Toelichting Algemene subsidieverordening Leusden 2017
Toelichting Algemene subsidieverordening Leusden 2017
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
a. Subsidie
Artikel 4:21 Awb
1. Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
2. Deze titel is niet van toepassing op aanspraken of verplichtingen die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift inzake:
a. belastingen,
b. de heffing van een premie dan wel een premievervangende belasting ingevolge de Wet financiering volksverzekeringen,
c. de heffing van een inkomensafhankelijke bijdrage dan wel een bijdragevervangende belasting ingevolge de Zorgverzekeringswet.
3. Deze titel is niet van toepassing op de aanspraak op financiële middelen die wordt verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.
4. Deze titel is van overeenkomstige toepassing op de bekostiging van het onderwijs en onderzoek.
b. Prestatiesubsidie
c. Projectsubsidie
Prestatiesubsidies zijn subsidies als bijdrage in de kosten van structurele activiteiten. De gemeente subsidieert de activiteiten voor langere tijd, waarbij toekomstige keuzes voor wijziging of beëindiging overigens niet zijn uit te sluiten.
Projectsubsidies zijn subsidies als bijdrage in de kosten van incidentele activiteiten. Als een project of éénmalige activiteit succesvol blijkt te zijn, kan de gemeente overwegen de subsidie structureel te maken.
Artikel 4:51 Awb
1. Indien aan een subsidie-ontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, geschiedt gehele of gedeeltelijke weigering van de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak op de grond, dat veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, slechts met inachtneming van een redelijke termijn.
2. Voor zover aan het einde van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend sedert de bekendmaking van het voornemen tot weigering voor een daarop aansluitend tijdvak nog geen redelijke termijn is verstreken, wordt de subsidie voor het resterende deel van die termijn verleend, zo nodig in afwijking van artikel 4:25, tweede lid.
f. Subsidieaanvraag:
Artikel 4:64 Awb
1. Tenzij de aanvraag wordt ingediend door een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon, gaat deze, indien voor het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar geen subsidie werd aangevraagd, voorts vergezeld van:
a. een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd, en
b. de laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.
Artikel 4:65 Awb
Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of
meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
g. Activiteitenplan
Artikel 4:62 Awb
Het activiteitenplan behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen.
h. Begroting
Artikel 4:63 Awb
1. De begroting behelst een overzicht van de voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.
2. De begrotingsposten worden ieder afzonderlijk van een toelichting voorzien.
3. Tenzij voor de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft nog niet eerder subsidie werd verstrekt, behelst de begroting een vergelijking met de begroting van het lopende boekjaar en de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar, voorafgaand aan het lopende boekjaar.
l. Subsidieplafond
Subsidieplafonds zijn bedoeld om subsidiebudgetten te beheersen. Door aan een subsidiebudget een plafond te koppelen geeft de raad aan dat het betreffende subsidiebudget een absoluut maximum is. Criteria voor de verdeling van prestatie- en projectsubsidies zijn de mate waarin de aanvraag aansluit bij de gemeentelijke doelstellingen en de prijs/kwaliteit verhouding. Dit kan door het college vastgelegd worden in een subsidiebeleidsregel. (art 3.3)
Artikel 4:22 Awb
Onder subsidieplafond wordt verstaan: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.
Artikel 4:25 Awb
1. Een subsidieplafond kan slechts bij of krachtens wettelijk voorschrift worden vastgesteld.
2. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
3. Indien niet tijdig, dan wel in bezwaar of beroep of ter uitvoering van een rechterlijke uitspraak omtrent verstrekking wordt beslist, geldt de verplichting van het tweede lid slechts voor zover zij ook gold op het tijdstip, waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen of had moeten worden genomen.
Artikel 4:27 Awb
1. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.
2. Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekendgemaakt, heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen.
Artikel 4:28 Awb
Artikel 4:27, tweede lid, is niet van toepassing, indien:
a. de aanvragen voor het tijdvak waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld ingevolge wettelijk voorschrift moeten worden ingediend op een tijdstip waarop de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd;
b. het een verlaging betreft die voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting, en
c. bij de bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.
m. Subsidieverlening
Artikel 4:30 Awb
1. De beschikking tot subsidieverlening bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.
2. De omschrijving kan later worden uitgewerkt, voor zover de beschikking tot subsidieverlening dit vermeldt.
Artikel 4:31 Awb
1. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.
2. Indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag van de subsidie niet vermeldt, vermeldt zij het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
Artikel 4:32 Awb
Een subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen wordt verleend voor een bepaald tijdvak, dat in de beschikking tot subsidieverlening wordt vermeld.
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening regelt de verstrekking van subsidies door de gemeente Leusden. Daarbij kan het ook gaan om activiteiten die plaatsvinden buiten de gemeentegrenzen, mits deze activiteiten in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen inwoners van Leusden of in het belang zijn van inwoners van Leusden. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt wanneer het over subsidie gaat. Bijdragen van gemeenten in het kader van gemeenschappelijke regelingen vallen niet onder het subsidiebegrip van de wet.
Artikel 3 Bevoegdheden, subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud Raad: in het duale stelsel komen aan de raad met name kaderstellende bevoegd- en verantwoordelijkheden toe.
▪ Beleidsmatige kaderstelling – beleidsvisie (Wmo- beleidskader en beleidsnota’s voor de in artikel 2 genoemde beleidsterreinen)
▪ Juridische kaderstelling - subsidieverordening
▪ Financiële kaderstelling – begroting
College: het college is belast met uitvoerende bevoegd- en verantwoordelijkheden.
▪ Beleidsmatige uitvoering – beoordelen van en beslissen op subsidieaanvragen;
▪ Juridische uitvoering – beoordelen van en beslissen op subsidieaanvragen en sluiten van subsidieovereenkomsten;
▪ Financiële uitvoering – verdeling van de door de raad vastgestelde subsidieplafonds.
Artikel 4:25, 4:27 en 4:28 uit de Awb geven de belangrijkste bepalingen rondom het werken met een subsidieplafond (zie onder artikel 1 begripsomschrijvingen).
Artikel 4:34 Awb
1. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
2. De voorwaarde kan niet worden gesteld, voor zover zulks voortvloeit uit het wettelijk voorschrift waarop de subsidie berust.
3. De voorwaarde vervalt, indien het bestuursorgaan daarop niet binnen vier weken na de vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep heeft gedaan.
4. Het beroep op de voorwaarde geschiedt bij een subsidie voor een activiteit die door het bestuursorgaan ook in het voorafgaande begrotingsjaar werd gesubsidieerd door een intrekking
wegens veranderde omstandigheden overeenkomstig artikel 4:50.
5. In andere gevallen geschiedt het beroep op de voorwaarde door een intrekking overeenkomstig artikel 4:48, eerste lid.
Artikel 4 Rechtspersoonlijkheid
Projectsubsidies boven de €1.500,- en prestatiesubsidies worden slechts toegekend aan rechtspersonen. Subsidies worden alleen toegekend aan rechtspersonen vanaf een bedrag van € 1.500,-.
HOOFDSTUK 2. DE SUBSIDIEAANVRAAG
Artikel 5 De aanvraagtermijn
Projectsubsidies kunnen lopende een boekjaar worden verstrekt, ten laste van een al vastgestelde begroting. De aanvraagtermijn is daarom gekoppeld aan de planning van de te subsidiëren activiteiten en niet aan de gemeentelijke plannings- en begrotingscyclus. Door de aanvraagtermijn op twaalf weken voor aanvang van de activiteiten te stellen is er voldoende tijd om de aanvraag te beoordelen en een beslissing te nemen, voordat de aanvrager daadwerkelijk zijn activiteit(en) gaat uitvoeren.
Artikel 7 Beslistermijn
De termijnen genoemd in dit artikel geven aan wanneer de aanvrager van de gemeente een besluit mag verwachten. De datum van 31 december wordt gehanteerd omdat de raad in november de begroting vastgesteld. Pas daarna kan een definitief besluit worden genomen.
HOOFDSTUK 3. WEIGERING EN VERSTREKKING
Artikel 8 Weigeringsgronden
Artikel 4:35 Awb
1. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;
b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:
a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of
b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
De weigeringsgrond h) is toegevoegd. We willen niet dat de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een functionaris een bezoldiging als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomst of is overeengekomen die hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van die wet.
Artikel 10 Overleg
Omdat het bij subsidies gaat om sturing op aard en omvang van de activiteiten, is het zinvol voorafgaand aan de verstrekking met de aanvrager te overleggen. De planning van de overlegmomenten zal gekoppeld moeten zijn aan momenten van tussentijdse rapportage van de subsidieontvanger aan het college over de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten en afgestemd op de procedure van subsidieverstrekking (aanvraag, verlening, vaststelling) en de planning- en begrotingscyclus van de gemeente.
Artikel 11 Meerjarige subsidie
Meerjarige subsidieverlening betekent dat het college zich voor een langere periode committeert aan de activiteiten van een instelling. Vanzelfsprekend geldt het voorbehoud dat de raad ieder jaar van de meerjarige periode bij de vaststelling van de begroting voldoende middelen beschikbaar moet stellen, maar in beginsel betekent meerjarige verlening meer zekerheid voor gemeente en subsidieontvanger.
Artikel 4:67 Awb
1. De subsidie wordt voor een boekjaar of voor een bepaald aantal boekjaren verleend.
2. Indien de subsidie voor twee of meer boekjaren wordt verleend, wordt aan de subsidie de verplichting verbonden tot het periodiek aan het bestuursorgaan verstrekken van de gegevens die voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
3. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt welke gegevens de subsidie-ontvanger krachtens het tweede lid moet verstrekken, alsmede op welke tijdstippen de gegevens moeten worden verstrekt.
Artikel 12 Uitvoeringsovereenkomst
In een uitvoeringsovereenkomst leggen aanvrager en gemeente tweezijdig afspraken vast over de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, het leveren van bepaalde prestaties enz. De overeenkomst als privaatrechtelijk instrument blijft in het geval van subsidiëring overigens altijd deel uitmaken van de publiekrechtelijke verstrekking. Het college kan een verleningsbeschikking afgeven, die als voorwaarde de totstandkoming van een overeenkomst benoemt.
Als aan die voorwaarde niet wordt voldaan, vervalt de subsidieverlening.
Artikel 4:36 Awb
1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden gesloten.
2. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, bepaalt de uitvoeringsovereenkomst dat de subsidieontvanger de verplichting aangaat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk uit te voeren.
Artikel 4:33 Awb
Een subsidie kan niet worden verleend onder de voorwaarde dat uitsluitend het bestuursorgaan of uitsluitend de subsidie-ontvanger een bepaalde handeling verricht, tenzij het betreft de voorwaarde dat:
a. de subsidie-ontvanger medewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening, of
b. de subsidie-ontvanger aantoont dat een gebeurtenis, niet zijnde een handeling van het bestuursorgaan of van de subsidie-ontvanger, heeft plaatsgevonden.
HOOFDSTUK 4. VOORSCHRIFTEN
Een subsidiegever kan voorschriften (verplichtingen) verbinden aan subsidieverstrekking. Met artikel 13 tot en met 16 legt de raad vast dat het college dit kan doen (de bevoegdheid heeft) en dient te doen (de verantwoordelijkheid/ de plicht heeft) en welke voorschriften dat dan in ieder geval moeten zijn. De subsidieontvanger dient de voorschriften na te leven, op straffe van intrekking, wijziging of beëindiging van de subsidie (zie hierover ook artikel 19).
Artikel 13 Melding van gewijzigde omstandigheden
Artikel 4:70 Awb
Indien gedurende het boekjaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten doet de subsidie-ontvanger daarvan onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.
Artikel 14 Administratie
Artikel 4:68 Awb
Artikel 4:69 Awb
1. De subsidie-ontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.
2. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende zeven jaren bewaard.
Artikel 15 Middelen van derden
Dit artikel heeft een relatie met één van de eerder genoemde weigeringsgronden. Als de aanvrager van grondslagsubsidie voor de uitvoering van de activiteiten kan beschikken over voldoende middelen, hetzij eigen middelen, hetzij middelen van een ander, dan is subsidie in beginsel niet nodig. Om die grond te kunnen toepassen is het nodig dat het college zicht heeft op eventuele middelen van derden.
Artikel 16 Overige voorschriften
Dit artikel bepaalt dat het college ook andere voorschriften kan verbinden aan de subsidieverstrekking. Het artikel is ruim gesteld, omdat de voorschriften toegesneden moeten kunnen worden op specifieke kenmerken van een activiteit, waarvoor in de toekomst subsidie kan worden aangevraagd. Te denken valt aan het voorschrift dat de organisator van een muziekevenement de nodige geluidsisolerende maatregelen moet treffen, om de gevolgen voor derden zo veel mogelijk te beperken. De voorschriften moeten wel logisch en redelijk samenhangen met het doel van de subsidieverstrekking.
HOOFDSTUK 5. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING
Artikel 17 Voorschriften met betrekking tot de verantwoording van een subsidie Artikel 4:44 Awb
1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, dient de subsidie-ontvanger na afloop van
de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, tenzij:
a. de subsidie met toepassing van artikel 4:47, onderdeel a, ambtshalve wordt vastgesteld;
b. bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald dat de aanvraag wordt ingediend telkens na afloop van een gedeelte van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend, of
c. de vaststelling van de subsidie bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36, eerste lid, anders is geregeld.
Artikel 4:45 Awb
1. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de aanvrager aan dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.
2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Artikel 4:75 Awb
1. De aanvraag tot vaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag.
2. Indien de subsidie-ontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, of indien dit bij de subsidieverlening is bepaald, legt hij in plaats van het financieel verslag de jaarrekening over, onverminderd artikel 4:45, tweede lid.
Artikel 4:76 Awb
1. Indien de subsidie-ontvanger zijn inkomsten geheel ontleent aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de exploitatierekening met de toelichting en zijn het tweede tot en met vijfde lid van toepassing.
2. Het financiële verslag geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent:
a. het vermogen en het exploitatiesaldo, en
b. voor zover de aard van het financiële verslag dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit
van de subsidie-ontvanger.
3. De balans met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte en de samenstelling in actief- en passiefposten van het vermogen op het einde van het boekjaar weer.
4. De exploitatierekening met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het exploitatiesaldo van het boekjaar weer.
5. Het financiële verslag sluit aan op de begroting waarvoor subsidie is verleend en behelst een vergelijking met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar, voorafgaand aan het boekjaar.
Artikel 4:77 Awb
Indien de subsidie-ontvanger zijn inkomsten in overwegende mate ontleent aan de subsidie kan bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening worden bepaald dat artikel 4:76 van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 4:78 Awb
1. De subsidie-ontvanger geeft opdracht tot onderzoek van het financiële verslag aan een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 4:79 Awb
1. Bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening kan worden bepaald dat de in artikel 4:78, eerste lid, bedoelde opdracht tevens strekt tot onderzoek van de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 18 Subsidievaststelling
Artikel 4:42 Awb
De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig afdeling 4.2.7.
Artikel 4:43 Awb
1. Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt.
2. De artikelen 4:32, 4:35, tweede lid, 4:38 en 4:39 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4:52 Awb
1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald.
2. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kan bij de subsidieverlening, of, indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsidievaststelling een van artikel 4:87, eerste lid, afwijkende termijn voor de betaling van het subsidiebedrag worden vastgesteld.
Artikel 4:46 Awb
1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het bestuursorgaan de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.
2. Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden
beschouwd bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking genomen.
Artikel 4:73 Awb
De subsidie wordt per boekjaar vastgesteld.
HOOFDSTUK 6. INTREKKEN, WIJZIGEN EN BEËINDIGEN
Artikel 20 Intrekking en wijziging van subsidievaststelling
Artikel 4:49 Awb
1. De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, sedert de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan.
Artikel 4:50 Awb
2. Bij intrekking of wijziging op grond van het eerste lid, onderdeel a of b, vergoedt het bestuursorgaan de schade die de subsidie-ontvanger lijdt doordat hij in vertrouwen op de subsidie anders heeft gehandeld dan hij zonder subsidie zou hebben gedaan.
Artikel 21 Betaling en terugvordering
Artikel 4:56 Awb
De verplichting tot betaling van een subsidiebedrag of een voorschot wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het bestuursorgaan aan de subsidie-ontvanger schriftelijk kennis geeft van het ernstige vermoeden dat er grond bestaat om toepassing te geven aan artikel 4:48 of 4:49, tot en met de dag waarop de beschikking omtrent de intrekking of wijziging is bekendgemaakt of de dag waarop sedert de kennisgeving van het ernstige vermoeden dertien weken zijn verstreken.
Artikel 4:57 Awb
1. Het bestuursorgaan kan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen.
2. Het bestuursorgaan kan het terug te vorderen bedrag bij dwangbevel invorderen