OVEREENKOMST
TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN, ENERZIJDS,
EN DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA, ANDERZIJDS, TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST
INZAKE HANDEL, ONTWIKKELING EN SAMENWERKING
HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE,
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, IERLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE,
MALTA,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE REPUBLIEK POLEN,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK XXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXXXXXX, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna "de lidstaten" genoemd, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna "de Gemeenschap" genoemd, en
DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA,
hierna "de partijen" genoemd,
OVERWEGENDE DAT de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd), op 11 oktober 1999 in Pretoria is ondertekend en op
1 mei 2004 in werking is getreden;
OVERWEGENDE DAT krachtens de artikelen 18 en 103 de overeenkomst binnen vijf jaar na inwerkintreding moet worden herzien; dat de partijen de overeenkomst in 2004 opnieuw hebben bezien en in een gezamenlijke verklaring van de Samenwerkingsraad van 23 november 2004 zijn overeengekomen dat bepaalde wijzigingen in de overeenkomst noodzakelijk zijn;
OVERWEGENDE DAT de herziening van de bepalingen van de overeenkomst inzake handel en handelsgerelateerde vraagstukken deel uitmaakt van de onderhandelingen over een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de landen van zuidelijk Afrika;
OVERWEGENDE DAT het gezamenlijk actieplan voor de uitvoering van het strategisch partner- schap tussen de Republiek Zuid-Afrika en de Europese Unie in onderling overleg tussen de partijen is vastgesteld en voorziet in een uitbreiding van de samenwerking tussen de partijen op een groot aantal terreinen,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
ARTIKEL 1
De overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) in de preambule wordt de volgende zesde overweging toegevoegd:
"Erkennende dat alle componenten van het multilaterale ontwapenings- en non-proliferatie- verdragssysteem cruciaal zijn en dat vorderingen moeten worden gemaakt bij de implemen- tatie van alle daaruit voortvloeiende verplichtingen, wensen de partijen in de overeenkomst een clausule op te nemen waarmee zij op dit terrein kunnen overgaan tot samenwerking en een politieke dialoog.";
2) artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:
"De eerbiediging van de democratische beginselen en fundamentele mensenrechten die zijn opgenomen in de universele verklaring van de rechten van de mens, en de eerbiediging van de rechtsstaat alsmede samenwerking bij ontwapening en de non-proliferatie van massavernieti- gingswapens als vastgesteld bij artikel 91A, leden 1 en 2, vormen de grondslag van het binnen- en buitenlands beleid van de Europese Unie en Zuid-Afrika en zijn een essentieel onderdeel van deze overeenkomst.";
3) artikel 55 wordt vervangen door:
"Artikel 55 Informatiemaatschappij en ICT
1. De partijen komen overeen samen te werken aan de ontwikkeling van de informatie- maatschappij en de toepassing van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) als instrumenten om de sociaaleconomische ontwikkeling in het informatietijdperk te bevorderen. Het doel van de samenwerking is:
a) de totstandbrenging van een geïntegreerde en ontwikkelingsgerichte informatie- maatschappij bevorderen;
b) steun voor de groei en ontwikkeling van de ICT-sector, met inbegrip van de kmmo 1;
c) steun voor samenwerking op dit gebied tussen de landen van Zuidelijk Afrika en meer in het algemeen op het niveau van het continent.
2. De samenwerking omvat dialoog, informatie-uitwisseling en eventuele technische bijstand bij verschillende aspecten van de opbouw van de informatiemaatschappij. Dit omvat:
a) beleidsmaatregelen en regelgevingskaders, innovatieve en geïntegreerde toepassingen en diensten, ontwikkeling van vaardigheden;
1 Kleine, middelgrote en micro-ondernemingen.
b) bevordering van de interactie tussen regelgevingsautoriteiten, overheidsinstanties, bedrijven en maatschappelijke organisaties;
c) nieuwe voorzieningen, ondermeer onderzoek- en onderwijsnetwerken die op de onder- linge aansluiting van netwerken en de interoperabiliteit van toepassingen zijn gericht;
d) bevordering en uitvoering van gezamenlijk onderzoek, technologische ontwikkeling voor projecten op het gebied van nieuwe technologieën betreffende de informatie- maatschappij.
In onderling overleg vastgestelde projecten die het resultaat zijn van interactie op boven- genoemde terreinen zouden via het programma ontwikkelingssamenwerking moeten worden uitgevoerd.";
4) artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:
"1. Het doel van de samenwerking op dit gebied is onder meer:";
b) lid 2 wordt vervangen door:
"2. De samenwerking is specifiek gericht op:
a) steun voor de ontwikkeling van een passend energiebeleid, het regelgevend kader en de infrastructuur in Zuid-Afrika;
b) zorgen voor veiligheid van de energievoorziening in Zuid-Afrika door diversificatie van de energiebronnen;
c) verbetering van de technische, economische, ecologische en financiële prestaties van energiebedrijven, met name in de sectoren elektriciteit en vloeibare brandstoffen;
d) stimulering van capaciteitsopbouw met gebruikmaking van lokale expertise, met name door algemene en technische scholing;
e) ontwikkeling van nieuwe, duurzame energiebronnen en ondersteunende infrastructuur voor de energiebehoeften op nationaal en plattelandsniveau en de elektriciteits- voorziening;
f) bevordering van het rationele energiegebruik in gebouwen en de industrie, met name door de bevordering van energie-efficiëntie;
g) bevordering van de wederzijdse overdracht en het gebruik van milieuvriendelijke en schonere energietechnologieën;
h) bevordering van de samenwerking bij de regelgeving in de energiesector in Zuidelijk Afrika;
i) stimulering van de regionale energiesamenwerking in Zuidelijk Afrika.";
c) het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 57:
"3. De samenwerking omvat Zuid-Afrikaanse werkzaamheden in het kader van het EU-energie-initiatief voor uitroeiing van de armoede en duurzame ontwikkeling, de doelstellingen van het uitvoeringsplan van Johannesburg en de VN-commissie voor duurzame ontwikkeling.";
5) artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1, onder a), worden de woorden "gezondheids- en veiligheidsnormen" vervangen door "gezondheids-, veiligheids- en milieunormen";
b) in lid 1, onder b), wordt de tweede zin vervangen door: "De samenwerking moet onder meer ook bijdragen tot een voor beide zijden gunstig klimaat voor het aantrekken van investeringen in de sector, met name ook wat de kmo 1 betreft, en moet ook voorheen achtergestelde gemeenschappen omvatten.";
c) aan lid 1 wordt het volgende punt d) toegevoegd:
"d) steun voor beleidsmaatregelen en programma's die de plaatselijke verrijking van ertsen stimuleren en mogelijkheden voor samenwerking bij de ontwikkeling van de verrijking van ertsen creëren.";
d) lid 1, onder d), wordt lid 1, onder e);
1 Kleine en middelgrote ondernemingen.
e) in lid 2 worden achteraan de woorden "en het Afrikaans mijnbouwpartnerschap (African Mining Partnership - AMP)" toegevoegd;
6) artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1, onder b), worden de woorden "een duurzaam vervoersnetwerk" vervangen door "een veilig en duurzaam vervoersnetwerk";
b) in lid 2, onder c), worden de woorden "het lucht- en zeeverkeer" vervangen door "het lucht-, spoor- en zeeverkeer";
c) in lid 2 worden de volgende punten toegevoegd:
"d) uitwisseling van informatie en verbetering van de samenwerking in verband met de respectieve beleidslijnen en praktijken inzake vervoersveiligheid, meer in het bijzonder in de sectoren zeevaart, luchtvaart en landtransport, met inbegrip van intermodale goederenstromen;
e) harmonisatie van het vervoerbeleid en de regelgeving door een versterkte beleids- dialoog en de uitwisseling van regelgevings- en operationele knowhow met bevoegde instanties;
f) ontwikkeling van partnerschappen op het gebied van wereldwijde satelliet- navigatiesystemen, met inbegrip van onderzoek en technologische ontwikkeling, en toepassing van die systemen voor duurzame ontwikkeling.";
7) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 59 bis Zeevervoer
1. Met het oog op de ontwikkeling van hun maritieme industrie moedigen de partijen hun bevoegde autoriteiten, scheepvaartmaatschappijen, havens, relevante onderzoekinstellingen, zeevrachtexpediteurs, douane-expediteurs, logistieke ondernemingen, universiteiten en hogescholen aan om samen te werken, onder meer op de volgende gebieden:
a) uitwisseling van standpunten betreffende hun activiteiten in het kader van internationale maritieme organisaties;
b) opstelling en verbetering van de wetgeving betreffende zeevervoer en marktbeheer;
c) het streven naar efficiënte vervoerdiensten voor de internationale zeevaart door doel- treffende exploitatie en beheer van de havens en vloten van de partijen;
d) handhaving van internationaal bindende normen en wettelijke voorschriften voor de veiligheid van de zeevaart en preventie van mariene verontreiniging;
e) bevordering van maritieme studie en opleiding, meer in het bijzonder de opleiding van zeevarenden;
f) uitwisseling van personeel, wetenschappelijke informatie en technologie;
g) versterkte inspanningen voor de verbetering van de maritieme veiligheid.
2. De partijen bevestigen hun grote gehechtheid aan de door hen geratificeerde inter- nationale verdragen inzake de regelgeving voor gevaarlijke biologische, chemische en nucleaire materialen en komen overeen bilateraal en in multilateraal verband samen te werken op dit gebied.
3. De samenwerking in dit verband kan plaatsvinden via gezamenlijk ontwikkelde programma's voor capaciteitsopbouw betreffende veiligheid en het milieu.";
8) artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:
a) lid 1, onder c), wordt vervangen door:
"c) de ontwikkeling van producten en markten, het menselijk potentieel en institu- tionele structuren te bevorderen;";
b) lid 1, onder e), wordt vervangen door:
"e) samen te werken bij het ontwikkelen en stimuleren van toerisme met een basis in de plaatselijke gemeenschappen;";
c) lid 2, onder e), wordt vervangen door:
"e) stimulering van de samenwerking op regionaal en continentaal niveau.";
9) artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 worden de woorden "heeft plaats in een context van beleidsdialoog en partner- schap" vervangen door "vindt plaats in een context van beleidsdialoog, partnerschap en doeltreffende steun";
b) in lid 3 achteraan worden na het woord "bestrijden" de woorden "meer in het bijzonder de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling" toegevoegd;
10) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 65 bis
Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling
De partijen bevestigen zich te willen inzetten voor de verwezenlijking van de millennium- doelstellingen voor ontwikkeling tegen de streefdatum van 2015. De partijen komen ook overeen om hun inspanningen te verdubbelen om hun verbintenissen in het kader van de Conferentie van Monterrey 1 over ontwikkelingsfinanciering na te komen en de in het uitvoeringsplan van Johannesburg (WSSD 2) vastgestelde resultaten te halen. De partijen geven voorts uitdrukking aan hun steun voor de Afrikaanse Unie en haar sociaal-economische programma, en zullen gezamenlijk de middelen voor de uitvoering daarvan mobiliseren.";
1 De Internationale Conferentie inzake Ontwikkelingsfinanciering is in maart 2002 gehouden in Monterrey (Mexico), en heeft de Consensus van Monterrey opgeleverd, evenals een reeks toezeggingen inzake de toekomstige financiering van ontwikkelingshulp en het uitroeien van de armoede in de wereld.
2 Wereldtop over duurzame ontwikkeling.
11) artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:
a) lid 1 wordt vervangen door:
"1. De terreinen van de ontwikkelingssamenwerking worden in overeenstemming met de desbetreffende samenwerkingsinstrumenten van de EU vastgesteld in onderling overeengekomen meerjarige programmeringsdocumenten, daaronder begrepen met de EU-lidstaten overeengekomen gezamenlijke programmeringsdocumenten.";
b) in lid 2 worden de woorden "niet-gouvernementele ontwikkelingspartners en -actoren" vervangen door "niet-overheidsactoren";
c) in lid 3 wordt het woord "voormalige" geschrapt;
12) artikel 67 wordt vervangen door: "Artikel 67
Begunstigden
De voor financiële en technische bijstand in aanmerking komende samenwerkingspartners zijn nationale, provinciale en lokale overheden en overheidsinstanties, niet-overheidsactoren en regionale en internationale organisaties en instellingen.";
13) artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 worden de woorden "alsmede financiële controles en evaluatie- en controle- missies" vervangen door "alsmede evaluatie en monitoring, financiële controles en andere missies";
b) in lid 2, onder c), worden de woorden "niet-gouvernementele partner" vervangen door "niet-overheidsactor";
c) in lid 4 wordt het woord "kan" vervangen door "zal";
14) artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 worden de woorden "op basis van specifieke doelstellingen gekozen in overeen- stemming met de in artikel 66 aangegeven prioriteiten" geschrapt;
b) lid 2 wordt vervangen door: "de overeenkomsten en/of contracten betreffende afzonder- lijke projecten en programma's omvatten een gedetailleerde omschrijving van de procedures en bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de ontwikkelingssamenwerking";
15) artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 wordt het woord "financieringsvoorstel" vervangen door "jaarlijks actieplan";
b) in lid 2 wordt het woord "financieringsvoorstel" vervangen door "jaarlijks actieplan";
16) artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 wordt na de woorden "Zuid-Afrika en de ACS-staten" de woorden "alsook landen en gebieden die in aanmerking komen overeenkomstig de EG-verordeningen inzake ontkoppeling van de hulp" ingevoegd;
b) in lid 2 wordt na de woorden "Zuid-Afrika of de ACS-staten" de woorden "alsook landen of gebieden die in aanmerking komen overeenkomstig de EG-verordeningen inzake ontkoppeling van de hulp" ingevoegd;
17) in artikel 76 wordt het woord "Samenwerkingsraad" vervangen door "EU-Raad van Ministers";
18) in artikel 77 wordt het woord "Samenwerkingsraad" vervangen door "EU-Raad van Ministers";
19) artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:
a) in het kopje van het artikel wordt het woord "hoofdordonnateur" vervangen door "ordonnateur";
b) in de tekst van het artikel wordt het woord "hoofdordonnateur" vervangen door "ordonnateur";
20) in artikel 82, lid 2, wordt de eerste zin geschrapt;
21) artikel 83 wordt vervangen door: "Artikel 83
Wetenschap en technologie
1. De partijen sluiten wederzijds voordelige partnerschappen op het gebied van weten- schap en technologie, waarbij zij de samenwerking uit hoofde van de EU-kaderprogramma's bevorderen in het kader van de in november 1997 gesloten overeenkomst inzake samen- werking op het gebied van wetenschap en technologie, en in het kader van deze overeenkomst en andere relevante instrumenten. De partijen besteden bijzondere aandacht aan de aan- wending van wetenschap en technologie ter ondersteuning van de duurzame groei en ontwik- keling van Zuid-Afrika in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst, en aan de voortgang van de maatregelen voor duurzame ontwikkeling wereldwijd en de versterking van de Afrikaanse capaciteiten op het gebied van wetenschap en technologie.
De partijen gaan regelmatig over tot dialoog om de prioriteiten voor de wetenschappelijke en technologische samenwerking gezamenlijk vast te stellen.
2. Het samenwerkingsverband omvat onder meer de toepassing van wetenschap en technologie voor armoedebestrijdingsprogramma's; uitwisseling op het gebied van weten- schappelijk en technologisch beleid; onderzoek- en innovatiepartnerschappen ter onder- steuning van economische samenwerking en het scheppen van werkgelegenheid; samen- werking bij wereldwijde programma's voor speerpuntonderzoek en wereldwijde onderzoek- infrastructuur; steun voor Afrikaanse wetenschappelijke en technologische programma's op continentaal en regionaal niveau; versterking van de multilaterale wetenschappelijke en technologische dialoog en partnerschappen; benutting van de synergie tussen multilaterale en bilaterale wetenschappelijke en technologische samenwerking; ontwikkeling van het menselijk potentieel en mondiale mobiliteit van onderzoekers; gecoördineerde en gerichte samenwerking op specifieke wetenschappelijke en technologische themagebieden die door de partijen gezamenlijk worden vastgesteld.";
22) artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 achteraan worden de woorden ", onder meer in het kader van de Verenigde Naties en andere multilaterale fora." toegevoegd;
b) in lid 3 wordt na het woord "waterkwaliteitscontrole" het woord "luchtkwaliteit;" ingevoegd en worden de woorden "rond de vermindering van broeikasemissies" vervangen door "betreffende de oorzaken en gevolgen van de klimaatverandering.";
23) artikel 85 wordt vervangen door:
"Artikel 85 Cultuur
1. Algemeen - beleidsdialoog
a) De patijen werken samen op cultureel gebied om wederzijds begrip en de kennis van de cultuur/culturen van Zuid-Afrika en de lidstaten van de Europese Unie te bevorderen.
b) De partijen streven ernaar een beleidsdialoog op cultureel gebied tot stand te brengen; in het bijzonder betreffende de versterking en ontwikkeling van een competitieve cultuurindustrie in Zuid-Afrika en de Europese Unie.
2. Culturele diversiteit en interculturele dialoog
De partijen werken samen in het kader van de relevante internationale fora (bijvoor- beeld UNESCO) om de bescherming en bevordering van de culturele diversiteit te verbeteren en de interculturele dialoog op internationaal niveau te stimuleren.
3. Culturele samenwerking en uitwisselingen
De partijen bevorderen de samenwerking bij culturele activiteiten, deelname aan evenementen en culturele uitwisselingen tussen cultuurondernemingen in Zuid-Afrika en de Europese Unie.";
24) artikel 86, lid 1, wordt vervangen door:
"1. De partijen gaan een dialoog aan op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid. Deze dialoog betreft onder meer vraagstukken met betrekking tot sociale problemen in de samenleving na het apartheidstijdperk, armoedebestrijding, fatsoenlijk werk voor iedereen, sociale bescherming, werkloosheid, gelijkheid van vrouwen en mannen, geweld tegen vrouwen, rechten van kinderen, mensen met een handicap, ouderen, jongeren, arbeids- betrekkingen, gezondheidzorg, veiligheid op het werk en bevolking.";
25) artikel 90 wordt vervangen door:
"Artikel 90
Samenwerking op het gebied van illegale drugs
1. De partijen werken binnen hun respectieve bevoegdheden samen aan een evenwichtige en geïntegreerde aanpak van het drugsprobleem. Het beleid en de maatregelen tegen drugs worden gericht op het verminderen van de levering van, de handel in en de vraag naar illegale drugs en de preventie van het misbruik van precursoren.
2. De partijen komen middelen overeen tot samenwerking om deze doelstellingen te bereiken. De maatregelen worden gebaseerd op de beginselen die zijn vastgesteld op de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de VN over drugs in 1998 en de volledige naleving van de fundamentele mensenrechten.";
26) artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
a) de titel wordt vervangen door: "Bescherming van persoonsgegevens";
b) lid 1 wordt vervangen door:
"1. De partijen werken samen om de bescherming van persoonsgegevens op te trekken tot het niveau van de hoogste internationale normen, zoals onder meer de richtsnoeren voor de regulering van computerbestanden met persoonsgegevens, zoals gewijzigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op
20 november 1990, en om de uitwisseling van gegevens overeenkomstig de nationale wetgeving te bevorderen, onder naleving van de hoogste internationale normen, met inbegrip van de bescherming van de fundamentele rechten.";
c) lid 3 wordt geschrapt;
27) de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 91 bis
Massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor
1. In het licht van de mogelijke gevaren voor de internationale veiligheid en stabiliteit komen de partijen overeen samen te werken aan en bij te dragen tot de versterking van het multilaterale ontwapenings- en non-proliferatiestelsel en in dat verband de proliferatie van alle massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen tegen te gaan door de volledige naleving en nationale tenuitvoerlegging van hun respectieve verplichtingen en verbintenissen op grond van de desbetreffende verdragen en overeenkomsten en andere relevante inter- nationale verplichtingen.
2. De partijen komen voorts overeen samen te werken aan en bij te dragen tot deze doelstellingen door:
a) stappen te ondernemen voor de ondertekening, ratificatie of toetreding tot andere relevante internationale ontwapenings- en non-proliferatie-instrumenten, naargelang van het geval, en alle internationale juridisch bindende instrumenten volledig te implemen- teren en na te leven;
b) de vaststelling en/of handhaving van een doeltreffend systeem van nationale export- controles, door het toezicht op de export en de doorvoer van goederen die verband houden met massavernietigingswapens, met inbegrip van een controle op het eind- gebruik als massavernietigingswapen van technologieën voor tweeërlei gebruik alsmede doeltreffende, onder meer strafrechtelijke, sancties tegen overtredingen van de export- controles.
3. De partijen komen overeen dat de leden 1 en 2 van dit artikel een essentieel onderdeel van de overeenkomst vormen. De partijen komen overeen dat ze een regelmatige politieke dialoog aangaan ter begeleiding en consolidatie van hun samenwerking op dit gebied in het kader van de beginselen die in de preambule zijn uiteengezet.
Artikel 91 ter Terrorismebestrijding
1. De partijen veroordelen met klem alle daden, methoden en praktijken van terrorisme in alle vormen en uitingen als misdadig en ongerechtvaardigd, ongeacht waar en door wie zij worden begaan.
2. De partijen erkennen voorts nadrukkelijk dat terrorisme niet kan worden overwonnen zonder tegelijk de factoren die tot de verspreiding van het terrorisme leiden, bij de wortels aan te pakken. De partijen bevestigen vastberaden te zijn alomvattende actieprogramma's te ontwikkelen en uit te voeren om deze factoren uit te roeien. De partijen onderstrepen dat de strijd tegen het terrorisme moet worden gevoerd onder volledige naleving van het inter- nationale recht, de mensenrechten en het vluchtelingenrecht, en dat alle maatregelen duidelijk op de rechtsstaat moeten gebaseerd zijn. De partijen beklemtonen dat doeltreffende maat- regelen voor terrorismebestrijding en de mensenrechtenbescherming geen tegenstrijdige maar wel complementaire en wederzijds versterkende doelstellingen zijn.
3. De partijen beklemtonen het belang van de implementatie van de mondiale terrorisme- bestrijdingsstrategie van de VN en verklaren dat zij bereid zijn daaraan mee te werken. Zij blijven zich inzetten om zo spoedig mogelijk een overeenkomst over het alomvattend verdrag betreffende internationaal terrorisme te bereiken.
4. De partijen komen overeen samen te werken aan de preventie en bestraffing van terroristische daden overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties en het inter- nationale recht, relevante verdragen en instrumenten en in het kader van hun respectieve wet- en regelgeving. Zij doen dit meer in het bijzonder:
a) in het kader van de tenuitvoerlegging van Resolutie 1373 (2001) van de VN-Veilig- heidsraad en andere relevante VN-resoluties, en van de geldende internationale verdragen en instrumenten;
b) door de uitwisseling van informatie over terroristische groeperingen en hun onder- steuningsnetwerken, in onderling overleg en overeenkomstig internationale en nationale wetgeving;
c) door de uitwisseling van standpunten over middelen en methoden voor terrorisme- bestrijding, onder meer op technisch en opleidingsgebied, en door de uitwisseling van ervaringen bij terrorismepreventie.
Artikel 91 quater
Xxxxxxxxx van geld en terrorismefinanciering
1. De partijen zijn het erover eens dat al het mogelijke moet worden gedaan en dat moet worden samengewerkt om te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van de opbrengsten uit criminele activiteiten in het algemeen en misdrijven in verband met illegale drugs en psychotrope stoffen in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied kan administratieve en technische bijstand omvatten voor de goede tenuitvoerlegging van voorschriften en de doeltreffende toepassing van passende normen en mechanismen voor de bestrijding van het witwassen van geld en van terrorismefinanciering overeenkomstig internationale normen en in het bijzonder de aanbevelingen van de financiële actiegroep (FATF).
Artikel 91 quinquies
Bestrijding van georganiseerde misdaad
De partijen komen overeen samen te werken bij de bestrijding van georganiseerde en financiële misdaad, met inbegrip van corruptie. Die samenwerking is meer in het bijzonder gericht op de toepassing en bevordering van desbetreffende internationale normen en instrumenten, zoals het VN-Verdrag ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en de aanvullende protocollen en het VN-Verdrag inzake bestrijding van corruptie.
Artikel 91 sexies Handvuurwapens en lichte wapens
De partijen erkennen dat het illegaal fabriceren, opslaan, bezitten en verhandelen van hand- vuurwapens en lichte wapens en de excessieve accumulatie en ongecontroleerde verspreiding daarvan in belangrijke mate blijven bijdragen tot onstabiliteit en de bedreiging van veiligheid en duurzame ontwikkeling. De partijen komen daarom overeen nauw te blijven samenwerken aan de preventie, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens met betrekking tot alle aspecten die in het VN-actieprogramma zijn vastgesteld, en de excessieve accumulatie van handvuurwapens en lichte wapens aan te pakken. De partijen komen overeen hun verplichtingen krachtens het internationale recht en de desbetreffende verdragen en hun verbintenissen in het kader van relevante multilaterale instrumenten nauw- gezet na te komen en volledig ten uitvoer te leggen.
Artikel 91 septies Huurlingen
De partijen verbinden zich ertoe een regelmatige politieke dialoog aan te gaan en samen te werken bij de preventie van activiteiten van huurlingen, overeenkomstig hun verplichtingen op grond van internationale verdragen en instrumenten en hun respectieve wet- en regel- geving ter uitvoering van die verplichtingen.
Artikel 91 octies Internationaal Strafhof
De partijen zijn vastbesloten een eind te maken aan de straffeloosheid en de internationale vrede en veiligheid alsook de blijvende eerbiediging van de handhaving van het internationale recht te bevorderen, en bevestigen hun steun voor het Internationale Strafhof en zijn werk- zaamheden. De partijen komen voorts overeen samen te werken om de universaliteit en integriteit van het Statuut van Rome en de aanverwante instrumenten te bevorderen, en hun samenwerking met het Internationale Strafhof en zijn werkzaamheden te versterken.
Artikel 91 nonies Samenwerking bij migratie
1. Migratie vormt het onderwerp van een diepgaande politieke dialoog, waaruit blijkt welk belang de partijen aan dit onderwerp hechten.
De partijen bevestigen hun inzet voor de verplichtingen die krachtens het internationale migratierecht bestaan en die gericht zijn op de eerbiediging van de mensenrechten en de afschaffing van alle vormen van discriminatie, in het bijzonder op grond van oorsprong, geslacht, ras, taal of religie.
2. Teneinde de samenwerking tussen de partijen te versterken heeft de dialoog betrekking op een breed scala van onderwerpen, onder meer:
a) eerlijke behandeling van buitenlandse onderdanen die wettelijk op het grondgebied van de partijen verblijven, een integratiebeleid om die onderdanen vergelijkbare rechten
en verplichtingen als die van de eigen burgers te verlenen, terugdringing van de discriminatie in het economische, sociale en culturele leven en ontwikkeling van beschermende maatregelen tegen racisme, vreemdelingenhaat en daarmee verband houdende intolerantie en gewelddadigheid;
b) de behandeling die EU-lidstaten wat betreft arbeidsomstandigheden, bezoldiging en ontslag toekennen aan Zuid-Afrikanen die legaal op hun grondgebied tewerkgesteld zijn, moet gelijk zijn aan die van hun eigen onderdanen. Evenzo verleent Zuid-Afrika een vergelijkbare, niet-discriminerende behandeling aan EU-werknemers die legaal op zijn grondgebied werken;
c) visumkwesties van wederzijds belang, onder meer vereenvoudiging van de toegangs- procedures voor Zuid-Afrikaanse onderdanen die de EU bezoeken en onderdanen van EU-lidstaten die Zuid-Afrika bezoeken;
d) beveiliging van reisdocumenten en identiteitskwesties;
e) verband tussen migratie en ontwikkeling, met inbegrip van:
- strategieën voor armoedebestrijding, verbetering van de levens- en arbeids- omstandigheden, het creëren van werkgelegenheid en het ontwikkelen van de daartoe vereiste vaardigheden,
- bevordering van de deelname van migranten aan de ontwikkeling van hun land van herkomst,
- samenwerking ter versterking van de capaciteit, in het bijzonder in de sectoren gezondheidszorg en onderwijs, om het negatieve effect van de brain drain op de duurzame ontwikkeling in Zuid-Afrika te compenseren,
- middelen om legale, snelle en rendabele overmakingen te vergemakkelijken;
f) ontwikkeling en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving en praktijken inzake inter- nationale bescherming, teneinde te voldoen aan de bepalingen van het VN-Verdrag betreffende de status van vluchtelingen en het protocol van 1967 daarbij en te zorgen voor naleving van het beginsel van niet-uitzetting;
g) vaststelling van een doeltreffend en preventief beleid tegen illegale immigratie, het smokkelen van migranten en de mensenhandel, met inbegrip van de bestrijding van netwerken van smokkelaars en mensenhandelaars en de bescherming van slachtoffers;
h) kwesties in verband met grenscontrole, met inbegrip van capaciteitsopbouw, opleiding, uitwisseling van goede praktijken en technische bijstand;
i) alle kwesties in verband met terugkeer en overname, met inbegrip van de noodzaak om de terugkeer op menselijke en waardige wijze te laten verlopen onder volledige naleving van de mensenrechten, en de bevordering van vrijwillige terugkeer.
3. a) In het kader van de samenwerking op het gebied van de preventie en de vermin- dering van illegale immigratie komen de partijen overeen hun illegale migranten over te nemen. Daartoe
- aanvaarden de EU-lidstaten de terugkeer en overname van hun onderdanen die zich illegaal op het grondgebied van Zuid-Afrika bevinden, op verzoek van Zuid-Afrika en zonder verdere formaliteiten;
- aanvaardt Zuid-Afrika de terugkeer en overname van zijn onderdanen die zich illegaal op het grondgebied van een EU-lidstaat bevinden, op verzoek van die lidstaat en zonder verdere formaliteiten.
De EU-lidstaten en Zuid-Afrika verstrekken hun onderdanen de nodige identiteits- documenten daartoe. De partijen komen overeen om in geval van twijfel over de nationaliteit of identiteit van een persoon, hun vermeende onderdaan/onderdanen te identificeren.
b) Op verzoek van de partijen worden onderhandelingen gestart om te goeder trouw en met inachtneming van de desbetreffende regels van het internationale recht een bilaterale overeenkomst betreffende de specifieke verplichtingen inzake de over- name en terugkeer van de respectieve onderdanen te sluiten. Indien de partijen dit nodig achten, zou deze overeenkomst ook regelingen voor de overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kunnen omvatten. De overeenkomst bevat nadere gegevens betreffende de categorieën personen die onder deze regelingen vallen en de procedures voor hun overname en terugkeer.";
28) artikel 94 wordt vervangen door:
"Artikel 94 Subsidies
Financiële bijstand in de vorm van subsidies wordt gedekt door financiële middelen uit de communautaire begrotingslijnen voor ontwikkelings- en internationale samenwerkings- activiteiten die onder het toepassingsgebied van die begrotingslijnen vallen. Voor de indiening en goedkeuring van aanvragen, de uitvoering en de controle en evaluatie geldt de procedure overeenkomstig de algemene voorwaarden voor de desbetreffende begrotingslijn.";
29) in bijlage IV bij protocol 1 wordt de versie in de Zuid-Afrikaanse taal als volgt gewijzigd:
De woorden "Die uitvoerder van die produkte gedek deur hierdie dokument (doeanemagtiging No ... (1)) verklaar dat, uitgesonderd waar andersins duidelik aangedui, hierdie produkte
van ... voorkeuroorsprong (2) is" worden vervangen door "Die uitvoerder van die produkte gedek deur hierdie dokument (doeanemagtigingsno. (1)) verklaar dat, behalwe waar duidelik
anders aangedui word, hierdie produkte van voorkeuroorsprong (2) is".
ARTIKEL 2
Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal en in de officiële talen van Zuid-Afrika andere dan het Engels, namelijk het Sepedi, het Sesotho, het Setswana, het siSwati, het Tshivenda, het Xitsonga, het Afrikaans, het isiNdebele, het isiXhosa en het isiZulu, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
ARTIKEL 3
1. Deze overeenkomst wordt door de Gemeenschap, de lidstaten en de Republiek Zuid-Afrika goedgekeurd overeenkomstig hun eigen procedures.
2. De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de desbetreffende procedures bedoeld in voorgaand lid 1. De akten van goedkeuring worden neergelegd bij het secretariaat- generaal van de Raad van de Europese Unie.
ARTIKEL 4
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de noodzakelijke procedures.