ufstseesnludieteBneplgeirsfcohrme Satnataiet ceonnIntrfaracbt el
ufstseesnludieteBneplgeirsfcohrme Satnataiet ceonnIntrfaracbt el
Voorafgaande specificaties betreffende de doelstellingen, het voorwerp en de reikwijdte van het contract
2 april 2021
Woordenlijst
Performantiecontract: beheerscontract in de zin van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige overheidsbedrijven gesloten tussen de overheid, vertegenwoordigd door de federale minister van Mobiliteit, en de beheerder van de Belgische spoorweginfrastructuur, Infrabel, voor de exploitatie, het onderhoud, de vernieuwing en de ontwikkeling van het spoorwegnet.
Prestatiedialoog: het tussen de overheid en de beheerder van de spoorweg- infrastructuur overeengekomen proces met het oog op een voortdurende verbetering van de prestaties tijdens de looptijd van het contract, met name door middel van mechanismen voor meting, rapportage, analyse en correctie.
Prestatiegebied: verzameling van aan de beheerder van de spoorweg- infrastructuur toevertrouwde taken waarvoor in het performantiecontract openbaredienstverplichtingen zijn vastgelegd en doelstellingen zijn bepaald.
Openbaredienstverplichtingen: door de overheid per prestatiegebied vastgelegde eisen betreffende de terbeschikkingstelling en de exploitatie van de spoorweginfrastructuur, met het oog op het waarborgen van frequente, veilige en hoogwaardige diensten voor reizigers- en goederenvervoer per spoor. De vastgelegde verplichtingen geven recht op een vergoeding van de overheid.
Specificaties: bepaling door de overheid van de doelstellingen, de reikwijdte en het toepassingsgebied van de openbaredienstverplichtingen met betrekking tot de terbeschikkingstelling van het spoorwegnet aan de gebruikers, evenals van de beginselen van de toekomstige prestatiedialoog.
1. Context en juridisch kader
Dit document wordt ter informatie gepubliceerd vóór de onderhandelingsprocedure voor het nieuwe beheerscontract met infrastructuurbeheerder Infrabel, overeenkomstig artikel 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven1. Dit contract wordt hierna performantiecontract genoemd.
In dit document geeft de Belgische federale overheid dan ook aan welke de domeinen zijn waarbinnen Infrabel de openbaredienstopdrachten die haar overeenkomstig artikel 199 van voornoemde wet zijn toevertrouwd, zal moeten uitvoeren en bepaalt zij de doelstellingen die ze in het te sluiten performantiecontract tussen de federale overheid en Infrabel wenst gerealiseerd te zien.
Het performantiecontract zal worden opgesteld overeenkomstig de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en richtlijn 2012/34/EU tot instelling van één Europese spoorwegruimte, met name artikel 30 en bijlage V van deze richtlijn.
Het voorliggend document vormt geen verbintenis met contractuele waarde en is geen administratieve handeling die rechtsgevolgen heeft. Dit document doet evenmin afbreuk aan de bepalingen die voortvloeien uit de Belgische en Europese regelgeving met betrekking tot de spoorwegen (bv. inzake veiligheid en beveiliging, enz.).
Het voorliggend document is niet bedoeld om te voldoen aan de verplichting om kandidaten en potentiële kandidaten te informeren over de inhoud van het contract, in overeenstemming met artikel 30(6), van richtlijn 2012/34 tot instelling van één Europese spoorwegruimte2. Het is geen ontwerp van contract in de zin van artikel 4, § 2 van de wet van 21 maart 1991 over de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
2. Doelstellingen
De wereldwijde sanitaire crisis heeft belangrijke gevolgen voor de spoorwereld. De crisis duidt – maar vergroot ook – een aantal onzekerheden waarmee de sector geconfronteerd wordt. Ze houdt echter ook een aantal kansen in voor het herschikken en de verbetering van de spoorwegdiensten. Het uitspreken van een sterk engagement door de betrokken partijen is in deze context primordiaal om er niet alleen voor te zorgen dat de bestaande dienstverlening behouden blijft, maar ook om een langetermijnvisie op te bouwen om de rol en het gebruik van het spoorvervoer te versterken.
Het doel van het performantiecontract is de toegankelijkheid van het grondgebied te versterken door aantrekkelijke spoorvervoersdiensten, via een efficiënte en veilige infrastructuur die volgens de hoogste standaarden wordt geëxploiteerd. De ontwikkeling van een performant vervoersaanbod dat op een kwalitatieve wijze beantwoordt aan de mobiliteitsvraag wordt ondersteund, zowel voor het reizigers- als voor het goederenvervoer. Zo wordt bijgedragen tot een modale shift naar de trein.
Deze algemene doelstelling wordt vertaald, binnen het kader van de activiteiten van een infrastructuurbeheerder, in de volgende operationele doelstellingen:
1. Het gebruik van de trein op elk moment van de dag, door de week en in het weekend verhogen, het klantenbestand diversifiëren, op deze manier een modal shift naar het openbaar vervoer en actieve vervoermodi bevorderen en het aandeel van het spoor in de verplaatsingen helpen toenemen.
2. De modal shift van het goederenvervoer naar het spoor aanmoedigen door specifieke aandacht te besteden aan de behoeften van huidige en potentiële operatoren en kandidaten
1 Link naar de wet van 21 maart betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
2 Link naar de richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte.
voor goederenvervoer per spoor, aangesloten ondernemingen en verladers, en door het internationale goederenvervoer en de toegang tot het spoor van en naar belangrijke centra van economische activiteit, zoals havens, te vergemakkelijken. De doelstelling is een verdubbeling van het vervoerde volume tegen 2030 door middel van een forse verbetering van het goederenvervoer per spoor.
3. Hoogwaardige internationale verbindingen bevorderen en zo de ontwikkeling ondersteunen van meer en snellere internationale treinverbindingen tussen grote Europese steden en regio’s, zowel voor reizigers als voor goederen.
4. De in het spoorwegsysteem geïnvesteerde middelen optimaal gebruiken met het oog op de verbetering van de kwaliteit en de kwantiteit van het dienstenaanbod – afgestemd op de behoeften van de klanten – en de realisatie van productiviteits- en efficiëntiewinsten.
5. Het continu verbeteren van de dienstverlening aan de klanten op het vlak van aantal en kwaliteit van rijpaden, betrouwbaarheid en stiptheid, “end to end” reistijd, integrale toegankelijkheid, veiligheid, digitalisering, uitwisseling van informatie, kostenefficiëntie en reactiviteit.
6. Samenwerken met spoorwegondernemingen, kandidaten, verladers, overheden, openbaarvervoermaatschappijen en andere infrastructuurbeheerders met het oog op een voortdurend verbeterde coördinatie binnen het spoorwegsysteem en tussen het spoorwegsysteem en zijn omgeving.
7. Een innoverend spoornet uitbouwen, gericht op een sober en efficiënt gebruik van hulpbronnen en grondstoffen, het besparen van energie, de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en nieuwe technologieën om de negatieve impact van zijn activiteiten op het milieu te beperken en daarenboven een actieve rol gaan te spelen in het behoud van het klimaat en de biodiversiteit.
8. Het ontwikkelen van een dynamisch personeelsbeleid dat inzet op de continue opleiding van de werknemers, gelijke kansen, promotie van diversiteit en de strijd tegen sociale dumping (onderaannemers inbegrepen).
3. Kenmerken van het contract
3.1 Algemene beginselen
Het performantiecontract legt de berekening en de betalingsvoorwaarden vast van de subsidies die de Staat toekent voor de uitvoering van de openbaredienstopdrachten van Infrabel.
3.1.1 Behoudens andersluidende bepaling krijgt Infrabel de directe en indirecte commerciële inkomsten die zij ontvangt in het kader van de activiteiten die onder het toepassingsgebied van het contract vallen. Deze worden bestemd voor de uitvoering van voornoemde activiteiten.
3.1.2 In het contract worden de wederzijdse verbintenissen van de partijen uitgewerkt. De infrastructuurbeheerder moet voldoen aan de openbaredienstverplichtingen die voor elk van de prestatiegebieden gelden, met name met betrekking tot het dienstverleningsniveau. Het contract legt de modaliteiten vast voor een eventuele aanpassing van deze verplichtingen tijdens de geldigheidsduur van het contract.
3.1.3 Het contract bepaalt voor elk type gereglementeerde diensten de parameters voor de berekening van de overheidssubsidies waarop de verstrekte diensten recht geven, alsmede, in voorkomend geval, de wijze waarop deze parameters tijdens de looptijd van het contract kunnen worden aangepast.
3.1.4 Het contract voorziet de modaliteiten voor de financiering en opvolging van de investeringen.
3.1.5 Het contract regelt de bekendmakings- en controlemodaliteiten met betrekking tot het gebruik van overheidssubsidies.
3.2 Voortdurende verbetering van de prestaties
Het contract is gericht op voortdurende verbetering van de prestaties.
3.2.1 Voor elk prestatiegebied worden kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen vastgelegd op basis van een rigoureuze en verifieerbare methodologie en wordt een traject voor prestatieverbetering uitgestippeld. Deze doelstellingen worden onder andere voor de volgende thema’s opgemaakt: tevredenheid van de klanten, aanbod van rijpaden, beschikbaarheid van het net, beheer van de treinpaden en verkeersstomen in real time, betrouwbaarheid en stiptheid, treinprestaties (onder meer wat betreft snelheid en tevredenheid van de reizigers), toegankelijkheid, veiligheid, samenwerking met belanghebbenden, kostenefficiëntie, beheer van activa en productiviteitswinsten. Wanneer relevant, zoals bijvoorbeeld op het vlak van stiptheid, worden gemeenschappelijke doelstellingen, gebaseerd op dezelfde methodiek, opgelegd aan de infrastructuurbeheerder en de operator(en) belast met het reizigersvervoer van openbare dienst. Hierbij mag de kwaliteit van de dienstverlening geleverd aan de andere gebruikers van het spoornet niet verminderen.
3.2.2 De doelstellingen op het gebied van inclusie, sociale verantwoordelijkheid en verbetering van de milieu- en energieprestaties (energieprestaties van onder andere het treinverkeer, de gebouwen en de voertuigen, energiebevoorrading, afvalpreventie en -beheer, behoud van de biodiversiteit onder andere langs de sporen, enz.) worden bepaald alsook de opvolgmodaliteiten om de vooruitgang in deze domeinen vast te stellen.
3.2.3 Het contract beschrijft de methodologie van de prestatiedialoog die op regelmatige basis georganiseerd wordt tussen de Belgische Staat en Infrabel.
3.2.4 Het contract voorziet in evenredige stimulerings- en, in voorkomend geval, sanctiemechanismen met betrekking tot de naleving van het beoogde traject, alsmede in aanpassingsmechanismen tijdens de looptijd van het contract. Er worden kritieke prestatie-indicatoren (KPI) vastgelegd om de prestaties te analyseren en te kijken of de in het contract vastgelegde doelstellingen al dan niet behaald worden. Aan elk van deze doelstellingen worden duidelijke drempels gekoppeld:
• Een ondergrens: de minimaal noodzakelijke drempel om van een goede/aanvaardbare openbare dienstverlening te kunnen spreken;
• Een streefwaarde: waarde noodzakelijk om van een zeer goede openbare dienstverlening te kunnen spreken;
• Een bovengrens: indien de KPI deze grens bereikt spreekt men van een uitstekende openbare dienstverlening.
Indien de waarde van een KPI onder de ondergrens komt, is een boetesysteem van toepassing. Vooraf wordt een proces voor het opsporen en corrigeren van eventuele afwijkingen in de prestaties opgezet. Indien de waarde van de KPI hoger ligt of gelijk is aan de bovengrens, kan een bonus toegekend worden. De modaliteiten hieromtrent worden in detail beschreven in de af te sluiten overeenkomst.
3.2.5 Het contract bepaalt de modaliteiten die ervoor zorgen dat de bevoegde overheid over de noodzakelijke informatie beschikt zodat zij de in het performantiecontract vastgelegde KPI’s kan berekenen en analyseren. De overheid publiceert jaarlijks een rapport met de resultaten van de KPI’s en een overzicht of de doelstellingen al dan niet behaald werden.
Indien de doelstelling niet werd behaald voorziet het contract een plan van aanpak om de waarde van de KPI te verbeteren.
3.2.6 Vijf jaar na de start van het contract wordt een grondige tussentijdse evaluatie (mid-term review) georganiseerd.
3.3 Looptijd van het contract
Het contract wordt afgesloten voor 10 jaar. De ingangsdatum wordt bepaald in het contract.3
3.4 Reikwijdte van het contract
Het contract geldt voor het nationaal spoornet. Dit omvat zowel de hoofd- als zijsporen evenals de dienstvoorzieningen die nodig zijn voor de exploitatie van de dienst waarvoor de infrastructuurbeheerder verantwoordelijk is.
3.5 Prestatiegebieden
Het contract bepaalt prestatiegebieden. Voor elk prestatiegebied worden openbaredienstverplichtingen vastgelegd.
3.5.1 Een efficiënt netwerk ten dienste van de gebruikers
Infrabel ontwikkelt een aantrekkelijk dienstenaanbod voor de gebruikers van het spoorwegnet. De infrastructuurbeheerder plant en organiseert het gelijktijdige gebruik van het spoorwegnet door verschillende soorten klanten, actief in het reizigers- en goederenvervoer, op commerciële basis of in het kader van een contract van openbare dienst. In het opstellen van het aanbod van rijpaden en het plannen van de evolutie van het spoornet wordt rekening gehouden met de behoeften van huidige en potentiële klanten alsook met de capaciteitsvereisten voor onderhoud en vernieuwing van het net.
3.5.2 Een optimaal beheer van de capaciteit en van het treinverkeer
De infrastructuurbeheerder antwoordt op capaciteitsaanvragen van kandidaten, zowel voor het hoofdnet als voor de dienstvoorzieningen waarvan hij de exploitant is. Hij zorgt ervoor dat de verschillende aanvragen zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd.
De infrastructuurbeheerder zorgt voor een dynamisch capaciteitsbeheer en de vlotte doorstroming in real time van het spoorverkeer, ook in de dienstvoorzieningen waarvan hij de exploitant is. Hij ziet toe op de snelle hervatting van het verkeer bij storingen. Hij verschaft exploitanten actuele, correcte, volledige en consistente informatie over het verkeer in real time, zodat zij passende operationele regelingen kunnen treffen en de eindgebruikers kunnen informeren.
De gevolgen van de werkzaamheden aan de infrastructuur worden geïntegreerd in de planning van de rijpaden en de beschikbaarheid van omleidingsroutes, voor zover die bestaan, wordt verzekerd in het geval van geplande lijnonderbreking.
3.5.3 Onderhoud en vernieuwing van de infrastructuur
De infrastructuurbeheerder zorgt voor het onderhoud en de vernieuwing van de onderdelen van de spoorweginfrastructuur om de exploitatieveiligheid te waarborgen en het vereiste prestatieniveau van het net te garanderen. Daartoe ontwikkelt hij de vereiste industriële capaciteiten.
3 Onder voorbehoud van bevestiging door het Koninklijk Besluit ter goedkeuring van het contract.
Onderhouds- en vernieuwingsactiviteiten worden geïntegreerd in een transversale en dynamische aanpak van beheer van activa. De infrastructuurbeheerder coördineert de onderhouds-, vernieuwings- en modernisatiewerken tussen technische specialiteiten, in de tijd en wat de implementatie van de normen inzake integrale toegankelijkheid betreft, met de beheerder van de stations.
3.5.4 Risicopreventie en veiligheidsbeheer
De infrastructuurbeheerder is verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van infrastructuur die voldoet aan de veiligheidseisen voor de exploitatie van het net. De infrastructuurbeheerder ziet toe op de veiligheid van het verkeer, de reizigers, zijn personeel en alle personen die in zijn voorzieningen werken.
Daartoe past de infrastructuurbeheerder een alomvattend risicomanagement toe dat geïntegreerd is in de structuur, de processen, de doelstellingen, de strategie, de investeringskeuzes en -prioriteiten, en de activiteiten van de onderneming. Voorts voert hij een plan voor crisismanagement in om doeltreffend te kunnen reageren op gebeurtenissen die gevolgen hebben voor de continuïteit van zijn activiteiten.
In het bijzonder, en niet uitsluitend, stelt hij met de verschillende betrokken actoren een actieplan op voor:
• Het voorkomen van seinvoorbijreidingen;
• De veiligheid aan overwegen;
• Het voorkomen van spoorlopen;
• Zelfmoordpreventie;
• De veiligheid van de werknemers.
3.5.5 Klantenrelaties
De infrastructuurbeheerder onderhoudt en ontwikkelt nauwe en open relaties met huidige en potentiële gebruikers van het spoorwegnet om de verwachtingen van zijn klanten in zijn processen te integreren en de dienstverlening aan reizigers en verladers te verbeteren. Hij promoot actief de troeven van het Belgische spoorwegnet bij potentiële nieuwe gebruikers. Hij bevordert de lancering van nieuwe diensten en ondersteunt nieuwe kandidaten die op het netwerk willen rijden.
Infrabel toets de kwaliteit van de geleverde diensten af bij haar rechtstreekse klanten, kandidaten (al dan niet spoorwegondernemingen) en klanten die aangesloten zijn op het spoorwegnet, alsook de havens, als essentiële strategische partners voor de kwaliteit van haar diensten
De infrastructuurbeheerder draagt bij tot de totstandkoming van efficiënte intermodale "end-to-end"-verplaatsingsketens voor reizigers en verladers. In dit verband wordt bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit van de aansluitingen voor de reizigers en de overslag voor het goederenvervoer.