Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit –
Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit –
Midden-Delfland 2023-2026’
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland; overwegende dat de gemeente Midden-Delfland:
- Verantwoordelijk is voor de uitvoering van het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’, bestaande uit de projectonderdelen ‘Duurzaam Boer Blijven’ en
‘Grondinstrument’;
- Door middel van deze regeling uitvoering wil geven aan het IODS-kwaliteitsproject en het uitvoeringsprogramma Midden-Delfland® 2025, conform de reeds opgestelde notities welke zijn voorgelegd aan de gemeenteraad van Midden-Delfland.
gelet op artikel 149 Gemeentewet, artikel 4:23, derde lid, sub d, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Delfland 2016;
B E S L U I T:
vast te stellen de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- agrarisch bedrijf: een bedrijfsmatig uitgeoefend bedrijf met vlees- of melkrundveehouderij of schapen;
- agrarisch bouwperceel: bouwvlak van de agrarische bestemming;
- agrarische grond: grond die agrarisch wordt gebruikt. Dat wil zeggen grond die in gebruik is als gras- of maïsland en waar wordt beweid met vee of waar voedergewassen worden geoogst. Dit kan zijn grond met een (conform het vigerende bestemmingsplan) agrarische bestemming, maar ook grond met een natuur- of recreatiebestemming die agrarisch wordt gebruikt;
- college: het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland;
- deelnemer: partij die agrarische grond of een agrarisch bouwperceel in het ruilplan inbrengt of krijgt toebedeeld;
- grondgebonden: een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf;
- kavelaanvaardingswerken: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de in een kavelruil toegedeelde kavels qua grootte, vorm, ontsluiting, ligging van het maaiveld en ontwateringstoestand in redelijke mate vergelijkbaar te maken met de ingebrachte kavels.
- kavelruil: een ruilverkaveling bij overeenkomst;
- kavelruilcoördinator: persoon of organisatie met de geformaliseerde taak om ruilplannen te ontwikkelen;
- kavelruilovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Wet inrichting landelijk gebied (WILG), dan wel een vergelijkbaar hoofdstuk in de Omgevingswet, waarin de WILG binnenkort wordt opgenomen;
- landbouwvrijstellingsverordening (LVV): Verordening (EU) 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 14 december 2022 (L327/1);
- pacht, verpachter en pachter: de definitie zoals opgenomen in Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), Boek 7, artikel 311, met uitzondering van pacht zoals bedoeld in titel 5, afdeling 12 van BW Boek 7;
- ruilplan: plan dat het voorstel voor vrijwillige kavelruil in een gebied beschrijft;
- werkingsgebied: het gebied van de voormalige Reconstructiewet Midden-Delfland en de Groeneveldse polder, voor zover agrarische grond en overige grond binnen deze polder ook gelegen is in de gemeente Midden-Delfland;
Artikel 2 Doelstelling
Deze subsidieregeling heeft als doelstelling:
a. het versterken van de structuur van de grondgebonden agrarische bedrijven binnen het werkingsgebied door kavelruil, die leidt tot huiskavelvergroting en/of het verminderen van het aantal veldkavels en/of het verkorten van rijafstanden naar veldkavels;
b. het tenminste behouden en waar mogelijk versterken van de landschappelijke, ecologische, recreatieve en cultuurhistorische waarden van het werkingsgebied.
Artikel 3 Reikwijdte
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.
Artikel 4 Activiteiten
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor kavelaanvaardingswerken, die onderdeel uitmaken van een kavelruil die bijdraagt aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling.
Artikel 5 Doelgroep
1. Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan eigenaren of pachters van in het ruilplan opgenomen agrarische grond of agrarisch bouwperceel, mits in het ruilplan minimaal één grondgebonden agrarisch bedrijf uit het werkingsgebied van de regeling betrokken is.
2. Onder deze subsidieregeling is de pacht uitgesloten in de vorm van een bijzondere pachtovereenkomst zoals bedoeld in titel 5, afdeling 12 van boek 7 van het BW, bijvoorbeeld pacht van geringe oppervlakten, teeltpacht en geliberaliseerde pacht.
Artikel 6 Staatssteun
1. Het college verstrekt uitsluitend subsidie indien dit in overeenstemming met de bepalingen van de LVV is geoorloofd. Deze bepalingen zijn met name:
a. de algemene en procedurele bepalingen in hoofdstuk I en II,
b. de bepalingen in artikel 14.
2. Subsidie wordt niet verstrekt aan:
a. een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
b. een onderneming in moeilijkheden, zoals bepaald in artikel 2 onder (14) LVV.
3. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien deze een stimulerend effect heeft. Het stimulerend effect wordt aangenomen indien de aanvraag wordt ingediend voordat de werkzaamheden in het kader van het project zijn gestart.
Artikel 7 Aanvragen van subsidie
1. Een aanvrager vraagt subsidie conform deze regeling aan bij het college door gebruik te maken van het bij de subsidieregeling als bijlage 1 bijgevoegde aanvraagformulier.
2. De aanvraag wordt ingediend voordat de kavelaanvaardingswerken zijn gestart.
3. Het aanvraagformulier wordt vergezeld van een ruilplan en bevat tenminste de volgende onderdelen:
a. een kaart met de huidige verkaveling van de eigenaren en pachters;
b. een kaart met de nieuwe verkaveling van de eigenaren en de pachters;
c. per deelnemer een overzicht van de in te brengen grond en van de toe te bedelen grond;
d. een beschrijving en weergave op kaart van de benodigde kavelaanvaardingswerken;
e. een overzicht van de maatschappelijke baten;
f. een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten;
g. een verklaring van de deelnemende partijen dat zij akkoord gaan met de ruil en de met elkaar overeengekomen voorwaarden.
Artikel 8 Toetsingscriteria
Het college toetst de aanvraag – zo nodig met hulp van extern advies – aan de volgende criteria:
a. subsidiabel zijn kosten voor kavelaanvaardingswerken die overeenstemmen met de in bijlage 2 beschreven ‘uitgangspunten kavelaanvaardingswerken’ en artikel 14 lid 6 en 7 van het LVV;
b. de werkzaamheden vinden plaats op agrarische grond;
c. werkzaamheden die plaatsvinden op het agrarisch bouwperceel, zijn niet subsidiabel;
d. de kavelaanvaardingswerken maken onderdeel uit van een kavelruil, die bijdraagt aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling;
e. de kavelaanvaardingswerken zijn opgenomen in een ruilplan, waarin de noodzaak van deze werken voor het tot stand komen van de kavelruil aannemelijk worden gemaakt.
Artikel 9 Hoogte subsidiebijdrage en voorschot
1. De hoogte van subsidie voor kavelaanvaardingswerken bedraagt maximaal 40% van de
subsidiabele kosten en ten hoogste € 32.000,- per eigenaar of pachter, zoals bedoeld in artikel 5.
2. De aanvrager kan een voorschot aanvragen van maximaal 80% van subsidiabele kosten.
3. De bedragen die in dit artikel zijn genoemd, zijn exclusief BTW.
4. De subsidie is nooit hoger dan met inachtneming van de cumulatiebepalingen, zoals opgenomen in artikel 8 LVV, is toegestaan.
Artikel 10 Subsidieplafond en wijze van verdeling subsidie
1. Het college stelt de hoogte van het subsidieplafond vast op €250.000,- voor de looptijd van deze regeling.
2. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
3. Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van een gelijke verdeling van het nog beschikbare bedrag over de aanvragen.
Artikel 11 Verplichtingen en verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger
1. Naast de algemene verplichtingen, zoals vastgelegd in de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2016, gelden de volgende bijzondere verplichtingen:
a. De subsidieontvanger verleent medewerking aan door het college ingestelde controles,
zowel fysiek (in het veld) als administratief. Hij verleent daartoe toegang tot de betrokken percelen, verstrekt inzage in zijn administratie en verstrekt desgewenst nadere inlichtingen;
b. Bij het verzoek tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger met een beknopt activiteitenverslag, facturen van de werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, ook daadwerkelijk en op de juiste wijze zijn verricht;
c. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet uiterlijk 1 jaar na toekenning van de subsidie worden ingediend.
d. Indien een subsidieontvanger meer dan € 10.000,- subsidie onder deze regeling ontvangt, verleent hij medewerking aan de publicatieverplichtingen zoals bepaald in artikel 9 LVV.
2. De aanvrager is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van eventueel benodigde vergunningen voor het uitvoeren van alle aangevraagde kavelaanvaardingswerken en voor eventuele schade voortvloeiend uit het niet of niet tijdig verkrijgen daarvan.
Artikel 12 Hardheidsclausule
Het college kan één of meer bepalingen uit deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of - ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Artikel 13 Slotbepalingen
1. Deze regeling treedt in werking per 1 juni 2023 en vervalt op 1 juni 2026.
2. De volgende documenten maken integraal onderdeel uit van deze regeling:
– Toelichting op de subsidieregeling;
– Bijlage 1: Aanvraagformulier subsidie kavelaanvaardingswerken;
– Bijlage 2: Uitgangspunten kavelaanvaardingswerken.
3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap
met kwaliteit – Midden-Delfland 2023-2026’.
Aldus besloten in de collegevergadering van 9 mei 2023.
Drs. M.A.I. Born Drs. X.X.X. xxx Xxxxxx
gemeentesecretaris burgemeester