Solidariteitsfonds
V.K.Z.O.
Solidariteitsfonds
Reglement van het solidariteitsstelsel
10.2023
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
OVERZICHT
page
Artikel 1 – Voorwerp en definities 4
Artikel 2 – Financiering van het solidariteitsfonds 4
Artikel 3 – Dekkingsperiodes 4
Artikel 5 – Aanvraag tot tussenkomst van het solidariteitsfonds – vervaltermijn 11
Artikel 6 – Begunstigde(n) bij overlijden 12
Artikel 7 – Fiscaliteit van de overeenkomst en van de prestaties 12
Artikel 8 – Beheerskosten van het solidariteitsfonds 12
Artikel 9 – Door het solidariteitsfonds aangelegde provisies 12
Artikel 10 – Controle op de uitvoering van het solidariteitsstelsel 12
Artikel 11 – Procedure in geval van ontoereikende activa om het solidariteitsstelsel uit te 13
Artikel 12 – Liquidatie van het solidariteitsfonds 13
Artikel 13 – Inwerkingtreding en wijziging van het solidariteitsstelsel 13
1
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
Samenvatting van de voornaamste artikelen
Het solidariteitsfonds is opgericht voor zijn Aangeslotenen (zie artikel 1) binnen de V.K.Z.O maar wordt apart beheerd los van haar andere activiteiten.
Hij wordt gefinancierd door een solidariteitsbijdrage (10%) afgehouden van de bijdragen van het SVAPZ en van de sociale voordelen van de RIZIV-contracten, ingetekend door of voor zijn Aangeslotenen (zie artikel 2).
Hij heeft als doel een betere financiële zekerheid aan de Aangeslotenen te verzekeren, door volgende prestaties voor te stellen:
■ De financiering van de SVAPZ-bijdragen of de bijdragen van het RIZIV pensioenluik tijdens de periodes van inactiviteit vergoed door de Mutualiteit (arbeidsongeschiktheid, invaliditeit, moederschapsrust) of door de Sociale Verzekeringskas (periode van de sociale verzekering in geval van failliet (zie artikel 4,1°).
■ Opbouw van een ‘overlijdens-’ kapitaal betaald aan de begunstigde in geval van overlijden (zie artikel 6) onder de vorm van een rente, gelijk aan de som van de betaalde bijdragen toegekend aan het spaargedeelte (met een minimum van 15 maal de jaarlijks gemiddelde betaalde bijdrage). Indien het overlijden voor de wettelijke pensioenleeftijd te wijten is aan een ongeval, wordt dit opgebouwde kapitaal uit rente vermeerderd met 50% (met een plafond van € 200.000) (zie artikel 4,3°).
■ In geval van totale arbeidsongeschiktheid, de betaling van een maandelijkse rente geplafonneerd aan € 1.250 (een bijdrage gelijk aan 1/12 de van 6 maal de gemiddelde betaalde bijdragen toegekend aan het spaargedeelte), tijdens maximum 12 maanden. (zie artikel 4,2°) met een minimum van € 750 gedurende de eerste drie jaar volgende op de aansluiting.
■ Betaling van een forfaitaire vergoeding van € 1.000 in geval van een ernstige ziekte tijdens maximum 6 maanden (kanker, leukemie, de ziekte van Parkinson, de ziekte van Hodgkin, de ziekte van Pompe, de ziekte van Crohn, de ziekte van Alzheimer, aids, diabetes, tuberculose, multiple sclerose, laterale amytrofische sclerose, cerebrospinale meningitis, poliomyelitis, progressieve musculaire dystrofieën, encefalitis, tetanus, virale hepatitis, malaria, vlektyfus, tyfeuze en paratyfeuze aandoeningen, difterie, cholera, miltvuur, mucoviscidose, nierdialyse) (zie artikel 4,4°).
■ Mogelijkheid door het X.X.XX.xx de pensioen-of overlevingsrentes op te trekken (zie artikel 4,5°).
Het is evident dat de nodige verklaring dient gedaan te worden binnen de opgelegde vervaltermijn (zie artikel 5) én dat de situatie die recht geeft op een tegemoetkoming, moet vallen in een dekkingsperiode (zie artikel 3).
3
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
Artikel 1 – Voorwerp en definities
Onderhavig reglement bepaalt de rechten en plichten van de Aangeslotenen en de Begunstigden bij overlijden en van de Voorzorgskas voor Zelfstandigen en Ondernemingen, afgekort V.K.Z.O., als rechtspersoon die het solidariteitsstelsel organiseert. Verder legt het de regels vast betreffende de uitvoering van voornoemd solidariteitsstelsel in toepassing van artikelen 46 en 54 tot 57 van de programmawet (I) van 24 december 2002, van artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige zorgen en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, en van de koninklijke besluiten van 15 december 2003 ter bepaling van de solidariteitsuitkeringen verbonden aan sociale pensioenovereenkomsten enerzijds, en van de regels betreffende de financiering en het beheer van een solidariteitsstelsel verbonden aan een sociale pensioenovereenkomst.
In het kader van onderhavig reglement wordt begrepen onder:
■ Aangeslotenen: zelfstandigen, meewerkende echtgenoten en zelfstandige helpers, die niet met pensioen zijn, die de leeftijd van 70 jaar niet bereikt hebben en die een sociale pensioenovereenkomst hebben afgesloten waaraan een solidariteitsstelsel verbonden is, waarvan de organisator en de beheerder aan de V.K.Z.O. zijn gemeld. Zijn – in de zin van onderhavig reglement – eveneens aangeslotenen: artsen, tandartsen, apothekers, kinesitherapeuten, logopedisten, zelfstandige verpleegkundigen en vroedvrouwen die nog niet met pensioen zijn, die de leeftijd van 70 nog niet hebben bereikt en die een “RIZIV-contract” hebben gesloten waaraan een solidariteitsstelsel is gekoppeld waarvan de V.K.Z.O. de organisator en aangeduide beheerder is.”
■ Solidariteitsfonds: het solidariteitsfonds dat voor de Aangeslotenen is opgericht binnen de V.K.Z.O., die het beheert los van haar andere activiteiten.
De Aangeslotenen kunnen dit reglement ontvangen op eenvoudig verzoek aan de V.K.Z.O.
Artikel 2 – Financiering van het solidariteitsfonds
Enerzijds storten de Aangeslotenen bijdragen aan de pensioeninstelling die in de sociale pensioenovereenkomst vermeld staat, hetzij rechtstreeks, hetzij via hun Sociale Verzekeringskas, en anderzijds stort het RIZIV, voor rekening van de aangeslotenen bij de overeenkomsten die op hen betrekking hebben, de sociale voordelen bij toepassing van artikel 54 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, rechtstreeks aan de pensioeninstelling die in het RIZIV- contract is aangeduid. Deze pensioeninstellingen storten 10% van de gestorte bijdragen door aan de V.K.Z.O. als solidariteitsbijdragen. Deze solidariteitsbijdragen dienen om het solidariteitsstelsel te financieren dat door onderhavig reglement wordt geregeld. Zij worden door de V.K.Z.O. in het Solidariteitsfonds gestort.
Artikel 3 – Dekkingsperiodes
De Aangeslotenen kunnen om tussenkomst van het Solidariteitsfonds verzoeken op voorwaarde dat zij hun bijdrage van de sociale pensioenovereenkomst hebben betaald of het RIZIV sociale voordelen in hun naam heeft gestort.
De dekkingsperiode van het solidariteitsstelsel is evenwel afhankelijk van de datum van betaling van de bijdrage:
■ Een dekkingsperiode van een volledig kalenderjaar, van 1 januari tot 31 december, gaat van start voor elke Aangeslotene wiens sociale pensioenovereenkomst en/of ‘RIZIV-contract’ met ten minste één bijdrage gecrediteerd is geweest in het voorgaande kalenderjaar. Deze periode mag evenwel niet voorbij de einddatum van het in voege zijnde contract lopen.
Voor het eerste kalenderjaar van de afsluiting van een sociale pensioenovereenkomst of van een ‘RIZIV-contract’, geldt boven op de hierboven bepaalde dekkingsperiode een aanvullende dekkingsperiode.
– Als de omstandigheden die recht geven op een prestatie, zoals hierna gedefinieerd, het gevolg zijn van een ongeval – d.w.z. het gevolg van een plotse en toevallige gebeurtenis, te wijten aan een oorzaak buiten het organisme van de Aangeslotene en buiten zijn wil – loopt deze bijkomende dekkingsperiode vanaf de dag van de effectieve betaling van de eerste bijdrage voor de sociale pensioenovereenkomst of voor het ‘RIZIV-contract’, tot 31 december van dit eerste jaar van onderschrijving.
– In de andere gevallen, d.w.z. omstandigheden die niet het gevolg zijn van een ongeval, begint deze bijkomende dekkingsperiode in het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de effectieve betaling gebeurde van de eerste bijdrage voor de sociale pensioenovereenkomst of voor het ‘RIZIV-contract’.
4
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
De effectieve betaaldatum is de datum van ontvangst van de betaling door het pensioenorganisme voor SVAP en de datum van het koninklijk besluit dat het bedrag van het RIZIV-voordeel bepaalt voor “RIZIV-contract”.
■ Wanneer een Aangeslotene, zoals de wetgeving hem toestaat, zijn bijdragestortingen gedurende een volledig kalenderjaar stopzet of wanneer het RIZIV in de tijdspanne van een kalenderjaar geen sociaal voordeel stort voor een ‘RIZIV-contract’ (bv. omwille van het niet respecteren van de termijnen voor het indienen van de documenten), begint, wanneer hij of het RIZIV later opnieuw een effectieve betaling doet, (heractivering van de sociale pensioenovereenkomst of van het ‘RIZIV-contract’), pas een dekkingsperiode te lopen voor het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin hij die betaling deed, uitgezonderd omstandigheden die recht geven op een prestatie na een ongeval, in welk geval de dekkingsperiode begint te lopen vanaf de effectieve betaling.
Artikel 4 – Prestaties
Onder voorbehoud van wat bepaald is in artikel 5 en in artikel 11 tot 13, omvat het solidariteitsstelsel volgende solidariteitsuitkeringen:
1. financiering van de opbouw van het aanvullend rust- en/of overlevingspensioen tijdens:
a) de vergoede periodes in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wegens primaire ongeschiktheid, invaliditeit of moederschap;
b) de vergoede periode in het kader van de faillissementsverzekering;
3. vergoeding van een inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid
4. vergoeding in de vorm van rente van inkomstenverlies bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan.
5. betaling van een forfaitaire uitkering in geval van een ernstige ziekte die tijdens de beroepsloopbaan heeft plaatsgevonden
6. verhoging van de lopende pensioen- of overlevingsrentes.
Nochtans is de prestatie « Vergoeding van een inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid » niet gedekt:
■ voor de Aangeslotenen die een sociale pensioenovereenkomst en/of een ‘RIZIV-contract’ hebben onderschreven na hun 60ste verjaardag ;
■ voor de Aangeslotenen wiens sociale pensioenovereenkomst en/of ‘RIZIV-contract’ zich buiten een dekkingsperiode bevonden op hun 60ste verjaardag, omwille van niet-betaling in het voorgaande jaar, zelfs indien zij op een later tijdstip gezegde overeenkomst en/of contract heractiveren.
1° Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen
Ingeval zich voor de Aangeslotene een van de hierna opgesomde situaties voordoet, stort het Solidariteitsfonds aan de pensioeninstelling die het aanvullend pensioen van deze Aangeslotene regelt, het bedrag bepaald in punt a), b) of c) hieronder.
Dit bedrag wordt berekend in verhouding tot een Basisbedrag.
Dit Basisbedrag is gelijk aan het gemiddelde van de brutopremies die de Aangeslotene of het RIZIV heeft gestort op jaarbasis op het pensioenluik sinds het begin van de sociale pensioen- overeenkomst of van het ‘RIZIV-contract’ tot aan het kalenderjaar dat het jaar waarin de situatie zich voordoet, voorafgaat.
De brutopremie van het pensioenluik is gelijk aan:
■ voor een sociale pensioenovereenkomst, de bijdrage in het kader van deze sociale pensioenovereenkomst, gestort door de Aangeslotene.
■ Voor een ‘RIZIV-contract’, het gedeelte van de bijdrage gestort door het RIZIV op het pensioenluik van het contract, nl. na aftrek van de eventuele complementaire verzekeringspremies.
Het is evident dat, rekening gehouden met het financieringsmechanisme van het Solidariteitsfonds, een solidariteitsbijdrage zoals bedoeld in art. 2 “Financiering van het Solidariteitsfonds” zal gestort worden aan de
V.K.Z.O voor het Solidariteitsfonds.
5
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
Er kan evenwel alleen om tussenkomst van het Solidariteitsfonds worden verzocht indien de Aangeslotene zich op het ogenblik van de afsluiting van de sociale pensioenovereenkomst of van het ‘RIZIV-contract’ niet in de situatie bevond die hem toegang geeft tot de gevraagde prestatie. Bovendien moet deze situatie zich voordoen tijdens een dekkingsperiode zoals bepaald in artikel 3 van dit reglement.
a) In geval van primaire arbeidsongeschiktheid en/of invaliditeit.
Wanneer de Aangeslotene beantwoordt aan de voorwaarden voor toekenning van uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid volgens de bepalingen van:
■ het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten gunste van zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, voor de Aangeslotenen met een statuut van zelfstandige in hoofdberoep,
■ de wet betreffende de verplichte verzekering medische zorgen en vergoedingen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de Aangeslotenen met het statuut van loontrekkende of van zelfstandige in bijberoep,
kan hij bij de V.K.Z.O een aanvraag indienen tot tussenkomst van het Solidariteitsfonds.
De tussenkomst van het Solidariteitsfonds is echter beperkt tot de periode van algehele ongeschikheid.
Voorwaarde voor een tussenkomst van het Solidariteitsfonds is het voorleggen van een bewijs van de vergoeding afgeleverd door een verzekeringsinstelling (Ziekenfonds) voor de periode van ongeschiktheid, en dit gedurende de volledige duur hiervan. Dit bewijs vermeldt de duur en het percentage van de arbeidsongeschiktheid alsook het bedrag van de tussenkomst.
Het Solidariteitsfonds keert een bedrag, ten belope van een kwart van het hierboven omschreven Basisbedrag, uit en dit voor ieder volledig kwartaal dat loopt vanaf het kwartaal dat volgt op de datum van erkenning van de arbeidsongeschiktheid door het Ziekenfonds, tot het kwartaal waarin de Aangeslotene ophoudt met het bewijs van de tussenkomst van het Ziekenfonds voor te leggen.
Voor elk kwartaal waarvoor dat Solidariteitsfonds tussenkomt, moet men het bewijs voorleggen dat men door het Ziekenfonds vergoed is.
De uitbetaling door het Solidariteitsfonds vindt plaats op de laatste dag volgend op het kwartaal van de ontvangst van het bewijs van het Ziekenfonds.
De tussenkomst van het Solidariteitsfonds houdt automatisch op wanneer het in voege zijnde contract op de datum van de erkenning van het begin van de ongeschiktheid, op zijn einde komt, alsook wanneer de Aangeslotene toegang krijgt tot pensioen of wanneer hij de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt.
Nochtans, voor de contracten waarvoor de einddatum later valt dan de wettelijke pensioenleeftijd van de Aangeslotene of voor de contracten die verlengd zijn geweest tot voorbij de wettelijke pensioenleeftijd van de Aangeslotene, aangezien de wetgeving voorziet dat het Ziekenfonds ophoudt tussen te komen vanaf de wettelijke pensioenleeftijd, kan geen enkel bewijs van vergoeding door een verzekeringsorganisme worden geleverd.
Zo ook, voor die contracten, en alleen dan, wanneer de ongeschiktheid blijft aanhouden tot na de wettelijke pensioenleeftijd van de Aangeslotene, zal het bewijs van de tussenkomst van het Ziekenfonds, elk kwartaal, vervangen worden door een medisch attest waarin de duur van de verlenging van de ongeschiktheid wordt vermeld.
Xxxxxx zal, wanneer de ongeschiktheid pas begint na de wettelijke pensioenleeftijd, de aanvraag tot tussenkomst vergezeld moeten zijn van een medisch attest die de oorzaak vermeldt van de ongeschiktheid alsook de waarschijnlijke duur ervan. Vervolgens zal, elk kwartaal, een medisch attest voorgelegd moeten worden die de duur van de verlenging van de ongeschiktheid vermeldt.
In de gevallen waarin een werkongeschiktheid die blijft aanhouden of begint na de wettelijke pensioenleeftijd van de Aangeslotene, en alleen in die gevallen, behoudt de V.K.Z.O. zich het recht tot controle voor, en de Aangeslotene verbindt zich ertoe die controle mogelijk te maken door een medicus gemandateerd door de V.K.Z.O. Indien de Aangeslotene weigert zich aan een medische controle of andere bijkomende onderzoeken te onderwerpen, zal de
V.K.Z.O. geen prestatie betalen of zal ophouden die te betalen.
6
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
b) In geval van moederschap
Wanneer de Aangeslotene aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een moederschapsuitkering volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten gunste van zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, kan hij een aanvraag tot tussenkomst van het Solidariteitsfonds indienen bij de V.K.Z.O.
Voorwaarde voor de tussenkomst van het Solidariteitsfonds is het voorleggen van het bewijs van uitkering voor moederschap door een verzekeringsinstelling (Ziekenfonds) of de afgifte door de Aangeslotene van een kopie van de geboorteakte van het kind (of de kinderen).
Het Solidariteitsfonds keert een eenmalig forfaitair bedrag uit, en dit ongeacht het aantal nieuwgeborenen, dat gelijk is aan één derde van het hierboven omschreven Basisbedrag, op de laatste dag van het kwartaal dat volgt op dat waarin het bewijs van dec uitkering voor moederschap door het Ziekenfonds wordt voorgelegd, ofwel op basis van de afgifte door de Aangeslotene van een kopie van de geboorteakte van het kind (of van de kinderen).
Bovendien en gelijktijdig met deze financiering stort het Solidariteitsfonds aan de Aangeslotene zelf een eenmalige forfaitaire som van 200 EUR per nieuwgeborene, en dit bij wijze van een forfaitaire compensatie van inkomensverlies. De storting van deze forfaitaire som is onderworpen aan dezelfde toekenningsvoorwaarden als die voor de storting van de financiering.
c) In geval van faillissement
Wanneer de Aangeslotene beantwoordt aan de voorwaarden voor de toekenning van de uitkering bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 (II) houdende instelling van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen in geval van faillissement en van gelijkgestelde personen, en dit in overeenstemming met de voorwaarden die in voornoemd koninklijk besluit zijn opgenomen, kan hij een aanvraag tot tussenkomst van het Solidariteitsfonds indienen bij de V.K.Z.O.
Voorwaarde voor tussenkomst van het Solidariteitsfonds is het voorleggen van een bewijs van storting van de uitkering bedoeld in artikel 7 van voornoemd koninklijk besluit door een Sociale Verzekeringskas.
Het Solidariteitsfonds stort driemaandelijks, op de laatste dag van het trimester, een kwart van het hierboven omschreven Basisbedrag vanaf het kwartaal dat volgt op de voorlegging van het stortingsbewijs van de uitkering door de Sociale Verzekeringskas, tot het kwartaal waarin de Aangeslotene ophoudt met dit bewijs in te dienen, zonder dat de tussenkomst van het Solidariteitsfonds evenwel langer dan vier kwartalen kan duren.
2° Vergoeding van inkomstenverlies bij arbeidsongeschiktheid
Met uitzondering van de Aangeslotenen die een sociale pensioenovereenkomst en/of een ‘RIZIV-contract’ na hun 60ste verjaardag hebben onderschreven of ge-heractiveerd, wanneer de Aangeslotene beantwoordt aan de voorwaarden voor toekenning van uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid volgens de bepalingen van:
■ het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten gunste van zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, voor de Aangeslotenen met een statuut van zelfstandige in hoofdberoep,
■ de wet betreffende de verplichte verzekering medische zorgen en vergoedingen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de Aangeslotenen met het statuut van loontrekkende of van zelfstandige in bijberoep,
kan een aanvraag tot tussenkomst van het Solidariteitsfonds ingediend worden bij de V.K.Z.O.
De tussenkomst van het Solidariteitsfonds is echter beperkt tot de periode van algehele ongeschikheid.
Voorwaarde voor een tussenkomst van het Solidariteitsfonds is het voorleggen van een bewijs van de vergoeding afgeleverd door een verzekeringsinstelling (Ziekenfonds) voor de periode van ongeschiktheid, en dit gedurende de volledige duur hiervan. Dit bewijs vermeldt de duur en het percentage van de arbeidsongeschiktheid alsook het bedrag van de tussenkomst.
7
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
Indien de aangeslotene zijn aanvraag tot tussenkomst binnen die termijn ingediend heeft en zodra de aangeslotene het bewijs van vergoeding door het Ziekenfonds voorgelegd heeft, stort het Solidariteitsfonds een maandelijkse rente na afloop van een carenztijd van 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van erkenning van de ongeschiktheid door de Mutualiteit, gedurende dewelke geen enkele vergoeding is verschuldigd.
Nochtans, indien de werkongeschiktheid het gevolg is van een ongeval, t.t.z. het gevolg van een plotse en toevallige gebeurtenis, veroorzaakt door een uitwendig, aan het organisme van de Aangeslotene vreemd feit en buiten zijn wil, en indien de periode van werkongeschiktheid langer duurt dan 60 dagen te rekenen vanaf de datum van het ongeval erkend door het Ziekenfonds, zal het Solidariteitsfonds, na die 60 dagen, het bedrag van de maandelijkse rente storten die overeenkomt met de carenztijd van 30 dagen.
Het bedrag van de maandelijkse rente is gelijk aan 1/12 van de jaarlijkse vergoedingsbasis, zoals hierna bepaald. Indien de datum van erkenning van de ongeschiktheid door de Mutualiteit niet samenvalt met de eerste van de maand, zal de eerste en de laatste rente bepaald worden aan de hand van een pro rata.
Indien de vergoeding door het Ziekenfonds beëindigd zou worden in de loop van een maand wordt eveneens een pro rata van de maandelijkse rente berekend.
Voor de berekening van de pro rata bij het begin of einde van de ongeschiktheid, wordt ervan uitgegaan dat een maand 30 dagen telt.
De maandelijkse rente zal worden gestort vanaf de maand volgend op de maand waarin de ongeschiktheidssituatie zich voorgedaan heeft. Het totaal van de maandelijkse rentes mag in geen geval de de jaarlijkse vergoedingsbasis overschrijden. De betaling van de rentes neemt een einde wanneer dit bedrag bereikt is, waarbij de laatste rente desgevallend wordt verminderd. De betaling van de rentes wordt in ieder geval stopgezet indien de periode van ongeschiktheid eerder eindigt.
In ieder geval eindigt de tussenkomst van het Solidariteitsfonds automatisch wanneer de Aangeslotene het bewijs van vergoeding door het Ziekenfonds niet meer voorlegt of als de Aangeslotene met pensioen gaat of de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
Het bedrag van de jaarlijkse vergoedingsbasis is gelijk aan 6 maal het gemiddelde van de kapitalisatiepremies die de Aangeslotene of het RIZIV op jaarbasis gestort heeft sinds het begin van de sociale pensioenovereenkomst of van het ‘RIZIV-contract’ tot het kalenderjaar dat voorafgaat aan dat waarin de ongeschiktheidssituatie zich voordoet, met een minimum van 9.000 EUR gedurende de eerste drie jaar volgende op de aansluiting, met een jaarbasisplafond van 15.000 EUR.
Dit minimum van 9.000 EUR zal evenwel enkel van toepassing zijn voor de aangeslotenen die de maximum toegelaten bijdrage hebben gestort op hun sociale pensioenovereenkomst, gedurende de drie eerste jaren volgende op hun aansluiting.
Niettemin, voor de Aangeslotenen die pas begonnen zijn als zelfstandige en waarvan de ongeschiktheid is begonnen in de loop van de 6 eerste jaren van activiteit, zal het gemiddelde van de kapitalisatiepremies berekend worden op basis van de 3 laatste jaren voorafgaand aan deze waarin de ongeschiktheid is begonnen en niet op de gehele periode sinds het begin van de sociale pensioenovereenkomst.
Bijgevolg zal de Aangeslotene, bij iedere aanvraag tot tussenkomst van het Solidariteitsfonds voor de betrokken prestatie, een attest voorleggen van zijn Sociale verzekeringskas met vermelding van het jaar waarin zijn activiteit als zelfstandige een aanvang nam.
De Raad van bestuur kan, gezien de resultaten en na raadpleging van de actuaris die instaat voor de controle van het Solidariteitsfonds, het vergoedingsplafond indexeren en dit één keer per jaar op 1 januari, op basis van de gezondheidsindex, ten opzichte van die van 1 januari van het jaar daarvoor.
De kapitalisatiepremie is gelijk aan de netto premie van het pensioenluik, met andere woorden:
■ voor een sociale pensioenverzekering, de bijdrage van de sociale pensioenovereenkomst die de Aangeslotene heeft, min de solidariteitspremie en de beheers- en distributiekosten van de sociale pensioenovereenkomst.
■ Voor een ‘RIZIV-contract’, het netto gedeelte van de bijdrage gestort door het RIZIV op het pensioenluik van het contract, t.t.z. de RIZIV-bijdrage, verminderd met de eventuele complementaire verzekeringspremies, met de solidariteitsbijdrage en van de met beheers- en distributiekosten van het ‘RIZIV-contract’
8
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
De tussenkomst van het Solidariteitsfonds kan echter enkel gevraagd worden indien de Aangeslotene zich op het ogenblik van de afsluiting van de sociale pensioenovereenkomst of van het ‘RIZIV-contract’, of op de datum van de inwerkingtreding van de wijziging van het reglement tot invoering van onderhavig artikel 4, 2°, zijnde 1 januari 2010, niet in de arbeidsongeschiktheidsperiode bevond waarvoor hij de tussenkomst van het Solidariteitsfonds vraagt. Bovendien moet de arbeidsongeschiktheid zich voordoen tijdens een dekkingsperiode zoals bepaald in artikel 3 van dit reglement.
3° Vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan
Ingeval een Aangeslotene overlijdt tijdens de beroepsloopbaan, stort het Solidariteitsfonds gedurende 15 jaar een rente aan de Begunstigde(n) bij overlijden, als vergoeding voor een inkomstenverlies.
Het kapitaal waaruit deze rente is samengesteld, is gelijk aan de som van de kapitalisatiepremies die de Aangeslotene of het RIZIV heeft betaald sinds de afsluiting van de sociale pensioenovereenkomst of van het ‘RIZIV-contract’ tot het kalenderjaar dat voorafgaat aan dat waarin het overlijden zich voordoet, met als minimum 15 maal de gemiddelde premie als de Aangeslotene voor zijn wettelijke pensioenleeftijd overleden is.
De kapitalisatiepremie is gelijk aan de netto premie van het pensioenluik, met andere woorden:
■ Voor een sociale pensioenovereenkomst, de bijdrage van de sociale pensioenovereenkomst die de Aangeslotene heeft gestort, verminderd met de solidariteitspremie en de beheers- en distributiekosten van de sociale pensioenovereenkomst.
■ Voor een ‘RIZIV-contract’, het netto gedeelte van de bijdrage gestort door het RIZIV op het pensioenluik van het contract, t.t.z. de RIZIV-bijdrage, verminderd met de eventuele complementaire verzekeringspremies, met de solidariteitsbijdrage en van de met beheers- en distributiekosten van het ‘RIZIV-contract’.
De gemiddelde premie is gelijk aan het gemiddelde van de premies die de Aangeslotene heeft gestort op jaarbasis, sinds het begin van de sociale pensioenovereenkomst tot het kalenderjaar dat voorafgaat aan dat waarin het overlijden zich voordoet.
Als het overlijden het gevolg is van een ongeval – d.w.z. het gevolg van een plotse en toevallige gebeurtenis, te wijten aan een oorzaak buiten het organisme van de Aangeslotene en buiten zijn wil – wordt het samengesteld kapitaal van de rente, dat wordt berekend zoals hierboven vermeld, verhoogd met 50%. Dit samengesteld kapitaal van de rente wordt – bij een ongeval – in ieder geval beperkt tot een totaal en absoluut plafond van € 200.000 per aangeslotene, hoeveel contracten hij/zij ook heeft gesloten.
De omzetting van het samenstellend kapitaal in rente gebeurt volgens de techniek van tijdelijke rente op 15 jaar met afstand van kapitaal. Het bedrag van de rente is afhankelijk van het kapitaal dat de rente samenstelt en de prijs van de rente.
De prijs van de rente wordt bepaald volgens het tarief dat geldt op het ogenblik van de omzetting. Dit tarief is op zijn beurt afhankelijk van de tabel bij leven, van de technische intrestvoet, van de inventaristoeslagen, evenals van de kosten per rente-uitkering die gelden op het ogenblik van de omzetting.
De rente die het resultaat is van deze omzetting van kapitaal mag in geen geval hoger zijn dan het wettelijk bepaalde maximumbedrag, namelijk € 20.000 per jaar (bedrag van kracht op 1 januari 2004 – artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 december 2003, tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden aan de sociale pensioenovereenkomsten) en is dus beperkt tot dat bedrag.
Rentes waarvan het jaarlijkse bedrag lager is dan € 300 worden vereffend in de vorm van kapitaal.
Niet-gedekte omstandigheden:
De vergoeding van een inkomstenverlies bij overlijden tijdens de beroepsloopbaan is niet verschuldigd als het overlijden rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit een oorlog tussen verschillende Staten of gelijkaardige feiten of uit een burgeroorlog.
Als het overlijden van de Aangeslotene voortvloeit uit een oorlog die losgebarsten is tijdens zijn verblijf in het buitenland, is de prestatie verworven als de begunstigde kan bewijzen dat de Aangeslotene niet actief heeft deelgenomen aan de vijandelijkheden.
9
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
De uitbetaling, hetzij van de eerste annuïteit, hetzij van het kapitaal, gebeurt na ondertekening van een kwitantie en na ontvangst door de V.K.Z.O.:
■ van een uittreksel van de overlijdensakte
■ van een fotokopie van de identiteitskaart van de Begunstigde(n) bij overlijden
■ van het origineel van de sociale pensioenovereenkomst van de Aangeslotene en de eventuele aanhangsels hierbij
■ van een akte van bekendmaking met vermelding van de hoedanigheid van de erfgenamen, indien de Begunstigden bij overlijden niet zijn aangeduid of bepaald in de sociale pensioenovereenkomst.
De rente wordt uitbetaald aan de Begunstigde(n) bij overlijden die in de sociale pensioenovereenkomst is (zijn) aangeduid en in leven is (zijn) op het ogenblik van het overlijden van de Aangeslotene. Er is geen erfopvolging mogelijk. Indien de Begunstigde van de rente nadien overlijdt, wordt de betaling stopgezet, aangezien het recht op de rente niet overdraagbaar is op de erfgenamen van deze Begunstigde.
Anderzijds komt met de uitbetaling in kapitaal een einde aan de sociale pensioenovereenkomst.
4° Betaling van een forfaitaire vergoeding in geval van een ernstige ziekte die tijdens de beroepsloopbaan heeft plaatsgevonden.
27 Ernstige ziekten: kanker, leukemie, de ziekte van Parkinson, de ziekte van Hodgkin, de ziekte van Pompe, de ziekte van Crohn, de ziekte van Alzheimer, aids, diabetes, tuberculose, multiple sclerose, laterale amytrofische sclerose, cerebrospinale meningitis, poliomyelitis, progressieve musculaire dystrofieën, encefalitis, tetanus, virale hepatitis, malaria, vlektyfus, tyfeuze en paratyfeuze aandoeningen, difterie, cholera, miltvuur, mucoviscidose, nierdialyse.
Als een van de bovenvermelde ernstige ziekten bij een aangeslotene wordt vastgesteld, tijdens zijn beroepsloopbaan en tijdens een dekkingsperiode, kan een aanvraag tot tussenkomst van het solidariteitsfonds worden ingediend bij de V.K.Z.O.
Deze aanvraag moet vergezeld zijn van een medisch attest van een specialist in het activiteitendomein waarbinnen de ernstige ziekte kadert. Dit attest moet de bewuste ernstige ziekte vermelden, alsook de waarschijnlijke duur ervan, de medicatie en de plaats waar de Aangeslotene wordt verzorgd.
De V.K.Z.O. behoudt zich het controlerecht voor en de Aangeslotene verbindt zich ertoe deze controle door een door de V.K.Z.O. gemandateerde arts mogelijk te maken op de plaats waar hij wordt verzorgd. In geval van weigering van de Aangeslotene om zich aan een medische controle of aan bijkomende onderzoeken te onderwerpen, zal de
V.K.Z.O. de uitkering niet of niet langer storten.
Als de Aangeslotene zijn aanvraag tot tussenkomst binnen de toegestane termijn heeft ingediend en zodra de ernstige ziekte van de Aangeslotene erkend is, stort het Solidariteitsfonds een forfaitaire vergoeding van € 1.000 per maand, gedurende de 6 maanden die volgen op de maand waarin de diagnose van de bewuste ziekte werd gesteld. De tussenkomst van het Solidariteitsfonds wordt evenwel automatisch stopgezet wanneer de Aangeslotene niet meer wordt erkend als zijnde getroffen door de gediagnosticeerde ernstige ziekte of wanneer de Aangeslotene met pensioen gaat of de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
Anderzijds kan deze uitkering slechts één enkele keer worden gestort tijdens de beroepsloopbaan van de Aangeslotene. Als de aangeslotene hervalt of er een andere ernstige ziekte wordt gediagnosticeerd, heeft hij dan ook geen recht op welke vergoeding dan ook uit hoofde van de onderhavige prestatie als hij eerder al een dergelijke vergoeding heeft ontvangen.
De tussenkomst van het Solidariteitsfonds kan evenwel alleen worden aangevraagd als de Aangeslotene, op het moment waarop de sociale pensioenovereenkomst of het ‘RIZIV-contract’ wordt gesloten of op de datum waarop de wijziging van het reglement in werking treedt waardoor het onderhavige artikel 4, 4° wordt ingevoerd – te weten 1 oktober 2011 – niet getroffen blijkt te zijn door een eerder gediagnosticeerde ernstige ziekte.
10
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
5° Verhoging van de pensioenrentes die tijdens het jaar zijn betaald
Indien, bij afloop van elk boekjaar, in het Solidariteitsfonds een positief saldo overblijft na de betaling van de prestaties, van de beheers- en distributielasten, van de risicoverzekeringspremies om het voortbestaan van het Fonds te waarborgen, en nadat de wettelijke provisies en reserves zijn aangelegd, met name diegene die vermeld zijn in artikel 9 van dit reglement, stort het Solidariteitsfonds dit positieve saldo aan de pensioeninstelling die het aanvullend pensioen van haar Aangeslotenen beheert, om dit te verdelen onder de Betrokken Renteniers.
Onder Betrokken Renteniers worden alle renteniers begrepen waarvan de rente ten laste van de pensioeninstelling komt, in uitvoering van artikel 50, 1e § van de programmawet (I) van 24 december 2002.
De verdeling van het positieve saldo gebeurt naar rato van de rekenkundige gemiddelden van de samenstellende kapitalen aan het begin en het einde van het boekjaar. Zij maakt het voorwerp uit van een verhoging van het kapitaal dat de rente samenstelt.
Artikel 5 – Aanvraag tot tussenkomst van het solidariteitsfonds – vervaltermijn
Wanneer de Aangeslotene of de Begunstigde bij overlijden de voorwaarden vervult voor de toekenning van de hierboven beschreven prestatie, kan hij een aanvraag tot tussenkomst van het Solidariteitsfonds indienen bij de V.K.Z.O.
Deze aanvraag moet worden ingediend binnen de volgende termijn :
■ indien de gebeurtenis plaats had voor de wettelijke pensioenleeftijd van de Aangeslotene, binnen 12 maanden nadat de situatie die aanleiding geeft tot de toekenning van de prestatie zich heeft voorgedaan, namelijk:
– het begin van de periode van arbeidsongeschiktheid;
– de bevalling;
– de uitspraak van het faillissement;
– het overlijden van de Aangeslotene.
– de diagnose van een ernstige ziekte vermeld in punt 4. 4°.
■ Indien de gebeurtenis plaats had na de wettelijke pensioenleeftijd van de Aangeslotene, binnen de 45 dagen te rekenen van de oorzaak van de toestand die aanleiding geeft tot de prestatie, hetzij :
– het begin van de periode van arbeidsongeschiktheid;
– het overlijden van de Aangeslotene.
In geval van een aangiftetermijn van 12 maanden, als de Aangeslotene of de Begunstigde in geval van overlijden zijn aangifte indient binnen deze termijn, zal het Solidariteitsfonds met terugwerkende kracht tussenkomen vanaf ofwel het kwartaal dat volgt op de datum van erkenning van de situatie door het Ziekenfonds (financiering van het pensioenluik pensioen in geval van primaire ongeschiktheid of invaliditeit of in geval van moederschap) of door de Sociale Verzekeringskas (financiering van het pensioenluik in geval van faillissement); ofwel vanaf de maand die volgt op de maand waarin het plaatsvinden van het voorval erkend is door het Ziekenfonds (compensatie van inkomstenverlies in geval van arbeidsongeschiktheid) of door het Fonds zelf (compensatie van inkomstenverlies in geval van overlijden tijdens de beroepsloopbaan of betaling van een forfaitaire vergoeding in geval van ernstige ziekte tijdens de beroepsloopbaan).
In geval van een aangiftetermijn van 45 dagen, als de Aangeslotene, of de Begunstigde in geval van overlijden, zijn aangifte indient binnen deze termijn, zal het Solidariteitsfonds tussenkomen vanaf het kwartaal dat volgt op de datum van erkenning van het begin van de ongeschiktheidsperiode door het Fonds (financiering van het pensioenluik in geval van primaire ongeschiktheid of van invaliditeit) of vanaf de erkenning van de gebeurtenis door het Fonds (compensatie van een inkomstenverlies in geval van overlijden gedurende de beroepscarrière).
In geval van een aangiftetermijn van 12 maanden, indien de Aangeslotene of de Begunstigde bij overlijden de aanvraag niet binnen deze termijn van 12 maanden indient, start de tussenkomst van het Fonds in het kalenderkwartaal dat volgt op de datum van indiening van de aanvraag, zonder terugwerkende kracht noch interest, voor de prestaties waarvoor de termijn van tussenkomst door het Solidariteitsfonds langer duurt dan 12 maanden. Voor de prestaties waarvoor de termijn van tussenkomst door het Solidariteitsfonds korter is dan of gelijk is aan 12 maanden, verliest de Aangeslotene ieder recht op die prestaties ingeval de aangifte na die termijn van 12 maanden gebeurt.
11
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
In geval van een aangiftetermijn van 45 dagen, indien de Aangeslotene, of de Begunstigde in geval van overlijden, geen aanvraag indient binnen die termijn van 45 dagen, begint de tussenkomst van het Fonds in het kwartaal dat volgt op de datum van de indiening van de aanvraag, zonder terugwerkende kracht en zonder interesten.
Voor de prestatie die bestaat uit de verhoging van de pensioenrentes is geen aanvraag nodig, aangezien over deze prestatie wordt beslist door de jaarlijkse Algemene Vergadering van de V.K.Z.O., op voorstel van de Raad van Bestuur van de V.K.Z.O., indien de voorwaarden voor de storting ervan vervuld zijn. De renteniers worden door de V.K.Z.O. op de hoogte gebracht van de toekenning van deze prestatie.
Na indiening van de aanvraag tot tussenkomst moet de begunstigde de bewijzen voorleggen die in artikel 4
«Prestaties» worden gevraagd om het recht op de prestatie te verkrijgen en eventueel te behouden.
VERVALTERMIJN: Elke gerechtelijke procedure vervalt na 7 jaar, te rekenen vanaf het moment waarop de situatie of gebeurtenis die recht kan geven op een tussenkomst van het solidariteitsfonds zich voordoet.
Artikel 6 – Begunstigde(n) bij overlijden
De Begunstigde(n) bij overlijden wordt (worden) vermeld in de bijzondere voorwaarden van het contract.
De Aangeslotene heeft het recht om bij schriftelijk verzoek de toewijzing van de begunstigde te wijzigen. Deze wijziging wordt dan vastgelegd in een aanhangsel.
Als het zich voordoen van de gebeurtenis die tot het overlijden geleid heeft, voortvloeit uit een opzettelijke daad van een begunstigde, wordt de prestatie betaald aan de andere begunstigden die in de bijzondere voorwaarden aangewezen zijn en in de volgorde die erin bepaald is.
Artikel 7 – Fiscaliteit van de overeenkomst en van de prestaties
Alle huidige of toekomstige belastingen, taksen en bijdragen die van toepassing zijn op de sociale pensioenovereenkomst of op het ‘RIZIV-contract’ of op de prestaties, komen ten laste van de Aangeslotene of, in geval van overlijden van de Aangeslotene, van de Begunstigde(n) bij overlijden.
Artikel 8 – Beheerskosten van het solidariteitsfonds
De maximale beheerskosten van het Solidariteitsfonds bedragen 15% van de solidariteitsbijdrage.
Artikel 9 – Door het solidariteitsfonds aangelegde provisies
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende solidariteitsfondsen verbonden aan een sociale pensioenovereenkomst (dus de ‘RIZIV-contracten’ inbegrepen), legt het Solidariteitsfonds provisies aan.
Het gaat om drie types provisies:
■ provisies voor lopende uitkeringen;
■ provisies voor schommeling van de risico’s;
■ provisies voor vergrijzing.
De provisies voor lopende uitkeringen worden aangelegd voor alle Aangeslotenen aan wie een prestatie wordt betaald, om het Solidariteitsfonds in staat te stellen de prestaties uit te betalen gedurende de ganse periode die door dit reglement is bepaald.
Provisies voor schommeling van de risico’s en voor vergrijzing worden dan weer gevormd om, onder voorbehoud van wat in artikel 11, 12 en 13 is bepaald, dezelfde solidariteitsbijdrage te kunnen behouden gedurende de ganse looptijd van de sociale pensioenovereenkomst.
Artikel 10 – Controle op de uitvoering van het solidariteitsstelsel
De controleoverheid voor de financiële diensten en markten (FSMA) ziet toe op de uitvoering van het solidariteitsstelsel en op de naleving van de wetgeving die van toepassing is.
12
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
De Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering van de V.K.Z.O. zijn belast met de controle op de uitvoering van het solidariteitsstelsel.
Om hen bij te staan in hun taak en overeenkomstig de wetgeving wordt een actuaris aangesteld. Deze actuaris moet aan de Raad van Bestuur advies uitbrengen over de financiering, evenals over de resultatenrekening en de balans van het Solidariteitsfonds. Hij geeft zijn mening over de toeslagen en over de provisies voor de fluctuatie van de risico’s en voor vergrijzing.
Elk jaar wordt een bestuursrapport van het solidariteitsstelsel opgesteld. De Aangeslotenen en de Begunstigden kunnen dit rapport op verzoek inzien.
Artikel 11 – Procedure in geval van ontoereikende activa om het solidariteitsstelsel uit te voeren
Ingeval de activa niet langer de in artikel 9 bedoelde provisies dekken, legt het Solidariteitsfonds aan de FSMA een plan voor met maatregelen om die situatie te verhelpen.
Indien deze maatregelen ontoereikend blijken, kan het Solidariteitsfonds de prestaties verminderen of een oproep doen tot bijkomende solidariteitsbijdragen.
Indien alle vrijwaringsplannen zouden mislukken, zal worden voorgesteld om over te gaan tot de liquidatie van het Solidariteitsfonds.
Artikel 12 – Liquidatie van het solidariteitsfonds
De Algemene Vergadering kan overeenkomstig de statuten op elk ogenblik beslissen om over te gaan tot de liquidatie van het Solidariteitsfonds.
Indien de activa niet langer de in artikel 9 bedoelde provisies dekken en indien de vrijwaringsplannen voor het Solidariteitsfonds zoals bepaald in artikel 11 mislukken, zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van de V.K.Z.O. voorstellen om over te gaan tot de liquidatie van het Solidariteitsfonds.
Na realisatie van de activa, zullen die als volgt worden verdeeld:
■ de activa die de provisies voor lopende uitkeringen vertegenwoordigen, zullen worden verdeeld onder de Aangeslotenen en de Begunstigden bij overlijden, in verhouding tot het bedrag aan provisies dat voor hen is samengesteld. Wat de Aangeslotenen betreft, zal het Solidariteitsfonds het deel van voornoemde activa dat hun toekomt ten persoonlijke bate storten aan de pensioeninstelling die hun aanvullend pensioen beheert.
■ na verdeling van deze activa zal het saldo aan activa worden verdeeld onder de Aangeslotenen die ten minste één solidariteitsbijdrage hebben betaald in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de liquidatie plaatsvindt. Hiertoe zal het Solidariteitsfonds dit saldo storten aan de pensioeninstelling die het aanvullend pensioen van deze Aangeslotenen beheert, om het onder de betrokken Aangeslotenen te verdelen. De verdeling zal gebeuren naar rato van de wiskundige reserves aan het einde van het boekjaar en zal het voorwerp uitmaken van een verhoging hiervan, na aftrek van de fiscale lasten die eventueel van toepassing zijn.
Artikel 13 – Inwerkingtreding en wijziging van het solidariteitsstelsel
Onderhavig reglement “Editie 01/10/2023” treedt in werking op 1 oktober 2023 en is van toepassing op alle contracten die vanaf die datum worden gesloten, met inbegrip van de “RIZIV-contracten”.
De “RIZIV-contracten” die vóór 01/10/2011 werden gesloten, worden nooit in rekening gebracht in de reglementen van voor de editie van de 1ste oktober 2011 (Editie 01/10/2011) van het solidariteitsstelsel van de V.K.Z.O.
Voor de andere contracten die sinds 1 januari 2004 werden gesloten, is onderhavig reglement van toepassing op elke nieuwe situatie of gebeurtenis die recht geeft op een prestatie van het Solidariteitsfonds en die zich heeft voorgedaan vanaf 1 juli 2023.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 1 januari 2004 en 31 december 2009, is het reglement “Editie 2004” van 1 januari 2004 van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 1 januari 2010 en 30 september 2011, is het reglement “Editie 01/01/2010” van 1 januari 2010 van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
13
V.K.Z.O. - SOLIDARITEITSFONDS Reglement van het solidariteitsfonds
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 1 oktober 2011 en 30 juni 2012, is het reglement “Editie 01/10/2011” van 1 oktober 2011 van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 1 juli 2012 en 31 maart 2013, is het reglement “Editie 01/07/2012” van 1 juli 2012 van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 1 april 2013 en 31 maart 2014, is het reglement “Editie 01/04/2013” van 1 april 2013 van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 1 april 2014 en 31 maart 2015, is het reglement “Editie 01/04/2014” van 1 april 2014 van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 1 april 2015 en 30 september 2016, is het reglement “Editie 01/04/2015” van 1 april 2015 van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 01 oktober 2016 en 01 juni 2018, is het reglement « Editie 01/10/2016 », van 1 oktober 2016, van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 01 juni 2018 en 01 juni 2019, is het reglement « Editie 01/06/2018», van 1 juni 2018, van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 01 juni 2019 en 01 juli 2023, is het reglement
« Editie 01/06/2019», van 1 juni 2019, van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
Voor situaties of gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tussen 01 juli 2023 en 01 oktober 2023, is het reglement « Editie 01/07/2019», van 1 juli 2023, van toepassing, tot de dag waarop deze situatie of gebeurtenis eindigt.
VKZO
14
U wilt veilig door het leven en een zorgeloze toekomst.
Het is ons vak u oplossingen voor te stellen die uw familie en omgeving beschermen en helpen al uw plannen actief voor te bereiden.
Via MyAXA vindt u op xxx.xx een overzicht van al uw documenten en services.
4186532-10.2023
AXA geeft u een antwoord op:
VOORZORGSKAS VOOR ZELFSTANDIGEN EN ONDERNEMINGEN
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met sociaal oogmerk.
Maatschappelijke zetel: Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx 40-42 – X-0000 Xxxxxxx • RPR Brussel 0422 895 254 • Postadres: c/o VIAXIS Xxxxxxx-Xxxxxxxxxxx 00-00 - 0000 Xxxxxxx