Contract
C-171
Green Deal Visserij voor een Schone Zee
Partijen:
Rijksoverheid
• De Staatssecretaris van Economische Zaken, xxxxxxx X.X.X. Xxxxxxx (hierna te noemen: EZ);
• De Minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw M.H. Xxxxxxx xxx Xxxxxx, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X. X. Xxxxxxxx (hierna te noemen: XxxX).
Ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid;
Visserij
• VisNed, vertegenwoordigd door de directeur de xxxx xxx. X. Xxxxxx (hierna te noemen: VisNed);
Visserijhavens
• Port of Den Helder, vertegenwoordigd door de directeur de heer P.H. Xxxxx (hierna te noemen: Port of Den Helder);
• De Zeehaven IJmuiden N.V., vertegenwoordigd door de directeur de heer X.X.X.X. xxx xx Xxxxxxxxx (hierna de noemen: Zeehaven IJmuiden N.V.),
• De haven Lauwersoog, vertegenwoordigd door de directeur Groningen Seaports en haven Lauwersoog de heer H.D. Post (hierna te noemen: Haven Lauwersoog);
• Groningen Seaports, vertegenwoordigd door de directeur Groningen Seaports en haven Lauwersoog de heer H.D. Post (hierna te noemen: Groningen Seaports):
• Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon, handelend als bestuursorgaan, als verantwoordelijk voor de haven Den Oever, namens deze de heer Xx.X. Xxxxxxx (hierna te noemen: Haven Den Oever);
• Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Den Haag, handelend als bestuursorgaan, als verantwoordelijk voor de haven Scheveningen, namens deze de xxxx X. Xxxxxxxx, waarnemend havenmeester van de dienst Stadsbeheer (hierna te noemen: Haven Scheveningen);
• Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen, handelend als bestuursorgaan, als verantwoordelijk voor de havens Harlingen, namens deze de heer W.R. Sluiter (hierna te noemen: Havens Harlingen).
Hierna samen te noemen: Visserijhavens;
Overige organisaties
• Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Urk, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer G. Post (hierna te noemen: Gemeente Urk);
• Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Den Haag, handelend als bestuursorgaan, namens deze de xxxx X. Xxxxxxxx, waarnemend havenmeester van de dienst Stadsbeheer (hierna te noemen: Gemeente Den Haag);
• Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Th.X. Xxxxxxx (hierna te noemen: Gemeente Hollands Kroon);
• KIMO Nederland en België, vertegenwoordigd door de directeur de heer X. xx Xxxxx (hierna te noemen: KIMO Nederland en België);
• Bek & Xxxxxxx B.V., vertegenwoordigd door de directeur de xxxx X. xxx Xxxxxx (hierna te noemen: Bek & Xxxxxxx B.V.);
• Maritieme Afvalstoffen Inzameling Nederland B.V., vertegenwoordigd door de General Manager de xxxx X. xxx xxx Xxxxxx (hierna te noemen: MAIN B.V.);
• Stichting De Noordzee, vertegenwoordigd door de directeur de xxxx X. Xxxxxxx (hierna te noemen: Stichting De Noordzee);
• Stichting ProSea marine education, vertegenwoordigd door de directeur de xxxx X. Xxxxxxx (hierna te noemen: ProSea).
Hierna allen gezamenlijk te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Visserij voor een Schone Zee:
• Deze Green Deal levert een bijdrage aan de Nederlandse opgave vanuit de Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx (KRM) om zwerfvuil in de Noordzee te verminderen en komt tegemoet aan het streven van het kabinet en partijen in de samenleving om onze economie via een groene groei1 strategie te transformeren naar een circulaire economie.
• De partijen zijn zich ervan bewust dat in het kader van de Green Deal Visserij voor een Schone Zee tevens verbindingen bestaan met het Ketenakkoord Kunststofkringloop en de Green Deal Scheepsafvalketen.
• Partijen hebben de ambitie om de hele visserijketen te betrekken om de maritieme afvalkringloop te sluiten door afvalpreventie, afvalmanagement in havens en aan boord en afgiftemaximalisatie van verschillende afvalstromen vanuit de visserij. De kringloop aan land wordt verder gesloten door het ingezamelde scheepsafval zoveel mogelijk te recyclen. Als resultaat zal in 2020 de hoeveelheid afval in zee vanuit de Nederlandse visserijsector significant zijn afgenomen.
• In 2013 hebben VisNed, Stichting De Noordzee en de Rijksoverheid de intentie uitgesproken om een duurzaam alternatief voor pluis te vinden, dan wel te ontwikkelen, om uiteindelijk de hoeveelheid pluis die in zee en op stranden terechtkomt te verminderen. Deze partijen werken met andere partijen aan de ontwikkeling van alternatieve materialen en alternatieve ontwerpen van het net.
• De Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij, die de inname en verwerking van Klein Gevaarlijk Afval (Annex VKGA) en afgewerkte olie (Annex I) verzorgt, ondersteunt de doelen van deze Green Deal.
1 De economie neemt in omvang toe, dit gaat niet ten koste van klimaat, water, bodem, grondstoffen en biodiversiteit.
• De Vissersbond is al vanaf de oprichting actief in de SFAV en met afvalverwerking bezig. De Nederlandse Vissersbond en het Jongerennetwerk Visserij ondersteunen de goede intenties van deze Green
Deal. Ze zien het als een maatschappelijke taak om met vissers (draagvlak) te werken aan praktische en werkbare oplossingen en daarmee de uitwerking van de Green Deal binnen een aanvaardbaar tijdsbestek als project mogelijk te maken.
• De reikwijdte van deze Green Deal is nationaal, maar gezien het grensoverschrijdende karakter van de visserij en van zwerfvuil is het wenselijk dat afspraken uit deze Green Deal internationaal worden uitgedragen en zoveel mogelijk internationaal als best practices worden nagevolgd.
• Het Regional Action Plan (RAP) Marine litter, dat op 28 juni 2014 door de OSPAR Commissie van het OSPAR Verdrag2 is vastgesteld, beschrijft acties voor gemeenschappelijke maatregelen en doelen. Een concrete actie in het RAP Marine Litter is het ontwikkelen van best practices voor de visserij, o.a.
wat betreft pluis, afvalbeheer aan boord en in havens, en de omgang met afval uit de bedrijfsvoering en vistuig.
• De partijen zijn zich ervan bewust dat de implementatie van deze Green Deal mede afhankelijk is van de financiële haalbaarheid van de acties. In de uitvoering van deze Green Deal is kosteneffectiviteit van acties een belangrijke factor, disproportionele kosten worden vermeden. Het financieren van acties gebeurt op een manier die voor alle partijen acceptabel is.
• De partijen vinden het gewenst om eventuele hogere kosten voor de visserijsector zo veel mogelijk te beperken en om bij verhoging van kosten gezamenlijke oplossingen te vinden. Voor dit doel gebruiken partijen hun netwerk om partijen te betrekken die het proces kunnen steunen.
• Partijen vinden het gewenst dat onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn voor EUcofinanciering.
Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx
• Nederland heeft vanuit de Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx (KRM) een aanvullende beleidsopgave om zwerfvuil op zee te verminderen3.
• Alle bronnen, waaronder de visserij, kunnen aan deze opgave bijdragen.
• De Rijksoverheid richt zich bij de aanpak van zwerfvuil op zee op de toptien van items die bij monitoring op stranden worden aangetroffen4. Voorwerpen zoals netten, touwen en pluis die aan de visserij gekoppeld kunnen worden, alsmede huishoudelijk afval maken hier deel van uit.
• Gebaseerd op de toptien items op stranden worden maatregelen van het KRM Programma van Maatregelen in zes clusters uitgewerkt: agendering en bewustwording, stranden, stroomgebieden, zeevaart, visserij en kunststofproducten. Voor drie van deze clusters worden Green Deals uitgewerkt. De Green Deal Scheepsafvalketen is op 10 september 2014 getekend. Samen met de Green Deal Visserij voor een Schone Zee wordt ook de Green Deal Schone Stranden getekend.
• De Nederlandse visserij is zich steeds verder aan het verduurzamen, blijkens de wil om te participeren in diverse overleggen en projecten die zich richten op een vermindering van visserijafval in het mariene milieu. Voorbeelden hiervan zijn de deelname aan de Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij en projecten zoals ‘Fishing for litter’, CleanSea en VisPluisVrij.
• Een optimalisatie van de afvalinname in havens en het opslaan van huishoudelijk afval en afval uit de bedrijfsvoering en vistuig op de vissersschepen biedt de mogelijkheid om de afvalkringloop verder te sluiten. Dit heeft baten voor milieu en economie: groene groei.
2 Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, Parijs, 22-09-1992. Het OSPAR Verdrag heeft als doel door internationale samenwerking het mariene milieu en biodiversiteit in de Noordoost Atlantische Oceaan (inclusief de Noordzee) te beschermen.
3 Ministerie XxxX (2012). Xxxxxxx Xxxxxxxxx voor het Nederlandse deel van de Noordzee 2012-2020, Deel I
4 Zie brief aan Tweede Kamer ‘Toelichting aanpak zwerfvuil op zee’ IENM/BSK-2013/64496
Ketenakkoord Kunststofkringloop
• Het Ketenakkoord is op 12112013 door 55 Nederlandse partijen getekend (na een half jaar uitgegroeid tot ruim 75 partijen). Het heeft als gezamenlijk doel om de kunststofkringloop te sluiten door duurzame innovaties te stimuleren en te versnellen en door slim samen te werken in productketens tussen bedrijven, kennisinstellingen, NGO’s en overheden. Er wordt concreet gewerkt aan innovaties die ons helpen om plastic soep in rivieren, baaien en oceanen op te ruimen om de kringloop zodanig te sluiten dat er geen plastic zwerfvuil op land en in het water meer wordt toegevoegd.
• Onder andere havens, inzamelaars van afval, het bedrijfsleven, NGO’s en maatschappelijke organisaties hebben het Ketenakkoord Kunststofkringloop ondertekend.
Green Deal Scheepsafvalketen
• Op 10 september 2014 hebben Havenbedrijven, Rijksoverheid, de Vereniging van Ondernemingen in de Milieudienstverlening ten behoeve van de Scheepvaart (VOMS), de Koninklijke Vereniging van
Nederlandse Reders (KVNR), Bek & Xxxxxxx B.V., Martens Havenontvangstinstallaties, de Nederlandse Vereniging van Scheepsleveranciers (NVVS) en Stichting De Noordzee een Green Deal gesloten om
de scheepsafvalketen te sluiten. Die Green Deal zal net als deze Green Deal Visserij voor een Schone Zee een bijdrage gaan leveren aan vermindering van de hoeveelheid afval in de Noordzee. Tevens ondersteunt de Green Deal Scheepsafvalketen de Nederlandse opgave vanuit de KRM rondom afval op zee en geeft zij een nadere invulling van de afspraken uit het Ketenakkoord Kunststofkringloop. Doordat het in de visserij en bij de scheepvaart om vergelijkbare uitdagingen gaat zijn bij beide Green Deals gedeeltelijk dezelfde partners betrokken, o.a. Port of Den Helder, Groningen Seaports en Bek & Xxxxxxx B.V.
• Voor de visserij is ten aanzien van afvallozingen en afvalafgifte in havens dezelfde regelgeving van toepassing als voor de zeevaart5.
Partijen komen het volgende overeen:
1. Doelen en definities
Artikel 1: Doelen
• De vissersschepen houden al het huishoudelijk afval (1), al het ’Fishing for litter’ afval (2) en al het afval uit de bedrijfsvoering en vistuig (3) apart aan boord en geven deze drie afvalstromen in de Nederlandse visserijhavens zoveel mogelijk apart af.
• In 2016 faciliteren vijf visserijhavens de aangeboden afvalstromen uit de visserij op toereikende wijze en zonder oponthoud voor de vissers. De drie afvalstromen worden apart ingezameld. In 2020 is dit uitgebreid naar alle Nederlandse visserijhavens.
• Het huidige ‘Fishing for litter’ programma wordt gecontinueerd en de omvang wordt zo mogelijk uitgebreid.
• In 2020 wordt 95% van het afval uit de bedrijfsvoering en vistuig en ‘Fishing for litter’ afval, dat door vissersschepen in Nederland aan wal wordt gebracht, gerecycled of nuttig toegepast.
Artikel 2: Definities
Afvalstromen: Het afval van de visserij wordt onderverdeeld in de 3 aparte afvalstromen huishoudelijk afval (1), ‘Fishing for litter’ afval (2) en afval uit de bedrijfsvoering en vistuig (3).
Afvalstromen apart houden: Scheiding in de drie afvalstromen.
Huishoudelijk afval: Alle soorten afval die niet onder andere Annexen vallen dan Annex V van het Marpolverdrag en die zijn ontstaan in de ruimten voor accommodatie aan boord van het schip. Onder huishoudelijk afval wordt niet grijs water verstaan (cf. Marpol Annex V).
‘Fishing for litter’ afval: Afval dat als bijvangst binnen het ‘fishing for litter’ programma is opgevist.
5 Dit betreft het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Marpol-verdrag) en de Richtlijn Havenontvangst-voorzieningen. Dit verdrag en deze richtlijn zijn geïmplementeerd via de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. De visserij is uitgezonderd van de meldingsplicht.
Afval uit de bedrijfsvoering: Alle vaste afvalstoffen (met inbegrip van slurry) die niet onder andere Annexen van Marpol vallen en die tijdens normaal onderhoud of de normale bedrijfsvoering van een schip aan boord worden verzameld of die worden gebruikt voor het stuwen en behandelen van lading (cf. Marpol Annex V). Vistuig: Elk fysiek hulpmiddel of onderdeel daarvan of elk samenstel van delen dat op of in het water of op de zeebodem kan worden geplaatst met als beoogd doel het vangen of beheersen ten behoeve van latere vangst of oogst, van zeeorganismen of zoetwaterorganismen (cf. Marpol Annex V).
‘Fishing for Liner’ programma: Programma dat door KIMO Nederland en België getrokken wordt. Deelnemende vissers nemen zwerfvuil dat als bijvangst is opgevist mee naar land, waar het wordt ingenomen, afgevoerd, gemonitord en verwerkt. Voor de opslag van ‘Fishing for litter’ afval op het schip nemen de vissers bigbags mee aan boord6.
CleanSea: Een Europees project waarin 17 Europese onderzoeksinstellingen onder leiding van het Nederlandse Instituut voor Milieuvraagstukken onderzoek doen naar de gevolgen van afval in zee. Vissersschepen nemen hieraan deel door het verzamelen van ‘fishing for litter’ data (afvalhoeveelheden en vindplaatsen).
Nunige toepassing: Verwerken van afval door hergebruik, recycling of energiewinning. Pluis: Polyethyleen draadjes die in trossen onder het uiteinde van visnetten geplaatst worden om deze te beschermen tegen bodemslijtage. Tijdens onderhoud en gebruik van de netten komt pluis in de zee terecht.
Visserij: Bedrijfsmatig, met commercieel oogmerk voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee7.
2. Inzet en acties
Artikel 3: Afvalbeheer aan boord
a. VisNed zet zich in om onder haar leden bewustwording van de afvalproblematiek en de oplossingen hiervoor te bewerkstelligen. De inspanning richt zich op het bevorderen van het aan boord opslaan en het apart aanleveren aan wal van huishoudelijk afval, ‘Fishing for litter’ afval en afval uit de bedrijfsvoering en vistuig inclusief pluis.
b. KIMO Nederland en België initieert in samenwerking met de visserijsector en met de Zeehaven IJmuiden
N.V. in 2014 een pilot om te bepalen of het mogelijk is om te komen tot een standaard opslag voor het apart bewaren van huishoudelijk afval aan boord van de vissersschepen, door middel van een speciale bigbag. De pilot duurt drie maanden en is gereed in december 2014. Afhankelijk van de uitkomsten wordt aan deze pilot nog een vervolg gegeven. KIMO Nederland en België en de Zeehaven IJmuiden N.V. ondersteunen bij een geslaagde pilot brede invoering in de Nederlandse visserij in 20152016.
De resultaten zullen internationaal ingebracht worden in het netwerk van KIMO Internationaal op EU en OSPAR niveau en in het project CleanSea.
c. Bek & Xxxxxxx B.V. en Zeehaven IJmuiden N.V. werken samen om de mogelijkheden voor apart opslaan en afvoeren van afval uit de bedrijfsvoering en vistuig te onderzoeken. Dit onderzoek is in 2015 gereed.
d. Gemeente Urk en Gemeente Den Haag communiceren actief in de eigen gemeente naar de visserijsector om de deelname daarvan aan deze Green Deal te stimuleren.
e. ProSea verzorgt van 2015 t/m 2020 educatieve activiteiten voor vissers om bewustwording over duurzaamheid te stimuleren. ProSea organiseert jaarlijks de vierdaagse cursus ‘Vissen met toekomst’ op de Nederlandse visserijscholen en een workshop voor praktiserende vissers. Actuele uitdagingen op zee, zoals de omgang met vast afval, zijn vast onderdeel van deze educatieve activiteiten.
f. EZ en IenM spannen zich ervoor in dat, in overleg en met instemming van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en in nauwe samenwerking met de visserijscholen en de sector, voor 2018 het thema duurzaamheid, inclusief vast afval, structureel in te bedden in de kwalificatiedossiers ‘Stuurman werktuigkundige SW 6’ en ‘Visserijofficier’ van het reguliere MBO onderwijs in de visserij.
g. ProSea onderzoekt voor 2020 hoe educatieve initiatieven over duurzaamheid voor actieve vissers ook structurele inbedding in de sector kunnen vinden.
6 Meer informatie zie: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxx-xx-xxxx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxx-xx-xxxxxx/xxxxxxx-xxx-xxxxxx.xxx
7 Dit is conform Wet Voorkoming Verontreiniging door Scheepvaart.
Artikel 4: Onderzoek naar duurzame alternatieven voor pluis
a. VisNed zet zich in om samen met materiaalexperts, Stichting De Noordzee en andere (vistuig)experts uit binnen en buitenland, indien mogelijk, betaalbare alternatieven voor het gebruik van pluis te ontwikkelen.
Artikel 5: Afvalbeheer in visserijhavens
a. Visserijhavens hebben in 2016 hun organisatie zo vorm gegeven dat de drie afvalstromen na het afmeren apart kunnen worden afgegeven.
b. Rijksoverheid stelt in samenwerking met Visserijhavens en met de visserijsector in 2015 best practices op voor ontvangstvoorzieningen voor afvalstromen in visserijhavens. Hierbij wordt rekening gehouden met financiële haalbaarheid van de voorzieningen.
c. Visserijhavens optimaliseren, rekening houdend met de onder 5(b) genoemde best practices, tot 2020 de inzamelstructuur voor de visserij en verwerken dit in het havenafvalplan voor visserijhavens (VisHAP). Aanpassingen gebeuren in afstemming met de visserijsector. Een belangrijk onderwerp in deze afstemming is de financiering. Best practices kunnen inhouden:
• Voldoende ontvangstvoorzieningen;
• Ontvangstvoorzieningen staan op strategische plaatsen zodat de afstand tussen het schip en de voorziening acceptabel is, of voorzieningen worden bij het schip geplaatst als het binnenkomt;
• Ontvangstvoorzieningen met afsluiting, mogelijk is een elektrische sleutel;
• Regelmatig legen van ontvangstvoorzieningen;
• Apart inzamelpunt voor netten.
d. Visserijhavens informeren in 2020 vissersschepen bij binnenkomst over de afvalinname.
Artikel 6: Fishing for liver
a. KIMO Nederland en België continueert het ‘Fishing for litter’ programma. Indien haalbaar wordt het project uitgebreid.
b. IenM stelt een jaarlijkse financiële bijdrage beschikbaar aan KIMO Nederland en België, waarmee deze de coördinatie van het ‘Fishing for litter’ programma zal uitvoeren.
c. Haven Scheveningen, Haven Den Oever, Havens Harlingen, Groningen Seaports en Zeehaven IJmuiden
N.V. continueren de deelname aan het ‘Fishing for litter’ programma. Haven Scheveningen, Haven Den Oever, Havens Harlingen, Groningen Seaports en Zeehaven IJmuiden N.V. voorzien vanuit de haven deelnemende schepen wekelijks van bigbags die meegenomen worden op zee. Deze havens voeren de, bij terugkomst in de haven op de kade geplaatste, bigbags af.
d. Gemeente Urk en Gemeente Den Haag spannen zich ervoor in dat de deelname aan het ‘Fishing for Litter’ programma wordt uitgebreid.
e. Havens Harlingen, Haven Den Oever en Zeehaven IJmuiden N.V. continueren de deelname in het CleanSea project. Het ingenomen afval wordt apart gewogen en gemonitord. Het CleanSea project loopt nog tot 2016.
Artikel 7: Afvalverwerking
a. Bek & Xxxxxxx B.V. biedt in 2015 in Zeehaven IJmuiden N.V. en in Haven Scheveningen voorzieningen aan om de drie afvalstromen apart in te nemen. Bek & Xxxxxxx B.V. spant zich ervoor in dat dit in 2016 is uitgebreid naar in totaal vier havens.
b. MAIN B.V. biedt in 2015 in Port of Den Helder voorzieningen aan om de drie afvalstromen apart in te nemen.
c. Bek & Xxxxxxx B.V. verzorgt vanaf 1 januari 2015 de inname, het wegen en monitoren van het ‘Fishing for litter’ afval uit de haven van Vlissingen, Zeehaven IJmuiden N.V. en in Haven Scheveningen.
d. Bek & Xxxxxxx B.V. neemt het ‘Fishing for Litter’ afval afkomstig van schepen die participeren in het CleanSea project in Havens Harlingen, Haven Den Oever en Zeehaven IJmuiden N.V. apart in en weegt en monitort het afval.
e. Bek & Xxxxxxx B.V. neemt deel aan onderzoeken om afvalstromen apart in te zamelen. Bek & Xxxxxxx
B.V. neemt als eerste stap deel aan de haalbaarheidsstudie van KIMO Nederland en België om te komen tot een standaardopslag van huishoudelijk afval aan boord van de vissersschepen GO 22 en 26 (gereed eind 2014).
f. Gemeente Hollands Kroon en de Coöperatieve In en Verkoop Vereniging Den Oever (CIV Den Oever) zetten in samenwerking met de visserijsector het recyclen van oude vissersnetten via het Healthy Seas project voort. Verwacht wordt dat 30 ton netten per jaar wordt ingenomen en verwerkt.
Artikel 8: Monitoring
a. Voor monitoring van de acties wordt gebruik gemaakt van de nationale strandmonitoring onder de KRM, zoals uitgevoerd door Stichting De Noordzee. Deze gegevens zeggen iets over hoeveelheden afvalitems, herkomst van het afval en trends. Trends voor visserijafval worden in samenspraak met de partijen bepaald.
b. KIMO Nederland en België stelt in 2015 een monitoringsprogramma op waarmee de effectiviteit van de Green Deal kan worden gemeten. Dit monitoringsprogramma wordt met ingang van 2016 operationeel.
Artikel 9: Overige inzet en acties Stichting De Noordzee
a. Stichting De Noordzee deelt de best practices voor afvalbeheer aan boord en in havens die in 3(b) en 5(b) genoemd zijn met haar collegaNGO’s in Europa.
Artikel 10: Overige acties Zeehaven IJmuiden N.V.
a. Zeehaven IJmuiden N.V. legt voor de pelagische visserijschepen die in de Haringhaven liggen afgemeerd voor 1 april 2015 een walstroomvoorziening aan.
Artikel 11: Overige acties Groningen Seaports
a. Groningen Seaports spant zich in om vissersschepen welke liggen aan de wachtsteigers, gebruik te laten maken van walstroom.
Artikel 12: Overige inzet en acties Rijksoverheid
a. Rijksoverheid verkent de nationale mogelijkheden voor (co)financiering en belastingvoordelen van, in het kader van deze Green Deal geïnitieerde projecten.
b. Rijksoverheid spant zich in om Europese Fondsen ter ondersteuning van de Green Deal in te zetten.
c. Rijksoverheid en KIMO Nederland en België spannen zich in om ook andere belanghebbenden, bijvoorbeeld lokale overheden, bij de Green Deal te betrekken.
d. IenM stelt een jaarlijkse financiële bijdrage beschikbaar aan KIMO Nederland en België voor de centrale coördinatie van de Green Deal.
e. Rijksoverheid spant zich in om de ervaringen met betrekking tot deze Green Deal bij andere Noordzeelanden onder de aandacht te brengen en te promoten.
f. Rijksoverheid zet haar nationale en internationale netwerk in zodat kennis over het sluiten van de visserijafvalkringloop uitgewisseld en geëvalueerd kan worden en opdat de acties die in deze Green Deal zijn afgesproken mogelijk internationaal navolging kunnen vinden. Dit zal o.a. in het kader van het RAP Marine Litter van OSPAR plaatsvinden.
Artikel 13: Overige inzet en acties KIMO Nederland en België
a. KIMO Nederland en België verzorgt de centrale coördinatie van deze Green Deal.
b. KIMO Nederland en België brengt deze Green Deal onder de aandacht van de leden van KIMO International en bereidt in samenwerking met de Rijksoverheid en ProSea een internationaal project voor. KIMO Nederland en België zoekt hierin samenwerking met KIMO Denemarken.
3. Slotbepalingen
Artikel 14: Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 15: Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 16: Werkgroep
Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende Partijen wordt belast met de uitvoering van deze Green Deal. De deelnemers en de voorzitters van de werkgroep worden binnen vier weken na de ondertekening van de Green Deal bepaald.
Artikel 17: Evaluatie
1. Partijen zullen de uitvoering en werking van deze Green Deal jaarlijks evalueren. Dit kan voor één of meerdere Partijen aanleiding zijn om gebruik te maken van de wijzigingsprocedure zoals beschreven in artikel 13.
2. De hoofdlijnen van de Green Deal worden opgenomen in het ontwerp KRMProgramma van Maatregelen en ter inzage gelegd voor het publiek. De uitkomsten daarvan worden meegenomen bij de eerste evaluatie van deze Green Deal in 2015 en verwerkt in het definitieve KRMProgramma van Maatregelen.
Artikel 18: Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan het ministerie van IenM. Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 19: Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Visserij voor een Schone Zee.
Artikel 20: Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal (te allen tijde) met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand schriftelijk opzeggen.
Artikel 21: Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 22: Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 2020.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 23: Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te IJmuiden op 20 november 2014.
Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Xxxxxxx xxx Xxxxxx
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
X.X.X. Xxxxxxx
VisNed,
X. Xxxxxx
Port of Den Helder,
P.H. Kolff
Zeehaven IJmuiden N.V.,
X.X.X.X. xxx xx Xxxxxxxxx
Groningen Seaport,
H.D. Post
Haven Lauwersoog,
H.D. Post
Haven Den Oever,
Th.X. Xxxxxxx
Gemeente Hollands Kroon,
Th.X. Xxxxxxx
Haven Scheveningen,
X. Xxxxxxxx
Gemeente Den Haag,
X. Xxxxxxxx
Gemeente Harlingen,
W.R. Sluiter
Gemeente Urk,
G. Post
KIMO Nederland en België,
R. te Beest
Bek & Xxxxxxx B.V.,
X. xxx Xxxxxx
Maritieme Afvalstoffen Inzameling Nederland B.V.,
X. xxx xxx Xxxxxx
Stichting De Noordzee,
X. Xxxxxxx
Stichting ProSea marine education,
X. Xxxxxxx