VESTIGING OPSTALRECHT
VESTIGING OPSTALRECHT
Heden, +, verschenen voor mij, xx. Xxxxx xxx xx Xxxxxxxxxxxxx, notaris te Oegstgeest:
1. +, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van de publiekrechtelijk rechtspersoon: Gemeente Oegstgeest, gevestigd te Oegstgeest, kantoorhoudende aldaar aan de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 AN, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 50025929; de gemeente Oegstgeest hierna te noemen: de grondeigenaar;
2. +, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Christelijke Korfbalvereniging Fiks, statutair gevestigd te Oegstgeest, xxxxxxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40445736;
de Christelijk Korfbalvereniging Fiks hierna te noemen: de opstaller.
De comparanten, handelend als gemeld:
1. Overwegingen vooraf/overeenkomst tot vestiging opstalrecht
De comparanten, handelend als gemeld, verklaren vooraf als volgt:
- dat de grondeigenaar eigenaar is van de percelen kadastraal bekend gemeente Oegstgeest sectie B nummer 3348, 3480 en 4079;
- dat de eerder tussen de comparanten gesloten overeenkomst voor het vestigen van een opstalrecht op de percelen 3348 en 3480, verleden op achtentwintig februari negentienhonderdvijfenzeventig (28-02-1975) voor een waarnemer van A.A.C. Xxxxxxx, destijds notaris te Katwijk op eenendertig december tweeduizend elf (31-12- 2011) door tijdsverloop is beëndigd;
- aangezien voormeld recht van opstal is beëindigd zal deze inschrijving worden doorgehaald bij de openbare registers ten kantore van de landelijke Dienst voor het kadaster en de Openbare Registers;
- dat de opstaller op gemelde percelen aan de Xxx Xxxxxxxxxxxxx 00X, 0000 XX Xxxxxxxxxx een verenigingsgebouw heeft;
- dat de comparanten een nieuw recht van opstal wensen te vestigen;
- dat met ondertekening van deze akte de genoemde overeenkomst is komen te vervallen.
- dat de grondeigenaar en de opstaller blijkens een overeenkomst van twee oktober tweeduizend zeventien (02-10-2017) overeengekomen een recht van opstal te vestigen, waarvan een kopie aan deze akte is gehecht;
2. Vestiging opstalrecht
Vervolgens verklaart de grondeigenaar door middel van deze akte, ter uitvoering van de overeenkomst, het zelfstandig opstalrecht als bedoeld in artikel 5:101 van het Burgerlijk Wetboek, tot het in eigendom hebben
van een verenigingsgebouw in gebruik als kantine-, op het registergoed,
–hierna te noemen: “het opstalrecht”- zoals hierna sub 3. nader omschreven, te vestigen ten behoeve van de comparant sub 2., die verklaart de vestiging van het opstalrecht op het hierna sub 3. omschreven registergoed te aanvaarden.
Het bepaalde in de overeenkomst blijft tussen grondeigenaar en opstaller onverkort van kracht, tenzij daarvan bij deze akte nadrukkelijk is afgeweken.
3. Omschrijving registergoed
Ter uitvoering van voormelde overeenkomst geeft de grondeigenaar in opstal aan de opstaller, die in opstal aanneemt het zakelijk recht van opstal van een verenigingsgebouw in gebruik als kantine op een drietal percelen grond, plaatselijk bekend Xxx Xxxxxxxxxxxxx 00X, 0000 XX Xxxxxxxxxx, kadastraal bekend:
- Gemeente Oegstgeest, sectie B, nummer 3348, groot een are en vijfenvijftig centiare (1 a 55 ca);
- Gemeente Oegstgeest, sectie B, nummer 3480, groot negentien centiare (19 ca);
- Gemeente Oegstgeest, sectie B nummer 4079 (gedeeltelijk), ongeveer groot zesendertig centiare (36 ca);
hierna tezamen te noemen: het registergoed.
Gemeld gedeelte van het perceel 4079, waarop het recht van opstal betrekking heeft is op de aan deze akte gehechte situatietekening indicatief aangegeven.
4. Wijze van voorafgaande eigendomsverkrijging
De grondeigenaar verklaart en staat er voor in dat hij de eigendom van het registergoed waarop het opstalrecht betrekking heeft, heeft verkregen.
5. Erfdienstbaarheden/kettingbedingen/kwalitatieve rechten en plichten en dergelijke
a. Het opstalrecht op de hiervoor onder sub 3 vermelde registergoederen wordt verkregen met alle erfdienstbaarheden, zowel die ten nutte als ten laste van het registergoed en alle eventuele andere beperkte rechten en kettingbedingen alsmede met alle kwalitatieve rechten en verplichtingen die op de andere zaak betrekking hebben.
b. In dit verband wordt vermeld dat de grondeigenaar er voor in staat dat derden geen recht(en) op het in deze akte omschreven perceel hebben, die de uitoefening van de bij deze overeenkomst door de opstaller bedongen rechten kunnen belemmeren.
c. Op het perceelsnummer 4079 rust blijkens de basisregistratie Kadaster en het gemeentelijke beperkingenregister de volgende publiekrechtelijke beperking: Kennisgeving, vordering, bevel of beschikking, Wet bodembescherming. Betrokken bestuursorgaan, de Provincie: Zuid-Holland, ontleend aan de inschrijving ten kantore van de landelijke Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers op
twintig mei tweeduizend tien (20-05-2010) in register 4, deel 58311 nummer 107.
d. Blijkens het gemeentelijke beperkingenregister rusten er geen voorkeursrechten ingevolge de Wet voorkeursrecht gemeenten op het registergoed.
6. Tegenprestatie/retributie
Opstaller is aan grondeigenaar geen vergoeding verschuldigd wegens de vestiging van het opstalrecht.
Er is jaarlijks door de opstaller per kalenderjaar bij vooruitbetaling in januari, voor het eerst op één januari tweeduizend achttien (01-01-2018) een retributie verschuldigd, als volgt:
a. Per één januari tweeduizend achttien (01-01-2018): een bedrag ad zeshonderdvijfenveertig euro en vijfenzeventig cent (€ 645,75) ( te weten een/vierde deel van de totale retributie);
b. Per één januari tweeduizend negentien (01-01-2019): een bedrag ad eenduizend tweehonderdtweeënnegentig euro en vijftig cent
(€ 1.292,50) (te weten een/tweede deel van de totale retributie);
c. Per één januari tweeduizend twintig (01-01-2020): een bedrag ad eenduizend negenhonderdzevenendertig euro en vijfentwintig cent (€ 1.937,25) (te weten drie/vierde deel van de totale retributie;
d. Vanaf één januari tweeduizend eenentwintig (01-01-2021) elk jaar: tweeduizend vijfhonderddrieëntachtig euro (€ 2.583,00).
De in de hiervoor genoemde overeenkomst opgenomen tarieven zijn gebaseerd op de nota's ''Grondprijzen 2011'' en ''Vastgoed onder één dak'' van 2010. Het hanteren van lagere tarieven voor sport(verenigingen), passend binnen de nota ''Vastgoed onder één dak'', is overeenkomstig de inzichten van opstaller te rechtvaardigen.
Voornoemde nota is gebaseerd op kostprijsdekkende tarieven. Ten tijde van het ondertekenen van deze overeenkomst is in behandeling de Sportnota 2018, ''Samen in beweging'', waarin onder meer de niet- kostprijsdekkende tarieven voor het recht van opstal voor sportverenigingen opnieuw zullen worden bepaald. Indien en voor zover in voornoemde Sportnota of de daarvoor in de plaatsgekomen sportnota lagere tarieven worden vastgelegd, zullen deze lagere tarieven per datum van het daartoe strekkende besluit worden toegepast voor de resterende looptijd van deze overeenkomst.
7. Bepalingen en bedingen
De volgende bepalingen en bedingen zijn van toepassing op het opstalrecht.
Artikel 1
Het zakelijke recht van opstal wordt verleend voor een periode van vijftien (15) jaren, gerekend te zijn ingegaan op één januari tweeduizend achttien (01-01-2018) en eindigende op eenendertig december tweeduizend tweeëndertig (31-12-2032).
Artikel 2
1. Het perceel mag alleen worden gebruikt ten behoeve van de
instandhouding en exploitatie van het bestaande verenigingsgebouw met verder toe- en aanbehoren. Opstaller is gerechtigd ten behoeve hiervan van het perceel gebruik te maken of te doen maken, zulks met inbegrip van het recht van toegang voor personen en goederen voorzover zulks nodig is voor de instandhouding en exploitatie van de opstal.
2. De grondeigenaar zal bij uitoefening van het recht door de opstaller al zodanige medewerking verlenen als van hem redelijkerwijs kan worden verlangd, behoudens de publiekrechtelijke verplichtingen en bevoegdheden van laatstgenoemde in hoedanigheid van gemeente.
3. Het is de opstaller verboden aan bovenvermelde verenigingsgebouw wijzigingen te doen plaatsvinden zonder schriftelijke toestemming van de grondeigenaar, behoudens de publiekrechtelijke verplichtingen en bevoegdheden van laatstgenoemde in hoedanigheid van gemeente.
4. Commerciële exploitatie van de opstal is niet toegestaan, tenzij partijen anders overeenkomen. Onder commerciële exploitatie wordt verstaan dat sprake is van een onderneming in de zin van de Wet op de Omzetbelasting.
De opstal mag niet worden verhuurd, verpacht of anderszins in beheer of exploitatie worden gegeven aan derden, tenzij partijen anders overeenkomen.
5. Het verenigingsgebouw is reeds verhuurd. Grondeigenaar is bekend met de in de huurovereenkomst opgenomen huurafspraken.
6. Het recht van opstal mag zonder toestemming van de grondeigenaar niet worden vervreemd of bezwaard.
Artikel 3
De opstaller heeft het registergoed waarop het opstalrecht betrekking heeft reeds aanvaard, aangezien de feitelijke terbeschikkingstelling reeds heeft plaatsgevonden.
Artikel 4
1. Het recht van opstal eindigt door verloop van de termijn waarvoor zij is aangegaan.
2. Indien en zodra het recht van opstal eindigt, dan is de opstaller verplicht het perceel in de oorspronkelijke staat op te leveren, tenzij partijen anders overeenkomen. Dit houdt in ieder geval in het verwijderen van de opstal en eventueel (sloop)afval en het zonodig egaliseren en op maaiveldniveau brengen van het terrein, zulks ten genoegen van de grondeigenaar. De kosten hiervan komen voor rekening van de opstaller.
3. De opstaller heeft geen recht op vergoeding van de waarde van nog aanwezige gebouwen, werken en beplantingen ten tijde van de beëindiging, die door hemzelf of een rechtsvoorganger zijn aangebracht of van de grondeigenaar tegen vergoeding van de waarde zijn overgenomen.
4. Indien één der partijen de termijn waarvoor het recht van opstal is
aangegaan wenst te verlengen, dan treedt hij hiervoor in overleg met de wederpartij ten minste één jaar voordat de termijn afloopt.
5. Opzegging van het recht van opstal door de opstaller voordat de termijn waarvoor zij is aangegaan is verstreken is toegestaan. Opzegging dient te geschieden met ingang van de eerste van een kalenderjaar, met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste een (1) jaar.
6. Voorts eindigt het recht van opstal zonder tussenkomst van de rechter door opzegging door de grondeigenaar indien:
a. de opstaller de opstal niet meer in gebruik heeft, danwel de opstal niet meer conform het toegestane gebruik wordt gebruikt;
b. De opstaller in staat van faillissement of liquidatie is geraakt, danwel bij ontbinding van de stichting;
c. De opstaller de bedingen, waaronder het recht van opstal is verleend niet of niet behoorlijk nakomt, zulks ingaande de dag, volgende op de dag waarop exploit, waarbij een van de in dit artikel bedoelde feiten wordt geconstateerd, wordt uitgebracht, met dien verstande dat, ingeval het een ingebreke zijn van de opstaller constateert, gedurende dertig dagen volgende op de dag waarop gemeld exploit is uitgebracht, in gebreke blijft.
7. De grondeigenaar en de opstaller kunnen bij notariële akte, gevolgd door inschrijving van een afschrift of uittreksel van die akte in de openbare registers, afstand doen van het opstalrecht.
8. De opstaller is verplicht bij het eindigen van het recht van opstal er aan mee te werken, dat van het eindigen van het recht zal blijken uit de openbare registers ten kantore van de landelijke Dienst voor het kadaster en de Openbare Registers.
Artikel 5
1. De opstaller is verplicht de opstal afdoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brandschade.
2. Schade welke door of vanwege de opstaller opzettelijk dan wel onopzettelijk aan het verenigingsgebouw of bijbehorende werken is toegebracht, komt voor rekening van de opstaller.
3. Schade welke vanwege het gebruik van het verenigingsgebouw door of vanwege de opstaller aan derden is toegebracht, komt voor rekening van de opstaller.
8. Garanties
De grondeigenaar garandeert:
a. dat hij bevoegd is tot het vestigen van het opstalrecht en dat het registergoed vrij is van retentierecht, hypotheken en beslagen of inschrijvingen daarvan;
b. dat het registergoed thans geheel vrij van pacht en/of van andere aanspraken tot gebruik en ongevorderd is; het registergoed is evenmin zonder recht of titel in gebruik bij derden;
c. - dat hij niet bekend is met feiten die erop wijzen dat het registergoed enige verontreiniging bevat die ten nadele strekt
van het beoogde gebruik door opstaller of die heeft geleid of zou kunnen leiden tot een verplichting tot schoning, dan wel tot het nemen van andere maatregelen;
- dat het hem niet bekend is dat in de bodem tanks voor het opslaan van vloeistoffen aanwezig zijn;
- dat aan hem niet bekend is dat in het registergoed asbest is verwerkt;
d. dat aan hem van overheidswege of door nutsbedrijven geen veranderingen betreffende het registergoed zijn voorgeschreven of aangekondigd (zoals aanschrijvingen ingevolge de Woningwet), welke nog niet zijn uitgevoerd;
e. dat aan hem betreffende het registergoed geen (lopende adviesaanvraag voor) aanwijzing, dan wel aanwijzingsbesluit dan wel registerinschrijving bekend is:
- als beschermd monument in de zin van de Erfgoedwet;
- tot beschermd stads- of dorpsgezicht of voorstel daartoe als bedoeld in de Erfgoedwet;
- door de gemeente of provincie als beschermd stads- of dorpsgezicht;
f. dat aan hem niet bekend is dat het registergoed is opgenomen in een aanwijzing dan wel voorlopige aanwijzing als bedoeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten;
g. dat het registergoed niet is betrokken in een ruilverkavelings- casu quo herinrichtingsplan en niet is gevorderd of in een onteigeningsprocedure betrokken;
h. ten opzichte van derden overigens geen verplichtingen uit hoofde van een voorkeursrecht of optierecht bestaan;
i. dat op het registergoed geen andere dan de gebruikelijke zakelijke belastingen rusten, waarvan de verschenen termijnen zijn voldaan;
j. dat aan hem geen nog niet ingeschreven maar wel voor inschrijving vatbare feiten als bedoeld in artikel 3:17 BW bekend zijn;
k. dat hem niet bekend is dat ten aanzien van het registergoed beschikkingen en/of bevelen in de zin van artikel 55 van de Wet Bodembescherming zijn genomen;
l. dat zijn recht op het registergoed niet voorwaardelijk is en niet onderworpen is aan een tijdsbepaling.
9. Bodemverontreiniging
a. Aan de grondeigenaar is uit niets gebleken dat het perceel enige verontreiniging bevat die ten nadelen strekt van het in de overeenkomst omschreven gebruik door de opstaller of heeft geleid of zou kunnen leiden tot een verplichting tot schoning van het perceel, dan wel het nemen van andere maatregelen.
b. Het risico, dat achteraf blijkt dat nog niet ten tijde van de overdracht gesignaleerde verontreiniging in het registergoed aanwezig is, is voor rekening van de opstaller.
c. Voor zover voor de grondeigenaar enige aansprakelijkheid tegenover
de opstaller voortvloeit uit verontreiniging, geldt deze aansprakelijkheid alleen tegenover de opstaller en niet tegenover diens rechtsopvolgers, zulks eventueel in afwijking van artikel 251 boek 6 BW.
10. Oppervlakte
Verschil tussen de hiervoor vermelde grootte van het perceel waarvoor het opstalrecht zal worden verleend en de werkelijke grootte zal aan geen der partijen enig recht verlenen.
11. Risico
Vanaf het tijdstip van feitelijke levering zoals hierna sub 7 artikel 3 bedoeld, komen de baten van het registergoed, de opstaller ten goede, zijn de lasten voor zijn risico en draagt de opstaller het risico daarvan.
12. Kosten en belastingen
a. Alle kosten en rechten van (de akte van) de vestiging van het opstalrecht, kosten en rechten van de tenuitvoerlegging daarvan, kosten en rechten van eventuele opvolgende akten van aanvulling en/of wijziging en/of beëindiging van het opstalrecht waaronder begrepen de overdrachtsbelasting, het kadastrale recht en het uitmeten door de Landmeetkundige Dienst van het kadaster, komen voor rekening van de opstaller.
b. Alle belastingen en lasten, die, onder welke benaming ook, voor de tijd gedurende welke het opstalrecht zal bestaan, op of wegens de eigendom van de grond worden geheven, zijn voor rekening van de grondeigenaar behoudens voor zover die lasten of belastingen betrekking hebben op het opstalrecht en op de door opstaller aangebrachte werken en gebouwen.
Wanneer de grondeigenaar belastingen of lasten, welke zoals hiervoor bedoeld ten laste van de opstaller komen, heeft betaald, zal hij hiervan kennis geven aan de opstaller, die verplicht is binnen een maand nadien het betaalde bedrag aan de grondeigenaar te vergoeden.
13. Energielabel
Grondeigenaar beschikt niet over een energielabel danwel een gelijkwaardig document als bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen. De opstaller is hiermee akkoord gegaan. Het is de grondeigenaar bekend dat hij verplicht is zorg te dragen voor overhandiging van een energielabel. Voorts verklaart grondeigenaar dat aan hem bekend is dat hij een boete riskeert wegens het niet kunnen overhandigen van een energielabel.
14. Belastingen
Partijen stellen vast dat de waarde van het registergoed, waarop het recht van opstal betrekking heeft, nihil is zodat ter zake van de vestiging van het recht van opstal geen overdrachtsbelasting verschuldigd is.
De opstal is door en voor rekening en risico van de opstaller onder algemene titel gerealiseerd. De opstaller doet een beroep op de vrijstelling voor overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 15, lid 1, letter
i van de Wet op belastingen van rechtsverkeer.
15. Onderliggende overeenkomst
Voor zover daarvan bij deze akte niet is afgeweken blijven tussen grondeigenaar en de opstaller van kracht de bepalingen en bedingen voorkomende in de aan deze akte ten grondslag liggende overeenkomst of in nadere overeenkomsten.
16. Slotbepaling
Partijen doen bij deze afstand van het recht om ontbinding of vernietiging of ongedaanmaking van de overeenkomst te vorderen.
VOLMACHT
Van het bestaan van de volmacht blijkt uit + aan deze akte te hechten
onderhands+e stuk+ken.
DOMICILIE
Voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst wordt domicilie gekozen ten kantore van de bewaarder van deze akte aan de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00X, 0000 XX Xxxxxxxxxx.
IDENTIFICATIE
De comparanten zijn mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte betrokken comparanten/partijen is door mij, notaris, aan de hand van daartoe bestemde documenten vastgesteld.
WAARVAN AKTE,
is verleden te Oegstgeest op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na zakelijke opgave en toelichting van de inhoud van deze akte aan de verschenen personen, hebben deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.
Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing, door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend.