ALGEMENE BEPALINGEN
N
O
ALGEMENE BEPALINGEN
1. Begripsomschrijvingen
1.1. OVZ verzekeringen
De Onderlinge Waarborgmaatschappij OVZ verzekeringen U.A., gevestigd te Goes.
1.2. Verzekeringnemer
Degene die de verzekeringsovereenkomst met OVZ verzekeringen heeft gesloten en recht op uitkering kan doen gelden.
1.3. Brand
Onder brand wordt verstaan: een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
a. zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien;
b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
1.4. Ontploffing
Onder ontploffing wordt verstaan: een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het bepaalde in de volledige tekst van de ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerde clausule en van de daarbij behorende toelichting. Deze clausule is gedeponeerd op 5 april 1982 onder nummer 275/82.
1.5. Luchtverkeer
Onder schade door luchtverkeer wordt verstaan: schade ten gevolge van het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp, alsmede door enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
1.6. Storm
Onder storm wordt verstaan: een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
1.7. Inductie
Onder schade door inductie wordt verstaan, schade aan elektrische en elektronische apparatuur e/o installaties door overspanning ten gevolge van bliksemontlading als gevolg van blikseminslag, ongeacht of zich een blikseminslag in de nabijheid van de verzekerde zaken heeft voorgedaan.
Polisvoorwaarden particuliere
brandverzekeringen 03.03.01
1.8. Eigen gebrek
Een fout aanwezig in de verzekerde zaak zelf. De schade is dan niet veroorzaakt door inwerking van een van buiten de verzekerde zaak liggend evenement.
1.9. Bereddingskosten
Onder bereddingskosten wordt verstaan: de kosten welke door of namens verzekeringnemer zijn of worden gemaakt ter vermindering of ter voorkoming van schade bij of na een gedekt evenement.
1.10. Salvagekosten
Onder salvagekosten wordt verstaan: kosten die door of namens de Stichting Salvage tijdens of direct na een gedekt evenement worden gemaakt voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijke maatregelen om de schade te beperken.
1.11. Molest
Onder schade door molest wordt verstaan: schade veroorzaakt door of ontstaan uit een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
Noot: De zes genoemde vormen van molest alsmede de definities van deze vormen van molest vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage is gedeponeerd.
1.12. Aardbeving of vulkanische uitbarsting
Onder schade door aardbeving of vulkanische uitbarsting wordt verstaan: schade ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij binnen 24 uur nadat in of nabij de plaats waar de verzekerde zaken zich bevinden, de gevolgen van de aardbeving of vulkanische uitbarsting zich hebben voorgedaan, tenzij verzekeringnemer bewijst dat de schade niet aan één der genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.
1.13. Atoomkernreactie
Onder atoomkernreactie wordt verstaan: iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige- en natuurlijke radioactiviteit.
Hieronder worden niet verstaan radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige, of (niet militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen. Uitzondering hierop geldt indien krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is.
1.14. Wet
Onder “Wet” in de begripsomschrijving van Atoomkernreactie is te verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. Onder “kerninstallatie” wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de bedoelde wet, alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
1.15. Overstroming
Onder schade door overstroming wordt verstaan: schade als gevolg van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van het door deze polis gedekte evenement. De bepaling geldt niet voor brand en ontploffing veroorzaakt door overstroming.
1.16. Clausule “Terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden
N.V. (NHT)”.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze clausule en de daarop berustende bepalingen wordt – voor zover niet anders blijkt – verstaan onder:
1.1. Terrorisme:
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen – begaan buiten het kader van een van de zes in artikel 64. lid 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
1.2. Kwaadwillige besmetting:
Het – buiten het kader van een van de zes in artikel 64. lid 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan
zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
1.3. Preventieve maatregelen:
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
1.4. Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT):
Een door het Verbond van Verzekeraars in Nederland opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekerings- overeenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1., 1.2. en 1.3. omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
1.5. Verzekeringsovereenkomsten:
a) Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij overeenkomstig het bepaalde in artikel 1. lid 1 sub p van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 betrekking hebben op in Nederland gelegen risico's.
b) Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekering- nemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
c) Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
1.6. In Nederland toegelaten verzekeraars:
• Schade-, levens- en zorgverzekeraars zoals bedoeld in artikel 12. van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, en
• natura-uitvaartverzekeraars zoals bedoeld in artikel 7. van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, die bevoegd zijn om in Nederland het verzekeringsbedrijf uit te oefenen.
Artikel 2. Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico
2.1. Indien en voor zover, met inachtneming van de in artikel 1.1., 1.2. en 1.3. gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met:
• terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen,
• handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar xxxxxxx van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar xxxxxxx van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering.
2.2. De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
2.3. In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op:
• schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan;
• gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in artikel
1. tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste een op het risicoadres is gelegen.
Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
Artikel 3. Uitkeringsprotocol NHT
3.1. Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Protocol). Op grond van de in dit protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schadevergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan bepalen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende financiële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen.
3.2. De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt gedaan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorismerisico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerechtigden.
3.3. Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, terzake van een vordering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in artikel 3.1. bedoelde uitkering terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken.
3.4. De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 17 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schadevergoeding en/of uitkering die worden gemeld binnen twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorismerisico in de zin van deze clausule wordt beschouwd.
2. Grondslag
Uitsluitend de schriftelijke verklaring(en) van de verzekeringnemer en de daarbij door of namens hem overlegde stukken gelden als grondslag voor de verzekering.
3. Schademelding
De verzekeringnemer is verplicht:
3.1. elke schade waarvan vergoeding wordt verlangd onverwijld aan OVZ verzekeringen te melden middels een daartoe bestemd schade-aangifteformulier;
3.2. alle maatregelen te nemen tot beperking van de schade;
3.3. OVZ verzekeringen in staat te stellen de schade op te nemen en alle beschadigde of vernielde zaken ter inspectie beschikbaar te houden;
3.4. de door OVZ verzekeringen gevraagde inlichtingen te verstrekken;
3.5. de door OVZ verzekeringen gewenste medewerking te verlenen;
3.6. de aanwijzingen van OVZ verzekeringen te volgen en niets te doen wat haar belangen kan schaden;
3.7. aan OVZ verzekeringen opgave te doen van alle andere verzekeringen welke betrekking hebben op de verzekerde zaken;
3.8. bij diefstal, vandalisme, afpersing en gewelddadige beroving of poging daartoe onmiddellijk bij de politie aangifte te doen.
4. Schaderegeling
4.1. De schadevaststelling geschiedt door een door OVZ verzekeringen aangewezen deskundige. Indien de schade wordt geschat op meer dan € 5.000,– is ook de verzekeringnemer bevoegd een deskundige te benoemen, met inachtneming van de art. 19.2.3. en 31.2.3;
in verband met een mogelijk geschil zal dan voor de aanvang van de werkzaamheden door de beide experts gezamenlijk een derde deskundige worden benoemd, die
– binnen de grenzen der beide taxaties – het schadecijfer vaststelt;
4.2. door een deskundige aan te wijzen, ten einde de aard en omvang van de schade vast te stellen, wordt OVZ verzekeringen niet geacht de aansprakelijkheid voor de schade te erkennen. De beoordeling of en in hoeverre de geclaimde schade onder de dekking van de polis valt zal en kan pas plaatsvinden zodra OVZ verzekeringen over alle noodzakelijke informatie beschikt;
4.3. na beoordeling van alle noodzakelijke informatie zal OVZ verzekeringen aan verzekeringnemer schriftelijk kenbaar maken of en in hoeverre de geclaimde schade voor vergoeding in aanmerking komt;
4.4. indien verzekeringnemer na deze schriftelijk beslissing over het verzoek tot schadevergoeding niet binnen 12 maanden, na dagtekening van het schriftelijk bericht van OVZ verzekeringen, zijn of haar bezwaar heeft kenbaar gemaakt, vervalt het recht deze beslissing aan te vechten;
4.5. in elk geval vervalt het recht op uitkering indien een schade niet binnen 5 jaar is gemeld aan OVZ verzekeringen. Deze termijn geldt niet voor de verzekerde die aantoont dat hem/haar hiervan redelijkerwijs geen verwijt treft.
5. Bekendheidsclausule
5.1. De op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde omschrijving van het risico wordt geacht van verzekering- nemer afkomstig te zijn;
5.2. OVZ verzekeringen is bekend met de ligging, de bestemming en de belendingen van het gebouw of het woonhuis bij aanvang van de verzekering;
5.3. indien op het polisblad en/of polisaanhangsel geen speciale vermelding van de bouwaard, de dekking en de belendingen van het gebouw of het woonhuis is opgeno- men wordt dit gebouw of woonhuis geacht te zijn gebouwd van steen, beton of metaal, te zijn gedekt met pannen, metaal, mastiek of een gelijksoortig materiaal en worden de belendingen binnen 25 meter geacht van een zelfde soort bouwaard en bestemming te zijn als het gebouw zelf.
6. Wijziging van het risico
6.1. De verzekeringnemer is verplicht OVZ verzekeringen onmiddellijk in kennis te stellen van:
6.1.1. een wijziging van de ligging, de bestemming, het gebruik, de bouwaard, de dekking of de belendingen van het gebouw;
6.1.2. het gedurende een periode van (naar verwachting) meer dan 60 dagen onbewoond zijn van het gebouw of een als zelfstandig deel aan te merken gedeelte daarvan;
6.1.3. de omstandigheid dat het gebouw is gekraakt;
6.1.4. iedere andere omstandigheid waardoor het verzekerde risico kennelijk wordt verzwaard;
6.2. de verzekering blijft daarna van kracht, tenzij OVZ verzekeringen binnen 2 maanden bericht deze niet of niet op dezelfde voorwaarden te willen voortzetten. De ver- zekering eindigt in dat geval 14 dagen na de dag waarop het besluit tot beëindiging aan de verzekeringnemer is medegedeeld;
6.3. in geval van overlijden van verzekeringnemer blijft de verzekering van kracht, tenzij OVZ verzekeringen binnen 30 dagen na ontvangst van het bericht van overlijden heeft medegedeeld de verzekering te beëindigen, waarna de dekking nog 30 dagen van kracht blijft.
7. Premiebetaling
7.1. Premie, kosten en assurantiebelasting dienen binnen 30 dagen na de premievervaldag bij vooruitbetaling te worden voldaan aan OVZ verzekeringen of aan de door haar gemachtigde vertegenwoordiger;
7.2. de verzekering dekt - ook zonder ingebrekestelling - geen evenementen die plaatsvinden nadat 30 dagen sinds de premievervaldag zijn verstreken en door de verzekering- nemer de premie, kosten en assurantiebelasting niet zijn voldaan; de verzekeringnemer blijft desalniettemin de premie, kosten en assurantiebelasting verschuldigd. De dekking wordt weer van kracht 24 uur nadat de betaling door OVZ verzekeringen alsnog is ontvangen;
7.3. bij het beëindigen van de verzekering heeft de verzekering- nemer recht op terugbetaling van de premie en assurantiebelasting over het tijdvak dat de verzekering, anders dan wegens wanbetaling, niet van kracht is geweest, onder aftrek van beëindigingskosten.
8. Einde van de verzekering
De verzekering eindigt:
8.1. door schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer tegen het einde van de op het polisblad e/o polis- aanhangsel omschreven contractstermijn. De opzegging dient aan OVZ verzekeringen te geschieden, met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden;
8.2. door schriftelijke opzegging door OVZ verzekeringen te- gen de eerstvolgende premievervaldag. Daarbij dient een opzegtermijn van 2 maanden in acht te worden genomen;
8.3. door schriftelijke opzegging door OVZ verzekeringen:
8.3.1. binnen 30 dagen nadat een gebeurtenis die voor OVZ verzekeringen tot een verplichting tot uitkering kan leiden haar ter kennis is gekomen;
8.3.2. binnen 30 dagen, nadat zij een uitkering krachtens deze verzekering heeft gedaan, dan wel heeft afgewezen;
8.3.3. indien de verzekeringnemer 2 maanden na de premievervaldag de premie, kosten en assurantiebelasting nog niet heeft betaald;
8.3.4. indien de verzekerde naar aanleiding van een gebeurtenis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven;
8.3.5. indien verzekerde de verplichtingen conform art. 3. niet is nagekomen.
De verzekering eindigt in deze gevallen op de datum die in de opzeggingsbrief wordt genoemd. OVZ verzekeringen zal in deze gevallen een opzeggingstermijn in acht nemen van ten minste 14 dagen.
9. Wijziging van premie en voorwaarden
9.1. Indien OVZ verzekeringen haar tarieven en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort als de betreffende verzekering herziet en in gewijzigde vorm bekendmaakt en toepast, is zij gerechtigd de aanpassing van deze verzekering aan die nieuwe tarieven en/of voorwaarden te vorderen;
9.2. OVZ verzekeringen zal van deze aanpassing schriftelijk mededeling doen aan de verzekeringnemer. De verzekering- nemer wordt geacht met deze aanpassing in te stemmen, tenzij hij uiterlijk binnen 30 dagen na de kennisgeving schriftelijk het tegendeel aan OVZ verzekeringen heeft bericht;
9.3. in geval van weigering als genoemd in art. 9.2., eindigt de verzekering op de desbetreffende wijzigingsdatum te
00.00 uur. De verzekeringnemer kan echter een wijziging zoals in dit artikel genoemd, alleen weigeren indien sprake is van een premieverhoging en/of vermindering van de dekking.
10. Kennisgevingen
Kennisgevingen van OVZ verzekeringen aan de verzekeringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij OVZ verzekeringen bekende adres of aan het adres van de tussenpersoon via wiens bemiddeling de verzekering loopt.
11. Bescherming persoonsgegevens / van toepassing zijnde regelingen
11.1. Bescherming persoonsgegevens
De bij de aanvraag of mutatie van een verzekering verstrekte persoonsgegevens en de eventueel nader te overleggen persoonsgegevens kunnen worden opgenomen in een door OVZ verzekeringen gevoerde persoons- registratie. Op deze registratie is een privacyreglement van toepassing.
11.2. Van toepassing zijnde regelingen
11.2.1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, zijn de geschillen die de verzekeringsovereenkomst betreffen onderworpen aan Nederlands recht;
11.2.2. OVZ verzekeringen is lid van het Verbond van Verzekeraars, derhalve kunnen klachten over de verzekeringsovereenkomst behalve aan de directie eveneens worden voorgelegd aan:
a. Stichting Klachteninstituut Verzekeringen Postbus 93560;
2509 AN DEN HAAG
of x. Xx Xxxx van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf, Postbus 93560,
2509 AN DEN HAAG.
12. Omvang van de dekking
De omvang van de verzekering(en) is omschreven in de “Algemene bepalingen” alsmede in de “Bijzondere bepalingen”
die van toepassing zijn op de verzekering(en) en welke op het polisblad en/of polisaanhangsel staan vermeld. Indien een artikel uit zowel de “Algemene bepalingen” als uit de “Bijzondere bepalingen” van kracht is, dan zal het artikel uit de “Bijzondere bepalingen” prevaleren.
13. Algemene uitsluitingen
13.1. Naast de in de “Bijzondere bepalingen” genoemde uitsluitingen geeft deze verzekering geen dekking voor schade die veroorzaakt wordt door, optreedt bij, voortvloeit uit of verband houdt met:
a. molest;
b. atoomkernreacties;
c. aardbeving;
d. vulkanische uitbarsting.
13.2. Daarnaast is van de verzekering uitgesloten:
13.2.1. schade veroorzaakt door opzet, voorwaardelijke opzet of merkelijke schuld van verzekeringnemer, de niet van tafel en bed gescheiden echtgeno(o)t(e) en de partner met wie in gezinsverband wordt samen- gewoond;
13.2.2. schade veroorzaakt door opzet of voorwaardelijke opzet van ieder ander met wie de verzekeringnemer in gezinsverband samenwoont;
13.2.3. schade door overstroming;
13.2.4. waterschade ten gevolge van vochtdoorlating van muren en vloeren;
13.2.5. schade aan het dak en de muren door inwerking van vocht of door bevriezing;
13.2.6. schade veroorzaakt door slijtage of als gevolg van slecht en/of onvoldoende onderhoud van het gebouw of de daarin aanwezige installaties of apparaten;
13.2.7. schade veroorzaakt door of op last van enig overheidsorgaan handelend als zodanig;
13.2.8. schade welke is veroorzaakt door of welke het gevolg is van:
a. ongedierte, insecten, schimmels, bacteriën, virussen en andere micro-organismen;
b. dieren die door verzekerde of één van de huisgenoten worden gehouden of door deze werden toegelaten;
c. herstel-, aan- of verbouwwerkzaamheden alsmede reinigings-, onderhoud- en reparatiewerkzaamheden;
d. constructiefouten, grondverschuiving, grondverzakking, trillingen, wateront- trekking, verzakking of instorting van het gebouw;
e. geleidelijke aantasting van het gebouw of delen daarvan door verontreiniging of aantasting van bodem, lucht of water;
f. geleidelijk (in)werkende (weers)invloeden;
g. inkt, vetten, verven, graffiti, invretende stoffen of oliën (anders dan olie gestroomd uit een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmingsinstallatie alsmede uit de zich binnenshuis bevindende leidingen of tanks);
h. normaal gebruik.
13.3. Verder vervalt de aanspraak op schadevergoeding indien de verzekeringnemer:
13.3.1. niet of niet tijdig voldoet aan zijn of haar in deze polis vastgelegde verplichtingen en OVZ verzekeringen daardoor in haar belangen is geschaad;
13.3.2. bij schademelding opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt;
13.3.3. zijn of haar verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst niet te goeder trouw nakomt.
14. Andere verzekeringen
14.1. Indien de schade tevens door één of meer andere verzekeringen is gedekt en het gezamenlijk bedrag van alle verzekeringen de waarde van het verzekerde overtreft, worden het voor het verzekerde onderdeel verzekerde bedrag en de voor het verzekerde onderdeel geldende uitkeringsmaxima verminderd naar evenredigheid van het gezamenlijk bedrag van de verzekeringen en de waarde van het verzekerde; Vermindering of teruggave van premie vindt niet plaats;
14.2. schade aan een verzekerde zaak welke elders onder een speciale verzekering is gedekt wordt niet vergoed;
14.3. aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekerde rechten kan ontlenen aan een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, die voorziet in het vergoeden van de geclaimde schade.
RUBRIEK A: BIJZONDERE BEPALINGEN OVZ OPSTALVERZEKERING
De bijzondere bepalingen voor de OVZ opstalverzekering, of delen daarvan, zijn alleen dan van kracht indien deze dekking met name op het polisblad en/of polisaanhangsel is/zijn vermeld. Op deze verzekering zijn mede van toepassing de “Algemene bepalingen” zoals verwoord in art. 1. t/m 14. van polisvoorwaarden voor particuliere brandverzekeringen van OVZ verzekeringen.
15. Begripsomschrijvingen
15.1. Gebouw (opstal)
De als zodanig omschreven onroerende zaak met al wat volgens de algemeen geldende opvatting daarvan deel uitmaakt. Tenzij anders op het polisblad en/of polisaanhangsel is vermeld zijn niet meeverzekerd: funderingen, zonweringen, (schotel-)antennes, uithang- borden, neon- en andere lichtreclames.
Schuttingen en/of terreinafscheidingen, alsmede de bij een woonhuis behorende bouwsels welke zich op hetzelfde perceel bevinden als het verzekerde gebouw en die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven en waarin geen bedrijfsmatige werkzaamheden worden verricht, worden geacht deel uit te maken van de omschreven onroerende zaak. Niet tot het gebouw worden gerekend op hetzelfde perceel aanwezige bomen, planten, struiken, e.d.
15.2. Herbouwwaarde
Onder herbouwwaarde wordt verstaan: het bedrag dat
nodig is voor de herbouw van het “gebouw” volgens bovenstaande begripsomschrijving, onmiddellijk na de schade met dezelfde bestemming op dezelfde plaats. De waarde van de grond blijft hierbij buiten beschouwing.
15.3. Verkoopwaarde
Onder verkoopwaarde wordt verstaan: de waarde van het “gebouw” volgens de bovenstaande begripsomschrijving, bij verkoop op de voor het gebouw meest geschikte wijze, uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw in onverhuurde staat. De waarde van de grond blijft hierbij buiten beschouwing.
15.4. Sloopwaarde
Het bedrag dat verkregen zou kunnen worden voor de nog bruikbare respectievelijk waardevolle onderdelen van het “gebouw” volgens bovenstaande begripsomschrijving, verminderd met de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren en storten van het gebouw.
15.5 Opruimingskosten
Onder opruimingskosten wordt verstaan: de niet reeds in de schadetaxatie begrepen kosten van het bovengronds afbreken, wegruimen, afvoeren en storten van de verzekerde zaken voor zover dat een noodzakelijk gevolg is van een door de polis gedekte schade.
Met nadruk wordt vastgesteld dat onder opruimingskosten niet wordt verstaan: de kosten van sanering, zijnde o.a. de kosten van reiniging, opruiming, transport, opslag, vernietiging en vervanging van grond, grondwater, oppervlaktewater en rioolwater.
16. Dekkingen
16.1. Voor het verzekeren van het gebouw (opstal) kan worden gekozen uit twee verschillende verzekeringsvormen, n.l.:
a. extra uitgebreide dekking (volgens art. 17.);
b. meest uitgebreide dekking (volgens art. 18.).
Let op!
Welke verzekeringsvorm(en) van toepassing is (zijn) staat vermeld op het polisblad en/of polisaanhangsel.
17. Extra uitgebreide dekking
Indien op het polisblad en/of polisaanhangsel is aangetekend dat de “Extra uitgebreide dekking” van kracht is, dan geschiedt deze verzekering tegen schade aan de verzekerde objecten vermeld op het polisblad en/of polisaanhangsel veroorzaakt door:
17.1. brand, ongeacht of het evenement veroorzaakt is door eigen gebrek;
17.2. blikseminslag;
17.3. ontploffing, ongeacht of het evenement veroorzaakt is door eigen gebrek;
17.4. luchtverkeer;
17.5. storm, waarbij een eigen risico van toepassing is volgens art. 23.1.;
17.6. inbraak of poging daartoe;
17.7. diefstal van de in en aan het gebouw verwerkte materialen en onderdelen, alsmede beschadiging ten gevolge hiervan;
17.8. vandalisme gepleegd door iemand die wederrechtelijk is binnengedrongen mits braak aan het gebouw aantoonbaar is;
17.8.1. deze dekking is niet van kracht indien en zodra een gebouw leegstaat;
17.9. aanrijding en aanvaring;
17.10. olie onvoorzien gestroomd uit een centrale verwarmingsinstallatie of uit een op een schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallatie met bijbehorende leidingen en tanks;
17.11. rook en roet plotseling en onvoorzien uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmingsinstallatie;
17.12. omvallen van kranen, heistellingen of bomen op het gebouw;
17.13. neerslag (regen, sneeuw, hagel) en smeltwater die onvoorzien het gebouw is binnengedrongen, mits niet binnengekomen door openstaande ramen, luiken of deuren;
17.13.1. niet gedekt zijn de reparatiekosten van daken, dakconstructies, dakgoten of afvoerpijpen;
17.13.2. niet gedekt is schade door grondwater, tenzij binnengedrongen via afvoerleidingen en de daarop aangesloten toestellen en installaties;
17.13.3. niet gedekt is schade als gevolg van het binnendringen van neerslag via de begane grond;
17.14. water of stoom, als gevolg van een plotseling defect of als gevolg van springen door bevriezing, onvoorzien gestroomd of overgelopen uit:
17.14.1. binnen of buiten het gebouw gelegen aan- en afvoerbuizen van waterleiding en centrale verwarmingsinstallaties en uit daarop aangesloten leidingen, installaties en sanitaire voorzieningen, putten of riolen;
17.14.1.1. indien schade aan het gebouw is ontstaan welke gedekt is onder art. 17.14.1., omvat de dekking voor waterschade eveneens vergoeding van:
a. kosten van opsporing, breek- en/of herstelwerkzaamheden van muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw noodzakelijk na een breuk van de waterleiding of centrale verwarmings-installaties;
b. kosten gemaakt ter herstel van leidingen, installaties en sanitaire voorzieningen bij waterschade ten gevolge van springen door bevriezing;
17.14.2. aquaria en waterbedden;
17.15. inductie en/of overspanning als gevolg van blikseminslag;
17.16. zengen, schroeien, smelten, verkolen of broeien tengevolge van aanraking met of hittestraling door een
brandend, gloeiend of heet voorwerp, met uitzondering van schade bestaande uit het doorbranden van elektrische apparaten;
17.17. plunderingen, rellen, relletjes en opstootjes, zijnde incidentele geweldsmanifestaties alsmede schade veroorzaakt door ongeregeldheden bij werkstakingen.
17.18. terrorismerisico; voor schade als gevolg van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met het “terrorismerisico” is de uitkeringsplicht van OVZ verzekeringen onder deze verzekering beperkt tot het bedrag van de uitkering die OVZ verzekeringen ter zake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT).
18. Meest uitgebreide dekking
Indien op het polisblad en/of polisaanhangsel is aangetekend dat de “Meest uitgebreide dekking” van kracht is, dan geschiedt deze verzekering tegen schade aan de verzekerde objecten vermeld op het polisblad en/of polisaanhangsel veroorzaakt door de in art. 17. genoemde schade-oorzaken alsmede door:
18.1. ieder ander plotseling van buiten komend onheil;
in geval van schade onder deze dekking is een eigen risico van toepassing volgens art. 23.2. van deze voorwaarden.
19. Uitbreiding van de dekking
19.1. Boven het verzekerd bedrag, voor elke rubriek apart tot maximaal 10% van de verzekerde som, voor zover noodzakelijk gemaakt in verband met een gedekt evenement, zijn meeverzekerd:
19.1.1. opruimingskosten;
19.1.2. extra kosten die het gevolg zijn van noodzake- lijke verbeteringen, noodvoorzie-ningen en veiligheidsmaatregelen, die de verzekering- nemer ten gevolge van een gedekt evenement op last van de overheid moet aanbrengen;
19.1.3. schade aan de tuinaanleg en beplanting, behorende bij het verzekerde gebouw ten gevolge van een gedekt evenement volgens art. 17., met uitzondering van storm, neerslag, diefstal en inbraak of een poging daartoe, vandalisme, plunderingen, het kappen of snoeien van bomen;
19.1.4. huurderving veroorzaakt door het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar worden van het verzekerde gebouw ten gevolge van een gedekt evenement, mits verzekeringnemer het gebouw (ook) zelf bewoont;
vergoeding vindt plaats op basis van de huurwaarde van het verzekerde gebouw, over maximaal 52 weken. Gaat verzekerde niet over tot herbouw of herstel dan wordt de vergoeding voor huurderving over een periode van maximaal 10 weken uitgekeerd;
19.1.5. schade aan apparaten en/of installaties, toebehorend aan publieke (nuts)bedrijven in het verzekerde gebouw ten gevolge van een gedekt evenement, mits deze op grond van de handels- of leveringsvoorwaarden van het betreffende (nuts)bedrijf niet door deze
worden vergoed en het betreffende apparaat of de installatie op grond van de genoemde voorwaarden voor rekening van verzekering- nemer komen;
19.2. boven het verzekerd bedrag en voor zover noodzakelijk gemaakt in verband met een gedekt evenement zijn eveneens volledig meeverzekerd:
19.2.1. de bereddingskosten;
19.2.2. de salvagekosten;
19.2.3. de kosten van de deskundigen voor de vaststelling van de schade, met dien verstande dat de vergoeding van de kosten van de door de verzekerde te benoemen deskundige niet meer zal bedragen dan de kosten van de door OVZ verzekeringen benoemde deskundige. Zie eveneens art. 4.1.
20. Bijzondere uitsluitingen opstalverzekering
Behalve de algemene uitsluitingen in art. 13. is onder deze verzekering eveneens geen dekking indien er schade is ontstaan aan uitsluitend ruiten, kunststof lichtkoepels of kunststof dakramen welke dienen tot lichtdoorlating, tenzij ontstaan door een met name genoemde schade-oorzaak zoals omschreven in art. 17.
21. Vaststelling van het verzekerde bedrag
De verzekeringnemer stelt het verzekerde bedrag vast. Tenzij anders op het polisblad en/of polisaanhangsel is vermeld vormt de herbouwwaarde van het (de) verzekerde gebouw(en) het verzekerde bedrag.
22. Indexering van het verzekerde bedrag
Indien uit het polisblad en/of polisaanhangsel blijkt, dat een verzekerd bedrag jaarlijks wordt aangepast aan het dan geldende indexcijfer, dan zijn de volgende bepalingen van toepassing:
22.1. jaarlijks word(t)(en) per premievervaldag de verzekerde som(men), en in evenredigheid daarmede de premie, ver- hoogd, verlaagd of ongewijzigd gelaten overeen-komstig het laatst door het Centraal Bureau voor de Statistiek bere- kende indexcijfer voor de herbouwkosten voor woningen;
22.2. bij schade zullen de in de polisvoorwaarden bedoelde experts behalve de daar vermelde taxaties ook een raming geven van het indexcijfer op het moment van schade. Is laatstbedoeld indexcijfer hoger dan het indexcijfer ten tijde van de laatste premievervaldag dan geldt voor de regeling van de schade als verzekerde som het bedrag overeenkomende met het indexcijfer op het moment van schade, echter met een maximum van 125% van de op de laatste premievervaldag vastgestelde verzekerde som.
23. Eigen risico’s
23.1. Eigen risico stormschade
23.1.1. In geval van stormschade aan gebouwen bedraagt het eigen risico 2 ‰ van de verzekerde som per gebouw met een minimum van € 225,– en een maximum van
€ 450,– per gebeurtenis, voor zover niet anders vermeld op het polisblad en/of polisaanhangsel;
23.1.2. in geval van stormschade aan gebouwen behorende bij een agrarisch bedrijf, bedraagt het eigen risico € 675,– per gebeurtenis, per verzekerd object; indien als gevolg van één en hetzelfde evenement aan meerdere verzekerde objecten op een zelfde locatie schade ontstaat, zal het totaal eigen risico per gebeurtenis niet méér bedragen dan € 1.125,–, voor zover niet anders vermeld op het polisblad en/of polis- aanhangsel;
23.1.3. in geval van stormschade aan in aanbouw of in verbouwing zijnde gebouwen wordt het van toepassing zijnde eigen risico per gebeurtenis verdubbeld.
23.2. Eigen risico in geval van schade onder “Meest uitgebreide dekking”
Indien er schade wordt geclaimd welke is veroorzaakt door een gebeurtenis welke alleen gedekt is onder de “meest uitgebreide dekking” volgens art. 18.1. van deze polisvoorwaarden, dan is er een eigen risico van toepassing van € 70,– per gebeurtenis.
23.3. Vrijwillig eigen risico
Indien uit het polisblad en/of polisaanhangsel blijkt, dat verzekeringnemer heeft gekozen voor een vrijwillig eigen risico, dan is dit vrijwillig eigen risico van toepassing op alle geclaimde schaden onder deze dekking.
23.4. Cumulatie van eigen risico’s
Indien op één en dezelfde geclaimde schade meerdere eigen risico’s van toepassing kunnen worden verklaard volgens de art. 23.1. t/m 23.3., dan zal slechts het hoogste eigen risico worden toegepast, zonder dat er sprake zal zijn van cumulatie.
24. Schadevaststelling
24.1. OVZ verzekeringen heeft het recht om (een deel van) de schade in natura te vergoeden. De omvang van (het deel van) de schade wordt dan vastgesteld op het bedrag van de natura vergoeding. De omvang van (het deel van) de schade waarvoor OVZ verzekeringen gebruik maakt van haar recht deze in natura te vergoeden wordt vastgesteld door OVZ verzekeringen of een door haar aan te wijzen bedrijf of expert;
24.2. indien en voor zover OVZ verzekeringen geen gebruik maakt van haar recht om over te gaan tot vergoeding in natura, wordt de omvang van de schade vastgesteld op het verschil tussen de waarde (zie art. 24.3.) onmiddellijk vóór en onmiddellijk ná de gebeurtenis of - naar keuze van OVZ verzekeringen - op de herstelkosten onmiddellijk ná de gebeurtenis, van die zaken die naar het oordeel van de expert(s) voor herstel vatbaar zijn;
24.3. als waarde onmiddellijk vóór de gebeurtenis zal worden aangehouden:
24.3.1. het bedrag van de voortaxatie: indien uit het polisblad en/of polisaanhangsel blijkt dat sprake is van verzekering op basis van een geldende voortaxatie;
24.3.2. de herbouwwaarde, mits verzekeringnemer binnen twee jaar tot herbouw op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming overgaat,
alsmede op voorwaarde dat verzekeringnemer van herbouw of herstel binnen één jaar na de schadedatum schriftelijk mededeling aan OVZ verzekeringen heeft gedaan;
24.3.3. de verkoopwaarde, indien verzekeringnemer niet herbouwt of niet binnen één jaar schriftelijk mededeling doet van herbouw of indien:
a. het gebouw (of een als zelfstandig aan te merken deel ervan) geheel of grotendeels leeg stond;
b. het gebouw buiten gebruik was voor een aanééngesloten periode die naar verwachting langer dan twee maanden zou hebben geduurd en het bovendien te koop stond aangeboden;
c. het gebouw geheel of gedeeltelijk gekraakt was, tenzij verzekeringnemer een herbouwplicht heeft;
bij schaderegeling op basis van verkoopwaar- de zal geen rekening gehouden worden met een eventuele voortaxatie. In ieder geval wordt van de herbouwwaarde uitgegaan, indien deze lager is dan de verkoopwaarde;
24.3.4. de sloopwaarde, indien:
a. verzekerde voor de schade al het voornemen had het gebouw af te breken;
b. het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening;
24.3.5. dagwaarde: in geval van schade aan terrein- afscheidingen, schuurtjes en tuinhuisjes.
25. Schade-uitkering
25.1. Indien ten tijde van het evenement de waarde van de objecten niet ten volle was verzekerd, worden de schade en de kosten, met uitzondering van de kosten genoemd in art. 19.2.3., slechts vergoed in evenredigheid van het verzekerde bedrag tot de volle waarde;
25.2. verzekerde som vastgesteld middels de Herbouwwaarde- meter voor Woningen van het Verbond van Verzekeraars:
25.2.1. indien uit het polisblad en/of polisaanhangsel blijkt, dat de verzekerde som van het gebouw
c.q. de gebouwen is vastgesteld door invulling van een Herbouwwaarde-meter voor Woningen, volgens de daarin vermelde aanwijzingen, zal OVZ verzekeringen geen beroep doen op art. 25.1. en wordt de volle waarde geacht te zijn verzekerd, doch met een maximum van 200% van het verzekerde bedrag uitgaande van het moment direct voorafgaande aan de schade veroorzakende gebeurtenis;
25.2.2. de in de polisvoorwaarden dan wel op het polisblad en/of polisaanhangsel genoemde maximale vergoedingen blijven onverminderd van kracht;
25.2.3. indien art. 25.2.1. van toepassing is zal de in art. 22.2. genoemde overdekking niet van toepassing zijn;
25.2.4. art. 25.2.1. blijft slechts van kracht indien verzekeringnemer op verzoek van OVZ verzekeringen opnieuw een Herbouwwaarde- meter voor Woningen invult. OVZ
verzekeringen kan in ieder geval een dergelijk verzoek doen:
a. na verhuizing van verzekeringnemer;
b. indien bouwkundige of andere wijzigingen aan het woonhuis zijn voltrokken die van invloed zijn op de factoren die bepalend zijn voor de berekening van de herbouwwaarde;
c. nadat door verzekeringnemer m.b.t. de woning een schadeclaim is ingediend;
d. na verloop van 5 jaren nadat de laatste opgave is ontvangen;
25.2.5. de dekking volgens art. 25.2.1. vervalt indien:
a. blijkt dat de verzekerde som te laag is als gevolg van het onjuist invullen van de Herbouwwaarde-meter voor Woningen;
b. indien verzekeringnemer OVZ verzekeringen niet in kennis heeft gesteld van diens verhuizing of van eventuele bouwkundige of andere wijzigingen van het woonhuis welke van invloed zijn op de factoren die bepalend zijn voor de berekening van de herbouwwaarde;
c. OVZ verzekeringen na een verzoek daartoe aan de verzekeringnemer geen nieuwe opgave ontvangt; in het laatste geval vervalt de dekking volgens art.
25.2.1. 60 dagen nadat het eerste verzoek aan verzekeringnemer is gedaan;
25.2.6. indien de dekking op grond van art. 25.2.5. vervalt worden eventuele schade-uitkeringen op basis van art. 25.1. vastgesteld;
25.3. verbrugging (bij verzekering van meer dan één onderdeel):
25.3.1. indien bij schade blijkt dat de verzekerde objecten waarvoor een hoger tarief is toegepast oververzekerd zijn, zal dit overschot aan de onderverzekerde objecten, waarvoor een lager of gelijk tarief is vastgesteld, ten goede komen naar verhouding van de te constateren tekorten;
25.3.2. het bovenstaande is tevens van toepassing indien op hetzelfde risicoadres meer soortgelijke verzekeringen bij OVZ verzekeringen lopen.
26. Overgang van het belang
26.1. Bij verkoop of eigendomsoverdracht van de verzekerde objecten blijft de dekking nog 1 maand van kracht; daarna alleen als de nieuwe eigenaar met OVZ verzekeringen overeenkomt de verzekering op zijn naam voort te zetten; de verzekering vervalt onmiddellijk indien en vanaf het moment dat de nieuwe eigenaar het object elders verzekert;
26.2. wijziging van handelsnaam of rechtsvorm brengt geen wijziging in de rechten en plichten van partijen, evenmin het deelnemen in, het treden uit of het overdragen van aandelen in een vennootschap of gemeenschappelijk eigendom.
RUBRIEK B: BIJZONDERE BEPALINGEN OVZ INBOEDELVERZEKERING
De bijzondere bepalingen voor de OVZ inboedelverzekering, of delen daarvan, zijn alleen dan van kracht indien deze dekking met name op het polisblad en/of polisaanhangsel is/zijn vermeld. Op deze verzekering zijn mede van toepassing de “Algemene bepalingen” zoals verwoord in art. 1. t/m 14. van polisvoor- waarden voor particuliere brandverzekeringen van OVZ verzekeringen.
27. Begripsomschrijvingen
27.1. Inboedel
Alle roerende goederen behorende tot de particuliere huishouding van verzekeringnemer en van elke andere persoon met wie de verzekeringnemer duurzaam in gezinsverband samenwoont, met inbegrip van zonweringen, (schotel-) antennes, huisdieren welke gebruikelijk binnenshuis gehouden worden, gereedschappen voor beroep in loondienst, fietsen en bromfietsen.
Niet tot de inboedel wordt gerekend:
a. geld en geldswaardige papieren;
b. lijfsieraden;
c. ongezette edelstenen en onbewerkte edele metalen;
d. audio- en visuele apparatuur;
e. computerapparatuur;
f. motorrijtuigen, vaartuigen, caravans en aanhang- wagens alsmede de onderdelen, accessoires
en toebehoren hiervan.
27.2. Geld en geldswaardige papieren
Onder geld wordt verstaan: gemunt geld en bankbiljetten, zowel in Nederlandse als buitenlandse valuta, die tot wettig betaalmiddel dienen.
Onder geldswaardige papieren wordt verstaan: alle papier waaraan het economische verkeer een zekere geldswaarde wordt toegekend.
Hiermee wordt gelijkgesteld door een bankinstelling uitgegeven en gegarandeerde (kas)cheques, bankpassen, chipknip, chipper en creditcards.
27.3. Lijfsieraden
Sieraden en horloges die zijn vervaardigd om op of aan het lichaam te worden gedragen en die geheel of ten dele bestaan uit (edel)metaal, gesteente, mineralen, ivoor, (bloed)koraal en andere soortgelijke stoffen, alsmede parels.
27.4. Audio- en visuele apparatuur
Onder audio- en visuele apparatuur wordt verstaan: alle beeld-, geluids-, ontvangst- en zendapparatuur, zoals radio’s, versterkers, platen-, cd- en dvd-spelers, televisietoestellen, band-, cassette-, video- of dvd- recorders, videocamera’s, fototoestellen.
27.5. Computerapparatuur
Onder computerapparatuur wordt verstaan: de computer(s) of andere electronische apparatuur, geschikt voor het invoeren, het uitvoeren en het opslaan van gegevens, alsmede voor het (be)rekenen van en/of met gegevens en
het besturen van diverse programmatuur, met uitzondering van kleine spelcomputers en software.
De hierbij behorende randapparatuur, waaronder ook de bekabeling, alsmede de bij de computer behorende informatiedragers maken deel uit van de computer- apparatuur.
27.6. Tuinmeubilair
Stoelen, tafels en banken met bijbehorende kussens en kleden, alsmede parasols en partytenten welke zijn bedoeld voor het gebruik in de tuin.
27.7. Woonhuis
Het op het polisblad en/of polisaanhangsel genoemde en door verzekeringnemer bewoonde gebouw of appartement, inclusief de voor hem tot huishoudelijk gebruik dienende bijgebouwen op hetzelfde erf of terrein.
27.8. Nieuwwaarde
Onder nieuwwaarde wordt verstaan: het bedrag dat nodig is voor de aanschaf van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
27.9. Dagwaarde
Onder dagwaarde wordt verstaan: de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
27.10. Marktwaarde
Onder marktwaarde wordt verstaan: de prijs die uitdrukking geeft aan de waarde op de inkoopmarkt, vermeerderd met de gemaakte kosten.
28. Dekkingen
28.1. Voor het verzekeren van de huishoudelijke inboedel kan worden gekozen uit twee verschillende verzekeringsvormen, n.l.:
a. extra uitgebreide verzekering (volgens art. 29.);
b. meest uitgebreide dekking (volgens art. 30.).
Let op!
Welke verzekeringsvorm van toepassing is staat vermeld op het polisblad en/of polisaanhangsel.
29. Extra uitgebreide dekking
Indien op het polisblad en/of polisaanhangsel is aangetekend dat de “Extra uitgebreide dekking” van kracht is, dan dekt deze verzekering schade aan of verlies van de inboedel alsmede schade aan of verlies van lijfsieraden, audio-, visuele- en computer- apparatuur, die zich bevind(t)(en) in het op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde woonhuis, veroorzaakt door:
29.1. brand, ongeacht of het evenement veroorzaakt is door eigen gebrek;
29.2. blikseminslag;
29.3. ontploffing, ongeacht of het evenement veroorzaakt is door eigen gebrek;
29.4. luchtverkeer;
29.5. storm;
29.6. diefstal of poging daartoe en de daaruit voortvloeiende beschadiging, met inachtneming van het onderstaande:
29.6.1. diefstal van lijfsieraden is verzekerd tot een maximum van € 2.500,– per gebeurtenis, tenzij nadrukkelijk anders op het polisblad en/of polisaanhangsel is vermeld;
29.6.2. diefstal van audio-, visuele- en computer- apparatuur is gezamenlijk verzekerd tot een maximum van € 10.000,– per gebeurtenis, tenzij nadrukkelijk anders op het polisblad en/of polisaanhangsel is vermeld;
29.6.3. indien de verzekeringnemer het gebouw, of een gedeelte daarvan, heeft gehuurd en voor zover deze schade niet wordt vergoed door de verhuurder of niet verhaalbaar is op een opstalverzekering, is tevens verzekerd schade aan het gebouw bij diefstal of poging daartoe, echter met een maximum van € 1.000,– per gebeurtenis;
29.6.4. tenzij anders overeengekomen geldt ten aanzien van inboedels aanwezig in Amsterdam, ‘s-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht (postcodes 1000 t/m 1116; 2500 t/m 2599; 3000 t/m 3099 en 3500 t/m 3599) het volgende:
29.6.4.1. voor diefstal van audio-, visuele- en computerapparatuur geldt in tegenstelling tot het in art. 29.6.2. bepaalde een maximum van
€ 2.500,– per gebeurtenis. Indien er meer verzekeringen op de inboedel lopen wordt het bedrag ad. € 2.500,– naar verhouding van de verzekerde sommen verminderd;
29.6.4.2. voor diefstal van geld en gelds- waardig papier geldt in tegen- stelling tot het in art. 31.1.2. bepaalde een maximum dekking van € 500,– per gebeurtenis;
29.6.4.3. voor elke schade door diefstal/ inbraak geldt een eigen risico van
€ 250,– per gebeurtenis (niet van kracht voor diefstal na braak uit een goed afgesloten auto);
29.7. vandalisme, gepleegd door iemand die wederrechtelijk is binnengedrongen, mits braak aan het gebouw aantoonbaar is;
29.8. afpersing en gewelddadige beroving of poging daartoe;
29.9. plunderingen, rellen, relletjes en opstootjes, zijnde incidentele geweldsmanifestaties, alsmede schade veroorzaakt door ongeregeldheden bij werkstakingen;
29.10. aanrijding en aanvaring;
29.11. olie onvoorzien gestroomd uit een centrale verwarmingsinstallatie of uit op een schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallatie met bijbehorende leidingen en tanks;
29.12. rook en roet plotseling en onvoorzien uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmingsinstallatie;
29.13. omvallen van kranen, heistellingen of bomen op het gebouw waarin de inboedel zich bevindt;
29.14. neerslag (regen, sneeuw, hagel) en smeltwater, onvoorzien binnengedrongen, mits niet binnengekomen door openstaande ramen, luiken of deuren of binnengedrongen via de begane grond;
29.15. water of stoom:
verzekerd is schade veroorzaakt door:
29.15.1. water of stoom, als gevolg van een plotseling defect of als gevolg van springen door bevriezing, onvoorzien gestroomd of over- gelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen aan- en afvoerbuizen van water- leiding en centrale verwarmingsinstallaties en uit daarop aangesloten leidingen, toestellen, installaties en sanitaire voorzieningen, putten of riolen;
29.15.2. indien de verzekeringnemer het gebouw, of een gedeelte daarvan, heeft gehuurd en voor zover deze schade niet wordt vergoed door de verhuurder of niet verhaalbaar is op een opstalverzekering, is in geval van een gedekte schade volgens art. 29.15.1. tevens verzekerd:
29.15.2.1. de kosten van opsporing, breek- en herstelwerkzaamheden van muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw noodzakelijk na een breuk van de waterleiding of centrale verwarmingsinstallaties;
29.15.2.2. de kosten gemaakt ter herstel van leidingen, installaties en sanitaire voorzieningen bij waterschade ten gevolge van springen door bevriezing;
29.15.3. water onvoorzien gestroomd uit een aquarium, inclusief de schade aan een aquarium en de inhoud ervan in geval van breuk;
29.15.4. water onvoorzien gestroomd uit een waterbed;
29.15.5. schade door grondwater, mits binnen- gedrongen via afvoerleidingen en de daarop aangesloten toestellen en installaties;
29.16. scherven van ruiten en spiegels;
29.17. inductie en/of overspanning als gevolg van blikseminslag;
29.18. zengen, schroeien, smelten, verkolen of broeien tengevolge van aanraking met of hittestraling door een brandend, gloeiend of heet voorwerp, met uitzondering van schade bestaande uit het doorbranden van elektrische apparaten.
29.19 terrorismerisico; voor schade als gevolg van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met het “terrorismerisico” is de uitkeringsplicht van OVZ verzekeringen onder deze verzekering beperkt tot het bedrag van de uitkering die OVZ verzekeringen ter zake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT).
30. Meest uitgebreide dekking
Indien op het polisblad en/of polisaanhangsel is aangetekend dat de “Meest uitgebreide dekking” van kracht is, dan dekt deze verzekering schade aan of verlies van de inboedel die zich bevindt in het op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde woonhuis, veroorzaakt door de in art. 29. genoemde schadeoorzaken alsmede door:
30.1. ieder ander plotseling van buiten komend onheil;
in geval van schade onder deze dekking is een eigen risico van toepassing volgens art. 35.1. van deze voorwaarden.
31. Uitbreiding van de dekking
31.1. Boven het verzekerd bedrag, voor elke rubriek apart tot maximaal 10% van de verzekerde som, voor zover noodzakelijk gemaakt in verband met een gedekt evenement, zijn meeverzekerd:
31.1.1. opruimingskosten;
31.1.2. schade door het verloren gaan van geld en geldswaardig papier, zowel in eigendom van verzekeringnemer als onder diens berusting, is in het woonhuis van verzekeringnemer verzekerd tegen schade als gevolg van een gedekt evenement volgens art. 29., tot een maximum van € 1.000,– per gebeurtenis. Schade als gevolg van diefstal buiten het woonhuis van verzekeringnemer is slechts gedekt indien er sprake is van gewelddadige beroving of afpersing, eveneens tot een maximum van € 1.000,– per gebeurtenis. Vergoeding wordt verleend indien en voorzover de betrokken (bancaire) instelling geen schade vergoedt en verzekerde de voorschriften die door de (bancaire) instelling zijn gesteld voor het gebruik daarvan heeft nageleefd;
31.1.3. de redelijke uitgaven verband houdend met een gedwongen verblijf elders en de kosten van transport en opslag van de verzekerde inboedel, indien (een gedeelte van) het gebouw, waarin de inboedel zich bevindt, onbruikbaar is geworden ten gevolge van een gedekt evenement. De kosten als gevolg van een gedwongen verblijf elders worden uitgekeerd gedurende de periode welke nodig is voor herbouw of herstel van het woonhuis van verzekeringnemer, doch maximaal over een periode van 52 weken. Indien het woonhuis niet wordt hersteld, worden de kosten als gevolg van een gedwongen verblijf elders ten hoogste over een periode van maximaal 10 weken uitgekeerd.
31.1.4. kosten, voor zover voor rekening van verzekeringnemer als huurder van het gebouw (of een gedeelte daarvan) en niet door een andere verzekering worden gedekt:
31.1.4.1. extra kosten die het gevolg zijn van noodzakelijke verbeteringen, nood- voorzieningen en veiligheidsmaat- regelen, die de verzekeringnemer ten gevolge van een gedekt evenement op last van de overheid moet aanbrengen;
31.1.4.2. schade aan de tuinaanleg en beplanting, behorende bij het woonhuis waarin de inboedel zich bevindt, ten gevolge van een gedekt evenement volgens art. 29., met uitzondering van storm, neerslag, diefstal en inbraak of poging daartoe, vandalisme, plunderingen, het kappen of snoeien van bomen;
31.1.4.3. schade aan apparaten en/of installa- ties, toebehorend aan publieke (nuts)bedrijven in het gebouw waarin de inboedel zich bevindt, ten gevolge van een gedekt evenement, mits deze op grond van de handels- of leveringsvoorwaar- den van het betreffende (nuts) bedrijf niet door deze worden vergoed en het betreffende apparaat of de installatie op grond van de genoemde voorwaarden voor reke- ning van verzekeringnemer komen;
31.1.4.4. schade ten gevolge van een gedekt evenement aan verbeteringen, veranderingen en uitbreidingen die door of voor rekening van de verzekeringnemer zijn aangebracht, zoals:
a. behang, wit-, schilder-, metsel- en tegelwerk;
b. centrale verwarmings-, keuken- en sanitaire installaties;
c. betimmeringen en vloerbedek- king (parket, laminaat e.d.);
31.1.4.5. schade aan terreinafscheidingen, schuurtjes en tuinhuisjes als gevolg van een gedekt evenement volgens art. 29.
Indien, in het geval van terreinaf- scheidingen, sprake is van geza- menlijk eigendom met “buren”, zal slechts het aandeel van verzeke- ringnemer voor vergoeding in aanmerking komen.
31.2. Boven het verzekerd bedrag en voor zover noodzakelijk gemaakt in verband met een gedekt evenement zijn eveneens volledig meeverzekerd:
31.2.1. de bereddingskosten;
31.2.2. de salvagekosten;
31.2.3. de kosten van de deskundigen voor de vaststelling van de schade, met dien verstande dat de vergoeding van de kosten van de door de verzekerde te benoemen deskundige niet meer zal bedragen dan de kosten van de door OVZ verzekeringen benoemde deskundige. Zie eveneens art. 4.1.
31.3. Tevens is verzekerd schade aan of verlies van de verzekerde inboedel in geval van:
31.3.1. koelschade, tot een maximum van € 1.250,– per gebeurtenis, aan de inhoud van koelkasten en diepvriezers door bederf ten gevolge van storing in de koel- of vriesinrichting of stroomuitval langer dan 6 uur;
31.3.2. de kosten van noodzakelijke vervanging van gelijkwaardige sloten na diefstal of beroving van de huissleutel(s), tot maximaal € 250,– per gebeurtenis;
31.3.3. schade aan brom- en snorfietsen als gevolg van een gedekt evenement volgens art. 29., mits aanwezig in het op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde woonhuis;
31.3.4. schade aan of tenietgaan van aanhangwagens en vaartuigen, alsmede aan losse onderdelen en accessoires van motorrijtuigen, caravans, aanhangwagens en vaartuigen als gevolg van een gedekt evenement volgens art. 29., tot een maximum van € 1.000,– per gebeurtenis. Deze dekking is slechts van kracht voor zaken niet dienende tot beroep of bedrijf van verzekeringnemer en mits aanwezig in het op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde woonhuis.
32. Zaken elders aanwezig
32.1. Deze verzekering is tevens van kracht voor schade aan of verlies van de inboedel in bijgebouwen, trappenhuizen en kelderboxen behorende tot het op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde woonhuis, echter voor wat betreft schade door diefstal en vandalisme slechts indien sprake is van braakschade aan de ruimte waarin de beschadigde of gestolen inboedel zich ten tijde van de schade bevindt;
32.2. ten aanzien van inboedel die zich, gedurende maximaal 90 dagen aanééngesloten, elders bevindt gelden de volgende bepalingen:
32.2.1. binnen Nederland in andere woonhuizen, mits bewoond, is de inboedel verzekerd tegen alle verzekerde evenementen;
32.2.2. binnen Nederland in andere gebouwen is de inboedel, tot maximaal 25% van de verzekerde som, verzekerd tegen schade als gevolg van:
32.2.2.1. brand, blikseminslag, ontploffing, luchtverkeer en storm;
32.2.2.2. diefstal en vandalisme indien sprake is van braakschade aan de ruimte waarin de inboedel zich ten tijde van de schade bevindt;
32.2.2.3. aanrijding en aanvaring;
32.2.2.4. omvallen van kranen, heistellingen of bomen op het gebouw waarin de inboedel zich bevindt;
32.2.2.5. schroeien, zengen en smelten volgens art. 29.18.;
32.2.3. binnen Nederland buiten gebouwen is de in- boedel, tot maximaal 10% van de verzekerde som, verzekerd tegen schade als gevolg van:
32.2.3.1. brand, bikseminslag, ontploffing en luchtverkeer;
32.2.3.2. afpersing, gewelddadige beroving of poging daartoe;
32.2.4. buiten Nederland, doch binnen Europa is de inboedel, tot maximaal 10% van de verzeker- de som, verzekerd tegen de schade van als gevolg van brand, blikseminslag, ontploffing en luchtverkeer;
32.3. de tot de inboedel behorende tuinmeubelen, tuingereed- schap, vlaggenstokken en wasgoed zijn verzekerd tegen schade door diefstal en vandalisme, indien deze zich in de tuin of op het terrein van het op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde woonhuis bevinden;
32.4. de inboedel die zich bevindt in een deugdelijk afgesloten auto is verzekerd tegen schade door brand, blikseminslag, ontploffing, luchtverkeer, storm en diefstal indien men zich door middel van het openbreken van de auto de toegang heeft verschaft;
de maximum dekking voor schade aan inboedel in een deugdelijk afgesloten auto bedraagt € 250,– per gebeurtenis;
32.5. tijdens verhuizing van de gehele inboedel binnen Nederland is de inboedel, behalve tegen de in art. 32.2.3. genoemde gevaren, eveneens verzekerd tegen:
a. schade als gevolg van een verkeersongeval aan het vervoermiddel overkomen;
b. het breken van hijsgerei of het uit de strop schieten tijdens het laden of lossen;
c. diefstal, echter met een maximum van € 1.000,– per gebeurtenis.
33. Vaststelling van het verzekerde bedrag
De verzekeringnemer stelt het verzekerde bedrag vast. Tenzij anders op het polisblad en/of polisaanhangsel is vermeld vormt de nieuwwaarde van de verzekerde inboedel het verzekerde bedrag.
34. Indexering van het verzekerde bedrag
Jaarlijks wordt per premievervaldag het verzekerde bedrag, en als gevolg daarvan de premie, verhoogd of verlaagd of ongewijzigd gelaten overeenkomstig het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde “waarde-indexcijfer van inboedels”. Indien bij schade blijkt, dat de waarde van de inboedel hoger is dan het op de laatste premievervaldag overeenkomstig het indexcijfer vastgestelde verzekerde bedrag, dan wordt voor de regeling van de schade het verzekerde bedrag verhoogd met maximaal 25%.
35. Eigen risico
35.1. Eigen risico in geval schade onder “Meest uitgebreide dekking”
Indien er schade wordt geclaimd welke is veroorzaakt door een gebeurtenis welke alleen gedekt is onder de “meest uitgebreide dekking” volgens art. 30.1. van deze polisvoorwaarden, dan is er een eigen risico van toepassing van € 70,– per gebeurtenis.
35.2. Vrijwillig eigen risico
Indien uit het polisblad en/of polisaanhangsel blijkt, dat verzekeringnemer heeft gekozen voor een vrijwillig eigen risico, dan is dit vrijwillig eigen risico van toepassing op alle geclaimde schaden onder deze dekking.
35.3. Cumulatie van eigen risico’s
Indien op één en dezelfde geclaimde schade meerdere eigen risico’s van toepassing kunnen worden verklaard volgens de art. 35.1. en 35.2., dan zal slechts het hoogste eigen risico worden toegepast, zonder dat er sprake zal zijn van cumulatie.
36. Schadevaststelling
36.1. OVZ verzekeringen heeft het recht om (een deel van) de schade in natura te vergoeden. De omvang van (het deel van) de schade wordt dan vastgesteld op het bedrag van de natura vergoeding. De omvang van (het deel van) de schade waarvoor OVZ verzekeringen gebruik maakt van haar recht deze in natura te vergoeden wordt vastgesteld door OVZ verzekeringen of een door haar aan te wijzen bedrijf of expert;
36.2. indien en voor zover door OVZ verzekeringen geen gebruik wordt gemaakt van haar recht de schade in natura te vergoeden en indien op het polisblad en/of polisaanhangsel geen andere waardemaatstaf wordt overeengekomen, wordt de schade als volgt vastgesteld:
36.2.1. het verschil tussen de “waarde” (zie art. 36.3.) onmiddellijk vóór en onmiddellijk ná de schadeveroorzakende gebeurtenis of, naar keuze van OVZ verzekeringen, de herstel- kosten onmiddellijk ná de schadeveroor- zakende gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de expert(s) voor herstel vatbaar zijn. Bij verzekering op basis van nieuwwaarde worden eventuele herstelkosten vermeerderd met een door de schadeveroor- zakende gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering;
36.3. als waarde onmiddellijk voor de schadeveroorzakende gebeurtenis zal worden aangehouden:
36.3.1. het bedrag van de voortaxatie: indien uit het polisblad en/of polisaanhangsel blijkt dat sprake is van verzekering op basis van een geldende voortaxatie;
36.3.2. de dagwaarde:
in geval van xxxxxx aan:
a. voorwerpen, waarvan de dagwaarde voor het evenement minder bedroeg dan 40% van de nieuwwaarde;
b. voorwerpen, onttrokken aan het gebruik van verzekerde waartoe zij waren bestemd;
c. brom- en snorfietsen;
d. zonwering(en) en antennes;
e. terreinafscheidingen, schuurtjes en tuinhuisjes;
36.3.3. de marktwaarde: in geval van schade aan voorwerpen met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde;
36.3.4. de nieuwwaarde: in alle andere gevallen.
37. Schade-uitkering
37.1. Indien ten tijde van het evenement de waarde van de inboedel niet ten volle was verzekerd, worden de schade en de kosten, met uitzondering van de kosten genoemd in art. 31.2.3., slechts vergoed in evenredigheid van het verzekerde bedrag tot de volle waarde;
37.2. verzekerde som vastgesteld middels Inboedel Waarde Meter:
37.2.1. Indien uit het polisblad en/of polisaanhangsel blijkt, dat de verzekerde som van de inboedel
is vastgesteld door invulling van een Inboedel Waarde Meter volgens de daarin vermelde aanwijzingen, zal OVZ verzekeringen geen beroep doen op art. 37.1. en wordt de volle waarde geacht te zijn verzekerd, doch met een maximum van 200% van het verzekerde bedrag uitgaande van het moment direct voorafgaande aan de schadeveroorzakende gebeurtenis;
37.2.2. de in de polisvoorwaarden dan wel op het polisblad en/of polisaanhangsel genoemde maximale vergoedingen blijven onverminderd van kracht;
37.2.3. indien art. 37.2.1. van toepassing is zal de in art. 34. genoemde overdekking van 25% niet van toepassing zijn;
37.2.4. art. 37.2.1. blijft slechts van kracht indien de verzekeringnemer op verzoek van OVZ verzekeringen opnieuw een opgave van de samenstelling en de omvang van de inboedel doet. OVZ verzekeringen kan in ieder geval een dergelijk verzoek doen:
a. na verhuizing van verzekeringnemer;
b. bij wijziging van de gezinssamenstelling van verzekeringnemer;
c. nadat door verzekeringnemer m.b.t. de verzekerde inboedel een schadeclaim is ingediend;
d. na verloop van 5 jaren nadat de laatste opgave is ontvangen;
37.2.5. de dekking volgens art. 37.2.1. vervalt indien blijkt dat de verzekerde som te laag is als gevolg van het onjuist invullen van de Inboedel Waarde Meter alsmede indien OVZ verzekeringen na een verzoek daartoe aan de verzekeringnemer geen nieuwe opgave ontvangt. In het laatste geval vervalt art.
37.2.1. 60 dagen nadat het eerste verzoek aan verzekering- nemer is gedaan. Eventuele schade-uitkeringen worden in beide situaties vervolgens op basis van art. 37.1. vastgesteld;
37.3. de verzekeringnemer kan recht op uitkering doen gelden, nadat hij zijn rechten met betrekking tot de verzekerde inboedel tot het bedrag van de schadevergoeding aan OVZ verzekeringen heeft overgedragen.
De verzekeringnemer is gehouden van deze overdracht zodanig schriftelijk bewijs te geven als OVZ verzekeringen mocht verlangen.
38. Verhuizing
38.1. Indien de verzekerde inboedel wordt overgebracht naar een ander woonhuis in Nederland, is de verzekeringnemer verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan OVZ verzekeringen;
38.2. de verzekering blijft onverminderd van kracht als het nieuwe woonhuis in dezelfde regio is gelegen en dezelfde bouwaard en dekking heeft als het gebouw waarin de verzekerde inboedel zich oorspronkelijk bevond, tenzij OVZ verzekeringen binnen 2 maanden na de kennisgeving schriftelijk heeft verklaard de verzekering niet op dezelfde condities voort te willen zetten;
38.3. bij overbrenging van de inboedel naar een ander woonhuis van een afwijkende bouwaard of dekking dan wel in een andere regio dan wordt de verzekering voortgezet tegen de standaard premie en condities die gelden voor die andere constructie of regio ten tijde van de adreswijziging, tenzij OVZ verzekeringen binnen 2 maanden na de kennisgeving schriftelijk heeft verklaard de verzekering niet op dezelfde condities voort te willen zetten;
38.4. indien OVZ verzekeringen binnen 2 maanden na de verhuizing heeft verklaard de verzekering niet op dezelfde condities voort te willen zetten, eindigt deze in dat geval 14 dagen na de dag waarop het besluit tot beëindiging aan de verzekeringnemer is medegedeeld.
RUBRIEK C: BIJZONDERE BEPALINGEN OVZ GLASVERZEKERING
De bijzondere bepalingen voor de OVZ glasverzekering, of delen daarvan, zijn alleen dan van kracht indien deze dekking met name op het polisblad en/of polisaanhangsel is/zijn vermeld. Op deze verzekering zijn mede van toepassing de “Algemene bepalingen” zoals verwoord in art. 1. t/m 14. van polisvoorwaarden voor particuliere brandverzekeringen van OVZ verzekeringen.
39. Begripsomschrijvingen
39.1. Glas
Onder glas wordt verstaan: ruiten aanwezig in deuren en ramen alsmede kunststof lichtkoepels en kunststof dakramen, voor zover dienende tot lichtdoorlating.
Tenzij uitdrukkelijk anders op het polisblad en/of polis- aanhangsel is vermeld heeft deze verzekering geen betrekking op:
a. glas in windschermen, op balkons, in trappenhuizen in portieken of in terreinafscheidingen;
b. op het glas aangebrachte beschilderingen, opschriften, versieringen, etswerk, beletteringen en zonwerende folie;
c. gebogen, bewerkt, gehard of gelaagd glas, spiegel- draadglas, gebrandschilderd glas of glas in lood;
d. liggend glas met een oppervlakte van meer dan 1 m2;
e. ruiten die met speciale voorzieningen (hangsteiger, stelling, kraan en dergelijke) geplaatst moeten worden.
40. Dekking
Indien op het polisblad en/of polisaanhangsel is aangetekend dat de “glasverzekering” van kracht is, dan geschiedt deze verzekering tegen schade aan het glas aanwezig in het op het polisblad en/of polisaanhangsel vermelde gebouw op grond van de volgende voorwaarden:
40.1. de verzekering dekt schade aan het verzekerde glas tengevolge van breuk, veroorzaakt door een onzeker voorval. In geval van een gedekte schade worden eveneens vergoed de inzetkosten van het glas en de kosten voor het aanbrengen van noodvoorzieningen uitgevoerd met board, hout of soortgelijk materiaal tot maximaal
€ 100,– per gebeurtenis. Indien noodzakelijk wordt, slechts na goedkeuring van OVZ verzekeringen of een door haar aan te wijzen bedrijf of expert, een hoger bedrag aan noodvoorzieningen vergoed.
40.2. terrorismerisico; voor schade als gevolg van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met het “terrorismerisico” is de uitkeringsplicht van OVZ verzekeringen onder deze verzekering beperkt tot het bedrag van de uitkering die OVZ verzekeringen ter zake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de Nederlandse Herverzeke- ringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT).
41. Bijzondere uitsluitingen glasverzekering
Behalve de algemene uitsluitingen in art. 13.1., 13.2.1. t/m 13.2.3. en 13.3. is onder deze verzekering eveneens geen dekking indien er schade is ontstaan:
41.1. aan glas in gebouwen die leegstaan of gekraakt zijn;
41.2. aan glas in gebouwen die in aanbouw zijn of die verbouwd worden, tenzij verzekerde aantoont dat de schade niet het gevolg is van het in aanbouw zijn of het verbouwd worden van het gebouw;
41.3. aan glas ontstaan tijdens verplaatsing, bewerking of verandering;
41.4. als gevolg van constructiefouten of slecht onderhoud.
42. Schadevaststelling en schade-uitkering
42.1. OVZ verzekeringen heeft het recht om (een deel van) de schade in natura te vergoeden. De omvang van (het deel van) de schade wordt dan vastgesteld op het bedrag van de natura vergoeding. De omvang van (het deel van) de schade waarvoor OVZ verzekeringen gebruik maakt van haar recht deze in natura te vergoeden wordt vastgesteld door OVZ verzekeringen of een door haar aan te wijzen bedrijf of expert;
42.2. indien en voor zover OVZ verzekeringen geen gebruik maakt van haar recht om over te gaan tot vergoeding in natura, wordt de omvang van de schade vastgesteld op basis van de herstelkosten, eventueel vermeerderd met de inzetkosten en de kosten van de getroffen noodvoor- zieningen;
42.3. zonder voorafgaande toestemming van de maatschappij mogen gebroken ruiten worden vervangen, mits de hieraan verbonden kosten niet hoger zijn dan € 500,– per gebeurtenis. Indien de schade hoger uitvalt dient overleg plaats te vinden met OVZ verzekeringen ten einde deze de mogelijkheid te geven van te voren een expert in te schakelen.
43. Indexering
De premie voor de glasverzekering maakt onderdeel uit van de premie voor de opstal- of de inboedelverzekering. Jaarlijks wordt de premie voor de glasverzekering per de premievervaldag aangepast met hetzelfde percentage als dat waarmee de opstal- of inboedelpremie wordt aangepast op grond van het van toepassing zijnde indexcijfer.