Statuten Begripsbepalingen
Statuten Begripsbepalingen
In deze statuten wordt verstaan onder:
1. Vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid:
Koninklijke Wandel Bond Nederland, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40409058;
2. Bond, de Vereniging;
3. Raad van Toezicht, het orgaan bedoeld in artikel 13 en verder van deze statuten;
4. Bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 17 en verder van deze statuten, te weten het Bestuur van de Bond;
5. Directeur-bestuurder, de enig bestuurder als bedoeld in artikel 17 van deze statuten;
6. Ledenraad, het orgaan als bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 21 en verder van deze statuten, te weten de uit leden bestaande algemene vergadering van de Bond als bedoeld in artikel 2:39 van het Burgerlijk Wetboek;
7. Ledenraadsleden, de door en uit de leden gekozen afgevaardigden die stemgerechtigd zijn in de Ledenraad als bedoeld in artikel 2:39 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 22 en artikel 23 van deze statuten;
8. Bondsbureau, het kantoor als bedoeld in artikel 26 van deze statuten, door welk kantoor de Directeur-bestuurder onder zijn verantwoordelijkheid onderdelen van zijn taak laat uitvoeren, welke onderdelen Schriftelijk zijn vastgelegd;
9. Algemeen Reglement, het reglement van de Bond bedoeld in artikel 31 lid 1 van deze statuten;
10. Jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting daarop van de Bond;
11. Leden, lid-verenigingen als bedoeld in artikel 6 lid 2 van deze statuten, (overige) lid- rechtspersonen als bedoeld in artikel 6 lid 3 van deze statuten alsmede verenigingsleden zijnde natuurlijke personen als bedoeld in artikel 6 lid 5 van deze statuten, buitengewone leden (ereleden en leden van verdienste) als bedoeld in artikel 6 lid 7 van deze statuten, voor zover deze statuten of de reglementen van de Bond geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;
12. Lidorganisaties, lid-verenigingen als bedoeld in artikel 6 lid 2 van deze statuten, (overige) lid-rechtspersonen als bedoeld in artikel 6 lid 3 van deze statuten tezamen;
13. Geografische Regio, een niet-rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische eenheid binnen de Bond waarin de leden, conform de indeling van de Bond, zijn ingedeeld als bedoeld in artikel 4 van deze statuten, niet zijnde een afdeling als bedoeld in artikel 2:41a van het Burgerlijk Wetboek;
14. Schriftelijk, via een gangbare wijze van communicatie waaronder inbegrepen per post, per fax en langs elektronische weg;
15. Instituut Sportrechtspraak, een stichting ingeschreven in het handelsregister onder nummer 30189821 die zorgdraagt voor rechtspraak binnen de sport en door sportbonden is belast met het uitvoering geven aan hun tuchtrechtspraak;
16. Commissie van Beroep ISR, de Commissie van Beroep ISR van het Instituut Sportrechtspraak;
17. Tuchtcommissie ISR, de commissie van de stichting Instituut Sportrechtspraak die belast is met het uitvoering geven van tuchtzaken van sportbonden.
Hoofdstuk I: Algemene bepalingen
Artikel 1
Naam, zetel en historie
1. De Vereniging is genaamd: Koninklijke Wandel Bond Nederland.
De Vereniging wordt verder in deze statuten en in haar reglementen aangeduid als: de Bond.
2. Als verkorte naam gebruikt de Bond: KWBN.
3. De Bond heeft zijn zetel in de gemeente Nijmegen.
Artikel 2 Doel
De Bond heeft ten doel:
a. het verantwoord beoefenen en doen beoefenen van het wandelen, alsmede het bevorderen en het doen bevorderen van het wandelen in alle verschijningsvormen;
b. alles te verrichten en te doen wat bevorderlijk is voor het sub a. genoemde doel;
c. het behartigen van de (wandel)belangen van de wandelaars, zijn leden in het algemeen en de bij zijn leden aangeslotenen in de ruimste zin van het woord.
Artikel 3
Rechtsbevoegdheid en organen
1. De organen van de Bond zijn:
x. xx Xxxxxxxxx;
x. xx Xxxx van Toezicht;
c. het Bestuur: de Directeur-bestuurder;
d. de tuchtcommissie;
e. de commissie van beroep;
f. de Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR voor zover zij zijn belast met overtredingen van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak;
g. alsmede alle overige personen en commissies die krachtens de statuten door de Xxxxxxxxx zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie door de Xxxxxxxxx beslissingsbevoegdheid is toegekend.
2. De organen van de Bond bezitten geen rechtspersoonlijkheid. Artikel 4
Organisatie
1. De Bond kent een indeling in zes (6) Geografische Regio's, waar Lidorganisaties en hun verenigingsleden zijn ingedeeld, tenzij de Directeur-bestuurder de lidorganisatie conform de in het Algemeen Reglement gestelde criteria heeft aangemerkt als landelijke organisatie, alsdan valt de lidorgansatie onder het platform landelijke organisaties.
2. Een Geografische Regio is dienstbaar ten behoeve van:
- democratische afvaardiging van leden voor de Ledenraad als bedoeld in artikel 22 van deze statuten;
- beleidsbijeenkomsten in het kader van de strategische cyclus als bedoeld in artikel 24 van deze statuten;
- organisatie van activiteiten en evenementen;
- activiteiten en dienstverlening vanuit de Bond.
3. leder bij een Geografische Regio ingedeeld lid heeft het recht om direct of indirect deel te nemen aan de verkiezing van de Ledenraad als bedoeld in artikel 22 van deze statuten en het Algemeen Reglement.
4. De Bond kent twee (2) functionele platformen, te weten een platform landelijke organisaties en een platform individuele leden.
5. Nadere bepalingen betreffende de platformen staan in artikel 27 van deze statuten en in het Algemeen Reglement.
6. Het platform landelijke organisaties en het platform individuele leden bezitten geen rechtspersoonlijkheid.
7. Indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen mededelingen aan respectievelijk van de Xxxx Schriftelijk geschieden door een bericht aan het (digitale) adres dat door de Xxxx respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de Bond bekend is gemaakt.
Artikel 5 Boekjaar
Het boekjaar van de Bond is gelijk aan het kalenderjaar.
Hoofdstuk II: Leden
Artikel 6 Leden
1. De Bond kent als lid:
a. lid-verenigingen;
b. (overige) lid-rechtspersonen;
c. verenigingsleden;
d. individuele leden; en;
e. buitengewone leden.
2. Lid-verenigingen zijn in deze statuten wandelverenigingen, die de in artikel 2 genoemde doelen beogen, alsmede omni-verenigingen met een afdeling wandelen waarvan de leden wandelen of het wandelen in een van de verschijningsvormen (doen) bevorderen en voldoen aan de in het Algemeen Reglement gestelde eisen.
3. (Overige) lid-rechtspersonen zijn alle andere dan de in artikel 6 lid 2 bedoelde rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid (waaronder stichtingen), die zich op het in artikel 2 gestelde doel richten, dan wel activiteiten verrichten die met dit doel samenhangen en voldoen aan de in het Algemeen Reglement gestelde eisen.
4. Verenigingsleden kunnen slechts zijn:
a. natuurlijke personen die lid zijn van een lid-vereniging en daarmee- ook lid zijn van de Bond, of die een functie binnen de Bond of een aangesloten vereniging (gaan) uitoefenen dan wel aldaar op een andere wijze betrokken zijn bij het wandelen en door lidmaatschap van de lid-vereniging daarmee ook lid zijn van de Bond;
b. natuurlijke personen die lid zijn van een lid-vereniging die een omnivereniging is en aldaar vallen onder de afdeling wandelen dan wel binnen de omni-vereniging een functie (gaan) uitoefenen of op een andere wijze betrokken zijn bij het wandelen en daarmee ook lid zijn van de Bond;
c. natuurlijke personen die lid zijn van, of aangeslotenen zijn bij een (overige) lid- rechtspersoon, en daarmee ook lid zijn van de Bond, of die een functie binnen de Bond of een dergelijke (overige) lid rechtspersoon (gaan) uitoefenen, dan wel aldaar op een andere wijze betrokken zijn bij het wandelen, en door lidmaatschap van de (overige) lid-rechtspersoon ook lid zijn van de Bond.
5. Individuele leden zijn in deze statuten natuurlijke personen die zich rechtstreeks bij de Xxxx hebben aangemeld en voldoen aan de in het Algemeen Reglement gestelde eisen, niet zijnde een verenigingslid.
6. Buitengewone leden zijn:
a. ereleden; en
b. leden van verdienste.
7. Een buitengewoon lid is verenigingslid van de Bond, dan wel persoonlijk lid van de Bond.
8. In deze statuten wordt onder leden verstaan, zowel de Lidorganisaties, als de verenigingsleden, als de individuele leden als de buitengewone leden, voor zover deze statuten geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt.
9. Werknemers van de Xxxx kunnen lid zijn van de Bond maar kunnen in de Xxxx niet in enige functie worden benoemd. Zij kunnen wel als werknemer aan een commissie worden toegevoegd.
10. De Directeur-bestuurder beslist over de toelating tot het lidmaatschap van Lidorganisaties en van individuele leden en
kan deze bevoegdheid delegeren aan een derde die werkzaam is voor het Bondsbureau.
11. Het Bestuur van de lidorgansatie beslist over de toelating van verenigingsleden.
12. De Ledenraad stelt in het Algemeen Reglement de voorwaarden vast, die gelden voor toelating als lid van de Bond.
13. In geval de Directeur-bestuurder besluit tot niet-toelating, kan de betrokkene aan de Xxxxxxxxx verzoeken om alsnog te worden toegelaten.
14. De Ledenraad kan, al dan niet op voordracht van de Directeur-bestuurder, een lid dat zich uitzonderlijk verdienstelijk heeft gemaakt voor de Bond en/of het wandelen het predicaat 'erelid' verlenen.
15. De Directeur-bestuurder kan, al dan niet op voordracht zoals bepaald in het Algemeen Reglement, een lid dat zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de Bond en/of het wandelen het predicaat 'lid van verdienste' verlenen.
16. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of overgang. Artikel 7
Ledenadministratie
1. De Bond houdt, met inachtneming van de privacy regelgeving, op bondsniveau een ledenadministratie bij, waarin onder meer de gegevens van de Lidorganisaties zijn opgenomen en de naam/geboortedatum/e-mailadres/adres en postcode/geslacht van de leden-natuurlijke personen, waaronder in deze statuten worden begrepen de verenigingsleden, de individuele leden en de buitengewone leden.
2. In het Algemeen Reglement staan de voorwaarden en de wijze van opgave die betrekking hebben op de ledenopgave.
Artikel 8
Verplichtingen van de leden
1. De leden van de Bond zijn verplicht:
a. de statuten en reglementen van de Bond, alsmede de besluiten van een van zijn daartoe bevoegde organen na te leven;
b. de belangen van de Bond of van zijn organen en van het wandelen in het
algemeen niet te schaden;
c. alle verplichtingen te aanvaarden en na te komen, welke de Xxxx in naam van zijn leden aangaat;
d. tot de onder c genoemde verplichtingen behoren, onder andere doch niet
uitsluitend, het aanvaarden en nakomen van door de Bond namens de leden aangegane verplichtingen jegens een of meer derden waaronder verzekeringen, sponsoring, de verkoop en/of exploitatie van televisie en/of radio-opnamen en/of andere rechten via welk middel dan ook, waaronder in ieder geval via Internet en of (mobiele) telefonie en andere media in de ruimste zin van het woord;
e. de statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak na te leven voor zover het gaat om overtredingen van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak;
f. zich te onthouden tegenover de leden van elke vorm van ongewenst gedrag.
Onder ongewenst gedrag wordt onder meer verstaan: directe of indirecte ongewenste uitlatingen en/of handelingen, die tot uiting komen in verbaal, non- verbaal, fysiek of psychisch gedrag jegens een persoon, dat door deze als ongewenst en ongewild wordt ervaren en een inbreuk vormt op diens integriteit en/of persoonlijke levenssfeer. Onder ongewenste en ongewilde uitlatingen en/ of
handelingen vallen in ieder geval seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie;
g. om geen personen als lid toe te laten of geen (rechts)personen aan te laten
sluiten of in enige functie te benoemen, die niet tot het lidmaatschap van de Xxxx zijn toegelaten, of van wie de Xxxx het lidmaatschap heeft beëindigd.
2. De Bond kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij het betreffende lid zich daartegen verzet, kan de Xxxx voor het lid nakoming van de bedongen rechten eisen en schadevergoeding vorderen.
3. Tot de onder lid 2 bedoelde rechten behoren in ieder geval het bedingen van uniforme (kortings)regelingen.
4. Lidorganisaties zijn gehouden in hun statuten een bepaling op te nemen op grond waarvan leden van, of aangeslotenen bij de betreffende lidorganisatie gehouden zijn de statuten, reglementen en besluiten van de Xxxx na te leven.
5. Het Bestuur van een lidorganisatie houdt, met inachtneming van de privacy regelgeving, een register bij waarin onder meer de naam/geboortedatum/(e-mail) adres/geslacht van de verenigingsleden zijn opgenomen.
6. De Ledenraad is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en van andere aard op te leggen en om verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden.
7. De Ledenraad is bevoegd de leden in categorieen onder te verdelen en voor elke categorie afwijkende rechten en verplichtingen vast te stellen.
8. Behalve krachtens deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of een besluit van een orgaan.
Artikel 9
Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van een lidorganisatie eindigt:
a. wanneer het lid ophoudt te bestaan;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de Directeur-bestuurder namens de Bond;
d. door ontzetting (royement).
2. Het lidmaatschap van verenigingsleden, individuele leden en buitengewone leden eindigt:
a. door overlijden;
b. door opzegging door het desbetreffende lid;
c. door opzegging door de Directeur-bestuurder namens de Bond;
d. door ontzetting (royement).
3. Wanneer voortduring van het lidmaatschap redelijkerwijze niet van de Xxxx
kan worden gevergd, kan de opzegging op ieder tijdstip geschieden met onmiddellijke ingang.
4. Opzegging door de Xxxx kan geschieden wanneer:
a. een lid heeft opgehouden aan de in de statuten of bij Algemeen Reglement vermelde vereisten voor het lidmaatschap te voldoen; of
b. het lid zijn verplichtingen jegens de Bond niet (tijdig) nakomt; of
c. wanneer redelijkerwijs van de Xxxx niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de Xxxx kan slechts geschieden tegen het einde van het kalenderjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste twee (2) maanden.
6. Bij opzegging door de Xxxx dient de kennisgeving van de opzegging de reden te vermelden welke tot de opzegging leidde.
7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de Xxxx staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de
kennisgeving van het besluit beroep open bij de tuchtcommissie. Hij wordt daartoe ten spoedigste Schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat het geschorste lid het recht heeft zich tijdens de procedure waarin het beroep wordt behandeld, te verweren.
8. Behalve in het geval dat een lid heeft opgehouden te bestaan, of dat een lid is overleden, wordt een lid dat heeft opgezegd geacht nog lid te zijn.
In dat geval is het lid tot ten hoogste het einde van het kalenderjaar volgend op dat waarin werd opgezegd lid, zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke en andere verplichtingen ten opzichte van de Bond of zijn organen, of zolang enige aangelegenheid waarbij het lid betrokken is, niet is afgewikkeld (de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf daarin begrepen). Gedurende deze periode kan het betrokken lid geen rechten uitoefenen, met uitzondering van het recht om binnen de gestelde termijn in beroep te gaan, in zoverre dit in gestelde aangelegenheden krachtens de statuten of reglementen mogelijk is.
9. Nadere bepalingen betreffende de opzegging staan in het Algemeen Reglement.
10. De tuchtcommissie en commissie van beroep van de Bond, zijn bevoegd om een lid uit het lidmaatschap te ontzetten (royeren).
11. In afwijking van het bepaalde in lid 10 geschiedt royement door de Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR, voor zover het gaat om zaken die betrekking hebben op seksuele intimidatie.
Hoofdstuk III: Rechtspraak Tuchtrechtspraak van de Bond.
Artikel 10
Tuchtrechtspraak van de Bond
1. Alle leden van de Xxxx zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de Bond, welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst gedeeltelijk is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
2. Overtredingen seksuele intimidatie betreffende worden berecht door de Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR met inachtneming van het betreffende Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Op deze tuchtrechtspraak zijn de artikelen 11 en 12 van deze statuten van toepassing.
3. Voor alle zaken die geen betrekking hebben op seksuele intimidatie geldt dat in het algemeen strafbaar zal zijn handelen of nalaten:
a. in strijd met de statuten, reglementen en, of besluiten van de Bond of
b. handelen of nalaten waardoor de belangen van de Bond of van het wandelen worden geschaad.
4. Op een overtreding van de statuten, van de reglementen en/of van besluiten is de tuchtrechtspraak van de Bond van toepassing.
5. De tuchtrechtspraak van de Xxxx geschiedt door de tuchtcommissie en door de commissie van beroep van de Xxxx met inachtneming van het Tuchtreglement van de Bond, dat wordt vastgesteld door de Ledenraad, tenzij het gaat om zaken betreffende seksuele intimidatie.
6. De uitspraak van de tuchtcommissie van de Bond en van de commissie van beroep van de Bond is bindend.
7. Wanneer een beslissing van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep van de Xxxx tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door een lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend.
8. De tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Bond benutten de bevoegdheid tot schorsing en ontzetting (royement)
alsmede dusdanige straffen en maatregelen op te leggen als bij afzonderlijk tuchtreglement omschreven.
9. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, heeft het lid geen toegang tot de Ledenraad, terwijI het lid bovendien gedurende deze periode ook andere aan het lid- maatschap verbonden rechten kunnen worden ontzegd.
Artikel 11
Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak, algemeen
1. De in dit artikel bedoelde (tucht) rechtspraak heeft uitsluitend betrekking op seksuele intimidatie en is van toepassing op de leden van de Bond, indien en voor zover de Bond met het Instituut Sportrechtspraak een overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten waarin de Bond zijn tuchtrechtspraak gedeeltelijk aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen. De Directeur- bestuurder doet van de overeenkomst die met het Instituut Sportrechtspraak is gesloten Schriftelijk mededeling aan alle leden.
2. De Directeur-bestuurder behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de Ledenraad.
3. Voor de duur van de in lid 1 bedoelde overeenkomst zijn de Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR een orgaan van de Bond. De Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR spreken recht in naam van de Bond en hun uitspraken gelden als uitspraken van de Bond.
4. De Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR kennen elk een kamer die is belast met het behandelen van overtredingen seksuele intimidatie betreffende.
5. Overtredingen seksuele intimidatie betreffende worden berecht door de Tuchtcommissie ISR en door de Commissie van Beroep ISR met inachtneming van het Tuchtreglement seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak.
6. De leden van de Tuchtcommissie ISR en van de Commissie van Beroep ISR worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De commissies worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak. Wanneer gesproken wordt over de Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters alsmede het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
7. In gevallen van seksuele intimidatie geldt het in lid 5 genoemde reglement als het van toepassing zijnde reglement van de Bond, welk reglement door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak wordt vastgesteld en gewijzigd. Het reglement van het Instituut Sportrechtspraak regelt voorts de bevoegdheden en werkwijze van de Tuchtcommissie ISR en van de Commissie van Beroep ISR, alsmede de overtreding, de op te leggen straf(fen), de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
8. Het van toepassing zijnde reglement van het Instituut Sportrechtspraak treedt in de Bond in werking op de door de Directeur-bestuurder met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum de Directeur-bestuurder aan de leden Schriftelijk, al dan niet via een publicatie op de website, mededeling doet.
9. Wijzigingen in het desbetreffende reglement treedt in werking op de door het Bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. De Directeur-bestuurder doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement Schriftelijk, al dan niet via een publicatie op de website, mededeling aan de leden. De
Xxxx is niet bevoegd zelf een wijziging in een toepasselijk reglement van het Instituut Sportrechtspraak aan te brengen.
10. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, is het in lid 5 genoemde zijnde reglement op de leden van de Bond van toepassing volgens de laatste, door het Bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
11. De door het Instituut Sportrechtspraak in de Bond krachtens een overeenkomst uit te oefenen tuchtrechtspraak geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de Bond. De Bond vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn bestuursleden, zijn tuchtrechters, zijn ambtelijke secretariaat, zijn juridisch secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en nadien gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in de Bond.
Artikel 12
Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak, de Bond en de leden
1. De Directeur-bestuurder is op grond van het Tuchtreglement seksuele intimidatie bevoegd een ordemaatregel te nemen. Deze ordemaatregelen zijn een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf.
2. De Xxxx en zijn leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de tuchtrechtspraak van de Bond. De verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de Bond de in dit artikel te hunnen laste door de Xxxx in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beeindiging van hun lidmaatschap van de Bond wanneer zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
4. Een uitspraak van de Tuchtcommissie ISR en van de Commissie van Beroep ISR is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de Bond als voor de Xxxx zelf. De in lid 1 genoemde ordemaatregel van de Directeur-bestuurder is bindend voor de duur van die maatregel.
5. Alle leden, organen en commissies van de Bond zijn gehouden mede te werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de Tuchtcommissie ISR en/of van de Commissie van Beroep ISR en zijn tevens gehouden mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies opgelegde straffen.
6. Wanneer een beslissing van de Tuchtcommissie ISR en de Commissie van Beroep ISR tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door een lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijI evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wandelevenement.
Hoofdstuk IV: Organisatie
Artikel 13
Raad van Toezicht: Samenstelling en benoeming
1. De Raad van Toezicht bestaat uit een door de Ledenraad vast te stellen aantal van ten minste drie (3) en ten hoogste zeven (7) personen die worden benoemd door de Ledenraad.
2. De Ledenraad stelt een profielschets voor de omvang en samenstelling van de Raad
van Toezicht vast, rekening houdend met de aard van de Bond, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de Raad van Toezicht.
De profielschets wordt opgenomen in het jaarverslag van de Bond. De profielschets wordt periodiek geëvalueerd door de Ledenraad maar in ieder geval wanneer er een vacature vervuld dient te worden.
3. De Raad van Toezicht is bevoegd zolang ten minste twee (2) leden in functie zijn. Na het ontstaan van een vacature wordt daarin zo spoedig mogelijk voorzien overeenkomstig het bepaalde in dit artikel.
4. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht is niet verenigbaar met de functie Directeur-bestuurder, het lidmaatschap van de Ledenraad, van de tuchtcommissie en de commissie van beroep, en mogelijk van andere commissies nader te bepalen in het Algemeen Reglement.
5. De voorzitter van de Raad van Toezicht wordt in die functie benoemd. De Raad van
Toezicht kiest uit zijn midden een secretaris.
6. Indien een lid van de Raad van Toezicht ten tijde van diens benoeming geen lid van de Bond is, dan impliceert de benoeming van het lid van de Raad van Toezicht tevens de toelating als individueel lid van de Bond.
7. De leden van de Raad van Toezicht doen opgave van hun nevenfuncties, waaronder - maar niet beperkt tot - bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Indien en voorzover hier sprake van is, dient een lid van de Raad van Toezicht melding te doen van de zakelijke banden tussen de Bond en een andere rechtspersoon of onderneming waarmee het betreffende lid van de Raad van Toezicht - direct danwel indirect - persoonlijk betrokken is.
8. Kandidaatstelling en benoeming van leden van de Raad van Toezicht gebeurt op de wijze zoals voorzien in het Algemeen Reglement.
9. Een lid van de Raad van Toezicht kan zich door een ander lid van de Raad van Toezicht bij Schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen.
10. Ingeval van ontstentenis of belet van een of meer leden van de Raad van Toezicht zijn de overblijvende leden van de Raad van Toezicht of is het enig overblijvende lid van de Raad van Toezicht met het toezicht belast.
Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van alle leden van de Raad van Toezicht dan wel
indien geen enkel lid van de Raad van Toezicht in functie is, komen de bevoegdheden van de Raad van Toezicht toe aan de Ledenraad.
Artikel 14
Raad van Toezicht: Zittingstermijn en einde lidmaatschap
1. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van drie (3) jaar.
2. De Raad van Toezicht stelt een rooster van aftreden vast dat voorziet in periodiek aftreden van leden en is bevoegd dit rooster te wijzigen.
3. Vaststelling of wijziging van het rooster van aftreden kan niet tot gevolg hebben dat een zittend lid tegen zijn wil defungeert voordat de periode waarvoor hij is benoemd, is verstreken.
4. Een aftredend lid is, ten hoogste éénmaal, herbenoembaar voor een periode van drie
(3) jaar. Na afloop van de tweede periode van drie (3) jaar kan een lid niet aansluitend wederom als lid worden gekozen dan na het verstrijken van de periode van drie (3) jaar.
5. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden in beginsel niet de plaats van zijn voorganger in.
6. Hetgeen bij of krachtens deze statuten over de benoeming van leden is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van leden van de Raad van Toezicht.
7. Een lid van de Raad van Toezicht kan te allen tijde door de Xxxxxxxxx, met een meerderheid van ten minste twee derden (2/3e) van de uitgebrachte stemmen, worden geschorst of ontslagen. De Ledenraad neemt het besluit tot schorsing of ontslag niet eerder dan dat het betreffende lid is gehoord, of daartoe in de gelegenheid is gesteld. De procedure tot schorsing casu quo ontslag wordt nader uitgewerkt in het Algemeen Reglement.
8. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt door overlijden, door vrijwillig aftreden, door het eindigen van het lidmaatschap van de Bond, door ontslag, door het verstrijken van de mogelijkerwijze vastgestelde duur van zijn benoeming en voorts door de benoeming tot Directeur-bestuurder, tot lid van de tuchtcommissie of tot lid van de commissie van beroep, danwel door het krachtens een rechterlijke uitspraak verliezen van het vrije beheer over zijn vermogen.
Artikel 15
Raad van Toezicht: Taken en bevoegdheden
1. De Raad van Toezicht heeft jegens de Directeur-bestuurder een controlerende en adviserende functie. Deze verhouding wordt in het Algemeen Reglement verder uitgewerkt.
2. De Raad van Toezicht ziet in het bijzonder toe op:
- de continuïteit van de Bond;
- de realisatie van de statutaire doelstellingen;
- de uitvoering van de strategie;
- de financiële verslaglegging;
- interne risicobeheersing en controle systemen;
- naleving wet en regelgeving.
Het toezicht wordt verder uitgewerkt in het Algemeen Reglement.
3. De Raad van Toezicht benoemt de externe accountant na advies van de Directeur- bestuurder.
4. De Raad van Toezicht benoemt uit haar midden (i) een auditcommissie, bestaande uit twee (2) personen, die binnen de Raad van Toezicht is belast is met het financieel toezicht van de Bond en (ii) een remuneratiecommissie bestaande uit drie (3) personen, die binnen de Raad van Toezicht is belast is met de beloning en overige arbeidsvoorwaarden van de Directeur-bestuurder. In het Algemeen Reglement kunnen nadere voorschriften worden opgenomen.
5. De voorzitter van de Raad van Toezicht is tevens (technisch) voorzitter van de Ledenraadsvergaderingen.
Artikel 16
Raad van Toezicht: Besluitvorming
1. Alle besluiten van de Raad van Toezicht waaromtrent bij de wet of deze statuten niet anders is bepaald, worden genomen met volstrekte meerderheid (de helft plus één (1)) van de uitgebrachte stemmen.
2. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt. De notulen worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.
3. Ieder lid is gerechtigd tot het uitbrengen van één (1) stem.
4. Indien de stemmen staken beslist de voorzitter.
5. De Raad van Toezicht kan op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen. Buiten vergadering kan besluitvorming
plaatsvinden indien alle in functie zijnde leden Schriftelijk hun stem voor het betrokken voorstel hebben uitgebracht.
6. Indien in een vergadering alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door deze statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
Artikel 17
Bestuur: Samenstelling en benoeming
1. Het Bestuur bestaat uit één (1) persoon die wordt benoemd door de Xxxxxxxxx op bindende voordracht van de Raad van Toezicht.
2. De enig bestuurder heeft de titel Directeur-bestuurder.
3. De Directeur-bestuurder kan ook buiten de leden worden benoemd.
4. Indien de Directeur-bestuurder ten tijde van diens benoeming geen lid van de Bond is, dan impliceert de benoeming van de Directeur-bestuurder tevens de toelating als individueel lid van de Bond.
5. De functie Directeur-bestuurder is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de Raad van Toezicht, de Ledenraad, van de tuchtcommissie en de commissie van beroep, en mogelijk van andere commissies nader te bepalen in het Algemeen Reglement.
6. De Ledenraad kan het bindend karakter aan een voordracht ontnemen bij een besluit, genomen met een meerderheid van ten minste twee derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen, vertegenwoordigende meer dan de helft van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering van de Ledenraad kan worden uitgebracht.
7. De wijze van bindende voordracht, de vervolgprocedure ingeval aan de voordracht het bindend karakter werd ontnomen en indien de voordracht niet uiterlijk drie (3) maanden na het ontstaan van de vacature is opgemaakt en aan de Ledenraad meegedeeld, is voorzien in het Algemeen Reglement.
8. De beloning van de Directeur-bestuurder en de verdere (arbeids)voorwaarden worden vastgesteld door de Raad van Toezicht.
9. De Directeur-bestuurder kan zich door een derde bij Schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen voor specifiek omschreven (rechts-)handelingen na verkregen Schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht.
Artikel 18
Bestuur: Zittingstermijn en einde bestuurslidmaatschap
1. De Directeur-bestuurder wordt benoemd voor een onbepaalde periode.
2. De Directeur-bestuurder kan te allen tijde door de Ledenraad, al dan niet op bindende voordracht van de Raad van Toezicht, met een meerderheid van ten minste twee derden (2/3e) van de uitgebrachte stemmen, worden ontslagen of geschorst, in een vergadering van de Ledenraad waarin ten minste een zodanig aantal Ledenraadsleden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste twee derde (2/3e) gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering van de Ledenraad kan worden uitgebracht, aanwezig of vertegenwoordigd is. De Ledenraad neemt het besluit tot schorsing niet eerder dan nadat de Directeur-bestuurder is gehoord, of daartoe in de gelegenheid is gesteld. De procedure tot schorsing casu quo ontslag wordt nader uitgewerkt in het Algemeen Reglement.
3. De functie van Directeur-bestuurder eindigt door overlijden, door vrijwillig aftreden, door het eindigen van het lidmaatschap van de Xxxx, door ontslag, door het verstrijken van de mogelijkerwijze vastgestelde duur van zijn benoeming danwel door het krachtens een rechterlijke uitspraak verliezen van het vrije beheer over zijn vermogen.
Artikel 19
Bestuur: Taken en bevoegdheden
1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is de Directeur-bestuurder belast met het besturen van de Bond.
2. De beleidsvoering is in handen van de Directeur-bestuurder. Hij is verantwoordelijk voor de voorbereiding, coördinatie en uitvoering van het Bondsbeleid.
3. De Directeur-bestuurder geeft leiding aan de Bond. Dit omvat:
- het Bondsbureau, waarvan hij de medewerkers benoemt, ontslaat en hun rechtspositie en arbeidsvoorwaarden vaststelt;
- alle verenigingsorganen en personen (vrijwilligers) voor zover zij onder verantwoordelijkheid van de Bond handelen.
4. De Directeur-bestuurder is tevens verantwoordelijk voor de externe vertegenwoordiging, zowel zakelijk als in de belangenbehartiging.
5. De Directeur-bestuurder draagt zorg voor een organisatorische inrichting die voorziet in:
- naleving van relevante wet- en regelgeving;
- documentatie van beslissingen en acties;
- inrichting van een systeem van risicobeheersing en controle;
- sluitende financiële procedures en verslaglegging.
6. De Directeur-bestuurder voorziet de Raad van Toezicht tijdig van de benodigde informatie. Hij rapporteert gestructureerd op kwartaalbasis aan de Raad van Toezicht (managementrapportages) en is daarnaast gehouden tijdig alle relevante informatie te verstrekken, zowel op eigen initiatief als op verzoek van de Raad van Toezicht.
7. De Directeur-bestuurder is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door (tijdelijke) commissies, waarvan de leden door de Directeur-bestuurder worden benoemd en ontslagen.
8. De Directeur-bestuurder kan zijn taken geheel of gedeeltelijk overdragen en de daarbij behorende bevoegdheden geheel of gedeeltelijk delegeren.
9. Na voorafgaande goedkeuring van de Ledenraad is de Directeur-bestuurder bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van tuchtrechtspraak van de Bond op het gebied van seksuele intimidatie wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
10. Bij Algemeen Reglement danwel directiestatuut wordt de werkwijze van de Directeur- bestuurder geregeld.
Artikel 20
Bestuur: Vertegenwoordiging
1. De Directeur-bestuurder vertegenwoordigt de Bond.
2. Uitsluitend het Bestuur is, mits met goedkeuring van de Ledenraad, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Xxxx zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de Bond ter zake van deze handelingen.
3. De Directeur-bestuurder is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van onderstaande rechtshandelingen zonder voorafgaande Schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht:
a. het (ver)huren danwel bezwaren van onroerende zaken of van andere registergoederen;
b. het aangaan van geldleningen met de Xxxx als schuldenaar, met uitzondering van het opnemen van gelden, waardoor de Bond bij een bankier debet komt te staan tot
een bedrag, niet hoger dan het bedrag hetwelk, na door de Raad van Toezicht te zijn vastgesteld, aan de Directeur- bestuurder is medegedeeld;
c. het ter leen verstrekken van gelden;
d. het aangaan van overeenkomsten - voor zover niet als standaardbepaling in contracten voorkomende -, krachtens welke eventuele geschillen zullen worden onderworpen aan arbitrage of aan bindend advies, zomede het aangaan van vaststellingsovereenkomsten, met uitzondering van vaststellingsovereenkomsten met (voormalige) medewerkers of (voormalige) vrijwilligers van de Bond;
e. het voeren van gedingen - zo eisende als verwerende - hetzij ten overstaan van de gewone rechter, hetzij bij wege van arbitrage, hetzij ter verkrijging van een bindend advies, met uitzondering evenwel van het nemen van die rechtsmaatregelen, welke geen uitstel gedogen of van louter conservatoire aard zijn en voorts met uitzondering van het nemen van maatregelen tot inning van geldvorderingen uit hoofde van door de Bond geleverde goederen of verrichte diensten;
f. het aanvragen van surséance van betaling of faillissement van de Bond;
g. het verrichten van rechtshandelingen, voor zover niet reeds onder een van de vorige nummers vallende, waarvan het belang of de waarde voor de Bond een door de Raad van Toezicht vastgesteld en aan de Directeur-bestuurder meegedeeld bedrag te boven gaat of waardoor de Bond voor langer dan één jaar wordt verbonden.
4. De in lid 2 genoemde beperkingen van de bestuursbevoegdheid kunnen aan derden worden tegengeworpen. De in lid 3 genoemde beperkingen van de bestuursbevoegdheid kunnen evenwel niet aan derden worden tegengeworpen.
5. De Directeur-bestuurder kan volmacht verlenen aan een of meer medewerkers van het Bondsbureau danwel derden die in opdracht van de Xxxx werkzaam zijn, om de Bond binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
6. Personen, aan wie krachtens deze statuten hetzij krachtens volmacht, vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de betrokken rechtshandeling is besloten.
7. In alle gevallen waarin de Xxxx een tegenstrijdig belang heeft met de Directeur- bestuurder, kan de Xxxxxxxxx een of meer personen aanwijzen om de Bond te vertegenwoordigen.
8. Xxxxxxx van ontstentenis of belet van de Directeur-bestuurder berust het Bestuur van de Bond tijdelijk bij één (1) door een op bindende voordracht van de Raad van Toezicht door de Ledenraad daartoe aangewezen persoon.
Artikel 21 Ledenraad: Rol
1. De Ledenraad is de algemene ledenvergadering van de Bond.
2. De Ledenraad draagt vanuit haar achterban bij aan de visie en strategische keuzen van de Bond.
3. De Ledenraad wordt door de Directeur-bestuurder tijdig betrokken bij de totstandkoming van het strategisch plan (meerjarenplan en jaarplan) als bedoeld in artikel 24 lid 1 van deze statuten. Voorafgaande aan de vaststelling van dit strategisch plan en de bijbehorende begroting door de Directeur-bestuurder is goedkeuring door de Ledenraad vereist.
Artikel 22
Ledenraad: Samenstelling
1. De Ledenraad bestaat uit vierentwintig (24) stemgerechtigde Ledenraadsleden die door en uit de leden worden gekozen en die alle leden als bedoeld in artikel 6 vertegenwoordigen. Elk lid moet middellijk of onmiddellijk aan de verkiezing kunnen deelnemen. De verkiezing van Ledenraadsleden betreft de benoeming van
Ledenraadsleden.
2. Namens de Lidorganisaties die worden toegerekend aan de zes (6)
Geografische Regio's, worden door de Lidorganisaties per Geografische Regio twee (2) Ledenraadsleden door middel van verkiezing benoemd, waarvan de kandidaten per Geografische Regio bindend worden voorgedragen door een selectiecommissie die wordt samengesteld uit de Lidorganisaties. Deze selectiecommissie wordt door het Bondsbureau in opdracht van de Ledenraad ingesteld.
3. Namens de individuele leden worden door het platform individuele leden negen (9) Ledenraadsleden door middel van verkiezing benoemd, waarvan de kandidaten aan het platform individuele leden bindend worden voorgedragen door een selectiecommissie die door het platform individuele leden wordt ingesteld.
4. Namens de landelijke organisaties worden door het platform landelijke organisaties drie
(3) Ledenraadsleden door middel van verkiezing benoemd, waarvan de kandidaten aan het platform landelijke organisaties bindend worden voorgedragen door een selectiecommissie die door het platform landelijke organisaties wordt ingesteld.
5. De Ledenraad stelt een algemeen profiel vast voor Ledenraadsleden.
6. Naast Ledenraadsleden met stemrecht bestaat de Ledenraad uit adviserende Ledenraadleden. Adviserende Ledenraadsleden zijn de buitengewone leden als bedoeld in artikel 6 lid 7. Zij hebben geen stemrecht in de Ledenraad. Zij hebben wel toegang tot de Ledenraad. Zij hebben, na toestemming van de voorzitter, spreekrecht mits zij de presentielijst ter vergadering hebben getekend met vermelding van hun hoedanigheid of functie.
7. De Ledenraadsleden zijn natuurlijke personen die lid zijn van de Xxxx en die op een januari van het desbetreffende verkiezingsjaar de leeftijd van achttien (18) jaar hebben bereikt.
8. Een stemgerechtigd Ledenraadslid dient te zijn ingedeeld bij de Geografische Regio of het platform van waaruit hij is voorgedragen.
Artikel 23
Xxxxxxxxx, verkiezing, benoeming en stemrecht
1. Verkiezingen voor Ledenraadsleden geschieden op basis van bindende voordrachten door selectiecommissies, als bedoeld in artikel 22 lid 2, lid 3 en lid 4 met inachtneming van het hieromtrent in het Algemeen Reglement bepaalde.
2. Kandidaten voor de functie van Ledenraadslid kunnen slechts voor één (1) Geografische Regio of voor het platform individuele leden of voor het platform landelijke organisaties verkiesbaar zijn.
3. Een oproep tot kandidaatstelling voor de functie van stemgerechtigd Ledenraadslid als afgevaardigde van een Geografische Regio, het platform individuele leden en van het platform landelijke organisaties maakt het Bondsbureau Schiftelijk bekend. De kandidaatstelling geschiedt op de in het Algemeen Reglement voorgeschreven wijze.
4. De selectiecommissies stellen uit de kandidaatstellingen kieslijsten vast. De kieslijsten houden de bindende voordrachten in voor de verkiezingen van de Ledenraadsleden.
5. Het Bondsbureau ondersteunt de verkiezingen. In het Algemeen Reglement kunnen ten aanzien van de verkiezingen nadere voorschriften worden gegeven.
6. De functie van Ledenraadslid is niet verenigbaar met de functie Directeur-bestuurder, het lidmaatschap van de Raad van Toezicht, de tuchtcommissie en de commissie van beroep.
7. Ledenraadsleden worden ontslagen door de Ledenraad.
8. Indien het lidmaatschap van een Ledenraadslid tussentijds, gedurende de zittingstermijn, eindigt, eindigt per gelijke datum ook zijn hoedanigheid als Ledenraadslid.
9. In het Algemeen Reglement worden met betrekking tot vacatures nadere voorschriften gegeven.
10. Ledenraadsleden worden gekozen voor de duur van drie (3) jaar en kunnen aansluitend éénmaal voor dezelfde periode worden herkozen. Na afloop van de tweede periode van drie (3) jaar kan een Ledenraadslid niet aansluitend wederom als Xxxxxxxxxxxx worden gekozen dan na het verstrijken van de periode van drie (3) jaar.
11. Ledenraadsleden treden in functie op de dag volgend op hun benoeming en treden af op de dag volgend waarop hun benoemingsduur eindigt, onverminderd het bepaalde in het volgende lid.
12. Een Ledenraadslid treedt af zodra het lidmaatschap van de Xxxx eindigt, door ontslag door de Xxxxxxxxx en voorts door de benoeming tot Directeur-bestuurder, tot lid van de Raad van Toezicht, tot lid van de tuchtcommissie of tot lid van de commissie van beroep, dan wel het Ledenraadslid niet meer onder zijn Geografische Regio of het platform individuele leden of het platform landelijke organisaties ressorteert.
13. leder stemgerechtigd Ledenraadslid is gerechtigd tot het uitbrengen van één (1) stem.
14. Nadere voorwaarden aangaande stemmingen in de Ledenraad kunnen worden opgenomen in het Algemeen Reglement.
15. Een Ledenraadslid kan zich door een Schriftelijk door hem daartoe gevolmachtigd mede-Ledenraadslid van de desbetreffende Geografische Regio of van het desbetreffende platform ter vergadering doen vertegenwoordigen. Een Ledenraadslid kan ten hoogste een mede-Ledenraadslid ter vergadering vertegenwoordigen.
16. Een geschorst Ledenraadslid heeft geen toegang tot de vergaderingen van de Ledenraad.
Artikel 24
Ledenraadsvergadering, strategische cyclus; vergaderorde
1. De Bond doorloopt jaarlijks een strategische cyclus, bestaande uit een viertal vergaderingen van de Ledenraad waarin het navolgende aan de orde dient te komen:
a. een evaluatie van (de doelstellingen uit) het strategisch plan dat betrekking heeft op het voorafgaande jaar, mede aan de hand van de jaarrekening;
b. een strategische verkenning, waarin de Directeur-bestuurder een (1) of meer thema's met strategische betekenis met de Ledenraad uitdiept, welke vergadering plaats vindt voor één juni van het desbetreffende jaar;
c. een strategisch beraad, waarin door de Directeur-bestuurder een volledig concept strategisch plan aangaande het aankomende jaar aan de Ledenraad ter beoordeling wordt voorgelegd;
d. de voorlegging van het definitief strategisch plan aangaande het aankomende jaar aan de Ledenraad ter goedkeuring en de vaststelling daarvan door de Directeur- bestuurder na verleende goedkeuring daarvan, welke vergadering plaats vindt voor één december van het desbetreffende jaar
Voorafgaand aan het strategisch beraad vinden beleidsbijeenkomsten voor de Lidorganisaties plaats in alle Geografische Regio's.
2. In de in lid 1 onder b bedoelde vergadering komen in ieder geval op de agenda:
a. het jaarverslag van de Directeur-bestuurder van het vorig boekjaar;
b. de goedkeuring van de jaarrekening (de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de Bond);
c. de voorziening in vacatures in organen en commissies;
d. de verlening van decharge over het gevoerde beleid van het vorig boekjaar;
e. de verlening van decharge over het financiele beleid van het vorig boekjaar;
f. de voorstellen van de Directeur-bestuurder of de leden die zijn aangekondigd bij de
bijeenroeping van de vergadering;
g. de vaststelling van de contributie.
3. In de in lid 1 onder d bedoelde vergadering komen in ieder geval op de agenda:
a. de jaarplannen voor het komend boekjaar;
b. de begroting van het komend boekjaar;
c. de voorziening in vacatures in organen en commissies.
4. Overige Ledenraadsvergaderingen worden bijeengeroepen indien:
a. dit wenselijk is in verband met de strategische cyclus;
b. de Directeur-bestuurder dit nodig acht, of
c. ten minste vijf (5) Ledenraadsleden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van ten minste vijf (5) stemmen die in een voltallige Ledenraad kunnen worden uitgebracht en zij afkomstig zijn uit ten minste twee (2) geledingen als bedoeld in artikel 22 leden 2 tot en met 4 van waaruit zij zijn verkozen, dit in een Schriftelijk verzoek aan de Directeur-bestuurder kenbaar maken. De Directeur-bestuurder is alsdan verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering van de Ledenraad op een termijn van niet langer dan vier (4) weken na indiening van het verzoek.Indien aan dit verzoek binnen veertien (14) dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan.
De verzoekers kunnen alsdan een andere persoon dan de voorzitter van de Raad van Toezicht belasten met de leiding van de vergadering van de Ledenraad en het opstellen van de notulen.
5. De Directeur-bestuurder bepaalt waar in Nederland een Ledenraadsvergadering wordt gehouden.
6. Het onder 4 letter c genoemde verzoek dient met redenen te zijn omkleed, met opgave van de onderwerpen die aan de orde dienen te worden gesteld.
7. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste vier (4) weken, de dag van oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen.
8. De vergaderingen worden bijeengeroepen door de Directeur-bestuurder. De oproeping
geschiedt door een aan alle leden te zenden Schriftelijke mededeling. De oproeping vermeldt de plaats en het tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen. Het Algemeen Reglement kan nadere bepalingen bevatten ten aanzien van de bijeenroeping.
9. De Ledenraadvergaderingen worden geleid door de voorzitter van de Raad van Toezicht. Bij afwezigheid van de voorzitter, treedt een ander door de Raad van Toezicht aan te wijzen lid van de Raad van Toezicht als voorzitter op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de Xxxxxxxxx daarin zelf.
10. Van het verhandelde in elke vergadering van de Ledenraad worden notulen gemaakt. De notulen worden, na vaststelling door de voorzitter van de Raad van Toezicht ter kennis van de leden gebracht en in de eerstvolgende vergadering van de Ledenraad vastgesteld.
Artikel 25
Ledenraad: Taken en bevoegdheden
1. Aan de Ledenraad komen in de Bond alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen
2. De aan de Ledenraad toekomende regelgevende macht betreft het vaststellen en wijzigen van statuten en van het Algemeen Reglement alsmede van andere reglementen, tenzij het een wijziging betreft van een toepasselijk reglement van het Instituut Sportrechtspraak, zie artikel 31 lid 3.
3. De Ledenraad keurt de jaarlijkse begroting en de jaarrekening van de Bond goed.
4. De Ledenraad kan de Directeur-bestuurder ter verantwoording roepen over het terzake van de Bond gevoerde beleid.
5. Stemgerechtigde Ledenraadsleden hebben het recht van initiatief, amendement en interpellatie.
6. Bij de begroting wordt een beleidsprogramma van het betreffende jaar toegevoegd.
7. De Ledenraad is bevoegd (tijdelijke) commissies in te stellen en op te heffen en de leden daarvan te benoemen.
Artikel 26
Bondsbureau, samenstelling, taken en bevoegdheden
1. Voor de ondersteuning van zijn werkzaamheden kent de Bond een Bondsbureau.
2. Het Bondsbureau wordt geleid door de Directeur-bestuurder.
3. De taken en bevoegdheden van het Bondsbureau zijn nader in het Algemeen Reglement geregeld.
Artikel 27
Platformen
1. Een platform bezit geen rechtspersoonlijkheid.
2. De Bond kent twee (2) functionele platformen, een platform landelijke organisaties en een platform individuele leden.
3. leder platform kent een platform-vergadering.
4. leder bij een platform ingedeeld lid heeft het recht om direct of indirect deel te nemen aan de verkiezing van de afgevaardigden voor de Ledenraad.
5. Behoudens in deze statuten zijn nadere regels omtrent de instelling, organisatie, taak, werkwijze van en de besluitvorming binnen het platform landelijke organisaties en het platform individuele leden opgenomen in het Algemeen Reglement.
Artikel 28 Commissies
1. De Directeur-bestuurder en de Ledenraad zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of in een reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie instelt.
3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
4. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat elke commissie uit een voorzitter en uit een of meer leden en wordt de voorzitter in functie benoemd. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies. De Directeur-bestuurder voegt aan een door hem ingestelde commissie een ambtelijk secretaris toe.
5. De leden van een permanente commissie worden benoemd voor een periode van drie
(3) jaren. Aftredende leden van een commissie kunnen maximaal twee (2) maal aansluitend voor een nieuwe periode worden herbenoemd. Na afloop van de derde termijn kan de betrokkene niet eerder weer tot lid van die commissie worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van drie (3) jaren is verstreken. Alsdan is in het eerste en tweede zin bepaalde wederom van toepassing. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
6. Behoudens in deze statuten zijn nadere regels omtrent de commissies opgenomen in het Algemeen Reglement en/of nadere reglementen.
Hoofdstuk V: Financiën
Artikel 29 Financiële middelen
De geldmiddelen van de Bond bestaan uit:
- contributie;
- aansluitingsgelden;
- recettes en cursusgelden;
- schenkingen, legaten, erfstellingen;
- sponsorbijdragen;
- donaties;
- subsidies;
- product- en dienstenverkoop; en
- overige baten.
Artikel 30
Jaarrekening en verantwoording
1. De Directeur-bestuurder is verplicht van de vermogenstoestand van de Bond zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. De Directeur-bestuurder brengt, behoudens verlenging van deze termijn door de Ledenraad, binnen vier (4) maanden na afloop van het kalenderjaar op een Ledenraad zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen kalenderjaar gevoerd Bestuur. Bij gebreke hiervan kan, na afloop van de termijn, ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van de Directeur-bestuurder vorderen.
3. De Xxxx is verplicht opdracht tot onderzoek van zijn boekhouding en administratie, alsmede de jaarrekening aan een accountant te verlenen. Tot het benoemen van de accountant is de Raad van Toezicht bevoegd. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de Directeur-bestuurder, en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. De Directeur-bestuurder is verplicht de accountant ten behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de Bond voor raadpleging beschikbaar te stellen.
4. De auditcommissie onderzoekt de jaarrekening, voert hierover overleg met de accountant en de Raad van Toezicht en brengt namens de Raad van Toezicht aan de Ledenraad verslag van haar bevindingen uit. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de auditcommissie zich voor rekening van de Bond door een deskundige doen bijstaan. De Directeur-bestuurder is verplicht aan de auditcommissie alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de Bond voor raadpleging beschikbaar te stellen.
5. Goedkeuring van de jaarrekening door de Ledenraad strekt niet tot decharge van de Directeur-bestuurder voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar. Nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal door de Raad van Toezicht aan de Ledenraad het voorstel worden gedaan om decharge te verlenen aan de Directeur-bestuurder voor het door hem gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid in de Ledenraad mededelingen zijn gedaan.
6 De Directeur-bestuurder is verplicht krachtens artikel 2:10 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek de bescheiden als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 minimaal zeven (7) jaar lang te bewaren zowel elektronisch als op papier.
Hoofdstuk VI: Statuten en reglementen
Artikel 31 Reglementen
1. De organisatie alsmede de taken en bevoegdheden van de Bond en zijn organen kunnen nader worden geregeld in het Algemeen Reglement en/of in afzonderlijke reglementen.
2. De in het eerste lid bedoelde reglementen worden vastgesteld en gewijzigd door een besluit van de Ledenraad, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar vaststelling casu quo wijziging van reglementen zal worden voorgesteld.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 kunnen de door het Instituut Sportrechtspraak vast te stellen en krachtens overeenkomst van toepassing verklaarde reglementen alleen worden gewijzigd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak.
4. Iedere vaststelling of wijziging van de statuten, alsmede van een reglement wordt ter kennis van de leden gebracht onder vermelding van de datum van inwerkingtreding met letterlijke weergave van de tekst van aangenomen bepaling(en).
5. Een reglement dat door het Instituut Sportrechtspraak van toepassing is verklaard of een reglement van het Instituut Sportrechtspraak dat gewijzigd is dient Schriftelijk te worden medegedeeld aan alle leden.
Artikel 32
Wijziging van de statuten
1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de Ledenraad, waartoe werd opgeroepen met de mededeling, dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. De termijn van oproeping tot de Ledenraad ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging, bedraagt ten minste dertig (30) dagen de dag van oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen.
3. Zij, die de oproeping tot de vergadering van de Ledenraad ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste dertig (30) dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, aan de Ledenraadsleden, de Raad van Toezicht en de platformen Schriftelijk ter kennis brengen. Bovendien wordt een afschrift van de stukken als in de vorige zin bedoeld ten minste vijf (5) dagen voor de vergadering van de Ledenraad op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage gelegd tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee derden (2/3e) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering van de Ledenraad waarin ten minste een zodanig aantal Ledenraadsleden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste twee derde (2/3e) gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering van de Ledenraad kan worden uitgebracht, aanwezig of vertegenwoordigd is. Is dit vereiste gedeelte van de Ledenraadsleden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt na die vergadering van de Ledenraad een tweede vergadering van de Ledenraad bijeengeroepen, te houden niet eerder dan veertien (14) dagen en niet later dan zes (6) weken na de eerste vergadering, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering van de Ledenraad aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Ledenraadsleden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee derden (2/3e)van de uitgebrachte stemmen.
5. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariele akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is de Directeur-bestuurder zelfstandig bevoegd.
Hoofdstuk VII: Ontbinding vereffening
Artikel 33
Ontbinding en vereffening
1. De Bond kan worden ontbonden door een besluit van de Ledenraad. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 4 van het vorige
artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
2. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door de Directeur-bestuurder.
3. Een eventueel batig saldo zal niet vervallen aan de leden, die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid zijn, maar aan een dan door de Ledenraad aan - te wijzen doel. Een besluit strekkende tot het aanwijzen van een doel voor een eventueel batig saldo geschiedt overeenkomstig het eerste lid.
4. Na ontbinding blijft de Xxxx voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen noodzakelijk is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Bond uitgaan moeten aan zijn naam worden toegevoegd de woorden 'in liquidatie'.
(einde statuten)