ONDERSTEUNINGSREGELING SPORTINFRASTRUCTUUR
ONDERSTEUNINGSREGELING SPORTINFRASTRUCTUUR
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;
BESLUIT:
De Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur 2014 vast te stellen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1. Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.
2. Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
a. Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.
Hoofdstuk 2 Rentesubsidie sport Artikel 2.1 Begripsbepalingen
a. vereniging: een binnen de gemeente Apeldoorn gevestigde vereniging, of een buiten de gemeente Apeldoorn gevestigde vereniging waarvan tenminste 50% van de aangesloten leden woonachtig is binnen de gemeente Apeldoorn, of een aan een vereniging gelieerde instelling of andere rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie op het terrein van sport, die haar activiteiten in hoofdzaak binnen de gemeente Apeldoorn uitvoert. De vereniging speelt adequaat in op maatschappelijke ontwikkelingen, is toekomstgericht en bewust van haar maatschappelijke positie in buurt, wijk of dorp.
b. geldverstrekker: een bancaire instelling, of een rechtspersoon of natuurlijk persoon die aan een geldnemer een lening verstrekt.
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten
1. Het college kan aan verenigingen subsidie verstrekken in de kosten van rente van een geldlening ten behoeve van investeringen in nieuwbouw, verbouw en renovatie van de eigen sportaccommodatie. Na een periode van tien jaar kan het percentage worden herzien.
2. De subsidie wordt berekend over maximaal 1/3 deel van het totale investeringsbedrag tot een maximum van € 100.000,- per aanvraag (= 1/3 van een investering van € 300.000) en wordt berekend aan de hand van het gangbare rentepercentage dat de vereniging verschuldigd is voor de aan te trekken financieringsmiddelen.
3. De subsidie houdt rekening met lineaire aflossing van de afgesloten geldlening.
4. In afwijking van artikel 6, lid 1 van de Asv wordt subsidie verstrekt voor de periode die gelijk is aan de afschrijvingsduur van de lening, tot maximaal 25 jaar.
5. In bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de subsidieaanvrager afwijken van de in het tweede lid van dit artikel genoemde maximum en van de in het derde lid genoemde voorwaarde dat het moet gaan om een lineaire geldlening.
Artikel 2.3 Bijzondere bepalingen/verplichtingen
1. In aanvulling op artikel 7 van de Asv legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. één offerte van de geldlening van de geldverstrekker;
b. een begroting;
c. een kopie van de afgesloten geldlening.
2. De subsidie wordt beëindigd wanneer de vereniging de aangetrokken financieringsmiddelen in zijn geheel vervroegd aflost. De subsidie wordt naar evenredigheid verminderd wanneer door de vervroegde aflossing de restantlening minder is dan het bedrag waarover nog subsidie wordt verstrekt.
Artikel 2.4 Subsidieplafond en verdelingsregels
1. Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2 is het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor het betreffende kalenderjaar is vastgesteld. Dit bedrag is tevens het subsidieplafond.
2. De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.
Artikel 2.5 Aanvullende weigeringsgronden
1. Het college kan in aanvulling op artikel 9 van de Asv een subsidieaanvraag ook afwijzen indien de vereniging:
a. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd zonder voorafgaande gemeentelijke toestemming al in uitvoering heeft genomen;
b. niet beschikt over een gezonde financiële positie en ledenbestand;
c. niet beschikt over een meerjarig beleidsplan;
d. niet over voldoende vrijwilligers beschikt;
e. geen brede basis heeft in de buurt, wijk of dorp voor de breedtesport;
f. niet samenwerkt met scholen en maatschappelijke instellingen;
g. geen activiteiten ontplooit voor zwakkere groepen in de samenleving.
2. Daarnaast kan het college de subsidieaanvraag afwijzen indien demografische ontwikkelingen of overcapaciteit uitwijzen dat er op termijn geen toekomst is voor het voortbestaan van de verenging in een bepaalde tak van sport en een samenwerking of fusie met een andere vereniging meer voor de hand ligt.
Artikel 2.6 Vaststelling van de subsidie
De subsidie wordt verstrekt door middel van een enkele vaststelling.
Hoofdstuk 2 Stimulering samenwerking in de sport
Artikel 2.1 Begripsbepalingen
a. vereniging: een binnen de gemeente Apeldoorn gevestigde vereniging of een aan vereniging gelieerde instelling of andere rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie op het terrein van sport, die haar activiteiten in hoofdzaak binnen de gemeente Apeldoorn uitvoert. De vereniging speelt adequaat in op maatschappelijke ontwikkelingen, is toekomstgericht en bewust van haar maatschappelijke positie in buurt, wijk of dorp.
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten
1. Het college kan aan sportverenigingen een subsidie verstrekken in de kosten van fusie of samenwerking met als doel een vergaande samenwerkingsvorm danwel fusie tot stand te brengen met als doel voldoende aanbod van sportactiviteiten te behouden of te creëren.
Artikel 2.3 Bijzondere bepalingen/verplichtingen
1. In aanvulling op artikel 7 van de Asv legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. de meest recente balans en jaarrekening van de verenigingen;
b. een overzicht van de bijzondere kosten die voor de samenwerking of fusie moeten worden gemaakt.
c. een verklaring waarin de verenigingen de intentie uitspreken om samen te werken c.q. te fuseren.
Artikel 2.4 Voorschotten
1. Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag uitbetaald.
Artikel 2.5 Subsidieplafond en verdelingsregels
1. Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 8.4.2 is het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor het betreffende kalenderjaar is vastgesteld. Dit bedrag is tevens het subsidieplafond.
2. De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.
Artikel 2.6 Vaststelling van de subsidie
Artikel 17 en 18 van de Asv zijn van toepassing.
Hoofdstuk 3 Ondersteuning aanleg kunststof sportvelden Artikel 3.1 Begripsbepalingen
a. vereniging: een binnen de gemeente Apeldoorn gevestigde hockey-, korfbal- of
voetbalvereniging, die haar activiteiten in hoofdzaak binnen de gemeente Apeldoorn uitvoert. De vereniging speelt adequaat in op maatschappelijke ontwikkelingen, is toekomstgericht en bewust van haar maatschappelijke positie in buurt, wijk of dorp.
Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten
1. Het college kan aan verenigingen een renteloze geldlening verstrekken voor de aanleg van een kunststof sportveld met een maximum van:
a. € 350.000,- voor investeringen in een standaardvoorziening (eerste aanleg);
b. € 175.000,- voor vervanging van de toplaag, 12 jaar na eerste aanleg; maar maximaal tot het bedrag van de noodzakelijke investering
2. In bijzondere gevallen kunnen ook andere vormen van buitensport die gebruik maken van kunststof sportvelden voor een lening in aanmerking komen.
Artikel 3.3 Bijzondere bepalingen/verplichtingen
1. In aanvulling op artikel 7 van de Asv legt de aanvrager de volgende gegevens over:
x. xx xxxxxx en jaarrekening van de laatste twee boekjaren;
b. aanwezige financiële reserve;
c. meerjaren begrotingsoverzicht;
d. dekkingsvoorstel kosten (investering en exploitatie);
e. ontwikkelingsoverzicht van het ledenbestand (spelende leden) respectievelijk aantal verenigingsteams.
2. Een lening wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat terzake van de uitvoering van het subsidieverleningsbesluit een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36, eerste lid, van de Awb tot stand komt.
Artikel 3.4 Subsidieplafond en verdelingsregels
1. Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 8.4.2 is het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor het betreffende kalenderjaar is vastgesteld. Dit bedrag is tevens het subsidieplafond.
2. De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.
Artikel 3.5 Aanvullende weigeringsgronden
1. Het college kan in aanvulling op artikel 9 van de Asv een subsidieaanvraag ook afwijzen indien:
a. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd al in uitvoering heeft genomen;
b. niet beschikt over een gezonde financiële positie en ledenbestand;
c. niet beschikt over een meerjarig beleidsplan;
d. niet over voldoende vrijwilligers beschikt;
e. geen brede basis heeft in de buurt, wijk of dorp voor de breedtesport;
f. niet samenwerkt met scholen en maatschappelijke instellingen;
g. geen activiteiten ontplooit voor zwakkere groepen in de samenleving;
2. Daarnaast kan het college de subsidieaanvraag ook afwijzen indien demografische ontwikkelingen of overcapaciteit uitwijzen dat er op termijn geen toekomst is voor het voortbestaan van de verenging in een bepaalde tak van sport en een samenwerking of fusie met een andere vereniging meer voor de hand ligt.
Artikel 3.6 Vaststelling van de subsidie
De subsidie wordt verstrekt door middel van een enkele vaststelling.
Artikel 3.7 Overgangsbepaling
Aanvragen die zijn ingediend onder de ondersteuningsregeling sportinfrastructuur, in werking getreden d.d. 26 april 2014, en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van de gewijzigde ondersteuningsregeling sportinfrastructuur, worden afgehandeld op grond van de gewijzigde ondersteuningsregeling sportinfrastructuur.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 4.1 Inwerkingtreding en Citeertitel
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van de vaststelling en vervangt de Rentesubsidieregeling 2011, vastgesteld op 16 juni 2011.
2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Ondersteuningsregeling sportinfrastructuur’.
Aldus vastgesteld door het college van b&w d.d. 25 april 2014 Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 7 mei 2014 Inwerking getreden d.d. 26 april 2014
Gewijzigd door het college van b&w d.d. 4 november 2014 (art 2.1 sub a en b, art 2.2 lid 5 en art 2.3, lid 1 sub c)
Inwerking getreden op de dag na de elektronische bekendmaking.
Gewijzigd door het college van b&w d.d. 11 juni 2015 (art 3.2, lid 1, sub a en b en toegevoegd artikel 3.7)
Inwerking getreden op de dag na de elektronische bekendmaking.