AKKOORD IN ONDERLING OVERLEG
AKKOORD IN ONDERLING OVERLEG
Op basis van artikel 25§3 van het Belgisch-Duits dubbelbelastingverdrag
Op basis van artikel 25§3 van de Overeenkomst van 11 april 1967 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk België ter voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen van inkomen en van vermogen, met inbegrip van de ondernemingsbelasting en de grondbelastingen en aangepast door de Aanvullende overeenkomst van 5 november 2002 – hierna de “overeenkomst” genoemd – zijn de bevoegde autoriteiten van beide verdragsstaten met betrekking tot de belastingheffing van opzeggingsvergoedingen het volgende overeengekomen:
(1) De belastingheffing van opzeggingsvergoedingen is afhankelijk van de economische achtergrond van deze vergoeding. Indien de opzeggingsvergoeding de aard van een pensioen heeft, is zij volgens artikel 18 van de overeenkomst uitsluitend in de woonstaat van de genieter belastbaar.
(2) Is de opzeggingsvergoeding echter een nabetaling van lonen, salarissen of andere vergoedingen in het kader van een arbeidsovereenkomst of wordt de opzeggingsvergoeding in het algemeen toegekend omwille van het verbreken van het arbeidscontract, dan is deze vergoeding op basis van artikel 15§1 van de overeenkomst in die staat belastbaar, waar de activiteit werd uitgeoefend. Indien een werknemer, in de periode voor het verbreken van het arbeidscontract, gedeeltelijk in de woonstaat of op het grondgebied van een derde staat en gedeeltelijk in de andere staat werkzaam was, is de opzeggingsvergoeding in de andere staat belastbaar, doch slechts voor het deel dat overeenstemt met de vergoedingen, verkregen in het kalenderjaar voor het verbreken van het contract, die op basis van artikel 15§1 en §2 van de overeenkomst in die andere staat belastbaar zijn.
(3) Dit akkoord is niet van toepassing op de in artikel 15§3 en artikel 19 van de overeenkomst vermelde inkomsten.
(4) De fiscale autoriteiten van de ene verdragsstaat zullen bij de uitbetaling van een opzeggingsvergoeding de bevoegde fiscale autoriteiten van de andere verdragsstaat, op basis van artikel 26 van de overeenkomst, hierover spontaan op de hoogte brengen.
(5) Dit akkoord treedt de dag na de ondertekening in werking en blijft even lang van toepassing als de overeenkomst. De datum van de laatste ondertekening is de referentiedatum. Dit akkoord is eveneens van toepassing op alle gevallen, die bij het inwerking treden van dit akkoord, nog niet opgelost zijn of die het onderwerp uitmaken van een procedure tot onderling overleg.