenkomst voort te zetten. In dat geval kan de verzekeraar binnen twee maanden nadat de verklaring is afgelegd, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van een maand opzeggen. (Artikel 7:948 BW);
b. Bij overlijden van verzekeringnemer. In deze situatie kunnen diens erfgenamen en de verzekeraar de overeenkomst binnen negen maanden nadat zij met dit overlijden bekend zijn geworden met inachtneming van een termijn van een maand opzeggen (Artikel 7:950 BW);
c. De verzekering eindigt van rechtswege zodra verzekerde of diens erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde object. Belanghebbende bij het verzekerde object is per definitie de verzekerde of diens erfgenamen als rechtsopvolgers onder algemene titel;
d. Het in dit artikel onder 4a, 4b en 4c bepaalde kan niet tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van het recht op opzegging uit anderen hoofde leiden.
5. Indexering
a. Jaarlijks wordt per premievervaldatum het verzekerd bedrag en in evenredigheid daarmee de premie aangepast overeenkomstig het door de Stichting Bureau Documentatie Bouwwezen vastgestelde prijsindexcijfer voor inventarissen. Deze indexering geldt niet voor de bedragen die elders in deze polisvoorwaarden worden genoemd.
b. De premie voor het nieuwe verzekeringsjaar wordt berekend op basis van het nieuwe verzekerde bedrag. Deze aanpassing van de premie geldt niet als een wijziging van de premie en/of de voorwaarden zoals die staan omschreven in de Algemene Voorwaarden.
6. Voortaxatie
a. Indien uit het polisblad blijkt dat de verzekerde gevaarsobjecten zijn gewaardeerd door een of meerdere deskundige(n) dan is deze voortaxatie gedurende drie jaren geldig te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport wordt geacht deel uit te maken van de overeenkomst. Indien verzekeraar bewijst dat er sprake is van bedrog, verliest de deskundigentaxatie haar geldigheid.
b. Indien na verloop van de genoemde termijn geen nieuw taxatierapport is uitgebracht, dan blijft de voortaxatie gedurende een periode van twaalf maanden geldig als een partijentaxatie. Daarna wordt het verzekerde bedrag beschouwd als een opgave van verzekerde zelf.
c. De voortaxatie verliest te allen tijde haar kracht:
1. in geval van overgang van het zakelijke belang en de nieuwe verzekerde de getaxeerde zaak voor andere doeleinden gaat gebruiken;
2. indien de inventaris voor langer dan twaalf maanden buiten gebruik is of zal zijn;
3. indien het gebouw langer dan 3 maanden leeg staat of zal leegstaan;
4. indien het gebouw door krakers gebruikt wordt;
5. indien na schade niet tot heraanschaf of herstel wordt overgegaan dan wel het bedrijf niet wordt voortgezet;
6. indien als gevolg van de voorwaarden van deze verzekering de schadevergoeding wordt vastgesteld op basis van dagwaarde.
7. Samenloop
Indien de schade die onder deze verzekering is gedekt, tevens is gedekt onder een andere polis, al dan niet van oudere datum, of daaronder gedekt zou zijn indien deze verzekering niet zou hebben bestaan, dan loopt deze verzekering slechts als excedent boven de dekking die onder de andere polis is verleend, of verleend zou zijn, indien deze verzekering niet zou hebben bestaan.
Artikel 3 Omschrijving van de dekking
Binnen het op het polisblad omschreven gebouw dekt de verzekering schade of verlies van inventaris/goederen en consignatiegoederen door een plotselinge en onvoorziene gebeurtenis. De schade is gedekt tot maximaal het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag per gebeurtenis. De schade dient het gevolg te zijn van een gevaar als hieronder genoemd, ook indien de schade is veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak, mits de oorzaak van de schade is gelegen op een tijdstip na de aanvang en binnen de geldigheidsduur van de verzekering.
Gedekte gevaren zijn:
1. Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Daarom is onder andere geen brand:
x. xxxxxx, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels
Als schade door brand wordt ook beschouwd de schade die door blussing van brand is ontstaan.
2. Blikseminslag
Beschadiging of vernieling door inslaan van de bliksem, ook al heeft dit geen brand tot gevolg.
3. Overspanning/inductie
Beschadiging of vernieling door een elektromagnetisch veld als gevolg van een bliksemontlading in het gebouw, in de aarde of in de atmosfeer.
4. Ontploffing
Een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, dit met inachtneming van het hierna bepaalde.
Als de ontploffing ontstaan is:
a. binnen een, al dan niet gesloten, vat moet:
1. een opening in de wand van het vat ontstaan zijn door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen, en
2. door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk geworden zijn.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn, respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
b. buiten een vat, moet die krachtsuiting het onmiddellijke gevolg zijn van een scheikundige reactie. Onder ontploffing wordt niet verstaan: implosie.
5. Luchtvaartuigen
Het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
6. Storm
Een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde. Als bewijs dat een snelheid van ten minste 14 meter per seconde is bereikt, geldt een door of vanwege het KNMI, Meteo Consult of vergelijkbare instelling afgegeven verklaring. In geval sprake is van een eigen risico geldt voor de vaststelling daarvan: indien de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt dan zal eerst dan een volgend eigen risico worden berekend indien er vanaf het moment dat de windsnelheid voor het eerst 14 meter per seconde was ten minste 24 achtereenvolgende uren zijn verstreken waarin de windsnelheid 10 meter per seconde of minder is geweest.
7. Diefstal na braak
Diefstal na braak aan:
a. het gebouw of een daarmee binnenshuis gemeenschap hebbend gebouw;
b. het bij de verzekeringnemer in gebruik zijnde perceelsgedeelte indien in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen en dergelijke zijn gevestigd.
Xxxxx is het zich wederrechtelijk toegang verschaffen door verbreking, met zichtbare beschadiging, van afsluitingen. Aan braak gelijkgesteld wordt het wederrechtelijk binnendringen door inklimming, zich laten insluiten, gebruik van valse sleutels en andere tot het openen van het slot niet bestemde voorwerpen en gebruik van de echte sleutel, mits deze op onrechtmatige wijze werd verkregen.
8. Beroving en afpersing
Beroving en afpersing, plaatsvindend in het gebouw en gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld.
9. Vandalisme
Vandalisme gepleegd door een dader die wederrechtelijk het gebouw is binnengedrongen. Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten daarvan die buiten gebruik zijn gesteld.
10. Regen, sneeuw, hagel en smeltwater
Regen, sneeuw, hagel en smeltwater via daken, balkons of vensters binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van daken en goten of de afvoerpijpen daarvan.
Uitdrukkelijk is van de dekking uitgesloten:
a. schade ten gevolge van vochtdoorlating van muren, constructiefouten of slecht onderhoud;
b. schade ontstaan door terugstromen van water van de openbare riolering;
c. schade ontstaan door grondwater;
d. schade ontstaan door regen, sneeuw, hagel of smeltwater binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken;
11. Water, anders dan neerslag, en blusmiddel
Water, stoom en damp gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respectievelijk installaties van waterleiding, airconditioning, sanitair en centrale verwarming als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling en onvoorzien optredend defect. Tevens zijn onder de dekking begrepen voor zover deze ten laste komen van de verzekeringnemer als huurder de kosten van:
a. opsporen van het defect en het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw.
b. herstel van de installaties, leidingen en toestellen zelf is uitsluitend verzekerd in het geval van springen door vorst.
c. water onvoorzien gestroomd uit de afvoerslang van een was- of afwasmachine doordat deze afvoerslang plotseling uit de daarvoor bestemde afvoerpijp is geschoten.
d. water stromend uit aquaria door xxxxx of een ander plotseling en onvoorzien optredend defect daarvan. Ook worden de kosten van herstel van de aquaria en de inrichting daarvan vergoed.
12. Sprinklerinstallatie
Blusmiddel indien uitgestroomd uit een in het gebouw aanwezige sprinklerinstallatie, indien deze installatie is gekoppeld aan een automatische doormeldinstallatie en de installaties voorzien zijn van een geldig goedkeuringscertificaat.
13. Sneeuwdruk
a. is de schade door instorting van (een deel van) het verzekerde gebouw, zoals omschreven op het polisblad door de werking van het gewicht van sneeuw en/of ijsmassa.
b. het ontzeggen dan wel beperken van de toegang tot het gebouw(-en) door de hiertoe bevoegde autoriteiten vanwege gevaar voor personen of zaken door sneeuwdruk.
14. Olie en andere vloeistoffen
Olie en andere vloeistoffen onvoorzien gestroomd of gelekt uit vast opgestelde verwarmings- of kookinstallaties of de daarbij behorende leidingen en tanks.
15. Olie uit opslagtanks
Handelsvoorraad olie, plotseling en onvoorzien gestroomd of gelekt uit de opslagtank(s) die geplaatst zijn in het gebouw van verzekeringnemer.
Voorwaarden voor dekking zijn:
a. de olie is centraal opgeslagen in verband met uit te voeren werkzaamheden binnen de verzekerde hoedanigheid en
b. de totale capaciteit van de opslagtank(s) bedraagt maximaal 10.000 liter en
c. de betreffende opslagtank is aantoonbaar volgens de daartoe geldende milieu- en veiligheidsnormen geïnstalleerd door een ter zake deskundig bedrijf.
16. Rook en roet
Plotseling uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmingsinstallatie- of kookinstallatie.
17. Bijtende stoffen
Voor zover niet ontstaan als gevolg van reiniging reparatie, vernieuwing of productiefouten.
18. Relletjes, plundering en opstootjes
Incidentele collectieve geweldmanifestaties.
19. Werkstaking
Het door een aantal werknemers in een onderneming gemeenschappelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van legitiem opgedragen werk.
20. Aanrijding of aanvaring
Aanrijding of aanvaring tegen het gebouw of het belendende gebouw, alsmede lading afgevallen van of gevloeid uit voer- of vaartuigen.
21. Omvallen
Omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoogwerkers, windmolens, antennes, vlaggenmasten, licht- en zendmasten en/of het losraken van delen daarvan. Niet gedekt is de schade aan deze genoemde zaken indien en voor zover die zaken de schade veroorzaakt hebben.
22. Kappen en/of snoeien van bomen
23. Breuk van ruiten
De ruitbreuk zelf is niet verzekerd.
24. Storing in of uitval van koel- en diepvriesinrichtingen
Deze dekking heeft betrekking op de inhoud van koel- en diepvriesinrichtingen. De maximale schadevergoeding bedraagt
€ 5.000, - per gebeurtenis.
25. Luchtdruk
Schade als gevolg van startende en/of proefdraaiende lucht- en ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluidsbarrière.
26. Meteorieten
De maximale schadevergoeding bedraagt € 100.000,- per gebeurtenis, indien het verzekerd bedrag daarvoor toereikend is.
Artikel 4 Dekking nabij het gebouw en elders binnen Europa
1. Deze verzekering dekt tot maximaal € 125.000,- of tot het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag indien dit lager is, tevens schade aan of verlies van bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen veroorzaakt door een verzekerd gevaar/gebeurtenis voor zover deze zaken zich bevinden in gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd. Als voorwaarde voor dekking geldt dat de ruimten waarin de zaken zich bevinden voorzien zijn van een deugdelijk en werkend inbraakalarmeringssysteem. Uitgesloten is schade die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel verleent niet zou bestaan.
2. Deze verzekering dekt schade veroorzaakt door een verzekerde gebeurtenis voor zover de verzekerde inventaris en/of goederen zich ter opslag bevinden in een zeecontainer nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad zijn genoemd. Voorwaarden voor de dekking genoemd onder lid 2 van dit artikel zijn:
a. bij opslag tot een waarde van € 5.000,- dient de container voorzien te zijn van een CTS containerslot (SCM goedgekeurd);
b. bij opslag van een waarde vanaf € 5.000,- tot een waarde van € 50.000, -;
1. dient de container aan de binnenzijde van de actieve deur van een trillingsdetector te zijn voorzien;
2. dient de container op de passieve en actieve deur te zijn voorzien van een dubbele opbouw magneetcontact met pantserkabel voor montage op metaal;
3. dient de container op het afgesloten bedrijfsterrein te staan.
Uitgesloten van de in dit artikel genoemde dekking is de schade:
a. die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking volgens dit artikel niet zou hebben bestaan;
b. die tijdens transport is ontstaan. Onder transport wordt tevens verstaan het laden en lossen evenals het verblijf van de gevaarobjecten in/op het transportmiddel, ongeacht waar dat zich bevindt;
c. indien de waarde van de in de zeecontainer opgeslagen inventaris en/of goederen meer dan € 50.000,- bedraagt.
Artikel 5 Aanvullende dekking
1. Tot de inventaris worden tevens gerekend, mits eigendom zijnde van de verzekeringnemer en voor zover het verzekerde bedrag daarvoor toereikend is, aan of op het gebouw aangebrachte brand- en inbraakpreventieve middelen, antennes, lichtbakken, lichtreclame inclusief daarbij behorende standaarduitrusting, vlaggenstokken, zonweringen, jaloezieën, rolluiken en reclameborden. Dekking bestaat hier echter uitsluitend tegen de risico’s brand, ontploffing, luchtvaartuigen, blikseminslag, storm en aanrijding, voor zover deze gevaren al op deze polis verzekerd zijn en voor zover de schade niet op andere polissen, verzekerd is.
2. Tot de inventaris wordt tevens gerekend, mits eigendom zijnde van de verzekeringnemer en voor zover het verzekerde bedrag daarvoor toereikend is, de vorkheftruck(s). Deze dekking wordt uitsluitend verleend voor de risico’s: brand, ontploffing, luchtvaartuigen, blikseminslag, storm.
3. Met schade aan de verzekerde zaken, doordat deze zelf door een gedekte gebeurtenis worden getroffen, wordt gelijkgesteld schade aan deze en andere verzekerde zaken die daarvan het gevolg is. Treft de gedekte gebeurtenis niet verzekerde zaken, onverschillig aan wie toebehorend, dan is daardoor aan verzekerde zaken ontstane schade verzekerd, doch alleen indien die het gevolg is van de nabijheid van de niet verzekerde zaken.
4. Meeverzekerd zijn eigendommen van directie en personeel, voor zover deze eigendommen zich in het gebouw bevinden en met dien verstande dat deze polis in de eerste plaats dekt de op het polisblad omschreven verzekerde zaken, terwijl een eventueel overschot zal dienen tot dekking van de eigendommen van directie en personeel, voor zover er geen dekking is op andere polissen, al dan niet van oudere datum.
5. Onder de dekking van deze polis is tevens begrepen de schade aan of verlies van een automatische externe defibrillator (AED), toebehorende aan de verzekerde en bevestigt in een daarvoor bestemde AED-kast aan de buitenzijde het gebouw, met een maximum van € 1.500, - per verzekeringsjaar. Deze dekking wordt uitsluitend verleend voor de risico’s: brand, ontploffing, luchtvaartuigen, blikseminslag, diefstal, storm.
6. Verzekerd is, boven het verzekerde bedrag, elk onderdeel tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag en gevolg zijnde van een gedekte gebeurtenis:
x. xxxxxx aan of verlies van geld en/of geldswaardig papier toebehorende aan de verzekerde en aanwezig in het gebouw, met een maximum van € 1.000, -;
b. schade door acceptatie van vals geld als betaling aan de verzekerde voor geleverde zaken of verleende diensten uit hoofde van zijn bedrijf met een maximum van € 1.000, -;
c. het verloren gaan van giraal geld dat in het geheugen van een in het gebouw geïnstalleerde betaalautomaat is geregistreerd, met een maximum van € 2.500, - en alleen voor zover deze niet of niet ten volle is verzekerd op andere polissen, al dan niet van oudere datum;
d. kosten van vervoer en opslag van de verzekerde zaken indien het gebouw waarin de verzekerde zaken zich bevinden als gevolg van een gedekte gebeurtenis tijdelijk niet beschikbaar is;
e. indien de verzekerde huurder is van het gebouw als omschreven op het polisblad of een gedeelte ervan en voor zover dat als zodanig op grond van de huurovereenkomst ten laste van verzekerde komt:
1. schade aan het gebouw door inbraak tot ten hoogste € 1.000, -;
2. kosten van herstel van tuinaanleg en beplanting behorende bij het gebouw, uitgezonderd schade als gevolg van storm tenzij de schade wordt veroorzaakt door het neerstorten van (onder)delen van het gebouw door storm.
f. bovengrondse opruimingskosten, tenzij hiervoor een extra bedrag uitdrukkelijk op het polisblad is opgenomen.
7. Verzekerd zijn, indien het gevolg van een gedekte gebeurtenis, boven het verzekerde bedrag tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag:
a. huurderbelang tenzij er een extra bedrag hiervoor uitdrukkelijk op het polisblad is opgenomen.
b. kosten voor zover deze voor rekening van de verzekerde als huurder van het gebouw zijn van:
1. herstel of vervanging van behang, witwerk schilderwerk en betimmeringen van het bedrijfsgebouw;
2. apparaten en/of installaties daarin van openbare (nuts)bedrijven, voor zover niet vallend onder het begrip huurderbelang, als gevolg van schade door een gedekte gebeurtenis.
8. Verzekerd zijn eveneens boven het verzekerde bedrag en gevolg zijnde van een gedekte gebeurtenis:
a. bereddingskosten zo nodig tot maximaal 50% boven het verzekerde bedrag van de betreffende locatie;
b. salvagekosten.
Artikel 6 Beperking van de dekking
De verzekering geeft vanaf het moment dat het gebouw, waarin de inventaris en/of roerende zaken zich bevinden:
1. geheel of gedeeltelijk gekraakt is;
2. een als zelfstandig aan te merken deel daarvan leeg komt te staan;
3. gedurende de tijd dat het gebouw in aanbouw of verbouw is en zolang dit niet water- en winddicht is;
4. voor een aaneengesloten periode die naar verwachting langer dan twee maanden zal duren, niet meer in gebruik zal zijn; uitsluitend dekking voor schade als gevolg van brand, ontploffing, blikseminslag, luchtvaartuigen en storm, voor zover deze gevaren al verzekerd zijn.
Artikel 7 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden geeft de verzekering geen dekking voor:
1. de schade veroorzaakt door aardbeving of vulkanische uitbarsting. Bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de verzekerde zaken de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarstingen hebben geopenbaard, dient de verzekeringnemer te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven;
2. de schade veroorzaakt door overstroming ten gevolge van het bezwijken, overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door de polis gedekte gebeurtenis. Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming;
3. de kosten voor onderzoek, reinigen, opruimen, opslaan, vernietigen en/of vervangen van grond, (grond)water en oppervlaktewater om de verontreiniging in grond, (grond)water en oppervlaktewater weg te nemen, en de kosten om de verontreiniging te isoleren;
4. de schade aan verzekerde zaken ten gevolge van door de lucht getransporteerde verontreinigende stoffen van elders;
5. de schade voor zover toe te schrijven aan slecht onderhoud of bouwvalligheid van het gebouw waarin zich de verzekerde zaken bevinden;
6. de schade veroorzaakt door het uitstromen van blusmiddel uit een sprinklerinstallatie als gevolg van:
a. herstellen, verwijderen of uitbreiden van de installatie;
b. bevriezen ten gevolge van nalatigheid van verzekerde;
c. een opdracht op last van hogerhand.
7. de kosten van reconstructie van administratieve bescheiden. Deze uitsluiting geldt niet voor de waarde van het beschadigde materiaal in onbeschreven en/of onbewerkte toestand;
8. de schade die de verzekeringnemer of een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt. Met verzekeringnemer of een verzekerde wordt voor de toepassing van deze uitsluiting gelijkgesteld de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekeringnemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade veroorzaakt.
Artikel 8 Regeling van de schade
1. Omvang van de schade
a. De omvang van de schade aan inventaris wordt vastgesteld:
1. indien geen voortaxatie door deskundigen van toepassing is, op het verschil tussen de nieuwwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en van het overgebleven deel onmiddellijk na de schade, of indien voortaxatie conform artikel 2 lid 6 van toepassing is, op het verschil tussen het bedrag van de taxatie en van de waarde van de restanten, te waarderen op dezelfde grondslag als de voortaxatie, en/of
2. op het verschil tussen de dagwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en de waarde van het overgebleven deel onmiddellijk na de schade.
b. De verzekeringnemer dient de verzekeraar binnen twaalf maanden na de schadedatum schriftelijk mee te delen of hij al dan niet tot heraanschaffing of herstel en voortzetting van het bedrijf zal overgaan.
1. Bij heraanschaffing en voortzetting van het bedrijf heeft de schadeafwikkeling plaats naar nieuwwaarde.
2. Indien niet tot heraanschaffing en/of voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan, of de verzekeringnemer maakt zijn beslissing niet binnen de gestelde termijn schriftelijk kenbaar aan de verzekeraar, dan wordt de schade afgewikkeld naar dagwaarde. In beide gevallen zal geen rekening worden gehouden met voortaxatie conform artikel 2 lid 6.
3. De schade zal altijd op basis van dagwaarde worden afgewikkeld:
a. indien de verzekeringnemer vóór de schade al het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
b. voor zaken waarvan de dagwaarde onmiddellijk voor de schade minder bedroeg dan 40% van de nieuwwaarde;
c. voor zaken die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd;
d. voor antennes, lichtbakken, lichtreclame inclusief daarbij behorende standaarduitrusting, vlaggenstokken, zonweringen, jaloezieën, rolluiken en reclameborden;
e. voor kunstvoorwerpen en zaken met antiquarische of zeldzaamheidswaarde.
4. Bij herstelbare schaden zullen de herstelkosten en eventueel een door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering worden vergoed, tenzij de dag- of nieuwwaarde lager ligt, mits tot herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan.
5. Indien niet tot herstel en/of voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan, worden bij herstelbare schaden de herstelkosten vergoed, indien deze kosten lager liggen dan de dagwaarde.
2. Geleasede/gehuurde zaken
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de dagwaarde. De vergoeding bedraagt echter nooit meer dan het bedrag dat verzekerde krachtens de lease- of huurovereenkomst op het moment van de schade aan de leasemaatschappij of verhuurder verschuldigd is.
3. Omvang van de schade aan goederen
De kostprijs of de vervangingswaarde indien dit een lager bedrag is. In geval van verkochte, nog niet geleverde goederen die nog voor rekening en risico van verzekerde zijn: de inkoopprijs.
4. Consignatiegoederen
In geval van schade dient een overeenkomst tot verkoop te worden overlegd en dient het aangeleverde aantal te verkopen goederen door verzekerde te worden aangetoond. Goederen die verzekerd zijn door de leverancier van deze goederen zijn van deze verzekering uitgesloten.
5. Benoeming experts en verdere procedure
a. Als uitsluitend bewijs van de omvang van de schade zal gelden een taxatie gemaakt door een gezamenlijk te benoemen expert of door twee experts van wie de verzekeringnemer en de verzekeraar er ieder één benoemen. In het laatste geval benoemen beide experts vóór de aanvang van hun werkzaamheden samen een derde expert. Bij gebrek aan overeenstemming stelt deze, na de beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, de omvang van de schade vast overeenkomstig de poliscondities en binnen de grenzen van de beide taxaties. De experts hebben het recht zich afzonderlijk of gezamenlijk door deskundigen te doen bijstaan.
b. Benoeming van de expert(s) en aanvaarding van de opdracht moeten blijken uit een door de verzekeringnemer, de verzekeraar en de expert(s) te ondertekenen akte.
c. Indien enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming, op verzoek van de meest gerede partij door de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Nijmegen gedaan, voor beide partijen bindend zijn. De partij, van wie dit verzoek uitgaat, zal daarvan aan de wederpartij kennisgeving.
d. Verzekerden en verzekeraar zijn verplicht de experts alle medewerking te geven die dezen voor een juiste taakvervulling nodig oordelen, waaronder mede te verstaan het ter inzage geven van de polis en het verschaffen van inlichtingen over oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
e. Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor de verzekeraar geen erkenning van vergoedingsplicht in.
f. Honoraria en kosten van experts en deskundigen zijn ten volle voor rekening van de verzekeraar behoudens het in dit artikel lid 4a bepaalde. Overtreft echter het totaal aan declaraties van de door de verzekeringnemer benoemde expert(s) en de door dezen geraadpleegde deskundigen(n) het overeenkomstige totaal aan de kant van de verzekeraar dan is het meerdere voor rekening van de verzekeringnemer.
6. Recht op schadevergoeding
a. Indien het verzekerde bedrag niet toereikend is, wordt de schade, evenals de honoraria en kosten van door de verzekeringnemer benoemde experts en deskundigen, vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de volle waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis.
b. Indien sprake is van voortaxatie conform artikel 2 lid 6 zullen de in het taxatierapport genoemde bedragen worden aangenomen als de volle waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis, ongeacht het in dit artikellid onder a bepaalde.
c. De verzekerde zal krachtens de verzekering geen vergoeding ontvangen waardoor hij in een duidelijk voordeliger positie zou geraken. De vorige zin mist toepassing bij voorafgaande taxatie van de waarde van een zaak tot stand gekomen krachtens een aan een deskundige opgedragen beslissing of krachtens een beslissing of krachtens een beslissing van partijen overeenkomstig het advies van een deskundige.
1. Indien dezelfde schade door meer dan één verzekering wordt gedekt kan de verzekerde met inachtneming van artikel 7:961 BW elke verzekeraar aanspreken. De verzekeraar is daarbij bevoegd de nakoming van zijn verplichting tot schadevergoeding op te schorten totdat de verzekerde de andere verzekeringen heeft genoemd.
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt met schade die door een verzekering wordt gedekt gelijkgesteld schade die door de verzekeraar onverplicht wordt vergoed.
3. De verzekeraars hebben onderling verhaal opdat ieder zijn deel draagt, naar evenredigheid van de bedragen waarvoor ieder afzonderlijk kan worden aangesproken. Verzekeraars hebben op gelijke voet onderling verhaal voor hen redelijke kosten tot het vaststellen van de schade, alsmede voor hen redelijke kosten van verweer in en buiten
rechte. De verzekerde is ten opzichte van de verzekeraars afzonderlijk verplicht zich te onthouden van elke gedraging die ten kosten van dezen afbreuk doet aan hen onderling verhaal.
4. De bij eenzelfde verzekering betrokken verzekeraars zijn niet verder aansprakelijk dan voor hen evenredig deel van hetgeen in totaal ten laste van die verzekering komt.
5. Indien sprake is van schade aan zaken die tevens op een speciaal daarvoor bestemde polis verzekerd zijn, bestaat daarvoor onder deze polis geen recht op enige vergoeding.
d. De betaling van het door de verzekeraar uit te keren schadebedrag wordt exclusief btw verricht, indien de verzekeringnemer gerechtigd is tot aftrek/ teruggave van deze btw.
7. Verbrugging
a. Indien zaken met voortaxatie verzekerd niet meer aanwezig zijn, worden de vrijvallende sommen aangewend voor de vervangende zaken. Heeft geen dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende sommen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
b. De premie wordt vervolgens herberekend op basis van de waarden onmiddellijk voor de gebeurtenis tegen de onderscheiden premievoeten.
c. Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, wordt het bepaalde in dit artikel lid 4a niet toegepast en heeft schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde.
d. Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden de verzekerde sommen herleid in verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de dan herberekende premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaatsheeft volgens het bepaalde in dit artikel lid 4a.
e. Indien meerdere locaties verzekerd zijn dan is het verbruggen van verzekerde bedragen van andere locaties naar de locatie waar zich een schade heeft voorgedaan (hierna: schadelocatie) slechts toegestaan tot een maximum 130% van de laatst bij de verzekeraar bekend verzekerde bedragen van de schadelocatie bereikt is.
8. Uitkering
a. Indien de verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar nieuwwaarde wordt eerst 40% van de naar nieuwwaarde berekende schadevergoeding uitgekeerd, dan wel 100% van de naar dagwaarde berekende schadevergoeding als dit bedrag lager is. De uitkering van het meerdere zal plaatshebben onder overlegging van nota’s. De totale op de schade aan inventaris betrekking hebbende uitkering zal nooit meer bedragen dan de werkelijk bestede kosten.
b. In het geval dat de verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar dagwaarde of herstelkosten, wordt de aldus berekende schadevergoeding in één termijn uitgekeerd.
9. Abandonnement
De verzekeringnemer zal, in geval van schade, geen afstand van verzekerde zaken kunnen doen ten behoeve van de verzekeraar.
10. Eigen risico
Per gebeurtenis geldt het op het polisblad vermelde eigen risico.
Artikel 9 Geschillenregeling
Indien tussen de verzekeraar en verzekeringnemer verschil van opvatting ontstaat:
1. over de uitleg en toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, of
2. over de vraag of een gebeurtenis al dan niet door de verzekering is gedekt, is de verzekeraar verplicht zijn standpunt schriftelijk en gemotiveerd aan de verzekeringnemer kenbaar te maken.
De verzekeringnemer kan binnen twee maanden na dagtekening van het schrijven van de verzekeraar schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken. De verzekeraar is verplicht op het bezwaarschrift van de verzekeringnemer uiterlijk binnen twee maanden na het indienen ervan schriftelijk en gemotiveerd te antwoorden.
Blijft de verzekeringnemer met de verzekeraar van mening verschillen, dan zal de verzekeraar op verzoek van de verzekeringnemer, mits binnen één maand na dagtekening van het laatste schrijven van de verzekeraar ingediend, het geschil voorleggen aan een in overleg met de verzekeringnemer aan te wijzen advocaat.
De kosten van het advies van de aangewezen advocaat komen voor rekening van de verzekeraar. De verzekeraar conformeert zich op voorhand aan dit advies. Indien de verzekeringnemer zich met het advies niet kan verenigen, kan hij het geschil alsnog voorleggen aan de rechter. Indien de verzekeringnemer door de rechter alsnog in het gelijk wordt gesteld en het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, zal de verzekeraar de gemaakte externe kosten vergoeden, evenals de wettelijke rente.