VOORAF
Dit pensioenreglement is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
Pensioenfonds Meubel
Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxxxxxxxx
datum 1 januari 2022
Versie 2.0
VOORAF
Cao-partijen (werkgevers- en werknemersverenigingen) die betrokken zijn bij de Collectieve Arbeidsovereenkomsten voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven, Tentoonstellingsbouw, Orgelbouw en Houthandel hebben afspraken gemaakt over de uitgangspunten van deze pensioenregeling. En daarmee hoeveel pensioen je opbouwt voor later. Het pensioenfonds voert de pensioenregeling uit en heeft daarvoor dit pensioenreglement opgesteld. Dit pensioenreglement is in werking getreden op 1 januari 2022. Het bestuur van het pensioenfonds houdt zich bij de uitvoering van de pensioenregeling aan de geldende wet- en regelgeving.
Pensioenregelingen worden vaak als complex ervaren. Daarom is in Bijlage 2 een begrippenlijst opgenomen. Daarin leggen we lastige begrippen uit. Deze begrippen vind je schuingedrukt terug in de tekst van deze pensioenregeling. Ook vind je op xxxxxxxxxxxxxx.xx meer uitleg over de pensioenregeling.
P.A. de Xxxxxx-Xxxxxxxxx,
Voorzitter Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
P. Priester,
Uitvoerend bestuurslid Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
INHOUD
OVER DE DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING
9
9
1.2. Wanneer start je deelname? 9
1.3. Wat is er geregeld vóór je 21e jaar? 9
1.4. Wanneer stopt je deelname? (artikel 1.1) 9
2. JE OPGEBOUWDE PENSIOENAANSPRAKEN INBRENGEN (WAARDEOVERDRACHT)
10
3. Wie hoeven niet deel te nemen (gemoedsbezwaarden)?
10
11
4. Wat houdt deze pensioenregeling in?
11
5. Hoe bouw je ouderdomspensioen op?
11
5.1. Wat is je pensioengevend loon? 11
5.3. Wat is je opbouwpercentage? 12
6. Gaat je pensioen omhoog als de prijzen stijgen (toeslagverlening)?
13
6.1. Wat is toeslagverlening? 13
6.2. Hoeveel toeslag krijg je? 13
6.3. Waar hangt je toeslag van af? 14
6.4. Wat als er in het verleden geen toeslag is verleend? 14
15
15
7.1. Wanneer krijg je ouderdomspensioen? 15
7.2. Hoeveel pensioen krijg je? 15
15
8.1. Welke keuzes heb je als je met pensioen gaat? 15
8.2. Hoe laat je je keuzes aan het pensioenfonds weten? 16
8.3. Xxx je je keuzes nog veranderen? 16
9. Je gaat eerder of later met pensioen
16
9.1. Wanneer kan je met pensioen gaan? 16
9.2. Hoeveel pensioen krijg je als je eerder of later met pensioen gaat? 16
9.3. Kan je ook deels eerder of later met pensioen? 17
10. Je ruilt partner- en wezenpensioen uit voor extra ouderdomspensioen
17
10.1. Wat is uitruilen van partner- en wezenpensioen voor extra ouderdomspensioen? 17
10.2. Hoeveel pensioen krijg je als je het partner- en wezenpensioen uitruilt? 17
10.3. Welk deel van het partnerpensioen kan je niet uitruilen? 17
11. Je ruilt ouderdomspensioen uit voor partner- en wezenpensioen
17
11.1. Wat is uitruilen van ouderdomspensioen voor partner- en wezenpensioen? 18
11.2. Hoe hoog mag het partner- en wezenpensioen na de uitruil zijn? 18
11.3. Hoeveel pensioen krijgen je partner en kinderen als je ouderdomspensioen uitruilt? 18
12. Je kiest eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen
19
12.1. Wat is een hoger en lager pensioen? 19
12.2. Kan je een hoog-laagpensioen kiezen én eerder (deels) met pensioen gaan? 19
12.3. Waarom kies je bijvoorbeeld voor een hoger pensioen? 19
20
20
13.1. Wanneer wordt de pensioenopbouw voortgezet? 20
13.2. Overlijd je tijdens je verlof? 20
21
21
14.1. Wanneer is iemand je partner? 21
14.2. Wat is het risico partnerpensioen? 21
14.3. Wat is het opgebouwd partnerpensioen? 21
14.4. Hoeveel pensioen krijgt je partner? 22
14.5. Hoeveel pensioen krijgt je partner als je ook een ex-partner hebt? 23
14.6. Zijn er situaties waarin je partner geen pensioen krijgt? 23
23
15.1. Wanneer is iemand je kind volgens deze pensioenregeling? 23
15.2. Wat is het risico wezenpensioen en het opgebouwd wezenpensioen? 23
15.3. Hoelang wordt een risico wezenpensioen of opgebouwd wezenpensioen uitgekeerd? 24
15.4. Hoeveel pensioen krijgen je kinderen? 24
15.5. Zijn er situaties waarin je kind geen pensioen krijgt? 26
27
16. Einde van je pensioenopbouw
27
16.1. Wat gebeurt er met je pensioen? 27
16.2. Xxx je een deel van je ouderdomspensioen omruilen voor extra partner- en wezenpensioen? 27
16.3. Heb je na beëindiging van je deelname recht op een WW-uitkering? 27
16.4. Welke informatie krijg je van het pensioenfonds? 27
16.5. Xxxxxxxx meenemen naar je nieuwe werkgever (waardeoverdracht)? 28
28
18. Vrijwillig pensioen opbouwen
28
18.1. Kan je blijven deelnemen aan deze pensioenregeling als je uit dienst bent? 28
18.2. Voorwaarden voor vrijwillige voortzetting 28
18.3. Xxxxxxxx vindt je pensioenopbouw plaats? 29
18.4. Wanneer eindigt je pensioenopbouw? 29
18.5. Hoe laat je je keuzes aan het pensioenfonds weten? 29
JE BENT OF WORDT ARBEIDSONGESCHIKT
30
19. Gevolgen voor je pensioenopbouw
30
19.1. Wat gebeurt er als je ziek bent of wordt? 30
19.2. Wat gebeurt er als je arbeidsongeschikt bent of wordt? 30
20. Premievrije pensioenopbouw als je arbeidsongeschikt bent of wordt en een WIA-uitkering krijgt
30
20.1. Wanneer kom je voor premievrije pensioenopbouw in aanmerking? 30
20.2. Wat gebeurt er als je volledig arbeidsongeschikt bent? 31
20.3. Wat gebeurt er als je voor een deel arbeidsongeschikt bent? 31
20.4. Hoe berekenen we je premievrije pensioenopbouw? 31
20.5. Wat gebeurt er als je meer arbeidsongeschikt wordt? 32
20.6. Wat gebeurt er als je minder arbeidsongeschikt wordt? 33
20.7. Wanneer is je premievrije pensioenopbouw gestart of wanneer start de premievrije pensioenopbouw? 33
20.8. Wanneer stopt de premievrije pensioenopbouw? 34
21. Premievrije pensioenopbouw als je arbeidsongeschikt bent en een WAO-uitkering krijgt34 JIJ EN JE PARTNER GAAN UIT ELKAAR
35
22. Scheiding en je ouderdomspensioen
35
22.1. Wanneer verandert je ouderdomspensioen? 35
22.2. Je ex-partner krijgt recht op een deel van je ouderdomspensioen 35
22.3. Kunnen jullie samen iets anders afspreken? 35
22.4. Wanneer start en stopt het pensioen van je ex-partner? 36
23. Scheiding en het opgebouwd partnerpensioen
36
23.1. Wanneer verandert het opgebouwd partnerpensioen? 36
23.2. Je ex-partner krijgt recht op een deel van het opgebouwd partnerpensioen 36
23.3. Kunnen jullie samen iets anders afspreken? 37
23.4. Wanneer start en stopt het bijzonder partnerpensioen? 37
OVER DE BETALING VAN JE PENSIOEN
38
38
24.1. Hoe betalen we je pensioen? 38
24.2. Wat geldt als je in het buitenland woont? 38
25. Vervallen of afkopen van je pensioen
38
25.1. Wanneer vervalt je pensioen? 38
25.2. Wat is afkoop van pensioen? 38
25.3. Wanneer en hoe kopen wij je pensioen af? 38
25.4. Hoeveel geld krijg je, je (ex)partner of je kind als wij het pensioen afkopen? 39
OVER DE KOSTEN VAN DE PENSIOENREGELING
40
40
26.1. Wie betaalt de premie voor de pensioenregeling? 40
26.2. Hoe berekenen wij je premie? 40
26.3. Wat doen we met de premies? 40
41
27. Welke informatie krijg je?
41
27.5. Je krijgt pensioen van het pensioenfonds 42
27.6. Je gaat scheiden of bent gescheiden 42
27.8. Ga je verhuizen naar het buitenland? 42
27.9. Informatie op de website 43
28. Welke informatie geef je het pensioenfonds?
43
28.1. Wat zijn je verplichtingen? 43
28.2. Wat gebeurt er als je het pensioenfonds geen informatie geeft? 43
28.3. Hoe gaan wij om met je (persoons)gegevens die wij ontvangen? 43
44
29. Onvoorziene situaties en geschillen
44
44
31. Kunnen de pensioenen omlaag gaan?
44
32. Moeten we de pensioenregeling aanpassen van de belastingdienst?
45
33. Wat geldt als mijn werkgever geen premie heeft betaald?
45
46
46
34.1. Voor wie gelden deze overgangsbepalingen? 46
34.2. Wat gebeurt er met je ouderdomspensioen uit de pensioenregeling die gold tot 1 januari 2020? 46
34.3. Wat gebeurt er met het eventueel opgebouwd (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen uit de pensioenregeling die gold tot 1 januari 2020? 46
34.4. Wat geldt als je arbeidsongeschikt bent? 46
34.5. Wat geldt er als het pensioen is ingegaan voor 1 januari 2020? 46
34.6. Premievrije aanspraken op prepensioen 46
35. Automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen ontstaan voor 1 januari 2019
47
36. Regels voor je pensioen tot 1 januari 2020 (Houthandel)
47
36.1. Voor wie gelden de overgangsbepalingen? 47
36.2. Wat gebeurt er met je ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen uit de pensioenregeling van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel die gold tot 1 januari 2020?
36.3. Wat geldt als je arbeidsongeschikt was op 31 december 2019? 48
36.4. Wat geldt als je ziek was op 31 december 2019? 48
49
50
BIJLAGE 2: WAT BEDOELEN WE MET …?
51
BIJLAGE 3: Berekening van de keuzes voor je pensioen
58
1. Je gaat eerder met pensioen
58
59
3. Je gaat deels eerder met pensioen
59
4. Je ruilt opgebouwd partner- en wezenpensioen om voor extra ouderdomspensioen
59
5. Je ruilt een deel van je ouderdomspensioen om voor partner- en wezenpensioen
61
6. Je kiest eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen
63
7. Je krijgt je kleine pensioen in 1 keer. Dit heet afkoop van pensioen
65
8. Omzetting pensioenleeftijd 67 naar leeftijd 68
69
71
71
1.1. Wanneer ben je gemoedsbezwaarde? 71
1.2. Hoe vraag je of vraagt je werkgever vrijstelling aan? 71
1.3. Wanneer wordt een vrijstelling verleend? 71
1.4. Wanneer vervalt de vrijstelling 71
2. Wat is er geregeld voor gemoedsbezwaarden?
71
2.1. Je bouwt jaarlijks een spaarbedrag op 71
2.2. Je wilt je spaarsaldo gebruiken 72
2.3. Je komt te overlijden voordat je spaarsaldo tot uitkering is gekomen 72
2.4. Je komt te overlijden nadat je spaarsaldo tot uitkering is gekomen 72
3. Wat als alleen mijn werkgever is vrijgesteld?
72
OVER DE DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING
Je neemt deel aan deze pensioenregeling als:
- Je 21 jaar of ouder bent maar jonger dan 68 jaar;
- Je een arbeidsovereenkomst hebt met een werkgever in de Meubelindustrie en meubileringsbedrijven, tentoonstellingsbouw , orgelbouw of de houthandel;
- Je werkgever verplicht is om zijn werknemers te laten deelnemen aan de pensioenregeling van het pensioenfonds of je werkgever er vrijwillig voor gekozen heeft om haar werknemers te laten deelnemen aan de pensioenregeling van het pensioenfonds; en
- Je geen bestuurder bent van een NV of BV; en
- Je niet bent uitgesloten van deelname op grond van de geldende verplichtstellingsbeschikking.
Dit geldt ook:
- Je blijft deelnemen aan deze pensioenregeling als:
a) Je niet meer in dienst bent bij je werkgever en ervoor gekozen hebt om vrijwillig pensioen op te bouwen bij het pensioenfonds. Je leest meer hierover in artikel 18.
b) Je premievrij pensioen opbouwt bij het pensioenfonds. Je leest meer hierover in hoofdstuk 7.
1.2. Wanneer start je deelname?
Je deelname start op de dag dat je in dienst komt bij je werkgever. Xxx je op dat moment jonger dan 21 jaar? Dan start je deelname vanaf de eerste dag van de maand waarin je 21 wordt. Je moet dan natuurlijk nog wel bij je werkgever in dienst zijn.
1.3. Wat is er geregeld vóór je 21e jaar?
Xxx je jonger dan 21 jaar? En voldoe je aan de overige voorwaarden als opgenomen in artikel 1.1? Dan bouw je nog geen pensioen op. Maar je bent wel verzekerd voor partnerpensioen en wezenpensioen. Dit ben je vanaf de dag dat je in dienst komt bij je werkgever. De verzekering stopt als je uit dienst gaat.
Overlijd je voor je 21e? Dan
- krijgt je partner partnerpensioen. De voorwaarden lees je in artikel 14. Bij het vaststellen van dit partnerpensioen wordt ervan uit gegaan dat je 47 jaar hebt deelgenomen aan deze pensioenregeling
- krijgen je kinderen wezenpensioen. De voorwaarden lees je in artikel 15. Bij het vaststellen van dit
wezenpensioen wordt ervan uit gegaan dat je 47 jaar hebt deelgenomen aan deze pensioenregeling
1.4. Wanneer stopt je deelname? (artikel 1.1)
Je deelname stopt als:
- Je met pensioen gaat. Je bent dan een gepensioneerde. Je opbouw stopt uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin je 68 wordt (pensioenrichtleeftijd).
- Je arbeidsovereenkomst stopt voordat je met pensioen gaat. Je bent dan een gewezen deelnemer.
- Je werkgever niet langer verplicht is om zijn werknemers te laten deelnemen aan de pensioenregeling van het pensioenfonds. Je bent dan een gewezen deelnemer.
- Je werkgever er niet langer voor kiest om zijn werknemers vrijwillig te laten deelnemen aan de pensioenregeling van het pensioenfonds. Je bent dan een gewezen deelnemer.
- Je vrijwillige pensioenopbouw eindigt. Je bent dan een gewezen deelnemer.
- Je premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid eindigt en je geen arbeidsovereenkomst meer hebt met een werkgever. Je bent dan een gewezen deelnemer.
- Je overlijdt voordat je met pensioen gaat.
Is je arbeidsovereenkomst gestopt voordat je met pensioen gaat? En heb je ervoor gekozen om vrijwillig pensioen op te bouwen bij het pensioenfonds? Dan stopt je deelname als je niet langer vrijwillig pensioen opbouwt volgens artikel 18.
Xxx je arbeidsongeschikt geworden? En stopt je arbeidsovereenkomst? Dan stopt je deelname als je niet of niet langer premievrij pensioen opbouwt volgens artikel 20 of 21.
2. JE OPGEBOUWDE PENSIOENAANSPRAKEN INBRENGEN (WAARDEOVERDRACHT)
Pensioenaanspraken die je opbouwde bij je vorige werkgever kunnen worden ingebracht bij het pensioenfonds. Dit heet waardeoverdracht.
Waardeoverdracht vraag je aan bij het pensioenfonds nadat je in dienst komt bij je nieuwe werkgever. Het pensioenfonds stuurt dan een opgave. Daarin staat hoeveel je opgebouwde pensioenaanspraken waard zijn aan pensioen bij het pensioenfonds als je kiest voor waardeoverdracht. Ga je akkoord? Dan worden de pensioenaanspraken die je opbouwde bij je vorige werkgever omgezet naar aanspraken op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen in deze pensioenregeling. Daarvoor gelden de regels van dit pensioenreglement. Je hebt daarna geen pensioen meer bij je oude pensioenuitvoerder.
Een pensioen van minder dan € 520,35 bruto per jaar (2022), maar meer dan € 2 wordt in de meeste gevallen automatisch overgedragen naar het pensioenfonds. Dan hoef je niets te doen.
Meer hierover lees je in artikel 16 lid 5.
3. Wie hoeven niet deel te nemen (gemoedsbezwaarden)?
Je kan gemoedsbezwaard zijn. Of je werkgever kan dit zijn. Dit betekent dat je bezwaar hebt of je werkgever bezwaar heeft tegen iedere vorm van verzekering. In dat geval kan je of je werkgever vrijstelling voor deelname aan de pensioenregeling aanvragen bij het pensioenfonds. Verleent het pensioenfonds vrijstelling, dan hoef je niet deel te nemen aan de pensioenregeling van het pensioenfonds. Wel spaar je dan jaarlijks een bedrag voor later. In bijlage 4 van dit pensioenreglement vind je de voorwaarden voor het verkrijgen van de vrijstelling en lees je wat er voor gemoedsbezwaarden is geregeld.
4. Wat houdt deze pensioenregeling in?
De pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst op basis van een middelloonregeling. Dit betekent dat je elk jaar een deel van je pensioen opbouwt. Alle opgebouwde delen vormen samen je pensioen. Bij pensionering ontvang je dit pensioen tot aan je overlijden. Dit pensioenreglement geldt vanaf 1 januari 2020.
5. Hoe bouw je ouderdomspensioen op?
De pensioengrondslag is de basis om je ouderdomspensioen te berekenen. Het is gelijk aan je pensioengevend loon verminderd met de franchise. Elk jaar bouw je een percentage van je pensioengrondslag op aan ouderdomspensioen.
5.1. Wat is je pensioengevend loon?
Werk je in de meubelindustrie of in meubileringsbedrijven? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris;
- je vakantiegeld: dat is 8% van 12 keer je vaste (bruto) maandsalaris; en
- je ploegentoeslag en overwerkvergoeding van het kalenderjaar daarvoor.
Werk je in de tentoonstellingsbouw? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris; en
- je vakantiegeld: dat is 8% van je vaste (bruto) jaarsalaris;
Werk je in de orgelbouw? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris;
- je vakantiegeld: dat is 8% van je vaste (bruto) jaarsalaris; en
- je ploegentoeslag en overwerkvergoeding van het kalenderjaar daarvoor.
Werk je in de houthandel? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris;
- je vakantietoeslag;
- je vaste eindejaarsuitkeringen;
- je vaste gratificaties;
- de onderdelen van je inkomen die volgens de normale arbeidsduur tot het vaste loon behoren.
Is je werkgever vrijwillig aangesloten? Dan geldt het pensioengevend loon van de sector meubel en meubileringsbedrijven. Als je werkgever op 31 december 2019 reeds vrijwillig was aangesloten bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel of genoemd wordt in Bijlage 1A, dan volg je het pensioengevend loon van de sector houthandel.
Dit geldt ook:
- We stellen je pensioengevend loon voor het eerst vast op de dag dat je gaat deelnemen of weer (bijvoorbeeld bij wisseling van werkgever in een bepaald jaar) gaat deelnemen. Daarna stellen we je pensioengevend loon elk jaar vast op 1 januari.
- Je pensioengevend loon geldt voor een heel jaar. Ook als je salaris in de tussentijd omhoog gaat. Bijvoorbeeld door afspraken in de cao.
- Mocht je pensioengevend loon in het jaar omlaag gaan, dan gaan wij uit van het lagere pensioengevend loon.
- Werk je parttime? Dan kijken we naar het salaris dat je zou krijgen als je fulltime zou werken en maken een extra berekening. Je leest meer hierover in artikel 5.4.
- Krijg je geen salaris of minder salaris vanwege zwangerschapsverlof, bevallingsverlof of ouderschapsverlof? En stopt je arbeidsovereenkomst niet? Dan gaan we uit van het salaris dat je zou krijgen als je niet ziek of met verlof zou zijn. Kijk ook in artikel 13.
- Krijg je geen salaris of minder salaris vanwege ziekte? En stopt je arbeidsovereenkomst niet? Dan is het pensioengevend loon het fulltime salaris zoals dat gold direct voorafgaand aan de eerste ziektedag. Dit pensioengevend loon wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met de loonindex.
- Krijg je geen salaris of minder salaris? En ontvang je een WW-uitkering? En is je arbeidsovereenkomst niet gestopt? Dan gaan we uit van het salaris dat je kreeg voordat je een WW-uitkering ontving.
- Je pensioengevend loon is voor de pensioenopbouw gemaximeerd op basis van een fulltime dienstverband. Het maximum pensioengevend loon is opgenomen in Bijlage 1. Is je salaris hoger dan dit maximum bedrag? Dan bouw je over het meerdere geen pensioen op in deze pensioenregeling. Dit maximum wordt jaarlijks verhoogd of verlaagd met het loonindexcijfer.
- Val je onder de cao Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven en bereik je binnen 10 jaar de pensioenrichtleeftijd? En heb je gekozen voor een lichtere functie om langer te kunnen doorwerken? En is daardoor je pensioengevend loon verlaagd? Je werkgever betaalt dan een extra premie tot maximaal 8% van de premie die verschuldigd zou zijn voordat je de lichtere functie had gekozen. Deze extra premie wordt gebruikt voor extra pensioenopbouw. De totale pensioenopbouw kan niet meer zijn dan de pensioenopbouw die hoort bij het loon voordat je in de lichtere functie ging werken. Dit loon wordt jaarlijks verhoogd met de loonindex.
Je bouwt niet over je hele pensioengevend loon pensioen op. Bij de pensioenopbouw houden we er al rekening mee dat je later AOW van de overheid krijgt. Daarom gebruiken we een franchise. Over dat deel van je pensioengevend loon bouw je dus geen pensioen op. We stellen de franchise elk jaar op 1 januari opnieuw vast. De franchise is afhankelijk van de sector waarin je werkzaam bent. De bedragen vind je in Bijlage 1.
Is je werkgever vrijwillig aangesloten? Dan geldt de franchise van de sector meubel en meubileringsbedrijven. Als je werkgever op 31 december 2019 reeds vrijwillig was aangesloten bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel, of genoemd wordt in bijlage 1A, dan volg je de franchise van de sector houthandel.
Een rekenvoorbeeld:
Stel, je pensioengevend loon bedraagt € 30.000. Je franchise is €10.000. Je bouwt in je pensioenregeling over € 20.000(€ 30.000 - €10.000) pensioen op.
5.3. Wat is je opbouwpercentage?
Het opbouwpercentage is afhankelijk van de sector waarin je werkzaam bent. Het percentage voor je sector vind je in Bijlage 1.
Is je werkgever vrijwillig aangesloten? Dan geldt het opbouwpercentage van de sector meubel en meubileringsbedrijven. Als je werkgever op 31 december 2019 reeds vrijwillig was aangesloten bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel of genoemd wordt in bijlage 1A, dan volg je het opbouwpercentage van de sector houthandel.
Als je minder werkt dan fulltime, dan ben je parttimer en heeft dat invloed op:
- het pensioen dat je opbouwt; en
- de premie die betaald wordt. Je leest meer hierover in artikel 26.
Daarom berekenen we je parttimepercentage. Dit is het aantal uren in je arbeidsovereenkomst gedeeld door het aantal uren dat een fulltimer werkt.
Een rekenvoorbeeld:
Werk je 20 uur? Dan is je parttimepercentage 50% als een fulltimer in je sector 40 uur werkt.
Voor de vaststelling van je jaarlijkse pensioenopbouw wordt de (fulltime) pensioengrondslag vermenigvuldigd met je parttimepercentage.
Het parttimepercentage wordt vastgesteld zodra het van toepassing is en opnieuw vastgesteld bij iedere wijziging van je overeengekomen arbeidsuren.
Een rekenvoorbeeld:
Stel, je pensioengevend loon op fulltime basis bedraagt € 30.000 en je franchise is €10.000. Je pensioengrondslag
bedraagt dan € 20.000 (€ 30.000 - €10.000).
Je parttimepercentage is 75%. Over € 15.000 (€ 20.000* 75%) bouw je jaarlijks pensioen op. Je parttimepercentage
gaat vervolgens omlaag naar 50%. Vanaf dat moment bouw je jaarlijks pensioen op over € 10.000 (€20.000* 50%).
6. Gaat je pensioen omhoog als de prijzen stijgen (toeslagverlening)?
Het pensioenfonds kan elk jaar besluiten om de pensioenen te verhogen. Je pensioen gaat dan op 1 januari omhoog. Zo blijft je pensioen meegroeien met de prijzen. Dit heet toeslagverlening.
Op welke pensioenen kan toeslag worden verleend? Het gaat om:
- de pensioenen van deelnemers, gewezen deelnemers en ex-partners met een eigen pensioen. Deze pensioenen zijn opgebouwd. Maar nog niet ingegaan. We noemen dit pensioenaanspraken.
- de pensioenen van gepensioneerden en de pensioenen van partners, ex-partners en kind(eren) van de overleden deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde. Deze pensioenen zijn ingegaan. We noemen dit pensioenrechten.
We kijken altijd naar je pensioen op 1 januari. Dit geldt ook:
- het pensioenfonds kan besluiten om bij toeslagverlening onderscheid te maken tussen de verschillende
soorten pensioenaanspraken en pensioenrechten als dit wettelijk is toegestaan.
6.2. Hoeveel toeslag krijg je?
Het pensioenfonds probeert de pensioenaanspraken en de pensioenrechten te verhogen met maximaal het Consumentenprijsindexcijfer alle bestedingen afgeleid. Dit is een cijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). We gaan uit van de indexcijfers van september tot september in het jaar daaraan voorafgaand en van je pensioen op 1 januari van het jaar. Ook het pensioen dat je kreeg door waardeoverdracht telt mee. Je partner- en wezenpensioen gaan op dezelfde manier omhoog.
Xxx je arbeidsongeschikt? Het pensioen dat je hebt opgebouwd gaat op dezelfde manier omhoog.
6.3. Waar hangt je toeslag van af?
Het bestuur beslist elk jaar opnieuw of de pensioenaanspraken en pensioenrechten omhoog gaan met het Consumentenprijsindexcijfer alle bestedingen afgeleid. Of het bestuur toeslag kan verlenen hangt af van de financiële positie van het pensioenfonds. De financiële positie van het pensioenfonds moet goed genoeg zijn om toeslag te kunnen en mogen verlenen. We meten die financiële positie met onze beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad moet in ieder geval hoger zijn dan 110%. Het besluit van het bestuur hangt ook af van wetten en regels van de overheid.
Het pensioenfonds zet geen geld opzij voor toeslagverlening. Je betaalt er ook geen premie voor. Je hebt geen recht op toeslagverlening en het is niet zeker of in de toekomst toeslag verleend kan worden. Op xxxxxxxxxxxxxx.xx lees je altijd het laatste nieuws over de financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds.
6.4. Wat als er in het verleden geen toeslag is verleend?
Heeft het bestuur in het verleden besloten om geen toeslag te verlenen? Dan kan het bestuur beslissen tot inhaaltoeslag in een volgend jaar. Deze inhaaltoeslag komt bovenop de toeslag van artikel 6.2. Of het bestuur inhaaltoeslag kan verlenen hangt af van de financiële positie van het pensioenfonds. De financiële positie van het pensioenfonds moet goed genoeg zijn om inhaaltoeslag te kunnen en mogen verlenen. We meten die financiële positie met onze beleidsdekkingsgraad. Het besluit van het bestuur hangt ook af van wetten en regels van de overheid.
Het pensioenfonds zet geen geld opzij voor inhaaltoeslag. Je betaalt er ook geen premie voor. Je hebt geen recht op inhaaltoeslag en het is niet zeker of in de toekomst inhaaltoeslag verleend kan worden.
7.1. Wanneer krijg je ouderdomspensioen?
Ouderdomspensioen is een uitkering als je met stopt met werken en met pensioen gaat. Je krijgt dit pensioen elke maand zolang je leeft.
Je ouderdomspensioen:
- start op de 1e dag van de maand waarin je 68 jaar wordt (pensioenrichtleeftijd). Je kan ook eerder of later met pensioen gaan (artikel 9). Je pensioen start dan op de 1e dag van de maand die je zelf kiest.
- stopt op de laatste dag van de maand waarin je overlijdt.
7.2. Hoeveel pensioen krijg je?
De hoogte van je ouderdomspensioen hangt af van je persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld het pensioengevend loon en het aantal jaren dat je aan deze pensioenregeling deelneemt. Je bouwt elk jaar een percentage van je pensioengrondslag in dat jaar aan pensioen op. Je totale pensioen is de som van alle bedragen die je per jaar hebt opgebouwd.
Op je jaarlijkse Uniform pensioenoverzicht (UPO) lees je hoeveel pensioen je tot nu toe hebt opgebouwd. Meer informatie over het XXX xxxx je in artikel 27.
8.1. Welke keuzes heb je als je met pensioen gaat?
De pensioenregeling biedt je de mogelijkheid om je pensioen aan te passen aan je persoonlijke situatie. Je kan kiezen om:
- eerder of later dan je 68e met pensioen te gaan (artikel 9.2);
- deels met pensioen te gaan (artikel 9.3);
- partner- en wezenpensioen te ruilen voor extra ouderdomspensioen (artikel 10);
- een deel van je ouderdomspensioen te ruilen voor partner- en wezenpensioen (artikel 11);
- eerst een hoger pensioen te ontvangen. Je krijgt daarna een lager pensioen (artikel 12); Ook een combinatie van keuzes is mogelijk.
Door keuzes verandert de hoogte van je pensioen. Maak je een eigen keuze voor je pensioen? Dan berekenen wij je pensioen opnieuw. Op xxxxxxxxxxxxxx.xx kun je via Mijn Pensioen een voorbeeldberekening maken. Ook kun je via xxxxxxxxxxxxxx.xx (onder contact) het pensioenfonds vragen om een voorbeeldberekening.
Maak je gebruik van een combinatie van keuzes. Dan hanteren wij deze volgorde:
1. deeltijdpensioen;
2. vervroegen/uitstellen;
3. uitruil van partner- en wezenpensioen naar ouderdomspensioen of juist andersom;
4. eerst een hoger pensioen door AOW-compensatie;
5. eerst een hoger pensioen en dan een lager pensioen.
8.2. Hoe laat je je keuzes aan het pensioenfonds weten?
Xxx je een eigen keuze maken voor je pensioen? Je ontvangt van het pensioenfonds 6 maanden voor je AOW- leeftijd en/of de pensioenrichtleeftijd een formulier. Op dit formulier kun je je keuzes doorgeven. Dit formulier dien je uiterlijk 3 maanden voordat je met pensioen wenst te gaan, terug te sturen aan het pensioenfonds. Wil je eerder (deels) met pensioen. Kijk dan op xxxxxxxxxxxxxx.xx (onder contact).
8.3. Xxx je je keuzes nog veranderen?
Heb je een keuze voor je pensioen gemaakt? En je wilt die keuze nog veranderen? Dat kan alleen als je pensioen nog niet is ingegaan. Het pensioenfonds mag dan extra vragen stellen over je gezondheid en daarna besluiten om niet in te stemmen met de verandering van je keuze. Moeten we kosten maken omdat je je keuzes wilt veranderen? Dan mogen we die aan je doorberekenen.
9. Je gaat eerder of later met pensioen
9.1. Wanneer kan je met pensioen gaan?
Standaard ga je op de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt (pensioenrichtleeftijd) met pensioen. Maar je kan ook eerder of later met pensioen gaan.
- Je kan vanaf 5 jaar voor de voor je geldende AOW-leeftijd met pensioen. Je vindt je AOW-leeftijd op xxx.xx. Het pensioen gaat dan wel in op de 1e dag van de maand volgend op deze datum.
- Je kan tot je 70e met pensioen.
- Je kan élke maand tussen de hiervoor genoemde tijdstippen kiezen.
Je pensioen gaat altijd in op de 1e dag van de maand.
Dit geldt ook:
- als je premievrij pensioen opbouwt in verband met arbeidsongeschiktheid volgens artikel 20 of 21, dan kan je voor het deel dat je premievrij pensioen opbouwt voor je geldende AOW-datum met pensioen. Je bouwt dan voor dat deel geen premievrij pensioen meer op.
- De hoogte van je pensioen op je 68e bepaalt of je pensioen boven of onder de wettelijke afkoopgrens ligt. Als je je pensioen vervroegt en je pensioen komt daardoor onder de wettelijke afkoopgrens, dan kopen we je pensioen niet af. Je ontvangt dan maandelijks een bedrag. Heb je een pensioen dat lager is dan de wettelijke afkoopgrens en bouw je nog pensioen op bij het fonds? Dan kan je pensioen pas ingaan als je geen pensioen meer opbouwt.
9.2. Hoeveel pensioen krijg je als je eerder of later met pensioen gaat?
Ga je eerder met pensioen? Dan krijg je minder pensioen.
Je bouwt vanaf het moment dat je met pensioen gaat geen pensioen meer op bij het pensioenfonds. Je krijgt ook langer pensioen van het pensioenfonds. Daarom is het bedrag lager. Het partner- en wezenpensioen blijven gelijk.
Dit geldt ook:
- Ga je eerder volledig met pensioen? En blijf je werken bij je werkgever? Dan blijf je voor het deel dat je blijft werken tot uiterlijk de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt (pensioenrichtleeftijd) pensioen opbouwen bij het pensioenfonds.
Ga je later met pensioen? Dan krijg je meer pensioen
Je bouwt vanaf de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt (pensioenrichtleeftijd) geen pensioen meer bij het pensioenfonds op. Wel krijg je later een pensioenuitkering van het pensioenfonds. Daarom is het bedrag hoger. Het partner- en wezenpensioen blijven gelijk.
Je precieze pensioen hangt dus af van de datum die je kiest. Op xxxxxxxxxxxxxx.xx kun je via Mijn Pensioen een voorbeeldberekening maken. Ook kun je via xxxxxxxxxxxxxx.xx (onder contact) het pensioenfonds vragen om een voorbeeldberekening. In bijlage 3 zijn de vervroegings- en uitstelfactoren waarmee het pensioenfonds rekent opgenomen.
9.3. Kan je ook deels eerder of later met pensioen?
Ja, dat kan. Wel geldt dat je alleen voor 20%, 40%, 60% of 80% deels met pensioen kan gaan.
Dit geldt ook:
- Je kan na een eenmaal gemaakte keuze nog één keer kiezen om vanaf de eerste dag van de gewenste maand een groter deel van je pensioen in te laten gaan. Het is niet mogelijk om te kiezen voor een kleiner deel.
Op xxxxxxxxxxxxxx.xx kun je via Mijn Pensioen een voorbeeldberekening maken. Ook kun je via xxxxxxxxxxxxxx.xx (onder contact) het pensioenfonds vragen om een voorbeeldberekening.
10. Je ruilt partner- en wezenpensioen uit voor extra ouderdomspensioen
10.1. Wat is uitruilen van partner- en wezenpensioen voor extra ouderdomspensioen?
Sommige deelnemers hebben een opgebouwd partner- en wezenpensioen. Of dit voor jou geldt xxxx je in artikel
14.3 en zie je op je Uniform Pensioen Overzicht.
Je mag ervoor kiezen om het opgebouwd partner- en wezenpensioen om te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Of dit voor een deel doen. We noemen dit uitruil. Je krijgt dan zelf meer pensioen. Je partner en kinderen krijgen minder of geen partner- en wezenpensioen als je overlijdt. Deze keuze maak je uiterlijk 3 maanden voordat je met pensioen gaat.
Heb je een partner? Xxx moet je partner toestemming geven voor uitruil. Daarom vragen we ook de handtekening van je partner.
Heb je geen partner en heb je dit aan het pensioenfonds bevestigd? Dan ruilen we het gehele opgebouwd partner- en wezenpensioen automatisch om voor een hoger ouderdomspensioen.
10.2. Hoeveel pensioen krijg je als je het partner- en wezenpensioen uitruilt?
Je precieze pensioen hangt af van je situatie. Op xxxxxxxxxxxxxx.xx kun je via Mijn Pensioen een voorbeeldberekening maken. Ook kun je via xxxxxxxxxxxxxx.xx (onder contact) het pensioenfonds vragen om een voorbeeldberekening. In bijlage 3 zijn de uitruilfactoren waarmee het pensioenfonds rekent opgenomen.
10.3. Welk deel van het partnerpensioen kan je niet uitruilen?
Xxx je gescheiden? En heeft je ex-partner recht op bijzonder partnerpensioen (je leest meer hierover in artikel 24)? Dan kan je dat pensioen niet uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen voor jezelf.
11. Je ruilt ouderdomspensioen uit voor partner- en wezenpensioen
11.1. Wat is uitruilen van ouderdomspensioen voor partner- en wezenpensioen?
Je mag een deel van het ouderdomspensioen omruilen voor een hoger pensioen voor je partner en je kinderen. We noemen dit uitruil. Je partner en/of je kinderen krijgen dan (meer) partner- en wezenpensioen als je overlijdt. Je krijgt zelf minder ouderdomspensioen. Deze keuze maak je op het moment dat je deelname aan de pensioenregeling van het pensioenfonds eindigt of als je met pensioen gaat.
Dit geldt ook:
- Heb je bij het einde van de deelname aan de pensioenregeling ervoor gekozen om een deel van het ouderdomspensioen uit te ruilen voor een hoger partner- en wezenpensioen? Je kunt het partner- en wezenpensioen op de pensioeningangsdatum weer terug ruilen (je leest meer hierover in artikel 10). Hiervoor vragen wij ook de handtekening van je partner.
- Heb je op het moment dat je pensioen ingaat een partner en maak je geen keuze? Dan ruilt het pensioenfonds standaard ouderdomspensioen uit voor partner- en wezenpensioen. Het partnerpensioen bedraagt na uitruil 70% van het resterende ouderdomspensioen. Het wezenpensioen bedraagt na uitruil 14% van het resterende ouderdomspensioen.
- Je ouderdomspensioen mag na de uitruil voor partner- en wezenpensioen niet minder bedragen dan de
wettelijke afkoopgrens.
- Xxx je gescheiden? En heb je een verevend ouderdomspensioen (je leest meer hierover in artikel 22)? Dan kan je dat verevende ouderdomspensioen niet uitruilen voor partner- en wezenpensioen.
11.2. Hoe hoog mag het partner- en wezenpensioen na de uitruil zijn?
Het partner- en wezenpensioen mogen niet te hoog worden. Het partnerpensioen is maximaal 70% van het resterende ouderdomspensioen.
Het wezenpensioen is maximaal 14% van het resterende ouderdomspensioen.
11.3. Hoeveel pensioen krijgen je partner en kinderen als je ouderdomspensioen uitruilt?
Je partner en kinderen krijgen alléén partner- en wezenpensioen als jij overlijdt. Het precieze pensioen hangt af van je situatie. Op xxxxxxxxxxxxxx.xx kun je via Mijn Pensioen een voorbeeldberekening maken. Ook kun je via xxxxxxxxxxxxxx.xx (onder contact) het pensioenfonds vragen om een voorbeeldberekening. In bijlage 3 zijn de uitruilfactoren waarmee het pensioenfonds rekent opgenomen.
12. Je kiest eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen
12.1. Wat is een hoger en lager pensioen?
Ga je met pensioen? Dan krijg je levenslang een vast brutobedrag per maand, tenzij het pensioenfonds op enig moment je pensioen verhoogt met een toeslag of je pensioen moet verlagen. Je leest meer hierover in artikel 6 en
31. Maar je kan ook kiezen voor een hoger pensioen in de eerste jaren. Je krijgt dan daarna levenslang een lager pensioen. Je maakt de keuze 3 maanden voordat je met pensioen gaat. We noemen dit hoog-laagpensioen.
Je pensioen in de 2e periode mag niet te laag worden. Dat pensioen is minimaal 75% van je pensioen in de 1e periode.
Je hebt 2 keuzes:
- Je kiest voor een hoger pensioen tot de eerste dag van de maand waarin je AOW ingaat.
- Je kiest gedurende een periode van 5 of 10 jaar voor een hoger pensioen vanaf de pensioeningangsdatum.
Dit geldt ook:
- Bij de beide hiervoor opgenomen keuzes mag je pensioen tot de eerste dag van de maand waarin je AOW ingaat ook nog verhoogd worden met een bedrag ter hoogte van maximaal 2 keer de AOW-uitkering voor een gehuwde met vakantietoeslag. Dit bedrag telt niet mee bij het vaststellen of het pensioen in de 2e periode minimaal 75% van je pensioen in de 1e periode bedraagt. We gaan uit van het AOW-bedrag dat geldt als je pensioen ingaat. Xxxx meer op xxx.xx;
- Je precieze pensioen hangt af van je situatie. Op xxxxxxxxxxxxxx.xx kun je via Mijn Pensioen een voorbeeldberekening maken. Ook kun je via xxxxxxxxxxxxxx.xx (onder contact) het pensioenfonds vragen om een voorbeeldberekening. In bijlage 3 zijn de vervroegings- en uitfactoren waarmee het pensioenfonds rekent opgenomen.
- Het opgebouwd partner- en wezenpensioen blijven bij de keuze voor een hoog-laagpensioen gelijk.
12.2. Kan je een hoog-laagpensioen kiezen én eerder (deels) met pensioen gaan?
Ja, dat kan.
Als je pensioen eerder gedeeltelijk ingaat dan maak je een keuze voor het deel van het pensioen dat ingaat. Voor het deel van het pensioen dat ingaat, kun je wél kiezen voor AOW-compensatie maar niet voor hoog-laag.
12.3. Waarom kies je bijvoorbeeld voor een hoger pensioen?
Je krijgt straks:
- een pensioen van het pensioenfonds.
- AOW van de overheid. De AOW-leeftijd gaat de komende jaren in stappen omhoog. Op 1 januari 2022 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 7 maanden. Je vindt je AOW-leeftijd op xxx.xxx.xx.
Xxx je stoppen met werken en met pensioen gaan? Dan kan je bij het pensioenfonds kiezen voor een hoger pensioen. Zo heb je meer inkomen in de eerste periode. Tot je AOW ingaat kan je er daarnaast voor kiezen om het pensioen te verhogen met een bedrag ter hoogte van maximaal 2 keer de AOW-uitkering voor een gehuwde met vakantietoeslag.. Dit betekent dat je ook kiest om eerder met pensioen te gaan. Je combineert dus 2 keuzes. In bijlage 3 zijn de uitruilfactoren opgenomen waarmee het pensioenfonds rekent.
13.1. Wanneer wordt de pensioenopbouw voortgezet?
Je blijft pensioen opbouwen tijdens een periode van:
- zwangerschapsverlof;
- bevallingsverlof;
- volledig betaald aanvullend geboorteverlof;
- ouderschapsverlof; en
- onbetaald verlof in het kader van een 58-plus regeling
maar niet langer dan de periode die de wet en/of de cao voorschrijft voor deze vormen van verlof.
Ouderschapsverlof
Tijdens ouderschapsverlof blijf jij, zolang de pensioenopbouw wordt voortgezet, de werknemerspremie betalen. Je leest in artikel 26 meer over de hoogte van de werknemerspremie. Het pensioenfonds betaalt tijdens ouderschapsverlof de werkgeverspremie.
Je kunt er ook voor kiezen om geen pensioen op te bouwen tijdens je ouderschapsverlof. Dan betaal je geen werknemerspremie.
Onbetaald verlof in het kader van een 58-plus regeling
Als je binnen 10 jaar de pensioenrichtleeftijd bereikt, kun je ervoor kiezen om 4 dagen te gaan werken en voor een dag in de week met onbetaald verlof te gaan. In dat geval zal de pensioenopbouw die hoort bij het onbetaald verlof (deels) worden voortgezet. De voortzetting wordt gebaseerd op de jaarpremie die bij je pensioengevend loon hoorde op het moment dat je van deze mogelijkheid gebruik maakte en bedraagt maximaal 20% van deze jaarpremie.
13.2. Overlijd je tijdens je verlof?
Overlijd je tijdens een periode van:
- zwangerschapsverlof;
- bevallingsverlof;
- betaald aanvullend geboorteverlof;
- ouderschapsverlof met pensioenopbouw;
- onbetaald verlof omdat je binnen 10 jaar de pensioenrichtleeftijd bereikt en de pensioenopbouw voortzet als beschreven in artikel 13.1;
Xxx krijgt je partner het partnerpensioen als beschreven in artikel 14.4 onder situatie 1.
Overlijd je tijdens een periode van onbetaald verlof zonder pensioenopbouw?
Als je overlijdt binnen 18 maanden nadat je met verlof bent gegaan, krijgt je partner het partnerpensioen als beschreven in artikel 14.4 onder situatie 1. Ook is er een risico wezenpensioen
Overlijd je na 18 maanden? Xxx krijgt je partner alleen eventueel opgebouwd partnerpensioen en je kinderen alleen eventueel opgebouwd wezenpensioen. Je leest meer hierover in artikel 14.3 en artikel 15.2.
Overlijd je? Dan is er een pensioen geregeld voor je nabestaanden:
- Je partner krijgt risico partnerpensioen en eventueel opgebouwd partnerpensioen.
- Je kinderen kunnen risico wezenpensioen en eventueel opgebouwd wezenpensioen krijgen. De voorwaarden lees je hieronder.
14.1. Wanneer is iemand je partner?
Voor het pensioenfonds is iemand je partner in deze situaties:
- xxxxxx zijn getrouwd of geregistreerd partners; of
- jullie wonen duurzaam samen en staan bij de gemeente ingeschreven op hetzelfde adres, en:
o jullie zijn beiden niet getrouwd of geregistreerd partner met iemand anders. Je hebt dus 1 partner; en
o je partner is geen familie in de rechte lijn. Je partner is dus niet je vader, moeder, opa, oma, je kind of je kleinkind; en
o jullie hebben een samenlevingsovereenkomst getekend bij een notaris, waarin is opgenomen dat de partner recht heeft op partnerpensioen onder herroeping van eerdere begunstiging. Indien er geen herroeping is opgenomen, beslist het bestuur.
14.2. Wat is het risico partnerpensioen?
Het risico partnerpensioen is een uitkering aan je partner als je overlijdt tijdens je deelname aan deze pensioenregeling. Je partner krijgt het risico partnerpensioen elke maand zolang hij of zij leeft. Is je deelname aan deze pensioenregeling gestopt of ben je met pensioen gegaan? Xxx vervalt het risico partnerpensioen en krijgt je partner dit pensioen dus niet.
Het risico partnerpensioen:
- start op de 1e dag van de maand waarin je overlijdt.
- stopt op de laatste dag van de maand waarin je partner overlijdt.
Dit geldt ook:
- Je partner krijgt ook risico partnerpensioen als je vermoedelijk bent overleden (bijvoorbeeld bij vermissing). Je partner moet dan wel een verklaring van vermoedelijk overlijden aanvragen bij de Rechtbank en overleggen aan het pensioenfonds. Mocht je toch niet zijn overleden, dan stopt het partnerpensioen.
14.3. Wat is het opgebouwd partnerpensioen?
Xxx je voor 2012 deelnemer geweest in het pensioenfonds? En/of is er op het moment dat je deelname aan de pensioenregeling stopte of dat je met pensioen ging een deel van je ouderdomspensioen omgeruild voor partnerpensioen (je leest hierover in artikel 11)? Dan heb je bij het pensioenfonds ook opgebouwd partnerpensioen.
Je kunt dus ook opgebouwd partnerpensioen hebben, als je na 2012 (opnieuw) deelnemer bent geworden aan de pensioenregeling.
Het opgebouwd partnerpensioen is een uitkering aan je partner als je overlijdt:
- tijdens de deelname aan deze pensioenregeling;
- nadat je deelname aan de pensioenregeling is gestopt; of
- nadat je met pensioen bent gegaan.
Dit geldt ook:
- Je partner krijgt ook opgebouwd partnerpensioen als je vermoedelijk bent overleden (bijvoorbeeld bij vermissing). Je partner moet dan wel een verklaring van vermoedelijk overlijden aanvragen bij de Rechtbank en overleggen aan het pensioenfonds. Mocht je toch niet zijn overleden, dan stopt het partnerpensioen.
Het opgebouwd partnerpensioen (net als het risico partnerpensioen):
- start op de 1e dag van de maand waarin je overlijdt.
- stopt op de laatste dag van de maand waarin je partner overlijdt.
14.4. Hoeveel pensioen krijgt je partner?
Op je Uniform pensioenoverzicht (UPO) lees je precies hoeveel partnerpensioen je partner ontvangt in geval van overlijden. Meer informatie over het XXX xxxx je in artikel 27.
De hoogte van je partnerpensioen hangt af van je persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld het pensioengevend loon en het aantal jaren dat je aan deze pensioenregeling hebt deelgenomen. Er zijn 3 situaties.
1. Als je nog deelnemer bent en overlijdt, krijgt je partner dit pensioen
a. het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd partnerpensioen;
b. 70% van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd vanaf 1 januari 2012 tot je overlijden; en
c. 70% van het ouderdomspensioen dat je nog had kunnen opbouwen vanaf de dag dat je overlijdt tot je pensioenrichtleeftijd. Het pensioenfonds gaat dan uit van je pensioengrondslag en parttimepercentage op de dag dat je overlijdt.
Dit geldt ook:
- Ben je op een latere datum dan 1 januari 2012 gaan deelnemen aan deze pensioenregeling? Dan gaan we bij
b) uit van het ouderdomspensioen dat je vanaf deze latere datum hebt opgebouwd.
- Is je deelname aan deze pensioenregeling beëindigd en ben je daarna weer gaan deelnemen aan deze pensioenregeling? Dan gaan we bij b) uit van het ouderdomspensioen dat je vanaf de datum dat je weer voor het laatst bent gaan deelnemen aan deze pensioenregeling hebt opgebouwd;
- Heb je een flinke loonstijging gekregen in het laatste jaar voor je overlijden? Dan geldt voor de pensioengrondslag op de dag dat je overlijdt een maximum. Je pensioengrondslag onder c) bedraagt nooit meer dan je pensioengrondslag in het jaar voor overlijden verhoogd met het loonindexcijfer plus 10- procentpunten.
- Was je voor 2012 al deelnemer aan deze pensioenregeling en ben je dat tot je overlijden gebleven zonder onderbreking? Dan is het partnerpensioen niet lager dan 70% van het ouderdomspensioen dat je zou hebben gekregen als je tot je pensioendatum deelnemer was gebleven.
Overlijd je na je 68e en was je nog niet met pensioen? Omdat je later met pensioen wilde gaan? Xxx krijgt je
partner:
• het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd partnerpensioen. Je leest meer hierover in artikel 14.2;
• 70% van het ouderdomspensioen dat je vanaf 1 januari 2012 of, indien dit na 1 januari 2012 was, de aanvangsdatum van je laatste deelname aan deze pensioenregeling opbouwde tot je 68ste.
2. Als je gewezen deelnemer bent, nog niet gepensioneerd bent en overlijdt, krijgt je partner dit pensioen
Het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd partnerpensioen. Je leest meer hierover in artikel 14.2.
3. Als je gepensioneerd bent en overlijdt, krijgt je partner dit pensioen
Het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd partnerpensioen. Je leest meer hierover in artikel 14.2.
Xxx je eerder of later met pensioen gegaan? Of koos je voor een hoog-laagpensioen? Dan heeft dit geen invloed op de hoogte van het eventueel opgebouwd partnerpensioen.
Xxxx je op het moment dat je met pensioen ging om ouderdomspensioen uit te ruilen voor partnerpensioen? Xxx krijgt je partner meer pensioen. Koos je op het moment dat je met pensioen ging om je eventuele opgebouwd partnerpensioen (deels) uit te ruilen voor extra ouderdomspensioen? Xxx krijgt je partner minder of geen opgebouwd partnerpensioen als je overlijdt.
14.5. Hoeveel pensioen krijgt je partner als je ook een ex-partner hebt?
Heb je een of meer ex-partners? Dan hebben die misschien recht op een deel van het opgebouwd partnerpensioen. Dit heet bijzonder partnerpensioen. Je leest meer hierover in artikel 23.
Je partner krijgt dan minder partnerpensioen. We trekken het bijzonder partnerpensioen van je ex-partner er namelijk vanaf. Dit doen we ook als je ex-partner zelf is overleden op het moment dat je gepensioneerde bent. We doen dit niet als je ex-partner zelf is overleden en je ouderdomspensioen op het moment van overlijden van je ex- partner nog niet volledig is ingegaan.
14.6. Zijn er situaties waarin je partner geen pensioen krijgt?
Heeft je partner schuld aan je overlijden? Dan krijgt hij of zij geen partnerpensioen. Maar (dan) alleen als hij of zij
xxxxx schuld heeft of jou met xxxxx heeft gedood of hieraan medeplichtig is.
Krijg je al ouderdomspensioen van het pensioenfonds? En krijg je daarna een partner? Xxx krijgt je partner geen
partnerpensioen als je overlijdt.
15.1. Wanneer is iemand je kind volgens deze pensioenregeling?
Je kind is:
- Je (geadopteerde) kind. Je hebt een familierechtelijke betrekking met hem of haar.
- Je stief- of pleegkind. Je onderhoudt en voedt dit kind op.
15.2. Wat is het risico wezenpensioen en het opgebouwd wezenpensioen?
Risico wezenpensioen
Het risico wezenpensioen is een uitkering aan je kinderen als je overlijdt tijdens de deelname aan deze pensioenregeling. Is je deelname aan deze pensioenregeling gestopt of ben je met pensioen gegaan? Dan vervalt het risico wezenpensioen.
Opgebouwd wezenpensioen
Xxx je voor 2012 deelnemer geweest in het pensioenfonds? En/of is er op het moment dat je deelname aan de pensioenregeling stopte of dat je met pensioen ging een deel van je ouderdomspensioen omgeruild voor wezenpensioen (je leest hierover in artikel 11)? . Dan heb je bij het pensioenfonds ook opgebouwd wezenpensioen. Het opgebouwd wezenpensioen is een uitkering aan je kinderen als je overlijdt:
- tijdens de deelname aan deze pensioenregeling;
- nadat je deelname aan de pensioenregeling is beëindigd; of
- nadat je met pensioen bent gegaan.
15.3. Hoelang wordt een risico wezenpensioen of opgebouwd wezenpensioen uitgekeerd?
Het risico wezenpensioen en het opgebouwd wezenpensioen starten op de 1e dag van de maand waarin je overlijdt. Word je ouder en is het kind nog niet geboren als je overlijdt? Dan start het risico wezenpensioen op de 1e dag van de maand waarin je kind wordt geboren.
Je kinderen krijgen risico wezenpensioen tot:
- de laatste dag van de maand waarin het kind 18 jaar wordt, of
- de laatste dag van de maand waarin het kind 27 jaar wordt als het nog onderwijs of een opleiding voor een beroep volgt. Xxxxx het kind voor 27 jaar op met onderwijs of het volgen van een opleiding voor een beroep, dan eindigt het risico wezenpensioen op de laatste dag van de maand waarin het onderwijs of de opleiding stopt. Het onderwijs of de opleiding moet wel meer dan 50% van de tijd van je kind kosten.
Overlijdt je kind eerder? Dan stopt het risico wezenpensioen op de laatste dag van de maand waarin het kind
overlijdt.
Dit geldt ook:
- Je kinderen krijgen ook risico wezenpensioen of opgebouwd wezenpensioen als je vermoedelijk bent overleden (bijvoorbeeld bij vermissing). Je kinderen of partner moeten dan wel een verklaring van vermoedelijk overlijden aanvragen bij de Rechtbank en overleggen aan het pensioenfonds. Mocht je toch niet zijn overleden, dan stopt het risico wezenpensioen.
15.4. Hoeveel pensioen krijgen je kinderen?
De hoogte van je wezenpensioen hangt af van je persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld het pensioengevend loon en het aantal jaren dat je aan deze pensioenregeling deelneemt.
Op je Uniform pensioenoverzicht (UPO) lees je precies hoeveel wezenpensioen je kinderen ontvangen als jij overlijdt. Meer informatie over het UPO lees je in artikel 27..
Er zijn 3 situaties (Heb je meer kinderen? Xxx krijgt elk kind dit pensioen).
1. Als je nog deelnemer bent en je overlijdt, krijgt je kind dit pensioen
a) het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd wezenpensioen. Je leest meer hierover in artikel 15.3;
b) 14% van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd vanaf 1 januari 2012 tot je overlijden; en
c) 14% van het ouderdomspensioen dat je nog had kunnen opbouwen tot je pensioen. Namelijk vanaf de dag dat je overlijdt tot de 1e dag van de maand waarin je 68 jaar zou zijn geworden. We gaan uit van je pensioengrondslag en parttimefactor op de dag dat je overlijdt.
Overlijdt de andere ouder ook? Xxx wordt het bedrag 28% van het ouderdomspensioen. Dit pensioen start op de 1e dag van de maand waarin je kind geen ouders meer heeft.
Dit geldt ook:
- Ben je op een latere datum dan 1 januari 2012 gaan deelnemen aan deze pensioenregeling? Dan gaan we bij
b) uit van het ouderdomspensioen dat je vanaf deze latere datum hebt opgebouwd.
- Is je deelname aan deze pensioenregeling beëindigd en ben je daarna weer gaan deelnemen aan deze pensioenregeling? Dan gaan we bij b) uit van het ouderdomspensioen dat je vanaf de datum dat je weer voor het laatst bent gaan deelnemen aan deze pensioenregeling hebt opgebouwd.
- Heb je een flinke loonstijging gekregen in het laatste jaar voor je overlijden? Dan geldt voor de pensioengrondslag op de dag dat je overlijdt een maximum. Je pensioengrondslag onder c) bedraagt nooit meer dan je pensioengrondslag in het jaar voor overlijden verhoogd met het loonindexcijfer plus 10- procentpunten.
Overlijd je na je 68e en was je nog niet met pensioen? Omdat je later met pensioen wilde gaan? Xxx krijgt je kind:
a) het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd wezenpensioen. Je leest meer hierover in artikel 15.2.; en
b) 14% van het ouderdomspensioen dat je vanaf 1 januari 2012 opbouwde tot je 68ste.
Dit geldt ook:
- Ben je op een latere datum dan 1 januari 2012 gaan deelnemen aan deze pensioenregeling? Dan gaan we bij
a) uit van het ouderdomspensioen dat je vanaf deze latere datum hebt opgebouwd.
- Is je deelname aan deze pensioenregeling beëindigd en ben je daarna weer gaan deelnemen aan deze pensioenregeling? Dan gaan we bij a) uit van het ouderdomspensioen dat je vanaf de datum dat je weer voor het laatst bent gaan deelnemen aan deze pensioenregeling hebt opgebouwd.
- Was je voor 2012 al deelnemer aan deze pensioenregeling en ben je dat tot je overlijden gebleven zonder onderbreking? Dan is het wezenpensioen niet lager dan 14% van het ouderdomspensioen dat je zou hebben gekregen als je tot je pensioendatum deelnemer was gebleven.
Overlijdt de andere ouder ook? Xxx wordt het bedrag van het wezenpensioen verdubbeld. Dit pensioen start op de 1e dag van de maand waarin je kind geen ouders meer heeft.
2. Als je gewezen deelnemer bent en overlijdt krijgt je kind dit pensioen
Het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd wezenpensioen. Je leest meer hierover in artikel 15.2.
Overlijdt de andere ouder ook? Dan wordt het bedrag van het opgebouwde wezenpensioen verdubbeld. Dit pensioen start op de 1e dag van de maand waarin je kind geen ouders meer heeft.
3. Als je gepensioneerde bent en je overlijdt, krijgt je kind dit pensioen
Het eventueel bij het pensioenfonds opgebouwd wezenpensioen. Je leest meer hierover in artikel 15.2.
Overlijdt de andere ouder ook? Dan wordt het bedrag van het opgebouwde wezenpensioen verdubbeld. Dit pensioen start op de 1e dag van de maand waarin je kind geen ouders meer heeft.
Xxx je eerder of later met pensioen gegaan? Of koos je voor een hoog-laagpensioen? Dan heeft dit geen invloed op de hoogte van het eventueel opgebouwd wezenpensioen.
Xxxx je op het moment dat je met pensioen ging om ouderdomspensioen uit te ruilen voor partnerpensioen en wezenpensioen? Xxx krijgt je kind meer pensioen. Koos je op het moment dat je met pensioen ging om je eventuele opgebouwd partner- en wezenpensioen (deels) uit te ruilen voor extra ouderdomspensioen? Dan krijgt je kind minder of geen opgebouwd wezenpensioen als je overlijdt.
15.5. Zijn er situaties waarin je kind geen pensioen krijgt?
Heeft je kind schuld aan je overlijden? Dan krijgt hij of zij geen wezenpensioen. Maar alleen als hij of zij grove schuld heeft of jou met opzet heeft gedood of hieraan medeplichtig is.
Krijg je al ouderdomspensioen van het pensioenfonds? En krijg je daarna een kind, stief- of pleegkind? Of adopteer je het kind pas daarna? Xxx krijgt het kind géén wezenpensioen als je overlijdt.
16. Einde van je pensioenopbouw
16.1. Wat gebeurt er met je pensioen?
Ga je uit dienst bij je werkgever en ben je niet meer werkzaam bij een werkgever die is aangesloten bij het pensioenfonds?
Dan stopt je deelname aan deze pensioenregeling.
Je ouderdomspensioen, het eventuele opgebouwd partnerpensioen en het eventuele opgebouwd wezenpensioen
blijven bij het pensioenfonds staan.
Je risico partnerpensioen en je risico wezenpensioen vervallen.
Je bouwt ook geen pensioen meer op. Behalve als je arbeidsongeschikt (hoofdstuk 7) bent geworden of besloten hebt om de pensioenregeling vrijwillig voort te zetten (artikel 18).
Dit geldt ook:
- Indien je overstapt naar een werkgever in een andere sector (bijvoorbeeld van een werkgever in de tentoonstellingsbouw naar een werkgever in de houthandel), kan wel je pensioenregeling veranderen. Xxxx hierover in artikel 5 en in Bijlage 1.
16.2. Xxx je een deel van je ouderdomspensioen omruilen voor extra partner- en wezenpensioen?
Stop je met deelnemen? Dan kan je er op dat moment voor kiezen om een deel van je ouderdomspensioen uit te ruilen voor een hoger pensioen voor je partner en kinderen. Je partner en kinderen krijgen dan (meer) pensioen als je overlijdt. Je krijgt zelf minder pensioen. We ruilen standaard een deel van je ouderdomspensioen uit zodat je een partnerpensioen hebt dat 70% van je resterende ouderdomspensioen is en een wezenpensioen van 14% van het resterende ouderdomspensioen. Wil je een andere keuze maken? Doe dit dan wel binnen 3 maanden nadat je deelname stopt.
Het partner- en wezenpensioen mogen niet te hoog worden. Het partnerpensioen is maximaal 70% van het resterende ouderdomspensioen, het wezenpensioen maximaal 14% van het resterende ouderdomspensioen.
Je kunt dit op je pensioeningangsdatum weer terug ruilen. Hiervoor vragen wij ook de handtekening van je
partner. Je leest meer over die keuze in artikel 10.
Het precieze pensioen na uitruil hangt af van je situatie. Op xxxxxxxxxxxxxx.xx kun je via Mijn Pensioen een voorbeeldberekening maken. Ook kun je het pensioenfonds vragen om een voorbeeldberekening. In bijlage 3 zijn de uitruilfactoren waarmee het pensioenfonds rekent opgenomen.
16.3. Heb je na beëindiging van je deelname recht op een WW-uitkering?
Is je deelname aan deze pensioenregeling beëindigd? En heb je recht op een WW-uitkering? En kom je tijdens de periode dat je recht hebt op een WW-uitkering te overlijden? Xxx ontvangt je partner het partnerpensioen alsof je nog deelnemer bent aan de pensioenregeling. In artikel 14.4 (situatie 1) staat hoe hoog dit partnerpensioen is.
16.4. Welke informatie krijg je van het pensioenfonds?
Je krijgt binnen 6 maanden nadat je uit dienst bent een overzicht van het pensioen dat bij het pensioenfonds blijft staan. Daarna krijg je elk jaar een overzicht van je pensioen. Zie hiervoor artikel 27.
16.5. Xxxxxxxx meenemen naar je nieuwe werkgever (waardeoverdracht)?
Heb je meer dan € 2,-, maar minder dan € 520,35 bruto per jaar (2022) pensioen opgebouwd? Xxx draagt het pensioenfonds dit pensioen automatisch over naar de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Daar hoef je niets voor te doen. Je pensioen verhuist dan naar je nieuwe pensioenregeling. Dit heet waardeoverdracht. Zo houd je je opgebouwde pensioen bij elkaar.
Is het niet mogelijk om de waarde van je pensioen over te dragen? Bijvoorbeeld omdat je werkloos bent of naar het buitenland bent verhuisd? Dan kan het zijn dat automatische waardeoverdracht niet in een keer lukt. Het pensioenfonds doet in totaal minstens 5 pogingen om je pensioen alsnog over te dragen. Lukt dat niet, dan mag het pensioenfonds een klein pensioen daarna in één keer uitbetalen. Dit heet afkoop.
Afkoop is geregeld in de wet. Je leest alle voorwaarden in artikel 25.
Heb je een pensioen van € 520,35 bruto per jaar (2022) of hoger? Dan wordt je pensioen niet automatisch overgedragen. Vraag waardeoverdracht aan bij de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Je krijgt dan een opgave van de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Daarin staat hoeveel pensioen je krijgt als je kiest voor waardeoverdracht. Ga je akkoord? Dan krijg je een aanspraak op pensioen bij de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Daarvoor gelden de regels van je nieuwe pensioenreglement. Je hebt dan geen pensioen meer bij het pensioenfonds.
Stopt je deelname aan onze pensioenregeling? Dan vervalt je risico partnerpensioen en je risico wezenpensioen.
En heb je een heel klein ouderdomspensioen (€ 2 bruto per jaar of minder) bij het pensioenfonds opgebouwd? Dan vervalt dit heel kleine pensioen.
18. Vrijwillig pensioen opbouwen
18.1. Kan je blijven deelnemen aan deze pensioenregeling als je uit dienst bent?
Ja, dat kan onder de voorwaarden als opgenomen in artikel 18.2 en 18.3. Je betaalt dan zelf de premie voor je pensioen. Ook het deel dat de werkgever normaal gesproken betaalt. We noemen dit vrijwillige voortzetting.
18.2. Voorwaarden voor vrijwillige voortzetting
Indien je aan de volgende voorwaarden voldoet kan je je pensioenopbouw gedurende maximaal 3 jaar, gerekend vanaf het moment dat je dienstbetrekking en je deelname is gestopt, vrijwillig voortzetten:
- Je bouwt geen pensioen op of je bouwt niet over je volledige salaris pensioen op bij een andere werkgever;
- Je vormt als ondernemer geen oudedagsreserve als bedoeld in de Wet op de Inkomstenbelasting 2001;
- Je vrijwillige voortzetting mag niet later aanvangen dan drie jaar voorafgaande aan de pensioenrichtleeftijd, tenzij je om medische redenen uit dienst bent gegaan bij je werkgever of tenzij je kunt aantonen dat je inkomen uit tegenwoordige arbeid verdient.
Het bestuur van het pensioenfonds kan nog andere voorwaarden verbinden aan de vrijwillige voortzetting.
Ontvang je van je werkgever nadat je uit dienst bent gegaan een uitkering? Is deze uitkering bedoeld om inkomsten uit je dienstverband te vervangen? En is deze uitkering het gevolg van een regeling die je met de werkgevers hebt afgesproken? Dan kan je je pensioenopbouw vrijwillig voortzetten zo lang je deze uitkering ontvangt.
18.3. Xxxxxxxx vindt je pensioenopbouw plaats?
Je vrijwillige pensioenopbouw vindt plaats over het pensioengevend loon dat je had toen je bij de werkgever uit dienst ging, verminderd met de franchise die geldt in het jaar van vrijwillige pensioenopbouw.
18.4. Wanneer eindigt je pensioenopbouw?
Je vrijwillige pensioenopbouw wordt niet langer voortgezet indien:
- de vrijwillige pensioenopbouw drie jaar heeft geduurd;
- je het pensioenfonds schriftelijk laat weten dat je de pensioenopbouw niet langer vrijwillig wilt voortzetten. Hierbij houdt het pensioenfonds rekening met een opzegtermijn van 3 maanden.
- je de premie voor je pensioenopbouw niet betaalt. Het bestuur van het pensioenfonds bepaalt dan vanaf welke dag je pensioenopbouw eindigt;
- Je (weer) verplicht bent om deel te nemen aan deze pensioenregeling of een andere pensioenregeling;
- Je overlijdt;
- Je pensioen ingaat maar uiterlijk op de pensioenrichtleeftijd.
18.5. Hoe laat je je keuzes aan het pensioenfonds weten?
Xxx je vrijwillig je pensioenopbouw voortzetten? Geef dit dan aan het pensioenfonds door uiterlijk 9 maanden nadat je uit dienst bent getreden bij je werkgever. Dit kan via xxxxxxxxxxxxxx.xx.
JE BENT OF WORDT ARBEIDSONGESCHIKT
19. Gevolgen voor je pensioenopbouw
19.1. Wat gebeurt er als je ziek bent of wordt?
Als je ziek bent of wordt is je werkgever verplicht om je salaris gedurende maximaal 2 jaar (deels) door te betalen. Stopt je dienstbetrekking tijdens deze periode van maximaal 2 jaar? Dan ontvang je geen salaris meer van je werkgever, maar heb je mogelijk recht op een Ziektewetuitkering. In de periode dat je werkgever je salaris (deels) doorbetaalt, wordt je pensioenopbouw voortgezet bij het pensioenfonds.
Dit geldt ook:
- het bestuur van het pensioenfonds kan (achteraf) besluiten om je pensioenopbouw (deels) voort te zetten in de periode dat je mogelijk recht hebt op een Ziektewetuitkering. Je moet dan na je ziekte recht hebben op een WIA-uitkering. Het bestuur van het pensioenfonds brengt daarvoor wel premie bij je in rekening.
Ben je na bijna 2 jaar nog steeds ziek, dan kun je een WIA-uitkering bij het UWV aanvragen. Op het moment dat je de uitkering ontvangt, ben je (deels) arbeidsongeschikt als bedoeld in deze pensioenregeling.
19.2. Wat gebeurt er als je arbeidsongeschikt bent of wordt?
Ben je (deels) arbeidsongeschikt en krijg je een WIA-uitkering? Of word je (deels) arbeidsongeschikt en ga je een WIA-uitkering krijgen? Dan kan je, als je voldoet aan de voorwaarden als opgenomen in artikel 20.1 (deels) pensioen opbouwen bij het pensioenfonds. Je betaalt dan geen premie. Dit heet premievrije pensioenopbouw.
20. Premievrije pensioenopbouw als je arbeidsongeschikt bent of wordt en een WIA-uitkering krijgt
20.1. Wanneer kom je voor premievrije pensioenopbouw in aanmerking?
Om voor premievrije pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid in aanmerking te komen, moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Je bent de dag voorafgaand aan de dag waarop je ziek bent geworden deelnemer aan deze pensioenregeling;
- Je bent voor minimaal 35% arbeidsongeschikt. We kijken naar het % dat je arbeidsongeschikt bent volgens het UWV;
- Je ontvangt een WIA-uitkering. Of je ontvangt binnen 4 weken nadat je werkgever gestopt is met het (deels) doorbetalen van je salaris of binnen 4 weken nadat je Ziektewetuitkering is gestopt alsnog een WIA- uitkering.
- Als je vóór 1 januari 2014 een WIA-uitkering bent gaan ontvangen: Je hebt binnen één jaar nadat je een WIA-uitkering bent gaan ontvangen een verzoek tot premievrije pensioenopbouw ingediend bij het pensioenfonds; en
- Je dient het pensioenfonds de informatie te geven die ze vraagt.
Dit geldt ook:
- Overlijd je nadat je deelname aan deze pensioenregeling is gestopt, maar voordat je een WIA-uitkering ontvangt? Dan kan het bestuur van het pensioenfonds aan je partner- en kinderen pensioen toekennen alsof je tot aan overlijden volledig arbeidsongeschikt was en deelgenomen hebt aan deze pensioenregeling.
- Als je WIA-uitkering op of na 1 januari 2014 is ingegaan, wordt de premievrije voortzetting automatisch toegekend.
20.2. Wat gebeurt er als je volledig arbeidsongeschikt bent?
Word of ben je volledig arbeidsongeschikt? En voldoe je aan de voorwaarden van artikel 20.1? Dan blijf je deelnemer aan deze pensioenregeling en blijf je ouderdomspensioen bij het pensioenfonds opbouwen. Ook heb je recht op het partnerpensioen en wezenpensioen van een deelnemer. Je leest meer hierover in artikel 14 en 15.
Volledig arbeidsongeschikt betekent dat je 80% of meer arbeidsongeschikt bent. We kijken naar het % dat je
arbeidsongeschikt bent volgens het UWV.
Was je bij de start van je deelname aan deze pensioenregeling al deels arbeidsongeschikt? Dan bouw je over dat deel geen premievrij pensioen bij het pensioenfonds op. Je doet dat alleen over het deel dat je méér arbeidsongeschikt bent geworden tijdens je deelname aan deze pensioenregeling.
20.3. Wat gebeurt er als je voor een deel arbeidsongeschikt bent?
Word of ben je voor een deel arbeidsongeschikt? En voldoe je aan de voorwaarden van artikel 20.1? Dan blijf je (deels) deelnemer aan deze pensioenregeling en blijf je (deels) ouderdomspensioen bij het pensioenfonds opbouwen. Ook heb je (deels) recht op het partnerpensioen en wezenpensioen van een deelnemer. Je leest meer hierover in artikel 14 en 15.
Deels arbeidsongeschikt betekent dat je 35% of meer maar minder dan 80% arbeidsongeschikt bent. We kijken naar het % dat je arbeidsongeschikt bent volgens het UWV.
Er zijn 2 situaties.
1. Je blijft in dienst bij je werkgever
- Je blijft pensioen opbouwen voor het deel dat je blijft werken. De regels staan in artikel 5. We gaan uit van het pensioengevend loon dat je nog hebt.
- Je gaat ook premievrij pensioen opbouwen voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent. Je doet dit volgens de regels van artikel 20.4.
2. Je gaat uit dienst bij je werkgever
- Je blijft premievrij pensioen opbouwen voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent. Je doet dit volgens de regels van artikel 20.4.
- Je bouwt geen pensioen meer bij het pensioenfonds op voor het deel dat je nog arbeidsgeschikt bent. Heb je een nieuwe baan? Dan ga je daar waarschijnlijk pensioen opbouwen.
Dit geldt ook:
- Ben je deels arbeidsongeschikt? En ga je in het kader van re-integratie een nieuw dienstverband aan bij een werkgever binnen de Meubelindustrie en meubileringsbedrijven, tentoonstellingsbouw, orgelbouw of houthandel? En kun je bewijzen dat je in je nieuwe dienstverband minder pensioen opbouwt? Dan kan het bestuur van het pensioenfonds besluiten om je meer premievrije pensioenopbouw toe te kennen dan de premievrije pensioenopbouw volgens de tabel in artikel 20.4.
20.4. Hoe berekenen we je premievrije pensioenopbouw?
Je bouwt elk jaar een percentage aan premievrij pensioen op over je laatste pensioengevend loon verminderd met de franchise die geldt in het jaar van premievrije pensioenopbouw rekening houdend met je parttimefactor. Dit is je pensioengevend loon en parttimefactor op de dag voordat je ziek werd. Jaarlijks wordt het pensioengevend loon per 1 januari aangepast met l de stijging of daling van de loonindex.
Het opbouwpercentage is gelijk aan het opbouwpercentage dat voor geldt voor jouw sector. Het percentage vind je in Bijlage 1.
Dit geldt ook:
- Je laatste pensioengevend loon verminderd met de franchise bedraagt nooit meer dan je pensioengevend loon in het jaar voordat je arbeidsongeschikt werd verminderd met de toen geldende franchise en verhoogd met het loonindexcijfer plus 10-procentpunten.
We kijken naar het % dat je arbeidsongeschikt bent volgens het UWV:
Je bent arbeidsongeschikt voor: | Je bouwt op over dit % van je pensioengevend loon verminderd met de franchise: |
< 35% | 0 |
>=35 - < 45% | 25 |
>=45 - < 65% | 50 |
>=65 - <=100% | 100 |
Was je al deels arbeidsongeschikt toen je ging deelnemen aan de pensioenregeling? Dan verlagen we je
arbeidsongeschiktheid. We trekken daar de mate van arbeidsongeschiktheid bij de start van je deelname van af.
20.5. Wat gebeurt er als je meer arbeidsongeschikt wordt?
Er zijn 2 situaties.
1. Je bent nog in dienst bij je werkgever
Word je meer arbeidsongeschikt? Dan berekenen wij je premievrije pensioenopbouw opnieuw. We doen dit vanaf de dag dat je volgens het UWV meer arbeidsongeschikt bent. Mogelijk bouw je hierdoor meer premievrij pensioen op. Je vindt de tabel in artikel 20.4.
Een rekenvoorbeeld:
Stel, je bent arbeidsongeschikt voor 35%. Dit betekent dat je in dat jaar over 25% van je pensioengevend loon verminderd met de geldende franchise premievrij aan pensioen opbouwt (zie tabel in 20.4). Toen je arbeidsongeschikt werd bedroeg je laatste (fulltime) pensioengevend loon bijvoorbeeld € 30.000, de franchise was
€ 10.000 en je parttimefactor 100%. Je opbouwpercentage voor premievrije opbouw zou dan zijn 1%. Je premievrije pensioenopbouw voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent, bedraagt in dat jaar € 50 (25% * (€ 30.000 - € 10.000 * 1%).
Je wordt het jaar daarop voor 55% arbeidsongeschikt. De lonen in de bedrijfstak zijn per 1 januari van het jaar gestegen met 2%. De franchise is per 1 januari van het jaar gestegen met 1,5%.
Uitwerking:
Je bent voor deze pensioenregeling voor 50% arbeidsongeschikt. Dit betekent dat je over 50% van je pensioengevend loon in dat jaar verminderd met de geldende franchise in dat jaar premievrij aan pensioen opbouwt (zie tabel in 20.4). Het (fulltime) pensioengevend loon bedraagt € 30.600 (€ 30.000 * 1,02). De franchise bedraagt € 10.150 (€ 10.000 * 1,015) en je parttimefactor is 100%. Je opbouwpercentage is 1%. Je premievrije pensioenopbouw voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent, bedraagt in dat jaar € 102,25 (50% * ((€ 30.600 - € 10.150) * 1%).
Was je al deels arbeidsongeschikt toen je ging deelnemen aan de pensioenregeling? Dan bouw je premievrij pensioen op over het % dat je arbeidsongeschikt bent volgens het UWV verminderd met het % dat je arbeidsongeschikt was volgens het UWV bij de start van je deelname.
2. Je bent al uit dienst bij je werkgever
Word je meer arbeidsongeschikt? Dan gaat je premievrije pensioenopbouw niet omhoog. Je blijft premievrij pensioen opbouwen zoals je eerst deed.
20.6. Wat gebeurt er als je minder arbeidsongeschikt wordt?
Er zijn 2 situaties.
1. Je bent nog in dienst bij je werkgever
Word je minder arbeidsongeschikt? Dan berekenen wij je premievrije pensioenopbouw opnieuw. We doen dit vanaf de dag dat je volgens het UWV minder arbeidsongeschikt bent. Mogelijk bouw je hierdoor minder premievrij pensioen op. Je vindt de tabel in artikel 20.4.
Een rekenvoorbeeld:
Stel, je bent arbeidsongeschikt voor 60%. Dit betekent dat je over 50% van je pensioengevend loon verminderd met de geldende franchise premievrij aan pensioen opbouwt (zie tabel in 20.4). Toen je arbeidsongeschikt werd bedroeg je laatste (fulltime) pensioengevend loon bijvoorbeeld € 30.000, de franchise bedroeg € 10.000 en je parttimefactor was 100%. Je opbouwpercentage is dan 1%. Je premievrije pensioenopbouw voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent, bedraagt in dat jaar € 100 (50% * (€ 30.000 - € 10.000 * 1%).
Je wordt het jaar daarop voor 35% arbeidsongeschikt. De lonen in de bedrijfstak zijn per 1 januari van het jaar gestegen met 2%. De franchise is per 1 januari van het jaar gestegen met 1,5%.
Uitwerking:
Als je voor 35% arbeidsongeschiktheid bent, bouw je in deze pensioenregeling over 25% van je pensioengevend loon in dat jaar verminderd met de geldende franchise in dat jaar premievrij aan pensioen op (zie tabel in 20.4). Het (fulltime) pensioengevend loon bedraagt € 30.600 (€ 30.000 * 1,02), de franchise bedraagt € 10.150 (€10.000 * 1,015) en je parttimefactor is 100%. Je premievrije pensioenopbouw voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent, bedraagt in dat jaar € 51,13 (25% * (€ 30.600 - € 10.150 * 1%).
Was je al deels arbeidsongeschikt toen je ging deelnemen aan de pensioenregeling? Dan bouw je premievrij pensioen op over het % dat je arbeidsongeschikt bent volgens het UWV verminderd met het % dat je arbeidsongeschikt was volgens het UWV bij de start van je deelname.
2. Je bent al uit dienst bij je werkgever
Word je minder arbeidsongeschikt? Dan berekenen wij je premievrije pensioenopbouw opnieuw. We doen dit vanaf de dag dat je volgens het UWV minder arbeidsongeschikt bent. Mogelijk bouw je hierdoor minder premievrij pensioen op. Je vindt de tabel in artikel 20.4.
Word je vervolgens weer meer arbeidsongeschikt? Dan berekenen wij je premievrije pensioenopbouw opnieuw. We doen dit vanaf de dag dat je volgens het UWV meer arbeidsongeschikt bent. We houden wel maximaal rekening met je arbeidsongeschiktheid zoals die gold op het moment dat je uit dienst ging bij je werkgever.
20.7. Wanneer is je premievrije pensioenopbouw gestart of wanneer start de premievrije pensioenopbouw?
Je premievrije pensioenopbouw start of is gestart op de dag waarop de WIA-uitkering ingaat. Xxx je bij de start van je deelname al deels arbeidsongeschikt? En word je meer arbeidsongeschikt? Dan start je premievrije pensioenopbouw op de dag dat het UWV je WIA-uitkering aanpast.
20.8. Wanneer stopt de premievrije pensioenopbouw?
Je premievrije pensioenopbouw stopt op;
- de eerste dag van de maand waarin je de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt dan wel uiterlijk op de
pensioenrichtleeftijd wanneer dit eerder is; of
- de dag dat je komt te overlijden;
Ook kan het bestuur van het pensioenfonds besluiten om je premievrije pensioenopbouw stop te zetten.
Ook stopt je premievrije pensioenopbouw als:
a) Je volgens het UWV niet langer 35% arbeidsongeschikt bent;
b) Je niet langer de informatie verstrekt waar het pensioenfonds om vraagt.
De premievrije pensioenopbouw in de situaties als opgenomen onder a) tot en met b) stopt met ingang van een door het bestuur van het pensioenfonds te bepalen datum.
21. Premievrije pensioenopbouw als je arbeidsongeschikt bent en een WAO-uitkering krijgt
Ontvang je een WAO-uitkering? En heeft het pensioenfonds je vóór 31 december 2005 premievrije pensioenopbouw toegekend? Dan geldt voor je de regeling van premievrije pensioenopbouw zoals opgenomen in het op 31 december 2005 geldende pensioenreglement van het pensioenfonds.
Je premievrije pensioenopbouw stopt:
- op de dag dat je komt te overlijden;
- als je volgens het UWV niet langer minimaal 25% arbeidsongeschikt bent;
- op de eerste dag van de maand waarin je de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt dan wel uiterlijk op de
pensioenrichtleeftijd.
XXX EN JE PARTNER GAAN UIT ELKAAR
Gaan jij en je partner uit elkaar? Xxx heeft dat gevolgen voor je reeds opgebouwde ouderdomspensioen en het eventueel opgebouwd partnerpensioen. Je leest meer over het eventueel opgebouwd partnerpensioen in artikel
14.2. Het wezenpensioen verandert niet als je uit elkaar gaat.
22. Scheiding en je ouderdomspensioen
22.1. Wanneer verandert je ouderdomspensioen?
Je ouderdomspensioen verandert in deze situaties:
- Je gaat scheiden en de scheiding is ingeschreven bij de burgerlijke stand.
- Je gaat scheiden van tafel en bed en de scheiding van tafel en bed is ingeschreven bij het huwelijksgoederenregister..
- Je beëindigt je geregistreerd partnerschap en de beëindiging van het geregistreerd partnerschap is ingeschreven bij de burgerlijke stand. Dit komt niet doordat een van jullie overlijdt of wordt vermist. Ook niet doordat je je geregistreerd partnerschap omzet in een huwelijk.
Xxxx je samen? En gaan jullie uit elkaar? Xxx verandert er niets in je ouderdomspensioen.
22.2. Je ex-partner krijgt recht op een deel van je ouderdomspensioen
Ga je uit elkaar en was je getrouwd of had je een geregistreerd partnerschap? Xxx krijgt je ex-partner recht op de helft van het ouderdomspensioen dat je tijdens jullie huwelijk of geregistreerd partnerschap hebt opgebouwd in deze pensioenregeling. Dit heet verevening. Het is geregeld in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.
Je hebt 2 mogelijkheden:
- Jij of je ex-partner kan het pensioenfonds vragen dit eigen deel aan je ex-partner te betalen. We doen dit dan als jij met pensioen gaat. Vraag dit wel binnen 2 jaar na de scheiding bij het pensioenfonds aan. Dit doe je met het formulier ‘Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen’. Download het formulier op xxxxxxxx.xx. Of vraag het aan bij het pensioenfonds.
- Regel je samen niets? Dan moet jij zelf het deel van je pensioen aan je ex-partner betalen als je met pensioen gaat.
Is het bruto pensioen voor je ex-partner lager dan € 520,35 per jaar (2022). Dan heeft hij of zij geen recht op betaling. Het pensioen blijft dan bij jou staan en wordt aan jou uitgekeerd. Dit staat in de wet.
22.3. Kunnen jullie samen iets anders afspreken?
Ja, dat kan. Als je dat maar samen afspreekt. Je wilt bijvoorbeeld:
1. dat je ex-partner geen ouderdomspensioen krijgt. Of meer óf minder dan de helft van het ouderdomspensioen dat je tijdens jullie samenzijn opbouwde in deze pensioenregeling. Dit doe je in je notarieel vastgelegde huwelijkse voorwaarden, de voorwaarden van geregistreerd partnerschap of in een schriftelijke scheidingsovereenkomst. Alle voorwaarden staan in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding;
2. kiezen voor conversie. Bij conversie maak je samen afspraken over het deel van het ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen (artikel 24) waar je ex-partner recht op heeft. Deze 2 rechten zet je om in een eigen aanspraak op ouderdomspensioen voor je ex-partner. Dat ouderdomspensioen gaat dan in en stopt op de tijdstippen die gelden voor het normale ouderdomspensioen volgens deze pensioenregeling op de leeftijd van de ex-partner. Conversie is alleen mogelijk als het pensioenfonds daarmee schriftelijk instemt.
22.4. Wanneer start en stopt het pensioen van je ex-partner?
Je ex-partner krijgt zijn of haar verevende pensioen (zie artikel 22.2 en 22.3) als jij met pensioen gaat. Dit is dus op je 68e. Xxxx je ervoor om eerder of later met pensioen te gaan? Xxx krijgt je ex-partner ook eerder of later pensioen.
Krijgen wij het formulier voor de verdeling nadat je pensioen is ingegaan? Dan start het pensioen van je ex- partner op de 1e dag van de maand nadat wij het formulier ontvangen.
Het pensioen voor je ex-partner stopt op deze momenten:
- Je ex-partner overlijdt. Het pensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je ex-partner overlijdt.
- Jij overlijdt. Het pensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin jij overlijdt.
- Jij en je partner trouwen opnieuw met elkaar. En wij horen dat van jullie. Het pensioen stopt op de 1e dag van de maand nadat wij dit bericht krijgen.
Trouwen jij en je ex-partner opnieuw met elkaar? En wil je het pensioen weer zelf krijgen? Schrijf het pensioenfonds dan een brief. Dit kan ook als jullie (weer) geregistreerd partners worden. Of als je niet meer gescheiden bent van tafel en bed en dit in het huwelijksgoederenregister hebt laten opnemen. Jij en je partner ondertekenen beiden de brief.
Overlijd je ex-partner? Dan betalen wij zijn of haar deel van je ouderdomspensioen voortaan aan jou uit. Dit is niet het geval als je hebt gekozen voor conversie.
23. Scheiding en het opgebouwd partnerpensioen
23.1. Wanneer verandert het opgebouwd partnerpensioen?
Het opgebouwd partnerpensioen verandert in deze situaties:
- Je gaat scheiden en de scheiding is ingeschreven bij de burgerlijke stand.
- Je bent gescheiden van tafel en bed en je huwelijk is daarna ontbonden en deze ontbinding is ingeschreven bij de burgerlijke stand.
- Je beëindigt je geregistreerd partnerschap en de beëindiging van het geregistreerd partnerschap is ingeschreven bij de burgerlijke stand. Dit komt niet doordat een van jullie overlijdt of wordt vermist. Ook niet doordat je je geregistreerd partnerschap omzet in een huwelijk.
- Je woont samen en gaat uit elkaar. Je maakt samen een verklaring of een brief die jullie beide ondertekenen en voegt kopieën van jullie identiteitsbewijzen toe. Daarin staat de datum dat jullie stoppen met samenwonen. Of je stuurt het pensioenfonds een kopie van een aangetekende brief aan je (ex)partner of een notaris waarin staat per welke datum jullie stoppen met samenwonen.
Zet je je geregistreerd partnerschap om in een huwelijk? Of woon je samen en worden jullie geregistreerd partners of trouwen jullie? Dan verandert er niets in het opgebouwd partnerpensioen.
23.2. Je ex-partner krijgt recht op een deel van het opgebouwd partnerpensioen
Ga je uit elkaar? Xxx krijgt je ex-partner recht op het tot de scheiding, beëindiging van het geregistreerd partnerschap, de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of het moment van uit elkaar gaan opgebouwd partnerpensioen in deze pensioenregeling. Dit heet bijzonder partnerpensioen. Er is dus geen recht op bijzonder partnerpensioen als je geen recht hebt op opgebouwd partnerpensioen.
Je ex-partner krijgt een bewijs van het bijzonder partnerpensioen. Xxxxxxx krijgt een kopie van dit bewijs.
23.3. Kunnen jullie samen iets anders afspreken?
Ja, dat kan. Als je dat maar samen afspreekt. Je wilt bijvoorbeeld dat je ex-partner geen opgebouwd partnerpensioen krijgt. Of minder opgebouwd partnerpensioen dan je tot je scheiding opbouwde. Dit doe je in je huwelijkse voorwaarden, de voorwaarden van geregistreerd partnerschap, een samenlevingsovereenkomst of een schriftelijke scheidingsovereenkomst. Het is ook mogelijk dat je ex-partner eenzijdig schriftelijk afstand doet van het recht op bijzonder partnerpensioen. Het pensioenfonds moet wel schriftelijk instemmen met de door je en je ex-partner gemaakte afspraken of met de afstandsverklaring.
23.4. Wanneer start en stopt het bijzonder partnerpensioen?
Je ex-partner krijgt bijzonder partnerpensioen als jij overlijdt. Het pensioen start op de 1e dag van de maand waarin je overlijdt. Het pensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je ex-partner overlijdt.
Dit geldt ook:
- Heb je meerdere ex-partners? Xxx krijgt elke ex-partner alleen het bijzonder partnerpensioen dat je opbouwde ná je vorige scheiding. En tot jullie uit elkaar gingen;
- Je ex-partner kan zijn of haar bijzonder partnerpensioen na je overlijden (gedeeltelijk) overdragen aan je nieuwe partner of een andere ex-partner van jou. Dit moet wel worden vastgelegd in een notariële akte, de overdracht kan niet worden herroepen en het pensioenfonds moet ermee instemmen.
OVER DE BETALING VAN JE PENSIOEN
24.1. Hoe betalen we je pensioen?
Gaat je pensioen in? Dan krijg je elke maand een pensioenuitkering van het pensioenfonds. We maken de uitkering in euro’s over op de bankrekening die jij doorgeeft.
Je krijgt elke maand 1/12 deel van je pensioen in dat jaar. Wij houden hierop loonbelasting en premies voor de sociale verzekeringen in. Die betaalt het pensioenfonds aan de Belastingdienst.
24.2. Wat geldt als je in het buitenland woont?
Xxxx je in het buitenland? Dan vragen wij 1 keer per jaar een bewijs van in leven zijn (Attestatie de Vita) van je. Wij horen het namelijk niet vanzelf van de buitenlandse overheid als je overlijdt. Daarom moeten je nabestaanden dit in elk geval aan het pensioenfonds melden. Een voorwaarde voor pensioen is immers dat je nog leeft.
Dit geldt voor de betaling van je ouderdomspensioen. Maar ook voor het partnerpensioen, bijzonder
partnerpensioen en wezenpensioen.
25. Vervallen of afkopen van je pensioen
25.1. Wanneer vervalt je pensioen?
Stopt je deelname aan onze pensioenregeling? Dan vervalt je risico partnerpensioen en je risico wezenpensioen. Heb je een heel klein pensioen bij het pensioenfonds opgebouwd? Namelijk een pensioen van € 2,- bruto per jaar of minder? Dan vervalt dat hele kleine pensioen eveneens.
25.2. Wat is afkoop van pensioen?
Heb je een pensioen bij het pensioenfonds opgebouwd van meer dan € 2,-, maar minder dan € 520,35 bruto per jaar pensioen (2022)? In een beperkt aantal situaties mag het fonds je pensioen in 1 keer betalen. Dit heet afkoop. Je ontvangt daardoor geen pensioenuitkering meer van het pensioenfonds.
Afkoop is geregeld in de wet.
25.3. Wanneer en hoe kopen wij je pensioen af?
Dit zijn de regels:
- Ben je uit dienst? En neem je niet langer deel aan de pensioenregeling? Dan is je opgebouwde pensioen voor het pensioenfonds een klein pensioen als het pensioen meer is dan € 2 maar minder dan € 520,35 bruto per jaar (2022). Het pensioenfonds probeert minstens 5 keer in 5 jaar tijd het pensioen automatisch over te dragen. Lukt dat niet, dan mag het pensioenfonds je pensioen daarna afkopen.
- Ga je uit dienst? En neem je niet langer deel aan de pensioenregeling? En ga je met pensioen? Dan is je opgebouwde pensioen voor het pensioenfonds een klein pensioen als het pensioen lager is dan de wettelijke afkoopgrens? Dit is in 2022 € 520,35. We kopen je pensioen dan op dát moment af. Je hoort dit uiterlijk 6 maanden nadat je aangegeven hebt met pensioen te willen gaan. Het pensioenfonds koopt alleen af als je toestemming geeft voor de afkoop.
- Krijg je een bericht over de afkoop van pensioen? Xxx geldt dit voor je ouderdomspensioen en eventueel
opgebouwd partner- en wezenpensioen.
- Je krijgt 1 bedrag aan pensioen op je rekening. Daarna krijg je geen pensioen meer van het pensioenfonds.
- Gaat het partnerpensioen of wezenpensioen in? En is het partnerpensioen lager dan de wettelijke afkoopgrens? Dan kopen wij deze pensioenen af en betalen wij dit geld aan je partner en/of kinderen. Je partner en/of kinderen horen dit uiterlijk 6 maanden na je overlijden.
- Heeft je ex-partner een klein pensioen? En kopen wij dit af? Dan betalen wij dit geld aan je ex-partner. Je ex-
partner hoort dit uiterlijk 6 maanden na je overlijden.
25.4. Hoeveel geld krijg je, je (ex)partner of je kind als wij het pensioen afkopen?
We kijken naar het opgebouwde pensioen per jaar. Maar ook naar je leeftijd, de leeftijd van je (ex)partner of je kinderen en enkele andere factoren. Daarom is het bedrag (de afkoopsom) hoger dan het pensioen per jaar. Op de afkoopsom houden we nog loonbelasting en premies in. Die betaalt het pensioenfonds aan de Belastingdienst. In bijlage 3 zijn de afkoopfactoren waarmee het pensioenfonds rekent opgenomen.
OVER DE KOSTEN VAN DE PENSIOENREGELING
26. De pensioenpremie
26.1. Wie betaalt de premie voor de pensioenregeling?
Maandelijks betalen jij en je werkgever premie voor je pensioen. In Bijlage 1 staat hoeveel jij en je werkgever betalen. Je werkgever houdt de premie, die jij moet betalen, elke maand in op je salaris. Je werkgever betaalt de totale premie aan het pensioenfonds. De premie is een percentage van je pensioengrondslag en vind je in Bijlage
1. De pensioengrondslag is de basis voor je pensioen. Je leest meer hierover in artikel 5 en de begrippenlijst.
Dit geldt ook:
- Indien je vrijwillig pensioen opbouwt in de pensioenregeling, betaal je zelf de totale premie voor je pensioen. Je leest meer hierover in artikel 18.
- Indien je (deels) premievrij pensioen opbouwt in verband met arbeidsongeschiktheid, betaalt het pensioenfonds (deels) de premie. Je leest meer hierover in artikel 20 en 21.
- Ben je ziek? En krijg je in het tweede ziektejaar minder loon uitbetaald van je werkgever. Dan betaalt het
pensioenfonds de premie over het verschil in loon voor je ziekte en je loon in het tweede ziektejaar;
- Val je onder de cao voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven en bereik je binnen 10 jaar de pensioenrichtleeftijd? En heb je gekozen voor een lichtere functie om langer te kunnen doorwerken? Je leest meer hierover in 5.1. Dan betaalt je werkgever de hiervoor verschuldigde extra premie tot maximaal 8% van de premie die verschuldigd zou zijn voordat je een lichtere functie had gekozen.
26.2. Hoe berekenen wij je premie?
De premie is een percentage van de pensioengrondslag. Werk je parttime? Dan vermenigvuldigen we de pensioengrondslag eerst met je parttimepercentage. Xxx je deels arbeidsongeschikt? Dan betaal je minder premie. Xxx je volledig arbeidsongeschikt? Dan hoef je geen premie te betalen. Je leest alle voorwaarden in artikel 20 en 21.
Tijdens het tweede ziektejaar wordt de pensioengrondslag waarover de premie moet worden betaald anders vastgesteld. De pensioengrondslag tijdens het tweede ziektejaar is het pensioengevend loon tijdens het tweede ziektejaar verminderd met de franchise. Het pensioengevend loon tijdens het tweede ziektejaar is het werkelijke salaris op de eerste dag van het tweede ziektejaar inclusief eventuele cao-loonsverhogingen tussen 1 januari en de eerste dag van het tweede ziektejaar, omgerekend naar een fulltime jaarsalaris. Dit wordt bij een eventuele volgende verlaging van het loondoorbetalingspercentage opnieuw vastgesteld en per 1 januari opnieuw bepaald. Zie voor welke looncomponenten meegenomen moeten worden artikel 5.
26.3. Wat doen we met de premies?
Het pensioenfonds belegt de premies om je pensioenopbouw te financieren en de stijging van de prijzen zo veel mogelijk bij te houden. Met sparen alleen lukt dat niet. Het pensioenfonds gebruikt ook een deel van de premie voor de kosten die het pensioenfonds maakt om je pensioen te regelen bijvoorbeeld administratie- en beleggingskosten.
27. Welke informatie krijg je?
Als je gaat deelnemen aan deze pensioenregeling, dan krijg je binnen 1 maand na aanmelding door je werkgever maar uiterlijk binnen 3 maanden na aanvang deelneming een startbrief (laag 1 van Pensioen1-2-3) van het pensioenfonds. Daarin krijg je alle eerste informatie die belangrijk is voor je pensioen. Je leest ook waar je extra informatie kunt vinden. Daarnaast bevat deze startbrief algemene informatie over de wijze waarop het pensioenfonds omgaat met persoonsgegevens. Nadere informatie over gegevensverwerking vind je in het privacyreglement van het pensioenfonds
Je krijgt geen startbrief als je binnen 6 maanden na je uitdiensttreding opnieuw deelnemer wordt bij het pensioenfonds Informatie die sinds je uitdiensttreding is gewijzigd, ontvang je wel. Je ontvangt ook informatie als je pensioengevend loon, franchise, opbouwpercentage en premie veranderen omdat je in een andere sector werkzaam bent. Meer informatie vind je in artikel 5 en in Bijlage 1.
Xxx je deelnemer in het pensioenfonds, dan krijg je elk jaar een Uniform Pensioenoverzicht. In dit overzicht staat:
- het pensioenbedrag dat je hebt opgebouwd;
- het pensioenbedrag dat je kan bereiken als je bij het pensioenfonds pensioen blijft opbouwen;
- informatie over verhoging van je pensioen (toeslag);
- informatie over verlaging van xx xxxxxxxx;
- de groei van je pensioen in het afgelopen jaar (factor A);
- informatie over je pensioenrichtleeftijd;
- informatie over de premie die jij en je werkgever betalen;
- informatie over garanties;
- informatie over het land waar de pensioenregeling is ondergebracht en de toezichthouder waar het pensioen onder valt;
- informatie over de dekkingsgraad van het pensioenfonds.
Stopt je deelname aan het pensioenfonds, dan krijg je binnen zes maanden een overzicht van het door jou opgebouwde pensioen. Daarin staat
- Het pensioenbedrag dat je hebt opgebouwd;
- Of je partner en kinderen nog recht hebben op pensioen als jij overlijdt;
- Informatie over verhoging van je pensioen (toeslag);
- Informatie over het beëindigen van je deelneming aan de pensioenregeling die voor jou van belang is;
- Informatie over verlaging van je pensioen;
- Informatie over een eventuele afkoop van je pensioen of (automatische) overdracht aan de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever;
- Informatie over het vervallen van je pensioen als dit pensioen per jaar € 2 of minder bedraagt;
- Wat er gebeurt als je arbeidsongeschikt wordt;
- Of het fonds een herstelplan heeft;
- Op welke website je het Pensioenregister kunt raadplegen.
Daarna krijg je elk jaar een pensioenoverzicht van het pensioenfonds.
Wijzigt dit pensioenreglement en heeft dat gevolgen voor jouw pensioen? Xxx informeren wij je binnen drie maanden.
Is je je pensioen overgedragen naar een nieuwe pensioenuitvoerder? Dan krijg je die informatie voortaan van je nieuwe pensioenuitvoerder.
Ga je met pensioen? Dan krijg je een brief over de start van je pensioen. Daarin staat:
- Hoeveel pensioen je hebt opgebouwd;
- Of je partner- en wezenpensioen hebt opgebouwd en hoeveel;
- Informatie over een eventuele afkoop van je pensioen;
- Informatie over verhoging van je pensioen (toeslag);
- Informatie over verlaging van je pensioen;
- welke eigen keuzes je kan maken voor je pensioen.
27.5. Je krijgt pensioen van het pensioenfonds
Is je pensioen ingegaan? Dan krijg je elk jaar een opgave van je pensioen. Daarin staat:
- Hoeveel pensioen je in dat jaar krijgt;
- Of je partner- en wezenpensioen hebt opgebouwd;
- Informatie over verhoging van je pensioen (toeslag);
- Informatie over verlaging van je pensioen;
- Informatie over garanties;
- Informatie over het land waar de pensioenregeling is ondergebracht en de toezichthouder waar het pensioen onder valt;
- Overige informatie die specifiek voor jou van belang is.
Wijzigt dit pensioenreglement en heeft dat gevolgen voor jouw pensioen? Xxx informeren wij je binnen drie maanden.
27.6. Je gaat scheiden of bent gescheiden
Heeft je ex-partner recht op bijzonder partnerpensioen als jij overlijdt? Xxx krijgt je ex-partner:
- een overzicht van het pensioen dat van de ex-partner is.
- Informatie over een eventuele afkoop van het pensioen;
- Informatie over verhoging van het pensioen (toeslag);
- Informatie over verlaging van het pensioen;
- Overige informatie die specifiek voor hem of haar van belang is.
Daarna krijgt je ex-partner elke 5 jaar een opgave van dit pensioen.
Je kan ook zelf contact opnemen als je wilt weten hoeveel pensioen je hebt. Of hoeveel pensioen je kan krijgen als je bij het pensioenfonds pensioen blijft opbouwen. Je krijgt dan binnen 3 maanden een overzicht. Het pensioenfonds mag je wel vragen de kosten te betalen. Of kijk op xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. Daarop staat je AOW en een overzicht van al je te bereiken pensioen bij de verschillende pensioenuitvoerders. Je kunt ook kijken op de website van het pensioenfonds, xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx
27.8. Ga je verhuizen naar het buitenland?
Als je de verhuizing naar het buitenland hebt gemeld bij het pensioenfonds, dan krijg je dezelfde informatie van het pensioenfonds als wanneer je in Nederland was blijven wonen.
27.9. Informatie op de website
Wil je meer weten over de pensioenregeling of de uitvoering daarvan? Kijk dan op xxxxxxxxxxxxxx.xx.
28. Welke informatie geef je het pensioenfonds?
28.1. Wat zijn je verplichtingen?
Vraagt het pensioenfonds jou om informatie? Dan moet je die informatie geven binnen de door het pensioenfonds gestelde termijn. Het pensioenfonds heeft die informatie nodig om je pensioen goed te regelen. Of te betalen.
28.2. Wat gebeurt er als je het pensioenfonds geen informatie geeft?
Geef je het pensioenfonds geen informatie? Of is je informatie niet juist of niet volledig? Dan moet je misschien pensioen terugbetalen. Of je krijgt voortaan geen of minder pensioen. Dat geldt ook voor het pensioen voor je nabestaanden.
28.3. Hoe gaan wij om met je (persoons)gegevens die wij ontvangen?
Alle verstrekte (persoons)gegevens worden door het pensioenfonds verwerkt overeenkomstig de geldende
privacyregelgeving.
Je hebt ten aanzien van de verstrekte persoonsgegevens de volgende rechten:
1. het recht op inzage en correctie;
2. het recht op beperking van de verwerking;
3. het recht van verzet tegen verwerking van persoonsgegevens;
4. het recht op vergetelheid;
5. het recht op dataportabiliteit.
Je kunt bovenstaande rechten inroepen, tenzij het pensioenfonds daardoor niet meer in staat is de pensioenregeling goed uit te kunnen voeren of te voldoen aan wettelijke verplichtingen.
In het privacyreglement van het pensioenfonds zijn de nadere bepalingen en de toelichting op bovenstaande rechten opgenomen.
29. Onvoorziene situaties en geschillen
Komen er situaties voor die niet geregeld zijn in dit pensioenreglement? Xxx beslist het bestuur van het
pensioenfonds hierover. Het bestuur houdt hierbij rekening met de geldende wet- en regelgeving.
In een individueel geval waarin de toepassing van het pensioenreglement zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid tegenover een deelnemer, een gewezen deelnemer of een pensioengerechtigde, kan het bestuur afwijken van het pensioenreglement.
Alle klachten en geschillen over dit pensioenreglement worden behandeld volgens de klachten- en geschillenregeling van het pensioenfonds.
Het pensioenfonds mag je opgebouwde pensioen niet afkopen. Dit mag alleen als je een klein pensioen bij het
pensioenfonds hebt opgebouwd. Je leest meer hierover in 25.
Je kan je opgebouwde pensioen ook niet:
- aan een ander overdragen, vervreemden of prijsgeven.
- in zekerheid geven aan een ander. Bijvoorbeeld als je een schuld hebt aan de bank of een bedrijf.
Je pensioen blijft dus voor jou staan. Zo heb je een inkomen als je met pensioen gaat.
31. Kunnen de pensioenen omlaag gaan?
Het pensioenfonds kan besluiten om de pensioenen uit deze pensioenregeling te verlagen.
Dit kan in deze situatie:
- De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds is te laag. Dit is de verhouding tussen de pensioenverplichtingen op langere termijn en het vermogen van het pensioenfonds. Het vermogen van het pensioenfonds is lager dan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen dat het pensioenfonds op basis van de wet moet hebben;
- Het pensioenfonds is niet in staat om binnen een redelijke termijn het vermogen van het pensioenfonds gelijk te krijgen aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en
- We hebben al andere overige maatregelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, die in het herstelplan staan genomen. We kunnen dus alleen nog de pensioenen verlagen.
Eventuele verlagingen van pensioenen die voortkomen uit het herstelplan worden gespreid over een periode van 10 jaar. De verlaging wordt in het eerste jaar direct doorgevoerd. Na elk jaar wordt opnieuw bekeken of een verlaging nodig is.
Eventuele verlagingen van het pensioen die komen doordat het minimaal vereist eigen vermogen te laag is, worden eveneens gespreid over een periode van 10 jaar. De verlagingen worden elk jaar direct doorgevoerd.
Op xxxxxxxxxxxxxx.xx lees je meer over de beleidsdekkingsgraad en een eventueel herstelplan.
Verlaagt het pensioenfonds de pensioenen? Dan informeert het pensioenfonds degene van wie het pensioen verlaagd wordt en de werkgevers. Deelnemers, gewezen deelnemers en werkgevers sturen wij uiterlijk 1 maand
voordat de pensioen omlaag gaan een brief. Pensioengerechtigden worden tenminste drie maanden vóór de verlaging geïnformeerd. Ook informeert het pensioenfonds De Nederlandsche Bank voordat het pensioenfonds de verlaging doorvoert.
Heeft het bestuur in het verleden besloten om de pensioenen te verlagen? Dan kan het bestuur beslissen om deze verlaging te herstellen. Of een verlaging hersteld wordt hangt af van de financiële positie van het pensioenfonds.
32. Moeten we de pensioenregeling aanpassen van de belastingdienst?
We blijven bij de uitvoering van de pensioenregeling binnen de grenzen van de wet- en regelgeving; zo nodig worden de volgens dit pensioenreglement vastgestelde pensioenen beperkt tot bedragen die voldoen aan de wet- en regelgeving.
Voldoet deze pensioenregeling volgens de Belastingdienst niet aan de wet- en regelgeving? Dan past het pensioenfonds deze pensioenregeling direct aan. Dat doet het pensioenfonds met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum of de laatste wijziging van het pensioenreglement. Hierover bericht het pensioenfonds je.
33. Wat geldt als mijn werkgever geen premie heeft betaald?
Heb je recht op deelname aan deze pensioenregeling, maar heeft je werkgever geen premie voor je betaald? Je bouwt dan wel pensioen bij het pensioenfonds op. Dit geldt niet als:
- Er sprake is van kwade trouw bij jou en je werkgever. Hiervan is in ieder geval sprake als je werkgever
welbewust de premie niet heeft betaald en jij hiermee hebt ingestemd.
- Om een andere reden niet van het fonds kan worden verwacht om pensioen aan jou, je partner of je kinderen
toe te kennen.
Dit pensioenreglement geldt vanaf 1 januari 2020. In dit hoofdstuk lees je wat de afspraken zijn voor het pensioen dat je daarvóór bij het pensioenfonds of bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel opbouwde.
34.1. Voor wie gelden deze overgangsbepalingen?
De regels in dit artikel gelden als je vóór 2020 werkzaam was in de Meubelindustrie en meubileringsbedrijven, tentoonstellingsbouw of orgelbouw en deelnam aan de pensioenregeling van het pensioenfonds.
34.2. Wat gebeurt er met je ouderdomspensioen uit de pensioenregeling die gold tot 1 januari 2020?
Het ouderdomspensioen dat je als deelnemer, gewezen deelnemer of (deels) arbeidsongeschikte bij het pensioenfonds hebt opgebouwd tot 1 januari 2020 ging uit van een pensioenleeftijd 67. Dit ouderdomspensioen is per 1 januari 2020 omgezet in een pensioen dat ingaat op je 68e. Je pensioen gaat hierdoor omhoog. Kijk voor een voorbeeldberekening in bijlage 3 Berekening van de keuzes voor je pensioen. Voor dit omgezette pensioen geldt vanaf 1 januari 2020 dit pensioenreglement.
Het eventuele bij het pensioenfonds opgebouwd (bijzonder) partner- en wezenpensioen blijft gelijk. Voor deze pensioenen geldt vanaf 1 januari 2020 dit pensioenreglement.
34.4. Wat geldt als je arbeidsongeschikt bent?
Was je vóór 1 januari 2020 (deels) arbeidsongeschikt en werd er pensioen voor je opgebouwd zonder dat je hiervoor premie betaalde? En ben je na 1 januari 2020 nog steeds (deels) arbeidsongeschikt en voldoe je nog steeds aan de voorwaarden in artikel 19 en 20? Dan bouw je vanaf 1 januari 2020 pensioen op volgens dit pensioenreglement.
34.5. Wat geldt er als het pensioen is ingegaan voor 1 januari 2020?
Is je pensioen vóór 1 januari 2020 ingegaan? Dan gelden voor jou de regels als opgenomen in de pensioenregeling zoals die gold tot 31 december 2019 van het pensioenfonds. Voor de eventuele verhogingen (toeslagen) en verlagingen die je krijgt, gelden de regels als opgenomen in dit pensioenreglement.
Dit geldt ook:
- Kom je te overlijden? En bedraagt het (bijzonder) partnerpensioen en het wezenpensioen minder dan de
wettelijke afkoopgrens? Dan worden deze pensioenen afgekocht op basis van dit pensioenreglement.
34.6. Premievrije aanspraken op prepensioen
Heb je vóór 2006 deelgenomen aan de prepensioenregeling van het pensioenfonds? En heb je er niet voor gekozen om je prepensioen om te zetten in ouderdomspensioen? Dan geldt voor deze prepensioenen het op 31 december 2005 geldende prepensioenreglement van het pensioenfonds.
35. Automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen ontstaan voor 1 januari 2019
Pensioenaanspraken onder de wettelijke afkoopgrens (2022: € 520,35) worden automatisch overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder van de gewezen deelnemer. Het nieuwe systeem van automatische waardeoverdracht geldt voor gewezen deelnemers waarbij de deelneming is geëindigd vanaf 1 januari 2018.
Het bestuur heeft tevens besloten tot automatische uitgaande waardeoverdracht van kleine pensioenen ontstaan vóór 1 januari 2018.
36. Regels voor je pensioen tot 1 januari 2020 (Houthandel)
36.1. Voor wie gelden de overgangsbepalingen?
De regels in dit artikel gelden als je vóór 2020 werkzaam was in de Houthandel en deelnam aan de (pre)pensioenregeling van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel.
De pensioenaanspraken die je als deelnemer, gewezen deelnemer of (deels) arbeidsongeschikte bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel hebt opgebouwd tot 1 januari 2020 zijn door middel van een collectieve waardeoverdracht (artikel 84 Pensioenwet) omgezet in gelijke pensioenaanspraken bij Pensioenfonds Meubel. Je ouderdomspensioen gaat nog steeds in op je 68e. Ook al ingegane pensioenen zijn omgezet in gelijke pensioenrechten bij Pensioenfonds Meubel. Daarnaast is ten tijde van de collectieve waardeoverdracht een eenmalige verhoging van 5,0% toegekend. Voor deze omgezette pensioenaanspraken en pensioenrechten geldt vanaf 1 januari 2020 dit pensioenreglement.
Ten tijde van de collectieve waardeoverdracht vanuit Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel op 1 januari 2020 is een voorziening gevormd waaruit de deelnemers die op 31 december 2019 pensioen- of aanspraakgerechtigd waren bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel, per 1 januari 2021 en 1 januari 2022 onvoorwaardelijke toeslagverlening is toegekend, en wel van 1,0% per 1 januari 2021 en 1,75% per 1
januari 2022.
De toeslag wordt verleend over de pensioenaanspraken en pensioenrechten per 1 januari 2020, inclusief de eenmalige verhoging die ten tijde van de collectieve waardeoverdracht is toegekend.
Xxx je vanaf 1 januari 2020 zonder onderbreking deelnemer bij het pensioenfonds en overlijd je terwijl je nog deelnemer bent bij het pensioenfonds, dan telt het ouderdomspensioen dat je bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel hebt opgebouwd vanaf 1 januari 2012, mee bij het berekenen van het partner- en wezenpensioen.
36.3. Wat geldt als je arbeidsongeschikt was op 31 december 2019?
Was je vóór 1 januari 2020 (deels) arbeidsongeschikt in de pensioenregeling van Pensioenfonds Houthandel en werd er pensioen voor je opgebouwd zonder dat je hiervoor premie betaalde? En ben je na 1 januari 2020 nog steeds (deels) arbeidsongeschikt en voldoe je aan de voorwaarden in artikel 19 en 20? Dan bouw je vanaf 1 januari 2020 pensioen op volgens dit pensioenreglement.
Dit geldt ook:
• Was je pensioengevend loon op 31 december 2019 meer dan het maximum pensioengevend loon bij Pensioenfonds Meubel? Dan gaan we voor de premievrije opbouw uit van dat hogere pensioengevende loon.
36.4. Wat geldt als je ziek was op 31 december 2019?
Was je ziek op 31 december 2019? En leidt deze ziekmelding tot een uitkering volgens de WIA? Dan is artikel 20 van dit pensioenreglement van toepassing.
Dit geldt ook:
• Was je pensioengevend loon op 31 december 2019 hoger dan het maximum pensioengevend loon bij Pensioenfonds Meubel? Dan gaan we voor de premievrije opbouw uit van dat hogere pensioengevende loon.
Sector Meubelindustrie en meubileringsbedrijven, tentoonstellingsbouw en orgelbouw
Sector Meubelindustrie en meubileringsbedrijven, tentoonstellingsbouw en orgelbouw | |
Franchise | € 14.913 |
Maximum pensioengevend loon | € 63.554 |
Opbouwpercentage | 1,67% |
Premie totaal (% pensioengrondslag) | 26,3% |
- premiedeel werkgever | 13,15% |
- premiedeel werknemer | 13,15% |
Xxxxxx Xxxxxxxxxx
Xxxxxx Xxxxxxxxxx | |
Xxxxxxxxx | € 21.339 |
Maximum pensioengevend loon | € 63.554 |
Opbouwpercentage | 1,875% |
Premie totaal (% pensioengrondslag | 26,6% |
- premiedeel werkgever | 13,3% |
- premiedeel werknemer | 13,3% |
Daarnaast wordt 3,2% premie gefinancierd uit de bestemmingsreserve sociale partners houtbedrijf.
Werkgevers die vrijwillig zijn aangesloten bij het pensioenfonds en waarvoor de pensioenregeling voor de sector houthandel van toepassing is.
MDH Holding B.V.
Stichting Hout Opleidingscentrum
BIJLAGE 2: WAT BEDOELEN WE MET …?
Hier vind je een begrippenlijst. Daarin leggen we lastige begrippen uit.
Afkoop
Het pensioenfonds betaalt je pensioenaanspraak of pensioenrecht in één keer uit. Het pensioenfonds mag dit doen als je niet meer deelneemt aan de pensioenregeling en je pensioenaanspraak of pensioenrecht minder bedraagt dan de wettelijke afkoopgrens. Na afkoop heb je geen recht meer op pensioen bij het pensioenfonds. En ook je partner of kinderen hebben geen recht meer op pensioen als je komt te overlijden.
AOW
AOW staat voor Algemene Ouderdomswet. De AOW is een basispensioen van de overheid. Iedereen die in Nederland woont of heeft gewoond en de AOW-leeftijd heeft bereikt, heeft recht op AOW. De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog. Je leest op xxx.xx precies wat de voorwaarden zijn. En wanneer je AOW ingaat. XXX ontvang je naast het pensioen dat je van het pensioenfonds ontvangt of gaat ontvangen.
Arbeidsongeschiktheid
Als je ziek bent of wordt is je werkgever verplicht om je salaris gedurende maximaal 2 jaar (deels) door te betalen. In de periode dat je werkgever je salaris (deels) doorbetaalt, wordt je pensioenopbouw voortgezet bij het pensioenfonds. Ben je na bijna 2 jaar nog steeds ziek, dan kun je een WIA-uitkering bij het UWV aanvragen. Op het moment dat je een WIA-uitkering ontvangt, ben je arbeidsongeschikt als bedoeld in deze pensioenregeling.
Automatische waardeoverdracht
Dit is een recht van het pensioenfonds om opgebouwde pensioenaanspraken onder de wettelijke grens (2022: € 520,35 bruto per jaar) automatisch over te dragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. De nieuwe pensioenuitvoerder is verplicht hieraan mee te werken.
Beleidsdekkingsgraad
Iedere maand stelt het pensioenfonds een dekkingsgraad vast. De dekkingsgraad van een pensioenfonds is de verhouding tussen de pensioenverplichtingen op langere termijn en het vermogen van een pensioenfonds. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf maandelijkse dekkingsgraden.
Bestuur
Het bestuur van het pensioenfonds.
Betrokkene
Dit is de geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen zoals opgenomen onder artikel 1 lid 3 in het privacyreglement van het pensioenfonds.
Bijzonder partnerpensioen
Dit is een uitkering voor je ex-partner als jij overlijdt.
Cao
Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven en/of Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Tentoonstellingsbouw en/of Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Orgelbouw en/of de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Houthandel
Conversie
Bij echtscheiding kunnen deelnemer en ex-partner overeenkomen dat de pensioenen die aan de ex-partner toekomen (deel van het ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen) worden omgezet in een eigen pensioen voor de ex-partner. Dit noemen we conversie.
Consumentenprijsindexcijfer alle bestedingen afgeleid
De Consumentenprijsindex alle bestedingen afgeleid geeft de prijsontwikkeling weer van goederen en diensten die Nederlandse huishoudens aanschaffen voor consumptie. Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert maandelijks deze informatie.
Deelnemer
Je bent deelnemer aan deze pensioenregeling als:
- Je 21 jaar of ouder bent maar jonger dan 68 jaar;
- Je een arbeidsovereenkomst hebt met een werkgever in de meubelindustrie en meubileringsbedrijven, tentoonstellingsbouw, orgelbouw of de houthandel;
- Je werkgever verplicht is om zijn werknemers te laten deelnemen aan de pensioenregeling van het pensioenfonds of je werkgever er vrijwillig voor gekozen heeft om haar werknemers te laten deelnemen aan de pensioenregeling van het pensioenfonds; en
- Je geen bestuurder bent van een NV of BV; en
- Je niet bent uitgesloten van deelname op grond van de geldende verplichtstellingsbeschikking
of
Je bent niet meer in dienst bij je werkgever. Maar je bouwt vrijwillig pensioen op of premievrij pensioen op bij het pensioenfonds.
Xxx je een deelnemer? Dan bouw je pensioen op bij het pensioenfonds. Je krijgt dus pensioenaanspraken bij het pensioenfonds.
Ex-partner
De vroegere partner, die door het pensioenfonds als partner in deze pensioenregeling werd gezien.
Factor A
Dit is de aangroei van je pensioenaanspraken in het afgelopen jaar. Het gaat om het pensioen dat je in dat jaar hebt opgebouwd. De jaarlijkse verhogingen (toeslagen) tellen niet mee. Je hebt de factor A misschien nodig voor je belastingaangifte.
Familierechtelijke betrekkingen
Familie- of gezinsverhoudingen die door het familierecht worden erkend. Een familierechtelijke betrekking kan ontstaan uit geboorte tijdens of binnen 306 dagen na het ontbonden huwelijk, erkenning, adoptie en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap.
Franchise
Dit is het deel van je pensioengevend salaris waarover je geen pensioen opbouwt. Hierover betaal je ook geen premies. Bij de opbouw van je pensioen houden we er rekening mee dat je straks AOW van de overheid krijgt. Daarom gebruiken wij een franchise.
Gepensioneerde
De deelnemer of gewezen deelnemer die ouderdomspensioen krijgt. Je pensioen is dus ingegaan. Dit betekent dat je een pensioenrecht hebt bij het pensioenfonds.
Gewezen deelnemer
Je bouwt geen pensioen meer bij het pensioenfonds op. Je bent namelijk uit dienst bij je werkgever, maar nog niet met pensioen.
Op het moment dat je deelname stopt houdt je een pensioenaanspraak bij het pensioenfonds. Gaat je pensioen straks in? Dan word je een gepensioneerde en heb je een pensioenrecht.
Grove schuld
Xxxxx schuld ziet bijvoorbeeld op aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en omvat mede grove onachtzaamheid.
Hoog-laagpensioen
Ga je met pensioen? Dan krijg je levenslang een brutobedrag per maand van het pensioenfonds uitgekeerd. Je kan er voor kiezen om dit bedrag tijdelijk hoger te laten zijn, omdat je bijvoorbeeld nog geen AOW ontvangt. Daarna ontvang je dan levenslang een lager bedrag. Je maakt de keuze voor een hoog-laagpensioen op het moment dat je met pensioen gaat.
Kind
Voor het pensioenfonds is iemand je kind in de volgende situaties:
- je (geadopteerde) kind. Je hebt een familierechtelijke betrekking met dit kind.
- je stief- of pleegkind. Je onderhoudt dit kind en voedt het op als je eigen kind.
Loonindex
Dit is het percentage waarmee de lonen volgens de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven in enig jaar zijn gestegen.
Meubelindustrie en meubileringsbedrijven, tentoonstellingsbouw , orgelbouw of houthandel
De sectoren als bedoeld in de verplichtstellingbeschikking van het pensioenfonds, die afgegeven is door de staatssecretaris van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Minimaal vereist vermogen
Het minimaal vereist eigen vermogen is de ondergrens van het vereist eigen vermogen. Indien het fonds niet over het minimaal vereist vermogen beschikt dient het DNB hier onverwijld van op de hoogte te stellen en een herstelplan op te stellen.
Opgebouwd partnerpensioen
Xxx je voor 2012 deelnemer geweest in het pensioenfonds? En/of is er op het moment dat je deelname aan de pensioenregeling stopte of dat je met pensioen ging een deel van je ouderdomspensioen omgeruild voor partnerpensioen? Dan heb je bij het pensioenfonds ook opgebouwd partnerpensioen.
Het opgebouwd partnerpensioen is een uitkering aan je partner als je overlijdt:
- tijdens de deelname aan deze pensioenregeling;
- nadat je deelname aan de pensioenregeling is gestopt; of
- nadat je met pensioen bent gegaan.
Opgebouwd wezenpensioen
Xxx je voor 2012 deelnemer geweest in het pensioenfonds? En/of is er op het moment dat je deelname aan de pensioenregeling stopte of dat je met pensioen ging een deel van je ouderdomspensioen omgeruild voor wezenpensioen? Dan heb je bij het pensioenfonds ook opgebouwd wezenpensioen. Het opgebouwd wezenpensioen is een uitkering aan je kinderen als je overlijdt:
- tijdens de deelname aan deze pensioenregeling;
- nadat je deelname aan de pensioenregeling is beëindigd; of
- nadat je met pensioen bent gegaan.
Opzet
Willens en wetens (doelgericht) de verboden gedraging verrichten.
Ouderdomspensioen
Dit is een uitkering die je elke maand krijgt van het pensioenfonds. Je krijgt dit pensioen vanaf de 1e dag dat je met pensioen gaat. En zolang je leeft.
Partner
Voor het pensioenfonds is iemand je partner in deze situaties:
- xxxxxx zijn getrouwd of geregistreerd partners; of
- jullie wonen duurzaam samen en staan bij de gemeente ingeschreven op hetzelfde adres. En:
o jullie zijn beiden niet getrouwd of geregistreerd partner met iemand anders. Je hebt dus 1 partner; en
o je partner is geen familie in de rechte lijn. Je partner is dus niet je vader, moeder, opa, oma, je kind of je kleinkind; en
o jullie hebben een samenlevingsovereenkomst getekend bij een notaris, waarin is opgenomen dat de partner recht heeft op partnerpensioen onder herroeping van eerdere begunstiging. Indien er geen herroeping is opgenomen, beslist het bestuur.
Partnerpensioen
Dit is de uitkering voor je partner als je overlijdt. Je partner krijgt dit pensioen zolang hij of zij leeft. Dit is altijd een brutobedrag.
Parttimepercentage
Het percentage dat je werkt volgens je arbeidsovereenkomst. Dit is het aantal uren dat jij werkt gedeeld door het aantal uren dat een fulltimer werkt. Werk je 30 uur? En werkt een fulltimer bij je werkgever 40 uur? Dan is je parttimepercentage 75.
Pensioenaanspraak
Dit is het pensioen dat je hebt opgebouwd voor jezelf of voor je (ex-)partner tijdens de deelname aan deze pensioenregeling. Maar dit pensioen is nog niet ingegaan. Je bent dus een deelnemer, een gewezen deelnemer óf een ex-partner met een eigen recht.
Pensioeningangsdatum
Dit is de datum waarop je met pensioen gaat.
Pensioenfonds
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven.
Pensioengerechtigde
Degene die pensioen krijgt. Of het kind dat pensioen krijgt. Je pensioen is dus ingegaan. Je pensioenaanspraak is omgezet in een pensioenrecht bij het pensioenfonds.
Pensioengevend loon
Werk je in de meubelindustrie of in meubileringsbedrijven? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris;
- je vakantiegeld: dat is 8% van 12 keer je vaste (bruto) maandsalaris; en
- je ploegentoeslag en overwerkvergoeding van het kalenderjaar daarvoor.
Werk je in de tentoonstellingsbouw? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris; en
- je vakantiegeld: dat is 8% van je vaste (bruto) jaarsalaris;
Werk je in de orgelbouw? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris;
- je vakantiegeld: dat is 8% van je vaste (bruto) jaarsalaris; en
- je ploegentoeslag en overwerkvergoeding van het kalenderjaar daarvoor.
Werk je in de houthandel? Dan is je pensioengevend loon:
- het met je werkgever overeengekomen vaste (bruto) jaarsalaris;
- je vakantietoeslag;
- je vaste eindejaarsuitkeringen;
- je vaste gratificaties;
- de onderdelen van je inkomen die volgens de normale arbeidsduur tot het vaste loon behoren.
Werk je parttime? Dan kijken we naar het salaris dat je zou krijgen als je fulltime zou werken en maken een extra berekening. Je leest meer hierover in artikel 5.4.
Pensioengrondslag
Elk jaar bouw je een deel van je pensioen op over je pensioengrondslag. Je pensioengrondslag is je pensioengevend loon verminderd met de franchise. De pensioengrondslag is dus de basis voor de opbouw van je pensioen.
Pensioenrecht
Dit is je recht op een pensioen dat is ingegaan. Je bent dus een pensioengerechtigde.
Pensioenrichtleeftijd
Dit is de 1e dag van de maand waarin je 68 jaar wordt. Bij het pensioenfonds gaat je pensioen standaard op deze datum in.
Persoonsgegevens
Deze bestaan uit alle informatie over de betrokkene en alle informatie die de betrokkene direct of indirect kan identificeren.
Premie
Voor de opbouw van je pensioen betalen jij en je werkgever maandelijks premie. De premie is een percentage van je pensioengrondslag. Je werkgever houdt je premie elke maand in op je salaris. Samen betalen jullie dus de premies voor je pensioen.
Premievrije pensioenopbouw
Xxx je arbeidsongeschikt? Dan kan je pensioen blijven opbouwen. Je betaalt dan geen premie.
Privacyregelgeving
De wet- en regelgeving bij of krachtens de Algemene Verordening Gegevensbescherming EU 2016/679 (AVG).
Risico partnerpensioen
Het risico partnerpensioen is een uitkering aan je partner als je overlijdt tijdens je deelname aan deze pensioenregeling. Is je deelname aan deze pensioenregeling gestopt of ben je met pensioen gegaan? Dan vervalt het risico partnerpensioen. Je partner krijgt het risico partnerpensioen elke maand zolang hij of zij leeft.
Risico wezenpensioen
Het risico wezenpensioen is een uitkering aan je kinderen als je overlijdt tijdens de deelname aan deze pensioenregeling. Is je deelname aan deze pensioenregeling gestopt of ben je met pensioen gegaan? Dan vervalt het risico wezenpensioen. Je kinderen krijgen het risico wezenpensioen als jij overlijdt.
Toeslagverlening
Het pensioenfonds probeert elk jaar je pensioenaanspraak of pensioenrecht te verhogen. Zo blijft je pensioen meegroeien met de prijzen. Dit heet toeslagverlening. Of het pensioenfonds toeslag kan verlenen, hangt af van de financiële positie van het pensioenfonds. De financiële positie van het pensioenfonds moet goed genoeg zijn om toeslag te kunnen en mogen verlenen. We meten die financiële positie met onze beleidsdekkingsgraad. Het besluit om toeslag te verlenen hangt ook af van wetten en regels van de overheid.
Uitkeringsovereenkomst
De afspraak tussen cao-partijen over je pensioenen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst. Ga je met pensioen? Dan stellen we het bedrag van je pensioen vooraf vast.
Uitruil
Het pensioenfonds biedt de keuze om je opgebouwde ouderdomspensioen en eventueel opgebouwd partner- en wezenpensioen uit te ruilen. Je hebt 2 keuzes. Die maak je als je met pensioen gaat. Of als je uit dienst gaat:
- Je ruilt opgebouwd partner- en wezenpensioen (gedeeltelijk) om voor extra ouderdomspensioen. Je partner en kinderen krijgen dan geen of minder pensioen als je overlijdt. Zelf krijg je meer pensioen als je met pensioen gaat.
- Je ruilt ouderdomspensioen (gedeeltelijk) om voor partner- en wezenpensioen. Je partner en kinderen krijgt dan (meer) pensioen als je overlijdt. Zelf krijg je minder pensioen als je met pensioen gaat.
Uniform Pensioenoverzicht of UPO
Als je deelnemer bent aan de pensioenregeling van het pensioenfonds ontvang je een Uniform Pensioenoverzicht (ook wel UPO genoemd). Dit is een jaarlijks overzicht van je pensioen dat je hebt opgebouwd bij het pensioenfonds. Alle pensioenuitvoerders gebruiken hetzelfde overzicht, zodat je gemakkelijk inzicht hebt in het totaal.
Vereist eigen vermogen
Het vereist eigen vermogen is de omvang van het eigen vermogen waarover een pensioenfonds ten minste zou moeten beschikken volgens de Pensioenwet. Het doel van het vereist eigen vermogen is om voldoende reserves
aan het begin van het jaar te hebben om met een kans van 97,5% aan het einde van een jaar niet lager dan op een dekkingsgraad van 100% uit te komen.
Verevening
Ga je scheiden? Xxx krijgt je ex-partner recht op de helft van het ouderdomspensioen dat je tijdens jullie huwelijk of geregistreerd partnerschap hebt opgebouwd. Dit is geregeld in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding en geldt naast het bijzonder partnerpensioen.
Verwerking
Een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens. Of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens.
Vrijwillige voortzetting
Bouw je niet langer pensioen op bij het pensioenfonds? Omdat je bijvoorbeeld uit dienst bent gegaan bij je werkgever. En ga je niet ergens anders pensioen opbouwen? Dan kan je binnen 9 maanden nadat je uit dienst bent getreden bij je werkgever besluiten om je pensioenopbouw bij het pensioenfonds zelf voort te zetten. Je betaalt de volledige premie voor je pensioenopbouw dan ook zelf.
Waardeoverdracht
Waardeoverdracht betekent dat je het pensioen dat je bij een vorige pensioenuitvoerder hebt opgebouwd meeneemt naar de pensioenuitvoerder van je huidige werkgever. Je neemt je oude pensioen dus mee.
WAO
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Werkgever
Dit is de onderneming waar je in dienst bent. Jij en je werkgever maakten bij je indiensttreding afspraken over je pensioen. Het pensioenfonds regelt je pensioen. Je werkgever is namelijk bij het pensioenfonds aangesloten.
Werknemer
Je bent werknemer als je een arbeidsovereenkomst hebt met een onderneming. Dit is je werkgever in dit pensioenreglement.
Wettelijke afkoopgrens
Een bedrag van € 520,35 bruto op jaarbasis. Dit bedrag geldt voor 2022.
Wezenpensioen
Dit is een uitkering waar je kind mogelijk recht op heeft als je overlijdt. Je kind krijgt mogelijk wezenpensioen tot 18 jaar. Xxxxxxxx je kind of volgt het een beroepsopleiding? Xxx krijgt het dit pensioen tot 27 jaar.
WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
BIJLAGE 3: Berekening van de keuzes voor je pensioen
Bij het pensioenfonds kan je eigen keuzes maken voor je pensioen:
1. Je wilt eerder met pensioen. Je pensioen gaat in vóór je 68e jaar (artikel 9).
2. Je wilt later met pensioen gaan. Je pensioen gaat in ná je 68e jaar (artikel 9).
3. Je gaat deels met pensioen (artikel 9).
4. Je ruilt een deel van je eventueel opgebouwd partner- en wezenpensioen om voor extra ouderdomspensioen (artikel 10).
5. Je ruilt een deel van je ouderdomspensioen om voor partner- en wezenpensioen (artikel 11).
6. Je kiest eerst een hoger pensioen. Je krijgt daarna een lager pensioen (artikel 12).
Maak je een eigen keuze? Dan is dit van invloed op je pensioen. Wij berekenen je pensioen dan opnieuw, zodat je weet waar je aan toe bent. Vraag het pensioenfonds om een voorbeeldberekening als je een keuze wilt maken.
Daarnaast kan het pensioenfonds besluiten om je kleine pensioen in 1 keer uit te betalen. Dit heet afkoop van pensioen. Je leest meer hierover onder 7. Voorts is je pensioen per 1 januari 2020 omgezet in een pensioen dat ingaat op je 68e. Je leest meer hierover onder 8.
Wij berekenen je pensioen op basis van vervroegings- en uitstelfactoren, omruilfactoren (ruilvoeten) en afkoopfactoren. Het bestuur kan deze factoren elk jaar veranderen. Het bestuur kan hierbij advies vragen van de actuaris van het pensioenfonds.
1. Je gaat eerder met pensioen
Je pensioen gaat standaard in op je 68e. Maar je kan vanaf 5 jaar voor de voor je geldende AOW-leeftijd met pensioen gaan. Als je eerder met pensioen gaat, heeft dat gevolgen voor de hoogte van je pensioen. Je ontvangt dan een lager pensioen. Dit komt omdat je pensioenopbouw minder lang plaatsvindt en je pensioen voor een langere periode wordt uitgekeerd.
Wil je eerder met pensioen? Neem dan via xxxxxxxxxxxxxx.xx contact op met het pensioenfonds. Ga je eerder met pensioen? Dan rekenen we je pensioen uit met de volgende vervroegingsfactoren: Vervroeging ouderdomspensioen (geldig van 1 januari tot en met 31 december 2022)
Leeftijd op pensioeningangsdatum | Factor | Ouderdomspensioen op leeftijd 68 | Ouderdomspensioen op pensioeningangsdatum |
61 | 0,7027 | 1.000 | 702,70 |
62 | 0,7351 | 1.000 | 735,10 |
63 | 0,7702 | 1.000 | 770,20 |
64 | 0,8084 | 1.000 | 808,40 |
65 | 0,8501 | 1.000 | 850,10 |
66 | 0,8955 | 1.000 | 895,50 |
67 | 0,9453 | 1.000 | 945,30 |
68 | 1,0000 | 1.000 | 1.000,00 |
Je pensioen gaat standaard in op je 68e. Maar je kan later dan 68 jaar met pensioen gaan, maar niet later dan 70 jaar. Als je later met pensioen gaat, heeft dat gevolgen voor de hoogte van je pensioen. Je ontvangt dan een hoger pensioen, ondanks dat je vanaf 68 jaar geen pensioen meer opbouwt. Dit komt doordat je pensioen later ingaat en voor een kortere periode wordt uitgekeerd.
Wil je later met pensioen? Geef dit uiterlijk 3 maanden voor de pensioenrichtleeftijd door aan het pensioenfonds. Ga je later met pensioen? Dan rekenen we je pensioen uit met de volgende uitstelfactoren:
Uitstel ouderdomspensioen (geldig van 1 januari tot en met 31 december 2022)
Leeftijd op pensioeningangs- datum | factor | Ouderdomspensioen op ingang 68 | Ouderdomspensioen op pensioeningangsdatum |
68 | 1,0000 | 1.000 | 1.000,00 |
69 | 1,0607 | 1.000 | 1.060,70 |
70 | 1,1285 | 1.000 | 1.128,50 |
3. Je gaat deels eerder met pensioen
Je pensioen gaat standaard in op je 68e. Het is ook mogelijk om een deel van je pensioen eerder of later in te laten gaan, zodat je bijvoorbeeld parttime kan gaan werken. Je krijgt hierdoor minder of meer ouderdomspensioen.
Ga je deels eerder met pensioen? Dan rekenen we je pensioen uit met de vervroegings- en uitstelfactoren als opgenomen onder 1 en 2 in deze bijlage.
4. Je ruilt opgebouwd partner- en wezenpensioen om voor extra ouderdomspensioen
Heb je opgebouwd partner- en wezenpensioen? Dan kan je (een deel van) het partner- en wezenpensioen omruilen voor extra ouderdomspensioen voor jezelf.
Voor de omruil van je opgebouwd partner- en wezenpensioen in ouderdomspensioen moet je partner toestemming geven. Indien je geen partner hebt die recht heeft op het partnerpensioen is geen toestemming nodig. De omruil van opgebouwd partner- en wezenpensioen in extra ouderdomspensioen is alleen mogelijk op het moment dat je pensioen ingaat.
Je krijgt niet hetzelfde bedrag aan ouderdomspensioen terug voor het partner- en wezenpensioen dat je omruilt. Je ouderdomspensioen voor jezelf start namelijk als je met pensioen gaat. En loopt door zolang je leeft. Je partner en kinderen krijgen alléén pensioen als je overlijdt. Daarom zijn de bedragen anders. Het is bij omruil niet verplicht om het hele partner- en wezenpensioen voor extra ouderdomspensioen om te ruilen. Je kan er ook voor kiezen slechts een deel van het partner- en wezenpensioen om te ruilen voor extra ouderdomspensioen. Omruilen van rechten op partnerpensioen van de ex-partner in extra ouderdomspensioen is niet mogelijk.
Heb je aan het pensioenfonds bevestigd dat je geen partner hebt? Xxx wordt het gehele partner- en wezenpensioen automatisch op de pensioendatum omgeruild voor extra ouderdomspensioen.
Wil je partner- en wezenpensioen omruilen voor extra ouderdomspensioen? Geef dit uiterlijk 3 maanden voor je pensioendatum door aan het pensioenfonds.
Ruil je partner- en wezenpensioen om? Dan rekenen we je pensioen uit met de volgende uitruilfactoren:
Uitruil partnerpensioen in extra ouderdomspensioen (geldig van 1 januari tot en met 31 december 2022)
Leeftijd op pensioeningangs- datum | Factor | Partnerpensioen | Ouderdomspensioen op pensioeningangsdatum |
61 | 0,3015 | 1.000 | 301,50 |
62 | 0,3127 | 1.000 | 312,70 |
63 | 0,3243 | 1.000 | 324,30 |
64 | 0,3362 | 1.000 | 336,20 |
65 | 0,3485 | 1.000 | 348,50 |
66 | 0,3610 | 1.000 | 361,00 |
67 | 0,3737 | 1.000 | 373,70 |
68 | 0,3720 | 1.000 | 372,00 |
69 | 0,3848 | 1.000 | 384,80 |
70 | 0,3979 | 1.000 | 397,90 |
5. Je ruilt een deel van je ouderdomspensioen om voor partner- en wezenpensioen
Je bouwt bij het pensioenfonds alleen ouderdomspensioen op. Heb je in het verleden te weinig partner- en wezenpensioen opgebouwd? Dan kan je er voor kiezen om een deel van je ouderdomspensioen te ruilen voor partner- en wezenpensioen voor je partner en kinderen. De omruil van ouderdomspensioen in partner- en wezenpensioen is alleen mogelijk op het moment dat je deelname aan deze pensioenregeling stopt of op het moment dat je pensioen ingaat.
Heb je bij het einde van de deelname aan de pensioenregeling of op het moment dat je pensioen ingaat een partner waarmee je gehuwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt en heb je geen keuze gemaakt? Dan ruilt het pensioenfonds standaard ouderdomspensioen uit voor partner- en wezenpensioen.
Wil je ouderdomspensioen omruilen voor partner- en wezenpensioen? Geef dit uiterlijk 3 maanden nadat je deelname aan deze pensioenregeling is gestopt of 3 maanden voor je pensioendatum door aan het pensioenfonds.
Xxxx je ouderdomspensioen om voor partner- en wezenpensioen? Dan rekenen we je pensioen uit met de volgende uitruilfactoren:
Uitruil ouderdomspensioen in extra partnerpensioen bij ingang pensioen (geldig van 1 januari tot en met 31 december 2022)
Leeftijd op pensioeningangs- datum | Factor | Ouderdomspensioen | Extra (latent) partnerpensioen |
61 | 3,4500 | 1.000 | 3.450,00 |
62 | 3,3260 | 1.000 | 3.326,00 |
63 | 3,2073 | 1.000 | 3.207,30 |
64 | 3,0936 | 1.000 | 3.093,60 |
65 | 2,9843 | 1.000 | 2.984,30 |
66 | 2,8809 | 1.000 | 2.880,90 |
67 | 2,7828 | 1.000 | 2.782,80 |
68 | 2,6885 | 1.000 | 2.688,50 |
69 | 2,5990 | 1.000 | 2.599,00 |
70 | 2,5132 | 1.000 | 2.513,20 |
Uitruil ouderdomspensioen in extra partnerpensioen (slapers) (geldig van 1 januari tot en met 31 december 2022)
Leeftijd op ontslagdatum | Factor | Ouderdomspensioen | Extra (latent) partnerpensioen |
21 | 2,8128 | 1.000 | 2.812,80 |
22 | 2,7947 | 1.000 | 2.794,70 |
23 | 2,7765 | 1.000 | 2.776,50 |
24 | 2,7591 | 1.000 | 2.759,10 |
25 | 2,7416 | 1.000 | 2.741,60 |
26 | 2,7242 | 1.000 | 2.724,20 |
27 | 2,7063 | 1.000 | 2.706,30 |
28 | 2,6876 | 1.000 | 2.687,60 |
29 | 2,6689 | 1.000 | 2.668,90 |
30 | 2,6500 | 1.000 | 2.650,00 |
31 | 2,6304 | 1.000 | 2.630,40 |
32 | 2,6111 | 1.000 | 2.611,10 |
33 | 2,5919 | 1.000 | 2.591,90 |
34 | 2,5726 | 1.000 | 2.572,60 |
35 | 2,5535 | 1.000 | 2.553,50 |
36 | 2,5348 | 1.000 | 2.534,80 |
37 | 2,5161 | 1.000 | 2.516,10 |
38 | 2,4978 | 1.000 | 2.497,80 |
39 | 2,4797 | 1.000 | 2.479,70 |
40 | 2,4622 | 1.000 | 2.462,20 |
41 | 2,4452 | 1.000 | 2.445,20 |
42 | 2,4286 | 1.000 | 2.428,60 |
43 | 2,4126 | 1.000 | 2.412,60 |
44 | 2,3970 | 1.000 | 2.397,00 |
45 | 2,3823 | 1.000 | 2.382,30 |
46 | 2,3679 | 1.000 | 2.367,90 |
47 | 2,3542 | 1.000 | 2.354,20 |
48 | 2,3412 | 1.000 | 2.341,20 |
49 | 2,3293 | 1.000 | 2.329,30 |
50 | 2,3182 | 1.000 | 2.318,20 |
51 | 2,3080 | 1.000 | 2.308,00 |
52 | 2,2995 | 1.000 | 2.299,50 |
53 | 2,2927 | 1.000 | 2.292,70 |
54 | 2,2884 | 1.000 | 2.288,40 |
55 | 2,2860 | 1.000 | 2.286,00 |
56 | 2,2861 | 1.000 | 2.286,10 |
57 | 2,2886 | 1.000 | 2.288,60 |
58 | 2,2945 | 1.000 | 2.294,50 |
59 | 2,3033 | 1.000 | 2.303,30 |
60 | 2,3151 | 1.000 | 2.315,10 |
61 | 2,3311 | 1.000 | 2.331,10 |
62 | 2,3509 | 1.000 | 2.350,90 |
63 | 2,3754 | 1.000 | 2.375,40 |
64 | 2,4048 | 1.000 | 2.404,80 |
65 | 2,4393 | 1.000 | 2.439,30 |
66 | 2,4807 | 1.000 | 2.480,70 |
67 | 2,5294 | 1.000 | 2.529,40 |
68 | 2,6885 | 1.000 | 2.688,50 |
69 | 2,5990 | 1.000 | 2.599,00 |
70 | 2,5132 | 1.000 | 2.513,20 |
6. Je kiest eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen
Je ouderdomspensioen blijft gelijk zolang je leeft. Maar je kan ook kiezen voor een hoger pensioen in de 1e periode. Je krijgt dan daarna levenslang een lager pensioen. Het lage pensioen bedraagt minimaal 75% van het hoge pensioen. Gaat je pensioen in voor je AOW-leeftijd? Dan mag je pensioen ook nog verhoogd worden met twee maal de enkelvoudige AOW-uitkering zonder toeslag. Je ouderdomspensioen mag bij de keuze voor een hoger en daarna een lager pensioen meer bedragen dan 100% van je laatst vastgestelde pensioengevende salaris.
Wil je eerst een hoger en daarna een lager pensioen? Geef dit uiterlijk 3 maanden voor je pensioendatum of pensioenrichtleeftijd door aan het pensioenfonds.
Je hebt 2 keuzes:
- Je kiest voor een hoger pensioen tot de eerste dag van de maand waarin je AOW ingaat.
- Je kiest gedurende een periode van 5 of 10 jaar voor een hoger pensioen vanaf de pensioeningangsdatum.
Kies je voor eerst een hoger en daarna een lager pensioen? Dan rekenen we je pensioen uit met de volgende factoren:
Leeftijd op pensioen- ingangsdatum | Ouderdoms- pensioen op pensioeningangs- datum | Verhoogd ouderdomspensioen, gedurende 5 jaar | Verlaagd ouderdoms- pensioen, na 5 jaar | Verhoogd ouderdoms- pensioen, gedurende 10 jaar | Verlaagd ouderdoms- pensioen, na 10 jaar |
61 | 1.000 | 1.244,60 | 933,45 | 1.170,44 | 877,83 |
62 | 1.000 | 1.241,63 | 931,22 | 1.165,72 | 874,29 |
63 | 1.000 | 1.238,48 | 928,86 | 1.160,78 | 870,59 |
64 | 1.000 | 1.235,14 | 926,36 | 1.155,61 | 866,71 |
65 | 1.000 | 1.231,60 | 923,70 | 1.150,20 | 862,65 |
66 | 1.000 | 1.227,85 | 920,89 | 1.144,55 | 858,41 |
67 | 1.000 | 1.223,87 | 917,90 | 1.138,65 | 853,99 |
68 | 1.000 | 1.219,63 | 914,72 | 1.132,50 | 849,38 |
69 | 1.000 | 1.215,12 | 911,34 | 1.126,12 | 844,59 |
70 | 1.000 | 1.210,32 | 907,74 | 1.119,51 | 839,63 |
Hoog/laag (geldig van 1 januari tot en met 31 december 2022), Omzetting € 1.000 ouderdomspensioen Hoog/laag gedurende 5 respectievelijk 10 jaar
Hoog/laag met leeftijd 66 jaar en 4 maanden
Leeftijd op pensioeningangsdatum | Ouderdomspensioen op pensioen- ingangsdatum | Verhoogd ouderdoms- pensioen, tot 66 jaar en 4 maanden | Verlaagd ouderdomspensioen, vanaf 66 jaar en 4 maanden |
61 | 1.000 | 1.239,26 | 929,45 |
62 | 1.000 | 1.253,04 | 939,78 |
63 | 1.000 | 1.268,32 | 951,24 |
64 | 1.000 | 1.285,32 | 963,99 |
65 | 1.000 | 1.304,32 | 978,24 |
66 | 1.000 | 1.325,70 | 994,28 |
66 en 3 maanden | 1.000 | 1.331,37 | 998,53 |
Hoog/laag met leeftijd 66 jaar en 7 maanden
Leeftijd op pensioeningangsdatum | Ouderdomspensioen op pensioen- ingangsdatum | Verhoogd ouderdoms- pensioen, tot 66 jaar en 7 maanden | Verlaagd ouderdomspensioen, vanaf 66 jaar en 7 maanden |
61 | 1.000 | 1.235,25 | 926,44 |
62 | 1.000 | 1.248,76 | 936,57 |
63 | 1.000 | 1.263,73 | 947,80 |
64 | 1.000 | 1.280,40 | 960,30 |
65 | 1.000 | 1.299,02 | 974,27 |
66 | 1.000 | 1.319,97 | 989,98 |
66 en 6 maanden | 1.000 | 1.331,37 | 998,53 |
Hoog/laag met leeftijd 66 jaar en 10 maandenLeeftijd op pensioeningangsdatum | Ouderdomspensioen op pensioen- ingangsdatum | Verhoogd ouderdoms- pensioen, tot 66 jaar en tien maanden | Verlaagd ouderdomspensioen, vanaf 66 jaar en 10 maanden |
61 | 1.000 | 1.231,26 | 923,45 |
62 | 1.000 | 1.244,51 | 933,38 |
63 | 1.000 | 1.259,18 | 944,39 |
64 | 1.000 | 1.275,52 | 956,64 |
65 | 1.000 | 1.293,77 | 970,33 |
66 | 1.000 | 1.314,29 | 985,72 |
66 en 9 maanden | 1.000 | 1.331,35 | 998,51 |
Hoog/laag met leeftijd 67 jaar
Leeftijd op pensioeningangsdatum | Ouderdomspensioen op pensioen- ingangsdatum | Verhoogd ouderdoms- pensioen, tot 67 jaar | Verlaagd ouderdomspensioen, vanaf 67 jaar |
62 | 1.000 | 1.241,63 | 931,22 |
63 | 1.000 | 1.256,11 | 942,08 |
64 | 1.000 | 1.272,22 | 954,17 |
65 | 1.000 | 1.290,22 | 967,67 |
66 | 1.000 | 1.310,45 | 982,84 |
66 en 11 maanden | 1.000 | 1.331,32 | 998,49 |
Uitruil van ouderdomspensioen in AOW-overbruggingspensioen
Leeftijd op pensioeningangsdatum | Inkoop AOW overbrugging tot 66 jaar en 4 maanden | Inkoop AOW overbrugging tot 66 jaar en 7 maanden | Inkoop AOW overbrugging tot 66 jaar en 10 maanden | Inkoop AOW overbrugging tot 67 jaar |
61 | 4,391 | 4,198 | 4,021 | 3,909 |
62 | 5,202 | 4,922 | 4,670 | 4,513 |
63 | 6,503 | 6,052 | 5,661 | 5,422 |
64 | 8,923 | 8,063 | 7,354 | 6,939 |
65 | 14,985 | 12,621 | 10,901 | 9,977 |
66 | 57,853 | 32,916 | 23,002 | 19,092 |
67 |
7. Je krijgt je kleine pensioen in 1 keer. Dit heet afkoop van pensioen
Het pensioenfonds betaalt je pensioenaanspraak of pensioenrecht in één keer uit. Na afkoop heb je geen recht meer op pensioen bij het pensioenfonds. En ook je partner of kinderen hebben geen recht meer op pensioen als je komt te overlijden.
Je krijgt je ouderdomspensioen in 1 keer van het pensioenfonds. Je krijgt dan ook het opgebouwd partnerpensioen in 1 keer. Dit is het pensioen dat je hebt opgebouwd voor je partner. We kijken naar het partnerpensioen dat je per jaar hebt opgebouwd. En dat normaal zou ingaan als jij overlijdt. Bovendien kijken we naar je leeftijd. We rekenen bij afkoop van je pensioen met de afkoopfactoren opgenomen in de tabel onderaan deze pagina.
Je overlijdt en je (ex)partner krijgt opgebouwd (bijzonder)partnerpensioen
Heb je een klein pensioen opgebouwd voor je (ex)partner? Dan betalen wij dat in 1 keer als jij overlijdt aan je (ex)partner. We kijken naar het partnerpensioen dat je per jaar hebt opgebouwd. En naar de leeftijd van je (ex)partner op het moment dat het pensioen ingaat. We rekenen bij afkoop van het (bijzonder) partnerpensioen met de afkoopfactoren opgenomen in de tabel onderaan deze pagina.
Je overlijdt en je kinderen krijgen opgebouwd wezenpensioen
Heb je een klein pensioen opgebouwd voor je kinderen? Dan betalen wij dat in 1 keer als jij overlijdt. We kijken naar het wezenpensioen dat je per jaar hebt opgebouwd. En naar de leeftijd van je kinderen op het moment dat het pensioen ingaat. We rekenen bij afkoop van het wezenpensioen met de afkoopfactoren opgenomen in de tabel onderaan op de volgende pagina.
Leeftijd | Ingegaan OP | Ingegaan NP | Ingegaan TOP-68 | Uitgesteld OP68 | Uitgesteld TOP60-68 | Latent NP | Ingegaan WzP |
0 | 25,7124 | ||||||
1 | 24,8518 | ||||||
2 | 23,9832 | ||||||
3 | 23,1069 | ||||||
4 | 22,2233 | ||||||
5 | 21,3326 | ||||||
6 | 20,4357 | ||||||
7 | 19,5330 | ||||||
8 | 18,6236 | ||||||
9 | 17,7063 | ||||||
10 | 16,7811 | ||||||
11 | 15,8479 | ||||||
12 | 14,9066 | ||||||
13 | 13,9569 | ||||||
14 | 12,9981 | ||||||
15 | 12,0302 | ||||||
16 | 11,0539 | ||||||
17 | 10,0698 | ||||||
18 | 9,0775 | ||||||
19 | 8,0777 | ||||||
20 | 54,1237 | 11,8843 | 5,4215 | 3,8011 | 7,0721 | ||
21 | 53,5919 | 12,0112 | 5,4912 | 3,8764 | 6,0620 | ||
22 | 53,0512 | 12,1382 | 5,5610 | 3,9529 | 5,0492 | ||
23 | 52,5018 | 12,2652 | 5,6310 | 4,0307 | 4,0351 | ||
24 | 51,9432 | 12,3924 | 5,7010 | 4,1096 | 3,0213 | ||
25 | 51,3751 | 12,5195 | 5,7710 | 4,1896 | 2,0100 | ||
26 | 50,7983 | 12,6464 | 5,8409 | 4,2706 | 1,0026 | ||
27 | 50,2119 | 12,7727 | 5,9105 | 4,3524 | 0,0000 | ||
28 | 49,6160 | 12,8983 | 5,9793 | 4,4350 | |||
29 | 49,0108 | 13,0234 | 6,0475 | 4,5183 | |||
30 | 48,3961 | 13,1476 | 6,1149 | 4,6021 | |||
31 | 47,7714 | 13,2706 | 6,1815 | 4,6866 | |||
32 | 47,1370 | 13,3930 | 6,2473 | 4,7715 | |||
33 | 46,4926 | 13,5144 | 6,3123 | 4,8569 | |||
34 | 45,8389 | 13,6344 | 6,3761 | 4,9428 | |||
35 | 45,1759 | 13,7531 | 6,4389 | 5,0291 | |||
36 | 44,5031 | 13,8704 | 6,5005 | 5,1157 | |||
37 | 43,8207 | 13,9858 | 6,5609 | 5,2026 | |||
38 | 43,1290 | 14,0993 | 6,6198 | 5,2897 | |||
39 | 42,4276 | 14,2110 | 6,6766 | 5,3768 | |||
40 | 41,7169 | 14,3210 | 6,7307 | 5,4638 | |||
41 | 40,9972 | 14,4289 | 6,7835 | 5,5505 |
42 | 40,2688 | 14,5347 | 6,8364 | 5,6369 | ||
43 | 39,5314 | 14,6380 | 6,8896 | 5,7229 | ||
44 | 38,7846 | 14,7388 | 6,9436 | 5,8082 | ||
45 | 38,0300 | 14,8373 | 6,9988 | 5,8924 | ||
46 | 37,2664 | 14,9326 | 7,0560 | 5,9756 | ||
47 | 36,4962 | 15,0247 | 7,1164 | 6,0575 | ||
48 | 35,7178 | 15,1133 | 7,1809 | 6,1376 | ||
49 | 34,9314 | 15,1997 | 7,2481 | 6,2155 | ||
50 | 34,1366 | 15,2848 | 7,3160 | 6,2916 | ||
51 | 33,3338 | 15,3689 | 7,3853 | 6,3653 | ||
52 | 32,5249 | 15,4530 | 7,4555 | 6,4361 | ||
53 | 31,7090 | 15,5376 | 7,5252 | 6,5035 | ||
54 | 30,8858 | 15,6245 | 7,5934 | 6,5667 | ||
55 | 30,0562 | 15,7138 | 7,6575 | 6,6264 | ||
56 | 29,2206 | 15,8066 | 7,7166 | 6,6814 | ||
57 | 28,3796 | 15,9028 | 7,7700 | 6,7316 | ||
58 | 27,5344 | 16,0039 | 7,8172 | 6,7755 | ||
59 | 26,6856 | 16,1101 | 7,8561 | 6,8137 | ||
60 | 24,1090 | 25,8339 | 7,8870 | 16,2220 | 7,8870 | 6,8456 |
61 | 23,2537 | 24,9829 | 6,9127 | 16,3410 | 6,9127 | 6,8695 |
62 | 22,4001 | 24,1327 | 5,9338 | 16,4663 | 5,9338 | 6,8858 |
63 | 21,5511 | 23,2831 | 4,9517 | 16,5994 | 4,9517 | 6,8928 |
64 | 20,7081 | 22,4348 | 3,9668 | 16,7412 | 3,9668 | 6,8898 |
65 | 19,8713 | 21,5897 | 2,9791 | 16,8922 | 2,9791 | 6,8777 |
66 | 19,0446 | 20,7498 | 1,9894 | 17,0552 | 1,9894 | 6,8545 |
67 | 18,2283 | 19,9160 | 0,9969 | 17,2314 | 0,9969 | 6,8192 |
68 | 17,4213 | 19,0862 | 17,4213 | 6,7391 | ||
69 | 16,6270 | 18,2650 | 16,6270 | 6,6534 | ||
70 | 15,8446 | 17,4507 | 15,8446 | 6,5566 | ||
71 | 15,0722 | 16,6435 | 15,0722 | 6,4507 | ||
72 | 14,3116 | 15,8443 | 14,3116 | 6,3360 | ||
73 | 13,5618 | 15,0502 | 13,5618 | 6,2136 | ||
74 | 12,8258 | 14,2665 | 12,8258 | 6,0818 | ||
75 | 12,1065 | 13,4935 | 12,1065 | 5,9389 | ||
76 | 11,4055 | 12,7343 | 11,4055 | 5,7835 | ||
77 | 10,7223 | 11,9892 | 10,7223 | 5,6187 | ||
78 | 10,0579 | 11,2602 | 10,0579 | 5,4445 | ||
79 | 9,4175 | 10,5500 | 9,4175 | 5,2590 | ||
80 | 8,8006 | 9,8573 | 8,8006 | 5,0635 | ||
81 | 8,2076 | 9,1907 | 8,2076 | 4,8598 | ||
82 | 7,6420 | 8,5492 | 7,6420 | 4,6473 | ||
83 | 7,1005 | 7,9346 | 7,1005 | 4,4293 | ||
84 | 6,5855 | 7,3474 | 6,5855 | 4,2090 | ||
85 | 6,0984 | 6,7858 | 6,0984 | 3,9861 | ||
86 | 5,6463 | 6,2565 | 5,6463 | 3,7572 | ||
87 | 5,2188 | 5,7608 | 5,2188 | 3,5318 | ||
88 | 4,8239 | 5,3002 | 4,8239 | 3,3039 | ||
89 | 4,4594 | 4,8680 | 4,4594 | 3,0789 |
90 | 4,1228 | 4,4705 | 4,1228 | 2,8612 |
91 | 3,8142 | 4,1110 | 3,8142 | 2,6515 |
92 | 3,5281 | 3,7748 | 3,5281 | 2,4506 |
93 | 3,2665 | 3,4683 | 3,2665 | 2,2613 |
94 | 3,0281 | 3,1901 | 3,0281 | 2,0862 |
95 | 2,8118 | 2,9390 | 2,8118 | 1,9184 |
96 | 2,6163 | 2,7132 | 2,6163 | 1,7626 |
97 | 2,4401 | 2,5111 | 2,4401 | 1,6187 |
98 | 2,2819 | 2,3310 | 2,2819 | 1,4869 |
99 | 2,1404 | 2,1711 | 2,1404 | 1,3667 |
100 | 2,0141 | 2,0295 | 2,0141 | 1,2577 |
101 | 1,9019 | 1,9041 | 1,9019 | 1,1593 |
102 | 1,8023 | 1,7942 | 1,8023 | 1,0709 |
103 | 1,7141 | 1,6980 | 1,7141 | 0,9916 |
104 | 1,6362 | 1,6142 | 1,6362 | 0,9205 |
105 | 1,5676 | 1,5413 | 1,5676 | 0,8578 |
106 | 1,5071 | 1,4781 | 1,5071 | 0,8025 |
107 | 1,4540 | 1,4234 | 1,4540 | 0,7541 |
108 | 1,4075 | 1,3761 | 1,4075 | 0,7117 |
109 | 1,3666 | 1,3353 | 1,3666 | 0,6748 |
110 | 1,3309 | 1,3001 | 1,3309 | 0,6428 |
8. Omzetting pensioenleeftijd 67 naar leeftijd 68
Xxxxxx je tot 1 januari 2020 al ouderdomspensioen bij het pensioenfonds op? Dan geldt voor dat pensioen vanaf 1 januari 2020 deze nieuwe pensioenregeling. Je pensioen gaat standaard in op je 68. We rekenen je ouderdomspensioen dat inging op je 67 om naar een ouderdomspensioen dat ingaat op je 68. Je pensioen gaat hierdoor omhoog. Je eventueel opgebouwd partner- en wezenpensioen blijven ongewijzigd.
We rekenden het ouderdomspensioen om met de volgende omzetfactoren:
leeftijd | Factor | Ouderdoms- pensioen op 67 jaar | Ouderdomspensioen op 68 jaar |
21 | 1,0573 | 1.000 | 1.057,30 |
22 | 1,0575 | 1.000 | 1.057,50 |
23 | 1,0576 | 1.000 | 1.057,60 |
24 | 1,0578 | 1.000 | 1.057,80 |
25 | 1,0579 | 1.000 | 1.057,90 |
26 | 1,0580 | 1.000 | 1.058,00 |
27 | 1,0582 | 1.000 | 1.058,20 |
28 | 1,0583 | 1.000 | 1.058,30 |
29 | 1,0585 | 1.000 | 1.058,50 |
30 | 1,0586 | 1.000 | 1.058,60 |
31 | 1,0587 | 1.000 | 1.058,70 |
32 | 1,0588 | 1.000 | 1.058,80 |
33 | 1,0589 | 1.000 | 1.058,90 |
34 | 1,0590 | 1.000 | 1.059,00 |
35 | 1,0591 | 1.000 | 1.059,10 |
36 | 1,0592 | 1.000 | 1.059,20 |
37 | 1,0593 | 1.000 | 1.059,30 |
38 | 1,0593 | 1.000 | 1.059,30 |
39 | 1,0594 | 1.000 | 1.059,40 |
40 | 1,0594 | 1.000 | 1.059,40 |
41 | 1,0594 | 1.000 | 1.059,40 |
42 | 1,0594 | 1.000 | 1.059,40 |
43 | 1,0594 | 1.000 | 1.059,40 |
44 | 1,0593 | 1.000 | 1.059,30 |
45 | 1,0592 | 1.000 | 1.059,20 |
46 | 1,0591 | 1.000 | 1.059,10 |
47 | 1,0589 | 1.000 | 1.058,90 |
48 | 1,0588 | 1.000 | 1.058,80 |
49 | 1,0588 | 1.000 | 1.058,80 |
50 | 1,0589 | 1.000 | 1.058,90 |
51 | 1,0589 | 1.000 | 1.058,90 |
52 | 1,0590 | 1.000 | 1.059,00 |
53 | 1,0591 | 1.000 | 1.059,10 |
54 | 1,0593 | 1.000 | 1.059,30 |
55 | 1,0594 | 1.000 | 1.059,40 |
56 | 1,0596 | 1.000 | 1.059,60 |
57 | 1,0596 | 1.000 | 1.059,60 |
58 | 1,0598 | 1.000 | 1.059,80 |
59 | 1,0599 | 1.000 | 1.059,90 |
60 | 1,0599 | 1.000 | 1.059,90 |
61 | 1,0600 | 1.000 | 1.060,00 |
62 | 1,0600 | 1.000 | 1.060,00 |
63 | 1,0599 | 1.000 | 1.059,90 |
64 | 1,0597 | 1.000 | 1.059,70 |
65 | 1,0596 | 1.000 | 1.059,60 |
66 | 1,0594 | 1.000 | 1.059,40 |
67 | 1,0592 | 1.000 | 1.059,20 |
1.1. Wanneer ben je gemoedsbezwaarde?
Je bent gemoedsbezwaarde in de zin van dit pensioenreglement als:
- je bezwaren hebt tegen iedere vorm van verzekering;
- je werkgever bezwaren heeft tegen iedere vorm van verzekering. en
- je vrijstelling hebt aangevraagd voor deelname aan de pensioenregeling en de vrijstelling door het pensioenfonds is verleend;
- je werkgever vrijstelling heeft aangevraagd voor deelname aan de pensioenregeling en de vrijstelling door het pensioenfonds is verleend
1.2. Hoe vraag je of vraagt je werkgever vrijstelling aan?
Je of je werkgever vraagt vrijstelling aan bij het bestuur van het pensioenfonds. Het pensioenfonds heeft hiervoor een modelverklaring.
1.3. Wanneer wordt een vrijstelling verleend?
Een vrijstelling wordt aan je of je werkgever verleend indien het bestuur van het pensioenfonds van mening is dat de modelverklaring naar waarheid is ingevuld.
Dit geldt ook:
- Het bestuur van het pensioenfonds kan aan het verlenen van vrijstelling voorwaarden verbinden die noodzakelijk zijn in verband met de administratie van het fonds;
- Je werkgever is verplicht, indien hij de vrijstelling heeft gehad, om deze op te hangen op een plaats die openbaar is voor zijn werknemers.
1.4. Wanneer vervalt de vrijstelling
De vrijstelling vervalt:
- Als het pensioenfonds kan aantonen dat er bij je of je werkgever geen sprake meer is van gemoedsbezwaren;
- Als je of je werkgever dit zelf vraagt; of
- Automatisch na 5 jaar, als de vrijstelling is verleend aan je werkgever. Je werkgever kan dan een nieuwe vrijstelling aanvragen.
Als de vrijstelling vervalt, is de pensioenregeling volledig van toepassing op je en je werkgever.
2. Wat is er geregeld voor gemoedsbezwaarden?
2.1. Je bouwt jaarlijks een spaarbedrag op
Jaarlijks bouw je een spaarbedrag op. Je bouwt dus geen pensioen op. Je krijgt ook geen pensioen als je komt te overlijden of als je arbeidsongeschikt wordt. Het jaarlijkse spaarbedrag is gelijk aan de totale premie als je wel had deelgenomen aan de pensioenregeling.
Jaarlijks ontvang je van het pensioenfonds een opgave van je spaarsaldo. Het pensioenfonds bepaalt ieder jaar per 1 januari het percentage waarmee je saldo wordt verhoogd.
2.2. Je wilt je spaarsaldo gebruiken
- Dat kan op zijn vroegst vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin je de leeftijd bereikt die ligt 5 jaar voor de voor je geldende AOW-leeftijd en op zijn laatst op je 70e.
- Vanaf de gekozen datum ontvang je je spaarsaldo in gelijke maandelijkse bedragen gedurende 15 jaar.
Bedraagt het jaarlijkse bedrag dat je uitgekeerd krijgt van het pensioenfonds minder dan de wettelijke afkoopgrens? Xxx wordt het spaarsaldo in één keer aan je uitbetaald.
Dit geldt ook:
Op de bedragen die uitgekeerd worden houdt het pensioenfonds loonbelasting en premies voor de sociale verzekeringen in. Die betalen wij aan de Belastingdienst.
2.3. Je komt te overlijden voordat je spaarsaldo tot uitkering is gekomen
- Vanaf je overlijden, ontvangt je partner het spaarsaldo in gelijke maandelijkse bedragen gedurende 15 jaar;
- Heb je geen partner maar wel één of meer kinderen dan ontvangen je kinderen het spaarsaldo in gelijke maandelijkse bedragen tot 18 jaar. Xxxxxxxx een kind of volgt het een beroepsopleiding? Xxx wordt het spaarsaldo uitgekeerd tot 27 jaar.
- Heb je geen partner en geen kinderen, dan ontvangen je erfgenamen het spaarsaldo in één keer
Dit geldt ook:
Op de bedragen die uitgekeerd worden houdt het pensioenfonds loonbelasting en premies voor de sociale verzekeringen in. Die betalen wij aan de Belastingdienst.
2.4. Je komt te overlijden nadat je spaarsaldo tot uitkering is gekomen
- Vanaf je overlijden, ontvangt je partner het resterende spaarsaldo in gelijke maandelijkse bedragen gedurende de resterende tijd van 15 jaar;
- Heb je geen partner maar wel één of meer kinderen dan ontvangen je kinderen het resterende spaarsaldo in gelijke maandelijkse bedragen tot 18 jaar. Xxxxxxxx een kind of volgt het een beroepsopleiding? Xxx wordt het spaarsaldo uitgekeerd tot 27 jaar.
- Heb je geen partner en geen kinderen, dan ontvangen je erfgenamen het resterende spaarsaldo in één keer.
Dit geldt ook:
Op de bedragen die uitgekeerd worden houdt het pensioenfonds loonbelasting en premies voor de sociale verzekeringen in. Die betalen wij aan de Belastingdienst.
3. Wat als alleen mijn werkgever is vrijgesteld?
Als je zelf geen vrijstelling hebt maar je werkgever wel dan moet je zelf deels de premie betalen aan het pensioenfonds. De premie is gelijk aan de premie die betaald had moeten worden indien jij en je werkgever geen vrijstelling hadden gehad. Voor de premie die je zelf moet betalen aan het pensioenfonds, heb je recht op pensioenaanspraken. Voor de premie die je werkgever betaalt bouw je een spaarbedrag op.
Je kan het bestuur van het pensioenfonds vragen om de premie die je werkgever betaalt ook te zien als pensioenpremie. In dat geval is de pensioenregeling van het pensioenfonds volledig van toepassing op je.
Dit geldt ook:
Xxxxxx je uit dienst bij een werkgever die een vrijstelling heeft? En heb je het bestuur van het pensioenfonds niet gevraagd om de premie van de werkgever te zien als pensioenpremie? Dan wordt de pensioenregeling van het pensioenfonds op het moment van uit diensttreden alsnog volledig op je van toepassing. Hetzelfde geldt bij overlijden of als je 68 wordt.