Inhoud
Offerteaanvraag nadere overeenkomst
FSV Procesbeschrijving en advies
Referentie : IUC20-673
Verzenddatum : 1 mei 2020
Versie : 1.1
Ten behoeve van : Belastingdienst
Inhoud
1 Inleiding 3
1.1 Doel van de procedure 3
1.2 Contactgegevens Nadere Opdrachtgever 3
1.3 Planning en procedure 4
Procedure stellen van vragen 4
1.4 Indienen offerte 5
Gestanddoeningstermijn 5
1.5 Opdrachtgeverschap en contractmanagement 5
1.6 Looptijd van de nadere overeenkomst 5
2 Omschrijving van de opdracht 6
2.1 Scope van de Nadere Overeenkomst 6
2.2 Eisen 8
3 Gunning en beoordeling 9
3.1 Gunningseis 9
3.1.1 Gunningscriteria kwaliteit 9
3.1.2 Prijs 10
3.2 Wijze van beoordelen 10
3.2.1 Beoordeling kwaliteit 10
3.2.2 Beoordeling prijs 11
3.2.3 Totaalscore 11
3.3 Gelijke stand 11
3.4 Gunningsbeslissing en rechtsbescherming 11
Bijlagen 12
Bijlage 1: Vragenformulier 12
Bijlage 2: Beoordelingsformulier 13
Bijlage 3: Brochure e-factureren Rijksoverheid 14
Bijlage 4: Help ons uw factuur te betalen 2019 14
Bijlage 5: Kamerbrief Fraude Signalering Voorziening (FSV) 14
Bijlage 6: vragenlijst verkenning inrichting informatiestromen. 14
Bijlage 7: vragenlijst waarborgen behandeling signalen van mogelijke fraude 14
1 Inleiding
Met deze offerteaanvraag wordt het verzoek gedaan om een offerte uit te brengen voor het beschrijven van precieze werking en gebruik van het systeem genaamd Fraude Signalerings Voorziening (FSV) en andere applicaties of registraties op het gebied van externe signalen door de diverse dienstonderdelen van de Belastingdienst. Tevens vragen wij u om op basis van die beschrijving een oordeel/advies te geven of, dan wel op welke manier dit proces voldoet aan de wettelijke vereisten, in het bijzonder de AVG. Deze uitvraag betreft een spoeduitvraag.
Deze offerteaanvraag valt binnen de rijksbrede raamovereenkomst `Auditdiensten' en betreft perceel 4 `Audit- en auditgerelateerd' die het (toenmalig) Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft afgesloten met de volgende vijf contractanten:
− Xxxxx Xxxxx NV
− Deloitte Risk Services BV
− EY Accountants LLP
− KPMG Advisory NV
− PWC Advisory NV
Deze offerteaanvraag wordt uitgezet onder alle vijf contractanten. Deze offerteaanvraag wordt door het IUC Belastingdienst uitgevoerd.
1.1 Doel van de procedure
Het doel van de offerteaanvraag is het sluiten van een nadere overeenkomst met één (1) opdrachtnemer voor het leveren en verrichten van de diensten zoals beschreven in hoofdstuk
2. De nadere overeenkomst wordt gesloten met de opdrachtnemer die de offerte met de beste prijs/kwaliteit verhouding heeft ingediend. Nadere details over de inhoud van de gunningcriteria en beoordeling hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 3.
1.2 Contactgegevens Nadere Opdrachtgever
Ministerie | Ministerie van Financiën |
Naam departement/uitvoeringsorganisatie | Belastingdienst |
Naam dienstonderdeel/ directie | Directie Informatievoorziening en Databeheersing |
Opdrachtgever | |
Naam/functie contactpersoon inkoop | |
E-mailadres |
1.3 Planning en procedure
Activiteit | Data |
Verzending offerteaanvraag | Vrijdag 1 mei |
Uiterste mogelijkheid tot het schriftelijk indienen van vragen1 per email aan: | Woensdag 6 mei vóór 12:00 uur |
Schriftelijke beantwoording vragen (nota van inlichtingen) | Maandag 11 mei voor 12:00 |
Indienen offertes, uiterste datum | Vrijdag 15 mei voor 12:00 |
Beoordeling offertes2 | Maandag 16 mei |
Voorgenomen gunning & start standstill termijn | Dinsdag 19 mei |
Definitieve gunning | Dinsdag 26 mei |
Beoogde ingangsdatum nadere overeenkomst | Dinsdag 26 mei |
Planning startgesprek tussen opdrachtgever en opdrachtnemer | Xxx dinsdag 19 mei |
Start audit | Vanaf dinsdag 26 mei |
Uiterlijke opleverdatum | 15 juni |
De planning is krap, want er is dan ook sprake van spoed gezien de politiek-bestuurlijke ontwikkelingen binnen de Belastingdienst. Een kwalitatief goede offerte blijft echter belangrijk. Komt u echt in de knel en ziet u geen mogelijkheden? Geef dit dan aan tijdens de mogelijkheid om vragen te stellen.
Opdrachtgever is niet verplicht om deze offerteaanvraag voort te zetten en de opdracht definitief te gunnen. Opdrachtgever behoudt zich het recht voor deze offerteaanvraag op elk moment tijdelijk of definitief te staken.
Procedure stellen van vragen
Alle communicatie in relatie tot deze offerteaanvraag dient te verlopen via onderstaande contactpersonen. Nadere vragen en informatie met betrekking tot deze offerteaanvraag dienen schriftelijk (per e-mail) te worden gesteld, middels het bijgevoegde vragenformulier3. Vragen en suggesties moeten worden ingediend vóór de in de planning vermelde datum en tijd. Vragen en suggesties die te laat zijn ingediend worden alleen beantwoord indien beantwoording naar het oordeel van opdrachtgever cruciale informatie verschaft voor alle inschrijvers. Uw vragen zendt u via e-mail aan:
Zorg ervoor dat de vragen en suggesties, die u indient, anoniem zijn. Gebruik in uw vragen geen bedrijfsnaam, productnamen of andere namen die aan uw organisatie gerelateerd zijn. De antwoorden van de vragen worden geanonimiseerd beantwoord en maken integraal deel uit van dit document. U leest alle vragen en antwoorden in de nota van inlichtingen. Alle inschrijvers krijgen op die manier evenveel informatie.
1,3 Zie bijlage 1 voor het Vragenformulier
2 Zie bijlage 2 voor het Beoordelingsformulier
1.4 Indienen offerte
De offerte dient:
• De antwoorden op de gestelde gunningscriteria in 3.1 te bevatten;
• De vorm van de offerte is een PDF van maximaal acht (8) pagina's A4, lettergrootte negen (9) punts. Voor de paginaverdeling zie paragraaf 3.1. Pagina's, die het maximale aantal pagina's overschrijden, worden niet meegenomen in de beoordeling.
U dient uw offerte uiterlijk vrijdag 15 mei voor 12:00 aan te leveren. De offerte dient te zijn ondertekend en digitaal in PDF te worden ingediend bij de Belastingdienst via & De ondertekende pagina dient als een separaat PDF document digitaal te worden ingediend. De offertes die later worden aangeboden, zullen niet voor beoordeling en gunning in aanmerking komen. Uw offerte moet rechtsgeldig zijn ondertekend4. Indien de rechtsgeldigheid van de ondertekening niet blijkt uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, wordt u tevens verzocht een eventuele volmacht bij uw offerte bij te sluiten waaruit de rechtsgeldige ondertekening blijkt. Een ongetekende, of een niet geldig ondertekende, offerte zal niet in behandeling worden genomen.
Gestanddoeningstermijn
De door de inschrijver ingediende offerte dient tenminste 90 dagen vanaf de sluitingstermijn van de offerte geldig te zijn.
1.5 Opdrachtgeverschap en contractmanagement
De nadere overeenkomst wordt getekend door de Belastingdienst. De facturering verloopt via de Belastingdienst.5
1.6 Looptijd van de nadere overeenkomst
De opdrachtgever sluit voor deze eenmalige opdracht een nadere overeenkomst onder de rijksbrede raamovereenkomst `Auditdiensten'. Deze nadere overeenkomst treedt, na definitieve gunning, in werking per dinsdag 26 mei 2020 en eindigt van rechtswege per 16 juni 2020 of eerder wanneer overeengekomen doelwaarde bereikt is.
4 Dit betekent: De offerte moet zijn ondertekend door iemand die bevoegd is om te tekenen/die namens het bedrijf een offerte mag uitbrengen. Onder bevoegd verstaan we: de persoon die tekent moet mandaat hebben om dit te doen, dit hoeft niet per se de directie te zijn. Binnen de organisatie kunnen er specifieke afspraken gemaakt zijn wie mogen tekenen. Een offerte hoeft niet op papier te worden aangeboden, een met pen getekende offerte kan worden gescand en gemaild.
5 Zie bijlage 4, Brochure e-factureren Rijksoverheid en bijlage 5, Help ons uw factuur te betalen 2019.
2 Omschrijving van de opdracht
Hieronder wordt de scope van de opdracht beschreven, de gevraagde werkzaamheden en de eisen die eraan worden gesteld en tenslotte de inhoudelijke achtergronden van de opdracht .
2.1 Scope van de Nadere Overeenkomst
1. Werking en gebruik FSV en vergelijkbare applicaties
Toezicht op juistheid en volledigheid van de belastingaangifte en aanvragen Toeslagen is een onlosmakelijk onderdeel van het werk van de Belastingdienst. Er komen dagelijks langs verschillende ingangen signalen van buiten de Belastingdienst binnen die zouden kunnen duiden op fouten, schuld en mogelijk ook op fraude. Deze risico signalen worden genoteerd in een systeem met de naam Fraude Signaleringsvoorziening (FSV).
Verschillende directies, onder andere de directie MKB, Particulieren, Grote Ondernemingen, Centrale Administratieve Processen (CAP) en Toeslagen, maken bij de uitvoering van hun werk gebruik van FSV. Dit betreft het invoeren van signalen t.b.v. het gebruik intern (fiscale duiding en toeslagen verstrekkingen) en het gebruik extern (uitwisseling van info met andere overheidsdiensten).
Rond dit systeem zijn vragen gerezen met betrekking tot het `AGV proof' zijn van de voorziening en de wijze waarop de Belastingdienst met de opgeslagen informatie omgaat bij het geven van fiscale duiding en het verstrekken van toeslagen.
In de brief van 28 april 2020 van beide staatssecretarissen aan de Tweede Kamer (als bijlage 5 toegevoegd) is toegezegd dat de volgende aspecten nader onderzocht zullen worden:
1. De precieze werking en gebruik van FSV door de diverse dienstonderdelen van de Belastingdienst. Het effect van de precieze werkwijze met FSV voor burgers en bedrijven is hiervan een onderdeel.
2. Het bestaan van met FSV vergelijkbare applicaties en toezichtprocessen bij de Belastingdienst.
3. Onder welke condities FSV en eventueel vergelijkbare systemen (weer) kunnen worden ingezet, welke acties er nodig zijn voor deze systemen en de bredere fraudebestrijding bij de Belastingdienst en hoe eventuele alternatieven eruit kunnen zien.
Aan de winnende partij wordt gevraagd het antwoord te formuleren op de volgende vragen:
1. Hoe worden de signalen die de Belastingdienst ontvangt - na eerste beoordeling - opgenomen in FSV. Beschrijf daarbij welke criteria worden gehanteerd voor het registreren van deze signalen
2. Beschrijf welk effect de registratie in FSV heeft op de behandeling van burgers en bedrijven.
3. Voldoet FSV aan de eisen die voorvloeien uit de AVG, de eisen op het gebied van informatiebeveiliging (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en de eisen uit de Archiefwet.
4. Zijn er andere systemen in gebruik bij de Belastingdienst met een vergelijkbare functionaliteit ten aanzien van externe signalen als FSV.
5. Voldoen deze applicaties aan de eisen die voorvloeien uit de AVG, de eisen op het gebied van informatiebeveiliging (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en de eisen uit de Archiefwet.
6. Op welke wijze en onder welke condities worden de externe signalen, opgenomen in FSV en de andere applicaties, ter beschikking gesteld voor de behandeling van burgers en bedrijven binnen de Belastingdienst.
7. Onder welke condities kunnen systemen zoals FSV door de Belastingdienst worden gebruikt voor het vastleggen en intern delen van signalen?
8. Valideer de DPIA/GEB waarin FSV, of vergelijkbaar system, gebruikt wordt en waar nodig zorg dat de DPIA/GEB beschreven is conform de eisen van de AVG en ter beoordeling van de FG voorgelegd kan worden.
Er is een Handleiding FSV beschikbaar. Daarnaast hebben sommige directies specifieke instructies voor het registreren van signalen. Deze worden na definitieve gunning beschikbaar gesteld aan de Inschrijver die de opdracht gegund wordt.
2. De verkenning inrichting informatiestromen
Het gaat om de volgende gegevens, c.q. informatiestromen:
1. Signalen die van buiten komen, waarbij derden aangeven dat de Belastingdienst een risico loopt ten aan zien van de fiscale positie van belastingplichtigen, c.q. inhoudingsplichtigen.
2. Signalen die de Belastingdienst deelt met convenantpartijen/derden, waarbij de Belastingdienst aangeeft dat derden een risico lopen in de uitvoering van hun toezicht ten aanzien van onder toezicht gestelden.
Het opwerken en veredelen van gegevens tot mogelijke signalen valt buiten de reikwijdte van deze opdracht. Ook de gestructureerde uitwisseling van (massale) gegevens waarbij een specifieke risicoaanduiding ontbreekt, valt buiten de reikwijdte van deze opdracht (denk bijvoorbeeld aan de uitwisseling van gegevens ten behoeve van de VIA).
De meegestuurde vragenlijst is door de Belastingdienst reeds uitgezet. U kunt dit gebruiken als startpunt.
3. Xxxxxxxxxx behandeling signalen van mogelijke fraude
In de reactie op het eerste interim-rapport van de commissie Donner van 15 november jl. is toegezegd om onderzoek te doen naar de waarborgen bij de behandeling van signalen van mogelijke fraude door de Belastingdienst en de vraag welke verbeteringen hierbij nodig zijn. Het gaat dan om de vraag of bij het oppakken van signalen van mogelijke fraude gepaste middelen worden ingezet, keuzes kunnen worden onderbouwd en deze waarborgen ook worden nageleefd en toegepast.
Het gaat om de waarborgen in de organisatie die:
• ervoor zorgen dat we de gepaste middelen inzetten bij fraudebestrijding en daarmee voorkomen dat we burgers en bedrijven ten onrechte met te zware middelen benaderen;
• ervoor zorgen dat we keuzes kunnen onderbouwen en zo nodig terug kunnen grijpen op eerdere vastleggingen;
• ervoor zorgen dat de waarborgen worden nageleefd en hier op wordt toegezien;
• ervoor zorgen dat als er daadwerkelijk sprake is van fraude dit aangepakt wordt.
De meegestuurde vragenlijsten zijn door de Belastingdienst uitgezet en ook al beantwoord. De aangeleverde antwoorden kunnen door de onderzoekers desgewenst worden gebruikt als startpunt.
4. Verbinding deelopdrachten
De drie omschreven deelopdrachten raken elkaar. We vragen u ook, waar nodig, de verbinding tussen de verschillende onderzoeken aan te geven.
De door u opgeleverde onderzoeken worden naar de Tweede Kamer gestuurd.
2.2 Eisen
Eisen aan de Inschrijving | |
1. | Uw offerte bevat geen opties, voorbehouden of modulaire opbouw. |
2. | U levert bij inschrijving alle gevraagde documenten gelijktijdig aan, dat zijn: - G.1.1 Kennis van vergelijke toezichtsprocessen en ervaring bij het beschrijven van deze processen (in PDF-format); - G.1.2 Kennis van AVG, WPG, AWR en Rijksrichtlijnen als het gaat om verwerving, verstrekking en delen van informatie tussen overheidspartijen (in PDF-format); - G.1.3 Aanpak die gebruikt wordt om de informatie op te halen uit een effectieve uitvraag van documenten en interviews (in PDF-format); - G.1.4. Opleverdatum (in PDF-format). |
3. | De onder 2. genoemde documenten zijn volledig ingevuld, voldoen aan vormvereisten (indien van toepassing) en zijn rechtsgeldig ondertekend, dat wil zeggen door een daartoe gemachtigd functionaris. Voor de wensen G.1.1, G. 1.2, G.1.3 en G.1.4 geldt dat deze alleen op de laatste pagina hoeft te worden ondertekend. |
Eisen aan de Opdracht | |
4. | Opdrachtnemer is in staat om direct na definitieve gunning en aanvaarding van de opdracht te starten met de uitvoering ervan. |
5. | Na de gunning zullen nadere operationele afspraken worden vastgelegd met Opdrachtgever. Deze operationele afspraken kunnen ook onderdelen betreffen van de kwalitatieve inschrijving van Opdrachtnemer waar Opdrachtgever niet aan kan voldoen en die Opdrachtnemer bij inschrijving niet kon weten. |
6. | De Inschrijving van winnende inschrijver maakt deel uit van de overeenkomst. Opdrachtnemer is er daarom aan gehouden om de opdracht uit te voeren conform zijn prijs- en kwalitatieve aanbod, zoals beschreven in G.1.1, G.1.2 en G.1.3 en de inschrijvingsprijs. Met uitzondering van eventuele aanpassingen op grond van eis 8. |
7. | Resultaat van de opdracht is: een auditrapport. |
8. | Gevraagde opleverdatum van het rapport is op of voor 15 juni 2020. Indien meer tijd nodig is, dan aangeven wat wel op/voor 15 juni 2020 opgeleverd kan worden. |
9. | De uitkomsten en uitvoering van het onderzoek dienen aan te sluiten op de voor de Belastingdienst toepasselijke beleidskaders. Zoveel als mogelijk dient voortgebouwd te worden op bestaande visie(s) en maatregelen die al in gang zijn gezet. Dit wordt door Opdrachtgever bewaakt en zo nodig worden rapporten hieromtrent door Opdrachtgever aan de winnende Inschrijver ter hand gesteld. |
10. | De gevraagde kennis & ervaring beschreven in uw antwoorden op de gunningscriteria zijn direct geborgd in het team wat u aanstelt voor deze opdracht. |
3 Gunning en beoordeling
Hieronder worden de criteria en methodiek beschreven die bij de beoordeling van de offerte wordt gehanteerd, om te bepalen welke opdrachtnemer de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) heeft ingediend en de opdracht krijgt gegund.
De inschrijvers zullen schriftelijk worden geïnformeerd door de Belastingdienst over het gunningsbesluit en de motivatie daarvoor.
3.1 Gunningseis
Voor de beantwoording van onderstaande kwalitatieve gunningscriteria geldt de eis van in totaal maximaal acht (8) A4 pagina's in PDF format (excl. CV's) met lettergrootte negen
(9) punts.
3.1.1 Gunningscriteria kwaliteit
• G.1.1 – Xxxxxx xxx xxxxxxx, geautomatiseerde en data-gedreven toezichtsprocessen en ervaring bij het beschrijven van deze processen (25 punten)
U toont dit aan d.m.v. een beschrijving van het team wat de opdracht uitvoert en hoe de gevraagde kennis en ervaring binnen vergelijkbare toezichthouders, zoals inspecties, zijn vertegenwoordigd. U stuurt de CV's mee waarin de aanwezigheid van kennis en ervaring eenvoudig terug te vinden is voor de beoordelaars. Uw antwoord op dit gunningscriterium bestaat uit max. 2 A4 (excl. CV's).
• G.1.2 – Kennis van AVG, WPG, AWR en Rijksrichtlijnen als het gaat om verwerving, verstrekking en delen van informatie tussen overheidspartijen (25 punten)
U toont dit aan d.m.v. een beschrijving van het team wat de opdracht uitvoert en hoe de gevraagde kennis en ervaring zijn vertegenwoordigd. U stuurt de CV's mee waarin de aanwezigheid van kennis en ervaring eenvoudig terug te vinden is voor de beoordelaars. Uw antwoord op dit gunningscriterium bestaat uit max. 2 A4 (excl. CV's).
• G.1.3 – Aanpak die gebruikt wordt om de informatie op te halen uit een effectieve uitvraag van documenten en interviews (25 punten)
U toont dit aan d.m.v. een plan van aanpak waarin wordt beschreven hoe de informatie wordt opgehaald. Als startset zijn ongeveer 75 documenten beschikbaar en de verwachting is om minimaal één interview per directie te houden en maximaal 15.
Uw antwoord op dit gunningscriterium bestaat uit max. 3 A4.
• G.1.4 – Opleverdatum onderzoek (25 punten)
U levert als vierde gunningscriterium uw beoogde planning aan. De gevraagde opleverdatum voor het onderzoek is op of voor 15 juni 2020. De puntenverdeling is als volgt:
Opleverdatum | Aantal te behalen punten t.o.v. het maximaal |
8 juni 2020 of eerder | 100% |
10 juni 2020 | 90% |
12 juni 2020 | 70% |
15 juni 2020 | 50% |
17 juni 2020 | 30% |
22 juni 2020 | 10% |
29 juni 2020 of later | 0% |
Uw antwoord op dit gunningscriterium (planning incl. opleverdatum) bestaat uit max. 1 A4.
3.1.2 Prijs
Voor deze opdracht kan een offerte worden ingediend met een inschrijfprijs vanaf €100.000 exclusief BTW. De inschrijver met de laagste prijs ontvangt de maximale score van 25 punten. Overige inschrijvers behalen een score volgens de formule:
score = (laagste prijs / aangeboden prijs) x 25.
3.2 Wijze van beoordelen
Beoordeling vindt plaats op basis van de Beste prijs-kwaliteitverhouding. De inschrijving met de hoogste totaalscore op kwaliteit en prijs, wint.
3.2.1 Beoordeling kwaliteit
Bij de beoordeling van de sub-gunningscriteria van het onderdeel “kwaliteit” worden de inschrijvingen van inschrijvers beoordeeld. Voor de kwalitatieve sub-gunningscriteria zijn maximaal 100 punten te behalen door de inschrijver. Voor het bepalen van de behaalde punten worden scores toegekend volgens de schaalverdeling in bijlage 2 (beoordelingsformulier). Deze scores worden vervolgens vermenigvuldigd met de wegingsfactor, wat leidt tot het aantal te behalen punten per sub-gunningscriterium.
In de onderstaande scoretabel staan de sub-gunningscriteria met de bijbehorende weging.
G.1 Kwaliteit | Kwaliteitspunten (maximaal) | |
G.1.1 | Kennis van vergelijke toezichtsprocessen en ervaring bij het beschrijven van deze processen | 25 |
G.1.2 | Kennis van AVG, WPG, AWR en Rijksrichtlijnen als het gaat om verwerving, verstrekking en delen van informatie tussen overheidspartijen | 25 |
G.1.3 | Aanpak die gebruikt wordt om de informatie op te halen uit een effectieve uitvraag van documenten en interviews | 25 |
G.1.4 | Opleverdatum onderzoek | 25 |
Totaal maximale puntenscore kwaliteit | 100 | |
Prijs | Inschrijfprijs binnen gestelde bandbreedte | 25 |
Totaal maximale puntenscore | 125 |
3.2.2 Beoordeling prijs
Beoordeling op prijs vindt plaats volgens de vastgestelde criteria en formule.
3.2.3 Totaalscore
De totaalscore bestaat uit de optelling van de behaalde score op kwaliteit. Het bureau met de hoogste totaalscore komt voor gunning in aanmerking.
3.3 Gelijke stand
Wanneer twee (2) of meer inschrijvers exact dezelfde eindscore hebben behaald en om die reden voor gunning in aanmerking komen, wordt de overeenkomst gegund aan de inschrijver met de hoogste score op kwaliteit. Wanneer de eindscore kwaliteit gelijk is dan komt de inschrijving voor gunning in aanmerking welke het hoogste scoorde op gunningscriteria G.1.2. Wanneer er dan nog steeds twee of meer inschrijvers voor gunning van de overeenkomst in aanmerking komen, bepaalt een loting aan wie van hen de overeenkomst wordt gegund. De betreffende inschrijvers worden tijdig op de hoogte gesteld dat er een loting plaatsvindt, waar en wanneer deze plaatsvindt en door wie de loting wordt voltrokken. De betreffende inschrijvers zijn bevoegd daarbij in persoon of bij gemachtigde aanwezig te zijn.
3.4 Gunningsbeslissing en rechtsbescherming
Nadat is vastgesteld welke inschrijver de inschrijving heeft gedaan met de economisch meest voordelige inschrijving worden alle inschrijvers gelijktijdig op de hoogte gebracht van de gunningsbeslissing (zoals bedoeld in Artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012). U ontvangt de mededeling van de gunningsbeslissing middels een gunningsbrief per email.
Indien een inschrijver bezwaar wenst te maken dient hij dit binnen twee (2) werkdagen na verzending van de mededeling van de gunningsbeslissing kenbaar te maken. De inschrijver krijgt dan nog eens drie (3) werkdagen voor het aanhangig maken van een kort geding. Binnen deze periode dient de inschrijver een kort geding aanhangig te hebben gemaakt tegen die beslissing bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank te `s-Gravenhage. De genoemde termijnen zijn vervaltermijnen. Dat wil zeggen dat indien een inschrijver niet binnen twee (2) werkdagen kenbaar maakt dat hij bezwaar wil gaan maken, de aanbestedende dienst vrij is om (verder) gevolg te geven aan de gunningsbeslissing. Indien de inschrijver dit wel kenbaar maakt en niet binnen vijf (5) werkdagen na verzending van de mededeling van de gunningsbeslissing daadwerkelijk een kort geding aanhangig heeft gemaakt, de betreffende inschrijver in kort geding geen bezwaar meer kan maken met betrekking tot die beslissing; zijn recht is dan verwerkt. De aanbestedende dienst is in dat geval vrij om (verder) gevolg te geven aan de gunningsbeslissing.
De mededeling van de voorlopige gunningsbeslissing aan de beste inschrijver behelst geen aanvaarding van diens aanbod.
De aanbestedende dienst zal alle inschrijvers op zo kort mogelijke termijn informeren omtrent het instellen van een kort geding.
Bijlagen
Bijlage 1: Vragenformulier
Zie separate bijlage in e-mail.
Bijlage 2: Beoordelingsformulier
Gunningscriterium | Aan te tonen met | Score & puntenverdeling | |
G.1.1 - Kennis van vergelijke toezichtsprocessen en ervaring bij het beschrijven van deze processen (max. 25 punten) | Beschrijving in de offerte | Onvoldoende/geen | 0 pnt. (min.) |
Matig | 5 pnt. | ||
Voldoende | 12,5 pnt. | ||
Goed | 20 pnt. | ||
Uitstekend | 25 pnt. (max.) | ||
G.1.2 - Kennis van AVG, WPG, AWR en Rijksrichtlijnen als het gaat om verwerving, verstrekking en delen van informatie tussen overheidspartijen (max. 25 punten) | Beschrijving in de offerte | Onvoldoende/geen | 0 pnt. (min.) |
Matig | 5 pnt. | ||
Voldoende | 12,5 pnt. | ||
Goed | 20 pnt. | ||
Uitstekend | 25 pnt. (max.) | ||
G.1.3 - Aanpak die gebruikt wordt om de informatie op te halen uit een effectieve uitvraag van documenten en interviews (max. 25 punten) | Beschrijving in de offerte | Onvoldoende/geen | 0 pnt. (min.) |
Matig | 5 pnt. | ||
Voldoende | 12,5 pnt. | ||
Goed | 20 pnt. | ||
Uitstekend | 25 pnt. (max.) | ||
G.1.4 - Opleverdatum onderzoek (max. 25 punten) | Beschrijving in de offerte | Onvoldoende/geen | 0 pnt. (min.) |
Matig | 5 pnt. | ||
Voldoende | 12,5 pnt. | ||
Goed | 20 pnt. | ||
Uitstekend | 25 pnt. (max.) |
Score | Toelichting |
Onvoldoende/ geen (0%) | Zeer slecht: De wens is in zijn geheel niet beantwoord. Of: Er is wel een uitwerking gegeven aan het gevraagde en deze uitwerking heeft aantoonbaar geen betrekking op de betreffende wens en/of de wens kan in zijn geheel niet beoordeeld worden. |
Matig (20%) | Slecht: Een deel van de wens is niet beantwoord en/of de beantwoording sluit niet of nauwelijks aan bij de betreffende wens en/of de wens kan slechts gedeeltelijk beoordeeld worden. |
Voldoende (50%) | Voldoende: De wens wordt volledig beantwoord echter wordt de beantwoording onvoldoende onderbouwd en/of de beantwoording wordt beoordeeld als voldoende. |
Goed (80%) | Goed: De wens wordt volledig beantwoord en onderbouwd en de beantwoording wordt beoordeeld als goed. |
Uitstekend (100%) | Uitstekend: De wens wordt volledig beantwoord en onderbouwd, daarnaast bestaat het antwoord uit positieve, verrassende en vernieuwende elementen waardoor de wens wordt beoordeeld als uitstekend. |
Bijlage 3: Brochure e-factureren Rijksoverheid
Zie separate bijlage in e-mail.
Bijlage 4: Help ons uw factuur te betalen 2019
Zie separate bijlage in e-mail.
Bijlage 5: Kamerbrief Fraude Signalering Voorziening (FSV)
Zie separate bijlage in e-mail.
Bijlage 6: vragenlijst verkenning inrichting informatiestromen
Zie separate bijlage in e-mail.
Bijlage 7: vragenlijst waarborgen behandeling signalen van mogelijke fraude
Zie separate bijlage in e-mail.
NOTA VAN INLICHTINGEN IUC20-673: FSV PROCESBESCHRIJVING EN ADVIES | |||||
# | paragraaf | Sub | Omschrijving | Vraag | Antwoord |
1 | 1.0 | 1 | Inleiding | U stelt hier: “voldoet aan de wettelijke vereisten, in het bijzonder de AVG.” Kunt aangeven met welke overige wettelijke vereisten wij rekening dienen te houden? | Baseline Informatiebeveiliging Overheid en dan met name de application−controls, selectielijst als onderdeel van de uitwerking van de archiefwet |
2 | 1.0 | 1 | Inleiding | Zijn er eerdere onderzoeken naar FSV gedaan en, zo ja, kunnen wij die in de offertefase al ontvangen? | Er is een GEB uitgevoerd op de applicatie FSV. Deze is gepubliceerd op Xxxxxxxxxxx.xx en downloadbaar via xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxx n_regering/detail?id=2020Z04057&did=2020D0849 2 |
3 | 1.3 | 1 | Planning | Opdrachtgever vraagt om uitvoering van het onderzoek in de periode tussen 26 mei en 8 juni (maximale punten voor opleverdatum). Dit betreft 11 werkdagen indien ingang contract daadwerkelijk op 26 mei plaatsvindt. De benoemde maximale einddatum van het contract van 16 juni biedt geen ruimte tot uitloop. Het is onze inschatting dat deze doorlooptijd onvoldoende is. De combinatie van onderzoeksvragen zorgt daarbij voor een grote afhankelijkheid van medewerking van opdrachtgever en betrokken medewerkers van de Belastingdienst. Hierdoor is de kans groot dat beschikbaarheid van specifieke documentatie, en van medewerkers voor het houden van interviews tijdige oplevering van het resultaat bemoeilijken. Kan opdrachtgever aangeven hoe zij de benodigde randvoorwaarden voor uitvoering van het onderzoek (waaronder beschikbaar stellen aanvullende informatie waar tijdens het onderzoek om wordt gevraagd, review op bevindingen door opdrachtgever en goedkeuring van deelresultaten) in zal vullen? Hoe zal worden omgegaan met eventuele uitloop van het onderzoek buiten de invloedsfeer van opdrachtnemer? | Er wordt een ondersteuningsgroep ingericht in de vorm van een single point of contact. Deze groep zal zorgdragen voor het beschikbaar komen van de benodigde informatie. Indien onderzoeksvragen volgens u een langere doorlooptijd nodig hebben dan zien we dat graag terug in uw plan van aanpak. |
4 | 1.3 | 1 | Planning | De gestelde opdracht bestaat uit een aantal deelopdrachten (analyse FSV, inventarisatie vergelijkbare systemen en aanpassing PIA). Staat opdrachtgever ervoor open deze 3 onderzoeken separaat uit te laten voeren met aparte tijdlijn per onderzoek? | Ja, Het onderzoek naar FSV heeft daarbij de hoogste prioriteit. U kunt dit in uw plan van aanpak laten blijken. |
5 | 1.3 | 1 | Planning | Naar aanleiding van uw beantwoording van onze vragen kan de mogelijkheid bestaan dat wij nog aanvullende vragen hebben, bent u bereid een extra vragenronde in te richten zonder daarbij de inleverdatum van de offerte aan te passen? | Een extra vragenronde zal naar verwachting geen extra informatie opleveren. Derhalve zijn wij niet bereid een extra vragenronde in te richten. |
6 | 1.6 | 1 | Looptijd | U stelt hier dat het onderzoek ook kan eindigen als de doelwaarde van EUR 82.600 is bereikt. Kunt u verder toelichten wat dat voor de opdracht en de uitkomsten daarvan betekent? | Deze vraag is niet langer relevant met aangepaste offerteaanvraag. |
7 | 2.1 | 0 | Opdracht | Het onderzoeksresultaat zal verstuurd worden naar de Tweede Kamer. Kan opdrachtgever specificeren hoe het review− en goedkeuringsproces op het onderzoeksresultaat zal verlopen, op basis waarvan goedgekeurd zal worden, welke partijen goedkeuring dienen te geven en of deze stappen eveneens voorzien zijn plaats te vinden binnen de gestelde termijn tot 15 juni? Zo niet, welke rol in aanpassing van de rapportage bij eventuele opmerkingen gedurende dit proces verwacht opdrachtgever van opdrachtnemer na 15 juni? | Afstemming wordt georganiseerd door opdrachtgever. De bespreking van het rapport en de eventuele aanpassingen daarvan, vinden plaats na oplevering en vallen dus buiten de termijn van 15 juni. |
8 | 2.1 | 0 | Opdracht | Welke type informatie zal beschikbaar worden gesteld (i.e. documentatie, beantwoorden vragenlijsten, netwerkschijven, logging van systeemgebruik etc) om benodigd onderzoek bij de verschillende dienstonderdelen mogelijk te maken naar potentieel vergelijkbare systemen aan FSV? | Het gaat er bij dit onderzoek juist om om deze applicaties (waaronder ook excel−lijsten)middels interviews en door inschrijver op te stellen procesbeschrijvingen in kaart te brengen. |
9 | 2.1 | 0 | Opdracht | In hoeverre wordt van opdrachtnemer verwacht om recente aanpassingen een systemen en systeemgebruik inzichtelijk te maken waaruit blijkt dat deze zijn gemaakt om in meer of mindere mate te voldoen aan de gestelde eisen, bijvoorbeeld dmv forensisch onderzoek? | Niet. We verwachten dat de processen in kaart gebracht worden voor het verwerken van signalen, inclusief de wijze waarop applicaties in die processen gebruikt worden. |
10 | 2.1 | 0 | Opdracht | In hoeverre verwacht opdrachtgever dat naast applicaties/systemen waarvan een instantie met identificerende kenmerken kan worden aangetroffen in het onderzoek ook exports uit deze systemen en het gebruik daarvan worden geïdentificeerd? | Dat gebruik zou uit de op te stellen procesbeschrijving moeten blijken. |
11 | 2.1 | 0 | Opdracht | Kunt u bevestigen dat u onder applicaties/systemen ook signaallijsten, Excel, notities, etc. schaart? | Onder applicaties/systemen verstaan wij in de context van deze offerteaanvraag applicaties en Excel−lijsten. |
12 | 2.1 | 0 | Opdracht | Hoeveel convenantpartijen maken gebruik van het FSV? Zijn hier ook buitenlandse convenantpartijen onder? Hoeveel directies binnen de Belastingdienst maken gebruik van FSV? Hoeveel externe gebruikers zijn er van de FSV? Kunnen externe gebruikers gegevens toevoegen in de FSV? | Convenanten/convenantpartijen zijn buiten scope. Zij maken geen rechtstreeks gebruik van FSV. Er maken vier directies gebruik van FSV: MKB, Particulieren, Toeslagen, CAP. Er zijn geen externe gebruikers van FSV en daardoor kunnen zij ook geen gegevens toevoegen. |
13 | 2.1 | 0 | Opdracht | In uw kamerbrief met kenmerk 2020−0000082569 geeft u aan de mogelijkheid tot extern toezicht te willen onderzoeken. Staat dit onderzoek los van voorliggend onderzoek, of betreft dit onderdeel 3 van het deze uitvraag? | Het onderzoek naar extern toezicht staat los van voorliggend onderzoek. |
14 | 2.1 | 0 | Opdracht | Aan het einde van paragraaf 1 ‘Werking en gebruik FSV en vergelijkbare applicaties’ wordt toegelicht dat onder andere een “Handleiding FSV” beschikbaar is, welke na definitieve gunning beschikbaar wordt gesteld aan de Opdrachtnemer. In hoeverre krijgt Opdrachtnemer, met inachtneming van de benodigde privacyoverwegingen en strikte geheimhouding, ten behoeve van het onderzoek toegang tot het FSV−systeem zelf? Met andere woorden, is het mogelijk tijdens het onderzoek ook de data binnen het FSV−systeem zelf te onderzoeken om op die manier inzicht te krijgen in de precieze toepassing van de applicatie? | Niet. Handleiding is voldoende |
15 | 2.1 | 0 | Opdracht | Aan het einde van paragraaf 1 ‘Werking en gebruik FSV en vergelijkbare applicaties’ wordt toegelicht dat onder andere een “Handleiding FSV” beschikbaar is. Om onze onderzoeksaanpak goed te kunnen voorbereiden helpt het ons om een indruk te hebben van de systeemtechnische inrichting van FSV. Kunt u een korte toelichting geven, met onder andere ook een beschrijving welke koppelingen op gegevensniveau vanuit FSV aanwezig zijn? | Heel kort samengevat is FSV een veredelde Excel spreadsheet, maar dan gebouwd in een taal waarmee gelijktijdig gebruik, autorisaties e.d. beter geborgd kan worden. Er zijn geen rechtstreekse koppelingen op enig niveau aanwezig. |
16 | 2.1 | 0 | Opdracht | U geeft aan dat er een Handboek FSV beschikbaar is. Om een idee te krijgen bij de werkwijze en onze aanpak daarop te kunnen afstemmen, is het mogelijk dit handboek in de offertefase te verkrijgen? | Nee, deze zal beschikbaar komen na gunning. Voor beeldvorming over FSV verwijzen we u naar de openbaar gemaakte GEB, zie kamerstukken: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxx n_regering/detail?id=2020Z04057&did=2020D0849 2. |
17 | 2.1 | 0 | Opdracht | Bij onderdeel 1 van de scope zijn concrete onderzoeksvragen benoemd, bij 2 en 3 niet (4 vraagt om verbinding van de 3 onderzoeken). Niet duidelijk is of opdrachtnemer binnen de gevraagde scope onderzoek doet naar onderdeel 1 en de samenhang met 2 en 3 aangeeft, of dat van opdrachtnemer ook wordt verwacht invulling te geven aan onderzoeken 2 en 3. Indien dit het geval is, kan opdrachtgever nader specificeren welke vragen door opdrachtnemer (naast de reeds ingevulde vragenlijsten) beantwoord dienen te worden? | Ja ook invulling aan onderzoek 2 en 3. De vragen die voor onderzoek 2 en 3 beantwoord moeten worden zijn de vragen die meegestuurd zijn in de bijlagen. Voor zover deze vragen beantwoord zijn door de BD kan die informatie als uitgangspunt worden genomen. De reeds opgeleverde antwoorden dienen te worden gevalideerd dan wel te worden aangevuld |
18 | 2.1 | 1 | Opdracht | U geeft aan dat u een onderzoek wenst naar vergelijkbare systemen en of deze systemen voldoen aan de eisen op het gebied van informatiebeveiliging (BIR), privacy (AVG), en de Archiefwet (vraag 5). Kunt u een indicatie geven van de hoeveelheid systemen, en de diepgang van het onderzoek dat u verwacht op ieder van die systemen? | Onbekend is hoeveel applicaties (waaronder Excel lijsten) het betreft. Qua diepgang van het onderzoek verwachten we inzicht in de rechtmatigheid van de verwerking, het gebruik van nationaliteit in de applicatie, de borging van de vertrouwelijkheid en de beschikbaarheid van de gegevens. Vertrouwelijkheid gaat hier over het toepassen van de uitgangspunten “need−to−know”, “need−to−use” en “least privilige”. Beschikbaarheid gaat hier over het toepassen van vastgestelde schoningstermijn. |
19 | 2.1 | 1 | Opdracht | In paragraaf 1 ‘Werking en gebruik FSV en vergelijkbare applicaties’ wordt verwezen naar de brief van 28 april 2020 van beide staatssecretarissen aan de Tweede Kamer (die als bijlage 5 is toegevoegd). Hierin is door de staatsecretarissen toegezegd dat een aantal aspecten nader wordt onderzocht. Is onze aanname juist dat dit onderzoek: − een bijdrage levert aan de beantwoording van de drie vragen zoals genoemd in de kamerbrief? − niet door Opdrachtnemer de drie op pagina 6 dikgedrukte vragen volledig hoeven te worden beantwoord? − maar wel de onderzoeksvragen die verderop in deze offerteaanvraag zijn gesteld? | Ja, de aanname is juist. |
20 | 2.1 | 1 | Opdracht | U schrijft op pagina 6 dat de winnende partij antwoord dient te geven op “de volgende acht vragen”. Vervolgens komen er de genoemde 8 deelvragen. Kunt u bevestigen dat opdrachtnemer alleen deze acht vragen hoeft te beantwoorden en niet de vragen onder sectie 2 en 3 zoals geformuleerd op pagina 7? Indien dit wel onderdeel is van de opdracht, kunt u de vragen onder 2 en 3 dan verder verduidelijken? Het is ons namelijk niet duidelijk wat u hier van opdrachtnemer verlangt en er is sprake van overlap met de acht vragen die starten op pagina 6 | Ja ook invulling aan onderzoek 2 en 3. De vragen die voor onderzoek 2 en 3 beantwoord moeten worden zijn de vragen die meegestuurd zijn in de bijlagen. Voor zover deze vragen beantwoord zijn door de BD kan die informatie als uitgangspunt worden genomen. De reeds opgeleverde antwoorden dienen te worden gevalideerd dan wel te worden aangevuld. |
21 | 2.1 | 1 | Opdracht | U benoemt het externe gebruik van signalen uit het FSV. Zijn wij juist in onze interpretatie dat het gebruik van gegevens door organisaties anders dan de Belastingdienst buiten scope van het onderzoek valt? | Correct |
22 | 2.1 | 2 | Opdracht | U geeft aan een onderzoek te wensen naar de effecten van de registratie in het FSV voor burgers en bedrijven (vraag 2). Kunt u een indicatie geven van de dimensies (juridisch, financieel, emotioneel, sociaal, etc) waarbinnen dit onderzoek dient plaats te vinden? | Met effect wordt bedoeld welke feitelijke gevolgen de registratie heeft gehad. Wat is er met de betreffende informatie gebeurd en heeft dit gevolgen gehad voor de relatie tussen BD en burger/bedrijf. |
23 | 2.1 | 2 | Opdracht | In paragraaf 1 ‘Werking en gebruik FSV en vergelijkbare applicaties’ wordt een aantal vragen genoemd waarop opdrachtnemer wordt gevraagd het antwoord te formuleren. Vraag 2 is als volgt geformuleerd: “Beschrijf welk effect de registratie in FSV heeft op de behandeling van burgers en bedrijven.” Kunt u aangeven hoe u “effect” definieert? Gaat het hier alleen om het effect op de privacy van burgers (en bedrijven)? Of definieert u dit effect breder? En zo ja, hoe definieert u “effect”? | Met effect wordt bedoeld welke feitelijke gevolgen de registratie heeft gehad. Wat is er met de betreffende informatie gebeurd en heeft dit gevolgen gehad voor de relatie tussen BD en burger/bedrijf. |
24 | 2.1 | 2 | Opdracht | “Beschrijf welk effect de registratie in FSV heeft op de behandeling van burgers en bedrijven”. Gezien de doorlooptijd is het uitdagend om deze vraag met enige zekerheid en substantie te kunnen beantwoorden. Bent u het er mee eens dat de beantwoording van deze vraag op basis van ‘best effort’ plaatsvindt? | Met effect wordt bedoeld welke feitelijke gevolgen de registratie heeft gehad. Wat is er met de betreffende informatie gebeurd en heeft dit gevolgen gehad voor de relatie tussen BD en burger/bedrijf. |
25 | 2.1 | 4 | Opdracht | Zijn er andere systemen in gebruik bij de Belastingdienst met een vergelijkbare functionaliteit ten aanzien van externe signalen als FSV. Is er in de set van 75 documenten (zie pagina 9) informatie beschikbaar over welke systemen signalering ten aanzien van mogelijke fraude vastleggen? Zo ja, hoe is deze informatie vastgelegd en gestructureerd voor onderzoekers? Hoe dient in de context van ‘systemen’ omgegaan te worden met zelf aangelegde lijsten en notities? Is er een systeem van classificatie dat dergelijke informatie vastlegt? | In het kader van het beantwoorden van de vragen van de leden van de Tweede Kamer, heeft er dossiervorming plaatsgevonden. De totale set documenten bedraagt ongeveer 75. Het dossier is nog niet geschoond, waardoor er ook nog concept− versie van definitieve stukken in meegeteld zijn. De opdrachtgever gaat voorafgaand aan de gunning nog een schoning uitvoeren en zal de definitieve set documenten beschikbaar stellen aan de winnende partij. De informatie is onderverdeeld in <deels verouderde) procesbeschrijvingen, aantallen gebruikers van FSV, systeemdocumentatie van de applicatie FSV en andere detailinformatie over achtergronden van FSV. De kamerbrief zelf is vindbaar op de site van de Rijksoverheid: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx −van− financien/documenten/kamerstukken/2020/04/28/ kamerbrief−fraude−signalering−voorziening−fsv |
26 | 2.1 | 4 | Opdracht | U benoemt het bestaan van FSV vergelijkbare applicaties en processen. Gezien de doorlooptijd is het uitdagend om met enige zekerheid te kunnen stellen of dergelijke systemen al dan niet aanwezig zijn binnen de Belastingdienst. Wij zijn hiertoe afhankelijk van de informatie die medewerkers ons verschaffen. Kan aangeven om hoeveel andere systemen het in uw kennis gaat, en bent u het er mee eens dat de beantwoording van deze vraag op basis van ‘best effort’ plaatsvindt? | Nee, er kan niet vooraf worden aangegeven om hoeveel systemen het gaat. Bewindslieden willen een volledig inzicht bieden, de consequenties hiervan zien we graag terug in uw plan van aanpak. |
27 | 2.1 | 4 | Opdracht | Voldoen deze applicaties aan de eisen die voorvloeien uit de AVG, de eisen op het gebied van informatiebeveiliging (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en de eisen uit de Archiefwet. In vraag 4 wordt gesproken over systemen en in vraag 5 over applicaties. Kunt u hier een definitie van geven? Zijn de jaarlijkse Audit rapporten onderdeel van de 75 documenten waarin op pagina 9 over wordt gesproken? | In de context van deze offerteaanvraag worden de termen systeem en applicatie doorelkaar gebruikt. Bedoeld wordt een computerprogramma voor de eindgebruiker. Dat kan een spreadsheet zijn die door Microsoft Excel beheert wordt, maar ook een door de Belastingdienst gekocht of gebouwd computerprogramma als Notes en FSV De jaarlijkse auditrapporten zijn geen onderdeel van de set van 75 documenten. |
28 | 2.1 | 4 | Opdracht | In paragraaf 1 ‘Werking en gebruik FSV en vergelijkbare applicaties’ wordt een aantal vragen genoemd waarop opdrachtnemer wordt gevraagd het antwoord te formuleren. Vraag 4 heeft betrekking op andere systemen die in gebruik zijn bij de Belastingdienst met vergelijkbare functionaliteit ten aanzien van externe signalen als FSV. − Welke werkzaamheden zijn al verricht om andere systemen in kaart te brengen? − Mogen wij ervan uitgaan dat het uitsluitend systemen betreft die externe signalen ontvangen van of verstrekken aan andere overheidsorganisaties en derhalve geen BD−interne toezichtsignalen? − Is een indicatie beschikbaar hoeveel andere systemen in gebruik zijn (geweest) bij de Belastingdienst? Met name omdat gevraagd wordt de DPIA/GEB van vergelijkbare systemen ook te valideren. − In het verlengde hiervan: xxxxxxx ingevulde vragenlijsten zijn − bij benadering − inmiddels ontvangen en ingevulde vragenlijsten worden uiteindelijk retour verwacht)? − Was/is ieder dienstonderdeel vereist de vragenlijst te retourneren? − In hoeverre vallen de in ontwikkeling zijnde fraudesystemen bij o.a. DF&A binnen de scope van het onderzoek, of vallen alleen de vergelijkbare systemen die daadwerkelijk in operationeel gebruik zijn binnen de scope? | Het gaat om externe signalen, maar niet perse van een andere overheid. Er is geen indicatie over het aantal systemen. Verder zijn er GEB's beschikbaar op de processen. De relevante GEB's maken onderdeel uit van de set van "75" documenten. Wat betreft de aantallen vragenlijsten:− Onderzoek Informatiestromen: De vragenlijst is uitgezet bij de directeuren van GO, MKB, Particulieren, Toeslagen, CAP, DF&A en FIOD. De verwachting is dat alle reacties beschikbaar zijn bij de start van het onderzoek op 26 mei. Onderzoek Opvolging risicosignalen mogelijke fraude: Ook hier zijn alle ingevulde vragenlijsten (15 stuks) beschikbaar bij de start van het onderzoek op 26 mei. In ontwikkeling zijnde applicaties zijn buiten scope. Het gaat uitsluitend om operationeel zijnde applicaties in gebruik bij de bedrijfsonderdelen CAP, MKB, P en Toeslagen. |
29 | 2.1 | 4 | Opdracht | U benoemt dat de onderzoeken naar de TK worden gestuurd. Verwacht u als eindresultaat van de deelonderzoeken één overkoepelend rapport met alle deelonderzoeken, of een rapport per deelonderzoek | Afhankelijk van uw ingediende plan van aanpak. Op 15 juni moet in ieder geval de uitkomst van het onderzoek naar FSV bekend zijn. |
30 | 2.1 | 5 | Opdracht | Verwijst u met ‘deze applicaties’ in vraag 5 naar de applicaties genoemd in Bijlage 2 Notitie Fraude Meldpunten Belastingdienst | Nee, bedoeld wordt de applicaties die worden geïdentificeerd bij vraag 4. andere systemen in gebruik bij de Belastingdienst met een vergelijkbare functionaliteit ten aanzien van externe signalen als FSV |
31 | 2.1 | 8 | Opdracht | Vraag 8 verzoekt om het valideren van de DPIA/GEB en het “zorgen dat de DPIA/GEB beschreven is conform de eisen van de AVG en ter beoordeling van de FG voorgelegd kan worden”. het is onze ervaring dat de benodigde afstemming met privacydeskundigen van een opdrachtgever alsmede de benodigde goedkeuring op een (concept)DPIA een proces van meerdere weken behelst, ook bij hoge urgentie. Kan opdrachtgever aangeven wat hier precies wordt verwacht van opdrachtnemer en welke medewerking van opdrachtgever en relevante stakeholders zal worden verzorgd? | De door de Belastingdienst uitgevoerde GEB op FSV heeft een beperkte scope: alleen de applicatie en niet het proces. Van de inschrijver wordt verwacht dat hij deze GEB aanvult conform de vereisten uit de AVG opdat deze aangeboden kan worden aan de FG voor een appreciatie. |
32 | 2.1 | 8 | Opdracht | Vraag 8 verzoekt om het valideren van de DPIA/GEB en het “zorgen dat de DPIA/GEB beschreven is conform de eisen van de AVG en ter beoordeling van de FG voorgelegd kan worden”. Bij mogelijke aanpassingen aan de DPIA kan vooraf niet worden uitgesloten dat aanpassing aan het systeem en processen nodig zijn om de DPIA uit te werken conform de eisen die AVG daaraan stelt. Wordt hier bedoeld de inhoud van de DPIA aan te passen zodat het systeem voldoet aan de eisen of betreft het uitsluiten de DPIA (in opbouw/template en detail van uitwerking) waarvan u vraagt deze te laten voldoen aan eisen uit de AVG? | De door de Belastingdienst uitgevoerde GEB op FSV heeft een beperkte scope: alleen de applicatie en niet het proces. Van de inschrijver wordt verwacht dat hij deze GEB aanvult conform de vereisten uit de AVG opdat deze aangeboden kan worden aan de FG voor een appreciatie. |
33 | 2.1 | 8 | Opdracht | Kunt u een toelichting geven wat u verstaat onder ‘validatie’ van de GEB/DPIA van het FSV? | De door de Belastingdienst uitgevoerde GEB op FSV heeft een beperkte scope: alleen de applicatie en niet het proces. Van de inschrijver wordt verwacht dat hij deze GEB aanvult conform de vereisten uit de AVG opdat deze aangeboden kan worden aan de FG voor een appreciatie. |
34 | 2.1 | 8 | Opdracht | U vraagt bij 8 de DPIA van FSV of vergelijkbaar systeem te valideren. Kunt u aangeven hoeveel DPIAs dit reeds betreft? | Dit betreft de GEB's op de toezichtsprocessen van de eerder genoemde directies MKB, P, Toeslagen en CAP. |
35 | 2.1 | 9 | Opdracht | In paragraaf 2 ‘De verkenning inrichting informatiestromen’ wordt een toelichting gegeven over de gegevens c.q. informatiestromen evenals een inperking van de reikwijdte en dat een vragenlijst reeds is uitgezet. Kunt u de onderzoeksvra(a)g(en) definiëren binnen dit deelonderzoek? | De vragen die voor onderzoek 2 beantwoord moeten worden zijn de vragen die meegestuurd zijn in de bijlagen. Voor zover deze vragen beantwoord zijn door de BD kan die informatie als uitgangspunt worden genomen. De reeds opgeleverde antwoorden dienen te worden gevalideerd dan wel te worden aangevuld. |
36 | 2.1.1 | 2 | Opdracht | Wat is de tijdspanne van de tijdswaarneming waarover de onderzoeksvragen beantwoord dienen te worden? Gaat het enkel en alleen om het ‘nu’, of ook om feitelijke situaties uit het verleden? Zo ja: over welke periode? | Het gaat om het gebruik zoals op moment van datum sluiting FSV − 25 februari goldt. |
37 | 2.2 | 2 | Eisen | In paragraaf 2.2. Eisen wordt bij Eis 2 verwezen naar G.1.2 Kennis van AVG, WPG, AWR en Rijksrichtlijnen als het gaat om verwerving, verstrekking en delen van informatie tussen overheidspartijen. Er zijn vanzelfsprekend diverse Rijksrichtlijnen die zouden kunnen vallen onder “Rijksrichtlijnen als het gaat om verwerving, verstrekking en delen van informatie tussen overheidspartijen” . Kunt u nader specificeren welke andere Rijksrichtlijnen u beoogt mee te nemen in dit onderzoek? Kunt u een limitatieve lijst hiervan verstrekken zodat duidelijk is welke richtlijnen u mee zou willen nemen? | Rijksrichtlijnen is een algemene kreet die in deze specifieke uitvraag niet relevant is Concentanten e.d zijn nl buiten scope. Het gaat dus specifiek om AVG, WPG, AWR, BIO. |
38 | 2.2 | 2 | Eisen | Bent u bereid de bestuurlijke MinFin/TK−oplegger in concept met de Opdrachtnemer af te stemmen? | Nee. Maar we zijn deze met u vooraf te delen. |
39 | 2.2 | 2 | Eisen | U stelt dat de offerte geen voorbehouden bevat. Kunt u aangeven hoe wij dit moeten lezen ten aanzien van de scope afbakening − met name omdat in de breedte (“andere applicaties”) geen afbakening is gegeven wat een negatieve impact kan hebben op de haalbare diepgang? | U kunt uw scope−afbakening opnemen in het plan van aanpak |
40 | 2.2 | 2 | Eisen | U benoemt dat elk van de wensen door de Aanbieder dient te worden ondertekend (indien “natte handtekening”). Zijn wij juist in onze interpretatie dat deze ondertekening niet meetelt in het maximaal aantal pagina’s? | Inkoop: Ja |
41 | 2.2 | 2 | Eisen | U benoemt dat er ook punten zijn waar op Opdrachtgever niet aan kan voldoen. Dit kunnen punten zijn die van invloed zijn op de kwaliteit die Opdrachtnemer (binnen door Opdrachtnemer gestelde uitgangspunten) voor het beschikbare budget kan leveren. Interpreteren wij dit juist dat de scope en activiteiten door Opdrachtnemer in de discussie na gunning ook beperkt kunnen worden, indien Opdrachtgever het gevraagde niet kan leveren? | Ja. Vragen zullen tijdens de uitvoering van de opdracht ontstaan en de impact op het werk zal nader bepaald moeten worden. |
42 | 2.2 | 7 | Eisen | U stelt dat het resultaat van de opdracht een auditrapport betreft. Ook vraagt u om beantwoording van onderzoeksvragen waarin advieselementen zijn opgenomen. Xxx opdrachtgever bevestigen dat het gaat om een adviesrapport zonder verklaring | Ja, gevraagd wordt om een adviesrapport zonder verklaring. |
43 | 2.2 | 7 | Eisen | Aangezien u een auditrapport wenst: dient de opdracht te worden uitgevoerd onder toezicht van een geregistreerde IT− Auditor (RE) welke staat ingeschreven in het NOREA register? | Nee, dat is niet noodzakelijk. |
44 | 2.2 | 7 | Eisen | Als punt 7 onder Xxxxx aan de Opdracht wordt beschreven dat het resultaat van de opdracht een auditrapport is. Nemen wij terecht aan dat geen auditrapport wordt verwacht in de zin dat assurance wordt verleend (geen formele audit tegen een geaccepteerd normenkader), maar dat de deelopnderzoeken gezamenlijk resulteren in één rapportage van feitelijke bevindingen en aanbevelingen waarin antwoord wordt gegeven op de in hoofdstuk 2.1 gestelde vragen? | De aanname is terecht. |
45 | 3.1 | 3 | Gunningscriteria | Telt een voorblad mee in het maximum aantal van acht (8) pagina's A4? | Nee. |
46 | 3.1 | 3 | Gunningscriteria | U toont dit aan d.m.v. een plan van aanpak waarin wordt beschreven hoe de informatie wordt opgehaald. Als startset zijn ongeveer 75 documenten beschikbaar en de verwachting is om minimaal één interview per directie te houden en maximaal 15. Kunt u aangeven welke 15 personen u voor ogen heeft? Kunt u aangeven uit wat voor soort documenten de set van 75 documenten bestaat | Te denken valt aan procesdeskundigen, datacoördinator, applicatiebeheerder, ketenmanager, domeinarchitect. Voor wat betreft de documenten: In het kader van het beantwoorden van de vragen van de leden van de Tweede Kamer, heeft er dossiervorming plaatsgevonden. De totale set documenten bedraagt ongeveer 75. Het dossier is nog niet geschoond, waardoor er ook nog concept− versie van definitieve stukken in meegeteld zijn. De opdrachtgever gaat voorafgaand aan de gunning nog een schoning uitvoeren en zal de definitieve set documenten beschikbaar stellen aan de winnende partij. De informatie is onderverdeeld in <deels verouderde) procesbeschrijvingen, aantallen gebruikers van FSV, systeemdocumentatie van de applicatie FSV en andere detailinformatie over achtergronden van FSV. |
47 | 3.1 | 3 | Gunningscriteria | U levert als vierde gunningscriterium uw beoogde planning aan. In hoeverre dient de planning rekening te houden met de volgende aspecten: 1) De maatregelen als gevolg van het Coronavirus 2) De beschikbaarheid van de personen voor interviews? | Als gevolg van de VID19 crisis, zijn de kantoren van de Belastingdienst hoegenaamd niet toegankelijk. De medewerkers werken grotendeels thuis. Zo ook de medewerkers die nodig zijn voor het beantwoorden van de vragen. U moet er in uw aanpak rekening mee houden dat alle informatie middels (telefonische) interviews opgehaald moet worden. Heeft u meer nodig, dan dient u dat in uw plan van aanpak aan te geven. De ondersteuningsgroep zal zorgdragen voor tijdige beschikbaarheid van de te interviewen personen en het plannen van de afspraken. |
48 | 3.1 | 3 | Gunningscriteria | U benoemt het aantal pagina’s per onderdeel. Staat u er voor open de verdeling van het aantal pagina’s over de onderwerpen aan de Aanbieder over te laten, zo lang het aantal pagina’s het maximaal vastgestelde aantal niet overschrijdt? Het aantal van 3 pagina’s voor een Plan van Aanpak (G.1.3) is weinig om een onderscheidende aanpak voldoende te kunnen toelichten. Wij denken ook dat dit voor u als voordeel heeft dat u het onderscheidvermogen op dit gunningscriterium beter kan beoordelen | Ja. |
49 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | Opdrachtgever stelt een beoordeling van de opleverdatum voor met invloed op toegekende punten aan inschrijvingen. Hieruit maken wij op dat snellere oplevering voorrang heeft op kwaliteit van het onderzoek. De ernst en urgentie van het vraagstuk is volkomen duidelijk voor opdrachtnemer. Echter uit onderzoeksvragen blijkt ook het belang van het verkrijgen van o.a. een overzicht van systemen met vergelijkbare functionaliteiten als FSV en het analyseren van de mate waarin deze applicaties voldoen aan de eisen uit AVG, BIO en Archiefwet. Een dergelijk resultaat vergt gedegen analyse (en is zeer relevant), waarbij vooraf niet is bepaald of analyse nodig is voor 1, 10 of >10 applicaties. Kan opdrachtgever nader toelichten hoe het resultaat zal worden beoordeeld en hoe zal worden omgegaan met onvolledige bevindingen? | Starten met alles tegelijk, in plan van aanpak duidelijk maken welke zaken een langere doorlooptijd hebben dan 15 juni. |
50 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | Uw opdrachtformulering en scope van het onderzoek is in onze ogen, gegeven het feitelijk aantal beschikbare werkdagen voor uitvoering van de opdracht, zeer ambitieus. Uit ervaring met vergelijkbare onderzoeken binnen de Belastingdienst, weten wij dat een gedegen audit inclusief advies over condities voor het optimaal en compliant functioneren van systemen en processen om tijd en kwaliteit vraagt. Enerzijds om een binnen de Belastingdienst breed gedragen rapport op te leveren, anderzijds om voldoende comfort aan de Tweede Kamer te geven. Met de in uw bestek geformuleerde randvoorwaarden in tijd en budget achten wij dit niet haalbaar. Wij zijn van mening dat voor een dergelijk onderzoek een doorlooptijd van minimaal 3 maanden noodzakelijk is. Wij zien in het feit dat de beoordeling van de offertes voor 100% op kwaliteit plaatsvindt, een erkenning van het belang van kwaliteit. Bent u daarom bereid om de randvoorwaarden waarbinnen dit onderzoek moet plaatsvinden aan te passen op − (a) doorlooptijd: Xxxx u bereid de doorlooptijd te verlengen zodat er minimaal 3 maanden tijd is voor de uitvoering en oplevering van het rapport? − (b) beschikbaar budget: Bent u bereid het budget te verruimen naar minimaal 140k? | A. Ja, graag uitwerken in uw plan van aanpak B. budget norm is gewijzigd. |
51 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | Wanneer twee (2) of meer inschrijvers exact dezelfde eindscore hebben behaald en om die reden voor gunning in aanmerking komen, wordt de overeenkomst gegund aan de inschrijver met de hoogste score op kwaliteit. Aangezien er alleen punten op het gebied van Kwaliteit worden gegeven, hoe wordt in dat geval omgegaan met een gelijke uitkomst? | Inkoop: staat in offerteaanvraag, eerst de partij met de hoogste score op 1.2, als dat ook gelijk is d.m.v. loting. |
52 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | U noemt een vaste prijs van € 82.600. Kunt u aangeven hoe u op basis van de scope en diepgang van de werkzaamheden dit bedrag hebt bepaald? | Niet langer relevant |
53 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | U stelt een aantal voorwaarden bij EIS−9 waarbinnen het rapport moet passen. Kunt u die voorwaarden zoals het beleidskader, reeds genomen maatregelen e.d. nu al verstrekken? | Nee. |
54 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | U geeft aan dat de partij die de opleverdatum voor 8 juni kan opleveren 100% van de punten behaald. Gezien de zorgvuldigheid waarmee dit onderzoek moet worden uitgevoerd om de vragen van de Kamer te beantwoorden vinden wij dit een ongelukkig gekozen scoringscriterium, het wekt de indruk van snelheid boven kwaliteit, het realisme van een dergelijke planning ten opzichte van de aanpak van opdrachtnemer wordt namelijk niet beoordeeld. Wij adviseren u dit gunningscriterium aan te passen naar een criterium waar u de planning van opdrachtnemer op realisme beoordeelt om de opdracht binnen het door gevraagde tijdsbestek uit te voeren. Kunt u hiermee akkoord gaan? | Nee. Maar we begrijpen dat niet alles voor 15 juni gereed kan zijn. We zien graag uw aanpak. |
55 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | U spreekt over 75 documenten, zou u in de offertefase de documentatielijst kunnen verstrekken? | Nee. |
56 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | In welke bestandsformaten worden de 75 aangeleverd aan opdrachtnemer | doc(x), pdf, xls |
57 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | Kunt u bevestigen dat de documentatie elektronisch worden verstrekt aan opdrachtnemer? | Ja |
58 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | Zitten in de 75 documenten ook de beantwoording op de door u uitgezette vragenlijsten? | Nee |
59 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | Aan hoeveel personen zijn de uitgezette vragenlijsten verstuurd en welke directies/rollen betreft dat? | Alle primaire procesdirecties binnen de BD, dit zijn er 9. Vragenlijsten zijn verstuurd aan de directeuren. |
60 | 3.1.1 | 3 | Gunningscriteria | U benoemt het maximaal aantal pagina’s. Zijn wij juist in onze interpretatie dat u hiermee het aantal pagina’s tekst benoemd (d.w.z. exclusief figuren en tabellen?) | Tabellen en figuren ter ondersteuning van uw aanpak xxxxxx niet mee in het maximum aantal pagina's. |
61 | 3.1.1 | 4 | Gunningscriteria | Uit de beschrijving onder gunningscriteria G.1.4. wordt de opleverdatum beschreven. Welk resultaat wordt door opdrachtgever verwacht op de opleverdatum: een conceptrapport ter afstemming met opdrachtgever in het kader van hoor/ wederhoor, of een finale versie van het rapport? | Op opleverdatum verwachten wij het conceptrapport ter afstemming opgeleverd te krijgen. |
62 | 3.1.1 | 4 | Gunningscriteria | Onder gunningscriteria G.1.4. wordt beschreven dat als startset ongeveer 75 documenten beschikbaar zijn. Om onze onderzoeksaanpak goed te kunnen voorbereiden helpt het ons om een indruk te hebben van de soort documenten dat voor ons beschikbaar is. Betreft dit bijvoorbeeld procesbeschrijvingen, (communicatie over) het interne onderzoek of anderszins? Graag ontvangen wij een korte beschrijving van het soort en type documenten. | In het kader van het beantwoorden van de vragen van de leden van de Tweede Kamer, heeft er dossiervorming plaatsgevonden. De totale set documenten bedraagt ongeveer 75. Het dossier is nog niet geschoond, waardoor er ook nog concept− versie van definitieve stukken in meegeteld zijn. De opdrachtgever gaat voorafgaand aan de gunning nog een schoning uitvoeren en zal de definitieve set documenten beschikbaar stellen aan de winnende partij. De informatie is onderverdeeld in <deels verouderde) procesbeschrijvingen, aantallen gebruikers van FSV, systeemdocumentatie van de applicatie FSV en andere detailinformatie over achtergronden van FSV. |
63 | 3.1.1. | 3 | Gunningscriteria | Onder gunningscriteria G.1.3. wordt beschreven dat de verwachting is “om minimaal één interview per directie te houden en maximaal 15”. Staat het ons vrij om, in afstemming met opdrachtgever, ook andere medewerkers te interviewen dan de directie of zijn wij voor de interviews gebonden aan één of meerdere interviews met de directie MKB, Particulieren, Grote Ondernemingen, Centrale Administratieve Processen (CAP) en Toeslagen | Ook andere medewerkers kunnen geïnterviewd worden. Met directie wordt overigens niet het directieteam bedoeld. Maar het totaal aan medewerkers dat binnen de directie werkzaam is. |
64 | 3.1.1. | 4 | Gunningscriteria | Uit de beschrijving onder gunningscriteria G.1.4. blijkt dat opdrachtnemer wordt gestimuleerd om te beogen het onderzoek zo snel mogelijk af te ronden, idealiter op 8 juni 2020 of eerder. We begrijpen de beoogde spoed gezien de politiek− bestuurlijke ontwikkelingen en vinden het belangrijk dat de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk nader wordt ingelicht. Tegelijkertijd hechten wij aan een zorgvuldig onderzoek, resulterend in een kwalitatief goede rapportage, mede gezien de gevoeligheid van het onderwerp; wij achten daarom een potentiele ‘strijd’ in prioritering tussen tijd en kwaliteit niet wenselijk. Staat opdrachtgever open voor het hanteren van een vaste opleverdatum van 15 juni? | Nee, de beschikbare informatie zal worden verwerkt in tussentijdse terugkoppeling aan bewindslieden. |
65 | 4.1 | 4 | Bijlage 2 | Door wie vindt de beoordeling plaats en op welke wijze wordt het oordeel per criterium door de verschillende beoordelaars gedaan? Beoordeelt een ieder afzonderlijk de offerte, wordt er per criterium een commissie samengesteld of wordt er op andere wijze beoordeeld? Wanneer wordt de wens als volledig en goed, uitstekend, etc beoordeeld? Wat verstaat u onder positieve, verrassende en vernieuwende elementen? | De beoordeling bestaat uit twee stappen, waarin eerst de offertes individueel door de commissieleden worden beoordeeld en waarin vervolgens in consensus tot een gezamenlijk oordeel word gekomen. |
1. Beschrijf welke gegevensstromen van derden binnen komen, die wijzen op een potentieel risico ten aanzien van de fiscale positie van een of meer burgers en bedrijven. Voor alle duidelijkheid, ook een
eenmalig ongestructureerd signaal ten aanzien van één belastingplichtige of inhoudingsplichtige, zoals een klikbrief, valt onder deze vraag. Ga daarbij per gegevensstroom tenminste in op de volgende
aspecten:
1.1. Van wie is de gegevensstroom afkomstig?
1.2. Wat is de omvang van deze gegevensstroom (aantal signalen) in 2019? Welke bestuurlijke informatie over 2019 is verder voorhanden? Stuur deze mee.
1.3. Is de gegevensstroom onderdeel van een afspraak of convenant, en zo ja, met wie?
1.4. Op welke wijze worden de gegevens verwerkt en met behulp van welke applicatie? Als een
procesbeschrijving beschikbaar is, deze graag meesturen. Indien en voor zover tot voor kort FSV werd gebruikt, de vraag ook beantwoorden voor 'de periode na FSV'.
1.5. Worden de gegevens binnen of buiten de Belastingdienst gedeeld? En zo ja, met wie en past dat binnen de doelbinding?
1.6. Is ten aanzien van de gegevensverwerking een WMK toets of een PIA/GEB gedaan? Van welke datum is die? Zijn de betreffende maatregelen geïmplementeerd? En zo niet, welke niet en wat is de planning?
2. Beschrijf of, en zo ja, op welke wijze terugkoppeling wordt gegeven aan aanleverende partijen. Ga daarbij tenminste in op de volgende aspecten:
2.1. Vindt terugkoppeling plaats? En zo ja, op welke wijze? En gebeurt dat geaggregeerd en
geanonimiseerd? Wordt in voorkomende gevallen altijd ontheffing van de geheimhoudingsplicht gevraagd?
2.2. Op grond van welke afspraak/regeling vindt de terugkoppeling plaats?
2.3. Indien afspraken zijn gemaakt, vindt terugkoppeling juist, tijdig en volledig plaats?
2.4. Op welke wijze wordt de kwaliteit van terugkoppeling geborgd en bewaakt?
3. Beschrijf welke gegevensstromen wij delen met derden die informatie bevatten ten aanzien van mogelijke fraude in het domein waarvoor die derde staat opgesteld. Ga daarbij tenminste in op de volgende aspecten:
3.1. Met wie worden welke gegevens gedeeld?
3.2. Wat is de omvang van deze gegevensstroom (aantal signalen)
3.3. Is de gegevensstroom onderdeel van een afspraak of convenant, en zo ja, met wie?
3.4. Op welke wijze worden de gegevens gedeeld en uit welke gegevensbron zijn ze afkomstig? Als een procesbeschrijving beschikbaar is, deze graag meesturen.
3.5. Is ten aanzien van de gegevensverwerking een WMK toets of een PIA/GEB gedaan? Van welke datum is die?
3.6. Ontvangen wij een terugkoppeling van hetgeen met de door ons aangeleverde gegevens is gedaan?
4. Is er behoefte aan een Single point of contact? Een single point of contact is één plek binnen de organisatie waar de binnenkomst en uitgifte van bovengenoemde signalen centraal wordt vastgelegd, verwerkt en bewaakt. En zo ja, waar zou dat het beste gepositioneerd moeten/kunnen worden?
Met behulp van de onderstaande vragen proberen we een beeld te krijgen van de wijze waarop de behandeling van signalen van mogelijke fraude binnen jouw dienstonderdeel plaatsvindt. De
vragen zijn bedoeld als hulpmiddel. Als je beschikt over beschrijvingen, evaluaties etc., stellen we het op prijs wanneer je daar in de beantwoording naar verwijst en/of ze meestuurt. Een
toelichting, zeker bij vragen die ontkennend worden beantwoord, wordt op prijs gesteld.
Vragenlijst ingevuld door: | |
Directie/afdeling/functie: | |
Datum: |
Processtappen | In dit onderdeel zijn vragen opgenomen met betrekking tot de opeenvolgende stappen die bij de behandeling van aanwijzingen worden genomen. |
1. Op welke manier komen aanwijzingen met betrekking tot mogelijke fraude op? | Deze vraag ziet op de mogelijke bron van aanwijzingen. Dit kan bijvoorbeeld van andere afdelingen komen, maar ook opkomen tijdens de uitvoering van regulier toezicht |
2. Op welke wijze en door wie worden deze aanwijzingen in eerste instantie beoordeeld? | Deze vraag ziet op de weging van aanwijzingen. Doet de behandelaar bij wie de aanwijzing opkomt dit zelf? Is er een (afzonderlijk) proces ingericht ten behoeve van de weging van deze aanwijzingen? |
3. Welke criteria worden daarbij gehanteerd? | |
4. Op welke wijze en door wie worden aanwijzingen na een eerste beoordeling eventueel verder opgewerkt? | Kortom, op welke wijze wordt nader onderzoek gedaan naar het feitencomplex |
5. Wat zijn de mogelijke gevolgen die voortvloeien uit een opgewerkt signaal en wie zijn daar vanuit de Belastingdienst bij betrokken? | Gaat hier om de keuzes die gemaakt worden naar aanleiding van het tot dan toe bekende feitencomplex en wie daar van de kant van de Belastingdienst bij betrokken is. |
6. Is sprake van speciale afdelingen of teams die signalen oppakken of uitwerken? | |
Vastleggingen | |
1. Welke applicaties worden gebruikt voor de bovenvermelde processtappen? En wat is de status van deze applicaties? | Met status wordt bedoeld of de betreffende applicatie door de uitvoeringsdirectie is goedgekeurd |
2. Is het gebruik van deze applicaties verplicht? | |
3. Ondersteunen deze applicaties de beslissingen die door de gebruikers moeten worden genomen en zo ja, hoe? | |
4. Worden deze applicaties gebruikt ten behoeve van verantwoordings− rapportages en zo ja, hoe? | |
Spelers in het proces |
1. Welke collega’s worden betrokken in het oppakken en uitwerken van fraudesignalen en wat is hun rol? | |
2. Vindt afstemming plaats in de vaktechnische lijn? Zo ja: − wanneer (bij welke processtappen) − met wie − betreft het (verplicht) advies of goedkeuring | |
3. Vindt (standaard) afstemming plaats met leidinggevenden? Zo ja: − wanneer (bij welke processtappen) − met wie − betreft het (verplicht) advies of goedkeuring | |
Beheersmaatregelen | |
1. Zijn er procesbeschrijvingen m.b.t. de bovengenoemde processtappen en zo ja, welke? | |
2. Zijn in handboeken, leidraden en instructies aanwijzingen opgenomen voor het oppakken en uitwerken van fraudesignalen. Welke? | |
3. Is sprake van externe uitingen waarin de aanpak staat omschreven (denk aan het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst, het protocol AAFD, instelbesluiten etc.)? | |
4. Is er ruimte om van handboeken etc af te wijken en zo ja hoe? | |
5. Is de uitwerking van de processtappen onderhevig aan kwaliteitstoetsing (review, FIX, ADR of anderszins)? | |
6. Op welke wijze wordt de eventuele kwaliteitstoetsing vastgelegd (denk aan KMO)? | |
7. Wordt er periodiek gerapporteerd over de uitwerking van fraudesignalen en zo ja op welke wijze en aan wie? | |
8. Is er anderszins aanleiding om de beheersing van fraudesignalen tegen het licht te houden (klachten ombudsman, rechtszaken etc..)? | |
9. Welke waarborgen zijn er dat de vastleggingen van (behandeling van) mogelijke fraudesignalen verantwoord worden gebruikt bij andere middelen en processen en op andere (latere) tijdstippen? |
Overig | |
1. Komt het voor dat burgers of ondernemers die zelf niet deelnemen aan een mogelijke fraude maar wel op enigerlei wijze zijn gelieerd aan een (mogelijke fraudeur) aan een zwaardere vorm van toezicht worden onderworpen? Zo ja, hoe wordt een zorgvuldige behandeling dan geborgd? | |
2. Zijn er onderwerpen of processtappen waar verbetering mogelijk/nodig is? | |
3. Zijn er buiten de bovengestelde vragen nog onderwerpen die in de uitwerking aan de orde moeten komen? | |
4. Zo ja, is daar ook documentatie over beschikbaar? | |
5. Wie kan dit onderwerp inhoudelijk toelichten? |