INLEIDING
UITVOERINGS- EN MONITORING-
PROTOCOL
gescheiden inzameling verpakkingsafval
Inhoud
INLEIDING
1. UITVOERINGSPROTOCOL HUISHOUDENS
2. UITVOERINGSPROTOCOL BEDRIJVEN
3. MONITORINGPROTOCOL
4. MODEL DEELNEMERSOVEREENKOMST GEMEENTE / AFVALBEDRIJF
5. BIJLAGEN
Bijlage A Raamovereenkomst
A1: Raamovereenkomst Verpakkingen, 27 juli 2007
A2: Addendum Raamovereenkomst Verpakkingen, 29 september 2008 A3: Afspraken over vergoedingen gescheiden inzameling kunststof-
verpakkingsafval, 20 januari 2009
Bijlage B Materiaalspecifieke bijlagen -vergoedingen
B1: glas
B2: papier en karton B3: kunststof
B4: metaal
Bijlage C Materiaalspecifieke bijlagen -kwaliteitseisen
C1: glas
C2: papier en karton
C3: kunststof (huishoudens en bedrijven) C4: metaal
Bijlage D Certificeringsprotocol Bijlage E Audit- en controleprotocol Bijlage F Handleiding WasteTool Bijlage G Definities
Versie 2.0, april 2009
Inleiding
Op 27 juli 2007 is een Raamovereenkomst gesloten tussen het Ministerie van VROM, het (verpakkende) bedrijfsleven en de VNG. Op 29 september 2008 is een addendum vastge- steld dat vanaf dat moment een geheel vormt met de Raamovereenkomst (bijlage A). De Xxxxxxxxxxxxxxxx richt zich op de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012. De Raamovereenkomst geeft een nadere invulling van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (‘het Besluit’) en geeft invulling aan de verhouding tussen producentenverantwoordelijkheid en zorgplicht van gemeenten.
Uitvoering raamovereenkomst
In de Raamovereenkomst is de financiering van de voornoemde dossiers geregeld. Daarbij is aangesloten bij de invoering van een uitbreiding van de Wet belasting op milieugrond- slag met de invoering van de Verpakkingenbelasting per 1 januari 2008. Om de integratie van de bijdragen op grond van het Besluit en het Impulsprogramma Zwerfafval (in totaal
€ 115 miljoen per jaar) in de verpakkingenbelasting te realiseren worden de tarieven van de verpakkingenbelasting zodanig vastgesteld dat de verpakkingenbelasting structureel een opbrengst kent van € 365 miljoen, in plaats van de in het Coalitieakkoord genoemde
€ 250 miljoen.1 De begroting van het ministerie van VROM zal met eenzelfde bedrag (€ 115 miljoen) worden verhoogd. Jaarlijks gaat deze € 115 miljoen van de begroting van VROM naar de Stichting Afvalfonds (verder te noemen ‘het Afvalfonds’).
In het bestuur van het Afvalfonds zijn bedrijfsleven en VNG vertegenwoordigd. Het Af- valfonds zorgt voor de feitelijke vergoedingen voor uitgevoerde prestaties. Artikel 3 van de Raamovereenkomst stelt: ‘Voor de voorwaarden waaronder en wijze waarop betaling uit het Afvalfonds zal plaatsvinden, wordt door VNG, VROM en het verpakkend bedrijfsleven een uitvoeringsprotocol vastgesteld’. Artikel 3 vormt daarmee de basis voor de uitvoerings- protocollen huishoudens en bedrijven, delen 1 en 2 van dit document.
De Raamovereenkomst geeft nog nadere richting aan de uitvoering door te stellen dat het bedrijfsleven via één organisatie uitvoering zal geven aan het Besluit waar het betreft de producentenverantwoordelijkheid voor consumentenverpakkingen. Stichting Nedvang (verder te noemen ‘Nedvang’) is vanaf 18 december 2007 de organisatie waarin het ver- pakkende bedrijfsleven vertegenwoordigd is. Er is in het addendum van 29 september 2008 een bestuurlijke Begeleidingscommissie Raamovereenkomst ingesteld. Deze begeleidings- commissie zal de uitvoering van de Raamovereenkomst begeleiden onder voorzitterschap van de directeur-generaal Milieubeheer en met deelname van VNG en bedrijfsleven. Deze begeleidingscommissie zal tevens jaarlijks de monitoringresultaten bespreken zoals opge- nomen in art. 17 van de Raamovereenkomst, echter hier niet toe beperkt zijn en regelmatig bijeenkomen. Individuele gemeenten en afvalbedrijven (inzamelaars en bewerkers/sorteer- ders) worden deelnemer bij de uitvoering van de Raamovereenkomst door met Nedvang een deelnemersovereenkomst af te sluiten (modellen zijn opgenomen in deel 4). Daarmee accepteren zij de uitvoeringsrichtlijnen van dit uitvoerings- en monitoringprotocol.
1 Om het effect van de verpakkingenbelasting op de inflatie in 2008 te beperken, geldt in 2008 een- malig een lagere heffing van €240 miljoen. De €115 miljoen voor het Afvalfonds blijft gelijk.
Inleiding 1
Monitoring van de doelstellingen
In het Besluit en in de Raamovereenkomst zijn doelstellingen afgesproken voor materiaal- hergebruik van verpakkingsafval van de materialen: glas, papier- en karton, kunststof, me- taal en hout. Voor alle materialen geldt een integrale doelstelling voor alle op de markt ge- brachte verpakkingen, ongeacht of het consumenten- of bedrijfsverpakkingen zijn. Voor kunststof loopt de doelstelling op van 32% materiaalhergebruik in 2009 naar 38% en 42% materiaalhergebruik in respectievelijk 2010 en 2012 (Raamovereenkomst artikel 10 inclusief addendum)2.
Nedvang coördineert de monitoring en rapporteert in hoeverre de doelstellingen gehaald worden. Nedvang betrekt hierbij de resultaten van materiaalhergebruik en nuttige toe- passing vanuit huishoudens en vanuit bedrijven (afzonderlijk uitvoeringsprotocol, deel 2). De gegevens van de op de markt gebrachte hoeveelheden verpakkingen komen gro- tendeels van de Belastingdienst en worden aangevuld door Nedvang. De Raamover- eenkomst bepaalt dat de jaarlijkse monitoringresultaten zullen worden besproken in een tripartiete begeleidingscommissie (Raamovereenkomst artikel 17). In combinatie met de verplichtingen in het Besluit geeft de Raamovereenkomst daarmee de basis voor het mo- nitoringprotocol, deel 3 van dit document.
In deel 5 van dit document zijn alle bijlagen opgenomen die voor de deelnemers en be- trokkenen bij de uitvoering en de monitoring van de gescheiden inzameling van verpak- kingsafval van belang zijn. De bijlagen zijn meestal voor meerdere delen van belang.
Bijlagen bij de uitvoeringsprotocollen en het monitoringprotocol:
X. xx Xxxxxxxxxxxxxxxx;
B. materiaalspecifieke bepaling van de wijze waarop:
– de verrekenprijs (marktprijs in de Raamovereenkomst) wordt vastgesteld;
– de vergoeding wordt berekend voor inzameling en transport van verpakkings- afval;
C. materiaalspecifieke kwaliteitseisen voor het aangeboden huishoudelijk verpak- kingsafval ten behoeve van acceptatie door de gecertificeerde Xxxxxxxx (sorteerder);
D. certificeringsprotocol met daarin per materiaal de kwaliteitseisen waaraan een Inzamelaar van bedrijfsafval of Bewerker (sorteerder) moet voldoen opdat hij verpakkingsafval mag inzamelen en/of scheiden en/of doen verwerken voor materiaalhergebruik en/of nuttige toepassing;
E. audit- en controleprotocol met daarin de werkwijze voor het controleren van de
opgave van deelnemers;
F. handleiding WasteTool voor het doen van opgave aan Nedvang door gemeen- ten (huishoudelijk afval) of bedrijven (bedrijfsafval);
G. definitielijst met het overzicht van de gebruikte definities.
Onderstaand schema geeft de samenhang van de verschillende onderdelen van dit document. Alle onderdelen zijn van belang voor een deelnemer (gemeente of bedrijf), behalve de registratie van marktgegevens. Deze gegevens zijn noodzakelijk voor de moni- toring, echter worden door bedrijven in hun hoedanigheid als producent/importeur bij de Belastingdienst aangegeven in het kader van de Verpakkingenbelasting.
Samenhang uitvoerings- en monitoringprotocol
Combinatie en rapportage
Registratie
Mat. Spec. bijlagen
Hulpmiddelen uitvoering
Certificering
Audit en controle
WasteTool
Raamovereenkomst
Marktgegevens Belastingdienst
Uitvoeringsprotocol Bedrijven
Uitvoeringsprotocol Huishoudens
Monitoringprotocol
2 De VNG en PRN hebben op 27 mei 2007 een nieuw papiervezelconvenant getekend. Het papier- vezelconvenant heeft betrekking op 77% van het gescheiden ingezameld oudpapier en -karton uit huishoudens. Het betreft het zogeheten grafische papier: kranten, tijdschriften, folders en dergelijke. Dit uitvoeringsprotocol heeft betrekking op het verpakkingsmateriaal van papier en karton (23% van het huishoudelijk deel).
2 Versie 2.0, april 2009 Inleiding 3
Deel 1: Uitvoeringsprotocol
gescheiden inzameling verpakkingsafval uit huishoudens
Inhoud
Deel 1 - Uitvoeringsprotocol
gescheiden inzameling verpakkingsafval uit huishoudens
1. Doelstelling en structuur 3
1.1 Sturing materiaalstroom 3
1.2 Registratie en vergoeding 4
2. Xxx en taken van de betrokken actoren 5
2.1 Afvalfonds 5
2.2 Nedvang 7
2.3 Gemeente 8
2.4 Bewerker en recycler 10
2.5 Begeleidingscommissie Raamovereekomst 11
2.6 Geschillen 11
3. Gegevensoverdracht 11
3.1 Wie moet welke gegevens aanleveren 11
3.2 Verpakkingen van glas 12
3.3 Verpakkingen van papier en karton 13
3.4 Verpakkingen van kunststof 14
3.5 Verpakkingen van metaal 15
4. Meldprocedure 16
4.1 Elektronisch melden 16
4.2 Opgave van de maandelijks ingezamelde afvalstromen 16
4.3 Controleren meldingen van gemeente 17
1. Doelstelling en structuur
Het uitvoeringsprotocol huishoudens (UP-HH) beschrijft hoe de betrokken partijen samen- werken bij de uitvoering van de Raamovereenkomst. Het UP-HH richt zich op de inzameling en bewerking van door huishoudens in Nederland afgedankte verpakkingen. De structuur beschrijft zowel de bron- als de nascheiding van materialen uit restafval. Naast de sturing van de uitvoering beschrijft dit UP-HH de registratie van de hoeveelheden materialen in het kader van het Besluit. Achtereenvolgens komen de volgende materialen aan bod:
- Glas;
- Papier en karton;
- Kunststoffen;
- Metalen.
1.1 Sturing materiaalstroom
Gemeente
Inzamelaar
1 - contract
3 - data
Bewerker
2 - contract
Recycler
Nedvang
De door huishoudens afgedankte verpakkingsmaterialen leggen diverse stappen af voor- dat materiaalhergebruik plaatsvindt. Onderstaand schema geeft met pijlen de belangrijk- ste fysieke stappen weer voor de gescheiden ingezamelde materialen en de coördinatie ervan door Nedvang.
Het schema gaat uit van bronscheiding. In het geval van nascheiding is de bewerker de nascheidingsinstallatie. De naamgeving voor de betrokken dienstverleners is uniform ge- houden (definities, bijlage G). De gemeente is verantwoordelijk voor de inzameling bij de huishoudens en het aanbieden aan een gecertificeerde bewerker. De gemeente kan hiervoor een inzamelaar inschakelen, die soms gelijktijdig ook bewerker is. De gemeente blijft altijd verantwoordelijk voor de inzameling. De gemeente sluit een contract met een gecertificeerde bewerker (1) voor de afzet van ingezamelde materialen. In het geval van kunststof biedt de gemeente het ingezamelde materiaal aan bij een door Nedvang ge- contracteerde bewerker of de gecertificeerde nascheidingsinstallatie1. De bewerker is ver- antwoordelijk voor de acceptatie volgens de kwaliteitseisen van Nedvang en zorgt voor de afzet van de gesorteerde en bewerkte materialen naar een recycler (2) die aantoon- baar zorgdraagt voor materiaalhergebruik (of nuttige toepassing). Voor kunststof heeft Nedvang de beschikking over de gesorteerde materialen en komt de verkoopopbrengst ten goede van het Afvalfonds. De recycler (bijv. papier- of glasfabriek) zorgt voor de ver- vaardiging van product. Apart wordt geregistreerd als een recycler de materialen inzet voor andere nuttige toepassing bijvoorbeeld als secundaire brandstof. Nedvang is ver- antwoordelijk voor de sturing en het informatiebeheer van de keten (3). Dit gebeurt door het hanteren van certificering- en kwaliteitseisen. Dit geeft zekerheid voor de uitgevoerde diensten. Registratie van de hoeveelheden geeft inzicht in de als materiaal hergebruikte en in andere vorm nuttig toegepaste materialen.
1.2 Registratie en vergoeding
Dit uitvoeringsprotocol beschrijft eveneens de wijze van vergoeding voor de uitgevoer- de activiteiten. In hoofdlijnen verloopt de registratie en vergoeding zoals weergegeven in onderstaand schema. Per materiaal zijn in de Raamovereenkomst afspraken gemaakt over de vergoedingen. Deze zijn uitgewerkt in de materiaalspecifieke bijlagen (bijlage B), waarin de formule voor het berekenen van vergoeding is opgenomen. Vergoeding vindt alleen plaats als aan de acceptatievoorwaarden is voldaan (bijlage C).
3 - geld
2 - info
Nedvang
1 - data
4 - rapport
BegeleidingsCie Raamovereenkomst
Gemeente
Afvalfonds
1 De Raamovereenkomst biedt de gemeente optie A (A1), A2 (A met nascheiding) en B. Ned- vang start op door het inschakelen van bestaande bewerkers (bijlage B3/C3). Op termijn volgt aanbesteding.
De gemeente registreert zich bij Nedvang, sluit een deelnemersovereenkomst2 en geeft per kwartaal3 elektronisch de maandelijkse hoeveelheden gescheiden ingezamelde ma- terialen door (1-data). Bijlage F geeft de vindplaats voor de actuele handleiding van Was- teTool met een toelichting op de opgave van de ingezamelde hoeveelheden. Nedvang controleert de data en maakt tevens gebruik van audits en controles (bijlage E) om be- trouwbare informatie te verkrijgen. Nedvang geeft gecontroleerde informatie door aan het Afvalfonds (2-info). Het Afvalfonds betaalt de gemeente voor de prestatie (3-geld). Jaarlijks gebruikt Nedvang de gecontroleerde gegevens voor de monitoring en combi- neert de gegevens ten behoeve van de rapportage aan de begeleidingscommissie met de gegevens van het materiaalhergebruik van verpakkingen door bedrijven en met de gegevens over de hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen (4-rapport).
Naast de gegevens die van de gemeente afkomstig zijn, verkrijgt Nedvang tevens (ge- baseerd op overeenkomsten) gegevens van de bewerker en recycler. In het geval van nascheiding rapporteert de gemeente de hoeveelheden nagescheiden materiaal en de nascheidingsinstallatie rapporteert de per gemeente ontvangen hoeveelheid restafval en de nagescheiden fracties materialen als controle-informatie.
2. Xxx en taken van de betrokken actoren
2.1 Afvalfonds
Jaarlijks reserveert het Ministerie van VROM € 115 miljoen ten behoeve van de Stichting Afvalfonds (‘het Afvalfonds’). Het Afvalfonds is verantwoordelijk voor de financiering van de kosten van de uitvoering van de Raamovereenkomst in het kader van de te behalen doelstellingen voortvloeiend uit het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. Het Afvalfonds is enkel een fonds. De uitvoering ligt bij het verpakkende bedrijfsleven, geza- menlijk met de VNG en gemeenten. Aan het Afvalfonds wordt een stichting toegevoegd voor de administratie van het fonds.
Het bestuur van het Afvalfonds bestaat uit het verpakkende bedrijfsleven en de VNG en een namens de VNG en het verpakkende bedrijfsleven te benoemen onafhankelijk Voor- zitter. Het bestuur stelt jaarlijks:
a. een begroting op, waarin inzage wordt gegeven van te verwachten inkomsten
en uitgaven;
b. een jaarrekening op van alle inkomsten en uitgaven.
2 Parallel aan de deelnemersovereenkomst in het kader van de Raamovereenkomst biedt Ned- vang de gemeente de mogelijkheid om de gegevens te gebruiken voor het Papiervezelcon- venant. Hiervoor zijn geen aanvullende gegevens nodig (oudpapier en -karton bestaat zowel uit verpakkingen als uit grafisch papier). Wel dient de gemeente met PRN een afzonderlijke overeenkomst af te sluiten.
3 Bij gebruik van de gegevens voor het Papiervezelconvenant is maandelijkse opgave nodig.
Afvalfonds keert vergoedingen uit
Het Afvalfonds zorgt voor het uitkeren van vergoedingen op basis van de Raamovereen- komst met inachtneming van het Besluit, alsmede de protocollen met bijbehorende bij- lagen:
a. aan gemeenten voor (registratie van de) gescheiden inzameling, nascheiding of bewerking van verpakkingen uit huishoudens, conform artikel 2, 3 en 4 en Annex 1 van de Raamovereenkomst;
b. voor een compensatie van de kosten die het verpakkende bedrijfsleven en ge- meenten daadwerkelijk hebben gemaakt voor de gescheiden inzameling van verpakkingsafval in 2006 en 2007, conform artikel 7 en Annex 2 van de Raam- overeenkomst;
c. voor de kosten voor de stimulering van gescheiden inzameling van bedrijfs- verpakkingen conform Annex 2 bij de Raamovereenkomst;
d. voor de uitvoering van pilots inzake de inzameling van kunststofverpakkingen als bedoeld in Annex 1 van de Raamovereenkomst;
e. voor de kosten voor monitoring van inzameling en materiaalhergebruik van
verpakkingen en zwerfafval, conform artikel 8 van de Raamovereenkomst;
f. voor de kosten van organisatie en uitvoering door het bedrijfsleven, conform Annex 2 van de Raamovereenkomst;
g. voor activiteiten voortvloeiend uit het Impulsprogramma Zwerfafval, conform
artikel 6 van de Raamovereenkomst.
Het Afvalfonds betaalt een vergoeding uit aan de gemeente binnen 4 weken na ont- vangst van de door Nedvang goedgekeurde opgave van de gemeente, met specificatie van de ingezamelde materialen. In geval bij een controle achteraf blijkt dat de gegevens onjuist zijn, kan het Afvalfonds de uitbetaalde vergoedingen terugvorderen. Nedvang meldt een niet-goedkeuring of een vaststelling van een afwijkende hoeveelheid binnen 4 weken na ontvangst van de opgave aan de gemeente. Een advies van Nedvang aan het Afvalfonds tot terugvordering van een uitgekeerde vergoeding meldt Nedvang onmiddel- lijk aan de gemeente.
Afvalfonds stelt rapportage vergoedingen op
Het Afvalfonds stelt jaarlijks voor 1 april een rapportage op als basis voor de jaarrekening (die voor 1 juli wordt vastgesteld). In deze rapportage zijn de volgende componenten opgenomen:
a. de omvang van de verstrekte vergoedingen, uitgesplitst per doel zoals hier- boven beschreven en genoemd in de statuten, met een overzicht van de ge- hanteerde grondslagen (informatie over de door het Afvalfonds op voorstel van Nedvang vastgestelde verrekenprijs volgt pas op 31 december, zie ook bijlage B1 en B2);
b. een meerjarenraming van de te verwachten inkomsten en uitgaven.
2.2 Nedvang
In de Raamovereenkomst is aangegeven dat het bedrijfsleven via één organisatie uitvoe- ring zal geven aan het Besluit waar het betreft de producentenverantwoordelijkheid voor consumentenverpakkingen.
Deze uitvoeringsorganisatie is opgericht door de collectieve uitvoeringsorganisaties die ten tijde van de Raamovereenkomst een goedgekeurde mededeling in het kader van het Besluit hadden. De bestaande stichting Nedvang is gebruikt voor dit doel. De stichting Nedvang (‘Nedvang’) vormt per 18 december 2007 de uitvoeringsorganisatie en geeft namens producenten en importeurs (het bedrijfsleven) uitvoering aan de gemaakte af- spraken in de Raamovereenkomst. Nedvang werkt voor de uitvoering nauw samen met de materiaalorganisaties.
1-loket voor de VNG en de gemeenten
Nedvang is de gesprekspartner voor de VNG en de gemeenten met betrekking tot de uitvoering van dit uitvoeringsprotocol.
Gemeente meldt zich aan bij Nedvang
Een gemeente meldt zich aan bij de uitvoeringsorganisatie Nedvang, sluit een deelne- mersovereenkomst in het kader van de Raamovereenkomst (deel 4) en doet opgave van de ingezamelde hoeveelheid brongescheiden ingezamelde verpakkingen. Nedvang zorgt voor:
a. de beoordeling en controle van de opgegeven hoeveelheden;
b. de correspondentie hierover met de gemeente;
c. de doorgeleiding van de opgave van een gemeente aan het Afvalfonds met voorstel voor de uit te betalen vergoeding aan deze gemeente (creditfactuur)
d. het voorstel aan het Afvalfonds voor de te hanteren voorlopige verrekenprijs en vaststelling van de verrekenprijs van het voorgaande kalenderjaar (voor papier en glas).
De gegevens over de ingezamelde hoeveelheden worden tevens gebruikt voor de mo- nitoring.
Voor de uitvoering van de bovenstaande taken ontvangt Nedvang een vergoeding uit het Afvalfonds. Ten behoeve van het opstellen van de begroting zal Nedvang jaarlijks voor 1 september een opgave doen van haar werkzaamheden voor de uitvoering van het Be- sluit beheer verpakkingen en papier en karton en van de Raamovereenkomst en de daar- aan gerelateerde kosten en opbrengsten van verkoop van het gerecyclede materiaal.
Nedvang monitort de materiaalhergebruikdoelstellingen
Het verpakkende bedrijfsleven heeft de plicht op basis van het Besluit en de Raamover-
eenkomst om de volgende materiaalhergebruikdoelstellingen (in gewicht) te behalen;
a. 90% voor glas;
b. 75% voor papier en karton;
c. 32% voor kunststof in 2009; 38% voor kunststof in 2010; 42% voor kunststof in 2012;
d. 85% voor metaal;
e. 25% voor hout.
Naast materiaalhergebruik per materiaal is er een overall doelstelling voor alle verpak- kingen van ten minste 70% nuttige toepassing waarvan 65% materiaalhergebruik in 2008 en ten minste 75% nuttige toepassing waarvan 70% materiaalhergebruik in 2010. Nedvang monitort de gegevens voor materiaalhergebruik en nuttige toepassing uit huishoudens en combineert deze met de gegevens van bedrijven en met de marktgegevens tot een jaar- lijkse rapportage.
2.3 Gemeente
Gemeente zorgt voor de inzameling van verpakkingsafval
De gemeente is verantwoordelijk voor de gescheiden inzameling van het verpakkingsdeel van de huishoudelijke deelstromen papier en karton, glas, metaal en kunststof ten behoe- ve van de recycling. De wettelijke plicht voor inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (waaronder verpakkingen) berust op artikel 10.21 van de Wet Milieubeheer (Wm).
In de Raamovereenkomst is aangegeven dat het LAP zodanig wordt aangepast dat ge- meenten er vóór 1-1-2010 voor zorg dienen te dragen dat ook kunststofverpakkingen af- komstig uit huishoudens gescheiden worden ingezameld of via nascheiding uit het huis- houdelijk afval wordt verkregen. Een voorstel daartoe (LAP2) is op 10 december 2008 aan de Tweede Kamer voorgelegd. Gemeenten zullen op deze wijziging van het LAP anticipe- ren. Ook het huidige LAP wordt aangepast. Een nota van aanpassing is op 21 januari 2009 aan de Tweede kamer gezonden.
Gemeente contracteert een gecertificeerde bewerker
De gemeente selecteert en/of contracteert een gecertificeerde bewerker voor ontvangst en verdere bewerking van de gescheiden ingezamelde materialen. Dit kan ook een ge- certificeerde nascheidingsinstallatie zijn. De gemeente of de nascheidingsinstallatie zorgt ervoor dat het (na)gescheiden ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval voldoet aan de acceptatie-eisen, zoals vastgelegd per materiaal in bijlage C. Verpakkingsafval dat niet is geaccepteerd door de bewerker, eventueel recycler in geval van nascheiding (de afkeur- stroom), komt niet voor vergoeding in aanmerking. Voor kunststof heeft de gemeente drie opties (Annex 2 van de Raamovereenkomst):
- Optie A1 is om zelf te sorteren en als bewerker op te treden;
- Optie A2 is om restafval aan te leveren aan een gecertificeerde nascheidings-
installatie;
- Optie B is aan te leveren bij een door Nedvang gecontracteerde bewerker
(sorteercentrum of overslagpunt van een sorteercentrum).
In verband met de vergoedingensystematiek voor glas en papier en karton (bijlage B1 en B2) geeft de gemeente aan een door Nedvang ingeschakelde onafhankelijke derde indien noodzakelijk inzicht in de contractgegevens met de bewerker(indien gewijzigd ook voor 2006, 2007 en 2008). Nedvang gaat vertrouwelijk met deze verkregen informatie om en gebruikt ze uitsluitend in het kader van de uitvoering van de Raamovereenkomst.
Gemeente ontvangt een vergoeding voor de inzameling van verpakkingsafval Voor de gescheiden inzameling en het transport van verpakkingsafval van papier, karton, glas, metaal en kunststofverpakkingsafval uit huishoudelijke afvalstromen ontvangt de ge- meente een vergoeding uit het Afvalfonds. Deze vergoeding geldt niet voor restafval of nagescheiden fracties in het geval van nascheiding (kunststof optie A2). Om hiervoor in aanmerking te komen houdt de gemeente, of namens de gemeente de gemeentelijke inzamelaar of de nascheidingsinstallatie, van elke afvalstroom de volgende actuele regi- straties bij:
a. gewicht in kilogram per soort en kwaliteit materiaal die zijn aangeboden én defi- nitief zijn geaccepteerd bij en door een gecertificeerde bewerker;
b. naam en adres van de bewerker waar de afvalstroom ter bewerking is aangebo- den;
c. datum waarop de afvalstroom ter bewerking is aangeboden.
Voor kunststof kan de gemeente bij keuze voor optie A1 of A2 eveneens in aanmerking komen voor een vergoeding uit het Afvalfonds voor het sorteren (bijlage B3/C3).
Gemeente zorgt voor opgave aan Nedvang
De gemeente zorgt voor:
a. de aanmelding van de gemeente (deelnemersovereenkomst) bij Nedvang;
b. het melden van wijzigingen van de aangemelde gegevens bij Nedvang;
c. de opgave van de ingezamelde hoeveelheden gescheiden materialen bij Nedvang;
d. de jaaropbrengst van het contract met de bewerker voor papier en glas.
Veel gemeenten hebben hun taken op het gebied van de afvalinzameling overgedragen of gedelegeerd aan een andere organisatie of bedrijf, bijvoorbeeld een samenwerkings- verband op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regeling of een overheidsgedomi- neerd bedrijf waarvan de gemeenten mede aandeelhouder of bestuurder zijn. Een ge- meente kan een ander bedrijf of organisatie mandateren om namens hen de meldingen bij Nedvang te doen. Zij stellen Nedvang hiervan schriftelijk op de hoogte. Het heeft in verband met de administratie de voorkeur de mandatering per stroom aan dezelfde orga- nisatie te doen. Er is dan één administratievoerder per gemeente. Mandatering aan meer- dere organisaties is administratief (nog) niet mogelijk. Gemeenten blijven verantwoordelijk en aansprakelijk voor de uitvoering en ontvangen van het Afvalfonds de vergoeding.
Gemeente is verantwoordelijk voor juiste opgave verpakkingsafval
De gemeente is verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van de (kwantitatieve ge- gevens) in het (elektronisch) opgavenformulier. De gegevens moeten op controleerbare wijze ontleend zijn aan een afvaladministratie. De opzet en werking van deze afvaladmi- nistratie moeten waarborgen dat de gegevens in het opgavenformulier betrouwbaar zijn. Hiervoor is vereist dat de huishoudelijke- en bedrijfsafvalstromen fysiek en administratief gescheiden worden gehouden. Bij nascheiding kan de gemeente deze fysieke en admi- nistratieve scheiding opdragen aan de nascheidingsinstallatie.
2.4 Bewerker en recycler
De benaming bewerker is in de protocollen gebruikt voor degene die als eerste de ge- scheiden of na te scheiden ingezamelde verpakkingmaterialen accepteert. De bewerker wordt in het Besluit of de Raamovereenkomst soms aangeduid met sorteerder of verwer- ker. De bewerker moet gecertificeerd zijn. De certificatie vindt plaats door een vanwege Nedvang geautoriseerde instantie volgens de protocollen die zijn opgenomen in Bijlage D. De gecertificeerde bewerker is vanaf de acceptatie verantwoordelijk voor de materialen en de verdere bewerking en voorbereiding van materiaalhergebruik en/of nuttige toepas- sing.
De gecertificeerde bewerker:
a. beoordeelt de aangeboden verpakkingsmaterialen op basis van de accep- tatie-eisen (bijlage C); in geval de partij niet aan de acceptatie-eisen voldoet meldt de bewerker dit binnen 24 uur aan de gemeente en overlegt over ver- dere afhandeling. De partij wordt apart gehouden van de overige ontvangen verpakkingsmaterialen;
b. accepteert de aangeboden materialen indien deze voldoen aan de accepta- tie-eisen;
c. doet een opgave aan de gemeente en aan Nedvang van de maandelijks geaccepteerde hoeveelheid van de door de gemeente of gemeentelijke inzamelaar ingezamelde verpakkingen (naast de reguliere administratie en ken- nisgevingen, o.a. via weegbonnen);
d. zorgt voor de bewerking voor materiaalhergebruik en/of nuttige toepassing van
het geaccepteerde verpakkingsafval zoals overeengekomen met Nedvang;
e. garandeert dat het materiaal aan een recycler wordt geleverd met als aan- toonbaar doel materiaalhergebruik of nuttige toepassing.
In het geval van papier, karton, glas en metaal wordt aangesloten bij de bestaande prak- tijk. De in gebruik zijnde certificeringseisen voor de bewerking zijn van toepassing. Voor kunststof zullen in 2009 certificeringseisen worden ontwikkeld. De doelstelling is om één cer- tificeringsprotocol (Beoordelingsrichtlijn) op te stellen voor de inzameling en bewerking van verpakkingsafval dat als bijlage D bij dit uitvoeringsprotocol zal behoren. Vooralsnog is de huidige praktijk leidend en is het verdere proces toegelicht in bijlage D.
Aangezien op dit moment nog niet voor alle verpakkingsmaterialen certificeringseisen van kracht zijn geldt een overgangsregeling. In het geval nog geen certificeringseisen be-
schikbaar en van toepassing zijn mag de gemeente een contract sluiten met een niet- gecertificeerde bewerker. De bewerker (o.a. de nascheidingsinstallatie) dient wel een deelnemersovereenkomst met Nedvang te hebben en door ondertekening van de deel- nemerovereenkomst schriftelijk te bevestigen binnen 12 maanden na het vaststellen van de certificeringseisen hieraan te zullen voldoen.
De recycler (soms herverwerker genoemd) zorgt ervoor dat de aangeleverde materialen aantoonbaar worden omgezet in herbruikbare materialen of nuttig worden toegepast.
2.5 Begeleidingscommissie Raamovereenkomst
Een tripartiete (VROM, VNG, bedrijfsleven) bestuurlijke begeleidingscommissie begeleidt de uitvoering van de Raamovereenkomst. De commissie komt regelmatig bijeen onder voorzitterschap van de directeur-generaal Milieubeheer. De jaarlijkse monitoringresultaten zullen in de commissie worden besproken. Indien uit de monitoringrapportage blijkt dat de beoogde resultaten niet worden behaald dan wel indien zich onvoorziene ontwikkelingen voordoen die van invloed zijn op de uitvoering van de Raamovereenkomst treden de partijen in de commissie met elkaar in overleg om te bezien of aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Dit alles laat onverlet dat de betrokken partijen hun eigen ver- antwoordelijkheden, verplichtingen en bevoegdheden hebben op grond van het Besluit. De uitvoering van de jaarlijkse beoordeling is beschreven in het Monitoringprotocol (deel 3).
2.6 Geschillen
Een procedure is opgenomen in de deelnemersovereenkomst (voor model zie deel 4). Indien een geschil ontstaat over de totstandkoming, uitvoering en/of uitleg van het uitvoe- ringsprotocol treden Nedvang en de gemeente in overleg om tot een minnelijke oplossing te komen. Indien partijen niet tot een oplossing kunnen komen, informeert Nedvang het Af- valfonds en legt het geschilpunt voor aan de begeleidingscommissie Raamovereenkomst, alvorens een gerechtelijke procedure aanhangig te maken.
3. Gegevensoverdracht
3.1 Wie moet welke gegevens aanleveren
De gemeente levert bij gescheiden inzameling vanuit huishoudens voor de volgende (ver- pakkings)materialen gegevens aan Nedvang:
- papier en karton (alle toepassingen, dus inclusief grafisch papier);
- glas;
- metaal, alleen gescheiden ingezameld deel;
- kunststof.
Verpakkingen die vrijkomen bij het bedrijfsleven, ook wel B2B-verpakkingen genoemd, worden meestal ingezameld door afvalinzamelaars en door hen afzonderlijk gerappor-
teerd aan Nedvang (beschreven in deel 2: uitvoeringsprotocol bedrijven). Verpakkingsma- terialen die worden nagescheiden uit restafval of teruggewonnen na een bewerking, zoals metalen na verbranding in een AVI, worden voor de gegevensoverdracht gelijkgesteld met B2B-verpakkingen. De bewerker (nascheidingsinstallatie) of een andere instantie dan de gemeente levert in dat geval de gegevens aan Nedvang.
In dit protocol is per materiaal op basis van een algemeen model beschreven hoe de ge- gevensoverdracht voor verpakkingsafval van huishoudens in zijn werk gaat. De gemeente vormt de primaire bron van informatie. De overige schakels in de keten leveren eveneens informatie, namelijk over de bewerking en de finale bestemming. Afwijking van het model is alleen toegestaan na expliciete goedkeuring van Nedvang. In het jaarlijkse verslag aan de begeleidingscommissie Xxxxxxxxxxxxxxxx zal Nedvang verslag doen van alle even- tuele toegestane afwijkingen.
3.2 Verpakkingen van glas
Voor glazen verpakkingen is in het Besluit als doelstelling opgenomen om jaarlijks minimaal 90% als materiaal te hergebruiken van de totale hoeveelheid die op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke glazen verpakkingen en glazen bedrijfsver- pakkingen (o.a. vanuit de horeca). De gemeente (gemeentelijke inzamelaar) zamelt de huishoudelijke glazen verpakkingen apart in en levert aan bij de bewerker. De registratie van de ingezamelde hoeveelheid sluit aan op de bestaande praktijk. De gemeente regis- treert glas afkomstig uit specifiek voor de horeca bestemde glasbakken afzonderlijk. De verdere afzet (vaak in één contract) kan wel samen met het van de huishoudens afkom- stige glas plaatsvinden.
Fysieke stroom Informatiestroom (primair) Info keten (secundair)
Nedvang loket gemeenten
Recycler
Bewerker
Gemeente
Het verpakkingsglas afkomstig van huishoudens wordt wel/niet op kleur gescheiden in- gezameld (meestal via glasbakken) door afvalinzamelaars die gecontracteerd zijn door de gemeente. Deze afvalinzamelaars brengen het ingezamelde glas naar een gecertifi- ceerde bewerker (een glassorteercentrum). De bewerker accepteert de partij glas alleen indien deze voldoet aan de afgesproken kwaliteitscriteria. De hoeveelheid glas wordt ge- wogen op een weegbrug bij de bewerker. Na sortering en bewerking vervoert de bewer- ker de gesorteerde glasscherven naar een recycler (een glasfabriek). De gemeente krijgt op basis van haar contract met de bewerker de gegevens over de ingezamelde hoeveel- heden (per partij en per kleur). De gemeente bepaalt de maandelijkse hoeveelheid (per kleur) op basis van de weegbonnen van de weegbrug bij de bewerker. De gemeenten en de inzamelaars zijn gehouden het glas uit huishoudens administratief gescheiden te hou- den van het glas afkomstig uit bedrijven tot de overdracht aan de bewerker.
De gecertificeerde bewerker verstrekt Nedvang gegevens over de hoeveelheid ingeza- meld glas, de hoeveelheid afgezette scherven en de NAW-gegevens van de recycler. De ontvangende recycler verstrekt zo nodig gegevens over de ontvangen glasscherven. Nedvang gebruikt deze cijfers voor controle van de juistheid van de gegevens die zijn aangeleverd en voor het aantonen van materiaalhergebruik.
3.3 Verpakkingen van papier en karton
Voor verpakkingen van papier en karton is in het Besluit als doelstelling opgenomen om jaarlijks minimaal 75% als materiaal te hergebruiken van de totale hoeveelheid die op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke verpakkingen en be- drijfsverpakkingen (bijvoorbeeld lege dozen). De fractie verpakkingen is voor de inzame- ling bij huishoudens niet te onderscheiden van het overige oudpapier en -karton (hierna: OPK). Daarom geeft de gemeente de totale hoeveelheid OPK op aan Nedvang. Tijdens het convenant verpakkingen is vastgesteld dat 23% hiervan uit verpakkingen bestaat.
Oudpapier en -karton (OPK) afkomstig van huishoudens wordt brongescheiden ingeza- meld namens de gemeenten op verschillende wijze, onder andere door:
• papierbak (brengsysteem);
• huis-aan-huis inzameling door een inzamelaar (haalsysteem);
• inzameling door scholen en verenigingen (haal- of brengsysteem).
De inzamelaar brengt het OPK naar een gecertificeerde bewerker (oudpapieronderne- ming) die afhankelijk van de markt zorgdraagt voor sortering in verschillende fracties. De bewerker accepteert de partij OPK alleen indien deze voldoet aan de afgesproken kwa- liteitscriteria. De hoeveelheid OPK wordt gewogen op een weegbrug bij de bewerker. De gesorteerde fracties gaan uiteindelijk (eventueel via verschillende handelaren) naar de recycler (papier- of kartonfabriek) waar het OPK dient als grondstof voor nieuwe toepas- singen.
De gemeente krijgt op basis van haar contract met de bewerker de gegevens over de ingezamelde hoeveelheden OPK en geeft deze op aan Nedvang. De gegevens per ge- meente zijn gebaseerd op de weegregistratie (weegbonnen) van de weegbrug bij de bewerker.
De gecertificeerde bewerker verstrekt Nedvang gegevens over de hoeveelheid geaccep- teerd OPK, de hoeveelheid afgezette fracties en de NAW-gegevens van de recycler. De ontvangende recycler verstrekt zo nodig gegevens over de ontvangen fracties. Nedvang gebruikt deze cijfers voor controle van de juistheid van de gegevens die zijn aangeleverd en voor het aantonen van materiaalhergebruik.
De gemeente rapporteert dus de totale hoeveelheid ingezameld OPK aan Nedvang.4
Drankenkartons uit huishoudens
Een aparte fractie die door sommige gemeenten wordt ingezameld is de fractie dranken- kartons (meestal via aparte bakken of zakken). Drankenkartons mogen niet samen met OPK worden ingezameld. Voor drankenkartons zijn geen aparte doelstellingen of rege- lingen van toepassing wat betreft vergoedingen. Zij vallen wat betreft de doelstellingen onder de doelstellingen van de verpakkingen van papier en karton. De gemeenten ont- vangen de informatie over de ingezamelde hoeveelheden van de inzamelaar of bewer- ker en verstrekken die aan Nedvang. Indien materiaalhergebruik plaatsvindt rapporteren gemeente, bewerker en recycler op gelijke wijze als bij OPK beschreven.
Indien drankenkartons uit het restafval worden nagescheiden vindt de opgave aan Ned- vang plaats op basis van het uitvoeringsprotocol bedrijven.
3.4 Verpakkingen van kunststof
Voor verpakkingen van kunststof zijn in de Raamovereenkomst de doelstellingen gewij- zigd ten opzichte van het Besluit naar jaarlijks ten minste 32%, 38% en 42% materiaalher- gebruik in respectievelijk 2009, 2010 en 2012. Dit percentage is gekoppeld aan de totale hoeveelheid die op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke verpakkingen en bedrijfsverpakkingen (o.a. folies, kratten). De kunststofverpakkingen uit huishoudens worden ingezameld door gemeenten, gecontracteerde afvalinzamelaars of nagescheiden. De inzamelaar brengt de ingezamelde verpakkingen naar een bewerker (overslagpunt van een sorteercentrum). De bewerker accepteert de partij alleen indien deze voldoet aan de afgesproken kwaliteitscriteria. De hoeveelheid kunststof wordt ge- wogen op een geijkte weegbrug bij de bewerker. Nedvang contracteert bewerkers die zorgen voor een sortering in meerdere zuivere kunststoffracties waarbij materiaalherge- bruik uitgangspunt is. In het geval van nascheiding zorgt de nascheidingsinstallatie voor het opleveren van gesorteerde kunststoffracties.
De gesorteerde kunststoffracties gaan naar de recycler (granulaatfabriek) waar het kunst-
stof dient als grondstof voor nieuwe toepassingen. De opbrengst komt ten goede aan het
Afvalfonds.
4 De registratie van hoeveelheden in het kader van het Papiervezelconvenant loopt via Ned- vang indien de gemeente heeft aangegeven hierin te willen participeren door het tekenen van een overeenkomst met PRN. PRN is verantwoordelijk voor het niet-verpakkingen deel van het OPK.
De gemeente verkrijgt de gegevens over de hoeveelheden ingezamelde verpakkingen van de bewerker (het overslagpunt) en zendt deze door aan Nedvang. De gecertificeer- de bewerker (sorteercentrum of nascheidingsinstallatie) verstrekt Nedvang gegevens over de hoeveelheid ingezameld kunststof, de hoeveelheid afgezette fracties en de NAW-ge- gevens van de recycler. De ontvangende recycler verstrekt zo nodig gegevens over de ontvangen fracties. Nedvang gebruikt deze cijfers voor controle van de juistheid van de gegevens die zijn aangeleverd en voor het aantonen van materiaalhergebruik.
Statiegeldflessen
Voor kunststof drankenflessen groter dan 50cl geldt momenteel een statiegeldverplich- ting. De inzameling van deze (eenmalige) flessen gebeurt onder verantwoordelijkheid van de producent/importeur. In het geval van frisdranken en waters verzorgt voor het groot- ste deel de Stichting Retourverpakkingen Nederland de inzameling en verwerking. Een producent/importeur die zich niet heeft aangesloten bij deze stichting dient zelf voor de terugname, sortering en verwerking zorg te dragen. Een producent/importeur die gebruik maakt van statiegeldverpakkingen rapporteert aan Nedvang op basis van het uitvoe- ringsprotocol bedrijven hoeveel verpakkingen zij hebben ingezameld en hergebruikt als materiaal. Zij kunnen daarvoor eventueel gebruik maken van de gegevens die zij van de Stichting Retourverpakkingen Nederland ontvangen.
Nascheiding gemengde fractie kunststof en papier/karton
Indien uit het huishoudelijk restafval (eventueel samen met gemengd bedrijfsafval) in na- scheidingsinstallaties een gemengde kunststof- en papierfractie wordt afgescheiden (ook wel PPF, papier-plastic-fractie genoemd) wordt deze afzonderlijk opgegeven aan Ned- vang. Bij de inzet van deze fractie als secundaire brandstof in cementovens en energie- centrales is sprake van nuttige toepassing van zowel het kunststof als van het papier en karton. Bij materiaalhergebruik vindt registratie als zodanig plaats. De bewerker geeft de betreffende hoeveelheden op aan Nedvang op basis van het uitvoeringsprotocol bedrij- ven. Er is geen vergoeding in het kader van de Raamovereenkomst voor nuttige toepas- sing.
3.5 Verpakkingen van metaal
Voor verpakkingen van metaal is in het Besluit als doelstelling opgenomen om jaarlijks ten minste 85% als materiaal te hergebruiken van de totale hoeveelheid die op de Nederland- se markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke verpakkingen en bedrijfsverpak- kingen (o.a. blikken en vaten). Er is geen aparte doelstelling voor huishoudelijke verpakking- en of voor bedrijfsverpakkingen. Indien gemeenten metalen verpakkingen gescheiden inzamelen kunnen zij deze aanbieden aan een bewerker en vervolgens aan Nedvang opgave doen van de hoeveelheid.
De voorkeursinzameling van metalen verpakkingen is om deze samen met het restafval in te zamelen met terugwinning van de metalen (ferro en non ferro) na verbranding. Dit omdat nagenoeg al het huishoudelijk restafval verbrand wordt of wordt behandeld in een nascheidingsinstallatie en terugwinning van metalen op deze wijze doelmatig is. De terug- gewonnen metalen door de bewerker (AVI of scheidingsinstallatie) bevatten ook andere
fracties dan verpakkingen. Voor een nauwkeurige registratie van de terugwinning van me- talen uit verpakkingen worden de hoeveelheden verwerkt restafval en de samenstelling gebruikt (zoals bekend bij SenterNovem, zie monitoringprotocol).
4. Meldprocedure
Om voor vergoeding in aanmerking te komen, moet de gemeente zich aanmelden bij Nedvang, de deelnemersovereenkomst afsluiten en per kwartaal opgave doen van het maandelijks gescheiden ingezamelde verpakkingsafval. In dit hoofdstuk is de meldingspro- cedure beschreven.
4.1 Elektronisch melden
De opgave van hoeveelheden vindt elektronisch plaats bij Nedvang. Hiervoor is ter onder- steuning van de uitvoering WasteTool® ontwikkeld. Indien de opgave langs elektronische weg afwijkt van hetgeen is voorgeschreven en daardoor niet direct verwerkt kan worden, kan het nodig zijn om extra administratieve handelingen te doen, die extra kosten met zich meebrengen. Nedvang motiveert de extra kosten schriftelijk en kan het Afvalfonds verzoe- ken de kosten ten laste te laten komen van de uit te keren vergoeding.
Bij de aanmelding verstrekt de gemeente de volgende gegevens:
a. NAW gegevens gemeente;
b. Naam/telefoonnummer contactpersoon, die de gemeente rechtmatig verte-
genwoordigt;
c. Bankrekeningnummer;
d. Registratie van de NAW gegevens van (gecertificeerde) bewerkers voor papier en karton, glas, metalen (indien van toepassing), kunststof (nascheiding)5 en daarnaast ten minste jaarlijks de totale jaaropbrengst voor papier en glas (be- horende bij de geleverde hoeveelheid).
Op basis hiervan ontvangt de gemeente van Nedvang een bevestiging van de aanmel- ding en van de deelnemersovereenkomst en een unieke code, die de gemeente kan gebruiken voor de opgave van de ingezamelde hoeveelheid verpakkingsafval.
4.2 Opgave van de maandelijks ingezamelde afvalstromen
In WasteTool® is een (elektronisch) standaard opgavenformulier beschikbaar dat moet wor- den gebruikt voor de periodieke gegevensverstrekking. De opgave dient intern, bij de or- ganisatie die de opgave verstrekt, geautoriseerd te worden door een daartoe bevoegde werknemer. Door Nedvang kan gevraagd worden om een mandateringsverklaring.
5 In het registratieformulier behorend bij de deelnemersovereenkomst bevestigt de gemeente dat de contracten, c.q. de gemelde opbrengsten, geschoond zijn van overige diensten.
Bij de opgave verstrekt de gemeente de volgende gegevens:
a. Unieke code van de gemeente;
b. Naam (deel)gemeente;
c. Hoeveelheid in kilogram per maand van door de bewerker geaccepteerde
materialen, zijnde:
- hoeveelheid bont glas in kg;
- hoeveelheid kleurgescheiden glas in kg uitgesplitst naar wit, groen en bruin;
- hoeveelheid oudpapier en -karton in kg (inclusief grafisch deel);
- hoeveelheid drankenkartons in kg (indien van toepassing);
- hoeveelheid kunststofverpakkingen in kg6;
- hoeveelheid metalen verpakkingen in kg;
d. Afgifteadres (alleen bij afwijking);
e. Kwartaal waarop rapportage betrekking heeft.
De opgave vindt plaats per kwartaal binnen een maand na afloop van het kwartaal. De financiële afwikkeling vindt plaats op kwartaalbasis, tenzij de gemeente de gegevens te- vens wil gebruiken in het kader van het Papiervezelconvenant. In dat geval is maandelijkse aanlevering van de oudpapier en –kartongegevens nodig.
De gemeente doet ten minste een keer per jaar voor 1 maart opgave van de opbreng- sten in het afgelopen jaar voor papier en glas ten behoeve van de bepaling van de ver- rekenprijs. Eén keer per jaar voor 1 maart ontvangt de gemeente ter goedkeuring een jaaropgave van Nedvang van de geregistreerde hoeveelheid verpakkingsmateriaal en als de gegevens nog niet binnen zijn een verzoek de opbrengsten in het afgelopen jaar te melden. De gemeente kan mede op basis hiervan haar opgaven van het voorgaande kalenderjaar nog tot 31 maart wijzigen (zie bijlage F).
4.3 Controleren meldingen van gemeente
Nedvang beoordeelt de opgave van een gemeente binnen drie weken na binnenkomst van de opgave en geeft aan de gemeente aan of de gegevens juist en volledig zijn. Bij niet-goedkeuring geeft Nedvang dit uiterlijk vier weken na binnenkomst van de opgave door aan de gemeente. Bij goedkeuring zorgt Nedvang voor doorgeleiding van de ge- gevens aan het Afvalfonds ten behoeve van de betaling van de vergoedingen. Indien de gegevens onjuist en/of onvolledig zijn of voor hetzelfde materiaal al een declaratie is ingediend, krijgt de indiener maximaal twee weken de mogelijkheid om de gegevens aan te vullen.
De vergoeding vindt per kwartaal door het Afvalfonds plaats en is voor papier en glas gebaseerd op de voorlopige verrekenprijs die door Nedvang en VNG per kwartaal (na afloop) is vastgesteld, uitgaande van de verrekenprijs in het voorgaande jaar en zo nodig
6 Indien de gemeente zelf sorteert (optie A1) betreft het de verschillende kunststoffracties die aan de door Nedvang aangewezen gecertificeerde recycler worden geleverd. Bij levering aan een nascheidingsinstallatie (optie A2) doet deze installatie (als bewerker) evenals de gemeen- te (die aanspreekpunt blijft voor Nedvang) opgave bij Nedvang van de hoeveelheden van de verschillende kunststoffracties.
met in acht name van objectief kenbare marktontwikkelingen. De uiteindelijke verreken- prijs stelt het Afvalfonds na afloop van het jaar vast op basis van de door de gemeenten aangeleverde informatie. Voor het eind van het jaar vindt gelijktijdig met de uitbetaling over het 3e kwartaal een verrekening (nabetaling of inhouding) plaats met de gemeen- te. Op 31 december ontvangt de gemeente een specificatie van deze verrekening, met daarbij een overzicht van de in het voorgaande jaar ontvangen vergoedingen van het Afvalfonds en de gehanteerde verrekenprijs per materiaal.
Nedvang maakt bij de controles gebruik maakt van een auditsystematiek, waarbij de op- gave wordt getoetst op volledigheid, plausibiliteit en juistheid. Ook kan een controle in de verdere verwerkingsketen plaatsvinden op basis van deelnemersovereenkomsten met of certificering vanwege Nedvang. Een gemeente krijgt alleen betaald voor afvalstromen die zijn geaccepteerd door een gecertificeerde bewerker conform het voor het betreffen- de materiaal geldende certificeringsprotocol en met in acht name van de kwaliteitseisen opgenomen in de materiaalspecifieke bijlagen C. Nedvang kan bij gerede twijfel een con- trolemedewerker of accountant opdragen om bij de gemeente en/of door de gemeente ingeschakelde derden een audit of controle (review in overleg met de gemeente) uit te voeren (bijlage E).
Nedvang keurt de opgave niet goed indien is gebleken dat:
a. de ingediende opgave onjuist en/of onvolledig is;
b. indien blijkt dat de opgave is gedaan door een niet-bevoegde (niet-gemanda- teerde of niet- geautoriseerde) functionaris van of namens de gemeente;
c. voor hetzelfde verpakkingsafval uit huishoudens meerdere malen een vergoe-
ding wordt geclaimd;
d. bedrijfsverpakkingen worden aangeboden als huishoudelijke verpakkingen.
Nedvang treedt alvorens er wordt overgegaan tot niet-goedkeuring, eerst in overleg met de gemeente om tot een oplossing te komen voor de geconstateerde afwijkingen.
Deel 2:
Uitvoeringsprotocol bedrijven
gescheiden inzameling verpakkingsafval
bij bedrijven en instellingen
Inhoud
Deel 2 - Uitvoeringsprotocol bedrijven
gescheiden inzameling verpakkingsafval bij bedrijven en instellingen
1. Doelstelling en structuur 3
1.1 Sturing materiaalstroom 3
1.2 Registratie en vergoeding 4
2. Xxx en taken van de betrokken actoren 5
2.1 Afvalfonds 5
2.2 Nedvang 6
2.3 Bedrijven 7
2.4 Inzamelaar 8
2.5 Bewerker en recycler 8
2.6 Begeleidingscommissie Raamovereenkomst 9
2.7 Geschillen 9
3. Gegevensoverdracht 9
3.1 Wie moet welke gegevens aanleveren? 9
3.2 Verpakkingen van glas 10
3.3 Verpakkingen van papier en karton 11
3.4 Verpakkingen van kunststof 11
3.5 Verpakkingen van metaal 12
3.6 Houten verpakkingen 13
4. Meldprocedure 13
4.1 Elektronisch melden 13
4.2 Opgave van de maandelijks ingezamelde afvalstromen 14
4.3 Controleren meldingen van een inzamelaar of bewerker 15
1. Doelstelling en structuur
Het uitvoeringsprotocol bedrijven (UP-BV) beschrijft hoe de betrokken partijen samenwer- ken bij de uitvoering van het Besluit en de Raamovereenkomst. Het UP-BV richt zich tot de (brongescheiden) inzameling en verwerking van door bedrijven en instellingen in Neder- land afgedankte verpakkingen. In dit uitvoeringsprotocol is ook de nascheiding van mate- rialen uit het totale restafval van bedrijven tot zuivere materiaalfracties opgenomen. Naast de sturing van de uitvoering gaat het UP-BV over de registratie van de hoeveelheden ingezamelde en bewerkte verpakkingsmaterialen in het kader van het Besluit. Achtereen- volgens komen de volgende materialen aan bod in dit uitvoeringsprotocol:
- Glas
- Papier en karton
- Kunststoffen
- Metalen
- Hout.
1.1 Sturing materiaalstroom
De door bedrijven en instellingen afgedankte verpakkingsmaterialen leggen diverse stap- pen af voordat materiaalhergebruik plaatsvindt. Onderstaand schema geeft met pijlen de belangrijkste fysieke stappen weer en de coördinatie door Nedvang.
2 - contract
contract
data
Bewerker
2 - contract
Recycler
Nedvang
Inzamelaar
Bedrijf
Bedrijven1 zijn verantwoordelijk voor het sluiten van contracten met gecertificeerde inza- melaars voor de inzameling van gescheiden verpakkingsafval.
1 Hiermee worden bedrijven bedoeld in de rol van ontdoener.
Tevens sluit het bedrijf (eventueel via de inzamelaar) een contract met een bewerker en mogelijk ook met een recycler. Deze bewerker2 is verantwoordelijk voor de acceptatie vol- gens de kwaliteitseisen van Nedvang en zorgt voor afzet van de gesorteerde en bewerkte materialen naar een recycler. De recycler zorgt voor de vervaardiging van herbruikbaar materiaal (product). In het geval van overige nuttige toepassing verzorgt de recycler de inzet van het materiaal als secundaire brandstof, zodat energie wordt teruggewonnen. Nedvang3 is verantwoordelijk voor de coördinatie van de gehele keten. Certificering en kwaliteitseisen bieden zekerheid voor de uitgevoerde diensten. Nedvang sluit met inzame- laars en bewerkers een deelnemersovereenkomst waarin afspraken zijn vastgelegd over certificering en registratie van hoeveelheden, ten behoeve van inzicht in de herbruikbare en nuttig toegepaste materialen.
1.2 Registratie en vergoeding
Dit uitvoeringsprotocol beschrijft eveneens de wijze van registratie van de ingezamelde hoeveelheden verpakkingsafval. Primair vindt de registratie van de ingezamelde hoeveel- heden plaats door de inzamelaar. Deze rapporteert de maandelijks ingezamelde hoeveel- heden eenmaal per kwartaal aan Nedvang. De bewerker geeft eveneens per kwartaal de resultaten van het bewerkingsproces door aan Nedvang.
De inzamelaars en bewerkers die een deelnemersovereenkomst met Nedvang hebben af- gesloten melden ieder kwartaal4 elektronisch de hoeveelheden materialen die per maand ingezameld of bewerkt zijn. Dit gebeurt in de applicatie WasteTool. Op de website van Nedvang staat de handleiding van WasteTool met een toelichting op de opgave van de ingezamelde hoeveelheden. Nedvang controleert de data en maakt tevens gebruik van audits en controles (bijlage E) om betrouwbare informatie te verkrijgen. Jaarlijks gebruikt Nedvang de gecontroleerde gegevens voor de monitoring en combineert de gegevens ten behoeve van de rapportage aan de begeleidingscommissie Raamovereenkomst met de gegevens van het materiaalhergebruik van verpakkingen door huishoudens en met de marktgegevens.
2 Deze bewerker kan ook een instelling zijn die zich bezighoudt met nascheiding uit restafval.
3 Het Besluit bevat afspraken voor Producenten/Importeurs. Nedvang treedt op als collectief van deze Producenten/importeurs net zoals zij dat doet richting gemeenten bij de afspraken uit de Raamovereenkomst.
4 Voor oudpapier en –karton is maandelijkse opgave benodigd in verband met het Papier- vezelconvenant.
2. Xxx en taken van de betrokken actoren
2.1 Afvalfonds
Jaarlijks reserveert het Ministerie van VROM € 115 miljoen ten behoeve van de Stichting Afvalfonds (‘het Afvalfonds’). Het Afvalfonds is verantwoordelijk voor de financiering van de kosten van de uitvoering van de Raamovereenkomst in het kader van de te behalen doelstellingen voortvloeiend uit het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. Het Afvalfonds is enkel een fonds. De uitvoering ligt bij het verpakkende bedrijfsleven, geza- menlijk met de VNG en gemeenten. Aan het Afvalfonds wordt een stichting toegevoegd voor de administratie van het fonds.
Het bestuur van het Afvalfonds bestaat uit het verpakkende bedrijfsleven en de VNG en een namens de VNG en het verpakkend bedrijfsleven te benoemen onafhankelijk Voorzit- ter. Het bestuur stelt jaarlijks:
a. een begroting op, waarin inzage wordt gegeven van te verwachten inkomsten
en uitgaven;
b. een jaarrekening op van alle inkomsten en uitgaven.
Afvalfonds keert vergoedingen uit
Het Afvalfonds zorgt voor het uitkeren van vergoedingen op basis van de Raamovereen- komst met inachtneming van het Besluit, alsmede de protocollen met bijbehorende bijla- gen:
a. aan gemeenten voor (registratie van de) gescheiden inzameling, nascheiding of bewerking van verpakkingen uit huishoudens, conform artikel 2, 3 en 4 en annex 1 van de Raamovereenkomst;
b. voor een compensatie van de kosten die het verpakkende bedrijfsleven en ge- meenten daadwerkelijk hebben gemaakt voor de gescheiden inzameling van verpakkingsafval in 2006 en 2007, conform artikel 7 en annex 2 van de raam- overeenkomst;
c. voor de kosten voor de stimulering van gescheiden inzameling van bedrijfsver- pakkingen conform Annex 2 bij de Raamovereenkomst;
d. voor de uitvoering van pilots inzake de inzameling van kunststofverpakkingen als bedoeld in Annex 1;
e. voor de kosten voor monitoring van inzameling en materiaalhergebruik van
verpakkingen en zwerfafval, conform artikel 8 van de Raamovereenkomst;
f. voor de kosten van organisatie en uitvoering door het bedrijfsleven, conform Annex 2 bij de Raamovereenkomst;
g. voor activiteiten voortvloeiend uit het Impulsprogramma Zwerfafval, conform
artikel 6 van de raamovereenkomst.
Afvalfonds stelt rapportage vergoedingen op
Het Afvalfonds stelt jaarlijks voor 1 april een rapportage op als basis voor de jaarrekening die voor 1 juli wordt vastgesteld). In deze rapportage zijn de volgende componenten op- genomen:
a. de omvang van de verstrekte vergoedingen, uitgesplitst per doel zoals hier- boven beschreven en genoemd in de statuten;
b. een meerjarenraming van de te verwachten inkomsten en uitgaven.
2.2 Nedvang
In de Raamovereenkomst is aangegeven dat het bedrijfsleven via één organisatie uitvoe- ring zal geven aan het Besluit waar het betreft de producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen.
Deze uitvoeringsorganisatie is opgericht door de collectieve uitvoeringsorganisaties die ten tijde van de Raamovereenkomst een goedgekeurde mededeling in het kader van het Besluit hadden. De bestaande stichting Nedvang is gebruikt voor dit doel. De stichting Nedvang (‘Nedvang’) vormt per 18 december 2007 de uitvoeringsorganisatie en geeft namens producenten en importeurs (het bedrijfsleven) uitvoering aan de gemaakte af- spraken in de Raamovereenkomst en aan de eisen in het Besluit. Nedvang werkt voor de uitvoering nauw samen met de materiaalorganisaties.
1-loket voor de inzamelaars en bewerkers van verpakkingsafval
Inzamelaars en bewerkers sluiten een deelnemersovereenkomst met Nedvang en worden vanwege Nedvang gecertificeerd (bijlage D). De lijst met gecertificeerde inzamelaars en bewerkers zal door Nedvang openbaar worden gemaakt, waarbij bij de bewerkers ook wordt aangegeven voor welke materialen en toepassingen de bewerkers zijn gecertifi- ceerd.
Inzamelaar of bewerker meldt zich aan bij Nedvang
Een inzamelaar of bewerker (of nascheidingsinstallatie) meldt zich aan bij Nedvang, sluit daarmee een deelnemersovereenkomst (deel 4 - Bedrijven) en doet aan Nedvang op- gave van de ingezamelde hoeveelheid verpakkingen. Deze inzamelaars en bewerkers geven daarmee aan dat zij (zullen gaan) voldoen aan de certificeringseisen van Nedvang en dat zij zullen voldoen aan de administratieve eisen van Nedvang. Deze inzamelaars en bewerkers komen daardoor op de lijst te staan met erkende en (op termijn) gecertifi- ceerde inzamelaars en bewerkers waaruit door het verpakkende bedrijfsleven een keuze gemaakt kan worden.
Nedvang zorgt voor:
a. de beoordeling en controle van de opgegeven hoeveelheden;
b. de correspondentie hierover met de inzamelaar en bewerker.
De gegevens over de ingezamelde hoeveelheden worden tevens gebruikt voor de mo- nitoring.
Voor de uitvoering van de bovenstaande taken ontvangt Nedvang een vergoeding uit het Afvalfonds. Ten behoeve van het opstellen van de begroting zal Nedvang jaarlijks voor 1 september een opgave doen van haar werkzaamheden voor de uitvoering van het Be- sluit beheer verpakkingen en papier en karton en van de Raamovereenkomst en de daar- aan gerelateerde kosten en opbrengsten van verkoop van het gerecyclede materiaal.
Nedvang monitort de materiaalhergebruikdoelstellingen
Het verpakkende bedrijfsleven heeft de plicht op basis van het Besluit en de Raamover-
eenkomst om de volgende materiaalhergebruikdoelstellingen (in gewicht) te behalen;
a. 90% voor glas
b. 75% voor papier en karton
c. 32% voor kunststof in 2009 38% voor kunststof in 2010 42% voor kunststof in 2012
d. 85% voor metaal
e. 25% voor hout.
Naast materiaalhergebruik per materiaal is er een algemene doelstelling voor alle verpak- kingen van ten minste 70% nuttige toepassing waarvan 65% materiaalhergebruik in 2008 en ten minste 75% nuttige toepassing waarvan 70% materiaalhergebruik in 2010. Nedvang registreert en monitort eveneens de gegevens voor materiaalhergebruik en nuttige toe- passing uit huishoudens en combineert deze met de gegevens van bedrijven en met de marktgegevens tot een jaarlijkse rapportage.
2.3 Bedrijven
Bedrijf sluit contract met een gecertificeerde inzamelaar
Het bedrijf (de ontdoener) selecteert en contracteert een gecertificeerde inzamelaar voor de inzameling van de door het bedrijf gescheiden gehouden verpakkingen waarvan het bedrijf zich wil ontdoen. Het bedrijf zorgt ervoor dat het gescheiden ingezameld verpak- kingsafval voldoet aan de acceptatie-eisen, zoals vastgelegd per materiaal in bijlage C.
Bedrijf sluit contract met een gecertificeerde bewerker
Het bedrijf selecteert en/of contracteert een gecertificeerde bewerker voor ontvangst en verdere bewerking van de gescheiden ingezamelde materialen. Verpakkingsafval dat niet is geaccepteerd door de bewerker (afkeurstromen) mag door de inzamelaar niet worden meegeteld met de totale hoeveelheid die gescheiden is ingezameld en zal door het bedrijf zelf opnieuw gescheiden moeten worden.
2.4 Inzamelaar
De inzamelaar die door het bedrijf wordt gecontracteerd moet ten minste door Nedvang erkend zijn en daarmee aan hebben gegeven binnen een termijn van 12 maanden ge- certificeerd te zullen zijn. De certificatie vindt plaats door een vanwege Nedvang geauto- riseerde instantie volgens de protocollen die zijn opgenomen in Bijlage D. De gecertificeer- de inzamelaar is vanaf de acceptatie verantwoordelijk voor de materialen, de efficiënte inzameling en transport naar de afgesproken bewerker en voor een deugdelijke admini- stratie over de ingezamelde en getransporteerde hoeveelheden.
De gecertificeerde of te certificeren inzamelaar:
a. beoordeelt de aangeboden verpakkingsmaterialen op basis van de acceptatie-eisen (bijlage C);
b. accepteert de aangeboden materialen indien deze voldoen aan de acceptatie-eisen;
c. doet per kwartaal een opgave aan Nedvang van de maandelijks ingezamelde
(geaccepteerde) hoeveelheid verpakkingen;
d. garandeert dat het materiaal aan een gecertificeerde bewerker wordt
geleverd.
2.5 Bewerker en recycler
De benaming bewerker is in de protocollen gebruikt voor degene die als eerste de ge- scheiden ingezamelde verpakkingmaterialen accepteert of gemengd (rest)afval na- scheidt. De bewerker wordt in het Besluit of de Raamovereenkomst soms aangeduid met sorteerder of verwerker. De bewerker moet ten minste door Nedvang erkend zijn en daar- mee aan hebben gegeven binnen een termijn van 12 maanden gecertificeerd te zijn. De certificatie vindt plaats door een vanwege Nedvang geautoriseerde instantie volgens de protocollen die zijn opgenomen in Bijlage D. De gecertificeerde bewerker is vanaf de ac- ceptatie verantwoordelijk voor de materialen en de verdere bewerking en voorbereiding van materiaalhergebruik en/of nuttige toepassing.
De gecertificeerde of te certificeren bewerker:
a. beoordeelt de aangeboden verpakkingmaterialen op basis van de acceptatie- eisen (bijlage C);
b. accepteert de aangeboden materialen indien deze voldoen aan de accepta- tie-eisen;
c. doet per kwartaal een opgave aan Nedvang van de per maand geaccep- teerde hoeveelheid van de door de gecertificeerde inzamelaar ingezamelde verpakkingen (naast de reguliere administratie op basis van o.a. weegbonnen);
d. zorgt voor de bewerking voor materiaalhergebruik en/of nuttige toepassing van
het geaccepteerde verpakkingsafval zoals overeengekomen met Nedvang;
e. garandeert dat het materiaal aan een recycler wordt geleverd met als aan- toonbaar doel materiaalhergebruik of nuttige toepassing.
De recycler zorgt ervoor dat de aangeleverde materialen daadwerkelijk worden omgezet in herbruikbare materialen of nuttig worden toegepast. In sommige geval- len, bijvoorbeeld bij schone monostromen, kan een inzamelaar direct aan een recycler
leveren. In dat geval zijn de voornoemde vereisten voor de bewerker van toepassing op
de inzamelaar.
2.6 Begeleidingscommissie Raamovereenkomst
De jaarlijkse monitoringresultaten zullen worden besproken in een nog op te richten bege- leidingscommissie. De commissie toetst in hoeverre de doelstellingen en afspraken uit de Raamovereenkomst gehaald zijn. De uitvoering is beschreven in het Monitoringprotocol (deel 3).
2.7 Geschillen
In de deelnemersovereenkomst (voor model zie deel 4 - Bedrijven) is een procedure over geschillen opgenomen. Indien een geschil ontstaat over de totstandkoming, uitvoering en/of uitleg van het uitvoeringsprotocol treden Nedvang en de deelnemer in overleg om tot een minnelijke oplossing te komen. Indien partijen niet tot een oplossing kunnen komen, informeert Nedvang het Afvalfonds en legt het geschilpunt voor aan de begeleidingscom- missie monitoring, alvorens een gerechtelijke procedure aanhangig te maken.
3. Gegevensoverdracht
3.1 Wie moet welke gegevens aanleveren?
De inzamelaar levert bij gescheiden inzameling vanuit bedrijven voor de volgende (ver- pakkings)materialen gegevens aan Nedvang:
- papier en karton (totale hoeveelheid, inclusief grafisch papier)
- glas
- metaal, alleen gescheiden ingezameld deel
- kunststof
-hout.
Per materiaal is op basis van een algemeen model beschreven van hoe de gegevens- overdracht in zijn werk gaat. Afwijkingen van dit model kunnen voorkomen. Deze afwij- kingen kunnen ook resulteren in andere afspraken met een inzamelaar. Afwijkingen zijn al- leen toegestaan na expliciete goedkeuring van Nedvang. In het jaarlijkse verslag aan de begeleidingscommissie Xxxxxxxxxxxxxxxx zal Nedvang verslag doen van alle eventuele toegestane afwijkingen.
Fysieke stroom Informatiestroom (primair)
Nedvang
Bewerker
Inzamelaar
Bedrijf
Statiegeldflessen
Voor statiegeldflessen geldt in principe hetzelfde systeem als voor alle andere glazen ver- pakkingen. Op het moment dat een glazen verpakking wordt ingezameld met statiegeld en wordt hervuld, wordt deze niet meegeteld. Op het moment dat de glazen verpakking niet meer gevuld zal worden (omdat hij gebroken is, niet meer aan de kwaliteitscriteria voldoet of bij vervanging van een model) wordt deze door een inzamelaar ingezameld en naar een bewerker gebracht. Deze inzamelaar meldt de ingezamelde hoeveelheden aan Nedvang.
3.3 Verpakkingen van papier en karton
3.2 Verpakkingen van glas
Voor glazen verpakkingen is in het Besluit als doelstelling opgenomen om jaarlijks minimaal 90% te herverwerken van de totale hoeveelheid die op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke glazen verpakkingen en glazen bedrijfsverpakkingen (bijvoorbeeld vanuit de horeca). De glazen bedrijfsverpakkingen verpakkingen worden zo veel mogelijk apart ingezameld en aangeleverd aan de bewerker. Bij een gemengde aanlevering van huishoudelijke en bedrijfsafvalstromen zorgt de inzamelaar tenminste voor administratieve scheiding.
Het verpakkingsglas afkomstig van bedrijven wordt ingezameld door gecertificeerde afva- linzamelaars die gecontracteerd zijn door het betreffende bedrijf. Deze afvalinzamelaars brengen het ingezamelde glas naar een gecertificeerde bewerker (een glassorteercen- trum). De bewerker accepteert de partij glas alleen indien deze voldoet aan de afge- sproken kwaliteitscriteria. De hoeveelheid glas wordt gewogen op een weegbrug bij de bewerker. Na sortering en bewerking vervoert de bewerker de gesorteerde glasscherven naar een recycler (een glasfabriek).
De inzamelaars verstrekken Nedvang ieder kwartaal de gegevens over de totale hoeveel- heid per maand ingezameld glas bij alle bedrijven in Nederland die een contract hebben met deze inzamelaar.
De gecertificeerde bewerker verstrekt Nedvang gegevens over de hoeveelheid ingeza- meld glas en de hoeveelheid afgezette scherven. Nedvang gebruikt deze cijfers voor con- trole van de juistheid van de gegevens die zijn aangeleverd (door inzamelaars en ook door gemeenten) en voor het aantonen van materiaalhergebruik.
Voor verpakkingen van papier en karton is in het Besluit als doelstelling opgenomen om jaarlijks minimaal 75% te hergebruiken van de totale hoeveelheid die op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke verpakkingen en bedrijfsverpakkin- gen. De fractie verpakkingen is voor de inzameling bij bedrijven niet te onderscheiden van het overige oudpapier en -karton (hierna: OPK). Daarom geeft de inzamelaar de totale hoeveelheid OPK op aan Nedvang. Tijdens het convenant verpakkingen is vastgesteld dat 58% hiervan uit verpakkingen bestaat.
De inzamelaar brengt het OPK naar een gecertificeerde bewerker (oudpapieronderne- ming) die afhankelijk van de markt zorgdraagt voor sortering in verschillende fracties. Deze bewerker accepteert de partij OPK alleen indien deze voldoet aan de afgesproken kwa- liteitscriteria. De hoeveelheid OPK wordt gewogen op een weegbrug bij de bewerker. De gesorteerde fracties gaan uiteindelijk (eventueel via verschillende handelaren) naar de recycler (papierfabriek) waar het OPK dient als grondstof voor nieuwe toepassingen.
De inzamelaar krijgt op basis van haar contract met de bewerker de gegevens over de ingezamelde hoeveelheden OPK en geeft deze op aan Nedvang. De gecertificeerde be- werker verstrekt Nedvang eveneens de gegevens over de hoeveelheid geaccepteerd OPK, de hoeveelheid afgezette fracties en naam en adres van de recycler. De ontvang- ende recycler verstrekt zo nodig gegevens over de ontvangen fracties. Nedvang gebruikt deze cijfers voor controle van de juistheid van de gegevens die zijn aangeleverd en voor het aantonen van materiaalhergebruik.
3.4 Verpakkingen van kunststof
Voor verpakkingen van kunststof zijn in de Raamovereenkomst de doelstellingen gewijzigd ten opzichte van het Besluit naar jaarlijks minimaal 32, 38 en 42% hergebruik in respectie- velijk 2009, 2010 en 2012. Dit percentage is gekoppeld aan de totale hoeveelheid die in het jaar ervoor op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke verpakkingen en bedrijfsverpakkingen. De kunststofverpakkingen uit bedrijven worden ge- scheiden ingezameld door vanwege Nedvang gecertificeerde afvalinzamelaars of nage- scheiden uit gemengd bedrijfsafval. De inzamelaar brengt de ingezamelde verpakkingen naar een bewerker (bijvoorbeeld een overslagpunt van een sorteercentrum of een na- scheidingsinstallatie). De bewerker accepteert de partij alleen indien deze voldoet aan de afgesproken kwaliteitscriteria. Deze zijn in een afzonderlijke bijlage opgenomen voor zover
het gaat om monostromen die onvergelijkbaar zijn met het kunststofverpakkingsafval uit huishoudens. De hoeveelheid kunststof wordt gewogen op een weegbrug bij de bewerker. De uitgesorteerde fracties gaan uiteindelijk naar de recycler (granulaatfabriek) waar het kunststof dient als grondstof voor nieuwe toepassingen.
De inzamelaar verkrijgt de gegevens over de hoeveelheden ingezamelde verpakkingen per maand van de bewerker (het overslagpunt) en zendt deze aan Nedvang. De gecer- tificeerde bewerker (sorteercentrum) verstrekt Nedvang gegevens over de hoeveelheid ingezameld kunststof, de hoeveelheid afgezette fracties en naam en adres van de recy- cler. De ontvangende recycler verstrekt zo nodig gegevens over de ontvangen fracties. Nedvang gebruikt deze cijfers voor controle van de juistheid van de gegevens die zijn aangeleverd en voor het aantonen van materiaalhergebruik.
Statiegeldflessen
Voor kunststof drankenflessen groter dan 50cl geldt momenteel een statiegeldverplich- ting. De inzameling van deze (eenmalige) flessen gebeurt onder verantwoordelijkheid van de producent/importeur. In het geval van frisdranken en waters verzorgt voor het groot- ste deel de Stichting Retourverpakkingen Nederland de inzameling en verwerking. Een producent/importeur die zich niet heeft aangesloten bij deze stichting dient zelf voor de terugname, sortering en verwerking zorg te dragen. Een producent/importeur die gebruik maakt van statiegeldverpakkingen rapporteert aan Nedvang op basis van het uitvoe- ringsprotocol bedrijven hoeveel verpakkingen zij hebben ingezameld en hergebruikt als materiaal. Zij kunnen daarvoor eventueel gebruik maken van de gegevens die zij van de Stichting Retourverpakkingen Nederland ontvangen.
Zij verstrekken Nedvang ieder kwartaal de volgende informatie:
a. maand waarover wordt gerapporteerd;
b. aantal flessen dat is teruggenomen;
c. totaal gewicht ingezamelde flessen (kunststoffractie).
Nascheiding van een gemengde fractie kunststof en papier/karton
Uit het huishoudelijk restafval en uit gemengd bedrijfsafval kan in nascheidingsinstallaties een kunststof- en papierstroom worden afgescheiden (ook wel PPF, papier-plastic-fractie genoemd). Deze fractie wordt voornamelijk ingezet als secundaire brandstof in cement- ovens en energiecentrales. Deze inzet wordt beschouwd als nuttige toepassing van zowel kunststof als van papier/karton. De bewerker (in dit geval de nascheidingsinstallatie) geeft ieder kwartaal de hoeveelheden op aan Nedvang die per maand zijn afgescheiden met een onderverdeling in papier en kunststof.
3.5 Verpakkingen van metaal
Voor verpakkingen van metaal is in het Besluit als doelstelling opgenomen om jaarlijks mi- nimaal 85% te hergebruiken van de totale hoeveelheid die op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat uit huishoudelijke verpakkingen en bedrijfsverpakkingen. Er is geen aparte doelstelling voor huishoudelijke verpakkingen of voor bedrijfsverpakkingen. Indien bedrijven metalen verpakkingen gescheiden inzamelen kunnen zij deze aanbieden aan een gecertificeerde inzamelaar. Deze inzamelaar verstrekt Nedvang ieder kwartaal
een overzicht van al het door hen per maand in Nederland ingezamelde metalen verpak- kingsafval.
Door Nedvang wordt jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid metalen verpakkingen die wordt herverwerkt. Dit onderzoek vindt plaats in nauwe samenwerking met de Stichting Kringloop Blik (SKB) en SenterNovem. Een beschrijving van de wijze waar- op dit onderzoek wordt uitgevoerd is te vinden in het Monitoringprotocol.
3.6 Houten verpakkingen
Voor houten verpakkingen is in het Besluit als doelstelling opgenomen om jaarlijks minimaal 25% te hergebruiken van de totale hoeveelheid die op de Nederlandse markt is gebracht. Dit totaal bestaat voornamelijk alleen uit bedrijfsverpakkingen zoals pallets, kisten en klos- sen. Indien bedrijven houten verpakkingen gescheiden inzamelen dan kunnen zij deze aanbieden aan een bewerker via een vanwege Nedvang gecertificeerde inzamelaar. Deze inzamelaar verstrekt Nedvang ieder kwartaal een overzicht van al het door hen per maand in Nederland ingezamelde houten verpakkingsafval. In dit overzicht wordt door de inzamelaar aangegeven of de ingezamelde verpakkingen bestemd zijn voor recycling of voor overige nuttige toepassing.
Door Nedvang wordt jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid houten ver- pakkingen die wordt herverwerkt. Dit onderzoek vindt plaats in nauwe samenwerking met de Stichting Kringloop Hout. Een beschrijving van de wijze waarop dit onderzoek wordt uitgevoerd is te vinden in het Monitoringprotocol.
4. Meldprocedure
Gecertificeerde inzamelaars en bewerkers hebben een deelnemersovereenkomst afge- sloten met Nedvang. Na het afsluiten van de deelnemersovereenkomst dienen zij zich aan te melden bij Nedvang. Ieder kwartaal verstrekken zij informatie over de ingezamelde hoe- veelheden. In deze paragraaf wordt de meldingsprocedure besproken.
4.1 Elektronisch aanmelden
De opgave van hoeveelheden vindt elektronisch plaats bij Nedvang. Hiervoor is ter onder- steuning van de uitvoering WasteTool ontwikkeld. Indien de opgave langs elektronische weg afwijkt van hetgeen is voorgeschreven en daardoor niet direct verwerkt kan worden, kunnen er extra administratieve handelingen plaats gaan vinden, die extra kosten met zich meebrengen. Nedvang motiveert de extra kosten schriftelijk en kan de kosten ten laste laten komen van een eventueel uit te keren vergoeding.
Bij de aanmelding worden de volgende gegevens verstrekt:
a. NAW gegevens inzamelaar of bewerker;
b. Naam/telefoonnummer contactpersoon, die de inzamelaar/bewerker recht- matig vertegenwoordigt.
Op basis hiervan ontvangt de inzamelaar/bewerker van Nedvang een bevestiging van de aanmelding en een unieke code, die de inzamelaar/bewerker kan gebruiken voor de opgave van de ingezamelde hoeveelheid verpakkingsafval.
4.2 Opgave van de maandelijks ingezamelde afvalstromen
In WasteTool is een (elektronisch) standaard opgavenformulier beschikbaar dat moet wor- den gebruikt voor de periodieke gegevensverstrekking. De opgave dient intern, bij de or- ganisatie die de opgave verstrekt, geautoriseerd te worden door een daartoe bevoegde werknemer. Door Nedvang kan gevraagd worden om een mandateringsverklaring.
Bij de opgave verstrekt de inzamelaar de volgende gegevens:
a. Unieke code van de inzamelaar (bij inloggen);
b. Naam van de inzamelaar en herkomst van de ingezamelde materialen;
c. Hoeveelheid in kilogram per maand van door de inzamelaar geaccepteerde materialen, zijnde:
- hoeveelheid bont glas in kg;
- hoeveelheid kleurgescheiden glas in kg uitgesplitst naar wit, groen en bruin;
- hoeveelheid oud papier/karton in kg (inclusief grafisch deel);
- hoeveelheid drankenkartons in kg (indien van toepassing);
- hoeveelheid kunststofverpakkingen in kg;
- hoeveelheid metalen verpakkingen in kg;
- hoeveelheid houten verpakkingen in kg;
d. Maand waarop rapportage betrekking heeft.
Bij de opgave verstrekt de bewerker de volgende gegevens:
a. Unieke code van de bewerker (bij inloggen);
b. Naam van de bewerker en aanleverende inzamelaar;
c. Hoeveelheid in kilogram per maand van door de bewerker geaccepteerde
materialen, zijnde:
- hoeveelheid bont glas in kg;
- hoeveelheid kleurgescheiden glas in kg uitgesplitst naar wit, groen en bruin;
- hoeveelheid oud papier/karton in kg (inclusief grafisch deel);
- hoeveelheid drankenkartons in kg (indien van toepassing);
- hoeveelheid kunststofverpakkingen in kg;
- hoeveelheid metalen verpakkingen in kg;
- hoeveelheid houten verpakkingen in kg;
d. Maand waarop rapportage betrekking heeft.
De opgave vindt plaats per kwartaal binnen een maand achteraf (na afloop kwartaal) Voor oudpapier en –karton vindt maandelijks opgave plaats in verband met het Papier- vezelconvenant.
4.3 Controleren meldingen van een inzamelaar of bewerker
Nedvang beoordeelt de opgave van een inzamelaar of bewerker binnen drie weken na binnenkomst van de melding en geeft aan de inzamelaar/bewerker aan of de gegevens juist en volledig zijn.
Nedvang maakt bij de controles gebruik maakt van een auditsystematiek, waarbij de op- gave wordt getoetst op volledigheid, plausibiliteit (geloofwaardigheid) en juistheid. Ned- vang kan een adviseur of accountant opdragen om bij de inzamelaar of bewerker een review uit te voeren (bijlage E).
Nedvang keurt de opgave niet goed indien is gebleken dat de ingediende opgave onjuist en/of onvolledig is.
Nedvang treedt alvorens er wordt overgegaan tot niet-goedkeuring, eerst in overleg met de inzamelaar/bewerker om tot een oplossing te komen voor de geconstateerde afwij- kingen.
Deel 3: Monitoringprotocol
verpakkingen
Inhoud
Deel 3 - Monitoringprotocol
verpakkingen
1. Doelstelling en structuur 3
1.1 Doel monitoring 3
1.2 Uitgangspunten monitoring 4
1.3 Structuur 4
1.4 Evaluatie 4
2. Bijzonderheden per materiaal 5
2.1 Glas 5
2.2 Papier en karton 5
2.3 Kunststof 5
2.4 Metalen 6
2.5 Hout 7
3. Rapportage aan VROM 7
1. Doelstelling en structuur
Het monitoringprotocol beschrijft de berekening van de percentages materiaalhergebruik en overige nuttige toepassing van verpakkingen uit huishoudens en bedrijven1 in het kader van het Besluit. De input bestaat uit:
-hoeveelheden materiaalhergebruik uit huishoudens en bedrijven (uitvoerings- protocollen);
- hoeveelheden op de markt gebrachte verpakkingen (gegevens Belastingdienst en Nedvang).
De volgende verpakkingsmaterialen vallen onder reikwijdte van het Besluit en zijn meege- nomen in de monitoring:
- Glas;
- Papier en karton;
- Kunststoffen;
- Metalen;
- Hout.
De resultaten van de monitoring verschijnen geanonimiseerd en geaggregeerd (zonder dat individuele deelnemers herkenbaar zijn) in een jaarlijkse rapportage aan VROM zoals beschreven in het Besluit, aan de bestuurlijke Begeleidingscommissie Xxxxxxxxxxxxxxxx (hierna: ‘BCR’) zoals beschreven in de Xxxxxxxxxxxxxxxx (artikel 17 en addendum) en aan het Afvalfonds.
1.1 Doel monitoring
Het doel van de monitoring is drieledig:
1. De gegevens vormen de basis voor de jaarlijkse rapportage aan VROM en aan de BCR over de hoeveelheid verpakkingen die in Nederland is afgedankt en de mate waarin de doelstellingen uit het Besluit zijn bereikt. In de rapportage dienen de gemeten gegevens gerelateerd te worden aan de in totaal in het voorgaande jaar in Nederland nieuw op de markt gebrachte verpakkingen, zoals deze door het verpakkende bedrijfsleven ingevolge de Verpakkingenbe- lasting zijn aangegeven bij de Belastingdienst. Met deze cijfers kunnen per jaar en per materiaal de voor Nederland geldende materiaalhergebruik- en nuttige toepassingpercentages worden berekend.
2. De gegevens geven inzicht in de ontwikkeling van landelijke resultaten mate- riaalhergebruik. Dit is voor Nedvang van belang om effectief sturing te kunnen geven aan het zo efficiënt mogelijk behalen van de vereiste doelstellingen.
3. De gegevens geven mogelijk aanleiding voor Nedvang om op basis van het controleprotocol (bijlage E) controles te (laten) uitvoeren om na te gaan of de opgegeven hoeveelheden verpakkingsafval ook daadwerkelijk zijn ingezameld, gesorteerd, als materiaal hergebruikt of op een andere wijze nuttig toegepast. De uitvoeringsorganisatie zal jaarlijks verslag doen van deze controles aan de BCR.
1 Bedrijfsafval zoals bedoeld in art. 2.3 van het Besluit waarvoor de producenten- en importeurs verantwoordelijk zijn, echter niet de kosten dragen.
1.2 Uitgangspunten monitoring
Bij de opstelling van dit monitoringprotocol zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. De gemaakte afspraken uit de Raamovereenkomst tussen het bedrijfsleven, VROM en de VNG en de daarvan afgeleide afspraken in het uitvoeringsprotocol.
2. De plaats in de verpakkingsafvalketen waar het meest efficiënt de gegevens verzameld kunnen worden. Daarbij is ook rekening gehouden met:
- Volledigheid van de gegevens (afdekken van lekstromen en eventuele toege- voegde stromen);
- Voldoende gedetailleerdheid van de gegevens;
- Controleerbaarheid van de gegevens.
3. Het officiële rapportagejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
4. Verpakkingen van papier en karton worden gezamenlijk met het grafische papier ingezameld (oudpapier en -karton). Dit geldt zowel voor huishoudelijke verpakkingen als voor bedrijfsverpakkingen. Bij de huishoudelijke oudpapier en
-karton stroom is het aandeel verpakkingen vastgesteld op 23%. Bij de bedrijfs- matige oudpapier en -karton stroom is dat aandeel vastgesteld op 58%.
5. De metingen van het materiaalhergebruik en andere nuttige toepassing wor- den op landelijke schaal uitgevoerd.
1.3 Structuur
Monitoring vindt plaats per materiaal in kg per jaar. De belastingdienst registreert de op de markt gebrachte hoeveelheden verpakkingen per materiaal voor zover hierover Verpak- kingenbelasting verschuldigd is. Nedvang vult deze gegevens aan voor de verpakkingen die onder het Besluit als zodanig worden aangemerkt, maar waarover geen verpakkin- genbelasting hoeft te worden betaald, o.a. logistieke hulpmiddelen. Naast de op-de- markt-gegevens registreert Nedvang de gegevens over inzameling, bewerking en recy- cling op basis van de uitvoeringsprotocollen. In dat kader vindt opgave op maandbasis plaats. Audits en controles zijn ingericht op het volgen van de opgaven van gemeenten en bedrijven.
De berekening van de jaarlijkse materiaalhergebruikpercentages maakt gebruik van deze gegevens en koppelt deze aan de ‘op de markt’ gegevens van het voorgaande jaar van de Belastingdienst en Nedvang. Per materiaal dienen bij de berekening soms enkele bij- zonderheden in acht te worden genomen. Deze zijn per materiaal weergegeven in hoofd- stuk 2.
1.4 Evaluatie
De monitoringresultaten zullen jaarlijks door de BCR worden geëvalueerd onder andere om te toetsen of de uitgangspunten goed zijn gedefinieerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, dan wordt dit protocol na overleg met betrokken partijen, in aansluiting op artikel 8, 17 en 18 van de Raamovereenkomst, aangepast. De BCR toetst en accor- deert het monitoringprotocol en eventuele wijzigingen op dit protocol.
Buiten dit protocol rapporteert Nedvang per kwartaal de voortgang aan haar bestuur en formuleert en bespreekt acties en maatregelen. Indien deze buiten de begroting val- len informeert Nedvang het Afvalfonds. Individuele deelnemers kunnen rechtstreeks door Nedvang worden aangesproken op de resultaten in relatie tot de doelstellingen.
2. Bijzonderheden per materiaal
2.1 Glas
De ‘op–de-markt’-gegevens bevatten voor zover bekend geen bijzonderheden.
De materiaalhergebruikgegevens kennen een onderscheid in kleurgescheiden en niet-
kleurgescheiden glas. Voor de doelstellingen wordt hierin geen onderscheid gemaakt.
De hoeveelheid geaccepteerd glas bij de gecertificeerde bewerker is de basis voor de monitoring. De sortering is veelal afgestemd op kwaliteitseisen van de glasindustrie.
2.2 Papier en karton
De ‘op de markt’ gegevens bevatten voor zover bekend geen bijzonderheden. Het be- treft de zuivere hoeveelheid papier. Laminaten (o.a. drankenkartons) worden geregis- treerd volgens de opgave in het kader van de verpakkingenbelasting en afhankelijk van de regelgeving gesplitst per materiaal (karton, aluminium, kunststof).
Gemeenten en bedrijven registreren de totale hoeveelheid ingezameld oudpapier en
-karton bij Nedvang. Tijdens het Convenant Verpakkingen is vastgesteld dat 23% van het van huishoudens afkomstige oudpapier en -karton uit verpakkingen bestaat. Op basis van de resultaten van de onderzoeken van Motivaction van de afgelopen jaren in het kader van het Convenant Verpakkingen bestaat 58%2 van het bij bedrijven ingezameld oudpa- pier en -karton uit verpakkingen.
Materiaalhergebruik en overige nuttige toepassing van drankenkartons wordt apart gere- gistreerd en meegeteld. Nuttige toepassing van papierstromen, bijvoorbeeld het papier- deel van de papier-plastic-fractie uit nascheiding, wordt eveneens apart geregistreerd en meegeteld (als nuttige toepassing).
2.3 Kunststof
De ‘op de markt’ gegevens bevatten als bijzonderheid biokunststoffen. Biokunststoffen zijn niet afzonderlijk te hergebruiken en worden niet apart ingezameld. De ‘op de markt’ hoeveelheden worden afzonderlijk geregistreerd en niet meegeteld bij kunststoffen. De
2 De resultaten waren in het verleden 57,2%, 59,3%, 58,6% en 57,2%. Het gemiddelde hiervan is
58%.
hoeveelheid kunststof betreft de zuivere hoeveelheid. Laminaten (bijvoorbeeld dranken- kartons) worden geregistreerd volgens de opgave in het kader van de verpakkingenbe- lasting.
Gemeenten en bedrijven registreren de totale hoeveelheid ingezameld kunststof en ge- ven deze op bij Nedvang. De gegevens van de bewerker geven Nedvang inzicht in de percentages die van deze hoeveelheid geschikt zijn voor materiaalhergebruik of nuttige toepassing.
Materiaalhergebruik van statiegeldflessen wordt apart geregistreerd en meegeteld.
2.4 Metalen
De ‘op de markt’ gegevens zijn onderverdeeld in aluminium en overige metalen. Voor de monitoring in het kader van het Besluit worden de op de markt gebrachte hoeveelheden voor alle metalen opgeteld. Het betreft de zuivere hoeveelheid metalen. Laminaten (o.a. koffiepakken en drankenkartons) worden geregistreerd volgens de opgave in het kader van de verpakkingenbelasting.
Door Nedvang wordt jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid metalen verpakkingen die wordt herverwerkt. Dit onderzoek vindt plaats in nauwe samenwerking met de Stichting Kringloop Blik (SKB) en SenterNovem. Voor het bepalen van de hoeveel- heid metalen verpakkingen die wordt herverwerkt wordt gekeken naar de verschillende ontdoeningskanalen. De gegevens van gescheiden inzameling zijn afkomstig van ge- meenten en bedrijven (inclusief nascheidingsinstallaties) op basis van het uitvoeringspro- tocol huishoudens.
De gegevens over terugwinning na verbranding van restafval en eventueel KCA zijn niet geregistreerd in het kader van het uitvoeringsprotocol en afkomstig uit bestaande gege- vens van het CBS en worden aan SKB ter beschikking gesteld door SenterNovem. De bere- kening vindt als volgt plaats:
a. De hoeveelheid huishoudelijk restafval (naar scheidingsinstallaties en eindver-
werkingsinstallaties) door SenterNovem;
b. De samenstelling huishoudelijk restafval (aandeel stalen en aluminium verpak- kingen) door SenterNovem en/of sorteeranalyses van Nedvang;
c. De hoeveelheid restafval afkomstig uit de KWDI-sectoren (naar scheidingsinstal- laties en eindverwerkingsinstallaties) op basis van de totale hoeveelheid en de hoeveelheid uit huishoudens;
d. De terugwinrendementen staal en aluminium bij verwerkingsinstallaties (AVI’s en GAVI’s met voorscheidingsinstallaties) door SKB, respectievelijk 80-85% terugwin- ning van staal en 33-50% van aluminium uit AVI-bodemas;
e. (Op basis van de eerste vier stappen) de teruggewonnen hoeveelheid metalen
verpakkingen;
f. De hoeveelheid metalen verpakkingen teruggewonnen uit klein chemisch afval
door SenterNovem.
2.5 Hout
Voor houten verpakkingen wordt aangenomen dat de op de markt gebrachte hoeveel- heden alleen bedrijfsverpakkingen betreffen. Deze bedrijfsverpakkingen zijn hoofdzakelijk logistieke hulpmiddelen (pallets, kratten, kisten e.d.) die niet onder de Verpakkingenbelas- ting vallen. Nedvang zal voor de verpakkingen die niet onder de Verpakkingenbelasting vallen de ‘op de markt’ hoeveelheid monitoren.
Door de Stichting Kringloop Hout (SKH) wordt jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid houten verpakkingen die als materiaal worden hergebruikt. Een volledige beschrijving van de monitoring zoals die wordt uitgevoerd door de SKH is te vinden in het ‘monitoringprotocol houten verpakkingen’ van de SKH. Bij afvalontdoenders wordt be- paald (door middel van enquêtes) hoeveel houten verpakkingen worden onttrokken aan de markt en worden afgevoerd voor:
a. Materiaalhergebruik binnen- en buitenland;
b. Energieopwekking in biomassacentrale (binnen- en buitenland);
c. Verbranden in Nederlandse AVI’s;
d. Storten.
3. Rapportage aan VROM
Jaarlijks voor 1 augustus stuurt Nedvang aan de Begeleidingscommissie Xxxxxxxxxxx- komst en aan de Minister van VROM een rapportage waarin de resultaten van de monito- ring van het verpakkingsafval zijn opgenomen. Deze rapportage bevat de volgende voor heel Nederland geldende gegevens (in tonnen):
a. De hoeveelheid verpakkingen van glas die als materiaal is hergebruikt;
b. De hoeveelheid verpakkingen van papier en karton die als materiaal is herge- bruikt;
c. De hoeveelheid verpakkingen van papier en karton die nuttig is toegepast anders dan door materiaalhergebruik;
d. De hoeveelheid metalenverpakkingen die als materiaal is hergebruikt;
e. De hoeveelheid kunststofverpakkingen die als materiaal is hergebruikt;
f. De hoeveelheid kunststofverpakkingen die nuttig is toegepast anders dan door materiaalhergebruik;
g. De hoeveelheid houtenverpakkingen die als materiaal is hergebruikt;
h. De hoeveelheid houtenverpakkingen die nuttig is toegepast anders dan door materiaalhergebruik;
i. De totale hoeveelheid verpakkingen die als materiaal is hergebruikt;
j. De totale hoeveelheid verpakkingen die nuttig is toegepast.
De percentages materiaalhergebruik en nuttige toepassing worden berekend uit de hoe- veelheden verpakkingsafval die als materiaal zijn hergebruikt of nuttig zijn toegepast te delen door de hoeveelheden nieuw in Nederland op de markt gebrachte verpakkingen.
Deel 4a:
Model Deelnemersovereenkomst in het kader van de Raamovereenkomst
inzameling verpakkingsafval van huishoudens
betreffende Gemeente
ONDERGETEKENDEN:
1. Nedvang, statutair gevestigd te Den Haag, kantoorhoudende te Rotterdam aan de [adres] ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam en functie], geregistreerd in het Handelsregister onder [12-cijferig KVK nummer], hierna te noemen de “Nedvang”;
en,
2. [invullen naam gemeente], gevestigd te [naam plaats], aan de [adres], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam en functie], hierna te noemen “de Gemeen- te”;
Partij onder 1 en 2 hierna gezamenlijk te noemen “Partijen”.
Overwegende dat:
- VROM, VNG en het verpakkende bedrijfsleven op 27 juli 2007 een Raamovereen- komst hebben afgesloten over de aanpak van ondermeer het dossier verpakkin- gen, waarvan de specifiek tussen VNG en het verpakkende bedrijfsleven afgeslo- ten Annex 1 onderdeel uitmaakt;
- in voornoemde Annex 1 afspraken zijn vastgelegd over het afsluiten van overeen- komsten met Gemeenten (direct of indirect) over de inzameling, en/of sortering en/of verwerking van Verpakkingsafval bestaande uit papier en karton, glas, metalen en kunststof;
- de Raamovereenkomst op 29 september 2008 is aangevuld met een Addendum
waarin aanvullende afspraken zijn opgenomen;
- voornoemde Raamovereenkomst inclusief addendum aansluit bij het op 1 januari 2006 in werking getreden Besluit beheer verpakkingen en papier en karton waarin is vastgelegd dat Producenten en Importeurs de producentenverantwoordelijk- heid dragen voor de gescheiden inzameling, nascheiding, nuttige toepassing en/ of recycling van hun Verpakkingsafval;
- VNG (namens de gemeenten), Nedvang (namens het verpakkende bedrijfsle- ven) en VROM overleg hebben gevoerd en een Uitvoerings- en Monitoringproto- col met diverse bijlagen zijn overeengekomen als richtlijn voor de uitvoering van de Raamovereenkomst;
- Nedvang als uitvoeringsorganisatie namens het gezamenlijke bedrijfsleven optreedt om uitvoering te geven aan de verplichtingen die op het verpakkende bedrijfsleven rusten uit hoofde van het Besluit en de Raamovereenkomst;
- als uitgangspunten voor Partijen gelden de uitgangspunten zoals vastgelegd in (Annex 1 van) de Raamovereenkomst;
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1. Definities en bijlagen
1. Alle met een beginhoofdletter aangeduide begrippen verwijzen naar de defini- ties die zijn opgenomen in bijlage G (Definities) bij het Uitvoerings- en Monitoring-
protocol. Het begrip Overeenkomst verwijst naar de voorliggende overeenkomst
inclusief bijlagen.
2. De Bijlagen bij deze Overeenkomst maken een onverbrekelijk deel uit van de
Overeenkomst en kunnen niet los worden gezien van de Overeenkomst.
Artikel 2. Verplichtingen
1. De Gemeente en Nedvang verplichten zich naar elkaar om – elk voor de aan hen toegekende rol – zich te houden aan het bepaalde in de Raamovereenkomst en uitvoering te geven aan het bepaalde in het Uitvoeringsprotocol Huishoudens en de bijbehorende bijlagen.
2. De Gemeente draagt zorg voor het gescheiden inzamelen van verpakkingen dan wel het nascheiden van materialen in een installatie zodat aan de doelstellin- gen van het Besluit kan worden voldaan.
3. Voor zover de Gemeente dienstverleners inschakelt bij het vervullen van haar verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst op grond van een contract of mandateringsovereenkomst, blijft zij jegens Nedvang volledig verantwoordelijk voor de tijdige en juiste taakuitvoering door die dienstverleners.
4. De Gemeente doet aan Nedvang elektronisch opgave van alle ingezamelde Verpakkingsafval volgens de door Nedvang vastgestelde richtlijnen. De Gemeente verstrekt hiertoe vóór het van kracht worden van deze Overeenkomst aan Ned- vang een volledig ingevuld registratieformulier zoals opgenomen in Bijlage 1.
5. Nedvang beoordeelt de Opgave en voert zonodig audits of controles uit naar de juistheid en volledigheid van de Opgave. De Gemeente of de door de Ge- meente ingeschakelde dienstverleners zullen voor zover nodig hieraan hun mede- werking verlenen. In het geval het controleonderzoek bij een Gemeente betreft zal Nedvang in eerste instantie een accountant namens de Gemeente (gemeentelij- ke accountant) in de gelegenheid stellen om deze controleopdracht uit te voeren.
6. Nedvang legt de geaccordeerde Opgave van de Gemeente voor aan het Afvalfonds ter vergoeding van de kosten van de Gemeente met in acht name van de (annexen bij) de Raamovereenkomst en (de materiaalspecifieke bijlagen bij) het Uitvoeringsprotocol Huishoudens. Nedvang zal het Afvalfonds alle door het Afvalfonds gewenste informatie verstrekken over de beoordeling van de hoeveel- heid van het door de Gemeente ingezamelde Verpakkingsafval.
Artikel 3. Keuze mogelijkheid Annex 1 Raamovereenkomst
1. De Gemeente kiest hierbij - voor de volledige looptijd van de Overeenkomst
- voor de Materiaalsoort papier en karton voor optie [invullen optie A of B], als bedoeld in Annex 1, artikel 2.1 Raamovereenkomst.
2. De Gemeente kiest hierbij voor de volledige looptijd van de Overeenkomst1 – voor de Materiaalsoort kunststof voor optie [invullen optie X0, X0 of B], als bedoeld in Annex 1, artikel 2.4 Raamovereenkomst en aangevuld door het Addendum Raamovereenkomst.
3. De Gemeente registreert voor de overige Materiaalsoorten de werkwijze in het
registratieformulier en geeft eventuele bijzonderheden per Materiaalsoort aan.
4. Wijziging van het Uitvoeringsprotocol Huishoudens is voorbehouden aan Ned- vang en VNG na overleg met VROM. Nedvang informeert de Gemeente tijdig aangaande wijzigingen in (de materiaalspecifieke bijlagen bij) het Uitvoeringspro- tocol Huishoudens.
Artikel 4. Duur
De Overeenkomst wordt gesloten voor de duur van de Raamovereenkomst zijnde
tot en met 31 december 2012.
Artikel 5. Aansprakelijkheid
1. Partijen zijn ieder voor hun rol verantwoordelijk voor de deugdelijke en zorgvul- dige uitvoering van de activiteiten in het kader van deze Overeenkomst, een en ander in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving en het bepaalde in deze Overeenkomst.
2. Partijen zijn niet aansprakelijk voor vorderingen die ingesteld zijn door derden in verband met de wijze waarop de andere Partij zijn verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst uitvoert. Voor de Gemeente betreft het in ieder geval de in- zameling van het Verpakkingsafval ten behoeve van hergebruik of overige nuttige toepassing. De Gemeente vrijwaart Nedvang tegen alle aanspraken van derden in verband met deze inzameling, waaronder begrepen alle schade en kosten die Nedvang in dat verband lijdt of maakt.
Artikel 6. Gegevensuitwisseling
1. De Gemeente stemt er mee in dat - vanuit het oogpunt van efficiency - de com- municatie en/of gegevensuitwisseling tussen partijen - waaronder het indienen van Opgaven - zoveel mogelijk elektronisch en digitaal zal plaatsvinden.
2. De inhoud van een mededeling, bevestiging en/of andere informatieverstrek-
king door Nedvang wordt in ieder geval geacht de Gemeente te hebben bereikt
1 Indien de Begeleidingscommissie Raamovereenkomst op basis van nog uit te voeren on- derzoek in het kader van de evaluatie van xxxxxxxxxxx besluit dat nascheiding mogelijk is op andere voorwaarden dan in het Addendum Xxxxxxxxxxxxxxxx is beschreven, kan de
Gemeente in overleg met Nedvang haar eerder gemaakte keuze voor een optie voor de ma- teriaalsoort kunststof herzien (zie ook: brief van de Minister van VROM aan de Tweede Kamer van 24 april 2009; DP2009031340)
op de datum waarop de betreffende informatie – blijkens een uittreksel uit de ad- ministratie van Nedvang - door Nedvang per e-mail aan de Gemeente is verstrekt.
3. Indien de Gemeente na afloop van een kalenderjaar langer dan 3 maanden in gebreke blijft met het aanleveren van een Opgave over het betreffende kalen- derjaar vervalt het recht op Vergoeding over het betreffende kalenderjaar ten aanzien van het materiaal waarvoor de gegevens ontbreken.
Artikel 7. Geheimhouding
1. Nedvang en de Gemeente zullen er voor zorgdragen dat hun medewerkers en/ of door hen in te schakelen, dan wel ingeschakelde derden, volstrekte geheimhou- ding betrachten ten aanzien van de inhoud van de Overeenkomst en de uitvoe- ring daarvan. Van het voorgaande is uitgezonderd informatie:
- verstrekt moet worden op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur;
- uit publieke bronnen;
- die Nedvang - om haar verplichtingen als collectieve uitvoeringsorganisatie in het kader van het Besluit te kunnen uitvoeren - gehouden is te verstrekken, onder- meer aan de toezichthoudende instantie.
Artikel 8. Ongeldigheid of onverbindendheid
1. Indien enig onderdeel van de Overeenkomst en/of de Bijlagen ongeldig of in strijd met het recht blijkt te zijn - al dan niet vanwege wijzigingen in de regelgeving of enig ander overheidsbesluit - zal dat de geldigheid van de overige bepalingen niet aantasten. Op voorstel van de Begeleidingscommissie Raamovereenkomst zal Nedvang het ongeldige of onverbindende deel vervangen door bedingen die wel geldig en verbindend zijn en waarvan de gevolgen, gelet op de inhoud en strekking van de Overeenkomst, zo veel mogelijk overeenstemmen met die van het ongeldige of onverbindende gedeelte. Nedvang zal de Gemeente onverwijld schriftelijk in kennis stellen van de betreffende wijziging(en).
Artikel 9. Beëindiging
1. Partijen zijn gerechtigd de Overeenkomst met een opzegtermijn van 3 maanden op te zeggen indien de Xxxxxxxxxxxxxxxx of het Uitvoerings- en Monitoringproto- col wijzigt, dan wel nieuwe wet- en/of regelgeving wordt ingevoerd en door deze wijziging of invoering het instandhouden van deze Overeenkomst redelijkerwijs niet langer van Partijen kan worden gevergd.
2. Ieder der Partijen is bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ont- binden zonder voorafgaande ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst, en zonder gehouden te zijn tot schadevergoeding en/of restitutie jegens de andere Partij, ingeval van:
a. surséance van betaling of faillissement van die andere Partij;
b. verkoop of beëindiging van de onderneming van die andere Partij;
c. beslag op een belangrijk deel van de bedrijfsmiddelen van die andere Partij.
Artikel 10. Geschil
Een geschil over de totstandkoming, uitvoering en/of uitleg van de Overeenkomst dient door de Gemeente schriftelijk aan Nedvang kenbaar te worden gemaakt. Partijen verbinden zich om met elkaar in overleg te treden teneinde een minnelijk oplossing te vinden voor het gerezen geschil.
Artikel 11. Toepasselijk recht
Op de Overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met de Overeenkomst zullen in eerste aanleg worden voorgelegd aan de rechtbank te Den Haag, tenzij Partijen alsnog anders overeenkomen.
Namens Stichting Nedvang, Namens [naam Gemeente]
door: [naam] door: [naam]
datum: [datum] datum: [datum]
Bijlagen:
• Registratieformulier
• Uitvoerings- en Monitoringprotocol
Registratieformulier behorende bij de deelnemersovereenkomst
inzameling verpakkingsafval van huishoudens
Naam gemeente | |
Afvalstroom Glas | |
Naam adres woonplaats Bewerker: | |
VIHB Bewerker: | |
Afvalstroom nr.: | |
Afvalstroom Papier en karton | |
Naam adres woonplaats Bewerker (Oud Papier Onderneming): | |
VIHB Bewerker: | |
Afvalstroom nr.: | |
Afvalstroom Metaal (indien brongescheiden ingezameld) | |
Naam adres woonplaats Bewerker: | |
VIHB Bewerker: | |
Afvalstroom nr.: |
Onderdeel deelnemersovereenkomst
Het registratieformulier maakt integraal onderdeel uit van de deelnemersovereenkomst. Het formulier is gericht op de aanmelding van de basisgegevens die nodig zijn om Was- teTool in te richten per gemeente. De gegevens die in WasteTool beschikbaar zijn kan de gemeente altijd zelf inzien of kan contact opnemen met een adviseur van Nedvang om te helpen, bijvoorbeeld bij de registratie.
Mandatering van dienstverlener
De gemeente kan er voor kiezen om een dienstverlener de opgaven te laten doen en namens de gemeente op te treden voor de uitvoering van de administratie (zie ook Uit- voeringsprotocol Huishoudens). In dat geval dienen de gegevens van de dienstverlener te worden doorgegeven met een mandateringsbesluit van de gemeente. Uitbetaling door het Afvalfonds vindt uitsluitend plaats aan de gemeente op het door de gemeente aan- gegeven bankrekeningnummer.
Registratienummers bij derden
Ten behoeve van de registratie en uitwisseling van gegevens worden ook registraties bij derden opgevraagd, o.a. het VIHB-nummer. VIHB staat voor Vervoerders, Inzamelaars, Handelaars en Bemiddelaars van afvalstoffen. Meer info: xxx.xxx.xx en xxx.xxxx.xx
Contractgegevens
De gegevens van de bewerker aan wie de gemeente de ingezamelde materialen aflevert en die de weging uitvoert is van belang om relaties met bewerkers te leggen en controles uit te kunnen voeren. Bij meer dan één bewerker per materiaal moeten er meerdere ta- bellen ingevuld worden. De registratie is per bewerker!
De gemeente vermeldt de gegevens op basis van een contract met de bewerker. De ge- meente registreert ten minste de jaarlijkse opbrengst op dit contract in WasteTool en meldt deze binnen twee maanden na afloop van het jaar (elektronisch). De gemeente beves- tigt door (elektronische) ondertekening dat de contracten met inzamelaars of bewerkers geen diensten bevatten die niet voor vergoeding in aanmerking komen of dat deze dien- sten zijn geschoond uit de opgegeven jaaropbrengst. De gemeente hoeft geen kopie van de contracten met het registratieformulier mee te zenden aan Nedvang. De contracten dienen wel te allen tijde door Nedvang in te zien of opgevraagd te kunnen worden.
De gemeente geeft de keuze voor een vergoedingsoptie in het kader van de Raam- overeenkomst (art. 3.1 en 3.2) door aan Nedvang, waarna Nedvang deze in de te onder- tekenen deelnemersovereenkomst opneemt en de opgemaakt versie toezendt aan de gemeente.
De benodigde gegevens voor kunststof registreert de adviseur van Nedvang op basis van het overleg met de gemeente in het kader van de start van de inzameling en zorgt ervoor dat de gegevens ook in WasteTool zijn opgenomen.
De gemeente bevestigt dat de contracten met inzamelaars of bewerkers geen diensten bevatten die niet voor vergoeding in aanmerking komen of dat de kosten van deze dien- sten zullen zijn geschoond uit de jaarlijks aan Nedvang voor 1 maart na afloop van het kalenderjaar op te geven opbrengst.
De contracten zijn te allen tijde voor Nedvang in te zien of opvraagbaar.
Ingevuld door:
Functie:
Datum:
Handtekening:
Deel 4b:
Model Deelnemersovereenkomst in het kader van de Raamovereenkomst
Inzameling en bewerking verpakkingsafval
van bedrijven betreffende Afvalbedrijf
ONDERGETEKENDEN:
1. Nedvang, statutair gevestigd te Den Haag, kantoorhoudende te Rotterdam aan de Schorpioenstraat 290, 3067 KW, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door J. Xxxxx, directeur, geregistreerd in het Handelsregister onder 27282303, hierna te noemen “Nedvang”;
en,
2. [invullen naam bedrijf], gevestigd te [naam plaats], aan de [adres], ten deze rechtsgel-
dig vertegenwoordigd door [naam en functie], hierna te noemen “het Afvalbedrijf”; Partij onder 1 en 2 hierna gezamenlijk te noemen “Partijen”.
Overwegende dat:
- VROM, VNG en het verpakkende bedrijfsleven op 27 juli 2007 een Raamovereen- komst hebben afgesloten (aangevuld door een addendum op 29 september 2008) – aansluitend bij het op 1 januari 2006 in werking getreden Besluit beheer verpakkingen en papier en karton - over de aanpak van ondermeer het dossier verpakkingen;
- in het Besluit en de Raamovereenkomst doelstellingen voor hergebruik en/of nut- tige toepassing zijn opgenomen per materiaalsoort en dat deze doelstellingen zodanig zijn gesteld dat ook het verpakkingsafval dat rechtstreeks van bedrijven afkomstig is in aanmerking komt om te worden meegeteld bij het behalen van de doelstellingen;
- Nedvang als koepelorganisatie (1-loket) namens het gezamenlijke bedrijfsleven optreedt om uitvoering te geven aan de verplichtingen die op het verpakkende bedrijfsleven rusten uit hoofde van het Besluit en de Raamovereenkomst, waaron- der het behalen van de doelstellingen;
- bedrijven zich doorgaans ontdoen van hun verpakkingsafval door het afsluiten van een inzamelingsovereenkomst met een afvalinzamelaar die het verpakkings- afval - met in achtneming van wet- en regelgeving – inzamelt en bewerkt of de bewerking over laat aan andere bedrijven;
- het ook voor huishoudelijk verpakkingsafval noodzakelijk is dat Afvalbedrijven informatie verstrekken over het bewerkingsproces om het hergebruik te kunnen bepalen;
- Nedvang er – ondermeer uit oogpunt van efficiency – belang bij heeft om het monitoren van het verpakkingsafval dat rechtstreeks van bedrijven afkomstig is, te doen plaatsvinden via de gecontracteerde afvalinzamelaars en/of –bewerkers, verder te noemen ‘Afvalbedrijven’;
- de bedrijven die zich via een Afvalbedrijf van verpakkingsafval ontdoen er vanuit hun wettelijke producentenverantwoordelijkheid baat bij hebben dat het Afval- bedrijf bij Nedvang Opgave doet van het bij hen ingezamelde Verpakkingsafval;
- Nedvang er voorts naar streeft om een open, transparant en objectief systeem
van certificering op te zetten voor de inzameling en bewerking van verpakkings-
afval, waarbij een nog te vormen Centraal College van Deskundigen besluit over
de beoordelingsrichtlijn (norm) die voor de Afvalbedrijven van toepassing zal zijn. In de beoordelingsrichtlijn en bijbehorende protocollen zullen eisen worden neergelegd die borgen dat de inzameling en bewerking van verpakkingsafval
geschiedt in overeenstemming met ondermeer (de doelstellingen van) het Besluit en de Raamovereenkomst;
- het opzetten van voornoemd systeem van certificering enige tijd in beslag zal nemen en het voor het behalen van de doelstellingen voor Nedvang reeds nu van belang is om enkele basisafspraken met het Afvalbedrijf vast te leggen zodat Nedvang kan aanvangen met het verzamelen en monitoren van de hoeveelhe- den Verpakkingsafval;
- Nedvang voorts door middel van het maken van basisafspraken met Afvalbedrij- ven kennis en ervaring kan opdoen met het monitoren van het verpakkingsafval dat rechtstreeks afkomstig is van bedrijven en die kennis en ervaring kan benutten bij het opzetten van het systeem van certificering;
- Nedvang en de vertegenwoordigende branches van het Afvalbedrijf nader over- leg hebben gevoerd over het model van deze Overeenkomst.
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1. Definities en bijlagen
1. Alle met een beginhoofdletter aangeduide begrippen verwijzen naar de defini- ties die zijn opgenomen in bijlage G (Definities) bij het Uitvoerings- en Monitoring- protocol. Het begrip Overeenkomst verwijst naar de voorliggende overeenkomst inclusief bijlagen.
2. De Bijlagen bij deze Overeenkomst maken een onverbrekelijk deel uit van de
Overeenkomst en kunnen niet los worden gezien van de Overeenkomst.
Artikel 2. Verplichtingen
1. Het Afvalbedrijf en Nedvang verplichten zich naar elkaar om – elk voor de aan hen toegekende rol(len) – zich te houden aan het bepaalde in de Raamovereen- komst en uitvoering te geven aan het bepaalde in het Uitvoeringsprotocol Huis- houdens en Bedrijven en de bijbehorende bijlagen. Het Afvalbedrijf wordt expliciet geen partij onder de Raamovereenkomst.
2.Het Afvalbedrijf verplicht zich ertoe om bedrijven te adviseren en informeren over mogelijkheden tot afvalscheiding voor materiaalhergebruik en zoveel mogelijk Verpakkingen geschikt te houden of te maken voor materiaalhergebruik, te admi- nistreren en/of te (doen) verwerken, zodat Nedvang de hoeveelheid Verpakkings- afval die blijkt uit de Opgave van het Afvalbedrijf kan rapporteren als hergebruik van materialen in het kader van de producentenverantwoordelijkheid.
3. Het Afvalbedrijf doet aan Nedvang elektronisch Opgave van het door het Afvalbedrijf ingezamelde Verpakkingsafval overeenkomstig de door Nedvang vast- gestelde richtlijnen. Het Afvalbedrijf verstrekt hiertoe vóór het van kracht worden
van deze Overeenkomst aan Nedvang een volledig ingevuld registratieformulier zoals opgenomen in Bijlage 1.
4. Nedvang beoordeelt de Opgave en voert afgezien van de certificering zonodig audits of controles uit naar de juistheid en volledigheid van de Opgave, onder- meer inzake de mate waarin het Afvalbedrijf inzamelt en doet verwerken overeen- komstig (de doelstellingen van) het Besluit en de Raamovereenkomst. Het Afval- bedrijf of de door het Afvalbedrijf ingeschakelde dienstverleners zullen voor zover nodig hieraan hun medewerking verlenen.
Artikel 3. Certificering
1. Nedvang zal de kennis en ervaring die beschikbaar is voor het inzamelen en be- werken van Verpakkingsafval en die zij opdoet in het kader van de samenwerking met het Afvalbedrijf onder deze Overeenkomst gebruiken voor het opzetten van een systeem van certificering voor het inzamelen en bewerken van Verpakkingsaf- val in overeenstemming met (de doelstellingen van) het Besluit en de Raamover- eenkomst.
2. Indien en zodra een Centraal College van Deskundigen een beoordelingsrichtlijn (norm) vaststelt voor de certificering, zal het Afvalbedrijf zich inspannen om binnen twaalf maanden - nadat Nedvang het Afvalbedrijf over de vaststelling van de beoordelingsrichtlijn heeft geïnformeerd - de betreffende certificering te verkrijgen. Indien het Afvalbedrijf er in slaagt om binnen twaalf maanden het certificaat te verkrijgen, zal Nedvang aan het Afvalbedrijf aangeven welke van de afspraken zoals vastgelegd in de Overeenkomst tussen partijen zullen blijven gelden en welke afspraken komen te vervallen, ondermeer omdat het Afvalbedrijf gebonden is aan de eisen uit het betreffende certificaat.
3. Indien het Afvalbedrijf er niet in slaagt om binnen twaalf maanden het certifi- caat te verkrijgen, is Nedvang gerechtigd de Overeenkomst te beëindigen zonder gehouden te zijn tot vergoeding van eventuele schade en/of kosten van het Afval- bedrijf.
Artikel 5. Duur
1. De Overeenkomst wordt gesloten voor de duur van de Raamovereenkomst zijnde tot 31 december 2012, na het verstrijken van welke datum de Overeen- komst van rechtswege eindigt.
Artikel 6. Aansprakelijkheid
1. Partijen zijn ieder voor hun rol verantwoordelijk voor de deugdelijke en zorgvul- dige uitvoering van de activiteiten in het kader van deze Overeenkomst, een en ander in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving en het bepaalde in deze Overeenkomst.
2. Partijen zijn niet aansprakelijk voor vorderingen die ingesteld zijn door derden in
verband met de wijze waarop de andere Partij zijn verplichtingen uit hoofde van
deze Overeenkomst uitvoert. Voor het Afvalbedrijf betreft het in ieder geval de inzameling, scheiding sortering en/of verwijdering van het Verpakkingsafval ten behoeve van hergebruik of overige nuttige toepassing. Het Afvalbedrijf vrijwaart Nedvang tegen alle aanspraken van derden in verband met deze inzameling, waaronder begrepen alle schade en kosten die Nedvang in dat verband lijdt of maakt.
Artikel 7. Gegevensuitwisseling
1. Partijen spreken af dat - vanuit het oogpunt van efficiency - de communicatie en/of gegevensuitwisseling tussen partijen - waaronder het indienen van Opga- ven - zoveel mogelijk digitaal en elektronisch zal plaatsvinden.
2. De inhoud van een mededeling, bevestiging en/of andere informatieverstrek- king door Nedvang wordt in ieder geval geacht het Afvalbedrijf te hebben bereikt op de datum waarop de betreffende informatie - blijkens een uittreksel uit de administratie van Nedvang - door Nedvang aan het Afvalbedrijf is verstrekt.
Artikel 8. Geheimhouding
1. Nedvang en het Afvalbedrijf zullen er voor zorgdragen dat hun medewerkers en/ of door hen in te schakelen, dan wel ingeschakelde derden, volstrekte geheimhou- ding betrachten ten aanzien van de inhoud van de Overeenkomst en de uitvoe- ring daarvan. Van het voorgaande is uitgezonderd informatie die verkregen kan worden:
- uit publieke bronnen;
- informatie die Nedvang - om haar verplichtingen als collectieve uitvoerings- organisatie in het kader van het Besluit te kunnen uitvoeren - gehouden is te verstrekken, ondermeer aan de toezichthoudende instantie.
Artikel 9. Ongeldigheid of onverbindendheid
1. Indien enig onderdeel van de Overeenkomst en/of de Bijlagen ongeldig of in strijd met het recht blijkt te zijn - al dan niet vanwege wijzigingen in de regelgeving of enig ander overheidsbesluit - zal dat de geldigheid van de overige bepalingen niet aantasten. Op voorstel van de Begeleidingscommissie Raamovereenkomst zal Nedvang het ongeldige of onverbindende deel vervangen door bedingen die wel geldig en verbindend zijn en waarvan de gevolgen, gelet op de inhoud en strekking van de Overeenkomst, zo veel mogelijk overeenstemmen met die van
het ongeldige of onverbindende gedeelte. Nedvang zal het Afvalbedrijf onverwijld schriftelijk in kennis stellen van de betreffende wijziging(en).
Artikel 10. Beëindiging
1. Partijen zijn gerechtigd de Overeenkomst met een opzegtermijn van 3 maanden op te zeggen indien de Xxxxxxxxxxxxxxxx of het Uitvoerings- en Monitoringpro- tocol wijzigt, dan wel nieuwe wet- en/of regelgeving wordt ingevoerd en door deze wijziging of invoering het instandhouden van deze Overeenkomst redelijker- wijs niet langer van Partijen kan worden gevergd
2. Ieder der Partijen is bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ont- binden zonder voorafgaande ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst, en zonder gehouden te zijn tot schadevergoeding en/of restitutie jegens de andere Partij, ingeval:
3. de andere partij in surséance van betaling en/of faillissement komt te verkeren of een daartoe strekkende verzoek aanhangig is gemaakt;
4. de onderneming van die andere Partij wordt beëindigd en/of overgenomen;
5. beslag op een belangrijk deel van de bedrijfsmiddelen van de andere Partij
wordt gelegd.
Artikel 11.Geschil
1. Een geschil over de totstandkoming, uitvoering en/of uitleg van de Overeen- komst dient door het Afvalbedrijf schriftelijk aan Nedvang kenbaar te worden gemaakt. Partijen verbinden zich om met elkaar in overleg te treden teneinde een minnelijk oplossing te vinden voor het gerezen geschil.
Artikel 12. Toepasselijk recht
1. Op de Overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met de Overeenkomst zullen in eerste aanleg worden voorgelegd aan de rechtbank te Rotterdam, tenzij Partijen alsnog anders overeenkomen.
Namens Stichting Nedvang, Namens [naam Afvalbedrijf]
door: [naam] door: [naam]
datum: [datum] datum: [datum]
Bijlagen:
• Registratieformulier
• Uitvoerings- en Monitoringprotocol
Registratieformulier behorende bij de deelnemersovereenkomst
inzameling verpakkingsafval van afvalbedrijven
NAW-gegevens | |
Naam Gemeente / Afvalbedrijf: | |
Vestigingsadres | |
Straat + nummer: | |
Postcode: | |
Plaats: | |
Land: | |
Postadres | |
Straat + nummer: | |
Postcode: | |
Plaats: | |
Land: | |
Xxxx u lid van de FNOI?* | ja/nee |
Bent u lid van de VKR?* | ja/nee |
Onderdeel deelnemersovereenkomst
Het registratieformulier maakt integraal onderdeel uit van de deelnemersovereenkomst. Het formulier is onderdeel van de aanmelding. Door middel van dit registratieformulier verstrekt de inzamelaar en/of bewerker aan Nedvang de basisgegevens die nodig zijn om WasteTool® in te richten voor de totale stroom van verpakkingsafval bij bedrijven. De inzamelaar en/of bewerker krijgt hiervan bericht en vervolgens toegang tot haar deel van de elektronische database van WasteTool® en kan het resultaat (de basisgegevens) con- troleren.
Registratienummers bij derden
Ten behoeve van de registratie en uitwisseling van gegevens worden ook registraties bij
derden opgevraagd:
Overige gegevens | ||
Telefoon: | ||
Fax: | ||
E-mail: | ||
Kamer van Koophandelnummer: | ||
BTW nummer: | ||
Postbank / Bankrekeningnummer: | ||
Naam bank: | ||
Land bank: | ||
IBAN: (bij buitenlandse bank) | ||
BIC: (bij buitenlandse bank) | ||
Declaratievoorstel ontvangen:* | Per post | Per email aan contactpersoon |
- VIHB staat voor Vervoerders, Inzamelaars, Handelaars en Bemiddelaars van af- valstoffen. De lijst is in beheer van het NIWO en met name gericht op bedrijfsma- tige afvalstoffen. Een gemeente die uitsluitend huisvuil met de kraakperswagen inzamelt, hoeft niet op de VIHB-lijst te staan. Gemeenten die straten vegen (zowel machinaal als handmatig) en de kolken reinigen, zamelen bedrijfsafvalstoffen
in en moeten daarom op de VIHB-lijst staan. Als ze deze activiteiten uitbesteden aan derden, dan moeten deze organisaties op de VIHB-lijst staan. Meer info: xxx.xxx.xx en xxx.xxxx.xx
- Amice-nr. is het nr. waarmee meldingen aan LMA worden doorgegeven.
- De provinciale inzamelaarsregistratie geeft het nummer waaronder de vergun- ning bij de provincie bekend is.
- Verwerkersnummer (of inrichtingsnummer/inrichtingscode) tot 1-2005 door de provincie toegekend. Dit nummer wordt gebruikt als eerste vijf posities van het afvalstroomnummer. Vanaf 1 januari 2005 kent het LMA de verwerkersnummers toe.
Uw functie in de afvalketen staat centraal
Gegevens contactpersoon | |
Dhr. / Mevr.: | |
Voorletters: | |
Tussenvoegsel: | |
Achternaam: | |
Functie: | |
Telefoon: | |
E-mail: |
Om alleen de voor u relevante vragen te stellen staat uw functie in de afvalketen centraal. Aan de hand van uw functie krijgt u periodiek een bepaalde set vragen die u dient te beantwoorden.
Het invullen van de functie is cruciaal voor het verkrijgen van betrouwbare gegevens. Daarom hebben wij de diverse functies in de afvalketen gedefinieerd. Wij vragen u hierbij een keuze te maken.
Rollenscheiding
Afvalgegevens | |
VIHB: | |
Amice nr.: | |
Provinciaal IR nr.: | |
Verwerkingsnr.: |
Per contract kan er maar één functie toegekend worden. Indien u tot een concern behoort dat meerdere functies bekleedt (bijv. inzamelaar, overslagstation en bewerker) dan dient iedere aparte business unit en/of locatie van dit concern een contract aan te maken.
Indien uw bedrijf (aanvullend) een andere functie binnen de afvalketen gaat verzorgen, dan dient u hiervoor een nieuw contract af te sluiten. U hoeft hiervoor mogelijk niet op- nieuw gecertificeerd te worden als u verklaart dezelfde bedrijfsprocessen die ten grond- slag liggen aan de certificering ook in uw nieuwe functie toe te passen.
Rollen Afvalbedrijf | |
Bent u afvalinzamelaar** van bedrijfsmatig verpakkingsafval?* | ja/nee |
Bent u een overslagstation** voor kunststof ver- pakkingsafval?* | ja/nee |
Bent u een overslagstation +** voor kunststof verpakkingsafval?* | ja/nee |
Bent u bewerker** van huishoudelijk afval | ja/nee |
(contract met gemeenten/inzamelaars namens | Indien ja, betreft het de volgende |
gemeenten)?* | gemeente(n): |
1)…… | |
2)…… | |
3)…… | |
(overige op apart blad) | |
Bent u bewerker** van verpakkingsafval?* | ja/nee |
Bent u een nascheidingsinstallatie** van gemengd afval?* | ja/nee |
* Doorhalen wat niet van toepassing is.
** Definities (alleen indien niet opgenomen in bijlage G uitvoeringsprotocol):
• Afvalinzamelaar: zie bijlage G.
• Overslagstation: bedrijf dat gescheiden ingezameld verpakkingsafval van meerdere afvalinzamelaars verzamelt en samenvoegt en transporteert naar een overslagstation + (voor kunststof) of een Bewerker.
• Overslagstation +: overslagstation dat levert aan Bewerkers van kunststofverpakkingsafval
buiten Nederland.
• Bewerker: zie bijlage G.
• Recycler: zie bijlage G.
• Nascheidingsinstallatie: bedrijf dat uit restafval afzonderlijke fracties van kunststof, papier-karton-kunststofmengsel, metaal, hout of glas scheidt gericht op materiaal- hergebruik of andere nuttige toepassing.
• VKR-lid: bedrijf, aangesloten bij de Vereniging van Kunststof Recyclers (xxx.xxx.xx/xxx).
• FNOI-lid: bedrijf, aangesloten bij de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie
(xxx.xxxx.xx).
Ingevuld door:
Functie:
Datum:
Handtekening:
Bijlage A1 Raamovereenkomst Verpakkingen
Raamovereenkomst tussen VROM, bedrijfsleven en VNG over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012
Overwegende:
1. Dat Nederland op grond van de Europese Richtlijn verpakking en verpakkingsafval gehouden is bepaalde doelstellingen te halen met betrekking tot materiaalhergebruik en overige nuttige toepassing van verpakkingsafval.
2. Dat Nederland ervoor heeft gekozen invulling te geven aan deze verplichtingen door de invoering van producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingsafval middels het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (in het vervolg: het Besluit).
3. Dat de doelstellingen voor materiaalhergebruik in het Besluit ruim boven de Europese doelstellingen liggen en Nederland daarmee een voorbeeldfunctie vervult binnen de Europese Unie.
4. Dat het voor de Rijksoverheid, VNG en gemeenten het meest praktisch is als het bedrijfsleven via één organisatie uitvoering geeft aan het Besluit waar het betreft de producentenverantwoordelijkheid voor consumentenverpakkingen. De collectieve uitvoeringsorganisaties die zich met name richten op consumentenverpakkingen en die ten tijde van het afsluiten van deze raamovereenkomst een door VROM goedgekeurde mededeling hebben ingediend, zullen deze organisatie uiterlijk 1 oktober 2007 oprichten. Deze organisatie vormt voor de VNG en gemeenten de enige gesprekspartner met betrek- king tot de uitvoering van het Besluit (één loketgedachte).
5. Dat afspraken zijn gemaakt tussen VROM, VNG en VNO-NCW (mede namens MKB-Nederland) over het Impulsprogramma Zwerfafval en dat als onderdeel hiervan het verpakkende bedrijfsleven finan- ciële toezeggingen heeft gedaan waarvoor een extra heffing moet worden ingevoerd op verpakkingen.
6. Dat het kabinet voornemens is om in 2008 een verpakkingenbelasting in te voeren met een voorziene opbrengst van 250 miljoen Euro per jaar.
7. Dat het bestaan van drie verschillende heffingen op verpakkingen niet efficiënt is en veel onnodige administratieve lasten oplevert, hetgeen haaks staat op het streven van de regering om de administra- tieve lasten drastisch te beperken.
8. Dat het bestaan van drie verschillende kunststofdoelstellingen in het Besluit een efficiënte gezamen- lijke inzameling van alle soorten kunststof verpakkingsafval in de weg staat.
9. Dat de Tweede Kamer de wenselijkheid heeft geuit dat de doelstellingen t.a.v. het hergebruik van kunststof verpakkingen ook in de toekomst, na afloop van de periode waarvoor deze raamovereen- komst geldt, nog verder omhoog gaan dan in deze raamovereenkomst wordt afgesproken.
10. Dat het verpakkende bedrijfsleven voortvarend invulling wil geven aan het Besluit, echter dat het verpakkende bedrijfsleven hier niet zonder medewerking van de gemeenten uitvoering aan kan geven, terwijl gemeenten op hun beurt niet verplicht kunnen worden om deze medewerking te verlenen.
11. Dat in de afspraken tussen individuele gemeenten en het verpakkende bedrijfsleven het akkoord tus- sen de VNG en het bedrijfsleven inzake de inzameling en vergoeding aan gemeenten met betrekking tot het huishoudelijk afval in acht wordt genomen (zie annex 1).
12. Dat het wenselijk en noodzakelijk is om nu voor de langere termijn tot een bestendige oplossing te komen voor de inzameling en verwerking van verpakkingen en het voorkomen en bestrijden van zwerfafval.
13. Dat het bedrijfsleven de verpakkingenheffing zichtbaar zal doorberekenen aan de consument en dat in het kader van het bereiken van de milieudoelstellingen de minister van VROM van mening is dat deze doorbelasting een essentiële bijdrage levert aan de oplossing van het verpakkingenvraagstuk.
Komen partijen overeen:
1. Er wordt jaarlijks 115 miljoen euro (zie annex 2) vanuit de begroting van VROM gestort in een Afvalfonds, dat geadministreerd wordt door een Stichting met een door VROM, bedrijfsleven en VNG gezamenlijk te benoemen voorzitter waarin bestuurszetels zijn voorzien voor het verpakkend bedrijfsleven ,VROM en de VNG.
2. Gemeenten krijgen uit het Afvalfonds een vergoeding uitgekeerd voor de (registratie van de) inza- meling van verpakkingen uit huishoudens, op grond van het tussen de VNG en het verpakkende bedrijfsleven overeengekomen akkoord, waarin de gemeenten de inzameling namens het bedrijfsleven uitvoeren. Deze vergoedingen worden jaarlijks (per 1januari), voor het eerst op (1januari2008) geïn- dexeerd op basis van het Consumenten Prijs Indexcijfer (CPI), zoals deze wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
3. Voor de voorwaarden waaronder en wijze waarop de betaling uit het Afvalfonds zal plaatsvinden, wordt door VNG, VROM en het verpakkend bedrijfsleven een uitvoeringsprotocol vastgesteld.
4. Alle gemeenten in Nederland ontvangen een vergoeding voor de gescheiden inzameling van verpak- kingsafval uit het huishoudelijk afval conform het Besluit en overeenkomstig de overeengekomen vergoedingen als afgesproken in annex 1, ook al zouden daarmee macro hogere percentages worden bereikt dan in het Besluit zijn voorgeschreven.
5. De gemeenten dienen de onder 2 genoemde vergoeding te besteden aan uitgaven ten behoeve van het afvalstoffenbeleid. Voorzover de vergoeding niet leidt tot extra uitgaven voor het afvalstoffenbeleid, zal, met in acht neming van artikel 15, een verrekening met de afvalstoffenheffing plaatsvinden.
6. Daarnaast wordt uit het Afvalfonds per jaar 11 mln. Euro betaald voor de uitvoering van het Impuls- programma Zwerfafval.
7. Vervolgens wordt het Afvalfonds benut voor een compensatie van de kosten die het verpakkende bedrijfsleven en gemeenten daadwerkelijk hebben gemaakt voor de gescheiden inzameling van verpak- kingsafval conform het Besluit in 2006 en 2007 conform Annex II.
8. De kosten voor monitoring van inzameling en materiaalhergebruik van verpakkingen (conform het Besluit) en van zwerfafval worden ook uit het Afvalfonds bekostigd. Het monotoringsprotocol wordt in overleg tussen partijen vastgesteld.
9. Voor het impulsprogramma zwerfafval is daarnaast op de begroting van VROM voor de looptijd van dat programma jaarlijks een bedrag van 5 mln. euro opgenomen.
10. De huidige separate doelstellingen in het Besluit voor de inzameling en materiaalhergebruik van grote en kleine kunststof drankenverpakkingen en voor overige kunststoffen worden vervangen door één integrale doelstelling voor kunststof die oploopt van 38 % materiaalhergebruik in 2009 naar 42% materiaalhergebruik in 2012.
11. Tijdig vòòr 1-1- 2010 vindt een evaluatie plaats van de werking van het Besluit. Dan zal worden bezien of het noodzakelijk is dat de inzameling van grote PET- flessen gescheiden van het overige kunststof moet worden gecontinueerd. Daarbij wordt ook gekeken welke gevolgen dit zal hebben voor het zwerfafval.
12. De overige doelstellingen als opgenomen in het Besluit blijven gedurende de looptijd van deze afspraken ongewijzigd, met uitzondering van de reeds in het Besluit aangekondigde verhoging van de totaaldoelstelling voor recycling en nuttige toepassing naar 70%, respectievelijk 75% in 2010.
13. Het Impulsprogramma Zwerfafval wordt door partijen conform de eerdere afspraken uitgevoerd. In 2009, vòòr afloop van het impulsprogramma, wordt dit geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie wordt bezien welk beleid vanaf 1 januari 2010 zal worden gevoerd.
14. Er wordt voor wat betreft de financiering van de inzameling en recycling als bedoeld in het Besluit invulling gegeven aan producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen en het principe de ‘vervuiler betaalt’ doordat de voorziene opbrengst van de verpakkingenbelasting ten opzichte van het Coalitieakkoord zal worden verhoogd, doordat het bedrijfsleven een hoger bedrag aan verpakkingen- belasting zal gaan afdragen dan in het akkoord voorzien.
15. De Wet milieubeheer zal zodanig moeten worden aangepast dat de kosten die gemeenten maken voor het opruimen en verwerken van zwerfafval voortaan via de afvalstoffenheffing kunnen worden verrekend; een voorstel daartoe zal vóór 1- 1-2008 aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.
16.Het Landelijk afvalbeheersplan (LAP) zal zodanig worden aangepast dat gemeenten er voor zorg dienen te dragen om naast glas en papier en karton ook kunststof uit huishoudens gescheiden in te zamelen; een voorstel daartoe zal in 2008 aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Gemeenten zul- len op deze wijziging van het LAP anticiperen.
17. De jaarlijkse monitoringsresultaten zullen worden besproken in een nog in te richten tripartiete begeleidingscommissie.
18. Het bovenstaande vormt een adequate invulling van het beleid voor verpakkingsafval. Indien uit de monitoringsresultaten blijkt dat de beoogde resultaten niet worden gehaald dan wel indien zich
onvoorziene ontwikkelingen voordoen die van invloed zijn op de uitvoering van deze overeenkomst, treden partij en met elkaar in overleg om te bezien of aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Dit alles laat echter onverlet dat de betrokken partij en hun eigen verantwoordelijkheden, verplichtingen en bevoegdheden hebben op grond van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton.
Na overleg en overeenstemming tussen partij en kan deze overeenkomst op basis van een evaluatie in 2011 worden verlengd met een door partijen nader te bepalen termijn.
Aldus ondertekend te Xxx Xxxx, 00 juli 2007.
De Minister van VROM,
Xx. Xxxxxxxxxx Xxxxxx
De onderhandelaar namens het bedrijfsleven,
Xxx. Xxxx Xxxxxxxxxxx
De voorzitter van de VNG,
Xxx. Xxx Xxxxxxx
Annex 1: Akkoord d.d. 27juli 2007 tussen VNG en het verpakkende bedrijfsleven inzake het Besluit Beheer verpakkingen en papier en karton.
Annex 2: Berekening jaarlijkse kosten uitvoering raamovereenkomst VROM, bedrijfsleven, VNG verpakkingen/ zwerfafval 2008-2012.
Annex 1
AKKOORD TUSSEN DE VNG EN HET VERPAKKENDE BEDRIJFSLEVEN INZAKE HET BESLUIT BEHEER VERPAKKINGEN EN PAPIER EN KARTON.
Overwegende:
- Dat dit akkoord alleen van toepassing is op verpakkingen die vrijkomen bij huishoudens (consumen- tenverpakkingen);
- Dat producenten en importeurs op basis van het Besluit verantwoordelijk zijn voor de (kosten van) gescheiden inname en nascheiding van uit huishoudens vrijkomende verpakkingen en de bijbehorende doelstellingen, genoemd in dit Besluit met in acht neming van afspraak 10 genoemd in de raamover- eenkomst. De producenten en importeurs betalen daarom een vergoeding aan alle gemeenten voor verpakkingsafval uit huishoudens, dat gescheiden is ingezameld of ingezameld en nagescheiden en niet voor verpakkingen die achterblijven in het restafval;
- Dat gemeenten de in de artikelen 10.21 tot en met 10.29 van de Wet Milieubeheer neergelegde verant- woordelijkheid behouden voor inzameling van huishoudelijk afval en voor het beheer van de openbare ruimte;
- Dat partijen er naar streven de doelstellingen van het besluit, met inachtneming van het gestelde in afspraak 10 van de raamovereenkomst, te bereiken tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten, met maximaal haalbare milieuwinst en op de voor de burger minst belastende wijze;
- Dat de raamovereenkomst, annex 1, annex 2 en de nadere afspraken tussen het Ministerie van VROM en het verpakkende bedrijfsleven bij de raamovereenkomst onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Indien in één van deze documenten een wijzing wordt doorgevoerd, dient dit akkoord hierop te wor- den aangepast.
Komen partijen overeen:
Artikel 1.
Voor papieren en kartonnen verpakkingen, glazen verpakkingen, metalen verpakkingen en kunststof verpakkin- gen kunnen gemeenten kiezen uit de in artikel 2 genoemde opties.
Artikel 2.
Voor ieder van de verschillende soorten in te zamelen verpakkingen kunnen gemeenten kiezen uit één van dein artikel 2.1 tot en met 2.4. opgenomen vergoedingssystemen. Per verpakkingssoort kan door de gemeente een verschillend systeem gekozen worden. Echter, tenzij anders overeengekomen, kan de gemeente haar keuze voor een van de opties tijdens de looptijd van de overeenkomst niet meer wijzigen.
2.1. Papier en karton
Ten aanzien van papier en karton hebben gemeenten twee keuze mogelijkheden.
A.
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van verpakkingen van papier en karton inclusief de aflevering tot de bewerker. De gemeente heeft de beschikking over deze ingezamelde verpakkingen. De verkoop- opbrengst komt geheel ten goede aan de gemeente. Bij een marktprijs lager dan € 40,- per ton wordt het verschil door het afvalfonds aangevuld tot € 40,- per ton. Indien de transportafstand vanaf de gemeentegrens tot aan de dichtstbijzijnde bewerker groter is dan 30 km, krijgt de gemeente voor het aantal kilometers boven de 30km uit het afvalfonds een extra vergoeding van 0,14 cent per ton per kilometer.
Bij een marktprijs gelijk aan of hoger dan € 40,- per ton plus de eventueel van toepassing zijnde transportvergoe- ding is het afvalfonds geen bijdrage verschuldigd.
B.
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van verpakkingen van papier en karton inclusief de aflevering tot de bewerker. De gemeente heeft de beschikking over de ingezamelde verpakkingen. De gemeente ontvangt uit het afvalfonds een registratievergoeding van € 6,25 per ton voor de monitoring van de hoeveelheid ingezamelde verpakkingen.
2.2 Glazen verpakkingen
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van glazen verpakkingen, inclusief de aflevering tot de bewerker. De gemeente heeft de beschikking over de ingezamelde glazen verpakkingen. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan de gemeente. Bij een marktprijs lager dan € 50,- per ton (bontglas € 40,- per
ton) wordt het verschil door het afvalfonds aangevuld tot € 50,- per ton (bontglas € 40,- per ton). Indien de transportafstand vanaf de gemeentegrens tot aan de dichtstbijzijnde verwerker groter is dan 50 km, krijgt de gemeente voor het aantal kilometers xxxxx xx 00 xx uit het afvalfonds een extra vergoeding van 0,14 cent per ton per kilometer. Bij een marktprijs gelijk aan of hoger dan € 50,- per ton (bontglas € 40,- per ton) plus de eventueel van toepassing zijnde transportvergoeding is het afvalfonds geen bijdrage verschuldigd.
2.3 Metalen verpakkingen
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling c.q. nascheiding van metalen verpakkingen, inclusief de aflevering tot de bewerker. De gemeente heeft de beschikking over de ingezamelde verpakkingen. De verkoop- opbrengst komt geheel ten goede aan de gemeente. Bij een marktprijs lager dan € 60,- per ton wordt het verschil door het afvalfonds aangevuld tot € 60,- per ton. Bij een marktprijs gelijk aan of hoger dan € 60,- per ton is het afvalfonds geen bijdrage verschuldigd.
2.4 Kunststofverpakkingen:
Algemeen:
Omdat het inzamelen, sorteren en verwerken van kunststoffen nog geen uitontwikkelde structuren kent, zal met voortvarendheid de ontwikkeling van deze structuren ter hand moeten worden genomen. In elk geval is het noodzakelijk dat in de loop van 2008 in heel Nederland integrale kunststof inzameling gerealiseerd wordt, anders zijn de recyclingdoelen niet haalbaar. Omdat lokale overheden de hieraan verbonden risico’s zullen wil- len mijden totdat nader ervaring is opgedaan, zal onder andere de werkwijze betrokken worden die nu wordt toegepast met betrekking tot de bruingoedinzameling, waarbij namens het verpakkende bedrijfsleven derde marktpartijen de verwerkingsrol op zich nemen. Dergelijke marktpartijen met binnen- en buitenlandse evaring zijn in staat om op korte termijn efficiënte structuren te ontwikkelen, terwijl het verpakkende bedrijfsleven directe betrokkenheid behoudt.
Omdat het vermoeden bestaat dat de genoemde vergoedingen van € 200,- en van € 350,- per ton niet toerei- kend zijn om de inzamel- en eventuele sorteerkosten van de gemeenten te dekken, wordt gedurende 2007 nader onderzoek verricht om een definitieve vergoeding aan gemeenten vast te stellen. Daarbij wordt tevens nader onderzoek gedaan naar de hoogte van de vervoerskosten buiten de gemeentegrens. Dit onderzoek zal in circa
20 startgemeenten worden uitgevoerd en zal 6 maanden duren. De projectkosten van deze pilots komen voor rekening van het afvalfonds.
Het verpakkende bedrijfsleven en de VNG zullen in onderling overleg de definitieve vergoeding uiterlijk 1 janu- ari 2008 vast stellen. Voor de opties A en B geldt dat wanneer de definitieve referentievergoeding voor kunststof is vastgesteld, de gemeenten die voor vaststelling van deze vergoeding reeds gestart zijn met de kunststofinzame- ling met terugwerkende kracht het verschil tussen respectievelijke bedragen van € 200,- en de € 350,- en de definitieve vergoeding uit het afvalfonds betaald krijgen.
Ten aanzien van kunststoffen hebben gemeenten twee keuze mogelijkheden. A.
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen, inclusief de sortering en
aflevering tot de bewerker. Indien de bewerker, welke wordt aangewezen door het verpakkende bedrijfsleven, is gevestigd buiten de gemeente, zullen de vervoerskosten van de gemeentegrens tot de door het verpakkende bedrijfsleven aangewezen bewerker afzonderlijk aan de gemeente door het verpakkende bedrijfsleven worden vergoed. Het afvalfonds betaalt de gemeente € 350,- per ton voor de gescheiden inzameling en sortering van kunststofverpakkingen. Het verpakkende bedrijfsleven heeft vanaf het moment van sortering de beschikking over de ingezamelde verpakkingen. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan het afvalfonds.
B.
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen, inclusief de aflevering tot de sorteerder. Indien de sorteerder, welke wordt aangewezen door het verpakkende bedrijfsleven, is gevestigd
buiten de gemeente, zullen de vervoerskosten van de gemeentegrens tot de door het verpakkende bedrijfsleven aangewezen sorteerder afzonderlijk aan de gemeente door het verpakkende bedrijfsleven worden vergoed. Het afvalfonds betaalt de gemeente € 200,- per ton voor de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen. Het verpakkende bedrijfsleven heeft vanaf het moment van aflevering bij de sorteerder de beschikking over de inge- zamelde verpakkingen en draagt de kosten van sortering en transport naar de bewerker. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan het afvalfonds.
3. Afnamegarantie bij uitzonderlijke omstandigheden
In het geval van uitzonderlijke omstandigheden waarbij de markt voor ingezamelde verpakkingen zich zodanig ontwikkelt dat gemeenten ingezamelde verpakkingen slechts tegen een vergoeding aan de verwerker kan afzet- ten, geeft het verpakkende bedrijfsleven een afnamegarantie tegen nulprijs.
4. Producentenverantwoordelijkheid
Conform het Besluit Verpakkingen ligt de verantwoordelijkheid voor het behalen van de doelstellingen zoals verwoord in artikel 10 van de raamovereenkomst, te allen tijde bij het verpakkende bedrijfsleven.
5. Looptijd
Dit akkoord geldt gedurende de looptijd van de raamovereenkomst. Partijen treden uiterlijk 1 januari 2011 in overleg over de afspraken inzake de inzameling en vergoedingen aan gemeenten inzake het Besluit na 2012. De afgesproken vergoedingen worden in 2012 geëvalueerd en, behoudens indexering, tot 2012 niet aangepast.
Aldus ondertekend te Den Haag, 27juli 2007.
De onderhandelaar namens het bedrijfsleven, Xxx. X. Xxxxxxxxxxx
De voorzitter van de VNG,
Drs. W.J. Xxxxxxx
Annex 2
BEREKENING JAARLIJKSE KOSTEN UITVOERING RAAMOVEREENKOMST VROM, BEDRIJFSLEVEN, VNG VERPAKKINGEN/ZWERFAFVAL 2008-2012
Bij de prognose van de jaarlijkse kosten voor de uitvoering van de raamovereenkomst zijn de volgende kostenposten verrekend:
-Kosten voor vergoedingen aan gemeenten voor de ingezamelde materialen.
-Kosten voor de stimulering van gescheiden inzameling van bedrijfsverpakkingen.
-Kosten voor zwerfafval per jaar van €11 mln.
-Een vergoeding voor de door gemeenten gemaakte kosten in 2006 en 2007.
-Een vergoeding voor de in 2006 en 2007 gemaakte kosten door het bedrijfsleven.
-Kosten van monitoring van de verpakkingen.
-Kosten van organisatie en uitvoering.
-Indexering van de vergoedingen aan gemeenten, op basis van de verwachte stijging.
Daarbij zijn de volgende veronderstellingen gehanteerd:
-Voor de prijzen van de verschillende materialen wordt uitgegaan van de tarieven zoals afgesproken tussen bedrijfsleven en VNG (annex 1), waarbij voor kunststof met twee varianten is gerekend, een tarief van €350 per ton en een tarief van €425 per ton.
-Voor kunststof worden t.o.v. het Besluit verpakkingen nieuwe percentages afgesproken, waarbij de afzonderlijke percentages voor grote, kleine flessen en overig kunststof vervallen. In plaats daarvan geldt één nieuw percentage recycling dat oploopt van 38 % in 2009 naar 42 % in 2012.
-Voor de raming van de vergoedingen in 2006 en 2007 is uitgegaan van de hoeveelheden verpakkingsmaterialen die in die jaren (naar schatting) vrij kwamen, de feitelijke inzameling door gemeenten en de kosten als in het akkoord (annex 1). Totaal komt dat neer op €48,8 mln.
Bij de kostenraming van de vergoedingen voor de periode 2006 —2012 is verondersteld dat de hoeveelheid gebruikte verpakkingsmateriaal die in een jaar op de markt wordt gebracht gemiddeld per jaar net zo veel groeit als gemiddeld over de jaren 1998-2005.
Daarnaast wordt het totale bedrag verder met name bepaald door de volgende drie variabelen:
1. Het percentage van de verpakkingen dat ingezameld en gerecycled wordt of anders nuttig wordt toegepast.
2. Vergoeding per ton gescheiden ingezamelde kunststof verpakking en uit huishoudens.
3. Het aandeel van de totale hoeveelheid kunststof verpakkingen dat uit huishoudens vrijkomt.
De hoogte van deze variabelen ligt niet precies vast.
Er zijn acht verschillende scenario’s berekend waarbij uitgegaan is van minima- en maximaschattingen t.a.v. groei in de tijd, aandeel kunststof verpakkingen in huishoudens en vergoedingen voor kunststofinzameling. De gemid- delde jaarlijkse kosten variëren in deze scenario’s van €106 tot €128 mln. en komen gemiddeld voor alle acht scenario’s uit op €115 mln. De raming van de kosten over de jaren is weergegeven in onderstaande tabel.
Tabel 1: Overzicht totale kosten (in € miljoen) per kostenpost per paar voor de periode 2006/2007 en 2008-2012
Bij een gelijke verdeling over de 5 begrotingsjaren 2008-2012 komen de kosten voor de uitvoering uit op
€ 115 miljoen per jaar.
Aan de Minister van VROM
In de raamovereenkomst tussen VROM, bedrijfsleven en VNG over de aanpak van de dossiers zwerfafval en verpakkingen voor de periode 2008 t/m 2012, zijn partijen overeengekomen dat er jaarlijks in genoemde periode vanuit de begroting van VROM 115 miljoen Euro wordt gestort in een Afvalfonds (punt 1 van de overeenkomst).
De financiële bijdrage van het bedrijfsleven komt tot stand via een belasting op verpakkingen, bovenop de reeds in het coalitieakkoord vastgestelde 250 miljoen verpakkingenbelasting.
Het bedrag is nodig om de in de overeenkomst gemaakte afspraken te kunnen financieren. De diverse kosten- posten zijn weergegeven in de raamovereenkomst bij de punten 2, 6, 7 en 8. Daarnaast zullen ook de kosten voor organisatie van het bedrijfsleven uit het Afvalfonds worden vergoed en de kosten voor het stimuleren van het gescheiden inzamelen van bedrijfsverpakkingen.
In de bij de raamovereenkomst gevoegde annex 2, die onderdeel van de raamovereenkomst uitmaakt, is de berekening weergegeven die ten grondslag ligt aan dit bedrag. Bij het berekenen van en het uiteindelijk vaststel- len van het bedrag (dat het jaarlijks gemiddelde vormt van de totaal te verwachten kosten in de genoemde periode) zijn partijen zich bewust van de onzekerheden die er zijn ten aanzien van de kosten die het systeem in de praktijk met zich mee zal brengen. Het is dus mogelijk dat de gemiddelde kosten die jaarlijks werkelijk door het Afvalfonds gemaakt worden voor het behalen van de in de raamovereenkomst opgenomen afspraken, hoger, danwel lager uit vallen dan begroot.
Het bedrijfsleven stelt zich garant voor eventuele meerkosten boven genoemd bedrag. Dat betekent dat indien de werkelijke kosten in enig jaar hoger uitvallen dan genoemd gemiddeld bedrag, rekening houdend met even- tuele overschotten van voorafgaande jaren, het bedrijfsleven het aanvullende bedrag aan VROM zal uitbetalen nadat de overschrijding is vastgesteld. In dat geval zal het verpakkende bedrijfsleven samen met de Minister van VROM in overleg treden met de Minister van Financiën over een mogelijke aanpassing van de verpakkingenbe- lasting.
Mocht blijken dat de kosten van het Afvalfonds gemiddeld structureel lager uitvallen dan begroot, dan zal het bedrijfsleven samen met de Minister van VROM eveneens in overleg treden met de Minister van Financiën over een aanpassing van de verpakkingenbelasting.
Kostenposten | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | Totaal | |
1. Gescheiden inzameling en recycling 2006-2007 | 23,1 | 25,71 | - | - | - | - | - | 48,8 | |
2. Cornpensatie 2006-2007 bedrijfsleven | 3,5 | 4,0 | - | - | - | - | - | 7,5 | |
2. Gescheiden inzameling en recycling 2008-2012 | - | - | 52,9 | 69,3 | 91,2 | 104,1 | 112,9 | 430,4 | |
3. Impulsprogramma zwerfafval2 | - | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 66,0 | |
4. Uitvoeringskosten | - | - | 4,5 | 4,5 | 4,5 | 4,5 | 4,5 | 22,5 |
Bijlage A2
Addendum Raamoverkomst Verpakkingen
ADDENDUM RAAMOVEREENKOMST
1. Afspraken nascheiding kunststof verpakkingsafval
Op 27 juli 2007 zijn VROM, bedrijfsleven en VNG de Raamovereenkomst over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012 overeenge- komen. Onderdeel van de Raamovereenkomst is het akkoord tussen de VNG en het verpakkende bedrijfsleven inzake het besluit beheer verpakkingen en papier en karton (Annex 1).
Ex artikel 2, 4 en 16 van de Raamovereenkomst en artikel 2 lid 4 van Annex 1 is afgespro- ken dat gemeenten kunststof verpakkingsafval gescheiden inzamelen (bronafscheiding) en daarvoor een vergoeding uitgekeerd kunnen krijgen uit het Afvalfonds. Gemeenten kunnen daarbij zelf de keuze maken voor een haal- of brengsysteem.
De producenten zijn op grond van het Besluit verpakkingen verantwoordelijk voor inzameling, hergebruik en nuttige toepassing van kunststof verpakkingsmateriaal. In de Raamovereenkomst is in artikel 10 afgesproken dat de doelstelling voor materiaalgebruik van kunststof verpakkingen in 2009 38% bedraagt. Deze doelstelling loopt op naar 42% in 2012. In Annex 1 is aangegeven dat voor het behalen van de doelstelling het noodzake- lijk is dat in heel Nederland integrale kunsstof inzameling gerealiseerd wordt, anders zijn de recycling doelen niet haalbaar. “Omdat het inzamelen, sorteren en verwerken van kunststof verpakkingsafval in Nederland nog geen uitontwikkelde structuren kent, moet de ontwikkeling van deze structuren met voortvarendheid ter hand genomen worden.
Op 3 juli 2008 heeft de Tweede Kamer bij motie van de leden Vietsch en Neppérus (nr. 28694, nr 63) de Minister van VROM verzocht om in overleg met VNG en de verpakkings- industrie niet langer onderscheid te maken tussen voor- en nascheiding van kunststof verpakkingsafval uit huishoudens. (In de motie wordt overigens verwoord, dat het ren- dement van de bijdrage, die het door het bedrijfsleven te behalen doelstellingen voor materiaalhergebruik, centraal staat.)
Bij motie van het lid Poppe is verzocht gemeenten de keuzevrijheid te bieden om te kie- zen voor nascheiding (nr. 28694, nr. 66).
Tevens vraagt de VNG naar aanleiding van haar leden over het uitvoerings- en monito- ringprotocol om aanvullende afspraken over de financiële vergoeding aan gemeenten in geval van nascheiding van kunststofverpakkingsafval.
Het bedrijfsleven heeft samen met gemeenten tot op heden gewerkt aan de ontwikke- ling van een structuur voor gescheiden inzameling van kunsstof verpakkingen.
De inzet vanuit de Raamovereenkomst blijft primair gericht op het ontwikkelen van een structuur voor de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen uit huishoudens. Daarnaast wordt het mogelijk voor gemeenten een vergoeding te ontvangen indien zij een contract hebben met een gecertificeerde nascheidingsinstallatie, die kunststof verpakkingen scheidt van het overige huishoudelijk restafval en kan aantonen dat de geproduceerde sorteerfracties voldoen aan de kwaliteitseisen van Nedvang – zoals
Nedvang deze ook stelt aan via bronscheiding ingezamelde sorteerfracties – en geschikt zijn voor materiaalhergebruik. Deze kwaliteitseisen zijn gericht op het realiseren van 42% materiaalhergebruik van kunststof verpakkingen in 2012.
Certificering van de nascheidingsinstallatie vindt plaats volgens de (te ontwikkelen) pro- tocollen in bijlage D.
In de Raamovereenkomst en het uitvoerings- en monitoringprotocol is niet in nascheiding van kunststofverpakkingsafval uit huishoudens voorzien. Aangezien de materiaalstroom een ander verloop kent bij nascheiding en de inzet van de betrokken dienstverleners verschilt, zijn een aantal aanvullingen noodzakelijk.
Om vanaf 1 januari 2009 niet langer onderscheid te maken tussen voor- en nascheiding en gemeenten vanaf die datum in aanmerking te laten komen voor een vergoeding uit het Afvalfonds voor via nascheiding verkregen kunststof verpakkingsmateriaal:
1. Zal in de Raamovereenkomst Annex 1 onder artikel 2.4 als alternatieve route voor inzameling en sortering door de gemeente (optie a) tussen a en b een derde mo- gelijkheid worden opgenomen. De tekst voor deze optie is grotendeels gelijk aan die onder a:
“de gemeente draagt zorg voor nascheiding van kunststof verpakkingen uit het
huishoudelijke restafval bij een gecertificeerde* nascheidingsinstallatie.
De nascheiding van kunsstof verpakkingen uit het restafval resulteert in verschillen- de fracties die in soort en kwaliteit overeenkomen met de fracties zoals gemeenten die onder a bij een Recycler moeten aanleveren. De vervoerskosten van de na- scheidingsinstallatie tot de door Nedvang aangewezen Recycler worden afzonder- lijk aan de gemeente door het verpakkende bedrijfsleven vergoed. Het Afvalfonds betaalt de gemeenten € 350,- per ton voor de inzameling en sortering van kunststof verpakkingen. (Verder conform tekst onder a: Het verpakkende bedrijfsleven heeft vanaf het moment van sortering. afvalfonds.)”
*werkwijze overeenkomstig certificering bewerkers kunststof.
2. Zullen de aangeleverde sorteerfracties aan de kwaliteitseisen van Nedvang moe- ten voldoen en de sorteerfracties dienen geschikt te zijn voor materiaalhergebruik. Deze kwaliteitseisen zijn gericht op het realiseren van 42% materiaalhergebruik van kunststof verpakkingen in 2012. Daarvoor zal een certificering worden opgesteld. De kunststoffracties worden gescheiden zoals genoemd in Bijlage C3 lid 5 uitvoe- ringsprotocol, overeenkomstig zoals deze gelden voor gemeenten die zelf zorg dragen voor sortering.
3. Zal certificering van de nascheidingsinstallaties plaatsvinden overeenkomstig de (te ontwikkelen) protocollen in bijlage D van het uitvoeringsprotocol.
4. Zal het afvalfonds de vergoeding uitkeren aan gemeenten, overeenkomstig de gestelde werkwijze in het uitvoeringsprotocol. In 2009 wordt geëvalueerd of deze vergoeding in verhouding staat tot de werkelijk gemaakt kosten en uiterlijk per 1-7- 2009 definitief en activity-based worden bepaald. Aangezien bij nascheiding geen aparte kosten worden gemaakt voor vervoer naar de bewerker, worden deze kosten niet vergoed.
5. Dient een gemeente per 1-1-2009 een contract hebben met een nascheidingsin- stallatie, die uiterlijk per 1-5-2009 operationeel is, om in aanmerking te komen voor een vergoeding.
6. Zal een gemeente, om in aanmerking te komen voor een vergoeding uit het afvalfonds, de hoeveelheden verschillende kunststoffracties die aan de door Ned- vang aangewezen Recycler worden geleverd, opgeven aan Nedvang overeen- komstig het gestelde in het uitvoeringsprotocol.
7. Zal het LAP zodanig worden aangepast dat gemeenten er vóór 1-1-2010 voor zorg dienen te dragen dat naast glas en papier en karton ook kunststof uit huishoudens gescheiden wordt ingezameld of via nascheiding uit het huishoudelijk afval wordt verkregen.
8. Zal het uitvoerings- en monitoringprotocol overigens worden nagelopen om het onderscheid tussen gescheiden inzameling en via nascheiding verkregen kunststof verpakkingen weg te nemen.
9. Zal bij het aanpassen van het uitvoerings- en monitoringprotocol voor nascheiding waar mogelijk dezelfde werkwijze worden gehanteerd als die voor gemeenten die zelf zorg dragen voor sortering van de gescheiden ingezamelde kunststofverpak- kingen.
Gemeenten die per 1-1-2009 een contract hebben met een “gecertificeerde” naschei- dingsinstallatie kunnen een vergoeding gaan krijgen voor de ingezamelde sorteerfrac- ties, die aan de kwaliteitseisen voldoen. Er is echter enige tijd nodig om de objectief vast te stellen kwaliteitseisen en de certificering van nascheidingsinstallaties te ontwikkelen en de installaties te certificeren. Daardoor ontstaat onzekerheid over de snelheid waarmee gemeenten die opteren voor de mogelijkheid om via nascheiding kunststofverpakkin- gen te scheiden, kunnen aansluiten op het systeem en welke bijdrage er geleverd kan wordenaan de doelstelling voor materiaalhergebruik. Het bedrijfsleven is echter verant- woordelijk voor het behalen van de doelstellingen. Daarom wordt een nieuwe fasering aangebracht in de doelstellingen.
9. De integrale doelstelling voor kunststof van 38% materiaalhergebruik in 2009 wordt verschoven naar 2010 en in 2009 zal een integrale doelstelling voor kunststof van 32% materiaalhergebruik gelden.
10. Aan artikel 11 van de Raamovereenkomst wordt toegevoegd, dat bij de in dit artikel genoemde evaluatie de ingezamelde hoeveelheden kunststof verpakkings- afval via voor- en nascheiding worden betrokken.
2. Afspraken begeleidingscommissie Xxxxxxxxxxxxxxxx
In het eerste jaar van de uitvoering van de Raamovereenkomst is gebleken dat er tussen partijen regelmatig behoefte bestaat om met elkaar in overleg te treden over onvoor- ziene ontwikkelingen die van invloed zijn op de uitvoering van de overeenkomst, om de uitvoering van de Raamovereenkomst te begeleiden en eventuele beleidsmatige keuzes in dat kader te bespreken. Daarnaast kan XXXX niet deelnemen aan het bestuur van de stichting Afvalfonds, maar is er wel behoefte aan een structuur waarbij de participatie van VROM in de Raamovereenkomst vorm krijgt.
In de praktijk is hiervoor een begeleidingscommissie ontstaan onder voorzitterschap van de directeur-generaal Milieubeheer. In art. 17 van de Raamovereenkomst is een tripar- tiete begeleidingscommissie afgesproken, maar deze is hier beperkt tot bespreking van de jaarlijkse monitoringsresultaten. Partijen hebben echter behoefte om de in de praktijk ontstane structuur van een bestuurlijke begeleidingscommissie die de uitvoering van de Raamovereenkomst begeleid, te formaliseren.
Aan art. 17 en 18 zullen daarom alsvolgt worden aangepast:
Art. 17
In een nog in te richten tripartiete bestuurlijke begeleidingscommissie zal de uitvoering van de Raamovereenkomst worden begeleid. Deze begeleidingscommissie komt hiertoe regelmatig bijeen onder voorzitterschap van de directeur-generaal Milieubeheer. Tevens zullen in deze begeleidingscommissie de jaarlijkse monitoringsresultaten worden bespro- ken.
Art. 18
Het bovenstaande vormt een adequate invulling van het beleid voor verpakkingsafval. Indien uit de monitoringsresultaten blijkt dat de beoogde resultaten niet worden gehaald dan wel indien zich onvoorziene ontwikkelingen voor doen die van invloed zijn op de uitvoering van deze overeenkomst, treden partijen met elkaar in overleg via de onder art. 17 genoemde begeleidingscommissie om te bezien of aanvullende maatregelen moeten worden getroffen.
Dit alles laat echter onverlet dat de betrokken partijen hun eigen verantwoordelijkheden, verplichtingen en bevoegdheden hebben op grond van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton.
Aldus overeengekomen 29 september 2008.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Xx. Xxxxxxxxxx Xxxxxx
Namens het verpakkende bedrijfsleven, Freek Rijna
De voorzitter van de VNG,
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx-Xxxxxxx
Bijlage A3
Afspraken over vergoedingen gescheiden inzameling kunststofverpakkingsafval
Afspraken over vergoedingen gescheiden inzameling kunststof verpakkingsafval
VNG en het verpakkende bedrijfsleven hebben op 27 juli 2007 een Raamovereenkomst gesloten over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012. Deze overeenkomst is 29 september 2008 aangevuld met een addendum.
In nadere uitwerking op bovengenoemde raamovereenkomst en addendum zijn bedrijfs- leven en VNG op 20 januari 2009 aanvullende afspraken overeengekomen voor de ver- goedingen van de inzameling van kunststof verpakkingsafval.
De vergoedingen zijn gebaseerd op drie algemeen gangbare inzamelsystemen, te
weten:
- Haalsysteem met zakken
- Ondergrondse brengvoorzieningen
- Bovengrondse brengvoorzieningen
• Gemeenten ontvangen per 1 januari 2008 een inzamelvergoeding van € 475,00 per ton. Om een beter inzicht te krijgen in de inzamelkosten zal een benchmark opgesteld worden. In 2010 zal op basis van deze benchmark een evaluatie plaatsvinden. De resultaten van deze evaluatie kunnen aanleiding zijn om de inzamelvergoeding voor brongescheiden kunststof voor 2011 en 2012 te wijzigen. Over de opzet en uitvoering van de benchmark zal nog nader overleg plaatsvin- den tussen VNG en Nedvang;
• Gemeenten ontvangen, bij bewezen hergebruik van de ingezamelde fractie kunststof verpakkingen in de jaren 2006 en 2007 met terugwerkende kracht een vergoeding van € 475,- per ton voor de inzameling en indien van toepassing een vergoeding van € 100,- per ton voor de sortering;
• Gemeenten ontvangen in 2009 van Nedvang (in natura) een éénmalig opstart- pakket ter waarde van € 0,43 per inwoner. Dit geldt voor zowel haal- als breng- gemeenten. In het communicatiepakket zitten genoeg zakken voor het eerste jaar, een informatiefolder en een brief van de gemeente. Nedvang zal i.s.m. de individuele gemeenten afspraken maken over de exacte samenstelling van het startpakket, daarbij rekeninghoudend met de uitgangspunten van de Nedvang campagne (bij. steunkleur oranje) en de gebruikelijk communicatie van de indivi- duele gemeenten;
• Gemeenten ontvangen in 2009 een eenmalige aanvullende opstartvergoeding van € 0,54 per inwoner;
• Gemeenten ontvangen per 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 jaarlijks een vergoeding van € 0,11 per inwoner voor communicatie aangaande de inza- meling van kunststofverpakkingen;
• Gemeenten ontvangen een transportvergoeding vanaf de gemeentegrens tot het door Nedvang aangewezen overslagpunt van € 1,50 per ton per gereden km voor de in het geding zijnde afstand (enkele reis);
• Indien van toepassing ontvangen gemeenten een vergoeding van € 100 per ton
voor de sortering van kunststof verpakkingsafval;
• Het Afvalfonds stelt zich financieel garant voor de gemeentelijke investeringen
t.b.v. de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen1. De garantstelling is gelijk aan de regeling zoals opgenomen in het Kunststofarrangement2. Er wordt vanuit gegaan, dat de inzameling start in 2009. In concreto betekent dit dat ge- meenten die zijn gestart in 2009 hun afschrijvingen over een periode van 10 jaar gegarandeerd krijgen;
• VNG en Nedvang zullen zich inspannen dat de uitvoeringsprotocollen in februari 2009 worden afgerond;
• Het Afvalfonds betaalt de vergoeding uit overeenkomstig het gestelde in de
uitvoeringsprotocollen3;
• Indien een gemeente voor het tekenen van de raamovereenkomst gescheiden kunststof inzamelde kan Nedvang met die gemeente – in geval van strijdigheid van het inzamelsysteem met de in de uitvoeringsprotocollen opgenomen accep- tatiecriteria – afzonderlijke afspraken maken voor een overgangssituatie. Daarbij zal worden uitgegaan van de materiaalspecifieke bijlage Kunststof. Nedvang zal het Afvalfonds in kennis stellen van deze afspraken;
• VNG en Nedvang zullen zich gezamenlijk inspannen om gemeenten op te roe- pen aan de slag te gaan met bronscheiding in 2009 zodat einde jaar 80% van de gemeenten zijn aangesloten. Hiermee alvast anticiperend op het per 1-1-2010 nieuwe LAP.
1 Voor door Nedvang geaccepteerde inzamelmiddelen met name containers, echter geen transportmiddelen, installaties of reversed vending machines.
2 De garantie geldt alleen indien besloten wordt de raamovereenkomst in 2012 niet verder te verlengen. De garantie geldt niet in het geval dat besloten wordt de financiering anders vorm te geven of indien de gemeente een keuze maakt voor een ander inzamelsysteem. Daarnaast moet er door de gemeente worden aangetoond dat de containers binnen de gemeente niet bruikbaar zijn. Indien de gemeente gebruik maakt van deze regeling wordt het Afvalfonds c.q. Nedvang eigenaar van deze containers
3 Het Afvalfonds betaalt de bovenstaand genoemde vergoedingen uit aan de gemeente bin- nen 4 weken na ontvangst van de door Nedvang goedgekeurde opgave van de gemeente, met specificatie van de ingezamelde materialen. Bij twijfel over de juistheid van de gegevens mag het Afvalfonds, op advies van Nedvang, de uitbetaling weigeren of een afwijkende vergoeding vaststellen. In geval bij een controle achteraf blijkt dat de gegevens onjuist zijn, kan het Afvalfonds de uitbetaalde vergoedingen terugvorderen.
• De afspraken over nascheiding worden conform het addendum uitgevoerd, vastgelegde termijnen worden gerespecteerd en er zal niet meer over gediscus- sieerd worden. De gemeenten moeten per 1-3-2009 een contract hebben met een installatie die per 1-5-2009 operationeel is. Dit beperkt nascheiding feitelijk tot Groningen en Friesland;
Aldus overeengekomen 20 januari 2009.
De voorzitter van de VNG, Namens het verpakkende bedrijfsleven,
Xxxx Xxxxxxxxx Freek Rijna
Bijlage B1
Materiaalspecifieke bijlage Glas
Vergoedingen (verpakkingen)
GLAS
1. Algemeen
Voor de in te zamelen verpakkingen kunnen gemeenten op grond van de Raamovereen- komst in enkele gevallen kiezen uit opties. Per verpakkingssoort kan een gemeente een verschillend systeem kiezen. Voor glas gaat het om wel/geen kleurgescheiden inzameling. Deze optie is uitgewerkt in deze bijlage, waarbij de gemeente haar keuze tijdens de loop- tijd van de raamovereenkomst zo nodig kan wijzigen.
2. Reikwijdte
Deze paragraaf heeft betrekking op al het huishoudelijk verpakkingsglas dat in Nederland door een producent en/of importeur op de markt wordt gebracht met uitzondering van het verpakkingsglas dat wordt uitgevoerd uit Nederland.
3. Definitie Verrekenprijs glas
De Verrekenprijs glas is de invulling voor het begrip marktprijs zoals in de Raamovereen- komst, artikel 2.2 van Annex 1 gebruikt.
Verrekenprijs glas: het op gewichtbasis gewogen gemiddelde tarief gedurende een kalen- derjaar dat de Nederlandse gemeenten zijn overeengekomen met gecertificeerde Bewer- kers voor de acceptatie, franco geleverd aan de Bewerker, en de verdere bewerking van afgedankt verpakkingsglas al dan niet per kleur gescheiden ingezameld bij huishoudens exclusief enige andere vorm van dienstverlening ten behoeve van de gemeente. De con- tracten die niet zijn overeengekomen in vrije mededinging tussen Bewerkers of die andere diensten bevatten (bijvoorbeeld inzamelen) kunnen door Nedvang buiten beschouwing worden gelaten bij de bepaling van de Verrekenprijs.
Nedvang toetst het tarief regelmatig aan de internationale glasprijzen. Deze toetsing kan aanleiding geven tot nader onderzoek door een onafhankelijke derde naar de contrac- ten tussen gemeente en Bewerker of bedrijven en Bewerker.
Indien contracten niet voldoen aan de gestelde voorwaarden of niet op transparante wij- ze geschoond kunnen worden van andere diensten zal van een (op gewichtbasis) gemid- deld tarief van de gemeenten die wel aan de voorwaarden voldoen worden uitgegaan.
Zie voor de overige definities de algemene definitielijst (bijlage G).
4. Inzameling en vergoeding
Bij de inzameling van glas wordt, voor zover mogelijk, aangesloten bij de bestaande prak- tijk. Gemeenten dienen ten behoeve van de bepaling van de Verrekenprijs het door hen overeengekomen tarief (of de totale opbrengst) met de Bewerker en de condities op te geven aan Nedvang, ongeacht de optie die zij kiezen voor vergoeding. De Verrekenprijs wordt pas openbaar een jaar na afloop van het vergoedingsjaar. De Verrekenprijs 2008 wordt derhalve pas openbaar per 1 januari 2010.
-Bij de vergoeding zijn ten aanzien van glas twee opties onderscheiden, namelijk inzame- xxxx xxx Xxxxxxxx of inzameling van Kleurgescheiden glas (Raamovereenkomst, Annex 1, artikel 2.2):
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van verpakkingen van glas, inclusief de aflevering tot de Bewerker. De gemeente heeft de beschikking over deze in- gezamelde verpakkingen. De Verkoopopbrengst die de gemeente van de Bewerker ont- vangt komt geheel ten goede aan de gemeente.
Bij een Verrekenprijs (marktprijs in de Raamovereenkomst) lager dan € 50 per ton voor kleur- gescheiden wit, groen of bruin glas of € 40 per ton voor Bontglas wordt het verschil door het Afvalfonds aangevuld tot € 50 per ton respectievelijk € 40 per ton.
Indien de transportafstand vanaf de gemeentegrens tot aan de dichtstbijzijnde Bewerker (verwerker) groter is dan 50 km (Normafstand), krijgt de gemeente voor het aantal kilome- ters xxxxx xx 00 xx uit het Afvalfonds een extra vergoeding van € 0,14 per ton per kilo- meter (enkele reisafstand). Bij een Verrekenprijs gelijk of hoger dan € 50 per ton (bontglas € 40 per ton) plus de eventueel van toepassing zijnde transportvergoeding is het Afvalfonds geen bijdrage verschuldigd.
5. Nadere bepalingen en voorwaarden
Het Vergoedingsgewicht dient separaat te worden bepaald voor de verschillende fracties gescheiden ingezameld verpakkingenglas (wit, groen, bruin, bont) in verband met het verschil in de hoogte van de inzamelvergoeding.
Conform artikel 3 Annex 1 van de Raamovereenkomst is sprake van uitzonderlijke omstan- digheden indien de markt voor ingezamelde verpakkingen zich zodanig ontwikkelt dat gemeenten ingezamelde verpakkingen slechts tegen een vergoeding aan de Bewerker (verwerker) kunnen afzetten. In dat geval geeft het verpakkende bedrijfsleven een afna- megarantie tegen nulprijs. Dit betekent dat indien Nedvang of een commissie namens Nedvang aangeeft dat er sprake is van marktomstandigheden die een Verrekenprijs lager dan € 0 per ton tot gevolg kunnen hebben, de gemeente het verpakkingsglas kosteloos aan Nedvang of een door Nedvang geselecteerde Bewerker aan dient te bieden om voor een volledige vergoeding in aanmerking te komen en afhankelijk van de kleur van het Afvalfonds € 50 (voor kleurgescheiden wit, groen, bruin) of € 40 (voor bont) per ton ontvangt.
Ten behoeve van het bepalen van de transportvergoeding zullen Nedvang en de ge- meente in overleg de relevante transportafstand bepalen. De transportafstand wordt gerekend vanaf de gemeentegrens tot aan de dichtstbijzijnde Bewerker (verwerker). De Normafstand bedraagt 50 km.
Het door of namens de gemeente ter acceptatie aan de Bewerker aangeleverde gewicht verpakkingsglas zal worden bepaald door de Bewerker aan de hand van het daartoe ge-
hanteerde bedrijfsproces, waarbij uit wordt gegaan van de in de bijlage kwaliteitseisen genoemde acceptatievoorwaarden van ingezameld huishoudelijk verpakkingsglas.
De Verrekenprijs wordt uitsluitend vastgesteld om de vergoeding te bepalen die aan ge- meenten moeten worden betaald uit hoofde van de Raamovereenkomst. Nedvang en VNG stellen per kwartaal (na afloop) een voorlopige Verrekenprijs vast die gebruikt wordt voor de berekening van de (voorlopige) vergoeding aan de gemeente. Na afloop van het jaar stelt het Afvalfonds de Verrekenprijs vast en vindt verrekening (nabetaling/inhouding) met de gemeente plaats ten opzichte van de uitgekeerde (voorlopige) vergoedingen.
6. Inhoud rapportage
De rapportage van de gemeente moet voldoen aan het bepaalde in het uitvoeringspro- tocol.
7. Schema facturatie en betaling
Opgenomen in handleiding WasteTool® (zie xxx.xxxxxxx.xx).
Bijlage B2 Materiaalspecifieke bijlage Papier en Karton Vergoedingen (verpakkingen)
PAPIER EN KARTON
1. Algemeen
De vergoedingen per materiaal zijn beschreven in de Raamovereenkomst. Voor papier en karton kunnen gemeenten kiezen uit twee opties. De keuze voor één van deze opties staat los van de keuze bij een ander materiaal. Tenzij anders overeengekomen kan de ge- meente haar keuze voor één van de opties voor papier en karton tijdens de looptijd van de Raamovereenkomst niet meer wijzigen.
2. Reikwijdte
Deze paragraaf heeft betrekking op alle huishoudelijke verpakkingen1 van papier en kar- ton die in Nederland op de markt worden gebracht, met uitzondering van datgene dat wordt uitgevoerd uit Nederland.
3. Definitie Verrekenprijs oudpapier en -karton
Verrekenprijs oudpapier en -karton: het op gewichtbasis gewogen gemiddelde tarief ge- durende een kalenderjaar dat de Nederlandse gemeenten zijn overeengekomen met gecertificeerde Bewerkers voor de acceptatie, franco geleverd aan de Bewerker, en de verdere bewerking van ongesorteerd oudpapier en -karton ingezameld bij huishoudens exclusief enige andere vorm van dienstverlening ten behoeve van de gemeente. De con- tracten die niet zijn overeengekomen in vrije mededinging tussen Bewerkers of die andere diensten bevatten (bijvoorbeeld inzamelen) kunnen door Nedvang buiten beschouwing worden gelaten bij de bepaling van de marktprijs.
Nedvang toetst het tarief regelmatig aan de internationale papierprijzen, onder andere zoals vastgesteld door de Commissie Marktwerking binnen het PRN-systeem ter uitvoering van het Papiervezelconvenant. Deze toetsing kan aanleiding geven tot nader onderzoek door een onafhankelijke derde naar de contracten tussen gemeente en Bewerker of be- drijven en Bewerker.
Indien contracten niet voldoen aan de gestelde voorwaarden of niet op transparante wijze geschoond kunnen worden van andere diensten zal van een (op gewichtbasis) ge- middelde contractprijs van de gemeenten die wel aan de voorwaarden voldoen worden uitgegaan.
Zie voor de overige definities de algemene definitielijst.
4. Inzameling
Bij de inzameling van papier en karton wordt, voor zover mogelijk, aangesloten bij de be- staande praktijk. Gemeenten dienen ten behoeve van de bepaling van de Verrekenprijs
1 Voor het grafisch papier is het Papiervezelconvenant van toepassing. Deze kent een andere systematiek van garanties en vergoedingen.
het door hen overeengekomen tarief met de Bewerker en de condities op te geven aan Nedvang, ongeacht de optie die zij kiezen voor vergoeding. De Verrekenprijs wordt pas openbaar een jaar na afloop van het vergoedingsjaar. De Verrekenprijs 2008 wordt der- halve pas openbaar per 1 januari 2010.
Gemeenten hebben ten aanzien van papier en karton twee opties (Raamovereenkomst,
Annex 1):
Optie A) de gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van verpakkingen van papier en karton inclusief de aflevering tot de Bewerker. De gemeente heeft de beschik- king over deze ingezamelde verpakkingen en contracteert met een gecertificeerde Be- werker. De Verkoopopbrengst die de gemeente van de Bewerker ontvangt komt geheel ten goede aan de gemeente.
Bij een Verrekenprijs lager dan € 40 per ton wordt het verschil door het Afvalfonds aange- vuld tot € 40 per ton, ongeacht de Verkoopopbrengst.
Bij een Verrekenprijs lager dan € 0 per ton is de regeling voor uitzonderlijke omstandighe- den van toepassing zoals opgenomen in artikel 3, Annex 1 van de Raamovereenkomst en dient de gemeente kosteloos aan Nedvang of een door Nedvang geselecteerde Bewer- ker aan te bieden en ontvangt van het Afvalfonds € 40 per ton.
Indien de transportafstand vanaf de gemeentegrens tot aan dichtstbijzijnde Bewerker gro- ter is dan 30 km (de Normafstand), krijgt de gemeente voor het aantal kilometers xxxxx xx 00 xx uit het Afvalfonds een extra vergoeding van € 0,14 per ton per kilometer (enkele reisafstand).
Bij een Verrekenprijs gelijk of hoger dan € 40 per ton plus de eventueel van toepassing zijnde transportvergoeding is het Afvalfonds geen bijdrage verschuldigd.
Optie B) de gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van verpakkingen van papier en karton inclusief de aflevering tot de Bewerker. De gemeente heeft de beschik- king over de ingezamelde verpakkingen. De gemeente ontvangt uit het Afvalfonds een registratievergoeding van € 6,25 per ton voor de monitoring van de hoeveelheid ingeza- melde verpakkingen.
5. Nadere bepalingen en voorwaarden
De vergoeding wordt gebaseerd op het Vergoedingsgewicht. Aangezien van het inge- zamelde oudpapier en -karton niet eenvoudig onderscheid kan worden gemaakt tussen enerzijds verpakkingen van papier en karton en anderzijds niet-verpakkingen (grafisch pa- pier, o.a. kranten en tijdschriften), zal het vergoedingsgewicht worden bepaald op basis van ervaringscijfers, hetgeen betekent dat partijen ervan uitgaan dat 23% van het totale gewicht ingezamelde papier en karton uit huishoudens als uitgangspunt dient bij de bere- kening van het Vergoedingsgewicht.
De formule voor het berekenen van het Vergoedingsgewicht luidt dan als volgt:
Gewicht x Ervaringscijfer= Vergoedingsgewicht
Conform artikel 3 Annex 1 van het Raamakkoord wordt het volgende overwogen: in geval van uitzonderlijke omstandigheden waarbij de markt voor ingezamelde verpakkingen zich zodanig ontwikkelt dat gemeenten ingezamelde verpakkingen slechts tegen een vergoe- ding aan de verwerker kan afzetten, geeft het verpakkende bedrijfsleven een afnamega- rantie tegen nulprijs.
Conform artikel 3 Annex 1 van het Raamakkoord is sprake van uitzonderlijke omstandig- heden indien de markt voor ingezamelde verpakkingen zich zodanig ontwikkelt dat ge- meenten ingezamelde verpakkingen slechts tegen een vergoeding aan de Bewerker (verwerker) kunnen afzetten. In dat geval geeft het verpakkende bedrijfsleven een af- namegarantie tegen nulprijs. Dit betekent dat indien Nedvang of een commissie namens Nedvang aangeeft dat er sprake is van marktomstandigheden die een Verrekenprijs lager dan 0 euro per ton tot gevolg kunnen hebben, de gemeente het ingezamelde oudpapier en –karton (althans 23% daarvan)2 kosteloos aan Nedvang of een door Nedvang geselec- teerde Bewerker aan dient te bieden om voor een volledige vergoeding in aanmerking te komen die afhankelijk is van de gekozen optie.
Ten behoeve van het bepalen van de Transportvergoeding zullen Nedvang en de ge- meente in overleg de relevante Transportafstand bepalen. De Transportafstand wordt ge- rekend vanaf de gemeentegrens tot aan de dichtstbijzijnde verwerker. De Normafstand bedraagt 30 km.
De Verrekenprijs wordt uitsluitend vastgesteld om de vergoeding te bepalen die aan ge- meenten moeten worden betaald uit hoofde van de Raamovereenkomst. Nedvang en VNG stellen per kwartaal (na afloop) een voorlopige Verrekenprijs vast die gebruikt wordt voor de berekening van de (voorlopige) vergoeding aan de gemeente. Na afloop van het jaar stelt het Afvalfonds de Verrekenprijs vast en vindt verrekening (nabetaling/inhouding) met de gemeente plaats ten opzichte van de uitgekeerde (voorlopige) vergoedingen.
6. Inhoud rapportage
De rapportage van de gemeente moet voldoen aan het bepaalde in het uitvoeringspro- tocol.
7. Schema facturatie en betaling
Opgenomen in handleiding WasteTool® (zie xxx.xxxxxxx.xx).
2 Er zal zo veel mogelijk afstemming worden gezocht met de regeling in het kader van het Papiervezelconvenant (dat van toepassing is op 77% van het huishoudelijk oudpapier en
–karton en 42% van het oupapier- en karton van bedrijven).
Bijlage B3 Materiaalspecifieke bijlage Kunststof Vergoedingen (verpakkingen)
KUNSTSTOF
1. Algemeen
Voor kunststof was 2008 het startjaar. In de Xxxxxxxxxxxxxxxx is aangeven dat onderzoek naar de vergoedingen plaatsvindt om de uiteindelijke vergoeding vast te stellen. Ned- vang en VNG hebben in januari 2009 een akkoord bereikt ter invulling van de afspraken uit de Raamovereenkomst. Het kunststofarrangement 2008 is daarmee geactualiseerd.
Het Addendum Xxxxxxxxxxxxxxxx geeft aan dat de ontwikkeling van de inzamelstruc- tuur gericht blijft op gescheiden inzameling. Daarnaast is het onder voorwaarden voor gemeenten mogelijk om vanaf 2009 een vergoeding te ontvangen indien zij een contract hebben met een gecertificeerde nascheidingsinstallatie. De keuzemogelijkheden in de Raamovereenkomst bestonden in 2008 uit de opties A of B. Het Addendum Raamovereen- komst heeft nascheiding als optie A2 gedefinieerd.
2. Reikwijdte
Deze paragraaf heeft uitsluitend betrekking op uit huishoudens afkomstige gescheiden ingezamelde kunststof, zoals zoveel mogelijk nader vastgelegd in de door Nedvang opge- stelde en aan de gemeente verstrekte (niet-limitatieve) Lijst Kunststofverpakkingen. Deze lijst geeft aan welke verpakkingen vooralsnog ingezameld en aangeboden kunnen wor- den (brede fractie). Het is mogelijk dat de lijst op grond van de sorteerresultaten wijzigt gedurende de looptijd van de Raamovereenkomst.
3. Inzameling en vergoeding
Voor de gescheiden inzameling en sortering van kunststofafval van huishoudens kan nog niet worden aangesloten bij de bestaande praktijk. Nedvang zet namens het verpakken- de bedrijfsleven een structuur op, doet kennis en ervaring op en monitort de kosten van inzameling en sorteren. In nadere uitwerking op bovengenoemde raamovereenkomst en addendum zijn bedrijfsleven en VNG op 20 januari 2009 aanvullende afspraken overeen- gekomen voor de vergoedingen van de inzameling van kunststof verpakkingsafval.
a. De vergoedingen zijn gebaseerd op drie algemeen gangbare inzamelsystemen,
te weten:
1. haalsysteem met zakken;
2. ondergrondse brengvoorzieningen;
3. bovengrondse brengvoorzieningen.
b. Gemeenten ontvangen per 1 januari 2008 een inzamelvergoeding van € 475,00 per ton. Om een beter inzicht te krijgen in de inzamelkosten zal een benchmark opgesteld worden. In 2010 zal op basis van deze benchmark een evaluatie plaatsvinden. De resultaten van deze evaluatie kunnen aanleiding zijn om de in- zamelvergoeding voor brongescheiden kunststof voor 2011 en 2012 te wijzigen. Over de opzet en uitvoering van de benchmark zal nog nader overleg plaats- vinden tussen VNG en Nedvang;
c. Gemeenten ontvangen, bij bewezen hergebruik van de ingezamelde fractie kunststof verpakkingen in de jaren 2006 en 2007 met terugwerkende kracht een
vergoeding van € 475,- per ton voor de inzameling en indien van toepassing een vergoeding van € 100,- per ton voor de sortering;
d. Gemeenten ontvangen in 2009 van Nedvang (in natura) een éénmalig opstart- pakket ter waarde van € 0,43 per inwoner. Dit geldt voor zowel haal- als breng- gemeenten. In het communicatiepakket zitten genoeg zakken voor het eerste jaar, een informatiefolder en een brief van de gemeente. Nedvang zal i.s.m. de individuele gemeenten afspraken maken over de exacte samenstelling van het startpakket, daarbij rekeninghoudend met de uitgangspunten van de Nedvang campagne (bij. steunkleur oranje) en de gebruikelijk communicatie van de individuele gemeenten;
e. Gemeenten ontvangen in 2009 een eenmalige aanvullende opstartvergoeding
van € 0,54 per inwoner;
f. Gemeenten ontvangen per 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 jaarlijks een vergoeding van € 0,11 per inwoner voor communicatie aangaande de inzameling van kunststofverpakkingen;
g. Gemeenten ontvangen een transportvergoeding vanaf de gemeentegrens tot het door Nedvang aangewezen overslagpunt van € 1,50 per ton per gereden km voor de in het geding zijnde afstand (enkele reis);
h. Indien van toepassing ontvangen gemeenten een vergoeding van € 100 per ton voor de sortering van kunststof verpakkingsafval;
i. Het Afvalfonds stelt zich financieel garant voor de gemeentelijke investeringen ten behoeve van de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen voor door Nedvang geaccepteerde inzamelmiddelen (met name containers, echter geen transportmiddelen, installaties of reversed vending machines). De garant- stelling is gelijk aan de regeling zoals opgenomen in het Kunststofarrangement. Er wordt vanuit gegaan, dat de inzameling start in 2009. In concreto betekent dit dat gemeenten die zijn gestart in 2009 hun afschrijvingen over een periode van 10 jaar gegarandeerd krijgen. De garantie geldt alleen indien besloten wordt de raamovereenkomst in 2012 niet verder te verlengen. De garantie geldt niet
in het geval dat besloten wordt de financiering anders vorm te geven of indien de gemeente een keuze maakt voor een ander inzamelsysteem. Daarnaast moet er door de gemeente worden aangetoond dat de containers binnen de gemeente niet bruikbaar zijn. Indien de gemeente gebruik maakt van deze regeling wordt het Afvalfonds c.q. Nedvang eigenaar van deze containers;
j. VNG en Nedvang zullen zich inspannen dat de uitvoeringsprotocollen in februari
2009 worden afgerond;
k. Het Afvalfonds betaalt de vergoeding uit overeenkomstig het gestelde in de uitvoeringsprotocollen;
l. Indien een gemeente voor het tekenen van de raamovereenkomst gescheiden kunststof inzamelde kan Nedvang met die gemeente – in geval van strijdig- heid van het inzamelsysteem met de in de uitvoeringsprotocollen opgenomen acceptatiecriteria – afzonderlijke afspraken maken voor een overgangssituatie. Daarbij zal worden uitgegaan van de materiaalspecifieke bijlage Kunststof. Nedvang zal het Afvalfonds in kennis stellen van deze afspraken;
m. VNG en Nedvang zullen zich gezamenlijk inspannen om gemeenten op te roepen aan de slag te gaan met bronscheiding in 2009 zodat einde jaar 80%
van de gemeenten zijn aangesloten. Hiermee alvast anticiperend op het per
1-1-2010 nieuwe LAP (LAP2).
n. De afspraken over nascheiding worden conform het addendum uitgevoerd, vastgelegde termijnen worden gerespecteerd en er zal niet meer over gediscus- sieerd worden. De gemeenten moeten per 1-3-2009 een contract hebben met een installatie die per 1-5-2009 operationeel is. Dit beperkt nascheiding feitelijk tot Groningen en Friesland.
o. Het Afvalfonds betaalt de bovenstaand genoemde vergoedingen uit aan de gemeente binnen 4 weken na ontvangst van de door Nedvang goedgekeurde opgave van de gemeente, met specificatie van de ingezamelde materialen. Bij twijfel over de juistheid van de gegevens mag het Afvalfonds, op advies van Nedvang, de uitbetaling weigeren of een afwijkende vergoeding vaststellen.
In geval bij een controle achteraf blijkt dat de gegevens onjuist zijn, kan het Afvalfonds de uitbetaalde vergoedingen terugvorderen.
Uitwerking Raamovereenkomst
De afspraken uit de Raamovereenkomst (Annex 1, artikel 2.4) ten aanzien van kunststof- fen fungeren als basis en zijn aangevuld met een derde optie (als A2 aangeduid) in het Addendum Raamovereenkomst. Met in acht name van de afspraken tussen VNG en Ned- vang over de vergoeding geeft dit de volgende drie keuzemogelijkheden:
Optie A1: de gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van kunststofverpak- kingen, inclusief de sortering en aflevering tot de Bewerker. Aangezien sortering dan plaats heeft gevonden zal dit in de terminologie van het uitvoeringsprotocol de Recycler zijn, na- melijk het bedrijf dat grondstoffen bereidt uit de aangeleverde fracties. Indien deze Recy- cler, welke wordt aangewezen door het verpakkende bedrijfsleven, buiten de gemeente is gevestigd, zullen de vervoerskosten van de gemeentegrens tot de door Nedvang (namens het verpakkende bedrijfsleven) aangewezen Recycler afzonderlijk aan de gemeente wor- den vergoed. Het Afvalfonds betaalt de gemeente € 575 per ton voor de gescheiden inza- meling van de kunststofverpakkingen, namelijk € 475 per ton voor de inzameling1 en € 100 per ton voor de sortering. Het Vergoedingsgewicht betreft de ingezamelde hoeveelheid bij de poort van de bewerker. Nedvang heeft (namens het verpakkende bedrijfsleven) vanaf het moment van sortering de beschikking over de ingezamelde verpakkingen. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan het Afvalfonds.
In het geval de gemeente kiest voor optie A1 wordt een vergoeding verstrekt indien de wijze van sortering en de aangeleverde sorteerfracties voldoet aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in bijlage C3. Indien de installatie van de gemeente niet voldoet aan de eisen ver- valt het recht om de gesorteerde materialen (sorteerfracties) aan Nedvang aan te leve-
1 In 2010 zal op basis van deze benchmark een evaluatie plaatsvinden. De resultaten van deze evaluatie kunnen aanleiding zijn om de inzamelvergoeding voor brongescheiden kunststof voor 2011 en 2012 te wijzigen. Over de opzet en uitvoering van de benchmark zal nog nader overleg plaatsvinden tussen VNG en Nedvang;
ren. In dat geval vervalt tevens het recht op een sorteervergoeding voor de sorteerfractie die ongeschikt is voor materiaalhergebruik (residufractie) en voor de sorteerfracties die niet voldoen aan de acceptatievoorwaarden van de aangewezen Recycler (afkeurfracties).
Optie A2: de gemeente draagt zorg voor de nascheiding van kunststof verpakkingen uit het huishoudelijke restafval bij een gecertificeerde2 nascheidingsinstallatie. De naschei- ding van kunststof verpakkingen uit het restafval resulteert in verschillende fracties die in soort en kwaliteit overeenkomen met de fracties zoals gemeenten die onder optie A1 bij een Recycler moeten aanleveren. De vervoerskosten van de nascheidingsinstallatie tot de door Nedvang aangewezen Recycler worden afzonderlijk aan de gemeente door het ver- pakkende bedrijfsleven vergoed. Het Afvalfonds betaalt de gemeenten een voorlopige vergoeding van € 350 per ton voor de inzameling en sortering van kunststof verpakkingen. Nedvang heeft (namens het verpakkende bedrijfsleven) vanaf het moment van sortering de beschikking over de ingezamelde verpakkingen. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan het Afvalfonds.
Aangezien bij nascheiding geen aparte kosten worden gemaakt voor vervoer naar de bewerker, worden deze kosten niet vergoed.
In 2009 wordt geëvalueerd of de eerdergenoemde voorlopige vergoeding in verhouding staat tot de werkelijk gemaakte kosten en wordt uiterlijk per 1-7-2009 definitief en activity- based bepaald. Het verschil met de voorlopige vergoeding wordt met terugwerkende kracht verrekend. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan het bepalen van het vergoe- dingsgewicht.
Om in aanmerking te komen voor een vergoeding dient een gemeente per 1-3-2009 een contract te hebben met een nascheidingsinstallatie, die uiterlijk per 1-5-2009 operationeel is.
Gezien deze eisen is de nascheiding van kunststofverpakkingen praktisch beperkt tot de initiatieven in Friesland en Groningen, aangezien deze naar verwachting per 1 mei 2009 operationeel zijn.
In het geval de gemeente kiest voor optie A2 wordt een vergoeding verstrekt indien de aangeleverde sorteerfracties voldoen aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in bijlage C3. Indien de aangeleverde sorteerfracties niet voldoen aan de eisen vervalt het recht om de gesorteerde materialen (sorteerfracties) aan Nedvang aan te leveren. In dat geval vervalt tevens het recht op een sorteervergoeding voor de sorteerfractie die ongeschikt is voor materiaalhergebruik (residufractie) en voor de sorteerfracties die niet voldoen aan de ac- ceptatievoorwaarden van de aangewezen Recycler (afkeurfracties).
Optie B: de gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling van kunststofverpak- kingen, inclusief de aflevering tot de Bewerker (sorteerder). Dit kan eveneens een over- slagpunt van de Bewerker zijn. Indien de Bewerker, aangewezen door het verpakkend
2 Werkwijze overeenkomstig certificering Bewerkers kunststof (zie bijlage D)
bedrijfsleven, is gevestigd buiten de gemeente, zullen de vervoerskosten van de gemeen- tegrens tot de door het verpakkend bedrijfsleven aangewezen Bewerker afzonderlijk aan de gemeente door het verpakkend bedrijfsleven worden vergoed. Deze vergoeding be- draagt € 1,50 per ton per km. Het Afvalfonds betaalt de gemeente € 475 per ton3 voor de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen. Het verpakkend bedrijfsleven heeft vanaf het moment van aflevering bij de sorteerder de beschikking over de ingezamelde verpakkingen en draagt de kosten van sortering en transport naar de Bewerker. De ver- koopopbrengst komt geheel ten goede aan het Afvalfonds.
Evaluatie werking Besluit
Tijdig vòòr 1-1-2010 vindt (landelijk) een evaluatie plaats van de werking van het Besluit. Dan zal worden bezien of het noodzakelijk is dat de inzameling van grote PET-flessen ge- scheiden van het overige kunststof moet worden gecontinueerd. Tevens zal hierbij de in- gezamelde hoeveelheden kunststof verpakkingsafval via voor- en nascheiding worden betrokken;
4. Nadere bepalingen en voorwaarden
In geval de vervuiling meer bedraagt dan 30% zal de Inzamelvergoeding worden bere- kend door het Vergoedingsgewicht te vermenigvuldigen met een bedrag van € 475 per
1.000 kilogram eventueel als volgt te corrigeren voor het Vervuilingsgewicht bij een vervui- ling boven 30 gewicht-% van de aangeleverde hoeveelheid.
1,3 * Ingezameld verpakkingsgewicht – Vervuilingsgewicht = Vergoedingsgewicht
Ten behoeve van het bepalen van de transportvergoeding zullen Nedvang en de ge- meente in overleg de relevante transportafstand van de gemeentegrens tot aan het over- slagpunt bepalen. De Normafstand bedraagt 0 km.
5. Inhoud rapportage
De rapportage moet voldoen aan het bepaalde in het uitvoeringsprotocol en het moni- toringprotocol.
6. Schema facturatie en betaling
Opgenomen in handleiding WasteTool® (zie xxx.xxxxxxx.xx).
Bijlage B4 Materiaalspecifieke bijlage Metalen Vergoedingen
(verpakkingen)
BLIK
1. Reikwijdte
Deze paragraaf heeft betrekking op alle huishoudelijke metalen verpakkingen, die in Ne- derland op de markt worden gebracht, met uitzondering van datgene dat wordt uitge- voerd uit Nederland.
2. Inzameling en vergoeding
Bij de inzameling van metaal wordt, voor zover mogelijk, aangesloten bij de bestaande
praktijk.
De gemeente draagt zorg voor de gescheiden inzameling, c.q. nascheiding van meta- len verpakkingen, inclusief de aflevering tot de Bewerker. Scheiding na inzameling van restafval door SBI, GAVI of AVI (na verbranding) valt onder de term nascheiding. De ge- meente heeft de beschikking over de ingezamelde verpakkingen. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan de gemeente. In het geval van verkoop van AVI-schroot of door GAVI of SBI nagescheiden metalen verpakkingen wordt de verkoopprijs (opbrengst voor AVI, GAVI, SBI) geacht te zijn verdisconteerd in de contractprijs voor de verwerking van het restafval. Bij een marktprijs van lager dan € 60 per ton wordt het verschil door het Afvalfonds aangevuld tot € 60 per ton. Bij een marktprijs gelijk of hoger dan € 60 per ton is het Afvalfonds geen bijdrage verschuldigd.
3. Definitie Verrekenprijs metalen
De Verrekenprijs (marktprijs in de Raamovereenkomst) van metalenverpakkingen is de per ton gewogen gemiddelde opbrengst van AVI-schroot van Nederlandse grootschalige af- valverwerkingsinstallaties. Deze opbrengst ligt in het algemeen lager dan de opbrengst van brongescheiden metalen verpakkingen of van de metalenfractie uit nascheiding. De opbrengst van AVI-schroot zal gekoppeld worden aan een standaard voor de schrootprijs, bijvoorbeeld de schrootprijs van MRF (Metaal Recycling Federatie), zodat op elk moment een indicatie van de actuele Verrekenprijs (marktprijs) voorhanden is.
De lijst van de grootschalige afvalverwerkingsinstallaties in Nederland met voor- en/of na- scheiding van metalen verpakkingen is als volgt:
1. Essent Milieu te Wijster
2. Twence te Hengelo
3. ARN te Nijmegen
4. AVR-AVIRA te Duiven
5. AZN te Xxxxxxxx
0. Sita ReEnergy te Roosendaal
7. AVR te Rotterdam
8. AEB te Amsterdam
9. HVC Afvalcentrale Alkmaar 10.HVC Afvalcentrale Dordrecht 11.AVR te Rozenburg
12.Vagron te Groningen 00.XXX Omrin te Oudehaske
4. Nadere bepalingen en voorwaarden
De vergoeding wordt berekend door uit te gaan van het Verpakkingsgewicht van metalen verpakkingen afkomstig uit huishoudelijk afval op nationaal niveau, zoals bepaald door Nedvang of SKB op basis van gegevens van SenterNovem (zie monitoringprotocol). De vergoeding wordt derhalve niet per individuele gemeente bepaald maar berekend aan de hand van het totale gewicht metalen verpakkingen in het huishoudelijk afval in Neder- land. Het Vergoedingsgewicht van de gemeente is vervolgens gerelateerd aan het totale aandeel van de inwoners van de gemeente op het aantal inwoners van Nederland.
De formule voor het berekenen van het Vergoedingsgewicht per gemeente luidt als
volgt:
Gewicht metalen verpakkingen NL* (aantal inwoners gemeente/aantal inwoners Neder- land)
Er is bij metalen verpakkingen geen sprake van een transportvergoeding.
5. Inhoud rapportage
Indien de gemeente brongescheiden metalen verpakkingen inzamelt of metalen verpak- kingen terugwint uit restafval door nascheiding moet de opgave en rapportage voldoen aan het bepaalde in het uitvoeringsprotocol en het monitoringprotocol. Nascheiding meldt het bedrijf conform het uitvoeringsprotocol bedrijven.
6. Schema facturatie en betaling
Opgenomen in handleiding WasteTool® (zie xx.xxxxxxx.xx).
Bijlage C1
Materiaalspecifieke bijlage Glas Kwaliteitseisen
(verpakkingen)
GLAS
Tijdens de uitvoering van het convenant verpakkingen zijn kwaliteitsstandaarden tot stand gekomen die als referentie dienen voor de in contracten te stellen eisen bij de levering aan de gecertificeerde Xxxxxxxx.
De kwaliteitsstandaard voor het gescheiden ingezamelde en aangeboden verpakkings- glas is:
1. Mag niet meer dan 2,5 % vervuiling bevatten.
2. Mag geen gevaarlijk afval (dat is inclusief klein chemisch afval) bevatten.
3. Dient een verdichtingsgraad te hebben die voldoet aan de acceptatie-eisen
van de gecertificeerde Xxxxxxxx en niet groter dan 650 kg/m3.
4. Mag bepaalde specifiek genoemde verontreinigingen in het geheel niet
bevatten.
De aangeboden partij gescheiden ingezameld verpakkingsglas kan bij overtreding van één of meer van de bovenstaande standaarden worden geweigerd. Voor het overige zijn de acceptatievoorwaarden zoals opgenomen in het contract met de gecertificeerde Bewerker van toepassing.
Gemeenten streven ernaar de niet-glasgebonden vervuiling van het gescheiden inge- zamelde en aangeboden verpakkingsglas zo laag mogelijk te laten zijn en te voldoen aan de verdichtingsgraad. Voor de gemeente gelden de voorwaarden zoals overeen- gekomen in het contract met de gecertificeerde Bewerker. Bestaande contracten zullen gerespecteerd worden.
Glasgebonden en niet-glasgebonden vervuiling:
Onder glasgebonden vervuiling wordt verstaan:
Al het materiaal, niet zijnde glas, dat tijdens het productieproces van de verpakking of van het verpakte product op of aan het glas wordt aangebracht of dat wezenlijk onderdeel uitmaakt van de verpakking zoals bijvoorbeeld: etiketten, wikkels, capsules, seals, doppen, deksels, kurken en andere afsluitingen van papier, kunststof en metaal en voedselrestan- ten.
Onder niet-glasgebonden vervuiling wordt verstaan:
Al het materiaal, niet zijnde verpakkingsglas en niet behorend tot de glasgebonden vervui- ling zoals bijvoorbeeld:
a. Alle objecten, niet zijnde etiketten of afsluitingen, bestaande uit bijvoorbeeld:
- Aardewerk, keramiek, porselein, steen(soorten), beton;
- Metaal (ferro en non-ferro);
- Papier en karton;
- Kunststof;
- Hout;
- Textiel en leder;
- Etc.
b. Niet-verpakkingsglas zoals bijvoorbeeld:
- Vlakglas (ruitenglas);
- Draadglas;
- Autoruiten;
- Spiegels;
- Lampenglas (gloeilampen, TL-buizen, e.d.);
- Borosilicaatglas (hardglas, pyrex, ovenschalen);
- Laboratoriumglas;
- (Lood)kristalglas (o.a. kristallen tafelglas);
- Technisch glas (beeldbuizen);
- Kwartsglas;
- Opaalglas;
- Met keramische verf gedecoreerd glas
- Etc..
c. Gevaarlijk en klein chemisch afval zoals bijvoorbeeld:
- Glas met restanten medicijnen (ziekenhuis- en farmaceutisch glas);
- Glas met restanten (foto)chemicaliën;
- Glas met restanten nagellak;
- Etc..
d. Organisch materiaal niet zijnde voedselrestanten.
Toelichting op de kwaliteitsstandaarden (acceptatievoorwaarden) van in- gezameld huishoudelijk verpakkingsglas (flessen en potten ook wel “hol glas”genoemd)
Bij aankomst van het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas bij de Bewerker (het glas- sorteerbedrijf) zal het glas gewogen worden op een geijkte weegbrug en zal aansluitend een beoordeling van het glas plaatsvinden op aard en aandeel van verontreinigingen, soortelijk gewicht, kleursamenstelling en vochtpercentage.
1. Verontreinigingen
Geconstateerde verontreinigingen in het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas kun- nen leiden tot afkeur en weigering van de gehele partij. Onder verontreinigingen worden verstaan alle materialen anders dan het huishoudelijke verpakkingsglas zelf. Informeer bij de afvalstoffenafdeling of dienstverlener in welke restfractie de navolgende verontreini- gingen thuis horen.
Het zogenaamde hittebestendige of keramische glas, zoals glazen ovenschalen, glazen kookplaten, glazen pannendeksels, laboratoriumglas en glas afkomstig uit deuren van magnetrons en wasmachines. Dit glas is anders van samenstelling dan het huishoudelijke verpakkingsglas. Het smeltpunt van hittebestendig of keramisch glas ligt hoger dan dat van huishoudelijk verpakkingsglas, waardoor het latere productieproces van huishoudelijk verpakkingsglas ernstig zal worden verstoord. Met de huidige stand van de techniek is ma- chinale sortering van hittebestendig of keramisch glas nog niet mogelijk. De aanwezigheid van hittebestendig of keramisch glas in het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas
is niet toegestaan. Indien aanwezig kan dit leiden tot afkeur en weigering van de gehele
partij.
Het zogenaamde vlakglas, zoals glazen ruiten (inclusief autoruiten en “kassenglas”).
Dit glas is eveneens anders van samenstelling dan het huishoudelijke verpakkingsglas. De aanwezigheid van vlakglas in het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas is niet toe- gestaan. Indien aanwezig kan dit leiden tot afkeur en weigering van de gehele partij.
Het zogenaamde KSP (of te wel keramiek, steen en porselein), zoals stenen kruiken, servies- goed, schotels, tegels, etc. Dit is geen glas en hoort niet in de glasbak thuis. Ongebroken objecten van KSP zullen in de meeste gevallen redelijk tot goed detecteerbaar zijn, mits beperkt tot enkele stuks per vracht. Dit in tegenstelling tot gebroken en kapotte objecten van KSP, waarbij met name de kleine fracties (kleiner dan 12 mm) tot ernstige verstoringen in het latere productieproces van huishoudelijk verpakkingsglas kunnen leiden. Indien aan- wezig kan dit leiden tot afkeur en weigering van de gehele partij.
Metaal hoort niet thuis in de glasbak. Metaal is in de meeste gevallen detecteerbaar en verwijderbaar. De aanwezigheid hiervan in het ingezamelde huishoudelijke verpakkings- glas zal, mits beperkt blijvend tot enkele stuks, niet leiden tot afkeur.
Kunststof hoort niet thuis in de glasbak. Kunststof is in de meeste gevallen verwijderbaar
d.m.v. blaaslucht. De aanwezigheid van kunststof in het ingezamelde huishoudelijke ver- pakkingsglas zal, mits beperkt blijvend, niet leiden tot afkeur.
Informeer bij de afvalstoffenafdeling of dienstverlener voor een juiste en milieuverantwoor- de afvoer.
Hout en kurk hoort niet thuis in de glasbak. De aanwezigheid van hout en kurk in het in- gezamelde huishoudelijke verpakkingsglas zal, mits beperkt blijvend tot enkele stuks, niet leiden tot afkeur.
Papier in de vorm van etiketten op het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas is toegestaan. Andere vormen van papier horen niet thuis in de glasbak. De aanwezigheid hiervan in het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas zal, mits beperkt blijvend, niet leiden tot afkeur.
2. Soortelijk gewicht
De breukgraad van het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas wordt door het glas- recyclingsbedrijf uitgedrukt in aantal kilogram glas per kubieke meter (kg/m3). Om een goede sortering en recycling van het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas te kun- nen garanderen dient het glas zo min mogelijk gebroken te zijn. Uitgedrukt in soortelijk gewicht betekent dit dat de betreffende ingezamelde partij het gewicht van 650 kg/m3 niet mag overschrijden.
Voor glas met een soortelijk gewicht van 650 kg/m3 en meer geldt dat het recyclingbe- drijf een visuele inspectie kan uitvoeren op basis waarvan de partij al dan niet zal worden
geaccepteerd. Aangeraden wordt om in voorkomende gevallen vooraf met het betref- fende recyclingbedrijf te overleggen.
3. Kleursamenstelling
Als de kleursamenstelling van het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas niet voldoet aan de onderstaande normen dan spreken we van kleurvervuiling. Het glasrecyclingsbe- drijf zal de betreffende partij aannemen als bont glas met de daarbij behorende vergoe- ding.
Kleur
Norm
Wit (flint)
Groen Bruin
meer dan 95% wit (flint) glas
meer dan 90% groen glas meer dan 75% bruin glas
4. Medicinaal glas
Met medicinaal glas wordt bedoeld glas dat gebruikt is of wordt voor medische toepas- singen. Medicinaal glas is in de meeste gevallen afkomstig van ziekenhuizen, verzorgings- centra, verpleegtehuizen en laboratoria.
Alle voorwaarden zoals hierboven beschreven gelden ook voor medicinaal glas.
Om de veiligheid van de werknemers van het glasrecyclingsbedrijf te kunnen garanderen dient medicinaal glas te allen tijde separaat aangeleverd te worden vergezeld van een schriftelijke schoonglasverklaring.
In de schoonglasverklaring garandeert de aanbieder dat het aangeboden medicinaal glas vrij is van gevaarlijke stoffen en geen borosilicaatglas bevat. Onder gevaarlijke stoffen wordt o.a. verstaan: chemicaliën, bloed, bloedplasma, injectienaalden, etc.
Voorts verklaart de schoonglasverklaring dat elke fles en pot, met name de flessen en potten met gevaarsymbolen (doodshoofd, vuur, kruis, etc.) is leeggeschud en schoonge- spoeld.
Indien geen schoonglasverklaring aanwezig of blijkt dat er niet of onvoldoende is gespoeld
dan kan dit leiden tot afkeur van de gehele partij.
5. Afkeur en weigering
De aanwezigheid van:
- injectienaalden;
- chemisch afval (KCA, zie ook bij eisen);
- gevaarlijk afval (KGA, zie ook bij eisen);
- recipiënten van chemische producten;
- ziekenhuisafval bevattende organische resten en/of vloeistoffen.
Alle andere niet in deze acceptatievoorwaarden genoemde stoffen of vloeistoffen
met uitzondering van drank- en etensresten in flessen en potten, is niet toegestaan en zal indien geconstateerd onherroepelijk leiden tot afkeur en weigering van de gehele partij met het ingezamelde huishoudelijke verpakkingsglas danwel het medicinale glas. Persoonlijke en/of materiële schade die een gevolg is van de aanwezigheid van niet toegestane stoffen en vloeistoffen komt te allen tijde ten laste van de ontdoener van de desbetreffende stoffen en vloeistoffen.
Ter illustratie van wat wordt bedoeld als niet goed en wel goed tonen wij u onderstaand
2 afbeeldingen.
Afbeelding 1: Niet goed
Afbeelding 2: Goed
Bijlage C2 Materiaalspecifieke bijlage Papier en Karton Kwaliteitseisen (verpakkingen)
PAPIER EN KARTON
Tijdens de uitvoering van het convenant verpakkingen zijn kwaliteitsstandaarden tot stand gekomen die als referentie dienen voor de in contracten te stellen eisen bij de levering aan de gecertificeerde Xxxxxxxx. De kwaliteitsstandaarden zijn gelijk aan die in het kader van het Papiervezelconvenant III.
1. Het aangeboden oudpapier en -karton dient droog, schoon en scheurbaar te zijn.
2. Het aangeboden oudpapier en -karton mag niet meer dan 10% absoluut vocht bevatten.
3. Het aangeboden oudpapier en -karton mag niet meer dan 5% productvreem- de vervuiling bevatten.
Gemeenten streven ernaar de productvreemde vervuiling van het gescheiden ingezamel- de en aangeboden oudpapier en -karton zo laag mogelijk te laten zijn. De aangeboden partij oudpapier en -karton kan geweigerd worden indien aan de eerste voorwaarde niet wordt voldaan of één van de twee (of beide) percentages wordt (worden) overschreden. De gecertificeerde Xxxxxxxx overlegt dan op basis van het contract met de gemeen- te over de verdere afhandeling. Bestaande contracten zullen gerespecteerd worden.
A. Onder producteigen vervuiling wordt verstaan:
Al het niet-papiervezel materiaal dat tijdens het productieproces van het papieren of kar- tonnen product op of aan het papier of karton vast wordt aangebracht en dat een we- zenlijk onderdeel uitmaakt van dat product.
Voorbeelden:
- vensters in enveloppen;
- de lijmrug van een kladblok;
- het garen waarmee een boek gebonden is;
- de nietjes in een brochure.
B. Onder productvreemde vervuiling wordt verstaan:
Al het materiaal, niet behorend tot de producteigen vervuiling, dat tijdens het gebruik of in de afvalfase van het papieren of kartonnen product aan dat product wordt toegevoegd of dat niet schoon en droog is en niet herbruikbaar is.
Voorbeelden:
a. alle objecten die geen vast onderdeel uitmaken van het papieren of kartonnen product en die bestaan uit bijvoorbeeld:
- steenachtig materiaal (zoals: aardewerk, tegeltjes);
- metaal (zoals: paperclips en binders);
- kunststof (zoals: piepschuim, geplastificeerd papier, zichtmappen, binders);
- hout;
- textiel;
- leder;
- voedselresten.
b. papier en karton dat niet schoon en droog is, zoals:
- vloeistofdichte verpakkingen, zoals;
- drankenkartons voor zuivel en frisdranken,
- verpakkingen van vloeibare wasmiddelen en wasverzachter (deels ook lami- naten),
- geplastificeerd papier, bijvoorbeeld voor diepvriesproducten;
- verontreinigd papier (bijv.: papier gebruikt bij schilderwerk, koffiefilters, papier tussen vleeswaren en deels verbrand papier).
c. niet-inzamelbare en niet-herbruikbare papieren, zoals:
- sanitair papier (zoals zakdoekjes, luiers, toiletpapier);
- behang (en vinylbehang);
- doorslagpapier;
- foto’s.
Bijlage C3 Materiaalspecifieke bijlage Kunststof Kwaliteitseisen (verpakkingen)
KUNSTSTOF
Kwaliteitseisen huishoudens
1. Kwaliteitseisen per schakel van de keten
Het Uitvoeringsprotocol stelt kwaliteitseisen (acceptatievoorwaarden) per schakel van de
keten. Het betreft:
- Eisen aan in te zamelen verpakkingen (wat hoort wel en niet tot de in te
zamelen fractie);
- Eisen aan de vervuilingsgraad op het overslagpunt;
- Eisen aan de wijze van overslag en transport;
- Eisen aan de sorteerinstallatie;
- Eisen aan de uitgesorteerde materiaalstromen.
2. Kunststofverpakkingenlijst
Nedvang heeft in overleg met een begeleidingsgroep van de gemeenten waar pilots worden uitgevoerd bepaald welke verpakkingen wel en niet ingezameld kunnen worden. Deze lijst (voor de zogenoemde brede fractie) is afzonderlijk opgenomen. De lijst kan in 2009 op basis van ervaringen worden gewijzigd.
Naast deze lijst zijn er zaken die nadrukkelijk niet ingezameld mogen worden. Hiervoor zijn ikonen ontwikkeld die op de inzamelzakken of bakken staan weergegeven (deze zijn af- zonderlijk bijgevoegd met toelichting).
3. Acceptatie door het sorteercentrum
De ingezamelde kunststofverpakkingen worden geaccepteerd op het door Nedvang aangewezen overslagpunt van het sorteercentrum en daar gewogen.
De kwaliteitseisen bij acceptatie gedurende 2009 zijn:
- De aangeboden hoeveelheid losgestort kunststofafval heeft (visueel waar- neembaar) een maximale vervuilingsgraad van 30 gewichtsprocenten;
- Bij een hogere waarneembare vervuilingsgraad zal de aanbieder worden geïn- formeerd over de afwijking;
- Met aanbieder worden afspraken gemaakt over het voorsorteren op de aan- biedlocatie, het accepteren en afvoeren van het aangeboden afval in een andere categorie dan kunststofafval of het laten verwijderen van het aangebo- den afval door de aanbieder.
Dit betekent dat de gemeente voor de geaccepteerde hoeveelheid zijnde het Verpak- kingsgewicht in aanmerking komt voor een vergoeding. Bij twijfel over acceptatie kunnen steekproeven en controles plaatsvinden door het sorteercentrum (op de overslaglocatie) aan de hand van het daartoe gehanteerde bedrijfsproces van het sorteercentrum. Dit kan leiden tot afkeur van de partij of tot acceptatie ondanks dat het Vervuilingsgewicht meer dan 30 % uitmaakt van het Verpakkingsgewicht. In het geval van afkeur neemt de acceptant contact op met de gemeente. Bij acceptatie met een te hoge vervuiling vindt correctie van de vergoeding plaats.
Kunststof verpakkingen | Ja | Nee | Argumenten | |
1 | Blisters voor o.a. tandenborstels, snoeren, schroeven | x | ||
2 | Bodylotion-, douchegeltubes | x | ||
3 | Bodylotion, zonnebrandcrème, huidverzorgings- flacons | x | ||
4 | Boodschappentasjes | x | ||
5 | Boterkuipjes | x | ||
6 | Broodzakken | x | ||
7 | Deksels van potten pindakaas, chocopasta etc. | x | ||
8 | Folies om tijdschriften en reclamefolders | x | ||
9 | Folies voor non food verpakkingen | x | ||
10 | Frisdranken- en waterflessen | x | ||
11 | Gel-, crème- en tandpastatubes | x | ||
12 | Gelpotjes | x | ||
13 | Groente-, fruit- en saladebakjes of zakjes | x | ||
14 | Knijpflessen voor sauzen zoals ketchup, mayonaise | x | ||
15 | Medicijnen- of vitaminepotjes | x | ||
16 | Olie- en azijnflessen | x | ||
17 | Pasta- en rijstzakken | x | ||
18 | Patatbakjes | x | ||
19 | Plantenpotten | x | ||
20 | Sausbakjes | x | ||
21 | Schoonmaakmiddelenflacons zoals wc reiniger | x | ||
22 | Shampoo-, douchegel-, badschuim- en zeepflacons | x | ||
23 | Smeerkaas-, paté- of koffiemelkkuipjes | x | ||
24 | Snoepzakken | x | ||
25 | Spiritus-, ammoniakflessen (mits geheel leeg) | x | ||
26 | Verpakking van vleeswaren en kaas | x | ||
27 | Wasmiddelflacons | x | ||
28 | Yoghurt-, vla-, slagroom- en ijsbekers | x | ||
29 | Zuivel- en drinkyoghurtflessen | x | ||
30 | Chemicaliënverpakkingen (met inhoud) | x | chemicaliën-resten | |
31 | Chips en pindazakken | x | samengesteld materiaal | |
32 | Doordrukstrips (pillen of kauwgom) | x | samengesteld materiaal | |
33 | Kitkokers | x | chemicaliën-resten | |
34 | Lijm- en verfverpakkingen | x | chemicaliën-resten | |
35 | Make-up zoals lipstick, mascara, rouge etc. | x | samengesteld materiaal | |
36 | Nagellakremover flesjes | x | chemicaliën-resten | |
37 | Piepschuimverpakking wit- en bruingoed | x | te grote, slecht sorteer- bare, verpakking | |
38 | Vlees- en visverpakking | x | hygiëne |
4. Eisen aan overslag en transport
In 2009 vindt overslag op locaties in Nederland plaats en vervolgens transport naar door Nedvang gecontracteerde sorteercentra in Duitsland. De overslaglocaties dienen aan de volgende eisen te voldoen:
- Wm-vergunning voor de benodigde activiteiten;
- Verzekering;
- Branddetectie of sprinklerinstallatie;
- Weegbrug (digitaal, geijkt;)
- Voldoende capaciteit voor opslag aangeboden materiaal (circa 500 m3, inpandig);
- Inpandig kunnen overslaan (separaat opslaan;)
- Kwaliteitsysteem gebaseerd op ISO of gelijkwaardig ;
- Verlaad mogelijkheden;
- Aanwezigheid shovel c.q. kraan (materieel voor belading);
- Verdichting (optioneel);
- Acceptant die conform gestelde xxxxx accepteert;
- Sorteer/partijkeuringen toestaan;
- Locatie dient in eigen beheer te zijn.
In verband met de af te leggen afstand voor het transport naar Duitsland wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van mogelijkheden tot verdichting voor zover dit het sorteerpro- ces van de sorteerinstallatie niet verstoort. Nedvang ziet toe op de optimalisatie van het overslag- en transportnetwerk.
5. Eisen aan sorteerinstallaties
Uitgangspunt voor sortering is materiaalhergebruik van gesorteerde fracties. In de con- tracten met de sorteercentra is opgenomen dat zo veel mogelijk zuivere kunststoffracties ontstaan, dat de Vervuilingsgraad zo laag mogelijk komt te liggen en dat de opbrengsten zo hoog mogelijk zijn. Tevens dient het sorteerproces zoveel als mogelijk geautomatiseerd (bv. NIR, Eddy current) plaats te vinden. Sortering van kunststoffen door middel van hand- picking dient te worden vermeden. Met gebruikmaking van de voorgaand beschreven technieken moeten de navolgende fracties worden gescheiden en afzonderlijk worden gewogen en vermarkt:
- PET (eventueel helder en bont);
- PE-flessen (hoogwaardig PE);
- PE (folies);
- PP (indien voldoende aanwezig);
- Harde kunststoffen;
- Gemende kunststoffen (lichte kunststoffen);
- Metaal (ferro - non ferro);
- Residu (brandbaar restafval).
Kunststofverpakkingenlijst (wel/niet toegestaan voor inzameling)
Ikonen voor aanduiding niet toegestane verpakkingen voor inzameling 6. Eisen aan nascheidingsinstallaties
Geen verpakkingen
met inhoud
Geen chemisch afval make-upverpakkingen terpentineflessen,
kitkokers, etc.
Geen piepschuim fastfoodverpakkingen, verpakkingsvulmateriaal,
etc.
Geen resten papier-, karton- of folie afdekmateriaal, chipsverpakkingen, doordrukstrips (pillen of
kauwgom), etc.
Geen andere plastic producten
tuinstoelen, speelgoed,
etc.
Nascheiding van huishoudelijk restafval (optie A2) is een alternatief voor het sorteren van brongescheiden kunststofverpakkingen (optie A1). De eisen voor de af te leveren ge- sorteerde kunststoffracties zijn gelijk aan de eisen voor de gescheiden inzameling en de daaropvolgende sortering. Het proces van nascheiding dient gericht te zijn op het mate- riaalhergebruik van de kunststoffracties. In de contracten tussen de gemeente en de ge- certificeerde nascheidingsinstallatie dient te zijn opgenomen dat zo veel mogelijk zuivere kunststoffracties ontstaan, dat de Vervuilingsgraad zo laag mogelijk komt te liggen en dat de opbrengsten zo hoog mogelijk zijn. Tevens dient het sorteerproces zoveel als mogelijk geautomatiseerd (bv. NIR, Eddy current) plaats te vinden. De technieken zullen komende jaren verder ontwikkelen. Bewerking door middel van handpicking dient te worden ver- meden.
Wat betreft de Vervuilingsgraad is de acceptatie-eis voor de brongescheiden inzameling niet van toepassing. Bij bronscheiding zal de ontdoener zich houden aan de kunststofver- pakkingslijst en op basis daarvan zal een gemeente een zo zuiver mogelijke fractie aan- leveren. De Vervuilingsgraad zal daardoor gemiddeld aanmerkelijk lager liggen dan 30%. Bij nascheiding zal integraal restafval worden behandeld en is het de bedoeling zuivere fracties kunststofverpakkingsafval op te leveren zoals bij bronscheiding en sorteren. De ei- sen voor de Vervuilingsgraad zijn gebaseerd op de eisen die de Recyclers waaraan ook de brongescheiden en gesorteerde fracties geleverd worden stellen aan de individuele fracties.
Met gebruikmaking van de voorgaand beschreven technieken moeten ten minste de na- volgende fracties worden gescheiden en afzonderlijk worden gewogen en vermarkt. De minimale zuiverheid is navolgend aangegeven waarbij is uitgegaan van onder andere DSD-specificaties.
PET (eventueel helder en bont)
- 97% zuiver;
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof: 3%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Andere metaaldelen: <0,5%;
- Andere kunststoffen: <2%;
- PVC: <0,1%;
- Eps: <0,5%;
- Andere reststoffen: <2%.
PE-flessen (hoogwaardig PE)
- 98% zuiver;
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof: 2%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Andere metaaldelen: <0,5%;
- Andere kunststoffen: <2%;
- PVC: <0,1%;
- Eps: <0,5%;
- Andere reststoffen: <2%.
PE (folies)
- 95% zuiver;
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 450 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof-folie: 5%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Andere metaaldelen: <0,5%;
- Andere kunststoffen: <4%;
- Andere reststoffen: <4%.
PP (indien voldoende aanwezig)
- 97% zuiver;
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof: 3%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Andere metaaldelen: <0,5%;
- Andere kunststoffen: <2%;
- PVC: <0,1%;
- Eps: <0,5%;
- Andere reststoffen: <2%.
Harde kunststoffen
- Minimaal 90% kunststof verpakkingsmateriaal;
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof: 10%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Papier of karton: <5%;
- Andere metaaldelen: <2%;
- PET-flessen (transparant): <4%;
- Andere reststoffen: <3%.
Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen)
- Minimaal 95% kunststof verpakkingsmateriaal;
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 250 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof: 5%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Papier of karton: <5%;
- Andere metaaldelen: <2%;
- PET-flessen (transparant): <4%;
- Andere reststoffen: <3%.
Metalen (ferro - non ferro)
- Minimaal 95% metalen.
Kwaliteitseisen bedrijven
Voor de bewerking van kunststoffen worden verschillende eisen gesteld aan de verschil- lende fracties, afhankelijk van de samenstelling van de gescheiden ingezamelde deel- fractie. In deze bijlage worden de eisen beschreven waaraan de volgende deelfracties moeten voldoen:
- Kunststof-folie;
- PS-verpakkingen;
- Gemengde kunststoffen;
- PET-flessen transparant.
1. Kwaliteitseisen kunststof-folie
Deze fractie bestaat uit gebruikte en leeggemaakte kunststof-folie groter dan Din-A4, zoals draagtassen of krimpfolie, eventueel inclusief etiketten. Deze fractie moet voldoen aan de volgende eisen:
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 450 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof-folie: 8%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Andere metaaldelen: <0,5%;
- Andere kunststoffen: <4%;
- Andere reststoffen: <4%.
2. Kwaliteitseisen verpakkingen van PS
Deze fractie bestaat uit verpakkingen gemaakt van polystyreen zoals bekers en schalen. De fractie moet voldoen aan de volgende eisen:
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 300 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan PS: 6%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Andere metaaldelen: <0,5%;
- Andere kunststoffen: <4%;
- Andere reststoffen: <2%.
3. Kwaliteitseisen gemengde kunststof fractie
Deze fractie bestaat uit verpakkingen gemaakt van verschillende soorten kunststoffen. De fractie moet voldoen aan de volgende eisen:
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof: 10%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Papier of karton: <5%;
- Andere metaaldelen: <2%;
- PET-flessen (transparant): <4;%
- Andere reststoffen: <3%.
4 Kwaliteitseisen PET-flessen transparant
Deze fractie bestaat uit lege verpakkingen vervaardigd uit PET. De fractie moet voldoen aan de volgende eisen:
- Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³;
- De balen dienen droog opgeslagen te zijn;
- Maximale vervuiling met andere bestandsdelen dan kunststof: 2%;
- Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toege- staan;
- Andere metaaldelen: <0,5%;
- Andere kunststoffen: <2%;
- PVC: <0,1%;
- Eps: <0,5%;
- Andere reststoffen: <2%.
Bijlage C4 Materiaalspecifieke bijlage Metalen Kwaliteitseisen
(verpakkingen)
BLIK
1. Algemeen
De eisen zijn gekoppeld aan de wijze van aanbieden (brongescheiden of na verbranding of nagescheiden). De genoemde procenten zijn gewichtsprocenten. De hoeveelheid dient minimaal één vrachtwagenlading per afname te omvatten (dit is circa 20 ton staal of circa 8 ton aluminium).
1.1 Stalen verpakkingen
a. Voorgescheiden stalen verpakkingen:
- Aandeel blikverpakking > 95%, waarvan maximaal 5% andere geëigende Fe;
- Andere metalen, zoals bijvoorbeeld Cu of zware metalen, niet toegestaan, met
uitzondering van aluminium (Al < 1%);
- Aandeel non-ferrometalen < 2%; geen zware metalen;
- Aandeel vocht < 5%;
- Geen zware Fe-delen;
- Geheel of gedeeltelijk gevulde verpakkingen zijn niet toegestaan;
- Afmetingen verkleind < 100 mm, waarvan maximaal 10% < 20 mm en maximaal
5% < 10 mm;
- Mag geen gevaarlijk afval bevatten.
b. Stalen verpakkingen na verbranding:
- Geshredderd;
- Aandeel Fe > 92%;
- Aandeel non-ferrometalen < 2%; geen zware metalen;
- Vocht < 5%;
- Niet-metallische vulling < 5%;
- Mag geen gevaarlijk afval bevatten;
- Afmetingen verkleind < 100 mm, waarvan maximaal 10% < 20 mm en maxi- maal 5% < 10 mm.
1.2 Aluminium verpakking
a. Voorgescheiden aluminium verpakking:
- Aandeel aluminium verpakking > 90%, waarvan maximaal 2% ferro en overig
non-ferro < 10%;
- Aandeel niet-metallisch < 2%;
- Aandeel vocht < 5%;
- Geheel of gedeeltelijk gevulde verpakkingen zijn niet toegestaan;
- Afmetingen verkleind < 100 mm, waarvan maximaal 10% < 20 mm en maximaal
5% < 10 mm;
- Mag geen gevaarlijk afval bevatten.
b. Aluminium verpakking na verbranding:
- Geshredderd;
- Aandeel Al > 75%;
- Aandeel non-ferrometalen, met uitzondering van Al < 25%;
- Aandeel ferrometalen < 1%;
- Vocht < 5%;
- Niet-metallische vulling < 5%;
- Mag geen gevaarlijk afval bevatten;
- Afmetingen verkleind < 100 mm, waarvan maximaal 10% < 20 mm en maximaal
5% < 10 mm.
Bijlage D Certificeringsprotocol (verpakkingen)
1. Een protocol voor alle verpakkingen
Het certificeringsprotocol is gericht op alle verpakkingen die op basis van een deelne- mersovereenkomst met Nedvang door deelnemers worden ingezameld en/of bewerkt. Nedvang stelt als eis dat de deelnemende afvalbedrijven zich zullen certificeren binnen 12 maanden nadat de certificeringseisen zijn vastgesteld. Voor de inzameling van huis- houdelijk afval wordt aangesloten bij de huidige praktijk en is vooralsnog geen certificatie voorzien en zijn de eisen van het Uitvoeringsprotocol van toepassing. Bij de inzameling van oudpapier en -karton is in het kader van het Papiervezelconvenant de erkenningsregeling oudpapier en -karton 2008 van toepassing.
Het protocol, ook wel beoordelingsrichtlijn genoemd, zal een algemeen deel en speci- ficaties per materiaal omvatten. Op dit moment is er een protocol (erkenningregeling) beschikbaar voor oudpapier en -karton. Het is de bedoeling zo veel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande praktijk en bij de algemeen gehanteerde norm NEN-ISO 9001:2008 (of haar voorloper 9001:2000), echter alleen wat betreft de noodzakelijke onderdelen van het kwaliteitssysteem en de administratie.
2. Oudpapier en -karton
Het protocol voor oudpapier en -karton is in gebruik volgens de normen van een erken- ningsregeling (VPGI) van de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI). Niet vol- doen aan deze certificeringeis is een ontbindende voorwaarde in het huidige aansluit- contract van Papier Recycling Nederland (PRN). Nedvang zal aansluiten bij dit bestaande protocol.
Het doel van de certificering van de FNOI is:
1. de inzameling en herverwerking van OPK door de oudpapieronderneming wordt aantoonbaar fraudebestendig gemaakt door eisen te stellen aan de bedrijfsvoering en verantwoording van de monitoringgegevens;
2. per gemeente wordt een goede monitoring mogelijk gemaakt van de volumes- tromen van OPK uit huishoudens.
Het bestaande protocol is in te zien bij Nedvang en PRN.
3. Glas
De kwaliteitseisen voor glas zijn in beheer bij Stichting Duurzaam Verpakkingsglas (SDV) en niet gekoppeld aan een erkenningsregeling of een certificering door een onafhankelijke certificerende instelling. De inhoudelijke eisen zullen gebruikt worden voor het opzetten van een erkenningsregeling. De huidige eisen zijn in te zien bij Nedvang en SDV.
4. Kunststof
Er is momenteel geen protocol voor kunststof. Dit protocol zal zo spoedig mogelijk in over-
leg met de branche ontwikkeld worden.
5. Metalen
Er is momenteel geen protocol voor metalen verpakkingen. Er is wel een protocol voor me- taal in beheer bij de Metaal Recycling Federatie. Het protocol voor metalen verpakkingen zal zo spoedig mogelijk in overleg met de branche ontwikkeld worden.
6. Hout
Er is momenteel geen protocol voor hout (afkomstig van bedrijven). Dit protocol zal zo
spoedig mogelijk in overleg met de branche ontwikkeld worden.
7. Algemene eisen
Belangrijk eisen voor certificering zijn in ieder geval:
a. de inkomende stromen moeten per materiaal worden gewogen door een door de Kamer van Koophandel beëdigd weger;
b. de inkomende stromen moeten per materiaal worden gewogen met een ge- ijkte, elektronische weegbrug;
c. een eenvoudig controleerbare indeling van de materialen, fracties en soorten door middel van vaste coderingen in de administratie aan de inkoop- en de verkoopzijde;
d. een jaarlijkse accountantscontrole van de volumeadministratie en de aan Ned- vang opgegeven volumestromen per materiaal.
8. Proces
Nedvang zal in overleg met de branche en onder begeleiding van een begeleidingscom- missie de beoordelingsrichtlijn (het protocol) ontwikkelen en de beheerstructuur opzetten. De vaststelling van de beoordelingsrichtlijn vindt plaats door een te vormen Centraal Col- lege van Deskundigen waarin afnemers en leveranciers van de diensten zijn vertegen- woordigd. Daarna hebben deelnemers 12 maanden om aan de vastgestelde beoor- delingsrichtlijn met protocollen te voldoen. Tot die tijd zal met (voorlopige) erkenningen worden gewerkt op grond van de deelnemersovereenkomst Bedrijven.
Bijlage E
Audit en controleprotocol Dienstverleners en gemeenten
Richtlijn voor de controle op verpakkingsmaterialen
Resumé: Dit audit- en controleprotocol bevat nadere aanwijzingen voor de controleme- dewerker of accountant voor zijn onderzoek naar de betrouwbaarheid van de hoeveel- heden per materiaal – uitgedrukt in kilogrammen – door gemeenten, afvalinzamelaars en sorteercentra aan Nedvang gerapporteerde verpakkingsafvalstromen in het opgavenfor- mulier.
1 Doel van dit audit- en controleprotocol
Deze bijlage sluit aan op de uitvoeringsprotocollen en beschrijft de toetsen en controles die benodigd zijn ten aanzien van gegevens die zijn aangeleverd door een organisatie die een deelnemersovereenkomst in het kader van de Raamovereenkomst heeft afgesloten (gemeente, afvalinzamelaar of bewerker), verder te noemen ‘deelnemer’. Het doel van dit protocol is om betrouwbare gegevens te verkrijgen voor de monitoring en de uit te keren vergoedingen door het Afvalfonds.
Het uitgangspunt is dat de deelnemer, het gemeentelijk bestuur of de directie van het af- valbedrijf, zelf verantwoordelijk is voor de betrouwbaarheid van de (kwantitatieve) gege- vens in het opgavenformulier. Deze gegevens moeten op controleerbare wijze ontleend zijn aan een afvaladministratie. De opzet en werking van deze afvaladministratie alsmede rapportage hierover moeten waarborgen dat de gegevens in het opgavenformulier be- trouwbaar zijn. Hiertoe is de in de Raamovereenkomst genoemde minimale fysieke en ad- ministratieve scheiding van afvalstromen noodzakelijk.
Dit audit- en controleprotocole kan voor de deelnemer eveneens behulpzaam zijn bij in- terne audits en controles.
1.1 Controlestructuur
De toetsen en controles zijn erop gericht om een redelijke mate van zekerheid te verkrij- gen omtrent de betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens, die de basis vormen voor de rapportage aan de Begeleidingscommissie Raamovereenkomst, de minister van VROM en de betalingen uit het Afvalfonds. Voor dit doel zijn op meerdere niveaus toetsen en controles benodigd, namelijk:
1. administratieve controle van de opgave;
2. audit bij de organisatie die opgave doet en/of;
3. controle bij de organisatie die opgave doet door een accountant.
Naast voornoemde werkzaamheden ten aanzien van de deelnemers controleert een externe accountant de jaarrekening van Nedvang. Daarnaast wordt de werking van WasteTool® periodiek beoordeeld middels een EDP audit.
De administratieve controle is beschreven in het uitvoeringsprotocol en vindt plaats door medewerkers van Nedvang direct na opgave. De medewerker controleert de opgave aan de hand van ervaringsgegevens en monitoringinformatie op volledigheid, juistheid en plausibiliteit. De behandelende medewerker kan naar aanleiding van de bevindingen direct contact opnemen met de indiener van de opgave. Na administratieve controle en goedkeuring vindt in het geval dat een vergoeding is verschuldigd doorgeleiding aan het Afvalfonds plaats ten behoeve van uitbetaling.
Nedvang stelt na afloop van een kalenderjaar een jaaroverzicht per deelnemer op waarin alle opgaven in dat jaar zijn opgenomen en zendt dit jaaroverzicht begeleid met even- tuele vraagpunten voor 1 maart van het volgende kalenderjaar ten behoeve van een
(directie)verklaring toe aan de deelnemer. Tot 31 maart van het volgende kalenderjaar kan de deelnemer nog wijzigingen in de gegevens van het voorgaande jaar doorvoeren op grond van na afloop van het kalenderjaar verkregen informatie. Voor een gemeente dient B&W of een functionaris (directeur) namens B&W door ondertekening te verklaren dat het jaaroverzicht overeenkomt met de administratie van de gemeente en daarmee een getrouw beeld van de werkelijkheid geeft. Voor een bedrijf is een directieverklaring op het jaaroverzicht benodigd.
De audit of controle richt zich in het algemeen op alle opgaven van de deelnemer over een zekere periode. Dit kunnen één of meerdere jaren zijn. Dat kan ook tussentijds gedu- rende een jaar zijn indien hiertoe aanleiding is. Dit audit- en controleprotocol richt zich in het bijzonder op nadere aanwijzingen voor de werkzaamheden en rapportage van de controlemedewerker of accountant. Dit controleprotocol is een richtlijn, beoogt géén on- derzoeksaanpak voor te schrijven, en is evenmin een (uitputtend) werkprogramma.
Ten behoeve van de uitvoering stelt Nedvang jaarlijks een audit- en controleprogramma op waarin deelnemers hetzij op basis van bevindingen bij de administratieve controle hetzij op grond van een steekproef worden geselecteerd voor een audit of controle. Het audit- en controleprogramma wordt ter goedkeuring aan het Afvalfonds voorgelegd.
Vervolgens neemt een controlemedewerker contact op om bij deelnemers en/of hun af- nemers of leveranciers in de afvalketen een audit uit te voeren ter beoordeling van de ver- antwoorde gegevens in de opgaven. Een deelnemer is verplicht voldoende medewerking te geven aan deze audit.
In het geval de audit aanleiding geeft tot een verder onderzoek kan Nedvang een con- trole laten uitvoeren. In het geval het controleonderzoek bij een gemeente betreft zal Nedvang in eerste instantie een accountant namens de gemeente (gemeentelijke ac- countant) in de gelegenheid stellen om deze controleopdracht uit te voeren. Indien de gemeente hier geen gebruik van wil maken of in alle andere gevallen voert een accoun- tant namens Nedvang de controleopdracht uit.
1.2 Nadere informatie
Voor zaken waarin het uitvoerings-, monitoring-, dit controleprotocol of de deelnemers- overeenkomst niet voorziet, wordt verwezen naar de website van Nedvang: xxx.xxxxxxx.xx.
1.3 Definities
Voor de definities wordt verwezen naar bijlage G.
1.4 Toegang tot accountantsdossiers
In het geval de opgave van een deelnemer is gecontroleerd door de ‘huisaccountant’
kan Nedvang een accountant de opdracht geven tot het uitvoeren van een dossierreview
op het dossier van deze huisaccountant. In het geval van een gemeente zal dit in overleg met de gemeente plaatsvinden en door een gezamenlijk te bepalen accountant.
De deelnemer is verplicht haar huisaccountant toe te staan dat een door Nedvang aan te wijzen accountant een dossierreview uitvoert op het dossier van de externe accountant. Dit betekent dat de dossiers volledig (ter inzage) beschikbaar worden gesteld en dat de accountant van de deelnemer alle gevraagde informatie, schriftelijk dan wel mondeling, verstrekt. Een dossierreview bestaat uit het vaststellen dat de accountant het controlepro- tocol juist en volledig heeft gevolgd.
De accountant stemt de start van een dossierreview af met de deelnemer, waarna hij zon- der tussenkomst van de deelnemer contact mag opnemen met de externe accountant van deze deelnemer. Tijdens en na de dossierreview mag de door Nedvang aangewezen accountant rechtstreeks met de externe accountant van de deelnemer in contact treden over eventueel aanvullend te verstrekken informatie en vaktechnische aangelegenhe- den.
De uitvoerend accountant koppelt de reviewbevindingen schriftelijk terug aan de externe accountant van de deelnemer via een reviewmemorandum dat een conclusie bevat over de mate waarin Nedvang gebruik kan maken van de bevindingen van de externe accountant. De dossierreview is niet bedoeld om een oordeel te geven over de externe accountant en is uitsluitend bestemd voor het interne verkeer. De externe accountant wordt in de gelegenheid gesteld om zijn reactie op het concept-reviewmemorandum te geven. De uitvoerend accountant verwerkt deze reactie in het definitieve reviewmemo- randum.
Indien op grond van het reviewmemorandum (aanvullend) onderzoek bij de deelnemer
noodzakelijk is, dan neemt Nedvang hierover contact op met de deelnemer.
2 De controle
2.1 Doel en reikwijdte van de controle
De accountant of controlemedewerker toetst de opgaven van de deelnemer en geeft een conclusie over de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de in de opgave verant- woorde hoeveelheden verpakkingsafval. Hierbij houdt hij indien noodzakelijk rekening met het gestelde in het uitvoerings- en monitoringprotocol (inclusief bijlagen).
In geval van een controlemedewerker voert deze de controle uit in de vorm van een audit
en stelt hiervan een auditrapport op volgens een auditmodel.
In geval van een externe accountant of gemeentelijke accountant voert deze de as- surance-opdracht uit met inachtneming van dit controleprotocol. De (‘reasonable’) assurance-opdracht is gericht op het geven van een conclusie over (de kwantitatieve
gegevens in) de opgave, en niet op de naleving van de voorschriften van het Besluit. Het onderzoek van de accountant resulteert in een assurance-rapport bij de opgave.
Nedvang maakt bij de jaarrapportage aan de Begeleidingscommissie Raamovereen- komst, de minister van VROM en het Afvalfonds gebruik van de opgavenformulieren van de deelnemer en de bevindingen van de audits en controles.
De opgave is een kwantitatieve verantwoording van de deelnemer volgens het door Ned- vang beschikbaar gestelde opgavenformulier en in overeenstemming met de rapportage- eisen die zijn genoemd in het uitvoerings- en monitoringprotocol en de deelnemersover- eenkomst. In het assurance-rapport geeft de accountant een oordeel over de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de kwantitatieve gegevens in de opgave (de in Nederland afgedankte hoeveelheden verpakkingsafval uitgedrukt in kilogrammen per materiaal). Deze aspecten dient de accountant op toereikende wijze in zijn werkprogramma op te nemen. Eventuele fouten in de opgave dienen zo veel mogelijk te worden gekwantifi- ceerd en gecorrigeerd.
2.2 Controleaanpak
De onderzoeksaanpak is de primaire verantwoordelijkheid van de controlemedewerker of externe accountant. Dit controleprotocol beoogt dan ook niet een aanpak van de assurance-opdracht voor te schrijven. Veelal baseert de uitvoerder van de controle zich bij zijn onderzoek op een (risico)analyse van de administratieve organisatie en de interne controle rondom de afvaladministratie van de deelnemer inclusief afnemers en leveran- ciers in de keten en komt op basis daarvan tot een optimale afweging van de in te zetten controlemiddelen. Aangezien deze aanpak leidt tot maatwerk per organisatie is het voor- schrijven van een aanpak ook niet mogelijk.
In geval van uitvoering door een accountant voert deze zijn onderzoek uit in overeenstem- ming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie’.
Dit controleprotocol geeft nadere aanwijzingen die de controlemedewerker of accoun- tant bij zijn onderzoeksaanpak moet betrekken. De accountant belast met de controle van de opgave dient zorg te dragen voor een adequate controleaanpak en een op de cliëntsituatie toegesneden werkprogramma, waarbij aan de interne beheersing rondom de afvaladministratie en aan de controletolerantie voldoende aandacht wordt geschon- ken.1
Ongedeelde verantwoordelijkheid
Indien de externe accountant voor zijn oordeelsvorming gebruik maakt van de verklarin- gen van andere accountants, dient hij, voor zover materieel, zich er door het uitvoeren van een review of door het voeren van een collegiaal evaluerend gesprek van te verge-
1 Merk op dat een primair gegevensgerichte controleaanpak niet wordt uitgesloten, echter uit efficiëntieoverwegingen zal veelal op procedures worden gesteund.
wissen dat hij gebruik kan maken van de werkzaamheden van de andere accountant. Er wordt uitgegaan van een ongedeelde verantwoordelijkheid.
De deelnemer en de externe accountant maken voor de uitvoering van de assurance- opdracht afspraken over de werkverdeling met als doel de externe accountant zoveel mogelijk gebruik te laten maken van de interne controle van de deelnemer.
2.3 Betrouwbaarheid
De assurance-opdracht is gericht op het afgeven van een assurance-rapport bij de (jaar- lijkse) opgave van de deelnemer. Bij zijn oordeelsvorming streeft de accountant naar een redelijke (lees: hoge) mate van zekerheid. Indien dit begrip ten behoeve van het gebruik van statistische technieken moet worden gekwantificeerd, moet worden uitgegaan van een betrouwbaarheid van 95%.
2.4 Nauwkeurigheid
De assurance-opdracht dient dusdanig te worden opgezet dat daarmee wordt voldaan aan de materialiteitseis. Dit houdt in dat alle fouten die (in totaal per materiaal) groter dan 5 procent zijn van de totaal per materiaal verantwoorde hoeveelheid verpakkingsafval dienen te worden vastgesteld.
Een goedkeurende strekking van het assurance-rapport impliceert dat, gegeven eerder genoemde hoge betrouwbaarheid, de meest waarschijnlijke fout niet groter is dan 5% van de totaal verantwoorde hoeveelheid per materiaal – uitgedrukt in kilogrammen – verpak- kingsafval in de opgave. Indien deze norm overschreden wordt, is onderstaande tabel van toepassing ter bepaling van de strekking van het assurance-rapport:
Soort assurance- rapport | Goedkeurend | Met beperking | Oordeel- onthouding | Afkeurend |
Fouten in de verantwoording | < 5% | Materiële fout (> 5%) | N.v.t. | Wezenlijke fout |
Onzekerheden in de controle | Niet materieel | Materiële onzekerheid | Wezenlijke onzekerheid | N.v.t. |
Indien de accountant tot de conclusie komt dat de meest waarschijnlijke fout met be- trekking tot de betrouwbaarheid van de opgave groter is dan 5% van het totaal van de hoeveelheid verpakkingsafval per materiaal (goedkeuringstolerantie), wordt dit in het as- surance-rapport uiteengezet onder vermelding van de hogere (schatting van de) fout.
Ten einde een goedkeurend assurance-rapport af te mogen geven is het noodzakelijk dat alle fouten die individueel of gezamenlijk van materieel belang zijn worden gecorrigeerd. Indien een correctie niet of niet afdoende wordt aangebracht dient dit tot uitdrukking te worden gebracht door het verstrekken van een niet-goedkeurend assurance-rapport.
2.5 Fouten
Tijdens de assurance-opdracht geconstateerde fouten dienen zo veel mogelijk door de
deelnemer in de opgave te worden aangepast.
Voor een adequate onderbouwing van het accountantsoordeel is het noodzakelijk dat de externe accountant niet-gecorrigeerde fouten en onzekerheden zoveel als mogelijk kwantificeert. Alle van materieel belang zijnde niet gecorrigeerde fouten en onzekerhe- den moeten in het assurance-rapport worden vermeld.
2.6 Aandachtspunten voor de controle
In deze paragraaf worden aandachtspunten gegeven voor de assurance-werkzaamhe- den van de controlemedewerker of externe accountant bij de uitvoering van zijn onder- zoek. De controlepunten kunnen eveneens als checklist worden gebruikt voor interne au- dits door de uitvoerende partij.
Algemeen
De accountant neemt kennis van dit controleprotocol, (de laatste versie van) het uitvoe- rings- en monitoringprotocol en de deelnemersovereenkomst met Nedvang.
Bij het vaststellen van de aard, omvang en tijdstip van de assurance-werkzaamheden be- trekt de accountant ten minste de volgende risico’s:
Vermenging van afvalstromen (bij de inzameling van verpakkingsafval), zoals:
- Vermenging van huishoudelijk verpakkingsafval met verpakkingsafval van bedrijven op het punt van inzameling, zowel bij breng- als haalvoorzieningen. (Nedvang vergoedt alleen afval van consumentenverpakkingen);
- Vermenging van huishoudelijk verpakkingsafval met verpakkingsafval van bedrij- ven (waaronder detailhandel) doordat beide soorten afval in één route worden opgehaald;
- Vermenging van huishoudelijk verpakkingsafval van meerdere gemeenten (en mogelijk met bedrijfsverpakkingsafval) doordat dit afval in één route wordt op- gehaald.
Verschuivingsgevaar (onjuiste classificatie), zoals:
- Verschuiving van verpakkingsafval met een lagere prijs per ton naar verpak- kingsafval met een hogere prijs per ton (waardoor Nedvang te veel vergoedt aan de gemeente);
- Verschuiving vervuilingsgewicht voor bont glas en voor kleurgescheiden glazen
verpakkingen (ivm verschil in hoogte inzamelvergoeding);
- Bedrijfsverpakkingen worden aangeboden als consumentenverpakkingen (al- leen deze laatste worden door Nedvang aan gemeenten vergoed);
- Verschuiving tussen uit huishoudens afkomstige kunststof en kunststof verpak- kingsafval bij bedrijven (vergoeding aan sorteercentra alleen voor kunststof uit huishoudens);
- Verschuiving van bedrijfsverpakkingen van papier en karton naar consumenten- verpakkingen papier en karton.
Onjuiste vaststelling en/of registratie van gegevens, doordat:
- De weegbrug niet geijkt, de weger niet beëdigd is of een weegbon ontbreekt;
- De ingezamelde hoeveelheid verpakkingsafval (‘partij’) onjuist wordt gewogen (tekortkomingen in het weegproces);
- Het gewicht van de partij niet juist in de afvaladministratie wordt ingevoerd;
- De acceptatie onjuist is uitgevoerd door het sorteercentrum dan wel onjuist wordt ingevoerd in de afvaladministratie (afgekeurde stromen alsnog geregis- treerd als gescheiden ingezameld);
- Kleurgescheiden glas ten onrechte wordt aangemerkt als bont glas (hierdoor is de opbrengst van het glas voor de gemeente lager; het sorteercentrum heeft een direct financieel belang).
Dubbele of vreemde verpakkingsafvalstromen, zoals:
- Dubbeltelling van verpakkingsafval, vooral bij het verhandelen van oudpapier en -karton;
- Verpakkingsafval dat vanuit het buitenland naar Nederland komt;
- Partijen verpakkingsafval worden meerdere keren aangeboden (identificatie en vernietiging). Met andere woorden: Verantwoorden van verpakkingsgewicht
waarvoor al aan een andere partij een vergoeding uit het Afvalfonds is betaald.
- Verantwoorden van verpakkingsafval door gemeenten en/of afvalinzamelaars dat niet is geaccepteerd door het sorteercentrum (dit afval komt niet voor ver- goeding in aanmerking);
- Hetzelfde vergoedingsgewicht wordt meerdere malen bij het Afvalfonds ge- claimd;
- De rapportage van een sorteercentrum bevat niet of niet uitsluitend de gege- vens van alle bij Nedvang aangesloten gemeenten, bedrijven en/of derden die hun verpakkingsgewicht bij het sorteercentrum aanbieden.
Onvolledige opbrengsten, zoals:
- Opbrengsten (al dan niet negatief) van het sorteercentrum zijn onjuist, onvolle- dig of niet tijdig verantwoord (aantal tonnen te laag, opbrengst per ton te laag, verschuivingsgevaar, partijen met positieve opbrengst scheiden van normale stromen (geen opbrengsten);
- Het gesorteerde verpakkingsafval wordt niet gerecycled (herverwerkt) of nuttig
toegepast.
Bij metalen uit huishoudens (staal en/of aluminium) afkomstig van verpakkingen is weging niet van belang. Het gewicht van de metalen verpakkingen afkomstig uit huishoudelijk (rest)afval wordt namelijk op nationaal niveau bepaald (zie monitoringprotocol).
Indien de controlemedewerker bij de uitvoering van werkzaamheden signalen van fraude of onwettig handelen ontdekt, rapporteert hij dit aan Nedvang en kan Nedvang een ex- terne accountant inschakelen voor het vervolgonderzoek. Indien de accountant bij de
assurance-opdracht signalen van fraude en/of onwettig handelen ontdekt, handelt hij overeenkomstig hetgeen in COS 240 ‘De verantwoordelijkheid van de accountant voor het onderkennen van het risico van fraude in het kader van de controle van financiële overzichten’ is voorgeschreven. De accountant houdt hierbij rekening met de aard en reikwijdte van de opdracht.
De accountant bespreekt in ieder geval met het management van de organisatie in hoe- verre zich onregelmatigheden hebben voorgedaan.
Controle-eisen
De controlemedewerker of accountant dient bij de uitvoering van de assurance-opdracht
vast te stellen dat minimaal aan de onderstaande punten is voldaan:
a. De opgave, inclusief directieverklaring, is juist en volledig ingevuld. Dit impliceert dat het door Nedvang ter beschikking gestelde opgavenformulier is gehanteerd en alle gegevens zijn gerapporteerd;
b. De opgave is rekenkundig juist;
c. De in de opgave verantwoorde hoeveelheden verpakkingsafval zijn op juiste wijze ontleend aan de onderliggende afvaladministratie en overige bescheiden van de gemeente, afvalinzamelaar, sorteercentrum of afvalverwerker;
d. De in de opgave verantwoorde hoeveelheden verpakkingsafval zijn juist en vol- ledig verantwoord;
e. De in de opgave verantwoorde hoeveelheden verpakkingsafval zijn juist geclas- sificeerd;
f. De in de opgave verantwoorde hoeveelheden verpakkingsafval betreffen de in het boekjaar in Nederland afgedankte hoeveelheden verpakkingsafval (juiste afgrenzing).
Overige attentiepunten (geen verplichte elementen van de assurance-opdracht)
De controlemedewerker of accountant kan (bij het opstellen van zijn werkprogramma) de
volgende attentiepunten betrekken:
g. De accountant verkrijgt kennis van (de activiteiten van) de organisatie en haar omgeving. Voor zover mogelijk maakt hij daarbij gebruik van zijn kennis van de organisatie op grond van de jaarrekeningcontrole, bijvoorbeeld ten aanzien van de werking van ‘general IT controls’ en de continue werking van de in de geautomatiseerde systemen opgenomen geprogrammeerde controles;
h. De accountant neemt kennis van en beoordeelt de risicoanalyse van de or- ganisatie rondom de registratie van en verantwoording over de afvalstromen. Hierbij beoordeelt de accountant de vertaling van (inherente) risico’s naar concrete beheersingsmaatregelen;
i. De accountant inventariseert de door de organisatie gebruikte relevante infor- matiesystemen en de samenhang tussen deze systemen;
j. De accountant beoordeelt de opzet van de administratieve organisatie en daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing (AO/IB) rondom de afvaladministratie. De accountant gaat hierbij na of deze AO/IB voldoet aan de in uitvoerings- en monitoringprotocol opgenomen richtlijnen. Het doel van deze
beoordeling is inzicht te verkrijgen in eventuele tekortkomingen in de AO/IB die van belang kunnen zijn voor de verdere assurance-werkzaamheden en/of het oordeel over de juistheid en volledigheid van de kwantitatieve gegevens in de opgave;
k. De accountant stelt vast of de AO/IB daadwerkelijk bestaat en dat de werking daarvan gedurende de te controleren periode gewaarborgd is;
l. De accountant gaat na dat alle administratieve voorschriften zoals aangege- ven in het monitoringprotocol en de overeenkomst zijn nageleefd. De belang- rijkste voorwaarde is het voeren van een afvaladministratie, die waarborgt dat de te verstrekken gegevens in de opgave op een ordelijke, transparante en controleerbare wijze geregistreerd worden;
m. De accountant stelt de adequate werking van de afvaladministratie vast en overweegt in hoeverre het bijwonen van inventarisaties nodig is;
n. De accountant gaat na dat (gewaarborgd is dat) alle soorten verpakkingsafval administratief gescheiden worden geregistreerd (partij-administratie);
o. De accountant gaat na dat (gewaarborgd is dat) de partijen verpakkingsafval juist zijn toegerekend aan de betreffende gemeente of het bedrijf en legt daar- bij verbanden met de financiële administratie en omzetstatistiek;
p. De accountant gaat na dat (gewaarborgd is dat) de verantwoorde hoeveelhe- den juist zijn geclassificeerd als bedrijfsverpakking of consumentenverpakking en qua materiaalsoort;
q De accountant voert een cijferanalyse uit van de verantwoorde hoeveelhe- den in de opgave ten opzichte van de hoeveelheden in de opgave over de voorgaande periode, daarbij gebruikmakend van de toelichting op belangrijke (materiële) afwijkingen van de organisatie;
r. De accountant beoordeelt de verbanden in de geld-/goederenbeweging;
s. De accountant gaat na in hoeverre sprake is van een sluitende massabalans;
t. De accountant stelt (bijvoorbeeld aan de hand van deelwaarnemingen) vast dat hoeveelheden verpakkingsafval juist zijn bepaald aan de hand van weeg- bonnen;
u. De accountant stelt vast dat sprake is van geijkte weegbruggen;
v. Koppeling van de facturatie aan bedrijven met het volume van de inzamelings- container en de ledigingfrequentie;
w. Beoordeling van schattingen, zoals van de hoeveelheid afval per gemeente wanneer dit afval in één route wordt opgehaald;
x. De accountant gaat na dat door de afvalverwerker verklaringen van herge- bruik zijn afgegeven;
y. Een belangrijk controlemiddel kan de koppeling van de afstromen met het afvalstroomnummer zijn. Het afvalstroomnummer geeft inzage in kwaliteit, soort afvalstroom, ontdoener, transporteur en eindlocatie / verwerker.
3 Rapportage
3.1 Auditrapport
Het onderzoek van de controlemedewerker mondt uit in een auditrapport. De controle- medewerker hanteert hiervoor een model dat een weergave is van de uitgevoerde werk- zaamheden en bevindingen, waarbij dit protocol als richtlijn is gebruikt.
In het geval dat afwijkingen worden geconstateerd wordt gewerkt met de terminologie
die voor audits gebruikelijk is:
a. major tekortkoming: een belangrijke tekortkoming waaraan direct formele con- sequenties zijn verbonden (bijv. onmiddellijk wijzigen van de administratie);
b. minor tekortkoming: een tekortkoming waaraan een actie met termijn is gekop- peld en waaraan bij niet opvolgen consequenties zijn verbonden;
c. time alert: een actiepunt dat voor bepaalde datum uitgevoerd moet zijn;
d. actie: een actiepunt die bij de volgende audit uitgevoerd moet zijn en bij de
volgende audit wordt gecontroleerd.
Op deze wijze worden eventueel geconstateerde (materiële) bevindingen en/of onze- kerheden adequaat weergegeven.
Bij major tekortkomingen en bijzondere waarnemingen met een verstrekkende materiële betekenis, bijvoorbeeld fraude, kan Nedvang op basis van de bevindingen een assu- rance-opdracht aan een externe accountant of in het geval van een gemeente aan de gemeentelijke accountant verstrekken.
3.2 Assurance-rapport
Het onderzoek van de accountant mondt uit in een assurance-rapport. De accountant hanteert hiervoor het van toepassing zijnde model dat in de bijlage bij dit controleprotocol is opgenomen.
Het is van essentieel belang dat de strekking van het assurance-rapport duidelijk is en dat eventueel geconstateerde (materiële) bevindingen en/of onzekerheden adequaat wor- den weergegeven in het rapport.
In het assurance-rapport wordt vermeld dat de assurance-opdracht is uitgevoerd in over- eenstemming met de nadere aanwijzingen van dit controleprotocol.
Indien tijdens de assurance-opdracht fouten in de opgave worden geconstateerd, dan dienen deze zo veel mogelijk gecorrigeerd te worden. Bij het nalaten van de correctie van materiële fouten mag de accountant geen goedkeurend assurance-rapport afgeven.
Voor nadere aanwijzingen voor de bepaling van de strekking van het assurance-rapport wordt hier verwezen naar paragraaf 0.
Bijlage: Model assurance-rapport
Het model van het assurance-rapport luidt als volgt Aan [gemeente, afvalinzamelaar of sorteercentrum] Assurance-rapport
Opdracht en verantwoordelijkheden
Wij hebben onderzocht of de bijgevoegde, voor identificatiedoeleinden gewaar- merkte, opgave over de periode [periode] van [gemeente, afvalinzamelaar of sorteercentrum] te [plaats] in alle van materieel belang zijnde opzichten juist en volledig is. Deze opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van [het bestuur van de entiteit]2. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport inzake deze opgave te verstrekken.
Inherente beperkingen
Inherent aan de wijze van afvalinzameling is (het risico van) vermenging van huis- houdelijk verpakkingsafval met verpakkingsafval van bedrijven. Vooral afval van de detailhandel wordt veelal in de ophaalroute van het huishoudelijke verpak- kingsafval meegenomen. Indien deze afvalstromen fysiek en administratief niet zijn gescheiden bestaan beperkingen die van invloed zijn op onze mogelijkheden om onjuistheden van materieel belang in de opgave te ontdekken.
Criteria
Wij hebben het uitvoerings- en monitoringprotocol (versie d.d. …) en de tussen Nedvang en … gesloten overeenkomst (d.d. … met kenmerk …) als toetsingskader voor onze opdracht gehanteerd. Wij achten deze criteria relevant en toereikend om een conclusie te kunnen formuleren over de opgave.
Werkzaamheden
Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie’. Verder hebben wij de aanwijzingen die Stichting Nedvang heeft gegeven in het audit- en controleproto- col behorend bij het uitvoerings- en monitoringprotocol in onze werkzaamheden betrokken. Dienovereenkomstig dienen wij ons onderzoek zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opga- ve geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een assurance-opdracht omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de kwantitatieve gegevens in de opgave. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.
2 Specifiek maken, bijvoorbeeld: de Raad van Bestuur van de vennootschap.
Bevindingen
[indien van toepassing]
Conclusie
Op grond van ons onderzoek komen wij tot de conclusie dat het aantal kilogram verpakkingsafval in de opgave over [periode] in alle van materieel belang zijnde opzichten juist en volledig is weergegeven.
Overige aspecten – beperking in het gebruik (en verspreidingskring)
De opgave en ons assurance-rapport daarbij zijn uitsluitend bedoeld voor [gemeen- te, afvalinzamelaar, sorteercentrum of afvalverwerker] ter verantwoording aan Stich- ting Nedvang en kunnen derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
[plaats, datum]
[ondertekening]
Bijlage F
Handleiding Wastetool®
De meest actuele versie van de handleiding Wastetool® kunt u
downloaden via onze website: xxx.xxxxxxx.xx
Bijlage G
Algemene definities
In deze bijlage worden de begrippen gedefinieerd die worden gebruikt in de uitvoerings- protocollen, het monitoringprotocol en de bijbehorende bijlagen.
Indien binnen een definitie een begrip wordt gebruikt dat ook in deze lijst wordt gedefini- eerd dan wordt dat begrip aangeduid met een beginhoofdletter. Onder deze begrippen worden zowel de enkelvouds- als de meervoudsvormen begrepen.
Acceptatie-eisen de voorwaarden waaraan het aangeboden (huishoudelijk) Verpakkingsafval moet voldoen opdat het geaccepteerd wordt door een gecertificeerd Bewerker.
Accountant de deskundige, bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Afkeurstromen huishoudelijk Verpakkingsafval dat niet geaccepteerd is door de
gecertificeerd Bewerker.
Afvalfonds de Stichting Afvalfonds beheert het fonds dat onder bepaalde voorwaarden kosten betaalt en/of Vergoedingen uitkeert zoals genoemd in annex 2 bij de Raamovereenkomst.
Afvalinzamelaar een bedrijf dat zorg draagt voor de inzameling van afval.
Assurance-opdracht een opdracht gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid bij het opgavenformulier in overeenstemming met COS 3000 schrijving van het te volgen onderzoek naar de betrouwbaarheid van aangeleverde financiële en/of adminis- tratieve gegevens.
Assurance-rapport de rapportagevorm van de accountant, waarin de accoun- tant zijn conclusie formuleert naar aanleiding van de door hem uitgevoerde assurance-opdracht en die verder voldoet aan het gestelde in COS 3000.
Auditprotocol beschrijving van het te volgen onderzoek naar de betrouwbaar- heid van aangeleverde financiële en/of administratieve gege- vens.
AVI afvalverbrandingsinstallatie (voor het verwerken van het brand- bare afval dat niet kan worden hergebruikt of toegepast als secundaire brandstof).
Bedrijfsverpakking alle Verpakkingen die worden afgedankt door bedrijven.
Begeleidingscommissie bestuurlijke Commissie die de (jaarlijkse) monitoringresultaten Xxxxxxxxxxxxxxxx toetst in relatie tot de doelstellingen van het Besluit en de
gemaakte afspraken in de Raamovereenkomst en in overeen- stemming met de Raamovereenkomst beziet of aanvullende maatregelen dienen te worden getroffen.
Besluit Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (Staatsblad 2005, 183).
Bewerker de onderneming die zorg draagt voor de inname, weging en reiniging en/of bewerking en/of sortering en/of opslag en/of transport van het Verpakkingsgewicht, ook wel aangeduid (in Besluit of Raamovereenkomst) met verwerker of sorteerder.
Bont glas gescheiden ingezameld glas dat bestaat uit twee of meer kleu- ren.
Bronscheiding het bij de inzameling gescheiden houden van verschillende deelfracties (Verpakkings)afval ten behoeve van verdere bewer- king.
Certificeringsprotocol document met daarin de kwaliteits- en certificeringseisen per Materiaalsoort waaraan de Afvalinzamelaar en/of Bewerker moet voldoen opdat hij het huishoudelijk of bedrijfsverpakkings- afval mag scheiden en doen verwerken voor materiaalherge- bruik of andere Nuttige toepassing.
Consumenten- alle Verpakkingen die worden afgedankt door consumenten.
verpakking
Controle voor zover de term ‘controle’ in de zin van accountantscontrole wordt gebruikt moet hiervoor worden gelezen: de uitvoering van een assurance-opdracht.
Controlemedewerker medewerker die namens Nedvang een audit of controle uit- voert.
Controleprotocol beschrijving van de werkwijze van de accountant bij zijn onder- zoek naar de betrouwbaarheid van aangeleverde financiële en/of administratieve gegevens.
Deelnemer organisatie waarmee Nedvang een Deelnemersovereenkomst
heeft afgesloten.
Deelnemers- de overeenkomst tussen Nedvang en een (samenwerkings- overeenkomst verband van) gemeente, afvalinzamelaar of Bewerker.
Directieverklaring de verklaring waarin in het geval van een gemeente B&W of een gemandateerd functionaris namens B&W of in het geval van een bedrijf de directie, verklaart dat de opgaven zoals op- genomen in het door Nedvang toegezonden jaaroverzicht juist, volledig en naar waarheid zijn ingevuld.
GAVI geïntegreerde afvalverwerkingsinstallatie, een combinatie van
een scheidings- en verbrandingsinstallatie.
Glasbak het inzamelmiddel in de gemeente waarin de consument zijn
verpakkingsglas kan deponeren.
Huishoudelijk restafval het huishoudelijk afval dat overblijft na scheiding van het afval aan de bron.
Inzamelaar degene die het verpakkingsafval inzamelt bij de ontdoener, een huishouden of bedrijf
Inzamelvergoeding onderdeel van de Vergoeding die door Nedvang aan een Ge- meente of een Afvalinzamelaar wordt uitgekeerd conform de berekeningswijze uit hoofde van het uitvoeringsprotocol.
Jaaroverzicht door Nedvang opgesteld overzicht waarin voor het betreffende jaar alle opgaven aan Nedvang zijn weergegeven en dat ten behoeve van de directieverklaring aan de deelnemer wordt toegezonden.
Kleurgescheiden glas per kleur (wit, bruin of groen) gescheiden ingezameld glas (of
glazen verpakkingen).
Kwaliteitseisen eisen die aan het Verpakkingsgewicht worden gesteld (zie ook
Acceptatie-eisen).
Laminaat product dat uit meerdere materialen (zoals karton, kunststof, aluminium) is samengesteld, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
KWDI kantoren- winkels- en dienstensector.
LAP het in artikel 10.3 van de Wet Milieubeheer verankerde Landelijk Afvalbeheerplan waarin het beleids- en toetsingskader voor afvalbeheer is opgenomen.
Lijst Kunststof- niet-limitatieve lijst waarin is opgenomen welke Kunststof-
verpakkingen verpakkingen uit huishouden in aanmerking komen voor Vergoe- ding.
Marktprijs het op gewichtbasis gewogen gemiddelde tarief gedurende een kalenderjaar dat de Nederlandse gemeenten zijn overeen- gekomen met gecertificeerde Bewerkers voor de acceptatie, franco geleverd aan de Bewerker, en de verdere bewerking van afgedankt verpakkingsmateriaal al dan niet gescheiden ingezameld bij huishoudens exclusief enige andere vorm van dienstverlening ten behoeve van de gemeente. Ten behoeve van de uitvoering van de Raamovereenkomst, artikel 2 van Annex 1, Verrekenprijs genoemd om verwarring met marktprijs in het dagelijks spraakgebruik te voorkomen.
Materiaalsoort elk van de verschillende soorten materiaal waaruit de Verpakkin- gen bestaan zoals nader benoemd in de Raamovereenkomst.
Materiaalspecifieke detailbeschrijvingen per Materiaalsoort, veelal gebaseerd op
bijlage annex 1 van de Raamovereenkomst.
Mededeling de collectieve mededeling die door Nedvang is gedaan uit hoofde van artikel 6 van het Besluit.
Monitoringprotocol beschrijving van de wijze waarop monitoring moet plaatsvinden
van de afspraken uit het Besluit of van de Raamovereenkomst.
Normafstand de afstand die per Materiaalsoort aangeeft wat de basis is voor de Transportvergoeding (het deel van het transport dat al is opgenomen in de Inzamelvergoeding).
Nuttige toepassing handelingen gericht op het verkrijgen van secundaire grondstof- fen of het gebruik van afvalstoffen als energiebron door bijvoor- beeld materiaalhergebruik of terugwinning.
Opgave de opgave van het ingezamelde Verpakkingsafval op de wijze
zoals beschreven in het Uitvoeringsprotocol.
Papierbak het inzamelmiddel in de gemeente waarin de consument zijn
huishoudelijk oudpapier en -karton kan deponeren.
Producthergebruik iedere handeling waardoor verpakking, die is bestemd en ont- worpen om binnen haar levensduur een minimum aantal omlo- pen te maken, opnieuw wordt gevuld of gebruikt voor hetzelfde doel als waarvoor zij is ontworpen.
Xxxxxxxxxxxxxxxx op 27 juli 2007 gesloten overeenkomst tussen VROM, VNG en (verpakkend) bedrijfsleven over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012.
Recycler het bedrijf dat de door de bewerker gesorteerde en behan- delde materialen verder verwerkt (herverwerkt) tot product (grondstoffen van hetzelfde materiaal), ook wel aangeduid met herverwerker (o.a. in het Besluit).
SBI scheidings- en bewerkingsinstallatie.
Sorteercentrum/- een bewerker, in dit geval een bedrijf dat het ingezamelde g
xxxxxxxxxx accepteerde verpakkingsafval sorteert in fracties.
Transportafstand de afstand gemeten in kilometers, gerekend op basis van een enkele reis, tussen de gemeentegrens en de dichtstbijzijnde Bewerker.
Transportvergoeding vergoeding voor het transport van het Vergoedingsgewicht vanaf de gemeente naar de Bewerker.
Uitvoeringsprotocol document dat de praktische uitwerking van de Raamover- eenkomst beschrijft inclusief een toelichting op de taken die bij de inzameling en scheiding van Verpakkingsafval uitgevoerd moeten worden, gesplitst naar verpakkingsafval afkomstig uit huishoudens (Uitvoeringsprotocol Huishoudens) en bedrijven (Uitvoeringsprotocol Bedrijven).
Vergoeding een bedrag voor een door de wederpartij op basis van de Raamovereenkomst en/of Uitvoeringsprotocol te verrichten prestatie.
Vergoedingsgewicht het gewicht voor elke Materiaalsoort (in eenheden van 1.000 kilogram) waarover het Afvalfonds - op grond van de bereke- ningswijze uit hoofde van het uitvoeringsprotocol - gehouden is de Inzamel- of sorteervergoeding te voldoen.
Verkoopopbrengst de opbrengst in euro per ton die door de gemeenten bij levering aan de Bewerker is ontvangen, zoals beschreven in artikel 2 van Annex 1 van de Raamovereenkomst.
Verpakking alle producten, van grondstoffen tot afgewerkte producten, over het gehele traject van producent tot gebruiker of consu- ment, waaronder begrepen wegwerpartikelen, vervaardigd van materiaal van welke aard ook, die als verpakking kunnen worden gebruikt met het oog op het insluiten, beschermen, verladen, afleveren of aanbieden van stoffen, preparaten of andere producten (Besluit artikel 1 lid a).
Verpakkingsafval afgedankte Verpakkingen of verpakkingsmateriaal waarop het Besluit van toepassing is met uitzondering van zwerfafval.
Verpakkingsafvalketen de keten van ondernemingen van inzamelaar tot en met (eind) verwerker die zich bezighouden met het op enigerlei inzamelen of bewerken van Verpakkingsafval.
Verpakkingsgewicht het gewicht aan ingezamelde Verpakkingen per Materiaalsoort (in kilogram), een en ander zoals bedoeld in het uitvoeringspro- tocol.
Verrekenprijs invulling van het begrip Marktprijs refererend aan artikel 2 van Annex 1 van de Raamovereenkomst, zijnde het op gewichtbasis gewogen gemiddelde tarief gedurende een kalenderjaar dat de Nederlandse gemeenten zijn overeengekomen met gecerti- ficeerde Bewerkers voor de acceptatie, franco geleverd aan de Bewerker, en de verdere bewerking van afgedankt verpakkings- materiaal al dan niet gescheiden ingezameld bij huishoudens exclusief enige andere vorm van dienstverlening ten behoeve van de gemeente.
Vervuilingsgewicht het gewicht aan ongewenste stoffen (in kilogram) dat met de in- gezamelde Verpakkingen wordt aangeboden aan de Bewerker (ook insleep genoemd).
Vervuilingspercentage het percentage aan Vervuilingsgewicht van het ingezamelde Verpakkingsgewicht.
Verwerker zie Bewerker.
WasteTool het registratie- en beheerprogramma waarin gemeenten en
bedrijven elektronisch hun gegevens kunnen opgeven.
Weegbon registratiebewijs van de hoeveelheid (in kilogram) gewogen (en/ of geaccepteerd) Verpakkingsafval, inclusief gegevens van de aanbieder van het Verpakkingsafval, de herkomst en/of de aard en samenstelling.
Colofon
Dit uitvoerings- en monitoringprotocol gescheiden inzameling verpakkingsafval is ontwikkeld door Nedvang (Nederland van afval naar grondstof),
in samenwerking met VNG (Vereniging van Nederlandse
Gemeenten).
Nedvang
Xxxxxxxxxxxxxxxx 000
4e etage - ingang Kantoren A - Alexandrium I 0000 XX Xxxxxxxxx
Helpdesk: 0900-633 82 64 (1 ct. p/m)
XXX
Xxxxxxxxxx00
0000 XX Xxx Xxxx
Tel: 000-000 00 00
Ontwerp
Multidruk, Capelle aan den IJssel
Drukwerk
Multidruk, Capelle aan den IJssel
2009, Stichting Nedvang, Rotterdam
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nedvang.
10 Versie 2.0, april 2009