Samenwerkingsovereenkomst
De ondergetekenden,
De Nederlandse Emissieautoriteit en haar bestuur, in deze vertegenwoordigd door de directeur- bestuurder, drs. M.P.C. Bressers, hierna zowel gezamenlijk als afzonderlijk te noemen NEa;
En
De Autoriteit Financiële Markten, in deze vertegenwoordigd door haar bestuurslid xxx. X. xxx Xxxxxxxx, hierna te noemen AFM;
gezamenlijk te noemen: ‘partijen’.
Overwegende dat:
- De NEa krachtens artikel 2.2 van de Wet milieubeheer het bevoegd gezag is voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot de handel in emissierechten met betrekking tot broeikasgassen;
- De NEa ingevolge artikel 16.43 lid 1 van de Wet milieubeheer de bevoegde autoriteit is als bedoeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 (hierna: Registerverordening);
- De NEa voor Nederland de veiler van emissierechten is op grond van Verordening (EU) 1031/2010 jo. art. 31 van de Regeling handel in emissierechten;
- De AFM ingevolge artikel 1:25 van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) het bevoegd gezag is met betrekking tot het gedragstoezicht op de Nederlandse financiële markten;
- De AFM ingevolge artikel 2 lid 1, aanhef en onder l van het Besluit uitvoering EU- verordeningen financiële markten de bevoegde autoriteit is in de zin van Verordening (EU) nr. 596/2014;
- Ingevolge artikel 80 lid 3, aanhef en onder e, f en g van de Registerverordening de NEa in het EU-register en het EU Transaction Log opgeslagen gegevens of krachtens de Registerverordening verzamelde gegevens aan de AFM mag en kan verstrekken;
- Ingevolge artikel 1:89 lid 1 Wft op de AFM een geheimhoudingsplicht rust. De AFM kan vertrouwelijke gegevens delen indien dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak;
- Ingevolge artikel 25 lid 8 van Verordening (EU) nr. 596/2014 de AFM samenwerkt en gegevens uitwisselt met de NEa indien er een redelijk vermoeden bestaat dat handelingen worden of zijn verricht die op grond van Verordening (EU) nr. 596/2014 handel met voorwetenschap, wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap of marktmisbruik inhouden;
- Door deze samenwerking een integer EU Emissions Trading System (Europees Emissiehandelssysteem) (hierna: EU ETS), de integriteit van het EU ETS-register, een goede functionerende EU ETS markt en een geconsolideerd overzicht van de financiële en spotmarkten kunnen worden gewaarborgd, en markt- en grensoverschrijdende gevallen van marktmisbruik kunnen worden opgespoord en bestraft;
- Uitvoering van de hierboven genoemde rollen een intensieve samenwerking tussen partijen vereist;
- Partijen deze samenwerking nader willen vormgeven met de onderhavige samenwerkingsovereenkomst;
- De onderhavige samenwerkingsovereenkomst niets afdoet aan de geldende wet- en regelgeving. Mocht de onderhavige samenwerkingsovereenkomst in strijd zijn met de geldende wet- en regelgeving, dan gaat de geldende wet- en regelgeving voor;
Komen overeen als volgt:
Artikel 1. Aanleiding en Doel
1. Partijen erkennen het toenemende belang van een toegankelijk, integer en robuust EU ETS alsmede het toenemende belang van de transparante en eerlijke prijsvorming van de European Union Allowances-emissierechten en derivaten ervan. Partijen streven ernaar om op basis van wederzijds vertrouwen elkaar te versterken bij het uitoefenen van hun wettelijke taken met betrekking tot de integriteit van de markt en het EU ETS-register. De hieruit
voortkomende behoefte aan samenwerking tussen de relevante nationale autoriteiten wordt vastgelegd in deze samenwerkingsovereenkomst.
2. Het doel van deze samenwerkingsovereenkomst is om algemene afspraken vast te leggen over de uitwisseling van relevante gegevens, waaronder toezichtvertrouwelijke gegevens of inlichtingen, tussen de NEa en de AFM ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taken.
Artikel 2. Afspraken over het delen van informatie
1. De NEa kan gevraagd en ongevraagd gegevens met de AFM delen, binnen de kaders van de Registerverordening, met betrekking tot transacties en posities van de rekeninghouders en andere gegevens met het doel het waarborgen van een integere en transparante markt van emissierechten.
2. De AFM kan gevraagd en ongevraagd gegevens met de NEa delen voor zover dat wordt geëist voor de uitvoering van haar taak als bedoeld in artikel 1:89 lid 1 Wft. Artikel 1:90, eerste tot en met derde lid Wft is hierop van overeenkomstige toepassing.
3. In het geval er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 25 lid 8 van Verordening (EU) nr. 596/2014 zal de AFM gevraagd en ongevraagd de informatie die voor de NEa relevant is om de integriteit van het EU ETS en het EU ETS-register te borgen, delen met de NEa.
Artikel 3. Voorwaarden
1. De door NEa verstrekte informatie en door de AFM te ontvangen informatie, zoals genoemd in artikel 2, zal worden gedeeld en gebruikt met inachtneming van de in artikel 80 lid 3 en 4 gestelde voorwaarden van de Registerverordening.
2. Onverminderd de vereisten van het nationale strafrecht of belastingrecht en de Registerverordening, mag elke partij de vertrouwelijke informatie die zij ontvangt uitsluitend gebruiken voor het doel waarvoor die informatie aan haar verstrekt is en/of in het kader van administratieve of gerechtelijke procedures die specifiek met de uitoefening van deze functies verband houdt.
3. De informatie gedeeld onder dit convenant wordt vertrouwelijk behandeld. De ontvangende partij stelt de verstrekkende partij op de hoogte in geval voor de uitvoering van de wettelijke taken de informatie met derden gedeeld moet worden.
4. De partijen zullen de benodigde technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen treffen bij het delen van de informatie alsmede voor het voorkomen van een data-lek.
Artikel 4. Overige afspraken
1. Dit convenant geldt alleen tussen partijen onderling en heeft geen externe werking.
2. Bij onduidelijkheden over gemaakte afspraken treden partijen in overleg met als doel te komen tot tijdgebonden afspraken over acties en/of maatregelen.
Artikel 5. Evaluatie
Partijen spreken af om de afspraken periodiek en minimaal eens in de drie jaar te evalueren.
Artikel 6. Wijziging
Indien zich omstandigheden voordoen die aanleiding kunnen geven dit convenant te wijzigen, zullen partijen hiertoe in onderling overleg treden.
Artikel 7. Bescherming en bewaartermijn persoonsgegevens
1. De samenwerking op basis van deze samenwerkingsovereenkomst heeft tot gevolg dat tussen partijen persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld. Deze en overige gegevens worden uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt en waarvoor ze zijn verkregen. Het is de verantwoordelijkheid van partijen afzonderlijk om daarbij te handelen in overeenstemming met de AVG en de overige voor hen relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens.
2. Partijen zijn in beginsel vrij om ieder voor zich passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen als bedoeld in artikel 32 AVG en de meest recente Richtsnoeren Informatiebeveiliging van de Autoriteit Persoonsgegevens te treffen, teneinde de persoonsgegevens die in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst worden verwerkt te beveiligen en beveiligd te houden.
3. Partijen hanteren elk de voor hen vastgestelde bewaartermijn inzake de verkregen toezichtvertrouwelijke gegevens of inlichtingen.
Artikel 8. Meldplicht datalekken
1. Als sprake is van een inbreuk op de beveiliging in de zin van artikel 33 AVG ten aanzien van persoonsgegevens waarop deze samenwerkingsovereenkomst betrekking heeft, informeert de partij bij wie de inbreuk heeft plaatsgevonden of plaatsvindt de andere partij zo snel mogelijk daarover. Dit laat onverminderd de wettelijke verplichting van de partij waar de inbreuk heeft plaatsgevonden om de gevolgen van beveiligingsincidenten en datalekken zo snel mogelijk ongedaan te maken dan wel te beperken.
2. De melding als bedoeld in het eerste lid behelst voor zover mogelijk onmiddellijk maar in ieder geval zo spoedig mogelijk:
a. de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens; dit omvat mede een overzicht van de feiten omtrent de inbreuk;
b. de persoonsgegevens;
c. de categorieën van door de inbreuk getroffen betrokkenen;
d. de waarschijnlijke gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens;
e. de maatregelen die de partij bij wie de inbreuk heeft plaatsgevonden heeft voorgesteld of genomen om de inbreuk in verband met persoonsgegevens aan te pakken, waaronder, in voorkomend geval, de maatregelen ter beperking van de eventuele gevolgen daarvan;
f. of en wanneer een melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens is gedaan.
Artikel 9. Opzegging
Partijen kunnen deze samenwerkingsovereenkomst door middel van een schriftelijke mededeling aan de andere partij opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
Artikel 10. Bekostiging
Gemaakte kosten in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst komen voor ieders eigen rekening.
Artikel 11. Inwerkingtreding
Deze samenwerkingsovereenkomst wordt in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking met ingang van de dag na publicatie ervan in de Staatscourant.
De directeur-bestuurder NEDERLANDSE EMISSIEAUTORITEIT M.P.C. Bressers Amsterdam, 23 november 2022 | Lid van Bestuur AUTORITEIT FINANCIELE MARKTEN X. xxx Xxxxxxxx Amsterdam, 23 november 2022 |