VRAAG EN ANTWOORDDOCUMENT
VRAAG EN ANTWOORDDOCUMENT
19 februari 2024
OVER DE BASIS- EN DEELOVEREENKOMST EN HET KOSTPRIJSONDERZOEK
Kostprijsonderzoek
Is de periodiekmix opgebouwd op basis van het gewone rekenkundige gemiddelde van de aanleveringen van zorgaanbieders, of is er gewogen op marktaandeel?
Reactie: De periodiekmix is het gewogen gemiddelde van de aanbieders die informatie hebben aangeleverd, zodat aanbieders met veel cliënten in de regio SWVO dus ook zwaarder meetellen.
Omvatten de ‘reiskosten cliënt-cliënt’ zowel de reiskosten ‘woon-werk’ als ‘werk-werk’?
Reactie: Ja, de reiskosten cliënt naar cliënt (zoals het in de rapportage staat) omvat de optelsom van de reiskosten
werk-werk en reiskosten woon-werk uit de standaard rekentool en zoals deze kosten nader zijn uitgevraagd onder de zorgaanbieders.
Is de reistijd (26 uur op jaarbasis) meegenomen in de productiviteitsberekening, en is deze op basis van de aanlevering van de zorgaanbieders?
Reactie: Ja, deze informatie is meegenomen in de productiviteit (declarabele uren) en 26 uren is het gemiddelde van de nadere aanlevering van kostprijsinformatie.
Het bedrag voor PGB 2024 voor dagbesteding bedraagt in de vijf Bevelandse gemeenten 70 euro. Voor ZIN geldt een bedrag van 40 euro. Waarom dit verschil?
Reactie: In de vijf Bevelandse gemeenten geldt dat per 01-01-2024 de pgb tarieven zijn aangepast voor dagbesteding: voor dagbesteding is 45% van de geldende zorg in natura-tarief van toepassing.
De tarieven (blz. 20) zijn afgeleid van het kostprijsonderzoek, waar de opleidingsmix een onderdeel van is. In par. 5.3 van het kostprijsonderzoek is te zien dat voor Begeleiding regulier 30% MBO3 wordt ingezet. Wij vinden dit voor de ggz-sector veel te hoog. Zelf maken wij om kwaliteitsredenen helemaal geen gebruik van MBO opleidingsniveau 3 in de GGZ. Ook voor reguliere begeleiding verwachten wij meer dan basiskennis over de GGZ. In onze optiek is specifieke kennis van psychiatrische stoornissen en medicatie vereist, onder andere om een goede signalerende rol te kunnen uitoefenen. Personeel met niveau 4 heeft meer kennis over specialistische handelingen en methodieken, benodigd om goede begeleiding te kunnen geven aan ggz-cliënten. Derhalve bevat onze opleidingsmix alleen MBO niv.4 en HBO, voor zowel reguliere als specialistische begeleiding. Hiermee is de kostprijs ook hoger.
Reactie: De opleidingsmix is passend voor de diversiteit aan cliënten en aanbieders voor dit product.
Bouwsteen dagbesteding regulier: bekostiging en prijsstelling: hier worden verschillende uren aangegeven voor een dagdeel. Als er 3,5 uur wordt gedeclareerd, geldt dan het tarief van 4 uur?
Reactie: Dagbesteding kunt u declareren in dagdelen. Voor het tarief gaan we uit van 4 uren inzet van de
medewerker, dit betekent niet dat de cliënt noodzakelijkerwijs ook 4 uren aanwezig is: dit mag ook korter zijn (bijv. 3,5 uren).
Met de toepassing van de huidige indexatie (25%van de gemiddelde loonstijgingen van de relevante CAO's) komen we 1, 64% lager uit dan wanneer de gangbare OVA en PPC (weging 90-10) wordt toegepast. Omdat de indexatie juist is bedoeld als compensatie voor de prijsstijgingen (cq. Loonstijgingen) willen we graag dat OVA 2024 wordt
aangehouden als indexatie. Daarmee lopen we ook in pas qua indexering met die van de Wmo en Jeugdwet tarieven 2024.
Reactie: Juist de gekozen systematiek om aan te sluiten bij de loonontwikkeling in de vier relevante cao’s borgt de
beste aansluiting. Bovendien is van belang dat de loonontwikkelingen in het hele jaar 2023 ook zijn meegenomen. Dit kan niet los van elkaar gezien worden. We handhaven de huidige werkwijze zoals PPRC heeft gehanteerd.
De functiemix zoals hier gehanteerd voor begeleiding komt niet overeen met de functiemix waarmee wij werken voor het leveren van Begeleiding Regulier. Vanuit andere contracten zijn wij verplicht om met minimaal MBO 4 niveau te werken. In de huidige kostprijsberekening is het huidige tarief voor ons onder kostprijs. Graag zien we deze
functiemix aangepast zodat we met voor ons reële tarieven kunnen werken. We denken daarbij ofwel aan een opslag ofwel aan een gepast onderscheid in grootte van zorgaanbieders.
Reactie: de tarieven voor de bouwstenen Begeleiding Regulier en Begeleiding Specialistisch vanaf 1 mei 2024 liggen hoger dan de huidige tarieven per uur voor zowel BT als BTS. Straks bestaat echter niet meer de mogelijkheid om te middelen.
Vanaf 1 mei 2024 vervalt de verplichting voor een aanbieder die Begeleiding Specialistisch wil leveren, ook
Begeleiding Regulier dient te leveren. Dat betekent dat een aanbieder er voor kan kiezen om alleen in te schrijven
voor de bouwsteen Begeleiding Specialistisch. Consequentie van een dergelijke keuze is dat gemeentelijke toegangen, wanneer dit aan de orde is, andere aanbieders kunnen selecteren voor een cliënt. Zij kunnen dit doen omdat
bijvoorbeeld voorzien wordt dat afschaling naar Begeleiding Regulier op korte termijn aan de orde zou kunnen zijn, of dat de benodigde ondersteuning niet persé via een bouwsteen Begeleiding Specialistisch gegeven hoeft te worden.
Wij rekenen met een ander opslagpercentage voor ‘overhead’ dan de gemeenten in hun kostprijsberekening, waardoor wij niet uitkomen met de voorgestelde tarieven.
Reactie: Wij hebben de berekende tarieven op basis van uw bijlage gecontroleerd, en constateren dat u de
percentages voor overhead die PPRC als opslag op de directe kosten heeft berekend vervolgens in een rekenmodel heeft ingevuld als percentage overhead in de totale kosten. Dit leidt tot de verschillen die u constateert, doordat de percentages dus niet conform de juiste rekensystematiek zijn toegepast.
Bij de toelichting op de tarieven wordt gezegd “Op basis van artikel 2.6.6 Wmo 2015 jo. Artikel 5.4 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zijn gemeenten, kort gezegd, verplicht om een redelijke prijsstelling te betalen in het kernbeding.” Echter staat een kostprijsonderzoek niet per definitie gelijk aan een redelijke prijsstelling. Onder de aanbieders van
begeleiding zijn bijvoorbeeld grote verschillen. Dat komt met name omdat de groep cliënten die onder deze bouwsteen vallen enorm divers is. Wij hebben een specifieke doelgroep waar vaak sprake is van een hoge mate van complexiteit, waar leerbaar gedrag (zeer) minimaal aanwezig is, waar complexiteit en onberekenbaarheid van het gedrag eerder uitzondering dan regel is. Wij willen graag toelichten en met elkaar tot goede afspraken komen in de geest van de nieuwe maatwerkvoorziening.
Reactie: Dit kostprijsonderzoek was juist gericht op het vaststellen van reële tarieven. Jurisprudentie maakt bovendien ook duidelijk dat tarieven niet op het niveau van de duurste aanbieder hoeven worden vastgesteld, maar rekening houdend met de gemiddeld efficiënt opererende aanbieder. Het klopt dat er een diversiteit aan verschillende
aanbieders (en dus aanbod) en cliënten onder de diverse bouwstenen vallen. De tariefopbouw sluit aan bij deze mix van cliënten en aanbieders.
Opleidingsmix: In het kostprijsonderzoek wordt uitgegaan van niveau MBO 3/4 bij Begeleiding thuis en een verdeling van 30% (MBO 4) en 70% (HBO) bij Begeleiding thuis specialistisch. Bij onze doelgroep is het onwenselijk van de getoonde mix uit te gaan. De gedrags- en psychische problematiek vragen een fors opleidingsniveau en ook het
bijhouden van scholingen. Daarom is de inzet van personeel bijna geheel HBO opgeleid bij zowel BT als BTS. Met name de opleidingsmix bij BT leidt tot een onredelijk tarief in relatie tot de complexiteit van de begeleiding. Ook
hierbij geldt dat wij van mening zijn dat de huidige bouwstenen niet voldoen, vandaar ons voorstel om een aparte bouwsteen voor deze doelgroep te definiëren.
Reactie: Er valt een diversiteit aan verschillende cliënten onder de diverse bouwstenen. De tariefopbouw waaronder de opleidingsmix sluit aan bij deze mix van cliënten en het aanbod van zorgaanbieders.
Xxxxxx: in het kostprijs onderzoek wordt uitgegaan van 244 uur verlof wat is gebaseerd op de geldende cao’s en jaarlijkse feestdagen. Echter wordt daarbij voorbijgegaan aan zaken die ook in de cao opgenomen zijn, maar niet
zozeer onder de regel verlof beschreven staan, denk aan balansuren, studieverlof, zorgverlof, etc. Bij onze organisatie komt dat neer op de volgende verdeling: ▪ Vakantie-uren: 144 ▪ Balans-uren: 57 ▪ Feestdagen: 50 ▪ Studieverlof: 14 ▪ Overige verlofuren: 2 (o.m. xxxxxxxxxx, verlof bij overlijden, trouwen, bevalling e.d.) Xxxxxxx komen we voor onze organisatie uit op een totaal van 267 uur. Wij stellen voor het aantal verlofuren in de berekening te verhogen naar 267.
Reactie: Allereerst is er enige variatie in de verlofuren tussen aanbieders en cao’s, en uw organisatie zit kennelijk aan de bovenkant. Bovendien schaart u studieverlof onder verlof – terwijl er in de opbouw van productiviteit onder
‘Scholing, administratie en overige niet- declarabele inzet’ rekening is gehouden met niet-productieve tijd voor scholing.
Scholing, administratie en overige niet- declarabele inzet: vanwege eerder genoemde redenen rond complexiteit van de doelgroep is voor BT hetzelfde aantal uren nodig voor scholing en administratie. Wij stellen dan ook voor het aantal uren voor BT gelijk te stellen aan BTS
Reactie: de niet-productieve tijd is n.a.v. reacties op de concept-opbouw voor BTS verhoogd van 140 naar 150 uren omdat in enkele reacties is aangegeven dat bij specialistische ondersteuning een (iets) hogere niet-declarabele inzet nodig is dan bij BT. De reacties op de concept-tariefopbouw heeft geen aanleiding gegeven om de niet-productieve tijd bij BT aan te passen. Wij zien daarom geen aanleiding om niet-productieve uren voor scholing, administratie en overige niet-declarabele inzet van BT bij te stellen.
Reistijd: voor begeleiding thuis wordt de reistijd voorgesteld op 242 uur. Vanwege relatief beperkte cliëntaantallen per gemeente is de reistijd relatief hoog. Voor ons komt dat op ca. 300 uur per jaar. Nu geldt die 242 uur natuurlijk als een gemiddelde voor alle zorgaanbieders, maar gelet op bovenstaande drukt dit voor ons op de marge die al niet kostendekkend is.
Reactie: zoals u zelf aangeeft is de reistijd vastgesteld op het gemiddelde van de aangeleverde gegevens. Dit is conform de vereisten op basis van de AMvB (uitgaande van de gemiddeld efficiënt opererende zorgaanbieder).
No-show is inherent aan onze doelgroep en daarmee fors hoger dan gemiddeld, onze indicatie is dat het hier gaat om minimaal 20 uur per jaar per cliënt.
Reactie: Wij zien n.a.v. de reacties op de concept-opbouw geen aanleiding om het uitgangspunt voor no show aan te passen.
Risico en innovatie: opslag is nu alleen voor risico en niet voor innovatie. 2% is daarmee te laag. 2% is alleen passend voor een component risico. Er zou daarnaast ook een innovatieopslag bij moeten, zeker als de kwaliteit verbeterd moet worden. Ter vergelijk, in naastliggende gemeenten wordt 5% gehanteerd voor risico, innovatie en marge.
Reactie: Xxxxxx dan de andere kostprijsfactoren is de opslag voor risico en marge meer normatief van aard. We zien geen aanleiding om deze marge aan te passen.
Kleinschalig ondernemers geven aan binnen de PxQ financiering te weinig uren te zien voor overleg,
deskundigheidsbevordering en reistijd (zeker in de uitgestrekte OR) met de lumpsumfinanciering waren deze niet
declarabele uren gedekt. Is er nog ruimte om binnen het voorgestelde uurtarief een percentage niet clientgebonden tijd toe te voegen?
Reactie: In het tarief is al rekening gehouden met uren voor overleg, deskundigheidsbevordering en andere niet- declarabele inzet. Bovendien is de reistijd naar boven bijgesteld op basis van de uitkomsten van de uitvraag onder zorgaanbieders. Kortom, genoemde factoren zitten in het tarief verdisconteerd.
Het tarief voor de dagbesteding verhoudt zich niet tot andere regio’s in Zeeland. Tevens doet het enorm afbraak aan de doelgroep die vaak niet in staat is om strakke afspraken op te volgen. Met lumpsum is deze ruimte er wel. In andere regio’s blijft dagbesteding een vast tarief per cliënt. Waarom wordt hier van af geweken? Hoe verhoudt zich deze omzwaai tot het indicatieloos beschikken?
Reactie: beschikkingen zonder tijdseenheid zijn al sinds de uitspraken van de CRvB in 2018 niet meer toegestaan omdat de rechtszekerheid van cliënten in het geding is. Nu ook het wetsvoorstel om resultaatgericht beschikken weer een plek te geven in de Wmo door de staatssecretaris is ingetrokken, is er geen grond meer om dergelijke
beschikkingen te handhaven. Na de bijstelling van tarieven op basis van de reacties op de concept-opbouw én aanvullende uitvraag onder zorgaanbieders zijn de resulterende tarieven voor dagbesteding nu passend voor de gemiddeld efficiënt opererende zorgaanbieder.
Basis- en Deelovereenkomst
Bewijsstukken
We vragen ons af hoe we aan de “gedragsverklaring aanbesteden” komen, wat de Belastingdienst dient te verklaren, de verzekeringspolis van wat jullie precies willen ontvangen en wat bedoeld wordt met beschrijving
administratiesysteem. Graag ontvangen we hier wat verduidelijking op.
Reactie:
Gedragsverklaring aanbesteden vraag je hier aan: xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx- gva
Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen:
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx/xxx/xxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxxxxx/xx rklaring_betalingsgedrag_nakoming_fiscale_verplichtingen
Uittreksel handelsregister: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx/
Verzekeringspolis: deze moet aantonen dat is voldaan aan Basisovereenkomst, bijlage 3, geschiktheidseis 1.
Beschrijving administratiesysteem: korte beschrijving van het administratiesysteem waaruit blijkt dat de aanbieder kan werken met de inspanningsgerichte uitvoeringsvariant (bijv. gebruik Zilliz app, gebruik van een systeem met een ‘groen vinkje’)
In het inkoopkader maatwerkvoorziening maatschappelijke ondersteuning Oosterschelderegio & gemeente Veere, januari 2024- definitief, staat op pagina 30 bij punt 6: Een ingevuld format referentie aangevuld met een door de referent ondertekende tevredenheidsverklaring (SWVO kan optreden als referent). Kunt u verduidelijken hoe wij aan deze verklaring komen?
Reactie: Deze verklaring is als bijlage 7 toegevoegd aan de geactualiseerde versie van de Basisovereenkomst (‘concept Basisovereenkomst versie 3’). De Basisovereenkomst kunt u vinden op de website van SWVO: Publicatie contractering Wmo - SWVO
Bij de benodigde documenten staat dat er een verklaring van de belastingdienst moet zijn. Welke verklaring? Wordt hierbij gedoeld op de verklaring wel/geen achterstand voor verschuldigde belastingen?
Reactie: Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen:
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx/xxx/xxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxxxxx/xx rklaring_betalingsgedrag_nakoming_fiscale_verplichtingen
Op p. 8 van de basisovereenkomst wordt onder lid 4 gevraagd naar een verklaring van de Belastingdienst niet ouder dan zes kalendermaanden gerekend vanaf datum verzoek Gemeente. Welke verklaring wenst de gemeente van de belastingdienst?
Reactie: Reactie: Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen:
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx/xxx/xxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxxxxx/xx rklaring_betalingsgedrag_nakoming_fiscale_verplichtingen
Het aanvragen van een gedragsverklaring aanbesteden kost 6-8 weken. Het door jullie gekozen tijdspad biedt zeer beperkt ruimte, het is onredelijk om van de aanbieder te verwachten dat zij weken hiervoor al een gedragsverklaring hebben aangevraagd.
Reactie: Bij de eerste presentatie van het inkoopkader in Goes is al aangegeven dat wij de ‘normale’ bewijsmiddelen zouden kunnen gaan opvragen. Daar hoort deze verklaring bij. De verklaring mag ook twee jaar oud zijn, dus hadden aanbieders de verklaring ook al kunnen hebben. Wij gaan er nog steeds vanuit dat u de gevraagde verklaring na 10 maart 2024 over kunt leggen. Mocht dat niet zo zijn, dan verwachten wij dat u in ieder geval kunt aantonen dat u deze hebt aangevraagd.
Op de website staat beschreven dat het aanleveren van de ondersteuningsplannen vereist is. Maar artikel 5 lid 5 van de Basisovereenkomst stelt dat deze opgevraagd kunnen worden, zoals de andere bewijsstukken in dit artikel.
Reactie: De website is in deze leidend. Gemeenten vragen nu dus het ondersteuningsplan op. Zie ook Basisovereenkomst, bijlage 3, geschiktheidseis 7.
Geldt bijlage 7 van de Basisovereenkomst (verklaring referentie) enkel voor nieuwe aanbieders? Of moeten wij de gemeente en/of klantondersteuners vragen om deze referentie te tekenen?
Reactie: Als de gemeenten vragen om een referentie, moet u deze binnen de gestelde termijn over kunnen leggen. Dit geldt voor zowel nieuwe als bestaande aanbieders.
Gelden de genoemde bewijsmiddelen bij de geschiktheidseisen, welke binnen 10 dagen aangeleverd moeten kunnen worden, ook voor onderaannemers? En zo ja, kan u expliciet aangeven om welke bewijsstukken het gaat van
onderaannemers?
Reactie: Onderaannemers moeten in ieder geval een gedragsverklaring aanbesteden over kunnen leggen. Daarnaast geldt dat als een hoofdaannemer een beroep doet op een onderaannemer om aan een geschiktheidseis te voldoen, de verklaringen van die onderaannemer ook moeten overgelegd. Gemeenten moeten dan de geschiktheid van de onderaannemer kunnen toetsen en kunnen vaststellen dat de hoofdaannemer ook over de middelen en/of kennis van de onderaannemer kan beschikken.
Welke aspecten moeten de in te dienen ondersteuningsplannen bevatten? (deze zijn niet ingevuld bij geschiktheidseis 7 p30 inkoopkader (versie 24/1/24) ).
Reactie: Zie Basisovereenkomst, bijlage 3 (geschiktheidseis 7) en bijlage 5. Zie bijlage 6 voor de beoordelingsprocedure.
Ten aanzien van het geanonimiseerde overzicht van personeel met kwalificaties willen wij vragen wat de gemeente onder kwalificaties verstaat. Neemt de gemeente genoegen met een geanonimiseerd overzicht met de
opleidingsniveaus van het personeel in dienst van aanbieder? Of wordt er meer van aanbieder verwacht? En zo ja, wat?
Reactie: Zie Basisovereenkomst, bijlage 3, geschiktheidseis 5. Geanonimiseerd overzicht van personeelsleden met kwalificaties volstaat.
De gemeente vraagt om op verzoek een jaarrekening, jaarverslag of ander formeel financieel document aan te
leveren. Xxx dit ook de jaarrekening over het jaar 2022 zijn? De jaarrekening over het jaar 2023 is nl. voor 20 maart 2024 nog niet gereed.
Reactie: Ja, dat mag. De gemeenten kunnen in het kader van een verificatie wel additionele informatie opvragen, ook over het jaar 2023.
In de deelovereenkomst wordt inwoner en cliënt afwisselend gebruikt. Een inwoner is pas een cliënt als de zorg/ondersteuning wordt gestart. Misschien kan dit in de deelovereenkomst nog worden aangepast.
Reactie: Hier zijn wij ons van bewust en dachten die ook zo aangepast te hebben. Dit passen wij dus nog aan.
Aan wie bij SWVO kunnen we vragen om de ‘Verklaring Referentie’ te ondertekenen?
Reactie: De Verklaring Referentie wordt door één van de contractbeheerders van SWVO aangevuld en ondertekend zodra deze binnenkomt via emailadres: xxxx@xxxx.xx
Waarom wordt hier een gedragsverklaring aanbesteden gevraagd als op pagina 4 wordt gesteld dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is, noch de beginselen van het Aanbestedingsrecht?
Reactie: Om de wijziging van de overeenkomsten zo simpel mogelijk te houden, hebben wij die elementen uit de
Aanbestedingswet 2012 die handig zijn om te gebruiken, analoog van toepassing verklaard. Dit gebeurt wel vaker bij toelatingsprocedures zoals onderhavige.
Een gedragsverklaring is toch alleen noodzakelijk als er op een aanbesteding wordt ingeschreven?
Reactie: Een gedragsverklaring aanbesteden toont aan dat u een integere ondernemer bent omdat de ondernemer dan is getoetst op integriteitscriteria uit de Aanbestedingswet 2012. Ook buiten een aanbesteding om kunnen
gemeenten dus ook vragen om deze verklaring. Dat gebeurt bijvoorbeeld ook in het kader van contractmanagement.
Is het conform bijlage 4 (Eigen Verklaring) de bedoeling dat wij hier aanvinken welke bouwstenen we wensen te leveren? Worden daarmee de overige bouwstenen uitgesloten gedurende de looptijd van dit contract?
Reactie: Dat is de bedoeling. De overige bouwstenen zijn dan idd uitgesloten.
Voorstel voor wijzigen tekst KPI op algemene kwaliteit, KPI 1: wijzigen naar ‘indien mogelijk wordt met toestemming van cliënt contact met netwerk onderhouden en/of naar behoefte van cliënt wordt getracht een nieuw informeel netwerk op te bouwen’.
Reactie: Met deze KPI toetsen we ons beleid en is niet bedoeld om de aanbieder mee te toetsen.
U stelt in bijlage 3, nr. 1 als geschiktheidseis een voldoende verzekering. Aan te tonen met (kopie) verzekeringspolis. We gaan ervan uit dat een door de verzekeringsmakelaar getekend certificaat met daarop vermeld polisnummer,
verzekerde bedragen en dekking, gegevens verzekerde, looptijd en met vermelding dat de premie voor de lopende periode is voldaan, ook volstaat om te controleren of de verzekering aan uw eis voldoet. Als dat anders is, zou u ons dat willen laten weten?
Reactie: Dat is voldoende. De gemeenten kunnen wel voor een verificatie eventueel additionele informatie opvragen.
Referentie, tevredenheidsverklaring (bijlage 7)
Klopt het dat als we voor begeleiding thuis en dagbesteding dezelfde referent willen opvoeren, we dan maar één keer de bijlage 7 hoeven in te vullen en in te dienen en niet voor elk van de bouwstenen apart?
Reactie: Dat klopt, maar geef dit wel duidelijk aan door meerdere bouwstenen aan te kruisen op het formulier.
Op p. 23 van de basisovereenkomst wordt onder punt 4 gevraagd naar een referentie. Wie mogen er als referent optreden? Graag zouden we een nadere specificatie van de referent ontvangen?
Tevredenheidsverklaring: stuurt u ons nog een voorgeschreven standaardtekst daarvoor toe, of stellen we (met onze referent) deze zelf op?
Reactie: Deze mag u zelf opstellen.
Er wordt aangegeven aan welke eisen het personeel moet voldoen voor begeleiding regulier, begeleiding
specialistisch. Kunnen jullie aangeven aan welke competenties moeten zij voldoen indien zij niet beschikken over een MBO 3/4 opleiding en/of SPW?
Reactie: Het personeel moet voldoen aan de opleidingseisen die genoemd staan bij de bouwstenen. We trekken deze eis voor alle bouwstenen gelijk evenals de nuanceringen die in de beschrijving genoemd staan.
In de basisovereenkomst op pagina 22 bijlag 3, punt 4. Staat beschreven dat op aanvraag de aanbieder een
beschrijving van het administratiesysteem moet kunnen aanleveren waaruit blijkt dat dit systeem voldoet aan de gestelde eis. Onduidelijk is wat het bewijsmiddel is: Is het aanleveren van een certificaat van het bekende systeem Nedap voldoende?
Reactie: Nedap voldoet.
Twee declaratiemethoden naast elkaar
Het is wat ons betreft niet wenselijk om 2 jaar met 2 verschillende systemen te weken: declaratie per maand voor de ene client en declaratie per uur/dagdeel voor de andere client. Is het een optie om legitimaties af te geven met de huidige methode t/m 31-12-2024 en dan per 1-1-2025 ineens over te gaan? Wanneer dit niet mogelijk is dan lijkt het ons al beter om de sterfhuisconstructie niet 2 jaar te laten duren maar te zorgen dat alle cliënten per 1-1-2025 een
legitimatie hebben behorende bij de nieuwe werkwijze. (inspanningsgericht). Het werken met 2 verschillende
werkwijzen geeft een extra belasting voor administratieve en financiële werkzaamheden en daarnaast ook voor de planning en zorg. Genoemde aanpassingen zouden dit (deels) kunnen verminderen.
Reactie: Alles overwegende zijn wij gekomen tot deze werkwijze. Daar houden wij voorlopig aan vast.
Casus en ondersteuningsplan
Dient de casus (voor huishoudelijke hulp) ingevuld te worden met het format ondersteuningsplan conform bijlage 9 uit de huidige Deelovereenkomst?
Reactie: Nee, dit is vooral een kruisjeslijst en het is juist de bedoeling dat aanbieders hun eigen inzicht in de aanpak van de vraag/de problematiek tonen. Aanbieders moeten zelf de vorm en inhoud van het Ondersteuningsplan
bepalen. Dat is een toets op de kwaliteit die zij kunnen leveren. Op de pagina’s 23/24 en 30/31 van de
Basisovereenkomst is voldoende informatie te vinden over wat er in het Ondersteuningsplan moet staan en hoe daar op getoetst wordt.
De casussen, die beschreven moeten worden, zijn ons inziens meer gericht op de VVT, dan op de gehandicaptenzorg.
Zijn er ook casussen, die meer gericht zijn op de gehandicaptenzorg of wordt er van aanbieders buiten de VVT verwacht, dat zij ook deze casussen gaan beschrijven en zo ja, wordt er dan voor de aanbieders buiten de VVT rekening gehouden met de beoordeling hieromtrent?
Reactie: Wij zullen twee extra casusbeschrijvingen aanleveren (zie document op de SWVO-website met de titel ‘bijlage 5 Basisovereenkomst – Casussen voor GGZ en VG’) die beter aansluiten bij de gehandicaptenzorg enerzijds en bij de
GGZ anderzijds. Het zullen casussen zijn die betrekking hebben op de bouwstenen dagbesteding en begeleiding.
De fictieve casussen voor de ondersteuningsplan die bij inschrijving moeten worden aangeleverd, zijn niet voor alle bouwstenen bruikbaar in de ggz / psychiatrie. Het gaat dan met name om de bouwstenen dagbesteding. In de casus moet een ondersteuningsplan geschreven worden voor dagbesteding voor de vader met dementie (ouderenzorg). Als ggz-aanbieder kunnen wij deze casus alleen schrijven gericht op psychiatrie. Wij kunnen de man op onze
dagbesteding geen gerichte handvatten bieden omdat hij dementerend is en geen begeleiding nodig heeft voor een psychiatrische aandoening. Het zal vanuit die optiek dan eerder gaan om het ontlasten van de vrouw en zoon, maar die gaan juist niet naar de dagbesteding. Wij zouden als tegenvoorstel liever een geanonimiseerd plan indienen van een echte casus die bij ons bekend is, met situatieschets.
Reactie: Wij zullen twee extra casusbeschrijvingen aanleveren die beter aansluiten bij de gehandicaptenzorg enerzijds en bij de GGZ anderzijds. Het zullen casussen zijn die betrekking hebben op de bouwstenen dagbesteding en
begeleiding.
Wat bedoelt de gemeente met voor 1 mei 2024 en na 1 mei 2024? Wij hebben op dit moment een overeenkomst met de gemeente. Dienen wij meerdere casussen aan te leveren voor één bouwsteen namelijk één casus voor 1 mei en een nieuwe casus na 1 mei?
Reactie: Met de aanduiding vóór 1 mei bedoelen we de huidige situatie en de huidige, geldende documenten. Met de aanduiding na 1 mei bedoelen we de gewenste nieuwe situatie die op basis van de geactualiseerde overeenkomsten (Basis en Deelovereenkomst) ontstaat en waarvoor aangescherpte regels gelden. Om in aanmerking te kunnen komen voor de geactualiseerde Basis- en Deelovereenkomst verwachten wij van aanbieders dat zij een ondersteuningsplan
indienen voor elke bouwsteen waar zij na 1 mei 2024 ondersteuning in willen leveren.
Wij ervaren de tekst over regievoering en het schrijven van het ondersteuningsplan onduidelijk. Het voorstel is dat wij als aanbieder het ondersteuningsplan bijhouden, waarbij wij willen opmerken dat dit redelijkerwijs in het tarief wordt meegenomen.
Reactie: Het gaat hierbij om een verandering die ingaat op onze ambitie om de toegangen meer de regie te geven.
Dat betekent dat de aanbieder middels een ondersteuningsplan (voorheen ‘zorgplan’ genoemd) de gewenste ondersteuning beschrijft die tegemoet komen aan de doelen die de gemeente beschrijft in het gespreksverslag.
Uit het inkoopkader maken wij op dat een vorm van keukentafel gesprek met de WMO-consulent opnieuw intrede doet. We zijn zeer benieuwd welke inhoudelijke overwegingen zijn gemaakt om opnieuw voor deze werkwijze te
kiezen.
Reactie: Het gaat hierbij om een verandering die ingaat op onze ambitie om de toegangen meer de regie te geven.
Dat betekent dat de aanbieder middels een ondersteuningsplan (voorheen ‘zorgplan’ genoemd) de gewenste ondersteuning beschrijft die tegemoet komen aan de doelen die de gemeente beschrijft in het gespreksverslag.
Bijlage 5 casus is ons niet helemaal duidelijk: is de bedoeling dat, afhankelijk van de bouwsteen waar we op
inschrijven (in ons geval begeleiding thuis en dagbesteding), we de gehele voorafgaande tekst meenemen; of alleen de alinea’s direct boven de zin ‘Als u de bouwsteen Begeleiding Thuis (of Dagbesteding) wilt leveren. […]
ondersteuningsplan op’?
Reactie: Alleen de alinea’s direct boven.
Onze doelgroep bestaat uit mensen met een (licht) verstandelijke beperking, al of niet met bijkomende problematiek. Dit is een wezenlijk andere doelgroep dan de personen die in de casussen beschreven worden. Zou u een casus kunnen geven van mensen die binnen onze doelgroep vallen? Of moeten we die zelf verzinnen, of de fictieve
personen Xxxx en Xxxxxx ‘ombouwen’ naar mensen met een (licht) verstandelijke beperking, zoja, hoe waarborgt u dan een eerlijke beoordeling van ons ondersteuningsplan?
Reactie: Wij zullen twee extra casusbeschrijvingen aanleveren (zie document op de SWVO-website met de titel ‘bijlage 5 Basisovereenkomst – Casussen voor GGZ en VG’) die beter aansluiten bij de gehandicaptenzorg enerzijds en bij de
GGZ anderzijds. Het zullen casussen zijn die betrekking hebben op de bouwstenen dagbesteding en begeleiding.
Bij onze diensten gebruiken wij als ondersteuningsplan een plan van aanpak voor cliënt op de verschillende relevante leefgebieden. (geld, leren, samenwonen, lichamelijke gezondheid et cetera). Het is geen los document, maar bestaat uit het vastleggen van antwoorden op de relevante vragen in ons ECD, zie bijgaande uitdraai/voorbeeld hiervan.
Kunnen wij dit plan van aanpak gebruiken voor beantwoording van de vraag naar het ondersteuningsplan?
Zo niet, is dan de bedoeling we een ander format gebruiken (bijvoorbeeld uw huidig voorgeschreven
ondersteuningsplan) of is dit vormvrij? En zit er een maximum aan het aantal woorden of pagina’s van het in te dienen ondersteuningsplan?
Reactie: Het format is vormvrij.
Voor de casus wordt gevraagd om het aanleveren van een ondersteuningsplan(nen). Is het mogelijk hiervoor het format te ontvangen waar binnen de Oosterscheldregio mee wordt gewerkt?
Reactie: Er is geen format. Het OP is vormvrij en de gemeenten beoordelen op de in de Basisovereenkomst beschreven wijze.
Komt er een format voor het aanleveren van de ondersteuningsplannen die de zorgaanbieder voor 1 mei moet aanleveren als bewijsmiddel of krijgt de zorgaanbieder hier de vrijheid in?
Reactie: Nee. De aanbieder heeft hierin vrijheid.
Blijft het ondersteuningsplan zoals deze nu wordt gebruikt het uitgangspunt?
Reactie: Nee
Administratieprotocol
Er wordt een 319 bericht genoemd, wij krijgen echter altijd een afwijzing in het 319 bericht. Dat schijnt te komen doordat wij een herindicatie vragen met bepaalde start en einddatum en dan blijkt de datum van de gemeente anders te zijn. Dan krijgen we een 319 met bericht dat het niet binnen contract past. Maar we krijgen wel altijd een herindicatie. Kunnen we dit voorkomen ?
Reactie: Bij te wijzigen product(en) in het 317 bericht dient u bij gewenste ingangsdatum de ingangsdatum van de lopende indicatie te vermelden en niet de einddatum van de lopende indicatie. Bij einddatum geeft u de datum tot gewenste verlenging aan. Dit is in de tweede herziene versie van het administratieprotocol, dat we binnenkort publiceren op de website van SWVO, nadrukkelijker opgenomen.
Het is de bedoeling dat eerst geëvalueerd wordt en dat daaruit volgt welke nieuwe einddatum het wordt. Deze kan dan in de 317 verwerkt worden.
Het was bij ons niet duidelijk in het verleden dat er een 307 bericht gezonden moest worden na afloop van een beschikking. Wij dachten dat de indicatie doorliep na een herindicatie. We hebben dat in de afgelopen maanden grotendeels gecorrigeerd. Misschien dat dit duidelijker omschreven kan worden.
Reactie: In het landelijke SAP is vastgelegd dat het 305 bericht en het 307 bericht aan elkaar gekoppeld worden.
Aangezien een 305 bericht verplicht moet worden aangeleverd, moet er dus ook altijd een 307 bericht gestuurd
worden. Dit is dus ook het geval als de einddatum van de indicatie wordt bereikt. In de tweede herziene versie van het administratieprotocol, dat we binnenkort publiceren op de website van SWVO, staat dit nadrukkelijker omschreven.
Zou u aan het administratieprotocol de contactlijst voor de backoffice per gemeente willen toevoegen?
Reactie: Ja, dat zullen we gaan doen.
Op blz. 4 staat beschreven dat bij de nieuwe inspanningsgerichte financiering, overschrijding van het volume per maand leidt tot harde afkeur. Juist binnen de ggz zijn fluctuaties in zorgvraag, bijv. n.a.v. een (bijna-)crisis, vaak niet na 1 of 2 weken over. Afschaling binnen zo’n korte termijn is dan ook vaak niet mogelijk. Wanneer het SWVO dit per maand zal blijven toetsen, zal dit binnen de ggz leiden tot veel afkeur, noodzaak tot veel vaker herindiceren en dus onnodig veel administratieve lasten. Ons tegenvoorstel is om het volume te toetsen binnen de geldigheid van de
indicatie, net zoals door de Inkoop Jeugd Zeeland (IJZ) gehanteerd wordt binnen de Jeugdwet.
Reactie: We bespreken op dit moment de opties. We gaan er van uit dat we op 26 februari a.s. – als we via Teams de informatiebijeenkomst met aanbieders hebben – uitsluitsel kunnen geven hierover.
Op pagina 2 van het administratief protocol staat dat het VOW iWMO317 bericht gebruikt moet worden. Dit wordt volgens het document al toegepast vanaf 2021. Gemeente Veere maakt hier momenteel geen gebruik van. Gaat
gemeente Veere vanaf 1 mei 2024 wel gebruik maken van het iWMO 317 bericht of blijven we de huidige werkwijze hanteren?
Reactie: Ja.
In het administratief protocol is opgenomen dat daadwerkelijk geleverde zorg maandelijks gedeclareerd mag worden tot maximaal het volume zoals genoemd in het 301 toewijzingsbericht. Dit komt niet overeen met de informatie die
is medegedeeld tijdens de laatste digitale bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst is aangegeven dat er wordt gekeken naar de toewijzingsuren per kalenderjaar. Welke werkwijze gaat nu gehanteerd worden? Een controle op
overschrijding op maandbasis gaat leiden tot veel uitval en daarmee een toename van de administratieve lasten. De voorkeur gaat dus uit naar een beoordeling op overschrijdingen per boekjaar.
Reactie: We bespreken op dit moment de opties. We gaan er van uit dat we op 26 februari a.s. – als we via Teams de informatiebijeenkomst met aanbieders hebben – uitsluitsel kunnen geven hierover.
Aanbieders die (willen) stoppen per 1 mei 2024
Is er een periode waarin zorgaanbieders die niet meer gecontracteerd zijn nog middels de sterfhuisconstructie de tijd hebben om cliënten over te dragen aan andere aanbieders? Oftewel: wat gebeurt er op 1 mei als een partij niet is
gegund of zich niet inschrijft?
Reactie: Aanbieders hebben een zorgplicht die in de Deelovereenkomst is vastgelegd en die zij ook aangaan met de cliënt via een overeenkomst. Concreet betekent dit dat de zorgaanbieder zo snel als mogelijk de cliënten dient over te dragen naar een andere zorgaanbieder. Dit uiteraard in overleg met de cliënt zelf (en evt. met diens familie). Mocht dit niet lukken vóór 1 mei, dan is de aanbieder (hoewel deze geen deel meer uitmaakt van de nieuwe
Deelovereenkomst) tóch verplicht om de zorg /ondersteuning te verlenen totdat overdracht naar een andere aanbieder gerealiseerd is. De betreffende cliënten worden met voorrang behandeld door de toegangen op het moment dat sprake is van een herindicatie/een nieuwe beschikking. SWVO kan behulpzaam zijn door op aanvraag een lijst met namen van aanbieders voor te leggen, waar de uittredende aanbieder contact mee op kan nemen en afspraken mee kan maken voor overdracht.
Algemeen
In het inkoopkader wordt uitgegaan van een inspanningsverplichting van de aanbieder. Wij hebben behoefte aan iets meer toelichting als het gaat om de verhouding tot het stellen van doelen door de Wmo-consulent en de aanbieder die zich inspant om doelen moet realiseren. Hoe verhoudt deze werkwijze zich tot de verantwoordelijkheid van de
client om de doelen te behalen? Wat ons betreft, zien we de relatie tot de client in de overeenkomsten minimaal terug.
Reactie: Het is aan de aanbieder om de cliënt in staat te stellen aan zijn doelen te werken. Daarvoor heeft u een overeenkomst met de gemeenten.
In artikel 15 lid 3 lezen we dat als we als aanbieder gebruik maken van de inzet van zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers), dat de gemeente deze constructie aanmerkt als onderaanneming. Betekent het dan automatisch dat op de constructie werken met ZZP-ers ook lid 2 van artikel 15 van toepassing is? Namelijk dat het wijzigen of toevoegen van onderaannemers zonder schriftelijke goedkeuring van de gemeente niet mogelijk is.
Reactie: Voor het inzetten van zzp-ers geldt dezelfde verplichting (schriftelijke goedkeuring gemeenten)
Er staat in de basisovereenkomst dat bijlage 9, over de uitgangspunten separaat toegevoegd is. Ik kan deze nergens vinden.
Reactie: Dit betreft de Uitgangspuntennotitie ‘Terug naar de essentie’ die het Algemeen Bestuur van SWVO op 13 april 2022 heeft vastgesteld voor de zeven gemeenten in de Oosterschelderegio. Deze uitgangspuntennotitie zal binnenkort worden gepubliceerd op de website van SWVO en moet gezien worden als basisdocument waar de
documenten met betrekking tot dit inkooptraject op gebaseerd zijn (zoals het Beleidsdocument, het Inkoopkader en de Basis- en Deelovereenkomst).
Scholing, administratie en overige niet- declarabele inzet : voor begeleiding zou volgens het Inkoopkader een maximale beschikkingsduur van 1 jaar of soms 2 jaar gelden, terwijl voor huishoudelijke ondersteuning 5 jaar of korter geldt. Onze doelgroep heeft veelal structurele begeleiding nodig vanwege de chronische aard van hun
beperking. Wij stellen voor om samen met de professional te bepalen welke termijn verstandig is en recht doet aan de begeleiding aan de cliënt. Wij vinden het vanzelfsprekend daarbij een bepaalde frequentie af te spreken om te evalueren.
Reactie: Wij gaan hiermee niet akkoord omdat onze toegang zelf voldoende deskundig is om de aard en omvang en looptijd van in te zetten ondersteuning te bepalen. De toegang gaat ook in gesprek met cliënt en evalueert
tussentijds.
Er wordt regelmatig in het contract gesproken over ‘onzekerheden’. Over welke onzekerheden gaat het?
Reactie: Onzekerheden als in onvoorspelbaarheden waar het sociaal domein altijd mee kampt. Denk aan sterker stijgende of dalende zorgvraag, mee- of tegenvallende arbeidskrapte, nieuwe wetgeving vanuit het Rijk, enz.
Vooraf op pagina 4 in de basisovereenkomst wordt aangegeven dat de aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is. Toch wordt in de overeenkomst diverse malen naar artikelen in de aanbestedingswet 2012 gerefereerd. Geldt de wet nu wel of niet? Kan/mag dit wetstechnisch gezien? Zoja, is het mogelijk de leesbaarheid te vergroten door de tekst
uit deze artikelen te vermelden in bijlagen zoals dit ook bij artikel 2.87 is gedaan?
Reactie: De wet geldt NIET. Dit mag wetstechnisch gezien. Men kan ook op een toelatingsprocedure waarop volgend uit jurisprudentie die wet niet van toepassing is, aangeven dat bepaalde onderdelen wel van toepassing zijn verklaard door de gemeenten. De artikelen zullen wij opnemen in de bijlage.
Tijdens de bijeenkomst van afgelopen 25 januari gaf de xxxx Xxxxx aan dat hij de rechtsuitspraak omtrent het outputgericht werken mee zou sturen met de publicatie. Xxx dat alsnog gebeuren?
Reactie: Zeker. Het gaat om CRvB 8 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3241 en CRvB 26 mei 2021,
ECLI:NL:CRVB:2021:1381. Als u deze codes intoetst in Google komen de uitspraken in de zoekresultaten naar voren.
Hoe en via welk mailadres/websitemodule moeten de stukken worden ingediend?
xxxx@xxxx.xx Dit is het enige mailadres dat voor dit doel gebruikt kan worden. Indien stukken naar andere mailadressen (van SWVO) worden gestuurd, worden deze niet in behandeling genomen.
Hebben wij het goed begrepen dat onderaannemers, lopende het contract, toegevoegd kunnen worden?
Reactie: Ja, maar met schriftelijke toestemming van de gemeenten.
Wij willen per 1 mei een andere AGB code voeren. Is dit mogelijk en hoe kunnen we dit doorgeven?
Reactie: Dit geeft u door aan SWVO als contractmanager.
Omdat alles digitaal gaat worden richting de toekomst zouden wij graag zien dat een handtekening niet noodzakelijk is voor een ondersteuningsplan opgesteld door de zorgaanbieder. Voorstel: de klantmanager gaat op bezoek bij de
cliënt en stelt dan in ieder geval doelen, voorzieningen en uren op en laat dit gelden als beschikking inclusief handtekening. Zodat er voor de zorgaanbieder geen extra handeling noodzakelijk is.
Reactie: De beschikking is niet hetzelfde als het ondersteuningsplan. Let op: het ondersteuningsplan moet uitvoering geven aan de beschikking en is onderdeel van een separate overeenkomst (zorgovereenkomst) tussen cliënt en aanbieder. Hoe u daar omgaat met ondertekening is uw eigen verantwoordelijkheid.
De formats in WORD worden pas na 26 februari ter beschikking gesteld. Dit is rijkelijk laat, wanneer wij deze nog moeten laten ondertekenen door bestuurder en referent. Kunnen wij de formats nu alvast ontvangen?
Reactie: Op 26/2 bespreken wij de documenten nog met u. Dan kunnen nog wijzigingen plaatsvinden. Zo niet, dan stellen wij de documenten direct in Word ter beschikking.
Het valt ons op dat er een kort moment zit tussen de laatste bijeenkomst ( 26-2) en de deadline van 12 februari: 9 werkdagen. De basisovereenkomst staat op dit moment (8-2) nog steeds in concept waardoor bijv. het alvast invullen van de eigen verklaring en de verklaring referentie niet mogelijk is.
Reactie: De deadline van 12 februari is bedoeld als deadline om te reageren op de Basis- en Deelovereenkomst en het resultaat van het kostprijsonderzoek. De deadline om in aanmerking te komen voor verlenging van het Wmo-contract is gesteld op 10 maart a.s. om 23.59 uur.
Kan de gemeente een Checklist maken wat de zorgaanbieder dient aan te leveren?
Reactie: Ja. Deze stellen wij op na 26/2.
Noch in de basis overeenkomst, noch in de deelovereenkomst wordt er een mogelijkheid geboden om flexibel op te kunnen schalen in geval van een crisissituatie. Aangezien de bouwstenen onder het nieuwe contract pr 1 mei 2024 geen ruimte laten om uren op te schalen zonder dat er een nieuwe beschikking moet worden aangevraagd. Graag
zien we de mogelijkheid geformuleerd om zonder extra administratieve lastenverzwaring extra uren in te zetten voor crisissituaties.
Reactie: We verwijzen u naar de spoedprocedure gevoegd bij de Deelovereenkomst.
Wij stellen voor om de wijzigingen in de Basis- en Deelovereenkomst in te laten gaan per 1 januari 2025
Reactie: Vooralsnog zien wij daartoe geen mogelijkheid
Wat wordt bedoeld met de zinsnede "zonder gedurende de looptijd van de Basisovereenkomst en de Deelovereenkomst(en)nieuwe Aanbieders toe te hoeven laten?
Reactie: Gemeenten zijn niet verplicht om na 1 mei 2024 aanbieders die zich aanmelden voor bouwstenen nog een overeenkomst aan te bieden, ook als zij aan alle eisen voldoen.
Mag de zinsnede "ook huiselijk geweld voorkomt en bestrijdt" weer toegevoegd worden gezien het zwaarwegende belang expliciet aandacht te hebben voor dit thema? (Was ook in de huidige basisovereenkomst met die reden opgenomen in artikel 1, 1.6 a)
Reactie: We nemen het in overweging.
Voor onze doelgroep zou een langere periode met minder evaluatiemomenten helpend zijn. Het voorstel is om de
indicatietermijn bij chronische aard van de zorgvraag van onze doelgroep samen met de professional in te schatten. Reactie: Wij gaan hiermee niet akkoord omdat onze toegang zelf voldoende deskundig is om de aard en omvang en looptijd van in te zetten ondersteuning te bepalen. De toegang gaat ook in gesprek met cliënt en evalueert
tussentijds.
Een detail: in de basisovereenkomst artikel 5, lid 5, onder g verwijst u naar bijlage 6. Bij artikel 5 lid 6 onder c: hier verwijst u naar bijlage 5. We vermoeden dat dat net andersom moet zijn: eerste verwijzing naar bijlage 5 (casus ondersteuningsplan), tweede naar bijlage 6 (beoordeling ondersteuningsplan).
Reactie: Wij lopen de verwijzingen nog een keer na.
Deelovereenkomst p.35: een detail: laatste woord bevat spelfout. (dagbestededingslocatie) Reactie: Passen wij aan.
We gebruiken in ons bedrijf steeds vaker Validsign, een tool voor rechtsgeldige digitale ondertekening. Deze ondertekening levert een wettelijk rechtsgeldige ondertekening op. We gaan er van uit dat u die digitale handtekening accepteert op alle rechtsgeldig te tekenen documenten, inclusief het Uniform
Aanbestedingsdocument. Mocht dit anders zijn, zou u ons dat willen laten weten?
Reactie: Dit accepteren wij.
Wat wordt er verwacht van de zorgaanbieder ten aanzien van de evaluatie. We willen graag de frequentie per bouwsteen weten?
Reactie: Dit is maatwerk dus dit zal per cliënt verschillen.
Worden alle vragen en antwoorden gepubliceerd die zijn ingediend met betrekking tot de basis- en deelovereenkomst?
Reactie: Ja.
Als een beschikking afloopt wordt deze dan automatisch omgezet naar een PxQ financiering, ook al is dit voor 1 mei 2026?
Reactie: Ja.
De Oosterschelderegio bestaat uit een aantal gemeenten. Onze organisatie heeft op basis van inhoud, identiteit en geografische ligging een aantal kerngebieden gevormd. De gemeente Noord-Beverland en Veere maken onderdeel uit van de overeenkomsten Oosterschelderegio maar vallen buiten ons kerngebied. Welke mogelijkheden zijn er om de basis- en deelovereenkomsten af te sluiten m.u.v. deze gemeente?
Reactie: Er zijn twee geografische percelen, één voor Oosterschelderegio en één voor Veere. Het is alleen mogelijk op één of beide percelen aan te melden.
Op pagina 3, 3e streepje staat geschreven 'De gemeente wil met aanbieders de genoemde doelstelling bereiken. ' In
artikel 4, lid 2 staat beschreven dat het resultaat Wmo de basis vorm van de basis en deelovereenkomst. Mag ik aannemen dat u met de genoemde doelstellingen en met het resultaat Wmo hetzelfde bedoelt? En dat de
aanbieders, anders dan in het verleden zich verplichten inspanningen te leveren om de doelstellingen/resultaat Wmo te behalen?
Reactie: Ja.
Jeugd – Wmo / 18- 18+
Graag refereren wij naar pagina 18, hoofdstuk 3.6 “Betere relatie 18-/18+”. Gezien de knelpunten in het
zorglandschap transitieleeftijd 18-/ 18+ zien wij dit als een gezamenlijke ontwikkelopgave, mede door de landelijke aandacht die hier voor is. Echter, momenteel lezen wij in dit hoofdstuk teveel kaders die deze ontwikkeling eerder laat stagneren dan innoveren. Dat baart ons zorgen.
Reactie: Wij ontvangen graag een motivering voor uw zorgen.
Gezien de ontwikkelopgave van de gemeente doen wij de suggestie om ook aanbieders die jeugdzorg verlenen deel te laten nemen aan de Fysieke overlegtafel. Vanwege een laag aantal cliënten voor de Wmo doen deze aanbieders nu niet mee.
Reactie: Dat nemen wij in overweging.
Bouwstenen
In de kostprijs is gerekend met HBO/MBO niveau: Zijn dit harde eisen voor de inzet? Welk deskundigheidsniveau mag uitvoering geven aan BTS?
Reactie: Ja dit zijn de eisen. We zullen dit in de beschrijving van de bouwstenen nog meer verduidelijken.
Door omzetting van budget/lumsum naar declaratie per uur, onstaat er ook de mogelijkheid om 2 aanbieders te
indiceren voor een client? Voorheen moest er gewerkt worden met onderaannemerschap zodat het budget verdeeld kon worden. Komt deze werkwijze te vervallen of blijft dit hetzelfde? Ik kan me voorstellen dat er vanuit de toegang hierdoor ook meer mogelijkheden ontstaan.
Reactie: Twee aanbieders voor dezelfde bouwsteen aanwijzen per cliënt is theoretisch mogelijk in de nieuwe systematiek. Wel moeten we daar nog technische aanpassingen op doorvoeren.
Wij lezen dat een wijziging in aantal leefgebieden nooit tot een gewijzigde indicatie kan leiden, m.i. moet dit wel mogelijk zijn. Situaties rondom de cliënt veranderen, dat kan betekenen dat ook de ingezette zorg moet veranderen, of zoals jullie zelf ook aangeven. Dit zou (in uitzonderingen) ook moeten kunnen gelden voor wijzigingen in aantal
leefgebieden.
Reactie: Als de feitelijke context van de cliënte wijzigt, kan de cliënt een nieuwe aanvraag indienen. Dit is zoals het altijd al was geregeld.
De bouwsteen Begeleiding Thuis Specialistisch (BTS) biedt ondersteuning bij het verminderen van ernstige belemmeringen op meer dan 6 leefgebieden of minstens 6 leefgebieden? Meer dan 6 zou betekenen dat er ondersteuning op 7 van de 8 leefgebieden nodig is.
Reactie: Begeleiding specialistisch is ook inzetbaar bij minder leefgebieden. Zie de gewijzigde bouwstenen in de Deelovereenkomst.
Product HZ-IB stopt met de nieuwe regeling. Dit was een mooi stuk individuele begeleiding in het huishoudelijk werk/ leren om dit op te pakken. Graag zouden wij zien dat de BG ook gegeven mag worden door een huishoudelijk
medewerker, die hier de competenties voor hebben/ HZ ib scholing hebben gehad. Omdat dit de laagdrempeligheid bij de cliënt vergroot.
Reactie: Gezien de eisen gesteld aan Begeleiding regulier en hoe u de kwaliteit van het personeel voorstelt, is dit mogelijk.
Op dit moment leveren wij de bouwstenen Huishoudelijke hulp nieuw (HHN) , Huishoudelijke Zorg ( HZR) , Huishoudelijke Zorg/Individuele Begeleiding (HZib) en waakvlam (WV). Vanaf 1 mei ( met uitzondering van de
overgangsperiode) komen er nieuwe bouwstenen, huishoudelijke ondersteuning (HO) en Begeleiding regulier,
begeleiding specialistisch enz. Kan de gemeente ons vertellen op welke bouwstenen wij ons moeten inschrijven om onze huidige cliënten die bijv HZib hebben te kunnen blijven voorzien in ondersteuning als zij worden omgezet naar een nieuwe bouwsteen? Dus met andere woorden, onder welke nieuwe bouwstenen vallen de (straks) oudere bouwstenen?
Reactie: HZ-IB is als bouwsteen vervallen, maar de wijze van uitvoeren van Begeleiding regulier maakt deze dienstverlening nog wel mogelijk.
In de bouwsteen Begeleiding regulier (blz. 23) vinden wij de omschrijving van ‘matige gedragsproblemen’ vooral passen bij andere sectoren, maar de termen zijn niet zozeer passend voor de ggz. Cliënten binnen de ggz vertonen vaak gedrag omtrent (sociale) angst, paniek, depressie, persoonlijkheidsstoornis, psychotisch gedrag.
Reactie: We nemen uw feedback in overweging
In de bouwsteen Begeleiding specialistisch (blz. 26) vinden wij het onjuist dat er niet naar de complexiteit van de zorg wordt gekeken maar alleen naar het aantal leefgebieden. Er is in de GGZ-sector een best grote groep cliënten zonder leefgebied “huiselijke relaties / zorg voor kinderen / huisgenoten”. Terwijl de cliënt verder een complexe zorgvraag
heeft (wat tot duurdere zorginzet leidt met een hogere kostprijs). Maar er hoeft dan nog maar 1 ander leefgebied niet aan de orde te zijn, waardoor BTS niet geïndiceerd wordt. En omdat ook het Voorliggend veld wordt
gestimuleerd, zullen de minimaal 7 van de 8 leefgebieden in de GGZ dan ook bijna nooit worden gehaald. Dit
impliceert haast dat begeleiding aan cliënten met een psychiatrische aandoening nooit specialistisch van aard is, wat wij ten stelligste bestrijden.
Reactie: Dit is in de definitieve versie van de bouwstenen zoals opgenomen in de Basisovereenkomst niet meer aan de orde.
Wij stellen voor om de bouwsteen waakvlam niet te laten vervallen aangezien deze goede resultaten oplevert.
Reactie: De bouwsteen vervalt, maar is als dienst nog inzetbaar onder de huidige bouwstenen (minder uren inzet van de bouwstenen levert een waakvlam op).
Bouwsteen BTS: Onze cliënten zijn vanwege psychische of gedrag specifieke eigenschappen complex en daarmee tijdsintensief in de begeleiding, maar niet perse op meer dan 6 leefgebieden zorgbehoeftig. Wij stellen voor de
drempel om in aanmerking te komen voor Begeleiding Thuis Specialistisch te stellen op 3 leefgebieden of als sprake is van een hoog complexe zorgvraag op 1 of meer leefgebieden. Wij stellen voor om de indicatiestelling samen met de professional te doen.
Reactie: De beschreven situatie is in de definitieve versie van de bouwstenen zoals opgenomen in de Basisovereenkomst niet meer aan de orde.
Xxxxxxxxx begeleiding thuis voldoet in de huidige omschrijving niet aan de behoefte aan begeleiding zoals voor onze doelgroep nodig en helpend is. De aard van de begeleiding is veelal complex op 1 of enkele leefgebieden. Wij stellen voor een aparte bouwsteen te definiëren die aan dit gegeven recht doet. Deze bouwsteen zou dan grotendeels
overeenkomen met Regulier thuis specialistisch maar dat er dan sprake is van ondersteuning met een hoge mate van complexiteit en intensieve begeleiding op 1 of enkele leefgebieden. Daarbij stellen we voor dat voor de
indicatiestelling actief gebruik gemaakt wordt van de professional van de organisatie.
Reactie: De beschreven situatie is in de definitieve versie van de bouwstenen zoals opgenomen in de Basisovereenkomst niet meer aan de orde.
In de basisovereenkomst eigen verklaring (bijlage 4) kunnen we aangeven welke bouwstenen we in gemeenten Oosterschelderegio en in gemeente Veere willen leveren. Bovendien is er bij bijlage 1 verschil gemaakt tussen een overzicht aanbieders Oosterschelderegio en een overzicht aanbieders Veere. Betekent dit dat we ook alleen op (een of meerdere bouwstenen van) gemeente Veere kunnen intekenen?
Reactie: Ja.
We lezen op p 23 van de concept deelovereenkomst dat u vooral nog uitgaat van begeleiding in de thuissituatie. Maar op p. 24 schrijft u ook over innovatieve middelen zoals digitaal contact of kleine groepjes.
Zou u de beschrijving zo willen aanpassen, of mogen wij deze zo lezen, dat onze hieronder beschreven begeleidingsconcept past/is toegestaan binnen de bouwsteen ‘Begeleiding Thuis’?
Zo nee, zou u dan kunnen aangeven welke elementen van onze werkwijze daar niet bij passen (en waarom niet)?
Reactie: Dit is toegestaan, mits de aanbieder aan alle eisen voldoet en de dienstverlening aan alle eisen voldoet.
Op pagina 7 van de deelovereenkomst (art.2 lid 1) staat ; Aanbieder is verplicht om in opdracht van de Gemeente de volgende bouwstenen als maatwerkvoorziening Wmo 2015 te verlenen volgens de voorwaarden in deze
Deelovereenkomst aan de cliënten die hem zijn toegewezen. Moet hier niet aan toegevoegd worden “mits de aanbieder in de eigenverklaring heeft aangegeven deze bouwstenen te leveren”? Toelichting: een aanbieder zal mogelijk niet alle bouwstenen leveren.
Reactie: Dit is niet nodig, omdat de aanbieder geen overeenkomst krijgt aangeboden voor meer bouwstenen dan hij aankruist op de eigen verklaring.
Op pagina 10 van de deelovereenkomst (art. 9 lid 1) staat; De Gemeente geeft openheid van zaken over de manier waarop persoonsgegevens worden verwerkt (beveiligd/transparantie), waarbij bepaald is onder welke
omstandigheden gegevens worden uitgewisseld (legitimiteit) en hoe met de gegevens moet worden omgegaan (zorgvuldigheid) en of de gegevensuitwisseling gerechtvaardigd is (effectief, proportioneel, subsidiariteit) . Moet hier geen verwerkingsovereenkomst (AVG) voor komen en hiernaar verwezen worden?
Reactie: Nee. Volgens de AP is alleen een verwerkersovereenkomst nodig als van u als aanbieder meer wordt gevraagd dan het leveren van maatschappelijke ondersteuning. Dat is in deze overeenkomst niet het geval.
Voor welke tijdseenheid worden beschikking afgegeven. Een aantal uren per week, per maand of anders?
Reactie: We bespreken op dit moment de opties. We gaan er van uit dat we op 26 februari a.s. – als we via Teams de informatiebijeenkomst met aanbieders hebben – uitsluitsel kunnen geven hierover.
Vervalt de waakvlam met deze financiering?
Reactie: Wel als bouwsteen. De waakvlam is inzetbaar door bouwstenen voor een laag aantal uur in te zetten.