BESTUURSOVEREENKOMST TUSSEN DE FEDERALE STAAT EN DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID
BESTUURSOVEREENKOMST TUSSEN DE FEDERALE STAAT EN DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID
VOOR DE PERIODE 2022-2025
Tussen de federale Staat, overeenkomstig artikel 7, § 1, van het Responsabiliseringsbesluit vertegenwoordigd door de heer Xxxxxx-Xxxx Xxxxxxxx, Vice-eersteminister en minister van Economie en Werk, de xxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, xxxxxxx Xxxxx Xx Xxxxxx, Vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post en xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, toegevoegd aan de minister van Justitie, belast met Xxxxxxxx,
en
de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7, § 2, eerste lid, van het Responsabiliseringsbesluit vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxxx Xxxxx, de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, de heer Xxxx Xxxxxxxx, mevrouw Xxxxx-Xxxxxx Xxxxxxxxxxx en de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, beheerders, en door de xxxx Xxxxx Xxxxxx, administrateur-generaal en de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx, adjunct-administrateur-generaal,
en
gelet op het advies van het Basisoverlegcomité van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, uitgebracht op 26 juni 2023;
gelet op de goedkeuring van het Beheerscomité van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, betuigd op 28 juni 2023;
gelet op de instemming van de Regering na beraadslaging in de Ministerraad van 3 mei 2024; wordt overeengekomen wat volgt:
HOOFDSTUK I – Algemene bepalingen Artikel 1
Voor de toepassing van deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:
1° “de Kruispuntbankwet”: de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;
2° “het Responsabiliseringsbesluit”: het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997;
3° “de Minister”: de Minister van Sociale Zaken;
4° “de Kruispuntbank”: de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, openbare instelling van sociale zekerheid bedoeld bij artikel 3, § 2, van het Responsabiliseringsbesluit;
5° het informatieveiligheidscomité: het informatieveiligheidscomité bedoeld in de wet van 5 september 2018 tot oprichting van het informatieveiligheidscomité en tot wijziging van diverse wetten betreffende de uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
6° “instellingen van sociale zekerheid”: de instellingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van de Kruispuntbankwet;
7° “actoren in de sociale sector”: de instellingen van sociale zekerheid, de instellingen waartoe in uitvoering van artikel 18 van de Kruispuntbankwet een geheel of een deel van de rechten en plichten voortvloeiend uit de Kruispuntbankwet zijn uitgebreid en de instanties die aanvullende rechten toekennen bedoeld in artikel 11bis, § 1, van de Kruispuntbankwet, waarvoor het Beheerscomité van de Kruispuntbank een beslissing tot samenwerking met de Kruispuntbank heeft genomen in uitvoering van artikel 11bis,
§ 2, van de Kruispuntbankwet alsook de instanties van de gemeenschappen en de gewesten die in voorkomend geval ingevolge de institutionele hervormingen belast worden met de toepassing van de sociale zekerheid;
8° “het informaticasysteem van de Kruispuntbank”: het geheel van hardwaremiddelen en basis- of systeemsoftwaremiddelen dat de Kruispuntbank inzet voor de uitvoering van haar opdrachten, met uitzondering van de externe telecommunicatieverbindingen en van de netwerkdiensten;
9° “netwerkdienst”: het geheel van softwaretoepassingen dat de Kruispuntbank en haar gegevensleveranciers inzetten om de actoren in de sociale sector in de mogelijkheid te stellen persoonsgegevens elektronisch uit te wisselen;
10° “netwerk”: het netwerk bedoeld in artikel 2, eerste lid, 9°, van de Kruispuntbankwet, met inbegrip van het informaticasysteem van de Kruispuntbank, de onderlinge telecommunicatieverbindingen en de netwerkdiensten;
11° “e-government in de sociale sector”: het herdenken van de processen inzake informatieverwerking tussen de actoren in de sociale sector onderling, en tussen de actoren in de sociale sector enerzijds en de sociaal verzekerden en hun werkgevers anderzijds, door gebruik te maken van opportuniteiten geboden door moderne informatie- en communicatietechnologieën, met het oog op een effectieve en efficiënte taakuitvoering door de actoren in de sociale sector, een effectieve en efficiënte dienstverlening door de actoren in de sociale sector aan de sociaal verzekerden en hun werkgevers, met een minimum aan administratieve lasten en, in de mate van het
mogelijke, een automatische toekenning van rechten, en een efficiënte en effectieve fraudebestrijding en -vermijding.
Artikel 2
Deze bestuursovereenkomst wordt gesloten in het kader van de bepalingen van artikel 5 van het Responsabiliseringsbesluit. Ze legt de bijzondere regels en voorwaarden vast waaronder de Kruispuntbank de opdrachten vervult die haar zijn toevertrouwd door de wet, inzonderheid door de Kruispuntbankwet.
Deze bestuursovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022 en neemt een einde op 31 december 2025.
Deze bestuursovereenkomst regelt enerzijds de wijze waarop de Kruispuntbank op een efficiënte en kwaliteitsvolle wijze uitvoering geeft aan haar wettelijke opdrachten en aan het beleid zoals het door de politieke overheden wordt gedefinieerd en anderzijds de wijze waarop de federale Staat de middelen ter beschikking stelt van de Kruispuntbank om haar in staat te stellen haar wettelijke opdrachten correct uit te voeren.
De beleidskeuze voor de rechtsfiguur van de overeenkomst leidt tot een vervanging van de klassieke gezagsverhouding door een meer contractuele verhouding. Beide partijen verbinden zich dus tot structureel overleg en wederzijdse akkoorden als evenwaardige partners.
Opdat de Kruispuntbank haar opdracht op een kwaliteitsvolle wijze kan uitvoeren, verbindt de federale Staat zich ertoe de Kruispuntbank de overeengekomen middelen ter beschikking te stellen. Dit is een substantiële voorwaarde opdat de Kruispuntbank zou kunnen worden gehouden tot de naleving van de verbintenissen van deze overeenkomst.
De Kruispuntbank betreurt het feit dat de Regering geen duurzame financiering voorziet voor de volledige looptijd van de huidige bestuursovereenkomst. De explosieve toename van de inflatie in 2022 heeft de kosten voor ICT-uitgaven (Smals – Intra Muros ) vanaf 2023 structureel verhoogd met 12,28 %. De budgettaire compensatie hiervoor werd voorlopig nog maar enkel voor het jaar 2023 toegekend wat een grote onzekerheid betekent voor de volgende jaren.
De Kruispuntbank kan de in de bestuursovereenkomst vervatte verbintenissen en doelstellingen slechts naleven in de mate dat de Regering hiervoor de nodige middelen ter beschikking stelt.
Daartegenover verbinden de OISZ er zich toe om de toegekende middelen op een zo efficiënt mogelijke wijze te gebruiken om maximaal het geheel van de opgenomen doelstellingen die hen met toepassing van het voorliggend contract zijn opgelegd te vervullen.
De OISZ zullen de in dit contract opgenomen verbintenissen uitvoeren voor zover de ter beschikking gestelde budgettaire middelen dit toelaten.
Artikel 3
De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de principes van het paritair beheer na te leven. Het Beheerscomité en de verantwoordelijken voor het dagelijks bestuur treden op als echte partners.
De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om gunstige voorwaarden te scheppen met het oog op de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen die in deze overeenkomst zijn vastgelegd. Op dat vlak vormt het eerbiedigen van het voorafgaande overleg bedoeld in artikel 30 een kritische succesfactor.
Indien de Kruispuntbank in het kader van een wettelijke opdracht moet samenwerken met een federale overheidsinstelling, verbindt de federale Staat zich ertoe alle acties te ondernemen om de samenwerking van de overheidsinstelling met de Kruispuntbank te waarborgen. Dit is in het bijzonder het geval voor alle betrokken federale overheidsinstellingen, onder meer de FOD Financiën en de FOD Justitie, voor wat betreft de uitvoering van artikel 5, 7°, van deze bestuursovereenkomst, de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, bevoegd voor de ondersteuning inzake e-government van federale overheidsdiensten en programmatorische overheidsdiensten waarvan de taken zich niet in de sociale of gezondheidssector situeren, voor wat betreft de uitvoering van de artikelen 6, 4°, 12, 6° en 8°, c), van deze bestuursovereenkomst, de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken voor wat betreft de uitvoering van de artikelen 8, 1°, e), en 9, 2°, van deze bestuursovereenkomst, de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie voor wat betreft de uitvoering van de artikel 9, 2°, van deze bestuursovereenkomst, evenals het eHealth-platform, bevoegd voor de onderlinge elektronische dienstverlening en informatie-uitwisseling tussen alle actoren in de gezondheidszorg.
Zowel de Kruispuntbank als de federale overheidsdienst zullen proactief reageren met name wanneer de samenwerking de overdracht van informatie vereist. Dit impliceert een voortdurend overleg tussen de federale overheidsdienst en de Kruispuntbank. Dit voortdurende overleg zal in werking gesteld worden op initiatief van de Kruispuntbank.
HOOFDSTUK II – Taken van de Kruispuntbank Artikel 4
Voor de uitvoering van de haar bij wet opgelegde opdrachten heeft de Kruispuntbank de volgende taken:
1° het uitwerken van een gemeenschappelijke visie inzake e-government in de sociale sector, met inbegrip van de aspecten informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het verrichten van studies voor het uitwerken van deze visie, het bepalen van een strategie voor het bereiken van deze visie, het uitdragen van deze visie en strategie, het bevorderen en opvolgen van de uitvoering van deze visie en strategie, en het ondersteunen van het beleid met het oog op het bevorderen en bewaken van de homogeniteit en consistentie van het beleid met deze visie en strategie;
2° het concipiëren, ontwikkelen en beheren van een technisch en functioneel interoperabiliteitsframework tussen de actoren in de sociale sector, met inbegrip van de nodige normen, standaarden en basisarchitectuur voor de efficiënte inzet van informatie- en communicatietechnologie, dat de implementatie van de visie en strategie inzake e-government in de sociale sector, met inbegrip van de aspecten informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ondersteunt; tot dit interoperabiliteitsframework behoren
a) een systeem voor het machtigen, organiseren en leiden van gestructureerde elektronische informatie-uitwisseling tussen de actoren in de sociale sector, met structureel ingebouwde maatregelen inzake preventieve controle op de naleving van de maatregelen inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
b) een systeem voor de unieke identificatie van de sociaal verzekerden, hun werkgevers en de medewerkers van de actoren in de sociale sector;
c) een systeem voor de terbeschikkingstelling van beleidsondersteunende informatie inzake de sociale bescherming en de arbeidsmarkt aan beleidsvoerders en onderzoekers;
3° het uitwerken en coördineren van de uitvoering van actor-overschrijdende Belgische of internationale programma's, projecten en netwerkdiensten ter implementatie en ondersteuning van de visie en strategie inzake e-government, informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sociale sector, het coördineren van de uitvoering van deze programma's, projecten en netwerkdiensten, en het begeleiden van de actoren in de sociale sector bij de uitvoering van de programma’s, projecten en netwerkdiensten; tot deze programma’s behoren
a) de ontwikkeling van basisdiensten die zoveel mogelijk hergebruikt kunnen worden en interoperabel zijn;
b) de verdere uitbouw van het informatief en transactioneel portaal van de sociale zekerheid, bestemd voor geïntegreerde dienstverlening aan enerzijds de sociaal verzekerden en hun vertegenwoordigers en anderzijds de werkgevers en hun aangestelden, alsook de bevordering van het gebruik van moderne technologieën met het oog op een proactief en interactief elektronisch contact met de sociaal verzekerden;
4° het beheren van de samenwerking van de actoren in de sociale sector met Belgische instanties buiten de sociale sector of met relevante internationale, supranationale of buitenlandse instanties buiten de sociale sector op het gebied van e-government, informatiebeheer, informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
5° het communiceren met betrekking tot de gemeenschappelijke visie en strategie inzake e-government, informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sociale sector en de dienstverlening geleverd door de Kruispuntbank;
6° het ondersteunen, op organisatorisch, juridisch en informaticavlak, van de uitbouw en de werking van het bij de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie
van het eHealth-platform opgerichte eHealth-platform, inzonderheid zoals voorzien in de artikelen 15, § 6, en 18 van deze wet;
7° het promoten van IT-synergieën in de instellingen van sociale zekerheid en de federale overheidsdiensten en de actieve deelname aan het G-Cloud-programma, de community cloud van de overheid:
a) het promoten, als actief lid van het strategisch comité, van gemeenschappelijke initiatieven ter ondersteuning van de invoering van nieuwe technologieën en van het delen van infrastructuur, platformen, diensten en gespecialiseerde human resources, aan de beste prijs voor de federale instellingen en met de beste veiligheidsnormen;
b) de deelname aan innovatieve technische projecten met als doel het ontwikkelen en het aanbieden van de meest moderne en veilige technische informaticadiensten aan de federale instellingen;
c) het gebruik van de G-Cloud-diensten om de werking van de netwerkdiensten van de Kruispuntbank te garanderen;
d) het promoten van aankoopcentrales en contacten met de leveranciers in het belang van alle federale overheden.
HOOFDSTUK III – Gekwantificeerde doelstellingen inzake efficiëntie en kwaliteit en methodes voor het meten en het opvolgen van de mate waarin de doelstellingen worden nageleefd
Artikel 5
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 1°, biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken en projecten (in cursief) aan:
1° de Kruispuntbank zorgt voor een proactieve formulering en uitdraging van de visie inzake e-government in de sociale sector, met inbegrip van de aspecten informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer, in het Beheerscomité en in het Algemeen Coördinatiecomité en zijn werkgroepen, door het opstellen van de nodige documenten en het organiseren van de nodige overleg- en informatiesessies;
2° de Kruispuntbank stimuleert de uitbouw van een interoperabel netwerk van dienstenintegratoren met een duidelijke onderlinge taakverdeling;
3° de Kruispuntbank volgt op de voet de evoluties inzake informatie- en telecommunicatietechnologie, informatieveiligheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en sociaal beleid met het oog op een optimale uitvoering van haar taken;
4° de Kruispuntbank verricht binnen haar competentiedomeinen op eigen initiatief of op vraag van de federale Staat of van de actoren in de sociale sector studies binnen de afgesproken termijnen;
5° de Kruispuntbank verstrekt op eigen initiatief of op vraag, binnen de afgesproken termijnen, kwaliteitsvol advies aan de beleidsvoerders inzake e-government, informatieveiligheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer, fraudevermijding en -bestrijding en administratieve vereenvoudiging voor sociaal verzekerden en hun werkgevers in de sociale sector en de overheid in het algemeen;
6° de Kruispuntbank treft gepaste juridische, organisatorische en technische maatregelen in overeenstemming met de algemene verordening gegevensbescherming;
7° de Kruispuntbank bevordert, met respect voor de principes inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, een gecoördineerd en sectoroverschrijdend fraudebestrijdingsbeleid,
a) door het organiseren en het coördineren van de nodige gegevensuitwisselingen, zowel tussen de instellingen van sociale zekerheid onderling als tussen de instellingen van sociale zekerheid en andere federale overheidsinstellingen;
b) door het ondersteunen van projecten van datamining; zij ondersteunt dergelijke projecten, door het ter beschikking stellen van haar expertise inzake datawarehousing en door het begeleiden van de juridische procedures ten opzichte van het informatieveiligheidscomité;
c) door het ondersteunen van de permanente werkgroep uitkeringsfraude op Beneluxniveau;
d) door haar actieve deelname aan het College in de strijd tegen fiscale en sociale fraude.
8° de Kruispuntbank redigeert of helpt bij de redactie van ontwerpen van regelgevende teksten nodig voor de concretisering van de visie inzake e-government, informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sociale sector en de overheid in het algemeen;
9° de Kruispuntbank bevordert, in overleg met de werkgroep informatieveiligheid, de opstelling van een permanent geactualiseerde documentatie inzake de informatieveiligheid bij de actoren in de sociale sector en geeft, op vraag van deze actoren, hierbij de nodige adviezen;
10° de Kruispuntbank organiseert en coördineert de vergaderingen van de informatieveiligheidssubwerkgroep “policy” en neemt, op uitnodiging van de beheersinstelling van het secundair netwerk, deel aan de vergaderingen van de informatieveiligheidswerkgroepen van de secundaire netwerken;
11° de Kruispuntbank ondervraagt jaarlijks de actoren in de sociale sector inzake de naleving van de minimale veiligheidsnormen;
12° op vraag van het informatieveiligheidscomité, verstrekt de Kruispuntbank tijdig een advies omtrent de bij het informatieveiligheidscomité ingediende dossiers tegen de vergadering van het informatieveiligheidscomité waarop de dossiers geagendeerd moeten worden.
Artikel 6
Bij de uitvoering van de taken vermeld in artikel 4, 2° en 7°, biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken aan:
1° de Kruispuntbank stelt, na overleg binnen het Algemeen Coördinatiecomité en het Comité Operaties en Programma’s van de G-Cloud, technische normen en – bij voorkeur open – standaarden vast voor de werking van het netwerk en bevordert de naleving ervan door alle leveranciers en gebruikers van netwerkdiensten;
2° de Kruispuntbank concipieert en ontwikkelt tezamen met de actoren in de sociale sector geïntegreerde netwerkdiensten die maximaal voldoen aan hun uiteindelijke behoeften, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, het volume van de te verwerken gegevens, de beschikbaarheid en de performantie van de leveranciers van de netwerkdiensten en de complexiteit en herbruikbaarheid van de verwerking;
3° de Kruispuntbank zoekt voor de netwerkdiensten samen met de leveranciers en gebruikers van deze diensten naar de optimale technische mogelijkheden om in functie van de volumes en de gewenste doorlooptijden de gegevensuitwisseling zo efficiënt mogelijk te laten verlopen;
4° voor rekening van de instellingen van sociale zekerheid, beheert de Kruispuntbank de uitbouw van de IAP-dienst (Internet Access Protection) van de G-Cloud en de daarop aangeboden diensten, volgt de naleving van de met de operatoren afgesloten service level agreements op en bevordert het gebruik van het IAP als voorkeurkanaal voor het beschikbaar stellen van netwerkdiensten en voor de toegang tot deze diensten, en voor de beveiligde toegang van de instellingen tot de Cloud-diensten; de Kruispuntbank stimuleert, in overleg met de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, het aanbod van deze diensten bij de federale overheidsdiensten;
5° de Kruispuntbank zorgt voor beveiligde verbindingen tussen het netwerk en het Internet en de andere datacommunicatienetwerken, zoals het netwerk van de federale overheidsdiensten of extranets met een hoge penetratiegraad bij instanties die gegevens moeten verstrekken aan of verkrijgen van actoren in de sociale sector;
6° de Kruispuntbank bevordert de ontwikkeling van toepassingen door de actoren in de sociale sector op basis van open standaarden die de instanties die gegevens moeten verstrekken aan of verkrijgen van de actoren in de sociale sector toelaten dit elektronisch te doen van toepassing tot toepassing of via portaal- of websites; in overleg met de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning bevordert de Kruispuntbank de ontwikkeling van technische standaarden inzake gegevensuitwisseling ten behoeve van de instellingen op federaal, gewest-, gemeenschaps- en lokaal niveau.
7° de Kruispuntbank analyseert waar relevant open source softwareoplossingen, rekening houdend met de total cost of ownership, en bevordert in voorkomend geval het gebruik ervan;
8° de Kruispuntbank engageert zich actief in het programma inzake IT-synergieën. Ze draagt bij tot de implementatie van een gemeenschappelijke IT-infrastructuur en gemeenschappelijke IT-platformen en diensten en bevordert deze bij de openbare instellingen van sociale zekerheid en andere federale overheidsdiensten. Zij neemt actief deel aan het programma tot hergebruik van softwarecomponenten.
Artikel 7
Bij de uitvoering van de taken vermeld in artikel 4, 2°, a) en 7°, concipieert, ontwikkelt en beheert de Kruispuntbank een informaticasysteem en de nodige softwaretoepassingen voor de werking van netwerkdiensten en biedt daarbij de volgende continuïteitstaken aan:
1° i.v.m. de beschikbaarheid van het informaticasysteem van de Kruispuntbank en de netwerkdiensten:
a) het informaticasysteem van de Kruispuntbank is beschikbaar voor de gebruikers gedurende 99 % van de tijdsperiodes dat netwerkdiensten beschikbaar zijn;
b) de kritieke onderdelen van het informaticasysteem zijn ontdubbeld en geografisch verspreid op dergelijke wijze dat de doelstelling vervat in punt a) gewaarborgd blijft wanneer één of meerdere kritieke onderdelen onbeschikbaar zijn;
c) voor de componenten van het informaticasysteem waarvoor er een beroep wordt gedaan op de diensten van de G-Cloud, sluit de Kruispuntbank service level agreements met de operatoren af en volgt de naleving ervan op;
d) de netwerkdiensten zijn maximaal toegankelijk voor de gebruikers van deze diensten, rekening houdende enerzijds met de beschikbaarheden van de leveranciers van deze diensten en anderzijds met de behoeften van de gebruikers van deze diensten;
e) de Kruispuntbank stelt aan de gebruikers van de netwerkdiensten informatie ter beschikking over de tijdsperiodes gedurende dewelke de onderscheiden netwerkdiensten onbeschikbaar zullen zijn ingevolge geplande werkzaamheden door de leveranciers van deze diensten;
f) de Kruispuntbank stelt aan de gebruikers van de netwerkdiensten zo spoedig mogelijk informatie ter beschikking waarover ze beschikt vanwege de leveranciers van netwerkdiensten i.v.m. de onbeschikbaarheid en de herbeschikbaarheid van de onderscheiden netwerkdiensten;
g) de Kruispuntbank bevordert, in overleg met betrokken actoren, de uitwerking van een methode, waarbij tussen alle leveranciers van diensten en de groepen van gebruikers afspraken worden gemaakt inzake de monitoring van de verschillende diensten enerzijds en de escalatieprocedure in geval van problemen anderzijds;
2° i.v.m. de verwerkingstijd:
a) het informaticasysteem van de Kruispuntbank verwerkt een online bericht, alvorens het naar een dienstenleverancier of naar een gebruiker te versturen, binnen maximaal 1 seconde in 99% van de gevallen en in maximaal 2 seconden in 99,5% van de gevallen;
b) het informaticasysteem van de Kruispuntbank verwerkt bestanden met vragen om gegevens binnen de termijnen die worden vastgelegd tussen de Kruispuntbank en de gebruikers, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, het volume van de te verwerken gegevens, de beschikbaarheid en performantie van de leveranciers van netwerkdiensten en de complexiteit van de verwerking; 99 % van de dagelijks meegedeelde gegevens worden verwerkt binnen de 4 dagen;
c) het informaticasysteem van de Kruispuntbank verwerkt de geïntegreerde netwerkdiensten online binnen de termijn die tussen de Kruispuntbank en de gebruikers is vastgelegd, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, het volume van de te verwerken gegevens, de beschikbaarheid en de performantie van de leveranciers van de netwerkdiensten en de complexiteit van de verwerking; de Kruispuntbank stuurt een antwoord naar de gebruiker in minder dan 4 seconden voor 99 % van de geïntegreerde online netwerkdiensten;
3° i.v.m. het verwijzingsrepertorium:
a) de Kruispuntbank beheert in uitvoering van artikel 6 van de Kruispuntbankwet een verwijzingsrepertorium, bestaande uit een personenrepertorium, een gegevensbeschikbaarheidstabel en een toegangsmachtigingstabel;
b) de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de actoren in de sociale sector on-line en via stapelverwerking het personenrepertorium kunnen bijwerken m.b.t. de personen waarover zij dossiers beheren;
c) de Kruispuntbank waarborgt dat de toegangsmachtigingstabel permanent in overeenstemming is met de machtigingen afgeleverd door het informatieveiligheidscomité;
d) de Kruispuntbank genereert trimestrieel boordtabellen m.b.t. de inhoud en de evolutie van het personenrepertorium en neemt op basis hiervan t.a.v. de actoren in de sociale sector de nodige initiatieven om de kwaliteit en de volledigheid van het personenrepertorium te optimaliseren;
e) de Kruispuntbank beheert in voorkomend geval en in overleg met de betrokken sector naast haar verwijzingsrepertorium ook sectorale verwijzingsrepertoria waarbij zij als beheersinstelling van het secundair netwerk van de betrokken sector instaat voor het vervullen van de functies bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit van 4 februari 1997 tot organisatie van de mededeling van sociale gegevens van persoonlijke aard tussen instellingen van sociale zekerheid;
4° i.v.m. de toegang tot de netwerkdiensten:
a) de Kruispuntbank verleent toegang tot de netwerkdiensten op basis van toegangsautorisaties, die per individuele gebruiker, toepassing of wettelijk kader aangeven welke elektronische berichten of diensten toegankelijk zijn;
b) de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de actoren in de sociale sector de toegangsautorisaties m.b.t. hun gebruikers of toepassingen kunnen beheren;
c) de Kruispuntbank genereert trimestriële boordtabellen m.b.t. de controle op toegangsbeheer en neemt zo nodig acties t.a.v. actoren in de sociale sector om een selectiever beheer van de toegangsautorisaties te waarborgen;
d) de Kruispuntbank voert een preventieve controle uit op de rechtmatigheid van het opvragen of overmaken van elektronische berichten of diensten; deze controle impliceert minstens volgende deelcontroles:
- indien de elektronische dienst wordt geïnitieerd op basis van sector, type instelling en gebruiker:
- de controle dat de gebruiker of de toepassing die het elektronisch bericht of de elektronische dienst opvraagt, mag optreden namens de aangegeven sector en type van instelling en het aangegeven bericht of de aangegeven dienst mag opvragen;
- de controle dat de opvraging of overmaking van het elektronisch bericht of de elektronische dienst toegelaten is voor de sector en type van instelling voor de aangegeven hoedanigheidscode;
- de controle dat de opvraging of overmaking van het elektronisch bericht of de elektronische dienst over de aangegeven persoon toegelaten is voor de sector en type van instelling in functie van de informatie die voor de sector en type van instelling m.b.t. de betrokken persoon beschikbaar is in het personenrepertorium;
- indien de elektronische dienst wordt geïnitieerd op basis van kbo- nummer (of sector/type instelling ) en wettelijk kader:
- de controle dat de opvraging of overmaking van de elektronische dienst is toegelaten voor kbo-nummer (of sector/type instelling) en voor het opgegeven wettelijk kader;
e) de Kruispuntbank bevordert het gebruik van erkende methodes voor elektronische authenticatie en, waar nodig, elektronische handtekening, in het bijzonder bij de elektronische mededeling of opvraging van persoonsgegevens via telecommunicatie door gebruikers die geen deel uitmaken van het netwerk, en coördineert en bevordert daartoe het gebruik van de elektronische identiteitskaart bij de actoren in de sociale sector;
5° i.v.m. het gebruik van de netwerkdiensten:
a) de Kruispuntbank treft gepaste organisatorische en technische maatregelen om het onrechtmatig gebruik van de netwerkdiensten te voorkomen; deze maatregelen verzekeren een passend beveiligingsniveau, rekening houdend, enerzijds, met de stand van de techniek terzake en de kosten voor het toepassen van de maatregelen en, anderzijds, met de aard van de te beveiligen gegevens en de potentiële risico's;
b) de Kruispuntbank houdt systematische privacyloggings bij i.v.m. het gebruik van de netwerkdiensten; deze loggings worden minstens 10 jaar bijgehouden en omvatten minstens volgende gegevens: de soorten uitgewisselde elektronische berichten of verleende elektronische diensten, de datum waarop het bericht is verzonden of de dienst is verleend, de gebruiker of de toepassing die het bericht heeft verzonden of de dienst heeft geleverd, de instelling waarnaar het bericht is verzonden of waaraan de dienst is verleend, de persoon waarop het bericht of de dienst betrekking had en zijn hoedanigheidscode; de Kruispuntbank beschikt over de nodige diensten om deze loggings op aanvraag zo snel mogelijk, en in elk geval binnen de maand, te kunnen analyseren;
6° i.v.m. de uitbreiding van het netwerk: alle actoren in de sociale sector, en alle andere actoren voor wie de tussenkomst van de Kruispuntbank een meerwaarde betekent, die nog niet zijn aangesloten op het netwerk en hierom verzoeken, worden hierop binnen de 2 maanden na hun verzoek aangesloten, op voorwaarde dat zij tijdig voldoen aan de organisatorische, technische en veiligheidsvoorschriften die gelden binnen het netwerk;
7° voor zover dit leidt tot een kostenbesparing en overeenkomstig de bij dit artikel vastgestelde doelstellingen, neemt de Kruispuntbank de componenten van haar informaticasysteem en haar netwerkdiensten op in het G-Cloud-programma van de overheid..
Artikel 8
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 2°, b), biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken aan:
1° i.v.m. de Kruispuntbankregisters:
a) de Kruispuntbank beheert in uitvoering van artikel 4 van de Kruispuntbankwet een register der geschrapten, met een uniek identificatienummer en basisidentificatiegegevens van personen die ooit in het Rijksregister zijn ingeschreven, maar waarover het Rijksregister de gegevens niet meer actualiseert, en een bisregister, met een uniek identificatienummer en basisidentificatiegegevens van personen die nooit in het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn ingeschreven ;
b) de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de instanties bedoeld in artikel 4 van de Kruispuntbankwet die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot informatiegegevens in het register der geschrapten of het bisregister online of via stapelverwerking toegang kunnen hebben tot de informatiegegevens; indien de instanties bedoeld in artikel 4 van de Kruispuntbankwet die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot informatiegegevens in het register der geschrapten of het bisregister ook gemachtigd zijn om toegang te hebben tot informatiegegevens in het Rijksregister, biedt de Kruispuntbank geïntegreerde diensten aan om op een geïntegreerde wijze toegang te kunnen hebben tot informatiegegevens in het Rijksregister, het register der geschrapten en het bisregister; de Kruispuntbank heeft daartoe toegang tot het Rijksregister in uitvoering van artikel 7 van de Kruispuntbankwet;
c) de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de instanties bedoeld in artikel 4 van de Kruispuntbankwet on-line en via stapelverwerking voorstellen tot bijwerking van het register van de geschrapten en van het bisregister kunnen verrichten;
d) de Kruispuntbank spoort in het register van de geschrapten en het bisregister personen op die meermaals zijn geregistreerd en verwijdert de overtollige registraties op basis van officiële documenten die worden opgevraagd of raadpleegbaar zijn bij de instanties bedoeld in artikel 4 van de Kruispuntbankwet;
e) de Kruispuntbank maakt voorstellen tot verbetering van gegevens in het Rijksregister afkomstig van de actoren in de sociale sector over aan het Rijksregister, houdt boordtabellen bij i.v.m. de termijnen binnen dewelke deze voorstellen door het Rijksregister worden verwerkt en onderneemt zo nodig
t.o.v. het Rijksregister initiatieven opdat de redelijke verwerkingstermijnen zouden worden nageleefd;
f) de Kruispuntbank maakt wijzigingen van gegevens opgenomen in het Rijksregister, het register van de geschrapten en het bisregister over aan de actoren in de sociale sector of aan de instanties bedoeld in artikel 4 van de Kruispuntbankwet die gemachtigd zijn om deze wijzigingen te verkrijgen;
2° i.v.m. het linkenregister:
a) de Kruispuntbank beheert een gegevensbank, het zogenaamd linkenregister, dat in voorkomend geval per Belgisch identificatienummer van de sociale zekerheid een link naar één of verschillende buitenlandse identificatiesleutels per land bevat;
b) de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de instanties bedoeld in artikel 4 van de Kruispuntbankwet die daartoe gemachtigd zijn online of via stapelverwerking toegang hebben tot de gegevens opgeslagen in het linkenregister;
3° i.v.m. de isi+-kaarten:
a) de Kruispuntbank volgt de aanmaak van de isi+kaarten op;
b) de Kruispuntbank stelt de nodige netwerkdiensten ter beschikking opdat de verzekeringsinstellingen de isi+-kaarten kunnen uitgeven en de uitgifte kunnen opvolgen;
4° i.v.m. de edc-kaarten (European Disability Card):
a) de Kruispuntbank volgt de aanmaak van de edc-kaarten op;
b) de Kruispuntbank stelt de nodige netwerkdiensten ter beschikking opdat de uitgevende instelling de edc-kaarten kan aanmaken en de uitgifte kan opvolgen;
5° i.v.m. de elektronische authenticatie:
a) de Kruispuntbank coördineert de uitbouw van een basisdienst op het portaal van de sociale zekerheid die toelaat om de elektronische identiteitskaart te gebruiken als middel voor elektronische identificatie, authenticatie en het plaatsen van een elektronische handtekening bij het gebruik van de toepassingen die beschikbaar zijn op het portaal van de sociale zekerheid;
b) de Kruispuntbank moedigt het gebruik van veilige authenticatiemiddelen, waaronder de elektronische identiteitskaart en de authenticatiemiddelen, opgenomen in de Federal Authentication Service, door de actoren in de sociale sector aan;
c) de Kruispuntbank stelt, in overleg met het eHealth-platform, de nodige netwerkdiensten ter beschikking voor de actoren in de sociale sector en de zorgverstrekkers om op een gecontroleerde en beveiligde manier de verzekerbaarheidsgegevens online te raadplegen bij de verzekeringsinstellingen op basis van een elektronische identificatie en authenticatie;
6° i.v.m. de Kruispuntbank Ondernemingen, het ondernemingsnummer en het vestigingsnummer:
a) de Kruispuntbank integreert in haar netwerkdiensten de toepassingen of diensten van de Kruispuntbank Ondernemingen die nuttig zijn voor de actoren in de sociale sector en bevordert het gebruik ervan bij de actoren in de sociale sector;
b) de Kruispuntbank coördineert de opname van het ondernemingsnummer en de vestigingsnummers in de bestanden van de instellingen van sociale zekerheid;
c) de Kruispuntbank bevordert het gebruik van het ondernemingsnummer en de vestigingsnummers door de instellingen van sociale zekerheid.
Artikel 9
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 2°, c), biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken aan:
1° i.v.m. de mededeling van anonieme informatie of steekproeven op aanvraag:
a) de Kruispuntbank publiceert op de website datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming een model volgens hetwelk een aanvraag tot het bekomen van anonieme informatie of een steekproef kan worden ingediend;
b) de Kruispuntbank onderzoekt, in overleg met de gegevensleveranciers, een volgens het model ingediende aanvraag zo spoedig mogelijk, en in elk geval binnen de twee maanden, op haar haalbaarheid, en meldt het resultaat van het onderzoek aan de aanvrager;
c) de Kruispuntbank stelt voor elke aanvraag die door de bevoegde instanties is goedgekeurd binnen de maand na deze goedkeuring in overleg met de gegevensleveranciers en de aanvrager een planning op voor de uitvoering van de nodige werken;
d) de Kruispuntbank coördineert de uitvoering van de werken nodig voor het beantwoorden van de aanvraag overeenkomstig de vastgelegde planning;
2° de Kruispuntbank coördineert de uitwerking van een datawarehouse ter ondersteuning van de aanmaak van anonieme informatie inzake de sociale bescherming en de arbeidsmarkt, dat wordt gevoed met informatie die gratis ter beschikking wordt gesteld door de instellingen van sociale zekerheid, het Rijksregister en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, en dat gemeenschappelijk wordt beheerd door de instellingen van sociale zekerheid die informatie aan het datawarehouse aanleveren;
3° de Kruispuntbank doet onderzoek naar een model om de koppeling mogelijk te maken tussen het datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming en andere datawarehouses, met respect voor de doeleinden van de onderscheiden datawarehouses inzake beleids- en onderzoeksondersteuning en aanmaking van statistieken;
4° de Kruispuntbank ontwikkelt toepassingen waarbij volgens een bepaalde frequentie een aantal vaste statistieken worden berekend en verhoogt de methodes voor ontsluiting van het datawarehouse in functie van de technologische evolutie.
Artikel 10
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 3°, biedt de Kruispuntbank de volgende taken aan:
1° i.v.m. de uitwerking van nieuwe programma’s, projecten en netwerkdiensten:
a) de Kruispuntbank voert een pro-actief beleid inzake het aanbod van nieuwe netwerkdiensten en voert hiertoe een permanent overleg met de potentiële leveranciers en de gebruikers binnen het Algemeen Coördinatiecomité;
b) op basis van voorafgaande voorstudies zoals medegedeeld door de aanvragende actoren en op basis van overleg binnen het Algemeen Coördinatiecomité stelt de Kruispuntbank elk jaar tegen de maand oktober een lijst op van de nieuwe programma’s, projecten en netwerkdiensten die gedurende het volgende jaar zullen worden voorbereid of uitgevoerd, en hun onderlinge prioriteit, rekening houdend met de beschikbare capaciteit voor de realisatie van nieuwe programma’s, projecten en netwerkdiensten bij de betrokken actoren; tevens wordt bij het vaststellen van de prioriteitenlijst, naast de noodzaak tot technische evolutie, rekening gehouden met de mogelijkheid tot vereenvoudiging van de regelgeving enerzijds en de return en value on investment evenals de herbruikbaarheid van de nieuwe programma’s, projecten en netwerkdiensten anderzijds;
c) de Kruispuntbank onderzoekt aanvragen vanwege gebruikers om nieuwe programma’s, projecten en netwerkdiensten die niet in de lijst zijn opgenomen binnen de twee maanden op hun nut en haalbaarheid en voegt ze, in voorkomend geval, toe aan de lijst;
d) de Kruispuntbank onderzoekt voortdurend de opportuniteit en neemt desgevallend de nodige initiatieven tot integratie in haar netwerkdiensten van nieuwe informatie- en communicatietechnologiediensten die door de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning of andere federale overheidsdiensten worden uitgebouwd, zoals technische en functionele interoperabiliteitsframeworks of portaalsites;
e) de Kruispuntbank lijst in bijlage bij deze overeenkomst de middelen die zij nodig heeft voor de uitvoering of de voorbereiding van nieuwe programma’s, projecten en netwerkdiensten gedurende het volgende jaar, en actualiseert deze lijst jaarlijks bij de opstelling van het ontwerp van begroting voor het volgende jaar;
2° i.v.m. de kwaliteit bij het uitwerken en coördineren van de uitvoering van programma's, projecten en netwerkdiensten:
a) de Kruispuntbank coördineert de uitvoering van programma’s, projecten en netwerkdiensten door middel van een projectplanning en staat in voor de projectopvolging;
b) na de inproductiename van een netwerkdienst bij de Kruispuntbank, al dan niet als beheersinstelling van een secundair netwerk, zorgt de Kruispuntbank ervoor dat het nodige cijfermateriaal aanwezig is om de netwerkdienst permanent op te volgen, te evalueren en, zo nodig, bij te sturen.
Artikel 11
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 3°, a), biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken aan:
1° de Kruispuntbank bevordert en coördineert de ontwikkeling en het gebruik van basisdiensten, o.a. voor het beheer van de gebruikers en van de toegangsmachtigingen, de elektronische identificatie en de authenticatie van de identiteit van de gebruikers, het beheer en de verificatie van de relevante hoedanigheden en mandaten van gebruikers, de single sign on, het afleveren van ontvangstmeldingen en notificaties bij transacties, het loggen van de uitgevoerde transacties en de elektronische handtekening;
2° de Kruispuntbank neemt, in overleg met betrokken actoren, actief deel aan CSAM, het geheel van afspraken om het overkoepelend identiteits- en toegangsbeheer binnen het e-government te organiseren;
3° de Kruispuntbank biedt een basisdienst aan die het mogelijk maakt om een elektronisch ondertekend document op een aangetekende wijze te versturen naar burgers, werkgevers of hun mandatarissen aan de hand van informaticatechnieken die de oorsprong en de integriteit van de inhoud verzekeren door middel van aangepaste beveiligingstechnieken, de mogelijkheid bieden om de afzender correct te identificeren en het tijdstip van de verzending correct vast te stellen en voorzien dat de afzender een bewijs ontvangt van de afgifte en/of van de bestelling van de zending aan de bestemmeling;
4° de Kruispuntbank zorgt ervoor dat de basisdiensten zodanig worden ontwikkeld dat ze zoveel mogelijk hergebruikt kunnen worden en interoperabel zijn;
5° de Kruispuntbank bevordert het gebruik van de basisdiensten bij de actoren in de sociale sector en andere federale overheidsdiensten.
Artikel 12
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 3°, b), biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken en projecten (in cursief) aan:
1° de Kruispuntbank bevordert en coördineert de ontwikkeling en het gebruik van het portaal van de sociale zekerheid;
2° de Kruispuntbank waakt over de terbeschikkingstelling van de in artikel 11, 1°, vermelde basisdiensten aan de gebruikers van het portaal van de sociale zekerheid;
3° de Kruispuntbank bevordert en coördineert de beschikbaarstelling door de openbare instellingen van sociale zekerheid van algemene, actuele informatie over de sociale zekerheid op het portaal van de sociale zekerheid, maakt daartoe afspraken met de openbare instellingen van sociale zekerheid, volgt de naleving van deze afspraken op, en onderneemt zo nodig t.o.v. de openbare instellingen van sociale zekerheid initiatieven opdat deze afspraken worden nageleefd; ze zorgt ervoor dat de actoren in de sociale sector, de federale portalen en de dienstenintegratoren de inhoudelijke informatie, die op het portaal van de sociale zekerheid is opgeslagen, kunnen aanroepen vanop andere portalen;
4° de Kruispuntbank bevordert en coördineert de beschikbaarstelling door de instellingen van sociale zekerheid van transacties m.b.t. de sociale zekerheid op het portaal van de sociale zekerheid ten behoeve van sociaal verzekerden, hun werkgevers en medewerkers van de actoren in de sociale sector;
5° de Kruispuntbank coördineert de opvolging en implementatie van de Europese Single Digital Gateway verordening (Verordening(EU) 2018/1724) tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing voor burgers;
6° de Kruispuntbank legt de gebruikersreglementen vast, waarbij het niveau van authenticatie van de gebruikers en het gebruik van de transacties beschikbaar op het portaal van de sociale zekerheid, van de federale overheid en van het eHealth-platform wordt geregeld;
7° de Kruispuntbank stimuleert het gebruik van moderne technologieën (GSM, smartphone, tablet,…) bij het verwezenlijken van de contacten met de sociaal verzekerden (aangaande hun dossier, de mogelijke wijziging van hun rechten, de impact van een beslissing op hun latere rechten,…), in overeenstemming met de veiligheidsnormen en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
8° i.v.m. de beveiligde elektronische brievenbus voor burgers (eBox):
a) de Kruispuntbank werkt samen met andere federale en regionale instanties om het aantal toegangskanalen uit te breiden en projecten met betrekking tot het gebruik van de eBox te ondersteunen;
b) de Kruispuntbank stimuleert het gebruik van de eBox en waakt proactief over de toename van het aantal deelnemende instellingen enerzijds en het volume gepubliceerde documenten anderzijds;
c) de Kruispuntbank stimuleert, onder coördinatie van de FOD Beleid en Ondersteuning, de integratie van bestaande berichtenboxen (zoals MyeBox, MyMinfin, MyPension, …); hierbij streeft zij niet naar een volledig gecentraliseerd uniek systeem maar wenst zij de burger in staat stellen de inhoud van al zijn verschillende berichtenboxen gegroepeerd te kunnen raadplegen vanop één plaats naar keuze.
Artikel 13
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 4°, biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken en projecten (in cursief) aan:
1° de Kruispuntbank neemt actief deel aan minstens volgende organen:
a) het informatieveiligheidscomité;
b) het Algemeen Coördinatiecomité, zijn stuurgroep en zijn werkgroepen;
c) het College van de openbare instellingen van sociale zekerheid;
d) het interparastataal comité voor de harmonisering van de toepassing van het statuut;
e) de werkgroep Modernisering van het beheer van de sociale zekerheid;
f) de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging, zijn stuurgroep en zijn werkgroepen;
g) de coördinatie- en adviesorganen inzake e-government, informatiebeheer, informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer die zijn of worden opgericht binnen de federale overheid of tussen de federale overheid en de andere overheidsniveaus;
h) de comités bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;
i) de werkgroep COMMnetKern en COMMnetKern-Portaal;
j) het Overlegcomité van de gebruikers van het Rijksregister;
k) de Hoge Raad voor Statistiek;
l) de Technische Commissie voor Gegevensverwerking van de Administratieve Commissie voor de Sociale Zekerheid van Migrerende Werknemers;
m) de algemene vergadering en de raad van bestuur van de vzw Smals en de vzw Egov;
n) de algemene vergadering en de raad van bestuur van de vzw SIGEDIS die belast is met het bijhouden van de individuele pensioenrekeningen;
o) de beheers- en gebruikersgroep van het datawarehouse sociale bescherming en arbeidsmarkt;
p) het beheerscomité van de databank e-PV bedoeld in het Sociaal Strafwetboek;
q) het strategisch comité van de G-Cloud (GCSB);
r) het forum van de informaticadirecteurs van de federale overheidsinstellingen (SIT);
s) het College in de strijd tegen fiscale en sociale fraude.
2° de Kruispuntbank rapporteert regelmatig en tijdig aan de openbare instellingen van sociale zekerheid respectievelijk het Algemeen Coördinatiecomité, omtrent de werkzaamheden van de overlegorganen waarin zij de openbare instellingen van sociale zekerheid respectievelijk de instellingen van sociale zekerheid vertegenwoordigt;
3° de Kruispuntbank neemt actief deel aan de organisatie van de elektronische dienstverlening tussen actoren van de sociale sector in de lidstaten van de Europese Unie en levert daartoe meer bepaald volgende diensten:
a) de verdere deelname en de bijdrage aan het Europees elektronisch uitwisselingsplatform EESSI op het niveau van de sectoren voor de omzetting van vastgelegde business use cases naar het niveau van de Belgische nationale bevoegdheden en het beheer ervan in functie van de vastgelegde nationale
architectuur, voor wat betreft die business use cases, waarvoor een elektronische afhandeling verantwoord is;
b) het aanbieden van het Belgisch “access point” voor alle uitwisselingen van persoonsgegevens voorgeschreven in het kader van EESSI en de implementatie van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels;
c) de bijdrage tot de parametrering en actualisering van de European Repository Institution voor het beheer van de Belgische bevoegdheden en het beheer van de nationale certificaten;
d) het beheer van de National Gateway , met het hergebruik van componenten van de Kruispuntbank (bijvoorbeeld het linkenregister zoals bedoeld in artikel 8, 2°) wanneer het de strategische keuze is van de Belgische instellingen van sociale zekerheid om de “National Gateway” te gebruiken;
e) het beheer van het RINA-platform (Reference Implementation for National Application) voor het beheer van de business use cases wanneer het de strategische keuze is van de Belgische instellingen van sociale zekerheid om RINA te gebruiken;
f) het geven van input aan de Belgische vertegenwoordigers in de Administratieve Commissie om ervoor te zorgen dat het RINA-platform in België op een kostenefficiënte wijze kan worden ingezet, en in elk geval wat betreft het evolutief en correctief onderhoud en de hosting ervan;
g) het ondersteunen van sectoriële initiatieven voor de uitwisseling van gegevens tussen Europese socialezekerheidsdiensten met het oog op het rechtzetten van vergissingen en het bestrijden van grensoverschrijdende fraude;
h) het rekening houden in het portaal van de sociale zekerheid met de aspecten “Leaving Belgium”, “Working in Belgium” en “Coming2Belgium”, zonder de noodzakelijke aanvullingen voor andere federale of Europese initiatieven uit het oog te verliezen;
i) het ondersteunen van de dematerialisatie en digitalisering van de Europese ziekteverzekeringskaart (EZVK).
4° de Kruispuntbank ondersteunt de reflectie en de samenwerking tussen de betrokken instellingen van sociale zekerheid.
Artikel 14
Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 5°, biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken aan:
1° de Kruispuntbank stelt een website ter beschikking met
a) informatie over de gemeenschappelijke visie inzake e-government in de sociale sector, met inbegrip van de aspecten informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
b) organisatorische, juridische, technische en veiligheidsinformatie over de werking van het netwerk en de netwerkdiensten;
c) informatie over de programma’s, projecten en netwerkdiensten en hun planning;
d) een link naar de website datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, met onder meer online statistieken;
e) informatie over de incidenten en de opvolging ervan en de kalender van de geplande interventies door de Kruispuntbank en de leden van het netwerk van de sociale zekerheid;
2° de Kruispuntbank stelt op een pro-actieve wijze de nodige organisatorische, juridische, technische en veiligheidsinformatie en vorming ter beschikking aan de actoren in de sociale sector die betrokken zijn bij programma’s, projecten of netwerkdiensten en stelt vier maal per jaar een elektronische nieuwsbrief ter beschikking;
3° de Kruispuntbank brengt de actoren in de sociale sector pro-actief op de hoogte van de in de sociale sector of de federale overheid afgesproken normen en standaarden;
4° de Kruispuntbank rapporteert halfjaarlijks aan het Algemeen Coördinatiecomité over de evolutie van de programma’s, projecten en netwerkdiensten;
5° de Kruispuntbank verstrekt alle nuttige informatie over e-government in de sociale sector, in het bijzonder op nationale en internationale studiedagen en congressen, en verleent hierbij desgevraagd strategische bijstand.
Artikel 15
Met het oog op de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 6°, levert de Kruispuntbank de volgende diensten:
1° de administrateur-generaal van de Kruispuntbank en zijn adjunct, in geval van verhindering, nemen het dagelijks beheer van het eHealth-platform waar;
2° de afdelingshoofden Innovatie en Beleidsondersteuning, en Resources Management leiden de werkzaamheden van het eHealth-platform die onder hun bevoegdheid vallen en die door het personeel van het eHealth-platform worden uitgevoerd;
3° de Kruispuntbank stelt aan het eHealth-platform haar basisdiensten en andere softwarecomponenten ter beschikking die in het kader van een maximale interoperabiliteit hergebruikt kunnen worden;
4° de Kruispuntbank stelt aan het eHealth-platform haar ervaring, haar beheersmethodes en -technieken ter beschikking die ze op juridisch vlak en op het vlak van informatica, informatieveiligheid en beheer m.b.t. human resources, begroting en boekhouding heeft opgedaan;
5° de Kruispuntbank zorgt ervoor dat haar dienstverlening aan het eHealth-platform wordt vergoed op basis van een transparante analytische boekhouding.
Artikel 16
Bij haar algemene werking, biedt de Kruispuntbank de volgende continuïteitstaken aan:
1° de Kruispuntbank stelt jaarlijks een bestuursplan op overeenkomstig artikel 10, eerste lid, van het Responsabiliseringsbesluit en volgt periodiek de uitvoering van het bestuursplan op;
2° de Kruispuntbank meet overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van het Responsabiliseringsbesluit periodiek de mate waarin de doelstellingen worden bereikt aan de hand van indicatoren en aan de hand van balanced score cards per afdeling;
3° de Kruispuntbank voert een analytische boekhouding, die toelaat een inzicht te hebben in de kostprijs van de onderscheiden productiemiddelen;
4° de Kruispuntbank stelt schriftelijke samenwerkingsmodaliteiten op wanneer ze aan de vzw Smals de uitvoering toevertrouwt van projecten of diensten, en volgt de naleving van de samenwerkingsmodaliteiten met de vzw Smals periodiek op;
5° de Kruispuntbank ontwikkelt een systeem van risicobeheer, dat wordt toegepast per proces dat binnen de Kruispuntbank is geïdentificeerd, alsook een systeem van interne audit;
6° de Kruispuntbank steunt “duurzame ontwikkeling” en moedigt een ecologisch verantwoorde houding aan, zowel inzake de gebouwen die zij huurt (aandacht voor energieprestaties) als inzake het IT-materiaal dat zij aanschaft (aandacht voor groene labels); zij voert een performant systeem van elektronische archivering in; zij laat de processen en transacties in verband met overheidsopdrachten elektronisch verlopen;
7° de Kruispuntbank past het proces van continue ontwikkeling aan de hand van jaarlijkse evaluatiecycli toe, die gebaseerd zijn op het stimuleren van een directe en gestructureerde communicatie tussen het diensthoofd en de medewerker, die beiden verantwoordelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen en het behalen van de resultaten;
8° de Kruispuntbank ondersteunt het federaal integriteitsbeleid en respecteert hierbij het krachtens omzendbrief goedgekeurd deontologisch kader.
HOOFDSTUK IV – Specifieke verbintenissen van de federale Staat en de Kruispuntbank Artikel 17
Onverminderd de toepassing van artikel 23 verzoekt de federale Staat de Kruispuntbank, bij de uitwerking van nieuwe regelgeving waarvan de toepassing het gebruik van sociale gegevens van persoonlijke aard vereist, om een advies omtrent de wijze waarop deze gegevens op de meest efficiënte wijze kunnen worden samengebracht. Dit advies wordt zo spoedig mogelijk gevraagd en uiterlijk op het ogenblik dat het ontwerp van nieuwe regelgeving voor advies wordt overgemaakt aan de Raad van State.
De federale Staat zal het advies van de Kruispuntbank in overweging nemen vooraleer te beslissen.
Artikel 18
De federale Staat neemt op voorstel van de Kruispuntbank de nodige initiatieven opdat regelgeving die de terbeschikkingstelling van gegevens die de Kruispuntbank nodig heeft voor de uitvoering van haar opdrachten in de weg staat, aangepast zou worden zodat de terbeschikkingstelling van deze gegevens mogelijk wordt.
Artikel 19
De federale Staat verbindt zich ertoe dat de gegevens en de diensten die de Kruispuntbank nodig heeft voor de uitvoering van haar opdrachten en die verstrekt worden door een federale overheidsdienst of een federale publiekrechtelijke rechtspersoon gratis aan de Kruispuntbank worden verstrekt.
De federale Staat waarborgt dat alle gegevens die door een federale overheidsdienst of een federale publiekrechtelijke rechtspersoon ter beschikking worden gesteld van actoren in de sociale sector, ook aan de Kruispuntbank ter beschikking worden gesteld opdat de Kruispuntbank deze aan de actoren in de sociale sector ter beschikking zou kunnen stellen op een geïntegreerde wijze met andere ter beschikking gestelde gegevens, en neemt daartoe zo nodig in uitvoering van artikel 18 initiatieven tot aanpassing van de regelgeving.
De federale Staat waarborgt dat voor alle diensten die de Kruispuntbank nodig heeft voor de uitvoering van haar opdrachten en die verstrekt worden door een federale overheidsdienst of een federale publiekrechtelijke rechtspersoon testomgevingen en –middelen beschikbaar zijn die de Kruispuntbank kan gebruiken bij de uitvoering van haar opdrachten.
Artikel 20
De federale Staat waarborgt de vertegenwoordiging van de Kruispuntbank in alle coördinatie- en adviesorganen inzake e-government, informatiebeheer, informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer die zijn of worden opgericht binnen de federale overheid of tussen de federale overheid en de andere overheidsniveaus.
Artikel 21
Bij de uitvoering van artikel 4, 3°, stelt de Kruispuntbank in voorkomend geval een globale herdenking van processen en een efficiënte methode van gegevensbeheer en –verwerking voor. Zij doet hierbij voorstellen voor de invoering van uniforme definities van informatieklassen, die moeten worden ingezameld.
De federale Staat waarborgt procedures in de reglementering om een aantal basisprincipes over strategisch informatiebeheer afdwingbaar te maken en de consistentie van dergelijk gegevensmodel te waarborgen. De naleving van deze procedures wordt gecontroleerd n.a.v. de toets op administratieve lasten door de Ministerraad.
De Kruispuntbank coördineert, ten behoeve van de instanties die aanvullende rechten toekennen, de geleidelijke ontwikkeling van een datamodel, waarbij alle relevante statuten en gegevens geïntegreerd ter beschikking worden gesteld.
De federale Staat en de Kruispuntbank verbinden zich ertoe hierbij te onderzoeken welke feitelijke sociale begrippen, met respect voor ieders beleidsbevoegdheid, gecoördineerd en geharmoniseerd kunnen worden.
In aanvulling op de gegevensbank waarin vermeld datamodel is geïmplementeerd door de instanties belast met de toekenning van afgeleide rechten, stelt de Kruispuntbank de toepassing MyBEnefits (via web en mobiel) ter beschikking, waarbij de burger op een gemakkelijke en beveiligde manier zelf de relevante informatie via de KSZ kan opvragen en op elektronische en naverwerkbare wijze ter beschikking kan (laten) stellen van de betrokken instanties belast met de toekenning van afgeleide rechten. Zij zal de instanties ook aanzetten om gebruik te maken van de diensten van de Kruispuntbank om zich te richten tot de burgers die er voordeel bij hebben.
HOOFDSTUK V – Algemene gemeenschappelijke verbintenissen voor beide partijen Artikel 22
De Staat en de OISZ verbinden zich ertoe erop toe te zien dat de reglementeringen en
procedures worden vereenvoudigd en / of geharmoniseerd met het oog op een innovatief en efficiënt beheer en met de doelgroep(en) als uitgangspunt. De OISZ verbinden zich ertoe analyses te maken en voorstellen te formuleren aangaande administratieve en reglementaire vereenvoudigingen. De federale staat engageert zich om zoveel mogelijk rekening te houden met de voorstellen die hem daartoe worden voorgelegd door de Kruispuntbank.
Een werkgroep met vertegenwoordigers van de voogdij- en bevoegde minister(s) (Begroting, Ambtenarenzaken, Digitalisering en Administratieve Vereenvoudiging) en de sociale partners zal opgericht worden om m.b.v. een stappenplan voorstellen te identificeren, te evalueren en te realiseren.
De OISZ verbinden zich ertoe jaarlijks de relevante projecten op te nemen in het Federaal Actieplan Administratieve Vereenvoudiging.
De OISZ verbinden zich ertoe de inspanningen inzake e-government verder te zetten en op elkaar af te stemmen zodat maximale synergieën kunnen worden gecreëerd. De Staat verbindt zich ertoe het gebruik van de e-governmenttoepassingen die werden ontwikkeld voor de werkgevers, de sociaal verzekerden of de meewerkende instellingen door de Kruispuntbank zoveel mogelijk aan te moedigen of te veralgemenen.
Artikel 23
In overeenstemming met de toepasselijke wettelijke bepalingen legt de federale Staat elk voorontwerp van wet of besluit tot wijziging van de wetgeving die de Kruispuntbank moet toepassen voor advies aan het beheersorgaan van de Kruispuntbank voor. In dit kader verbindt
de federale Staat zich ertoe de Kruispuntbank op de hoogte te houden van de verschillende relevante legistieke fasen en de eventuele in de loop van de procedure aangebrachte wijzigingen mee te delen.
De Staat verbindt zich ertoe contacten te leggen met de Kruispuntbank om, enerzijds, rekening te houden met de technische aspecten en de haalbaarheid op het vlak van de toepassing van de overwogen wettelijke en reglementaire wijzigingen en anderzijds, haar in staat te stellen de nodige aanpassingen voor te bereiden binnen een redelijke tijdspanne. Na overleg met de Kruispuntbank legt de federale Staat de datum van inwerkingtreding van de overwogen wijzigingen of nieuwe maatregelen vast, onder meer rekening houdend met de nodige tijd die vereist is om eventuele informatica-aanpassingen uit te voeren en een goede informatie aan de betrokkenen te verzekeren.
Artikel 24
De aanpassingen ingevolge objectieve parameters voorzien in de bestuursovereenkomst, namelijk de aanpassingen van opdrachten, taken, doelstellingen of indicatoren vermeld in de overeenkomst die geen weerslag hebben op de globale enveloppen voorzien in de overeenkomst, zullen worden uitgevoerd volgens de procedure voorzien in artikel 8, § 3, van het responsabiliseringsbesluit. Deze aanpassingen zullen worden meegedeeld aan de Voogdijminister die zijn beslissing binnen de 30 werkdagen zal nemen en ze zullen ter informatie worden overgemaakt aan de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort en aan de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren. Na deze termijn en indien geen beslissing wordt genomen, worden de aanpassingen beschouwd als zijnde goedgekeurd.
Artikel 25
Iedere nieuwe opdracht toegewezen aan de Kruispuntbank, bij of krachtens een wet, wordt in een aanhangsel bij de overeenkomst opgenomen. Over dit aanhangsel wordt onderhandeld door de Voogdijminister, de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort, de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, de stemgerechtigde beheerders aangewezen door het beheersorgaan, evenals door de personen belast met het dagelijks beheer. Dit aanhangsel wordt pas gesloten na goedkeuring van het beheersorgaan en treedt pas in werking na goedkeuring door de Koning en op de door Hem bepaalde datum.
Iedere andere aanpassing, voorgesteld door één van de partijen of door beide partijen, gebeurt overeenkomstig artikel 7 van het responsabiliseringsbesluit.
Indien de nieuwe opdracht mogelijk aanleiding kan geven tot verhoogde beheersuitgaven zal de procedure conform artikel 54 of artikel 55, naargelang de omstandigheden worden gevolgd.
Artikel 26
Voor een vlotte opvolging van de verbintenissen van beide partijen zullen alle wijzigingen bij de uitvoering van de overeenkomst worden geconsolideerd in eenzelfde document.
Artikel 27
De federale Staat verbindt zich ertoe de budgettaire notificaties genomen tijdens het begrotingsconclaaf binnen een termijn van vijf werkdagen met de nodige toelichting aan de Kruispuntbank mee te delen.
Artikel 28
De federale Staat en de Kruispuntbank verbinden zich ertoe het bereiken van de doelstellingen en het uitvoeren van de projecten zoals beschreven in de bestuursovereenkomst aandachtig op te volgen. De timing van artikel 31 wordt hierbij gerespecteerd.
Artikel 29
Met het oog op de jaarlijkse toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe overeenkomstig artikel 8, § 3, derde lid, van het responsabiliseringsbesluit jaarlijks en per instelling, een overlegvergadering te beleggen tussen de Regeringscommissarissen en de vertegenwoordigers van de instelling. Over de resultaten van dit overleg wordt door de deelnemers een tegensprekelijk en gemotiveerd verslag opgesteld, dat met betrekking tot de aangelegenheden waarover geen overeenstemming wordt bereikt, de onderscheiden standpunten weergeeft.
Artikel 30
Om de correcte en adequate uitvoering van deze bestuursovereenkomst door de federale Staat en door de openbare instellingen van sociale zekerheid mogelijk te maken, zal de federale Staat minstens tweemaal per jaar een overleg organiseren met de administratie-generaal en de vertegenwoordigers van het beheerscomité van de openbare instellingen van sociale zekerheid met betrekking tot iedere maatregel (budgettair, inzake het openbaar ambt of andere) die een betekenisvolle impact kan hebben op de instellingen. Dit overleg wordt georganiseerd op vraag van één van de partijen.
Artikel 31
De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich er toe een planning na te leven voor de rapporterings- en opvolgingsopdrachten waarmee de Regeringscommissarissen en de Kruispuntbank zijn belast. De planning wordt vastgelegd in gezamenlijk overleg tussen de Regeringscommissarissen en de Kruispuntbank. Zij wordt voorgelegd aan de Voogdijminister(s), aan de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort en aan de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren.
Deze planning voor de jaarlijkse evaluatie mag evenwel geen termijnen voorzien die de hieronder vermelde termijnen overschrijden :
- bezorgen van een ontwerp van toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen door de instelling aan de Regeringscommissarissen ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het te evalueren jaar;
- overlegvergadering binnen de 15 werkdagen volgend op de indiening van het ontwerp van toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen door de instelling;
- bezorgen van het tegensprekelijk en gemotiveerd verslag over de resultaten van het overleg binnen de 15 werkdagen die volgen op de overlegvergadering;
- in voorkomend geval, aanpassing van de bestuursovereenkomst aan de gewijzigde situatie ter uitvoering van artikel 8, § 3, eerste lid, van het responsabiliseringsbesluit.
Artikel 32
In het kader van de jaarlijkse toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen opgenomen in de bestuursovereenkomst en conform de logica van het sluiten van bestuursovereenkomsten zal de federale Staat rekening houden met de weerslag van de maatregelen waarover werd beslist of die werden ingevoerd na het sluiten van de overeenkomst en die hebben geleid tot een relevante en meetbare stijging van de taken, van hun complexiteit of van sommige uitgaven, voor zover de Kruispuntbank de weerslag van deze wijzigingen tijdig heeft meegedeeld.
Artikel 33
Wanneer één van de partijen de aangegane verbintenissen niet volledig of slechts gedeeltelijk kan naleven, zal deze partij de andere partij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen en zal ze met de andere partij overleg plegen om maatregelen af te spreken om die situatie te verhelpen of op te vangen.
In geval van een geschil over de al dan niet naleving van alle of een gedeelte van de in deze overeenkomst opgenomen verbintenissen of in geval van een fundamenteel meningsverschil over de maatregelen die moeten worden genomen om een tekortkoming te verhelpen, zullen de partijen trachten, in de mate van het mogelijke, het met elkaar eens te worden. In geval van blijvende onenigheid worden de partijen het in een tegensprekelijk verslag eens over de beste manier om hierover te beslissen.
Bij gebrek aan een afgesproken akkoord of in geval van niet-naleving van het gevolg dat aan dergelijk akkoord wordt gegeven, zal het dossier worden voorgelegd aan de Ministerraad, na advies van het Beheerscomité van de betrokken instelling en van het College van de openbare instellingen van sociale zekerheid.
Artikel 34
De Kruispuntbank verbindt zich ertoe om de minimale veiligheidsnormen na te leven die binnen het netwerk van de sociale zekerheid van toepassing zijn.
Artikel 35
Na overleg met de RSZ en het RSVZ, verbindt de Staat er zich toe het betalingsplan dat jaarlijks opgesteld wordt (alsook de wettelijke en reglementaire bepalingen) voor de storting van de financiële middelen (rijkstoelagen, alternatieve financiering en andere) door de federale overheid aan de globale financiële beheren van de werknemers en van de zelfstandigen, na te leven.
Artikel 36
De Staat verbindt zich ertoe aan de openbare instellingen van sociale zekerheid de noodzakelijke parameters tijdig mee te delen voor het opmaken van de opdrachtenbegroting, conform de wettelijke en reglementaire bepalingen. Het gaat hier om de basishypotheses die door het Wetenschappelijk Comité voor de economische begroting worden vastgelegd. De parameters worden minstens 15 werkdagen, of 20 werkdagen wanneer meerjarenramingen verwacht worden, vóór de vergadering van het Beheerscomité van de sociale zekerheid bij de RSZ of van de Raad van beheer van het RSVZ meegedeeld, zodat de instellingen hun verplichtingen kunnen nakomen.
In de mate van het mogelijke zal elke OISZ een vergadering van het beheerscomité organiseren om de termijnen te kunnen respecteren die worden gevraagd door de federale regering.
Artikel 37
De Staat verbindt zich ertoe om, in geval van een herschikking van het federaal administratief landschap, de herschikking te laten verlopen in overleg met de betrokken instellingen, met eerbiediging van het paritair beheer, om een optimale herschikking te garanderen, namelijk voor de personeelsleden die thans werkzaam zijn bij de betrokken instellingen, voor de betrokken instellingen zelf en om de sociaal verzekerde verder een doeltreffende en kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen aanbieden.
De Kruispuntbank verbindt zich ertoe om deel te nemen aan elke technische werkgroep met betrekking tot de eventuele herschikking van het federaal administratief landschap en om nuttige inlichtingen te verschaffen tijdens de voorbereidende fase van deze herschikking. De Staat verbindt zich ertoe om de instelling in elke opgerichte werkgroep op te nemen met het oog op de voorbereiding van de herschikking.
De instellingen die betrokken zijn bij een herschikking van het federaal administratief landschap, moeten de in het kader van de gemeenschappelijke bepalingen aangegane verbintenissen echter slechts naleven als die verenigbaar zijn met de beleidsbeslissingen die in het kader van die herschikkingen zullen worden genomen.
Desgevallend zullen ook de nodige budgettaire middelen, na overleg met de Kruispuntbank, worden toegekend om de impact van de herschikking op de Kruispuntbank te kunnen opvangen.
De federale Staat en de Kruispuntbank verbinden zich ertoe om in het kader van de staatshervorming een optimale organisatie van de inzameling, het beheer en de uitwisseling van informatie binnen de sociale sector over de verschillende overheidsniveaus heen na te
streven; daartoe evolueert de Kruispuntbank naar een thematische interfederale dienstenintegrator.
De federale Staat streeft er desgevallend naar dat afspraken worden gemaakt tussen de onderscheiden overheidsniveaus over het beheer en een deelname in de globale kosten van de Kruispuntbank.
HOOFDSTUK VI – Specifieke gemeenschappelijke verbintenissen en synergieën tussen openbare instellingen van sociale zekerheid
Artikel 38 – Verbintenissen over het personeelsbeleid (HRM)
1° Loonmotor
In het kader van de synergieën tussen OISZ werd binnen de RSZ een Centrale loondienst (CLD) opgericht.
De hoofdtaak van de CLD bestaat erin de regels voor de berekening van de wedden van alle personeelsleden van het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid op basis van een centraal reglementair kader te beheren en alle fiscale en sociale aangiften (DMFA, Finprof, Belcotax) voor deze instellingen uit te voeren.
In het kader van zijn hoofdopdracht, optimaliseert de CLD zijn dienstlevering, onder andere door sommige kerntaken te automatiseren en door de gegevens van de HR-modules te automatiseren.
De CLD stelt ook een website ter beschikking van de gebruikers waarop alle documentatie en instructies voor het loonbeheer terug te vinden zijn.
De CLD ziet er ook op toe dat elke nieuwe regelgevende bepaling van het federaal openbaar ambt omgezet wordt in het gemeenschappelijk regelgevend kader, en dit in overleg met de deelnemende instellingen.
In het kader van zijn reportingopdracht, verbindt de CLD zich ertoe om exportbestanden uit de gemeenschappelijke loonmotor te ontwikkelen en ter beschikking van de instellingen te stellen teneinde tegemoet te komen aan de verschillende types monitoring.
De CLD verbindt zich ertoe om de stromen tussen de bestaande HR-tools en de gemeenschappelijke loonmotor te optimaliseren en deze uit te breiden naar de instellingen die erom vragen.
In het kader van de beperking van de papierstromen stelt de CLD wedden- en fiscale fiches in een elektronische versie ter beschikking van de personeelsleden van de deelnemende instellingen, via het gebruik van de e-box Burger. De instellingen verbinden zich ertoe om de activering en het gebruik ervan aan te moedigen.
De federale instellingen die het wensen, kunnen ook een beroep doen op de dienstverlening van de CLD.
2° Federale monitoring van het risico van overschrijding van de personeelskredieten
De OISZ verbinden er zich toe om gebruik te maken van het instrument ter monitoring van hun personeelskredieten, ontwikkeld door het College in overleg met de Task Force P&O, en om aan die laatste een geharmoniseerde rapportering te bezorgen.
3° P&O praktijkgemeenschap
Rekening houdend met de vele uitdagingen waarvoor de OISZ zich geplaatst zien met betrekking tot de gewijzigde werkvormen die op de NWOW geïnspireerd zijn (telewerken, digitalisering, co-working, quick wins/agility) of tot talentmanagement (ondersteuning op de werkplek, re-integratie na een afwezigheid van lange duur, wendbaarheid en duurzame inzetbaarheid), verbinden zij zich ertoe, via het Interparastataal Comité voor de harmonisering van de toepassing van het statuut (IPC), om een praktijkgemeenschap na te streven, waarbij de diversiteit van de bestaande methodes ingezet wordt met betrekking tot een bepaald thema, en dat met het oog op:
- het voorbereiden van gemeenschappelijke standpunten voor het PMB, het College of, al naar gelang het geval, rechtstreeks voor de FOD BOSA;
- het vergroten van het vermogen van de OISZ om voorstellen te formuleren inzake administratieve en reglementaire vereenvoudiging;
- het stimuleren van goede praktijken, die moeten worden uitgebreid en gedeeld binnen het netwerk van de directeurs P&O en de HR-verantwoordelijken.
Om het delen van kennis en knowhow die eigen zijn aan het statuut van de OISZ te stimuleren en hun respectieve deskundigheid te bundelen, is het ook de bedoeling:
- om ervaringen uit te wisselen om succesfactoren (of belemmerende factoren) te identificeren in verband met bijvoorbeeld de NWW (deconnectie, arbeidstijd, solidariteit en samenhang);
- om bestaande procedures en tools te delen (zoals sjablonen of standaardbrieven) voor administratieve aangelegenheden die niet rechtstreeks via de Loonmotor worden afgehandeld (zoals: het beheer van mandaten en van tuchtmaatregelen, de reintegratie na een langdurige afwezigheid).
De OISZ willen dus de IPC laten evolueren naar een formeel en informeel netwerk waar gedeeld wordt, dit met het oog op het uitvoeren van benchmarks, intervisie, de uitwisseling van goede praktijken en de voorbereiding van adviezen, volgens de behoeften van de OISZ of de werkkalender van de Minister van Ambtenarenzaken en/of de FOD BOSA. Het resultaat van de werkzaamheden van de IPC kan rechtstreeks worden gedeeld met de vertegenwoordigers van de FOD BOSA of met de andere federale instellingen via het netwerk van P&O- directeuren.
4° New Way of Working
Elke OISZ stemt in met de doelstelling om de mogelijkheid om het gemiddelde van 2 dagen telewerk per week, thuis of in een satellietkantoor, te faciliteren voor de werknemers met functies waarvoor telewerk mogelijk is, volgens het principe van "comply or explain".
De gemeenschappelijke rapportering bedoeld in artikel 44 zal, per OISZ, een schatting bevatten van het gemiddeld aantal telewerkdagen per week voor het lopende jaar alsook de opsomming van de functies waarvoor geen telewerk mogelijk is en de redenen die het telewerken verhinderen of de duur ervan beperken.
5° Selectie & Werving
Het College van OISZ zal jaarlijks op basis van de afzonderlijke personeelsplannen, afspraken maken omtrent gemeenschappelijke initiatieven voor het organiseren van wervings- en/of bevorderingsselecties. De wervingsselecties kunnen hetzij via externe rekrutering, hetzij via federale mobiliteit, hetzij via bevordering georganiseerd worden en zullen het diversiteitsbeleid van de regering ondersteunen.
Er wordt systematisch overleg gepleegd tussen de OISZ en de Directie Generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de FOD BOSA en/of het Kabinet van Openbaar Ambt op alle gebieden van het personeelsbeheer, om zich te buigen over de specifieke situatie van de OISZ.
De OISZ willen hun synergieën inzake selectie en aanwerving verder structureren en versterken rond het bestaande netwerk, in functie van de diensten en oplossingen die door de FOD BOSA worden aangeboden.
Alle OISZ verbinden zich ertoe om onderling overeenkomsten te sluiten om de krijtlijnen van de samenwerking te bepalen en om de terbeschikkingstelling van gecertificeerde personen en de actieve deelname aan de selectieopdrachten te voorzien.
De Staat verbindt zich ertoe om de efficiëntie van de selectie- en wervingsprocedures te verbeteren en om de autonomie van de organisaties op dit gebied te vergroten.
6° Opleiding & Ontwikkeling
Jaarlijks zal het College van OISZ de, in de afzonderlijke instellingen, bestaande opleidingen die in synergie kunnen aangeboden worden aan de medewerkers van de verschillende OISZ, bundelen en delen.
Het College van OISZ zal jaarlijks op basis van de opleidingsplannen van de verschillende OISZ, afspraken maken omtrent nieuwe gemeenschappelijke initiatieven met betrekking tot opleiding en ontwikkeling van hun medewerkers.
De OISZ zullen samenwerken met de DG R&O van de FOD BOSA om de bestaande e-learning module up-to-date te houden in functie van de organisatorische en reglementaire evoluties.
7° Diversiteit
De OISZ moeten een inclusief diversiteitsbeleid voeren om ervoor te zorgen dat de maatschappij in hun personeel wordt vertegenwoordigd:
− door positieve acties door te voeren voor personen met een handicap door ervoor te zorgen dat ze toegang tot de gebouwen hebben, door de werkposten aan te passen en
door de specifieke lijst van de aparte wervingsreserve van de Directie Generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de FOD BOSA te raadplegen;
− door te vermijden dat gender een rol kan spelen bij het loon, bevorderingen of aanwervingen;
− door ook ongelijkheden weg te werken op het vlak van toegang tot werk tussen de Belgen op basis van een Belgische herkomst of een immigratieachtergrond.
Daartoe verbinden de OISZ zich meer bepaald tot het voortzetten van de al eerder ondernomen acties om te streven naar:
− een tewerkstellingsgraad van 3% personen die erkend zijn als personen met een handicap, door het systematisch raadplegen van de specifieke lijst van de aparte wervingsreserve van de Directie Generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de FOD BOSA. Daarbij kan ook rekening gehouden worden met de overheidsopdrachten die worden gegund aan instellingen die met personen met een handicap werken;
− en een vertegenwoordiging van één derde van het ondervertegenwoordigde gender in A3- tot A5-functies (of gelijkgestelden). De OISZ waar deze vertegenwoordiging niet bereikt wordt in de bezetting van functies van een niveau van A3 tot A5 zullen de nodige acties nemen om een beter genderevenwicht tot stand te brengen.
Om dit te doen, verbinden de OISZ zich ertoe om, naast de voortzetting van de eerder ondernomen inspanningen, nieuwe initiatieven te nemen om tegen eind 2024 te streven naar de werkgelegenheidsgraad van 3% van personen met een erkende handicap. Deze nieuwe initiatieven zullen in samenwerking met de OISZ worden ontwikkeld en worden aangeboden door de FOD BOSA. Er kan ook rekening worden gehouden met de overheidsopdrachten die worden gegund aan organisaties die werken met personen met een handicap.
Binnen de desbetreffende maatregelen m.b.t. de publieke tewerkstelling opgenomen in het Federaal Actieplan Personen met een Handicap, zal onder de coördinatie van de FOD BOSA een taskforce met deelname van de OISZ worden opgericht, de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) worden geconsulteerd en een rapport, waarvan de OISZ aan zullen bijdragen, worden voorgelegd in november van elk jaar, waarop de NHRPH een advies zal verlenen.
Het College verbindt zich ook tot het deelnemen aan de werkgroepen die door de federale stuurgroep inzake diversiteit werden opgericht.
De OISZ verbinden zich ten slotte tot het deelnemen aan de sensibiliseringsacties in het kader van de Federale Dag van de Diversiteit.
8° Geïntegreerd beleid voor de preventie van de psychosociale risico's
De OISZ zijn van plan een geïntegreerd beleid voor preventie van psychosociale risico's te blijven voeren, zowel op het niveau van de primaire als van de secundaire preventie. Zij willen hun acties inschrijven in het federaal actieplan voor mentale veerkracht op het werk, alsook goede praktijken op dit gebied uitwisselen.
Wat de primaire preventie betreft, zullen zij sensibiliseringsacties voeren om hun werknemers en hun management bewust te maken van het probleem van stress en burn-out, en van het belang van de opsporing ervan.
Wat de secundaire preventie betreft, willen de OISZ het pilootproject inzake secundaire preventie van psychosociale problemen op het werk, dat samen met Xxxxxx is opgezet, voortzetten.
Voor zover dit pilootproject in het kader van het federaal actieplan kan worden gefinancierd, zullen de OISZ hun werknemers een begeleidingstraject blijven aanbieden, overeenkomstig de door Fedris voorziene modaliteiten en voorwaarden. Dit traject zal worden aangepast rekening houdend met de impact van de pandemie op de mentale gezondheid van de werknemers.
9° Re-integratie en Terug Naar Werk beleid
Om het aantal mensen dat langdurig afwezig blijft van het werk omwille van gezondheidsproblemen zo klein mogelijk te houden, zetten de OISZ niet alleen in op preventieve maatregelen om uitval omwille van gezondheidsproblemen te vermijden. Zij blijven ook sterk inzetten op een gepast afwezigheids- en re-integratiebeleid.
Op basis van de gegevens die door Medex aan hen zijn meegedeeld, verbinden de OISZ zich ertoe om het ziekteverzuim van de leden van hun personeel te monitoren. Die monitoring zal per OISZ worden opgenomen in de gezamenlijke rapportering bedoeld in artikel 44 en moet elke overheidswerkgever in staat stellen om het eigen ziekteverzuim af te wegen ten opzichte van andere overheidswerkgevers en het algemeen gemiddelde bij de federale overheid. De Staat verbindt er zich toe om samen met de OISZ en andere betrokken partijen te onderzoeken op welke manieren de processen en rollen met betrekking tot de Terug Naar Werk trajecten verbeterd kunnen worden.
10° Evaluatiecycli en gemeenschappelijk competentiekader De OISZ verbinden zich:
- gebruik te maken van het SharePoint-platform dat de werkgroep heeft ontwikkeld om op regelmatige basis kennis te delen in verband met de evaluatiecycli en relevante ontwikkelen hieromtrent.
- de ontwikkelingen vanuit FOD BOSA in verband met evaluatiecycli en functiebeschrijvingen nauw op te volgen en opportuniteiten om al dan niet samen te werken aan de implementering ervan, te identificeren en te analyseren. Momenteel relevante ontwikkelingen die door de werkgroep worden opgevolgd zijn:
o Crescendo V2;
o de invoering van het nieuwe evaluatiesysteem “Symfonie”;
o de herziening van het huidige evaluatie-systeem voor de personeelsleden van de federale overheid;
o de overgang naar een vereenvoudigde cartografie van functiebeschrijvingen niveau A.
Artikel 39 – Verbintenissen over het ICT-beheer
1° Virtualisatie, G-Cloud en hergebruik van businesscomponenten
De OISZ organiseren samen met de Smals een gemeenschappelijke technology watch omtrent nieuwe ICT-technologieën waarvan het gebruik effectiviteits- of efficiëntievoordelen kan opleveren, en zetten relevante technologieën zoveel als mogelijk in.
G-Cloud is een ICT-community van de federale overheidsdiensten met als doel om de globale informaticakosten te optimaliseren via het delen van infrastructuur, diensten, informatiesystemen of onderdelen ervan.
De G-Cloud portfolio bevat een divers aanbod van ICT-diensten:
a) Infrastructure as a Service (IaaS): het ter beschikking stellen van processingmogelijkheden (virtuele servers en machines) en opslagmogelijkheden aan de instanties zodanig dat ze hun eigen toepassingssoftware kunnen uitrollen. Deze terbeschikkingstelling gebeurt in de vorm van diensten (Compute, Storage, …) en vanuit gecentraliseerde rekencentra. Dit aanbod is aangevuld met additionele infrastructuurdiensten zoals netwerkbeveiliging, backup, archivering, …;
b) Platform as a Service (PaaS): een ontwikkelingsplatform dat toelaat moderne applicatiearchitecturen te bouwen en schaalbaar, met hoge beschikbaarheid en datacenter agnostic te deployen en te beheren;
c) Software as a Service (SaaS): bestaat uit de vermeerdering en de standaardisering van commodity en andere diensten die worden aangeboden om in te spelen op een maximum aantal niet-specifieke behoeften van de verschillende overheidsdiensten.
De openbare instellingen van sociale zekerheid verbinden zich ertoe om de ICT- infrastructuurkosten te optimaliseren via de virtualisatie van de servers, hetgeen een noodzakelijke stap is voor de integratie in een gemeenschappelijk federaal platform (G-Cloud).
De OISZ is één van de actoren van dit project en zal erop toezien dat zijn informaticasysteem en netwerkdiensten op een gemeenschappelijke, open en beveiligde infrastructuur geïmplementeerd worden.
De publieke cloud is aan een niet te negeren opmars bezig in het ICT landschap. Leveranciers bieden steeds meer “cloud-only” dienstverlening aan. Het is daarom cruciaal om een gezamenlijke visie ontwikkelen binnen OISZ / Smals over het gebruik van publieke cloud. Deze visie zal o.a. rekening houden met technische/niet-functionele aspecten, functionaliteit, veiligheidsaspecten, reglementering in verband met privacy, …
De openbare instellingen van sociale zekerheid zullen de evolutie van hun informatica inplannen en afstemmen op de aanwezigheid van de verschillende componenten van dit gemeenschappelijk platform.
Elke openbare instelling van sociale zekerheid stelt een roadmap op waarin gepreciseerd wordt hoe de G-Cloud en de diensten gebruikt zullen worden, volgens het principe van “comply or explain”, en actualiseert jaarlijks deze roadmap.
In geval van discussie zal in gezamenlijk overleg naar een oplossing gezocht worden.
De OISZ zullen verder bouwen op de samenwerking in het kader van de G-Cloud om bij de ontwikkeling van ICT-toepassingen zoveel mogelijk hergebruik te maken van deelcomponenten en –diensten en daardoor kosten te optimaliseren door de meervoudige ontwikkeling van componenten en diensten te vermijden. Dit ongeacht of de toepassingsontwikkeling geschiedt door de eigen ICT-afdeling, door Smals of door onderaannemers. Daartoe wordt een competentiecentrum uitgebouwd binnen Smals om het hergebruik van businesscomponenten en –diensten maximaal in te burgeren en te ondersteunen. Concreet
a) zal een elektronisch cataloog ter beschikking zijn van de herbruikbare deelcomponenten en
–diensten, die wordt gevoed door alle OISZ en Smals. Andere overheidsinstellingen (FODs, …) kunnen deze cataloog ook aanvullen;
b) zullen processen, tools en KPI’s worden opgezet om hergebruik te bevorderen, te identificeren, te registeren, te implementeren, op te volgen en te meten doorheen de project lifecycle;
c) zullen menselijke netwerken onderhouden worden op alle niveaus (managers, ICT- directeurs, service managers, business analisten, architecten) om een maximaal zicht te houden op het hergebruik-potentieel en het daadwerkelijk hergebruik te bevorderen;
d) zal worden geëvolueerd naar een cultuur binnen de OISZ en Smals om herbruikbare producten te maken en hergebruik te omarmen;
e) zal in lastenboeken aan onderaannemers opgelegd worden om zich te engageren om te allen tijde hergebruik na te streven;
f) zullen, waar aangewezen, voorstellen tot harmonisatie van regelgeving worden uitgewerkt om hergebruik mogelijk te maken.
Om maximaal synergieën te creëren en de IT-kosten te optimaliseren, verbindt de federale staat zich ertoe om bij het federaal administratief openbaar ambt het principe van mutualisering en hergebruik van diensten en deelcomponenten aan te moedigen, overal waar gemeenschappelijke of herbruikbare diensten en componenten gevaloriseerd kunnen worden. Er zal in deze verder op zoek gegaan worden naar componenten die transversaal kunnen ingezet worden voor alle OISZ.
Binnen OISZ en Smals wordt de uitbouw van het hergebruik van diensten en bronnen (API- economy) verder ondersteund. Er gaat hier bijzondere aandacht naar de omgang met (externe) afhankelijkheden en architecturale / organisationele maatregelen om de dienstverlening te waarborgen.
Het blijft wel aan de instelling en zijn beheerscomité om de regels van zijn business te bepalen en in te staan voor de financiële consequenties. Er moeten ook voldoende garanties zijn dat een instelling zijn eigen businessprioriteiten kan bepalen.
2° Gemeenschappelijke ontwikkeling van de ICT-aankopen en het ICT-beheer
Voor alle uitbreidingen of hernieuwingen van hun informaticaoplossingen doen de OISZ zoveel mogelijk een beroep op de verschillende diensten van de G-Cloud en de aankoopcentrales uitgeschreven onder coördinatie van de G-Cloud. De OISZ organiseren binnen het kader van het G-Cloud-initiatief een gemeenschappelijke aanschaf van ICT- middelen en –diensten via aankoopcentrales om zo gunstig mogelijke aanschafvoorwaarden te bekomen.
De openbare instellingen van sociale zekerheid en de federale overheidsdiensten zullen samen onderhandelen met de belangrijkste hardware- en softwareleveranciers teneinde de beste voorwaarden en prijzen te verkrijgen voor alle federale administraties.
Daartoe verbinden de OISZ er zich toe om voor de verschillende opdrachten inzake ICT, eventueel via Smals, bestaande aankoopcentrales te gebruiken of zelf op te treden als aankoopcentrale indien wenselijk opdat elke OISZ zou kunnen genieten van de vooruitgang van de andere OISZ en zo hun infrastructuur en ICT-toepassingen gemeenschappelijk zouden kunnen laten evolueren. De OISZ verbinden er zich toe om prioritair een beroep te doen op reeds bestaande opdrachten.
3° Elektronisch documentbeheer en elektronisch beheer van de workflow
Een vlotte betrouwbare elektronische communicatie van de overheid met burgers en ondernemingen is een belangrijke pijler voor digitale transformatie. Via de eBox kunnen overheidsinstanties op een elektronische manier berichten uitwisselen met natuurlijke personen, ondernemingen en andere overheidsinstanties.
De eBox voor burgers wordt aangeboden door de federale overheidsdienst bevoegd voor digitale agenda en is een dienst die gebruikers toelaat om elektronische berichten uit te wisselen met natuurlijke personen. Deze natuurlijke personen kunnen kiezen voor elektronische communicatie via eBox met alle overheidsinstanties die aangesloten zijn. De eBox voor ondernemingen wordt aangeboden door de Rijksdienst voor sociale zekerheid en is een dienst die gebruikers toelaat om elektronische berichten uit te wisselen met houders van een ondernemingsnummer. Deze houders van een ondernemingsnummer kunnen desgevallend door specifieke sectorale regelgeving opgelegd worden om de eBox te gebruiken.
De OISZ engageren zich om tijdens de duur van deze Bestuursovereenkomst de nodige stappen te ondernemen om er voor te zorgen dat de elektronische communicatie met de burger en de ondernemingen veralgemeend wordt toegepast (“digital by default”) en dat functionaliteiten die door de nieuwe generatie van de eBox worden aangeboden (REST-API) en die de papieren communicatie met burger en ondernemingen verder reduceren, zullen worden geïmplementeerd. De opvolging zal worden gewaarborgd door het College van
Administrateurs-generaal en elke instelling zal hierover rapporteren bij de gebruikelijke opvolging van de realisatie van de Bestuursovereenkomst en aan de Staatssecretaris voor Digitalisering.
Artikel 40 – Verbintenissen over het logistiek beheer
1° Overheidsopdrachten
De OISZ verbinden zich ertoe als passieve deelnemers om voor hun verschillende aankopen van leveringen en diensten (door in voorkomend geval toetredingsdocumenten te ondertekenen), het koninklijk besluit van 21 juli 2023 betreffende gecentraliseerde federale overheidsopdrachten in het kader van het federale aankoopbeleid toe te passen.
De OISZ nemen een actieve rol op in het federale aankoopbeleid én dragen meer algemeen bij aan de federale doelstellingen inzake o.m. duurzaamheid (bv. energievoorziening, zero emissie wagenpark, vermindering broeikasuitstoot met 55% tegen 2030, toevoeging van sociale clausules, …), sociale economie, KMO-participatie, circulaire economie en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap (MVO/CSR). Dit doen ze zowel wanneer het gebruik van goederen en diensten in eigen beheer betreft als door middel van het gebruik van ambitieuze clausules i.h.k.v. overheidsopdrachten.
De waarnemende leden van de OISZ voor het Strategisch Federaal Aankoopoverleg (SFA) vertolken de standpunten en behoeften van de OISZ. Zij informeren de andere OISZ op regelmatige basis van de genomen beslissingen en besproken problematieken voor zover deze niet reeds werden doorgegeven via andere kanalen (vb: College van OISZ, Mailing SFA of FOR-CMS News).
In subsidiaire orde zullen de OISZ, telkens wanneer een nieuwe overheidsopdracht voor leveringen of diensten wordt gelanceerd, onderzoeken of er gebruik kan worden gemaakt van een aankoopcentrale of een gezamenlijke opdracht en of er sociale en milieuclausules in kunnen worden ingevoerd.
Dit onderzoek zal gebeuren tijdens de vergaderingen van de werkgroep Logistiek, waarbij ook best practices met betrekking tot overheidsopdrachten worden gedeeld.
De OISZ onderschrijven de doelstellingen van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, namelijk het creëren van een competitieve, duurzame en evenwichtige markt voor goederen en diensten in België, het verhogen van de toegankelijkheid van kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten, de verdere digitalisering, bereiken van maatschappelijke doelen, enz.
2° Vastgoedbeheer / Shared Services met betrekking tot Facilities
Het bestaande kadaster, van het onroerend patrimonium van het geheel van de OISZ wordt actueel gehouden d.m.v. een dynamisch beheersysteem.
De OISZ verbinden zich, bij de uitwerking van de concrete toekomstvisie inzake gebouwenbeheer van de OISZ, ertoe om in geval van totaalrenovatie of nieuwe huisvesting, de NWOW-principes en -normen (10,5 m2/gVTE) met betrekking tot de bezetting van de ruimten in de praktijk te brengen. De OISZ houden rekening met het verhoogd telewerk met concentratie op dezelfde weekdagen.
Elke vraag tot huur, koop, verkoop en grondige renovatie van gebouwen moet vooraf worden voorgelegd aan het College van OISZ met het oog op het vinden van synergiën betreffende gezamenlijke huisvesting.
De OISZ verbinden zich ertoe om, in geval van renovatie en nieuwe huisvesting, de NWOW- principes en -normen met betrekking tot de bezetting van de ruimten toe te passen.
Een logistieke werkgroep zal periodiek bijeenkomen om best practices uit te wisselen en verbeteringsvoorstellen te formuleren, in de verschillende facilitaire domeinen en activiteiten. Meer bepaald wordt er een gezamenlijke toekomstvisie ontwikkeld inzake gebouwenbeheer
m.i.v. facility management en shared services.
De OISZ verbinden zich er toe in de schoot van deze gezamenlijke logistieke werkgroep actief op zoek te gaan naar projecten en synergiën die het aantal bezette vierkante meters optimaliseren, zowel in Brussel als in de provincie.
De OISZ streven ernaar om e-invoicing (binnenkomende facturen) te implementeren. 3° Duurzame Ontwikkeling en Mobiliteit
Drie werkgroepen zullen op periodieke basis bijeenkomen om best practices uit te wisselen en verbeteringsvoorstellen te formuleren, in de verschillende facilitaire domeinen en activiteiten.
1. De Werkgroep Duurzame Ontwikkeling
- wordt de groep die de globale problematiek van de duurzame ontwikkeling coördineert,
- zal een verslag opstellen over de huidige praktijken in de OISZ en ervaringen uitwisselen over de volgende onderwerpen (niet-exhaustieve lijst):
• energie (energie-audit, energieperformantie, reglementering ...),
• afval en kringloopeconomie,
• duurzame aankopen, door systematisch de lijst met sociale clausules op te nemen.
2. De werkgroep Mobiliteit zal de inventaris van het wagenpark van de OISZ opmaken, de organisatie van de mobiliteitsweek beheren en een zachtere mobiliteit bevorderen. Deze groep zal ook de mogelijkheid onderzoeken om elektrische laadpalen voor auto's en fietsen te plaatsen binnen de OISZ en zal concrete voorstellen doen met het oog op het respecteren van de ambities en doelstellingen van het Nationaal Energie-Klimaatplan.
3. De werkgroep Logistiek zal zich toeleggen op het beheer van de gebouwen en op de mogelijkheid van gezamenlijke aankopen.
Er zal worden gestreefd naar een coördinatie tussen de drie werkgroepen.
Artikel 41 – Verbintenissen over interne audit
Wat de synergie inzake de uitbouw van de interne auditfuncties en het Gemeenschappelijk Auditcomité van de OISZ betreft, engageren de OISZ zich tot de volgende gemeenschappelijke doelstellingen:
- tijdens de looptijd van de bestuursovereenkomst, zal het Gemeenschappelijk Auditcomité binnen de OISZ een permanente methodologische ondersteuning aanbieden aan de interneauditdiensten, met het oog op het optimaliseren van hun maturiteit o.a. door het formuleren van aanbevelingen;
- het jaarlijkse activiteitenrapport en de gemeenschappelijke aanbevelingen van het Gemeenschappelijk Auditcomité worden na kennisname door de beheerscomités door de respectieve Regeringscommissarissen aan de Voogdijminister en aan de Minister van Begroting overgemaakt;
- jaarlijks wordt door elke instelling een auditplan en een activiteitenverslag meegedeeld aan het Gemeenschappelijk Auditcomité;
- tijdens de looptijd van de bestuursovereenkomst, zullen de interneauditdiensten, met ondersteuning van het Gemeenschappelijk Auditcomité, de instellingspecifieke auditcomités en het Platina netwerk hun maturiteit permanent optimaliseren volgens het best effort principe.
De interne auditors binnen de OISZ zonder eigen auditcomité, zullen op basis van de uitgevoerde “peer review” en de aanbevelingen van het GAC, een aantal gemeenschappelijke actieplannen uitvoeren om de kwaliteit van hun werking verder te optimaliseren;
- er zullen per kalenderjaar minstens 4 bijeenkomsten van het PLATINA-netwerk worden georganiseerd met het oog op de gemeenschappelijke opbouw, afstemming en uitwisseling tussen de interneauditfuncties van de OISZ van kennis en goede praktijken op conceptueel, methodologisch en organisatorisch vlak;
- voor het einde van het eerste trimester van elk jaar zal het PLATINA-netwerk ten behoeve van het College van OISZ en de afzonderlijke auditcomités een rapport opmaken met daarin een overzicht van de activiteiten van het netwerk in het voorbije kalenderjaar;
- in uitvoering van het samenwerkingsprotocol inzake thematische audits dat tussen het Rekenhof, de OISZ, de instellingspecifieke Auditcomités en het Gemeenschappelijk Auditcomité afgesloten werd, zullen de betrokken actoren minstens eenmaal per jaar een
globale vergadering voor informatie-uitwisseling organiseren.
In afwijking van de regels die van toepassing zijn op de openbare instellingen van sociale zekerheid en gelet op de specificiteit en de grootte van de instelling, verbindt de Kruispuntbank zich ertoe om één audit per jaar te realiseren. Het auditplan wordt jaarlijks voorgesteld aan het Beheerscomité.
Artikel 41bis – Verbintenissen over organisatiebeheersing
Wat de synergie inzake de optimalisering de organisatiebeheersing binnen de OISZ betreft, engageren de OISZ zich tot de volgende gemeenschappelijke doelstellingen:
- de OISZ zullen hun organisatiebeheersing verder ontwikkelen en optimaliseren om te evolueren naar een redelijke mate van zekerheid over de maturiteit ervan en dit volgens het best effort principe. Elke OISZ zal over de stand van zaken rapporteren aan zijn auditcomité.
- de OISZ zullen een netwerk voor organisatiebeheersing oprichten. Er zullen per kalenderjaar minstens 4 bijeenkomsten worden georganiseerd met het oog op een uitwisseling tussen de organisatiebeheersingsfuncties van de OISZ van kennis en goede praktijken op conceptueel, methodologisch en organisatorisch vlak;
- voor het einde van het eerste trimester van elk jaar zal het netwerk voor organisatiebeheersing ten behoeve van het College van OISZ een rapport opmaken met daarin een overzicht van de activiteiten van het netwerk in het voorbije kalenderjaar.
Het Gemeenschappelijk Auditcomité en de instellingspecifieke Auditcomités binnen de OISZ zullen de OISZ stimuleren in de optimalisering van hun organisatiebeheersing, met het oog op de monitoring en beoordeling van de efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit ervan.
Artikel 41ter - Verbintenissen over certificering
Wat de synergie inzake certificering betreft, engageren de OISZ zich tot de volgende gemeenschappelijke doelstellingen:
- met het oog op een optimalisering van de financiële controle, zullen de OISZ tijdens de looptijd van de bestuursovereenkomst de certificering van de jaarrekeningen overeenkomstig de internationale auditstandaarden voorbereiden:
o door het verhogen van de maturiteit inzake de organisatiebeheersing van de financiële processen en de operationele processen die eraan voorafgaan;
o door het aanleggen van een documentatie-dossier ten behoeve van de bij de financiële audits betrokken controleactoren;
o door het tijdig opmaken van de jaarrekeningen.
Artikel 42 – Verbintenissen over het openstellen van synergieën voor andere partners (secundair netwerk)
De OISZ wensen de synergieën open te stellen voor hun partners van het secundaire netwerk zodat die kunnen profiteren van de effectieve besparingen die daaruit kunnen voortvloeien op het vlak van hun werkingskosten, in samenhang met hun financieringsniveau, zodat het optimale beheer van hun opdrachten gewaarborgd blijft.
In het kader daarvan stellen de OISZ voor om met hun secundaire netwerk overleg te plegen over een uitwisseling van de goede praktijken inzake synergieën en na te gaan in welke domeinen die zouden kunnen worden ontwikkeld.
Er zou daarbij een gemeenschappelijk actieplan of een plan voor de uitbreiding van de synergieën kunnen worden uitgewerkt, rekening houdend met de respectieve statuten van de instellingen van de secundaire netwerken. De OISZ informeren de Voogdijministers minstens jaarlijks over de vooruitgang en resultaten van de gesprekken met het secundaire netwerk.
Artikel 43 – Verbintenissen over de aanpassing van de administratieve organisatie van de sociale zekerheid
Het College van OISZ en de sociale partners zullen nauw betrokken worden bij de besprekingen over de optimalisatie van de federale overheid die een impact kunnen hebben op de OISZ.
De Staat verbindt er zich toe om het College van OISZ, de sociale gesprekspartners en de geïmpacteerde meewerkende instellingen te betrekken bij de besprekingen over de optimalisatie van de federale overheid die een impact kunnen hebben op de OISZ. De OISZ verbinden zich om proactief mee te werken aan deze werkzaamheden.
Artikel 44 – Verbintenissen over gemeenschappelijke rapportering
Het College van OISZ en de sociale partners delen tegen 31 maart 2024 een gezamenlijk actieplan mee aan de regering met betrekking tot de synergieën bedoeld in de artikelen 38, 39, 40, 41, 41bis, 41ter en 42. Hierin worden de initiatieven, de ingezette middelen, de deelnemende OISZ en de voorziene timing opgelijst.
Jaarlijks zal het College van de OISZ en de sociale partners tegen 31 maart een gemeenschappelijk verslag opstellen over de vooruitgang ervan en de bereikte resultaten. In de periodieke rapportering van de OISZ zal aandacht worden besteed aan de inspanningen die door de instelling werden geleverd en aan de bereikte impact.
Het algemeen evenwicht tussen mannen en vrouwen binnen de OISZ zal als genderindicator opgenomen worden in dit gemeenschappelijk verslag.
Onverminderd de rapportering aan de Regeringscommissarissen zullen het College van de OISZ en de Federale Staat in de loop van 2023 een eenvormig kader bepalen voor de opvolging van de gemeenschappelijke bepalingen.
Artikel 45 – Diensten ontwikkelen of gebruiken in het kader van de synergieën
Het behoort tot de opdracht van elke openbare instelling van sociale zekerheid die diensten (geheel of gedeeltelijk) zelf ontwikkelt of met toepassing van de regelgeving inzake de gunning van overheidsopdrachten gebruik maakt van diensten van derden, binnen haar mogelijkheden, die diensten, ongeacht hun aard, in het kader van de beoogde synergieën tegen kostprijs aan te bieden aan andere administratieve overheden, ongeacht hun bevoegdheidsniveau (waaronder, niet exhaustief, de overheidsdiensten van de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen, de openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid, de gemeenschappen of de gewesten ressorteren, de provincies, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn), aan de privaatrechtelijke instanties die erkend zijn om mee te werken aan de toepassing van de sociale zekerheid en aan de sectorale fondsen voor bestaanszekerheid.
Deze alinea wordt budgettair uitgevoerd overeenkomstig artikel 56.
HOOFDSTUK VII – Budgettair, financieel en boekhoudkundig luik Titel 1 – Definities en algemene bepalingen
Artikel 46
De inhoud van dit hoofdstuk wordt geregeld bij 1° het Responsabiliseringsbesluit;
2° het KB van 22 juni 2001(gewijzigd door het KB van 26 januari 2014) tot vaststelling van de regelen inzake de begroting, de boekhouding en de rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid die zijn onderworpen aan het bovenvermelde Responsabiliseringsbesluit;
3° het KB van 26 januari 2014 tot vaststelling van het genormaliseerd boekhoudplan van de openbare instellingen van sociale zekerheid die zijn onderworpen aan het bovenvermelde Responsabiliseringsbesluit;
4° en de respectievelijke omzendbrieven.
Artikel 47
De beheersbegroting omvat het geheel van de ontvangsten en uitgaven die op het beheer van de instelling betrekking hebben, zoals opgesomd in bijlage 1 van het bovengenoemd KB van 22 juni 2001 (gewijzigd door het KB van 26 januari 2014) en verduidelijkt in de richtlijnen vastgesteld door de Commissie voor normalisatie van de boekhouding van de OISZ, met in het bijzonder de omzendbrief nr. 1 van 22 februari 2016 betreffende het onderscheid tussen de budgettaire rekeningen behorend tot het beheer of tot de opdrachten.
Artikel 48
De verdeling van de begrotingsartikelen in de verschillende categorieën geschiedt in overeenstemming met de bijlage 2 van het KB van 22 juni 2001 (gewijzigd door het KB van 26 januari 2014).
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
• de personeelsuitgaven,
• de gewone werkingsuitgaven,
• de informaticawerkingsuitgaven,
• de investeringsuitgaven verdeeld in drie delen: onroerende goederen, informatica en roerende goederen,
• de niet-limitatieve werkingsuitgaven.
De Commissie voor normalisatie van de boekhouding van de OISZ legt de concrete inhoud van deze rubrieken vast, na advies van het College van OISZ.
Artikel 49
De beheersbegroting bevat enkel limitatieve kredieten, met uitzondering van de kredieten met betrekking tot :
• de directe en indirecte belastingen, met uitzondering van BTW,
• vergoedingen verschuldigd als gevolg van fiscale bepalingen,
• uitgaven in het kader van gerechtelijke procedures of uitspraken, voor zover zij niet vallen onder de opdrachtenbegroting.
De niet-limitatieve kredieten kunnen van nature nooit het voorwerp van lineaire besparingen of compensatie uitmaken en worden in een aparte categorie vermeld van de beheersbegroting.
Artikel 50
Indien er budgettaire of boekhoudkundige wijzigingen betreffende de verdeling tussen de opdrachtenbegroting en de beheersbegroting tijdens de looptijd van de bestuursovereenkomst zouden optreden, verbindt de Staat er zich toe rekening te houden met de budgettaire of operationele gevolgen hiervan op de werking van de betrokken OISZ, desnoods door middel van de aanpassingsprincipes en -procedure voorzien in de artikelen 54 en 55.
Artikel 51
De Staat verbindt er zich toe dat de regeringscommissaris van Begroting de in artikel 12, 14 en 19 van het responsabiliseringsbesluit voorziene termijnen respecteert.
De termijnen voor het uitbrengen van een advies door de regeringscommissaris van Begroting voor andere adviesaanvragen kunnen, in overleg tussen de Kruispuntbank en de regeringscommissaris, worden vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. De Staat verbindt er zich toe dat de regeringscommissaris van Begroting de afgesproken termijnen respecteert.
In uiterst dringende gevallen kan de Kruispuntbank de hoogdringendheid inroepen voor adviesaanvragen. De Kruispuntbank verantwoordt duidelijk deze hoogdringendheid. In dit laatste geval tracht de regeringscommissaris van Begroting zo snel als mogelijk een advies te verlenen.
Artikel 52
Elke aanvraag die het akkoord vereist van de Staatssecretaris van Begroting (zoals bijvoorbeeld een beroep tegen een negatief advies van een regeringscommissaris, een vraag tot akkoord over de begroting of een vraag tot herverdeling) zal vooraf of op hetzelfde moment aan de voogdijminister worden gecommuniceerd.
Artikel 53
De overdrachten tijdens eenzelfde begrotingsjaar tussen de kredieten, zoals voorzien in artikel 14, § 1, van het responsabiliseringsbesluit, worden door de regeringscommissaris van Begroting behandeld, binnen de in het eerste lid van het artikel 51 bepaalde termijn.
Om een goed beheer mogelijk te maken en om de doelstellingen en projecten van deze bestuursovereenkomst op optimale wijze te kunnen uitvoeren, zijn overdrachten tussen alle rubrieken van de beheersbegroting (met inbegrip van personeel en gebouwen) toegelaten. Zonder afbreuk te doen aan het besparingstraject van de regering, is de flexibiliteit is eveneens volledig voor opgelegde besparingen en bijkomende kredieten. De Instelling kan zich echter voor de uitvoering van de projecten, zoals beschreven in deze bestuursovereenkomst, enkel engageren als de nodige bijkomende budgettaire middelen, welke zijn opgenomen in artikel 60, worden toegekend.
Overdrachten tussen begrotingsartikelen tijdens eenzelfde begrotingsjaar kunnen het ganse jaar door (alsook bij de afsluiting van het boekjaar in het jaar n+1) gebeuren.
Artikel 54
Op initiatief van de Kruispuntbank, zullen de onderstaande gevallen besproken worden met de voogdijminister(s), de Staatssecretaris van Begroting en indien nodig de minister van Ambtenarenzaken, zodat bijkomende kredieten tijdig toegekend kunnen worden:
• Nieuwe opdracht tijdens de looptijd van de bestuursovereenkomst
• De Kruispuntbank moet een bijkomende opdracht uitvoeren en ze stelt vast, na voorafgaande toetsing, dat ze deze opdracht niet binnen de toegekende beheersenveloppe kan uitvoeren en deze opdracht bijgevolg aanleiding zal geven tot
verhoogde beheersuitgaven (rekening houdend met de eenmalige opstartkosten, hoofdzakelijk informatica, en met recurrente jaarlijkse personeels- en werkingskosten op kruissnelheid),
• Personeel en gedetacheerden Smals
• Het globaal bedrag van het personeelskrediet en van het krediet gedetacheerden Smals berekend volgens de formule van artikel 63 is lager dan het bedrag bekomen door middel van de berekeningsmethode eigen aan de Kruispuntbank, vermeld in artikel 62 van deze bestuursovereenkomst en voor zover dat het bereiken van bepaalde doelstellingen of de realisatie van bepaalde projecten zoals opgenomen in deze overeenkomst in gevaar zou brengen,
• De personeelsuitgaven stijgen op een verplichte, noodzakelijke en onvoorziene wijze als gevolg van een beslissing van de Regering,
• Werking en investering
• De aanpassing van de werkings- en investeringskredieten volgens de bepalingen van artikel 63 brengt het bereiken van bepaalde doelstellingen of de realisatie van bepaalde projecten opgenomen in deze overeenkomst in gevaar,
• Nieuwe uitgaven
• Nieuwe uitgaven moeten gebeuren voor het zich in regel stellen met wettelijke verplichtingen (zoals milieubepalingen, risicoanalyse van de liften, sociale bijdragen, verzekeringen),
• Nieuwe uitgaven moeten gebeuren in het kader van belangrijke hervormingen of veranderingen in de regelgeving.
Artikel 55
Indien de beschikbare middelen (inzake personeel of budget) worden verminderd of de opdrachten worden uitgebreid zonder dat de kredieten worden verhoogd, kan dit gebrek aan middelen zijn weerslag hebben op de uitvoering van de doelstellingen van de overeenkomst.
Na constructief overleg tussen de voogdijminister(s), de Staatssecretaris van Begroting, de stemgerechtigde beheerders aangeduid door het beheersorgaan en de persoon belast met het dagelijks bestuur, zal de instelling de te bereiken doelstellingen kunnen verlagen overeenkomstig artikel 7 van het responsabiliseringsbesluit en op basis van een objectief meetinstrument, in volgende gevallen:
• indien de federale Staat het bij het artikel 60 afgesproken begrotingskader niet in acht kan nemen binnen de context van het begrotingsbeleid van de Staat, indien de beschikbare middelen (inzake personeel of budget) worden verminderd;
• indien de opdrachten worden uitgebreid zonder dat de kredieten worden verhoogd, inclusief belangrijke hervormingen of veranderingen in de regelgeving;
• indien bijkomende noodzakelijke kredieten niet toegekend kunnen worden.
Dit enkel voor zover deze beslissingen de realisatie van bepaalde in deze overeenkomst opgenomen projecten of doelstellingen in gevaar zouden kunnen brengen.
Bij de evaluatie van de overeenkomst zal rekening worden gehouden met de tussentijdse aanpassing van de doelstellingen.
Artikel 56
§ 1. De eigen ontvangsten, die voortvloeien uit prestaties die kaderen binnen de opdrachten van de Kruispuntbank, en geleverd worden aan derden op basis van een terugvordering van de kosten, worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het lopende jaar mits naleving van de procedure inzake bepaling en aanpassing van de budgetten, zoals vastgelegd in het responsabiliseringsbesluit.
§ 2. De andere hierna opgesomde in de begroting van het lopende jaar voorziene eigen beheersontvangsten van de Kruispuntbank mogen jaarlijks worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het lopende jaar mits gunstig advies van de regeringscommissaris van Begroting, binnen de in het eerste lid van het artikel 51 bepaalde termijn.
Dit gunstig advies betreft een akkoord over zowel het bedrag van de in het lopende jaar voorziene eigen beheersontvangsten als over de bestemming van dit bedrag door de Kruispuntbank in het lopende jaar. Bij structurele ontvangsten wordt dit akkoord voor de gehele looptijd van het contract gegeven.
Volgende types van eigen beheersontvangsten, waarvoor een principedossier met inbegrip van een raming van de voorziene bedragen vooraf werd goedgekeurd door het beheerscomité/raad van beheer, worden hier bedoeld:
1. éénmalige beheersontvangsten ingevolge de verkoop van een onroerend goed op basis van de integrale verkoopprijs, waarbij de bijzondere voorwaarden van artikel 64 werden gerespecteerd.
2. periodieke beheersontvangsten ingevolge de verhuur op contractuele basis van een onroerend goed (b.v. een gebouw of een verdieping van een gebouw) worden volledig toegevoegd aan de beheersenveloppe, in geval van verhuur tegen kostprijs aan een andere overheidsdienst en in geval van verhuur tegen marktprijs aan een andere derde. In ieder geval mogen de lasten (onderhoud, verwarming, elektriciteit…), die verbonden zijn aan de verhuur steeds volledig worden meegenomen, als deze niet apart kunnen worden gefactureerd,
3. periodieke beheersontvangsten ingevolge de detachering van personeelsleden (bijvoorbeeld naar een niet-federale beleidscel, naar een syndicale organisatie) of ingevolge de ter beschikkingstelling van personeelsleden (bijvoorbeeld voor een
gemeenschappelijke auditdienst …) worden toegevoegd aan de toegekende personeelskredieten,
4. beheersontvangsten die voortvloeien uit de levering van diensten tegen kostprijs aan derden en aan andere OISZ (bijvoorbeeld het scannen van dossiers voor derden),
5. periodieke beheersontvangsten ingevolge de verdere uitvoering door de Kruispuntbank van bepaalde opdrachten voor rekening van de gefedereerde entiteiten tijdens of na de overgangsfase van de zesde staatshervorming, in het kader van de samenwerkingsakkoorden die werden gesloten met de gefedereerde entiteiten,
6. beheersontvangsten die voortvloeien uit de doorfacturatie van activiteiten, welke samen worden georganiseerd met andere OISZ of met andere overheidsinstellingen (bijvoorbeeld de gegroepeerde aankoop van licenties),
7. beheersontvangsten, onder de vorm van subsidies, die afkomstig zijn van federale (bijvoorbeeld tussenkomsten voor projecten diversiteit) of Europese instanties (bijvoorbeeld tussenkomsten voor SSRS-projecten).
§ 3. Voor de andere eigen beheersontvangsten gefactureerd aan marktprijzen en tijdens het vorige jaar gerealiseerd (bijvoorbeeld ingevolge de levering van drukwerken, het verhuren van vergaderzalen, het afleveren van attesten of de opmaak van statistieken…), mogen de personeels- en werkingskosten in verband met deze ontvangsten integraal worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het lopende jaar.
Als incentive voor goed beheer, mag bovendien het verschil tussen deze ontvangsten en de personeels- en werkingskosten in verband met deze ontvangsten voor de helft worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het lopende jaar.
Voor deze twee gevallen zal de regeringscommissaris van Begroting, zijn advies geven over de verhoging van de beheersbegroting alsook over de bestemming voorgesteld door de Kruispuntbank, binnen de in het eerste lid van het artikel 51 bepaalde termijn.
§ 4. Voor de synergieprojecten, die opgenomen zijn in de gemeenschappelijke bepalingen, worden de nodige middelen voorzien op de beheersbegroting van de deelnemende OISZ. De impact van synergieprojecten op de beheersbegrotingen van de deelnemende OISZ wordt voorafgaandelijk geregeld op het begrotingsvlak binnen het College van de OISZ. Deze beheersontvangsten komen bovenop de beheersenveloppe van de Kruispuntbank die de prestaties levert voor de andere OISZ, mits gunstig advies van de regeringscommissaris van Begroting, en worden ter informatie meegedeeld aan de voogdijminister(s), aan de Staatssecretaris van Begroting en aan de minister van Ambtenarenzaken.
Dezelfde principes zijn toepasselijk op de synergieprojecten buiten de sociale zekerheid en in geval van een herschikking van het federaal administratief landschap.
§ 5. De bedragen van bovenvermelde voorziene en gerealiseerde eigen beheersontvangsten, alsook de bestemming van deze bedragen, welke een positief advies gekregen hebben van de regeringscommissaris van Begroting, mogen door de Kruispuntbank worden ingeschreven in een aanpassingsblad van de beheersbegroting van het lopende jaar.
Artikel 57
De overdracht van kredieten van het vorige begrotingsjaar naar het lopende jaar wordt onder de voorwaarden voorzien in artikel 14, § 2, van het responsabiliseringsbesluit en in de omzendbrief nr. 2 van 22 februari 2016 betreffende de overdracht van kredieten van het vorige begrotingsjaar toegestaan mits gunstig advies van de regeringscommissaris van Begroting, binnen de in het artikel 51 bepaalde termijn.
Bij gunstig advies van de regeringscommissaris van Begroting mogen de goedgekeurde overdrachten door de Kruispuntbank worden toegevoegd aan de kredieten van het lopende jaar.
Om het mogelijk te maken voor de regeringscommissaris van Begroting om de voortgang van de opgenomen projecten te volgen en te kunnen oordelen over de opvolging ervan alsook over de opportuniteit van de herinschrijvingen zal de Kruispuntbank ervoor zorgen dat de regeringscommissaris frequent toegang heeft tot de planning en tot de resultaten van het investeringsprogramma. De Kruispuntbank zal elk semester een stand van zaken van het investeringsprogramma overmaken. Dit zal het voorwerp van een eenvormige toepassing in elke instelling uitmaken.
Artikel 58
Indien de sociale bijdragen betreffende de personeelsleden (hoofdzakelijk pensioenbijdragen voor de Pool der parastatalen) wijzigen, zal de beheersbegroting aangepast worden. De bedragen die zullen dienen als basis voor de berekening, zullen instelling per instelling bepaald worden in overleg met het College van de OISZ en de FOD BOSA.
Titel 2 – Wijze van berekening van de beheersbegroting Artikel 59
De Kruispuntbank berekent haar beheerskredieten op basis van de methode voor de vaststelling van de kredieten zoals vastgelegd in bijlage van onderhavige overeenkomst. De berekende middelen zijn deze die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de opdrachten van de Kruispuntbank en van de daaruit voortvloeiende projecten die in bijlage van deze overeenkomst vermeld worden. De methode voorziet in afzonderlijke berekeningsregels voor:
1° de operationele basistaken, zijnde het beheer en de exploitatie van het informaticasysteem van de Kruispuntbank en, desgevallend, het extranet van de sociale zekerheid, het portaal van de sociale zekerheid en beConnected op sharepoint;
2° de projecten;
3° de supportopdrachten.
Titel 3 – Beheersbegroting van de Kruispuntbank voor de jaren 2022, 2023, 2024 en 2025
Artikel 60
De beheersbegroting van de instelling voor de jaren 2022, 2023 en 2024, die overeenkomstig artikel 47, de respectievelijke begrotingscirculaires en de beslissing van de Ministerraden van 20/10/2021, 01/04/2022, 20/07/2022, 18/10/2022, 31/03/2023 en 13/10/2023 werd bepaald, wordt als volgt vastgelegd:
2022 | 2023 | 2024 | |
Personeelsuitgaven | 3.502.857 € | 3.573.619 € | 3.722.950 € |
Gewone werkingsuitgaven | 2.798.999 € | 2.387.161 € | 2.242.860 € |
Informaticawerkingsuitgaven | 11.723.240 € | 13.544.478 € | 13.629.571 |
Informatica-investeringsuitgaven | 119.000 € | 36.000 € | 18.000 € |
Investeringsuitgaven roerende goederen | 43.000 € | 7.000 € | 7.000 € |
Investeringsuitgaven onroerende goederen | - | - | - |
Niet-limitatieve kredieten (belastingen en geschillen) | 121.000 € | 60.750 € | 80.750 |
TOTAAL | 18.308.096 € | 19.609.008 € | 19.701.131 |
Het bedrag van 18.308.096 EUR stemt overeen met het bedrag dat toegewezen dient te worden voor de uitvoering van de bestuursovereenkomst voor het jaar 2022, hetzij 16.989.945 EUR, verhoogd met het bedrag dat toegewezen dient te worden voor de uitvoering van de realisatiedomeinen die niet door de opdrachtenbegroting van de beide OISZ die ons financieren moeten worden gefinancierd en dat overeenstemt met eigen ontvangsten overeenkomstig artikel 56 van de bestuursovereenkomst, hetzij 2.099.063 EUR.
De beheersbegroting 2024 bevat de kredieten zoals deze werden vastgelegd tijdens het begrotingsconclaaf van oktober 2023 en houdt geen rekening met de nog te nemen begrotingsbeslissingen, zoals bijvoorbeeld het toe te kennen bijkrediet 2024 ingevolge de invoering van de maaltijdcheques vanaf 01/01/2024.
De voorgestelde kredieten voor de begrotingsjaren 2022, 2023 en 2024 houden geen rekening met de overdrachten in toepassing van artikel 14 §2 noch met de uitgaven in kader van het Nationaal plan voor herstel en veerkracht gefinancierd door Europa.
Het begrotingsjaar 2025 zal berekend worden volgens de bepalingen opgenomen in artikel 62 en artikel 63.
Artikel 61
Overeenkomstig artikel 5 §1 6° van het KB van 3 april 1997 wordt het maximumbedrag van de kredieten voor het statutair personeel vastgelegd op 4.000.000 EUR voor het jaar 2022, op
4.000.000 EUR voor het jaar 2023, op 4.500.000 EUR voor het jaar 2024 en op 4.500.000 EUR voor het jaar 2025 in prijzen van 2024, rekening houdende met de gekende patronale bijdragen (patronale pensioenlasten…).
Titel 4 – Jaarlijkse herziening Artikel 62
De begrotingsbedragen voor de jaren 2024 en 2025 worden verkregen op basis van de berekeningsmethode zoals bepaald in artikel 63 In de mate van het mogelijke en binnen de mogelijkheden van het begrotingsbeleid van de federale Staat verbindt deze zich ertoe de door de instellingen op deze wijze berekende beheersbegroting 2024-2025 maximaal in acht te nemen.
Indien de federale Staat het afgesproken begrotingskader niet in acht kan nemen binnen de context van het begrotingsbeleid van de Staat wordt de bestuursovereenkomst aangepast overeenkomstig artikel 55.
Artikel 63
Bij ongewijzigd beleid zullen voor het jaar 2025 de bedragen van elke uitgavencategorie op de volgende manier herzien worden:
1° Personeelskredieten en kredieten gedetacheerden Smals
De personeelskredieten zullen in functie van de evolutie van de gemiddelde vereffeningscoëfficiënt geparametriseerd worden volgens de formule :
Gemiddelde vereffeningscoëfficiënt van de lonen jaar N Gemiddelde vereffeningscoëfficiënt van de lonen jaar N-1
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de vereffeningscoëfficiënten, zoals berekend door het Planbureau, op het moment van de opmaak van de respectievelijke begrotingen (voorafbeelding, initiële begroting, begrotingscontrole,…) in afwachting dat de werkelijke vereffeningscoëfficiënten gekend zijn.
De Staat verbindt zich ertoe om de werkelijke vereffeningscoëfficiënten integraal toe te kennen aan de OISZ.
Als de evolutie van de personeelskredieten het bereiken van bepaalde doelstellingen of de realisatie van bepaalde projecten zoals opgenomen in deze overeenkomst in het gedrang zou brengen wordt de bestuursovereenkomst aangepast overeenkomstig artikel 54 of artikel 55 naargelang de omstandigheden.
2° Werkings- en investeringskredieten met inbegrip van de onroerende investeringskredieten
De kredieten van het vorige jaar evolueren in functie van het cijfer van de gezondheidsindex zoals berekend door het Planbureau op het moment van de opmaak van de respectievelijke begrotingen (voorafbeelding, initiële begroting, begrotingscontrole,…), in afwachting dat het werkelijk cijfer van de gezondheidsindex gekend is. Voor 2025 geldt het jaar 2024 als uitgangspunt.
De Staat verbindt zich ertoe om de werkelijke evolutie van het cijfer van de gezondheidsindex integraal toe te kennen aan de OISZ.
Voor wat betreft de evolutie van de ICT-kosten Smals (intra-muros en consultants) en vergelijkbare ICT-diensten van derden (met inbegrip van de consultants) wordt de aanpassingscoëfficiënt, die wordt toegepast voor de algemene werkingskosten, in voorkomend geval verhoogd met een factor x, die rekening houdt met de reële specifieke prijsevolutie in de ICT-sector die mede bepaald wordt door de jaarlijkse loonindexering.
Als de evolutie van de werkings- en/of investeringskredieten het bereiken van bepaalde doelstellingen of de realisatie van bepaalde projecten zoals opgenomen in deze overeenkomst in het gedrang zou brengen, wordt de bestuursovereenkomst aangepast overeenkomstig artikel 54 of artikel 55 naargelang de omstandigheden.
Titel 5 – Onroerende verrichtingen Artikel 64
Binnen de grenzen van haar opdrachten kan de Kruispuntbank beslissen over de verwerving, de aanwending of de vervreemding van lichamelijke en onlichamelijke goederen en de vestiging of de opheffing van zakelijke rechten op deze goederen, alsmede over de uitvoering van dergelijke beslissingen.
Elke vraag tot huur, koop, verkoop en grondige renovatie van gebouwen moet vooraf worden voorgelegd aan het College van de OISZ, teneinde dit onder andere te kunnen aftoetsen met het globale meerjarenvoorstel 2020-2028 inzake onroerende investeringen van het College OISZ.
Elke beslissing tot verwerving, oprichting, renovatie of vervreemding van een onroerend goed of recht, waarvan het bedrag 7,3 miljoen euro overschrijdt, is onderworpen aan de voorafgaande machtiging van de voogdijminister(s) en van de Staatssecretaris van Begroting. Tot en met 7,3 miljoen euro volstaat het positief advies van de regeringscommissaris van Begroting.
Voor zover de Kruispuntbank behoort tot het Globaal beheer, vereisen de bestemming van de opbrengst van een vervreemding van deze onroerende goederen waarvan het bedrag 7,3 miljoen euro overschrijdt, en de toevoeging van deze opbrengst aan de beheersenveloppe van het lopende jaar of de volgende jaren, overeenkomstig artikel 56, het voorafgaand akkoord van de voogdijminister(s) en van de Staatssecretaris van Begroting. Tot en met 7,3 miljoen euro volstaat het positief advies van de regeringscommissaris van Begroting.
Deze bijkomende enveloppe kan vrij worden toegevoegd aan het beheersbudget voor de financiering van de oprichting of/en aankoop van een ander gebouw of/en voor renovatiewerken in een bestaand gebouw en alle daaruitvloeiende beheerskosten (met inbegrip van de inrichtingskosten, specifiek NWOW-meubilair, …). Dit gebruik moet over meerdere
begrotingsjaren mogelijk zijn, mits dit niet in strijd is met het globale meerjarenvoorstel 2020- 2028 inzake onroerende investeringen van het College OISZ.
Titel 6 – Algemene en analytische boekhouding Artikel 65
De Kruispuntbank verbindt zich ertoe een boekhoudplan toe te passen conform het genormaliseerd boekhoudplan voor de openbare instellingen van sociale zekerheid, zoals bepaald in het KB van 26 januari 2014.
De Kruispuntbank zal het systeem van analytische boekhouding gebruiken om de kosten van de voornaamste basisactiviteiten te bepalen en te evalueren. Bovendien zal dit systeem ook gebruikt worden om de kost van ontwikkeling en onderhoud van nieuwe projecten te bepalen.
De Kruispuntbank beschikt over een performante analytische boekhouding, die twee domeinen omvat:
1° de berekening van de geraamde kostprijs (ook "standaardprijs" genaamd) waardoor de begroting volgens de "zero based budgeting"-methode kan worden opgemaakt. Hiertoe worden de twee belangrijkste kostprijzen berekend:
a) de geraamde kostprijs van de productiemiddelen;
b) de geraamde kostprijs van de domeinen; deze bestaat uit de kostprijs van de productiemiddelen die op deze domeinen werken en de rechtstreeks aan deze domeinen toewijsbare kosten (ook de investeringen);
2° de berekening van de vastgestelde kostprijs (ook "reële kostprijs" genaamd) en de analyse van de samenstelling ervan. Hiertoe worden de twee belangrijkste kostprijzen berekend:
a) de kostprijs van een bericht;
b) de kostprijs van de projecten die aan instellingen buiten de sociale zekerheid worden gefactureerd.
Titel 7 – Overmaking van periodieke staten Artikel 66
De Kruispuntbank zal, overeenkomstig de richtlijnen van de Regering, aan de voogdijminister(s) en aan de Staatssecretaris van Begroting, evenals aan de FOD Sociale Zekerheid en aan de FOD BOSA, maandelijks een staat van de ontvangsten en uitgaven aangaande het beheer bezorgen.
De OISZ zetten een periodieke opvolging op in gestandaardiseerd formaat van hun opdrachtenbegroting en vragen de nodige gegevens aan de meewerkende organisaties van sociale zekerheid als dat nodig is.
In het kader van een gecentraliseerde communicatie van de rekeningen van de sociale zekerheid aan de INR en van de ESSPROS-SHA-rekeningen aan Eurostat verbinden de OISZ zich ertoe om met de FOD Sociale Zekerheid en de FOD BOSA, aan het consolidatieproces samen te werken en alle voor dit doel nodige informatie ter beschikking te stellen.
Artikel 66bis
De Kruispuntbank verbindt er zich toe om volledig en tijdig volgende monitoringsoefeningen op te sturen:
• de maandelijkse monitoring van de onderbenutting van de beheersbegroting en van de geselecteerde uitgaven uit de opdrachtenbegroting bij de OISZ;
• de semestriële monitoring van de uitvoering van de personeelsbegroting bij de OISZ, conform de SEPP-methodologie;
• de periodieke monitoring van de grote posten uit de opdrachtenbegroting bij de OISZ en de budgettaire opvolging van de uitvoering van de besliste begrotingsmaatregelen voor de OISZ, via de Commissies Financiën en Begroting (CFB).
Artikel 67
De Kruispuntbank verbindt er zich toe om voor elke begrotingsoefening van het monitoringcomité de gevraagde synoptische tabellen voor de opdrachten en voor het beheer kwaliteitsvol, volledig en tijdig op te sturen en conform de structuren die gedefinieerd worden in de bijlagen van de KB’s van 26 januari 2014 en 22 juni 2001.
Xxxxx 0 – Xxxxxxxxxxxxxx over de spending reviews Artikel 67bis
De Ministerraad van 18/12/2020 keurde de aanpak goed voor het uitvoeren van spending reviews voor de federale overheid (inclusief de sociale zekerheid). Volgens de vastgelegde procedure worden de thema’s voor het doorvoeren van een spending review door de Ministerraad beslist. De Staat verbindt zich ertoe om de OISZ tijdig te betrekken bij de voorbereiding van beslissingen m.b.t. nieuwe toekomstige projecten in dit verband. De OISZ engageren zich om loyaal mee te werken aan het uitvoeren van spending reviews met betrekking tot hun domein, die conform deze procedure worden vastgelegd en de beschikbare middelen in te zetten om te komen tot een kwalitatieve afronding van de betrokken reviews.
Titel 9 – Verbintenissen over de betalingstermijnen Artikel 67ter
De OISZ verbinden zich ertoe om op systematisch en transparante wijze te rapporteren over de betalingstermijnen ten opzichte van hun leveranciers en engageren zich ertoe om de betalingstermijnen van de facturen steeds te respecteren.
HOOFDSTUK VIII – Meewerking aan transversale projecten Artikel 68
De OISZ engageren zich ertoe, ieder wat hen betreft, om zich in te schrijven in de transversale federale strategieën inzake administratieve vereenvoudiging, inzake open data, inzake armoedebestrijding en inzake bestrijding van sociale fraude. De realisatie van concrete actieplannen is afhankelijk van de hiertoe door de Staat ter beschikking gestelde middelen.
Ze zullen ook in hun dagdagelijks beheer aandacht hebben voor initiatieven met betrekking tot het beleid van duurzame ontwikkeling.
Specifieke aandacht zal daarbij gaan naar de toepassing van het beginsel van “handistreaming”, in overeenstemming met de bepalingen van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, waarbij op transversale wijze de integratie van personen met een handicap in alle domeinen van het maatschappelijk leven bevorderd wordt en in de verschillende fasen van beleidsvoering rekening gehouden wordt met de dimensie handicap. Hiervoor zal de instelling in het bestuursplan aandacht besteden aan “Handistreaming”. Bij dit alles zal een beroep gedaan worden het aanspreekpunt “Handicap” dat in elke instelling en bij elke beleidscel aangeduid werd en zal samengewerkt worden met het federale coördinatiemechanisme opgericht bij de FOD Sociale Zekerheid en met het maatschappelijk middenveld.
De Kruispuntbank zal zich ook inschrijven in het nastreven en intensifiëren van het actuele beleid inzake gender mainstreaming, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 7 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen en van haar uitvoeringsbesluiten.
Artikel 69
De OISZ nemen actief deel aan de federale netwerken “Klantgerichtheid” en “Klachtenbeheer”, rapporteren periodiek en minstens jaarlijks de indicatoren van hun klachtenbeheer, en dragen constructief bij aan de verwezenlijking van het federaal beleid over klantgerichtheid en klachtenbeheer.
De OISZ verbinden zich ertoe om de digitale en fysieke toegankelijkheid te optimaliseren, waarbij zij het digitale aanbod laten evolueren en ook de andere contactmogelijkheden verzekeren rekening houdend met de doelgroep en de specificiteit van elke instelling, alsook met de beschikbare middelen. De gebruiksvriendelijkheid van de elektronische toepassingen, en het aanbieden van ondersteuning aan de burger zijn hierbij belangrijke troeven.
Met betrekking tot het niet-gebruiken van de rechten verbinden de betrokken OISZ zich ertoe om samen te werken met de FOD Sociale Zekerheid, de POD Maatschappelijke Integratie en elke belanghebbende partij, in het kader van een Task Force die rapporteert aan het College
xxx xx XXXX, om de risico's te identificeren en de Regering uiterlijk op 30 september 2022 operationele pistes voor te stellen, ook rekening houdend met de maatregelen vervat in het Federaal Plan tegen armoede en ongelijkheid.
De OISZ verbinden zich ertoe om de digitale kloof te bestrijden en deel te nemen aan de maatregelen die de federale staat in dit verband heeft genomen, met inbegrip van de opleiding van hun personeelsleden om burgers en bedrijven te helpen toegang te krijgen tot hun elektronische diensten.
De OISZ onderzoeken de haalbaarheid van simulatietools om de (takoverschrijdende) impact van individuele keuzes door de sociaal verzekerde en/of van gebeurtenissen te ondersteunen en te illustreren op korte en lange termijn.
Het College van de OISZ en de sociale partners geven de federale regering concrete voorstellen over de actualisering van het “Handvest van de sociaal verzekerde” in het kader van de optimalisatie van de rechten van de sociaal verzekerden en de aanpassing van de uitoefening van deze rechten aan de maatschappelijke en technologische evoluties. Het college van de OISZ wordt hierbij ondersteund door de werkgroep “College van de OISZ en de FOD Sociale Zekerheid” die de toepassing van het “Handvest van de sociaal verzekerde” opvolgt. Deze werkgroep betrekt de sociaal verzekerden en de instellingen van sociale zekerheid hierbij systematisch en proactief.
Artikel 69bis
De OISZ verbinden zich ertoe om verder actief deel te nemen aan het transversale project EESSI, dat het mogelijk maakt om de administratieve lasten voor de bedrijven en de burgers die hun recht op vrij verkeer binnen de Europese Unie uitoefenen te beperken en om een snellere uitoefening van de rechten en effectievere controles te realiseren.
De OISZ onderhouden de bestaande Business Use Cases op basis van de bestaande specificaties, voor dewelke zij respectievelijk bevoegd zijn. Nieuwe Business Use Cases of nieuwe specificaties kunnen door de Belgische vertegenwoordigers in de bevoegde Europese organen niet worden aanvaard zolang de Europese Commissie niet instaat voor het aanbieden van door haar gefinancierd Platform-as-a-Service ter ondersteuning van deze nieuwe Business Use Cases. Met het oog op deze doelstelling, voorzien de OISZ de nodige financiering voor hun eigen applicaties en nemen de onderhoudskosten van de applicatie RINA, die hun ter beschikking is gesteld, voor hun rekening. De kosten van onderhoud en ondersteuning worden door de OISZ voor hun rekening genomen, onverminderd de afspraken die zij hebben gemaakt met organisaties van hun secundaire netwerk – volgens de modaliteiten goedgekeurd door het College.
Artikel 69ter
§ 1. De OISZ werken actief samen met de verschillende ombudsdiensten en ombudslieden, overeenkomstig de samenwerkingsprotocollen met hen gesloten.
Om onder meer een geïntegreerde, vereenvoudigde en gecoördineerde behandeling te bieden aan een klacht die betrekking heeft op de bevoegdheidsgebieden van verschillende ombudsdiensten en ombudslieden, verbindt de Staat zich ertoe de rol van het Permanent Overleg Ombudslui (POOL) te versterken door het om te vormen tot één enkel aanspreekpunt voor de klager en de betrokken administratie, en door het de bevoegdheid te geven om dit soort van klacht op een unieke, globale en geïntegreerde manier op te lossen in al zijn aspecten.
§ 2. Meer specifiek, bevorderen de OISZ bij de behandeling van klachten de samenwerking met de Federale ombudsman, overeenkomstig het samenwerkingsprotocol voor de relaties tussen de Federale ombudsman en de OISZ bij de behandeling van klachten.
Bij een vraag om informatie met betrekking tot een klacht, verschaft de bevoegde dienst van de instelling de Federale ombudsman de gewenste inlichtingen.
In het kader van een onderzoek, voorstel tot bemiddeling of een suggestie, neemt de bevoegde dienst van de instelling de nodige maatregelen om op de vragen te antwoorden.
De bevoegde dienst van de instelling antwoordt ten laatste binnen een termijn van vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van de vraag, tenzij er bij de toepassing van artikel 11, 1e lid van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van de federale ombudsmannen een kortere termijn wordt opgelegd.
Het klachtenmanagement van de instelling in de eerste lijn, wordt afgestemd op de interventies van de Federale ombudsman in de tweede lijn
HOOFDSTUK IX – Slotbepalingen Artikel 70
De verbintenissen van deze bestuursovereenkomst doen geen afbreuk aan de verplichting van de instelling om de diverse wettelijke en reglementaire teksten na te leven die algemene richtlijnen bevatten voor de instellingen van sociale zekerheid bij het onderzoek van de rechten op prestaties en in de relaties met de sociaal verzekerden, met name:
- de wet van 29 juli 1991 op de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen;
- het Handvest van de gebruiker van overheidsdiensten van 4 december 1992;
- de wet van 11 april 1994 met betrekking tot de openbaarheid van bestuur;
- de wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde.
Voor iedere dienst waarvoor er contacten met de sociaal verzekerden zijn, gelden de bepalingen van het Handvest van de sociaal verzekerde en moeten de verbintenissen nageleefd worden.
De in deze bestuursovereenkomst vervatte verbintenissen doen geen afbreuk aan de verplichting van de Kruispuntbank om op een efficiënte manier de andere wettelijke opdrachten uit te voeren waarvoor geen specifieke doelstelling wordt bepaald.
Artikel 71
De taken en doelstellingen van de Kruispuntbank zoals die gedefinieerd zijn in onderhavige bestuursovereenkomst zijn niet van toepassing op de opdrachten inzake informatiebeheer en informatieveiligheid, die haar toevertrouwd zijn door de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning krachtens artikel 8bis van de Kruispuntbankwet.
De beheerskredieten die aan de Kruispuntbank toegekend worden krachtens artikel 35, §1, 1° bis, van de Kruispuntbankwet door de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, worden niet berekend en bepaald op basis van de methode bepaald in artikel 59 en worden aan de beheersbegroting van de Kruispuntbank toegevoegd.
Gedaan te Brussel, Namens de federale Staat,
P.-Y. DERMAGNE
Vice-eersteminister en minister van Economie en Werk,
X. XXXXXXXXXXXXX
Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
X. XX XXXXXX
Vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post
X. XXXXXXXX
Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, toegevoegd aan de minister van Justitie, belast met Xxxxxxxx
Namens de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid,
P. XXXXX Xxxxxxxxx
B. XXXXXXXX Xxxxxxxxx
K. MEESTERS Beheerder
M.-X. XXXXXXXXXXX
Beheerder
X. XXXXXXXXXXXXX Beheerder
X. XXXXXX Administrateur-generaal
T. DUVILLIER
Adjunct-administrateur-generaal