REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
BESLISSING (BRUGEL-BESLISSING-20240514-272)
betreffende de door SYNERGRID voorgestelde documenten voor de omkadering van de levering van flexibiliteitsdiensten door de distributienetgebruikers
Opgesteld op basis van artikelen 1.37., 3.18. en 4.56. van het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe
14/05/2024
Xxxxxxxxx 00 Xxxxxx xxx Xxxx - X-0000 Xxxxxxx/Xxxxxxxxx T: 02 563 02 00 - xxxx@xxxxxx.xxxxxxxx - xxx.xxxxxx.xxxxxxxx
Inhoudsopgave
0 Xxxxxxxx van de beslissing 5
3.2 Analyse van de ter goedkeuring voorgelegde documenten 7
3.2.1 Beschrijving van de formulieren 7
3.2.2 Analyse van de gewestelijke regulatoren 7
De ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt in haar artikel 30bis, § 2, ingevoegd door artikel 56 van de ordonnantie van 14 december 2006, wat volgt:
‘... XXXXXX wordt bekleed met een opdracht tot verlening van advies aan de overheid over de organisatie en de werking van de gewestelijke energiemarkt enerzijds, en met een algemene opdracht van toezicht op en controle van de toepassing van de hiermee verband houdende ordonnanties en besluiten anderzijds.
XXXXXX is belast met volgende opdrachten:
1° het geven van adviezen, studies of gemotiveerde beslissingen, en het indienen van voorstellen in de gevallen die voorzien zijn door deze ordonnantie en door de bovenbedoelde ordonnantie van 1 april 2004 of haar uitvoeringsbesluiten;
…
8° het samenwerken met de gewestelijke, federale en Europese regulatoren van de elektriciteits- en de gasmarkt;
…’
In het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe is het volgende vastgelegd:
‘Art. 4.56. De leverancier van flexibiliteitsdiensten sluit met de distributienetbeheerder een flexibel toegangscontract af.
Het flexibele toegangscontract bepaalt met name:
de voorwaarden voor deelname van de flexibiliteitsservicepunten aan de verschillende flexibiliteitsdiensten;
de informatie die de leverancier van de flexibiliteitsdiensten ter beschikking van de distributienetbeheerder moet stellen om hem in staat te stellen het effect van de flexibiliteit op zijn net te analyseren en de flexibele volumes te berekenen;
de praktische regelingen voor het opstellen en wijzigen van de lijst van servicepunten voor flexibiliteit die de leverancier van de flexibiliteitsdiensten kan activeren;
de respectieve rollen van de partijen met betrekking tot de activering van de flexibiliteit, het beheer van de meetgegevens en de berekening van de flexibele volumes;
de voorwaarden waaronder de distributienetbeheerder meetgegevens aan de leverancier van de flexibiliteitsdiensten mag doorgeven;
de respectieve verantwoordelijkheden van de partijen, in het bijzonder met betrekking tot vertrouwelijkheid en de gegevensbescherming;
de catalogus van de flexibiliteitsdiensten.
Het flexibele toegangscontract wordt opgesteld op basis van het model, vastgesteld door Synergrid of, bij gebrek daaraan, door de distributienetbeheerder. De distributienetbeheerder legt een model van flexibel toegangscontract ter goedkeuring voor aan Brugel.
…’
‘Art. 3.18 …
§3. De voorschriften bedoeld in paragraaf 2 en de voorschriften van Synergrid worden door Xxxxxx goedgekeurd volgens de procedure bepaald in art. 1.37.
…’
‘Art. 1.37. §1. Alle modelcontracten, reglementen, technische voorschriften, procedures en formulieren van de distributienetbeheerder opgesteld in toepassing van voorliggend Technisch Reglement, evenals alle wijzigingen ervan, worden ruim vóór hun geplande inwerkingtreding aan Brugel overgemaakt.
…’
Deze beslissing beantwoordt aan deze wettelijke verplichtingen.
Op 23 februari 2024 diende Synergrid, in naam en voor rekening van XXXXXXX, een aanvraag in voor de goedkeuring van nieuwe versies van een reeks documenten voor de omkadering van de levering van flexibiliteitsdiensten door distributienetgebruikers (hierna ‘DNG’). Concreet gaat het om:
• de modelovereenkomst tussen de DNB1 en de FSP2 in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik te maken van de flexibiliteit van de distributienetgebruikers (hierna ‘overeenkomst DNB-FSP’);
• technisch voorschrift C8/01: procedure voor de kwalificatie van de installaties van klanten (‘Network Flexibility Study’) voor de deelname van de DNG aan flexibiliteitsdiensten (hierna ‘voorschrift C8/01’);
• technisch voorschrift C8/06: algemene technische vereisten, measurement system en gateway voor een aFFR-leveringspunt dat op het distributienet is aangesloten (hierna ‘voorschrift C8/06’)
• Market Guide Flexibility (hierna ‘MG FLEX’): handboek voor de uitwisseling van gegevens tussen spelers over de activatie van flexibiliteitsdiensten op het distributienet.
De vier bovengenoemde documenten maakten van 15 december 2023 tot 26 januari 20243 het voorwerp uit van een openbare raadpleging voordat ze ter goedkeuring aan de gewestelijke regulatoren werden voorgelegd.
Het voorwerp van de aan de voornoemde documenten aangebrachte wijzigingen is tweeledig. Via deze nieuwe versies wil SYNERGRID de automatic Frequency Restoration Reserve (hierna ‘aFRR’) openstellen voor deelname voor distributiegebruikers die zijn aangesloten op het laagspanningsnet. Tegelijk hebben deze wijzigingen tot doel om rekening te houden met de aanpassingen van de werkingsregels (‘functioning rules’) van het capaciteitsvergoedingsmechanisme (hierna ‘CRM’), waarvoor de deelname van de op de laagspanning aangesloten DNG voortaan ook mogelijk zal zijn.
Sinds enkele jaren stellen de Belgische netbeheerders, verzameld onder SYNERGRID, regelmatig documenten voor aan de gewestelijke regulatoren voor de omkadering van de levering van flexibiliteitsdiensten door de distributienetgebruikers. Deze documenten worden bijgewerkt in overeenstemming met veranderingen in de marktomstandigheden als gevolg van aanpassingen aan de flexibiliteitsproducten van ELIA of aan de federale reglementen (bv. regels voor energieoverdracht). Deze markt wordt dus voornamelijk gedomineerd door de
1 Distributienetbeheerder
2 Flexibility Service Provider
3 Beschikbaar op de website van Synergrid: xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxx- raadpleging/documenten-flexibiliteit-najaar-2023
flexibiliteitsproducten van XXXX, die vooral gericht zijn op de klanten die op de hoogspanning van het distributienet zijn aangesloten4.
In deze context hebben de gewestelijke regulatoren SYNERGRID aangemoedigd om een roadmap voor te stellen voor het openstellen van de flexibiliteitsmarkt voor de deelname van klanten met een laagspanningsaansluiting. SYNERGRID heeft gekozen voor een gefaseerde aanpak, waarbij de markt geleidelijk wordt opengesteld voor laagspanning, zodat de beheersprocessen van de diensten kunnen worden getest voordat ze worden gevalideerd voor algemene toepassing op laagspanning.
In die optiek heeft SYNERGRID met de verschillende spelers werkgroepen en thematische raadplegingen5 georganiseerd om voorstellen uit te werken voor de omkadering van de toegang tot de flexibiliteitsmarkt op het niveau van het distributienet.
In de context van de energietransitie is er bovendien een duidelijke behoefte om de beschikbare flexibiliteitsmiddelen op het distributienet te benutten. Daarom wordt SYNERGRID aangespoord om actie te ondernemen om bepaalde klanten met een laagspanningsaansluiting te laten deelnemen aan het in evenwicht houden van het elektriciteitssysteem. Het is in dat opzicht dat SYNERGRID een ‘Fast Track LV’ proces heeft gelanceerd om het proces in verband met de openstelling van de verschillende balanceringsproducten en het CRM in laagspanning te versnellen. Dit proces betekent dat de documenten die momenteel van kracht zijn voor de omkadering van de markt voor laagspanningsflexibiliteit waaronder de modelovereenkomst DNB-FSP, voorschrift C8/01 en voorschrift C8/06 dus moeten worden gewijzigd.
In dezelfde geest is SYNERGRID begonnen met het opstellen van een handboek voor gegevensuitwisseling (MG Flex) tussen de verschillende spelers (operatoren en commerciële spelers) voor het beheer van de toegang en de activatie van flexibiliteitsdiensten op het distributienet. Dat handboek is gestructureerd rond vijf gebieden (Structure, Operate, Measure, Settle, Billing), op dezelfde manier als de MIG6 die momenteel van kracht is voor het beheer van uitwisselingen voor de leveringsmarkt.
Alle aan de vier documenten aangebrachte wijzigingen, die het voorwerp uitmaken van deze beslissing, worden samen ‘release 2’ genoemd en moeten het mogelijk maken om distributienetgebruikers met een laagspanningsaansluiting te laten deelnemen aan het product aFRR en het CRM.
Deze documenten zijn van toepassing in de drie Gewesten. In dat verband heeft BRUGEL overlegd met de CWaPE en de VREG binnen een werkgroep van het ‘Forbeg6 elektriciteit’ om de beslissingen op elkaar af te stemmen teneinde een geharmoniseerd kader in de drie gewesten te garanderen.
4 Met uitzondering van het product FCR (‘Frequency Containment Reserve’) dat al is opengesteld voor de distributienetgebruikers die op de laagspanning zijn aangesloten.
5 Deze thematische overlegvergaderingen vinden plaats binnen product design groups: xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxx
6 Forum van Belgische Regulatoren voor Electriciteit en Gas
3.2 Analyse van de ter goedkeuring voorgelegde documenten
3.2.1 Beschrijving van de formulieren Overeenkomst DNB-FSP:
De modelovereenkomst DNB-FSP stelt de wederzijdse bijzondere rechten en plichten van de DNB en de FSP vast met betrekking tot het gebruik door die laatste van de flexibiliteit van de netgebruikers die op het distributienet van de DNB zijn aangesloten, in het kader van een of meerdere flexibiliteitsdiensten.
Voorschrift C8/01
Voorschrift C8/01 beschrijft de procedures die moeten worden gevolgd voor de kwalificatie van de aansluitingspunten om ervoor te zorgen dat de activatie van een flexibiliteitsdienst de stabiliteit van het net niet in gedrang brengt en geen congestie of problemen veroorzaakt op het niveau van de spanningskwaliteit op de distributienetten.
Voorschrift C8/06
Voorschrift C8/06 definieert enerzijds minimale technische en wettelijke vereisten voor een meetsysteem (= meettoestel en zijn toebehoren) bij afwezigheid van een energieoverdracht voor de aFRR-leveringspunten die op het distributienet zijn aangesloten. Daarnaast beschrijft het ook het technische kader voor het beheer van gateways en leveringspunten (‘Service Delivery Points’) en hun interactie met het realtimecommunicatieplatform.
Market Guide Flexibility
Dit handboek beschrijft de modaliteiten en procedures voor het uitwisselen van gegevens tussen spelers voor de activatie van flexibiliteitsdiensten op het distributienet.
3.2.2 Analyse van de gewestelijke regulatoren
De gewestelijke regulatoren hebben overlegd over de inhoud van de documenten die het voorwerp uitmaken van deze beslissing binnen een werkgroep ‘Forbeg elektriciteit’. Na dit overleg werd overeengekomen om een gemeenschappelijk document op te stellen waarin de verschillende bevindingen en opmerkingen over de ter goedkeuring voorgelegde documenten worden samengebracht. Het doel is om een zo harmonieus mogelijk intergewestelijk kader te bevorderen en te garanderen om de toegang tot de flexibiliteitsmarkt voor commerciële spelers, zoals de FSP, te vergemakkelijken.
Uit de gemeenschappelijke analyse blijkt dat de ter goedkeuring voorgelegde documenten aanleiding geven tot verschillende aandachtspunten, maar niet zodanig dat hun goedkeuring voor een beperkte tijd wordt verhinderd. Dit maakt het voor de DNG met een laagspanningsaansluiting mogelijk om deel te nemen aan veilingen N-1 van het CRM voor de levering voor de winter 2025-2026. De gewestelijke regulatoren zijn dus van mening dat bepaalde elementen (uiteengezet in het bijgevoegde gemeenschappelijke document) het verdienen om te worden verduidelijkt en aangepast in een toekomstige versie van deze documenten, om het ‘toekomstbestendige’ karakter van deze documenten te garanderen.
XXXXXX vraagt dus aan SYNERGID om rekening te houden met de elementen die in het bijgevoegde gemeenschappelijke document van deze beslissing worden uiteengezet en ze op te
nemen in de volgende versie van de documenten, die uiterlijk op 31 december 2025 ter goedkeuring moeten worden voorgelegd.
Deze beslissing kan het voorwerp uitmaken van een klacht tot heroverweging bij BRUGEL binnen een termijn van twee maanden na publicatie ervan in overeenstemming met artikel 30decies van de elektriciteitsordonnantie. Deze klacht heeft geen opschortende werking. In overeenstemming met artikel 30undecies van de elektriciteitsordonnantie kan er ook beroep tegen worden aangetekend bij het Marktenhof van Brussel binnen 30 dagen na publicatie ervan. In het geval van een klacht tot heroverweging in overeenstemming met artikel 30decies, wordt deze termijn van 30 dagen opgeschort tot de mededeling van de beslissing over de klacht door XXXXXX, of bij ontstentenis van een beslissing door BRUGEL, tot het verstrijken van de in artikel 30decies, § 2, bedoelde termijn.
Gelet op de vier documenten die SYNERGRID op 23 februari 2024 ter goedkeuring heeft ingediend, namelijk:
• de modelovereenkomst tussen de DNB en de FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik te maken van de flexibiliteit van de distributienetgebruikers;
• technisch voorschrift C8/01: Network Flexibility Study voor de deelname van de DNG aan de flexibiliteitsdiensten;
• technisch voorschrift C8/06: algemene technische vereisten, measurement system en gateway voor een aFFR-leveringspunt dat op het distributienet is aangesloten;
• de Market Guide Flexibility;
Gelet op de in bijlage I van deze beslissing uiteengezette opmerkingen;
Gelet op de context die vooral wordt gekenmerkt door de noodzaak om ons te wapenen tegen de risico’s van instabiliteit van het elektriciteitssysteem tijdens de komende jaren;
Gelet op de wens van de operatoren om de procedure voor de deelname van klanten met een laagspanningsaansluiting aan de aFRR-diensten te versnellen, zodat ze kunnen deelnemen aan de ELIA-producten met het oog op de stabilisatie van het elektriciteitssysteem;
Gelet op artikelen 1.37., 3.18. en 4.56. van het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe;
beslist BRUGEL om de onderstaande vier documenten goed te keuren voor een bepaalde duur die beperkt is tot 31 december 2025:
• de modelovereenkomst tussen de DNB en de FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik te maken van de flexibiliteit van de distributienetgebruikers;
• technisch voorschrift C8/01: Network Flexibility Study voor de deelname van de DNG aan de flexibiliteitsdiensten;
• technisch voorschrift C8/06: algemene technische vereisten, measurement system en gateway voor een leveringspunt aFFR dat is aangesloten op het distributienet;
• de Market Guide Flexibility.
XXXXXX vraagt aan SYNERGRID om rekening te houden met de opmerkingen die door de gewestelijke regulatoren zijn geformuleerd en zijn uiteengezet in het bij deze beslissing gevoegde document, om ze op te nemen in een latere wijziging of uiterlijk op 31 december 2025.
* *
*
Opmerkingen van de gewestelijke regulatoren over release 2 van de volgende documenten:
• C8/01 (v12) - Network Flexibility Study voor deelname van de DNG aan de flexibiliteitsdiensten
• C8/06 (v1.0) - Measurement system en gateway voor een aFFR-leveringspunt dat op het distributienet is aangesloten
• Market Guide Flexibility 2.0
• Modelovereenkomst tussen de DNB en de FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik te maken van de flexibiliteit van de distributienetgebruikers (versie van 23 februari 2024)
Commentaires des regulateurs regionaux concernant la release 2 des documents suivants / Gezamenlijke nota met commentaar van de regionale regulatoren betreffende doc release 2 van volgende documenten
• C8-01 (v12) - Network Flexibility Study pour la participation des URD à des Services de flexibilité /
Network Flexibility Study voor de deelname van de DNG’s aan Flexibiliteitsdiensten;
• C8-06 (v1.0) - Système de mesure et gateway pour un point de livraison aFRR raccordé au Réseau de distribution / Algemene technische vereisten - Meetsysteem en Gateway voor een aFRR- dienstleveringspunt aangesloten op het Distributienet;
• Guide du marché flexibilité 2.0 / Marktgids flexibiliteit 2.0;
• Modèle de contrat entre le GRD et le FSP dans le cadre de la livraison de services de flexibilité par l’utilisation de la flexibilité d’utilisateurs du réseau de distribution (version du 23/02/24) / Overeenkomst tussen de DNB en de FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door het gebruik van flexibiliteit bij distributienetgebruikers (versie van 23/02/2024).
Date du document/datum document: 26/04/2024
1. Objet/voorwerp
Via een brief van 23 februari 2024 werden door Synergrid, in naam en voor rekening van de distributienetbeheerders, aangepaste documenten met betrekking tot flexibiliteit ter goedkeuring voorgelegd aan de gewestelijke energieregulatoren. Deze indiening volgt op een publieke consultatie van de belanghebbenden, die liep van 15 december 2023 tot en met 26 januari 2024.
De ter goedkeuring voorgelegde documenten betreffen: 1) het technisch voorschrift C8-01, 2) het technisch voorschrift C8-06, 3) het contract FSP-DNB en 4) de marktgids flexibiliteit.
De voorgelegde documenten werden door de gewestelijke regulatoren besproken op drie overlegmomenten, namelijk op 11 maart 2024, 15 april 2024 en op 26 april 2024. Deze bespreking heeft geleid tot voorliggend document.
De gewestelijke regulatoren vragen aan Synergrid en de distributienetbeheerders om deze opmerkingen in acht te nemen en te verwerken tegen ten laatste 31 december 2025.
2. Commentaires/opmerkingen
2.1. Analyse de la prescription C8-01 (version 12)
2.1.1.N° de révision du document (V12)
Le document porte le numéro de révision du document actuellement en vigueur publié sur le site de Synergrid (or il y a des modifications par rapport au document en vigueur). Ce numéro de révision est aussi antérieur à la version 13 reprise dans la release 0x xxxxxxxxx xxxxxxxxxxxx par les régulateurs.
2.1.2.3. Stap 1: Indienen van een kwalificatieaanvraag
De vereenvoudigde procedure voor laagspanningsklanten via API wordt louter vermeld, zonder grondige duiding/uitleg. Aangezien het gaat om een nieuw concept, vragen de regulatoren om dit verder uit te werken, en dit zowel in het technisch voorschrift C8/01 als in de Marktgids Flexibiliteit, ter bevordering van de transparantie.
2.1.3. Annexe 4 - Les critères de restriction opérationnelle de sécurité sir les réseaux de distribution
Cette annexe décrit les critères que le GRD prend en compte pour fixer les limites opérationnelles pour les installations des URD. Ces limites opérationnelles ne sont pas précisées spécifiquement pour les URD participant aux services de flexibilité. Il y a lieu donc de préciser comment cette annexe sera appliqué et comment l’URD doit l’appliquer.
2.2. Analyse de la prescription C8-06 (version 1.0)
2.2.1.N° de révision du document
Le document porte un numéro de révision antérieur à celui du document actuellement en vigueur publié sur le site de Synergrid (version 2.21 en version anglaise).
Une même version devrait disposer du même numéro de révision dans toutes les langues (synchronisation des versions dans les différentes langues pour faciliter la correspondance des documents).
2.2.2.2.2 Configurations – page 5
Afin d’assurer une meilleure lisibilité, les régulateurs recommandent de
- maintenir le point 3 « Un gateway central transmet les données temps réel de plusieurs SDPs, prises par des appareils de mesure situés dans les locaux de plusieurs utilisateurs du réseau. » en ajoutant que cette option est acceptée jusque fin 2026.
- maintenir le texte « Dans les deux premières configurations »
A défaut, les régulateurs suggèrent à tout le moins de mettre davantage en évidence, par le recours à des sous-rubriques, la possibilité pour le FSP de travailler avec des virtual gateways centralisés durant une période transitoire se clôturant au plus tard le 31 décembre 2026.
2.2.3.3. Vereiste meetsystemen
De regulatoren merken op dat bij het vastleggen van de vereiste nauwkeurigheidsklasse voor de meetsystemen voornamelijk gefocust lijkt te worden op de noden van de netbeheerders en leveranciers/BRP's. De regulatoren wensen er op te wijzen dat de vereiste nauwkeurigheid ook een belangrijke impact heeft op de netgebruiker. Het toelaten van een grote foutenmarge stelt netgebruikers immers bloot aan het risico dat een deel van hun flexibiliteit binnen de grenzen van deze foutenmarge gratis wordt ingezet. Dit aspect wordt momenteel onvoldoende belicht. Tot slot wensen de regulatoren ook te benadrukken dat de kwaliteit en nauwkeurigheid van de metingen eigenlijk onder de bevoegdheid van de federale dienst metrologie valt. Deze aspecten worden daarom niet door de regulatoren beoordeeld.
Aussi, les prescriptions doivent être suffisamment précises surtout quand elles impactent le choix des équipements: par exemple, la fréquence d’échantillonnage n’est pas fixée (seulement la formule qui est donnée);
2.2.4.4.1.2.5.2 GW to CP
[Kleinere opmerking] In de beschrijving van de parameter FWV – Firmwareversion is er sprake van een softwareversie i.p.v. firmwareversie; klopt het dat dit gaat om een erratum?
2.2.5.4.1.4 Service level agreements
Er wordt slechts zeer beknopt melding gemaakt van een controle op vooraf bepaalde KPI's, zonder enige verdere uitwerking. De regulatoren vragen om hier meer transparantie te voorzien. Zo moeten de betreffende KPI's vermeld worden, en dient er ook duidelijkheid verschaft te worden over de gevolgen die gekoppeld worden aan deze controle – wat indien het gevraagde service level niet bereikt wordt?
2.2.6.4.2.1 URL's en config
[Kleinere opmerking] Het lijkt de regulatoren aangewezen om enkele uitspraken over tijdsgebonden ontwikkelingen te herformuleren. Zo wordt er bij voorkeur een jaartal toegevoegd aan de startdatum van de testen met de Pre-Prod-omgeving, en wordt de datum van het ter beschikking stellen van de productieomgeving bij voorkeur geconcretiseerd, in plaats van te spreken over "in de komende weken".
[Kleinere opmerking] Daarnaast dient de DRP waarvan sprake ergens gedefinieerd/gekaderd te worden ("Merk op dat deze URL's & configuraties niet wijzigen in geval van DRP.").
2.3. Analyse du Market Guide Flexibility
2.3.1.Champ d’application et clarté du document
Le GUIDE intègre dans le module STRUCTURE les « Market prequalifications ». Sachant que les
« Market prequalifications » peuvent concerner tous les FRP (Xxxx, GRD et BRP) qui ne relèvent pas tous de la compétence des régulateurs régionaux. Dans quelle mesure les « Market prequalifications » peuvent influencer le structuring ?
- Le scope du Guide du marché doit concerner uniquement l’exécution des processus du marché (GRD-FPR, GRD-FSP/BRP) et non pour déroger aux règles indiquées dans le RT ou dans les prescriptions et contrat GRD/FSP ou apporter de nouvelles obligations qui relèvent du scope de ces documents : par exemple, les conditions d’application de la NFS en BT.
- Le document proposé par SYNERGRID mérite d’être plus clair notamment concernant :
o La qualité de la version FR : figures pas claires et certains passages sont encore en anglais,
o Les modalités d’interactions entre les processus du MIG et le MG Flex ne sont décrites que pour le module structure. Pas d’interactions pour le module settlement ?
2.3.2.Définition moyenne tension (MT)
Remplacer la définition « moyenne tension (MT) : Pour la Wallonie, correspond à la haute tension de 1ère catégorie, comme défini dans le RGIE. » par « moyenne tension (MT) : pour la Wallonie, correspond à une tension dont la valeur efficace nominale est 1 kV < Un =< 36 kV, comme défini dans la norme EN 50 160. »
2.3.3.4.2.3. Net Flex Study (P. 29)
« Remarque pour la basse tension :
• Si une NFS est requise par le contrat FSP-GRD pour un service de flexibilité, la procédure ci- dessus doit être suivie quel que soit le niveau de tension du point de raccordement concerné.
• Pour les connexions basse tension, il n'y aura aucune restriction par défaut (zone verte telle que définie dans C8/01) et le GRD n'effectuera pas de NFS pour chaque demande individuelle.
• Le GRD continuera à surveiller son réseau et réalisera la NFS pour la basse tension si cela s'avère nécessaire pour la sécurité de fonctionnement du réseau20.
• Pour la basse tension, la demande NFS peut être combinée avec la demande du démarrage d'un nouveau service de flexibilité (aucune application NFS distincte n'est requise au préalable). »
Remplacer le terme « application » par « demande ».
Pour la basse tension, le Guide prévoit que par défaut il n’y a pas de restriction, mais que le GRD peut réaliser une NFS lorsque cela s’avère nécessaire pour la sécurité de fonctionnement du réseau. Le cas échéant, la réalisation de la NFS doit être motivée xxx xx xxxx xx xxxxxxx xxxxxxx xxx xx xxxxxx. En outre, le Guide ne doit pas déroger aux dispositions de la prescription C8-0.1. Les régulateurs demandent par conséquent que cette disposition soit intégré dans la C8-0.1.
2.3.4.4.2.4 Identificatie Leveringspunt
Ook hier geldt dezelfde opmerking als hierboven (cf. Bespreking C8/01) wat betreft de procedure via API.
[Kleinere opmerking] De regulatoren suggereren ook om "alle bovenstaande stappen" (vermeld onder “Sturing van het proces (algemene procesafspraken) - Interacties”) die niet van toepassing zijn voor aansluitingspunten ≤ 1kV meer concreet te benoemen en een expliciete verwijzing te voorzien naar de relevante subsecties van de Marktgids. Nu is het immers niet helemaal duidelijk welke stappen in welke volgorde gevolgd moeten worden in dit specifieke geval.
2.3.5.4.3.2 Begin nieuwe dienst – 4. Ontvangst negatief resultaat
[Kleinere opmerking] De regulatoren wensen een foutieve formulering onder de aandacht te brengen die voorkomt in Sectie 4.3.2, 4.3.3 en 10.3 van de Marktgids Flexibiliteit, met name: "[...] dan zal de DNB de FSP op de hoogte brengen [...] door de Flex Data Hub Portal te raadplegen". De regulatoren merken hierbij op dat het de FSP is die het Flex Data Hub Portal raadpleegt, en dat de formulering als volgt moet aangepast worden (zoals ook meermaals terug te vinden is in de Marktgids Flexibiliteit): "De FSP ontvangt van de DNB informatie [...] door het Flex Data Hub Portal te raadplegen.".
2.3.6.4.3.5 Bepalen Nominaal Referentievermogen
[Kleinere opmerking] De regulatoren merken op dat in de Procesomschrijving vermeld wordt dat zowel de FSP als de FRP kunnen vragen om het Referentievermogen te berekenen, terwijl in de Procesbeschrijving en de samenvatting ervan enkel de FRP als de partij die het verzoek indient. De regulatoren vragen dan ook om dit te corrigeren.
[Kleinere opmerking] Daarnaast merken de regulatoren op dat "het gedeclareerd NRP" nergens gedefinieerd wordt, en vragen om dit toe te voegen.
2.3.7.4.4 Interacties met de leveringsmarkt
De regulatoren vragen om de validatie gekoppeld aan de BRP meer in detail te duiden, alsook te verduidelijken onder welke voorwaarden deze validatie faalt.
2.3.8.10. Dispositions spécifiques relatives à la communication sur le réseau de distribution BT en matière de flexibilité (p.73)
« Les produits FCR, aFRR et CRM (enchère Année-1 de la première année de livraison) permettent la participation des URD sur le réseau de distribution basse tension (BT). »
« enchère Année-1 de la première année de livraison » nous semble partiellement erroné et prête à confusion.
En effet, le rapport de consultation précise que l’intention est que les points raccordés au
réseau BT puissent en effet participer à toutes les enchères CRM et au marché secondaire.
2.3.9.10.2 Creëren/wijzigen Delivery Point Group
Bij de beschrijving van het verloop onder de procesbeschrijving is er in stap 3 “Validatie verzoek” sprake van vereisten waaraan het ontvangen verzoek moet voldoen. Ter bevordering van de transparantie zijn de regulatoren van mening dat een limitatieve lijst van deze vereisten dient opgenomen te worden in de Marktgids Flexibiliteit.
2.3.10. 10.3 Toewijzen SDP-Flex
Bij de beschrijving van het verloop onder de procesbeschrijving is er in stap 3 “Validatie verzoek” sprake van vereisten waaraan het ontvangen verzoek moet voldoen. Ter bevordering van de transparantie zijn de regulatoren van mening dat een limitatieve lijst van deze vereisten dient opgenomen te worden in de Marktgids Flexibiliteit.
2.3.11. Rôle de FRP dans la gestion des points d’accès
Le Guide confie la mission de créer le point d’accès (Low Voltage Delivery Point Group) et la gestion des processus y relatif, il y a lieu de rappeler que toute délégation des missions légale du GRD à un FRP doit respecter les règles de délégation. En outre, le modèle actuel est-il applicable si le FRP est un BRP ?
2.4. Analyse du modèle de contrat FSP-GRD
2.4.1.Définitions (Page 3)
• Supprimer la mention suivante : « Les termes « Demandeur de flexibilité (FRP) », « Participant à la flexibilité » et « Prestataire de services de flexibilité (FSP) » sont tels que définis dans le décret flamand sur l'énergie1. » et la note de bas de page. En effet, le texte concerne les 3 régions.
Il y a lieu de renvoyer en bas de page aux RT régionaux pour la définition de FSP: Le FSP peut aussi être un agrégateur (deux concepts légèrement différents mais qui co- existent à Bruxelles).
• Définitions (Page 3) : le lien en note de bas de page ne fonctionne pas xxxxx://xxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxxxxx/0000000.xxxx
De plus, le renvoi vers le décret flamand ne devrait pas se trouver dans ce document qui est destiné aux 3 régions, ou alors un renvoi vers les autres décrets/ordonnance doit être prévu également.
• Participant à la flexibilité : éviter de définir un terme qui n’est pas utilisé dans le
document. Ce terme n’est plus utilisé par la suite dans le document.
• Le RT bruxellois appelle désormais ce contrat « Contrat d’accès à la flexibilité » , il faut donc préciser en bas de page que ce contrat correspond au contrat d’accès à la flexibilité en RBC.
2.4.2.Limitation des SDP sur le point d’accès
Le contrat limite à un seul SDP-Flex par produit/FSP pour les points d’accès ≤ 1kV, d’autant plus que pour le CRM, le SDP-F ne peut être placé qu'en tête de l'installation. Le RT bruxellois autorise plusieurs SDP et plusieurs FSP sur un même point. S’il faut une limitation, elle doit être temporaire et motivée.
2.4.3.Obligation dans le chef du FSP de signer un contrat d’équilibre avec un BRP:
Le contrat n’exige pas au FSP de signer un contrat d’équilibre avec un BRP. Conformément à l’article 5 du règlement (UE) 2019/943, tous les acteurs du marché sont responsables des déséquilibres qu’ils provoquent et doivent assurer ou déléguer contractuellement cette responsabilité à un responsable d’équilibre de leur choix1. Pour des raisons de transparence, il serait opportun que le contrat évoque cette obligation de responsabilité en matière d’équilibrage.
2.4.4.Annexe 1
Pour le produit aFRR/CRM, l’annexe 1 dispose que l’exigence du SMR3 dépend finalement de la capacité du GRD à rendre disponible ce type de compte ou selon la législation régionale. Nous comprenons donc qu’il ne s’agit pas d’une exigence du FRP. Le document doit donc le préciser. Pour le produit CRM, cette expression n’est pas claire « Lors de la préqualification, par dérogation à l’article 4.1.b, au minimum une offre du GRD doit exister pour le point de raccordement…»
1 L’ordonnance électricité bruxelloise transpose cette obligation à l’article 26septies
2.5. Analyse des réponses à la consultation publique
2.5.1.Reactions & response_publ.pdf ( Page 7 – Thermovault)
Il semble y avoir une contradiction dans la réponse formulée par Synergrid à Xxxxxxxxxxx et la C8/06 :
« There exists a regional constraint in Wallonia for the DSO to collect the data from private devices. As far as the system operators are concerned, the Central gateway as a permanent solution is the ambition, however to implement this the roles and responsibilities of each party need to be clarified. To respond to the questions of the FSPs an extension central gateway to 2026 has been proposed. »
La CWaPE s’interroge sur les contraintes régionales pesant spécifiquement en Wallonie pour justifier une collecte des données au niveau des appareils privés. Si l’origine de la contrainte était à trouver dans l’article 35sexies du décret électricité wallon, la CWaPE rappelle l’interprétation qu’elle a déjà formulée auprès de plusieurs GRD wallons selon laquelle le gestionnaire de réseau peut sous-traiter l’activité de collecte des données à un tiers, conformément à l’article 16§7du décret, sous son entière responsabilité, de manière non discriminatoire et dans le respect du droit des URD, en particulier ceux encadrés par l’article 35quinquies.
Enfin, les régulateurs s’étonnent d’observer que, contrairement à ce qui est repris dans la X0/00, xx xxxxxxx xxxxxxx serait envisagé par Synergrid comme une solution à long terme. Les régulateurs demandent à Synergrid de vérifier s’il s’agit d’une erreur et d’effectuer les corrections nécessaires dans les documents pour lever les contradictions, et ainsi éviter tout risque de confusion.
2.5.2.Reactions & response_publ.pdf (Pagina 11 – FEBEG)
De regulatoren merken op dat Synergrid louter akte neemt van de bezorgdheid van FEBEG met betrekking tot GDPR. De regulatoren wensen te beklemtonen dat de regelgeving inzake gegevensbescherming van openbare orde is en hier niet van afgeweken kan worden (o.m. de Algemene Verordening Gegevensbescherming). Ter garantie van de conformiteit met de regelgeving en omwille van de transparantie, vragen de regulatoren aan Synergrid om deze bezorgdheid grondig en duidelijk te weerleggen.
2.5.3.Rapport de la consultation relative aux documents flexibilité (CRM LV delivery point group (Page 6))
Aux remarques des stakeholders relatives aux obstacles, dans le cadre du CRM LV, liés à la constitution d’un delivery point group par GRD, Synergrid motive l’existence des règles en cours en rappelant que, de par la loi, le GRD est responsable de la collecte et du traitement des données nécessaires au sein de sa propre zone géographique.
Les régulateurs peinent à suivre la motivation formulée par Synergrid et rappellent que le GRD peut toujours sous-traiter l’activité en question, en respectant les règles de délégation applicables et dans les conditions précisées dans le point précédent (i.e. Reactions & response_publ.pdf - Page 7 – Thermovault).
Les régulateurs demandent qu’un effort soit réalisé pour lever dès que possible un tel obstacle et permettre un accès non discriminatoire à la flexibilité (actuellement, les URD se trouvant chez un petit GRD n’ont pas l’accès aux mêmes produits que ceux chez un grand GRD) et se tiennent à la disposition des GRD pour contribuer à cette réflexion et définir un délai raisonnable pour solutionner ce point.
2.5.4.Reactions & response_regulators.pdf - Operationele vragen uit een als vertrouwelijk aangemerkte consultatiereactie
De regulatoren wensen te benadrukken dat operationele vragen van marktpartijen – zelfs in een als vertrouwelijk aangemerkte consultatiereactie – een belangrijk inzicht geven in de resterende onduidelijkheden van de voorliggende documenten. De regulatoren willen Synergrid dan ook aansporen om deze input te gebruiken om de documenten verder te verbeteren en verduidelijken. Bovendien menen de regulatoren dat de ondertekening van het contract FSP-DNB niet als voorwaarde mag gesteld worden door Synergrid voor het verkrijgen van gevraagde informatie, gelet op de precontractuele informatieverplichtingen.
Overeenkomst
tussen
de DNB en de FSP
in het kader van
de levering van flexibiliteitsdiensten door het gebruik van flexibiliteit bij distributienetgebruikers
v15 – 08/05/2024
Tussen: Naam FSP
Maatschappelijke zetel: XXXXXXX Ondernemingsnummer: XXXXXXXXX BTW-nummer: XXXXXXXXX Vertegenwoordigd door XXXXXXXXXX hierna “de FSP” genoemd
Enerzijds
En Naam DNB of Werkmaatschappij Maatschappelijke zetel: XXX Ondernemingsnummer XXX
BTW-nummer.: XXXX
Vertegenwoordigd door XXX en XXX, gevolmachtigden
en handelend in naam en voor rekening van de volgende distributienetbeheerders: Naam DNB, Naam DNB, … Invoeging lijst (+ EAN/GLN-codes)
hierna “de DNB” genoemd,
Anderzijds
en beiden hierna eveneens, zonder onderscheid, afzonderlijk “Partij” of samen “Partijen” genaamd,
Xxxxxxxxxxx
0) dat een groeiend aantal netgebruikers hun flexibiliteit wensen te valoriseren in de elektriciteitsmarkten;
2) dat de DNB, als marktfacilitator en databeheerder, de ontwikkeling van de flexibiliteit van netgebruikers aangesloten op zijn net wil bevorderen;
3) dat een nieuwe marktrol is ontstaan, namelijk die van Dienstverlener van flexibiliteit (FSP), met als doel de valorisatie van flexibiliteit van netgebruikers te faciliteren voor de Aanvragers van flexibiliteit;
4) dat de simultane activatie van flexibiliteit bij meerdere DNG’s in bepaalde gevallen de operationele veiligheid van het distributienet in gevaar kan brengen;
5) dat, in het licht van de voorgaande elementen, een FSP-DNB-overeenkomst noodzakelijk blijkt om onder andere volgende zaken vast te leggen:
• de voorwaarden, waaronder de eventuele procedure voor kwalificatie, voor deelname van Dienstverleningspunten voor flexibiliteit (SDP-F) aan de verschillende Flexibiliteitsdiensten;
• de informatie die de FSP ter beschikking moet stellen van de DNB om hem toe te laten de impact van de flexibiliteit op zijn net te analyseren en de flexibele volumes te berekenen;
• de respectieve rollen van Partijen met betrekking tot de activering van de flexibiliteit, het beheer van meetgegevens en de berekening van de flexibele volumes;
• de wijze waarop de DNB de meetgegevens en/of andere data aan de FSP kan overmaken;
• de respectieve aansprakelijkheden van de Partijen.
6) Dat er een marktgids flexibiliteit bestaat die de interacties en de processen beschrijft tussen de FSP en de DNB waarin onder meer de praktische modaliteiten om de lijst met punten die de FSP kan activeren, samen te stellen en te wijzigen beschreven zijn;
7) dat de verschillende elementen, vermeld onder 5), het onderwerp zijn van de onderhavige overeenkomst, voor zoverre ze niet zijn beschreven in de marktgids flexibiliteit, voor de Flexibiliteitsdiensten opgenomen in de dienstencatalogus in bijlage;
8) dat deze lijst met Flexibiliteitsdiensten in de toekomst regelmatig kan evolueren, onder de vorm van bijlagen aan de onderhavige overeenkomst;
9) dat de onderhavige overeenkomst via Synergrid aan de Belgische gewestelijke regulatoren voor energie werd voorgelegd; dat deze laatsten ze hebben goedgekeurd op 21 augustus 2020 door de CWaPE, op 1 september 2020 door de VREG en op 2 september door Xxxxxx;
wordt overeengekomen hetgeen volgt:
Artikel 1 Voorwerp van de overeenkomst - Definities
1.1. Voorwerp van de overeenkomst
Onderhavige overeenkomst beschrijft de bijzondere wederzijdse rechten en plichten van de DNB en de FSP met betrekking tot het gebruik door de FSP van flexibiliteit van distributienetgebruikers aangesloten op het distributienet beheerd door de DNB in het kader van een of meerdere Flexibiliteitsdiensten zoals bepaald in de dienstencatalogus in Bijlage 1.
De Partijen erkennen dat de onderhavige overeenkomst, die werd goedgekeurd door de bevoegde gewestelijke regulator, volledig wordt onderworpen aan het toepasselijke TRDE, alsook al zijn eventuele toekomstige wijzigingen.
Het contract afgesloten tussen de FSP en de DNG mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de bepalingen in onderhavige overeenkomst. In geval van incompatibiliteit kan de DNB de FSP vragen om het contract DNG-FSP te regulariseren ten aanzien van de onderhavige overeenkomst. Bij gebrek aan een regularisatie binnen een redelijke termijn behoudt de DNB zich het recht voor om de onderhavige overeenkomst op te schorten volgens de modaliteiten voorzien in artikel 11.
Onderhavige overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten en plichten van de DNB in het kader van de MIG (Message Implementation Guide), de allocatie, de reconciliatie en settlement-processen van de marktwerking, met inbegrip van de taken van de DNB voor het ter beschikking stellen van de gevalideerde meetgegevens aan de partijen die in de reglementering voorzien zijn.
1.2. Definities
In het kader van de huidige overeenkomst, zijn de volgende definities van toepassing:
(1) Een Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (SDP-F) is een element, verbonden aan een aansluitingspunt, dat kan gebruikt wordt in het kader van één of meerdere Flexibiliteitsdiensten. Het wordt geïdentificeerd door het meetpunt dat gebruikt wordt voor de controle en/of de berekening van de beschikbaarheid en/of activatie van flexibiliteit in het kader van de Flexibiliteitsdiensten bedoeld in de onderhavige overeenkomst.
(2) Flexibiliteitsdienst: de lijst met Flexibiliteitsdiensten, waarvoor de onderhavige overeenkomst geldig is, is opgenomen in de dienstencatalogus (Bijlage 1).
(3) Aanvrager van flexibiliteit (FRP): marktspeler die een overeenkomst heeft gesloten met een of meerdere Dienstverleners van flexibiliteit met het oog op de levering van een Flexibiliteitsdienst.
(4) Deelnemer aan flexibiliteit: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die flexibiliteit aanbiedt aan de dienstverlener van flexibiliteit of in het kader van gereserveerde of niet-gereserveerde technische flexibiliteit aan de aanvrager van flexibiliteit;
(5) Dienstverlener van flexibiliteit (FSP): marktspeler die een of meer Flexibiliteitsdiensten via een of meerdere Dienstverleningspunten voor flexibiliteit levert. De FSP, Partij in de onderhavige overeenkomst, is een Dienstverlener van flexibiliteit.
De begrippen “Aanvrager van flexibiliteit (FRP)”, “Deelnemer aan flexibiliteit” en “Dienstverlener van flexibiliteit (FSP)” zijn deze zoals gedefinieerd in het Vlaams Energiedecreet1.
(6) Pool: geheel van de Dienstverleningspunten voor flexibiliteit die de FSP mag activeren in het kader van de Flexibiliteitsdiensten. Voor elk Dienstverleningspunt van flexibiliteit dat deel uitmaakt van de Pool, bevat deze alle administratieve en technische informatie met het oog op een correcte uitvoering van de onderhavige overeenkomst (o.a. EAN, adres, plaats van het meetpunt, betrokken Flexibiliteitsdiensten, beperkingen, de flexibiliteitsmiddelen, meet- en telmodaliteiten, …).
1 Het Vlaams Energiedecreet kan online geraadpleegd worden via: xxxxx://xxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxxxxxx/0000000.xxxx
1.3. Afkortingen
In het kader van de huidige overeenkomst, zijn de volgende afkortingen van toepassing:
(1) DNG: Distributienetgebruiker;
(2) FRP: Aanvrager van flexibiliteit (Flexibility Requesting Party)
(3) FSP: Dienstverlener van flexibiliteit (Flexibility Service Provider)
(4) SDP–F: Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (Service Delivery Point of Flexibility)
(5) TRDE: Technisch Reglement voor Distributie van Elektriciteit
Artikel 2 Lijst van de bijlagen
Alle bijlagen van deze overeenkomst maken integraal deel uit van de onderhavige overeenkomst.
Dienstencatalogus | Bijlage 1 |
Contactpersonen | Bijlage 2 |
Artikel 3 Vergunning voor de levering van Flexibiliteitsdiensten
Voor zover de van toepassing zijnde gewestelijke wetgeving het oplegt, moet de FSP beschikken over een vergunning voor de levering van Flexibiliteitsdiensten en dit minimaal voor de geldigheidsduur van onderhavige overeenkomst.
In voorkomend geval, door het ondertekenen van onderhavige overeenkomst, bevestigt de FSP te beschikken over een geldige vergunning.
De FSP verbindt zich ertoe om de DNB zonder verwijl te informeren indien hij niet meer over dergelijke vergunning beschikt.
Naast de ondertekening van het FSP-DNB dient de FSP kennis te nemen van volgende informatie:
Het marktoverleg en de documenten gepubliceerd door de Synergrid PDG flexibiliteit, zoals de Marktgids flexibiliteit | |
De technische voorschriften van Synergrid met betrekking tot flexibiliteit | |
• C8/01 | |
• C8/02 | |
• C8/06 | |
• C8/07 | |
• Het machtigingsformulier voor de FSP |
De FSP dient daarnaast volgende toegangen aan te vragen:
Flexhub | |
Flexdatahub portaal | |
Real-Time Communication Platform | |
Opleidingsmateriaal voor FSP’s |
Artikel 4
Voorwaarden voor deelname van Dienstverleningspunten voor
flexibiliteit
4.1. Voorwaarden van toepassing op alle Flexibiliteitsdiensten
Elk Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (SDP–F) moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) Het toegangspunt dat gelinkt is met het SDP-F moet gedekt zijn door een geldig toegangscontract tussen de toegangshouder (DNG of leverancier van de DNG) en de DNB.
b) Indien het aansluitingspunt gelinkt aan het SDP-F verbonden is met het distributienet op een spanning groter dan 1kV, moet dit gedekt zijn door een geldig aansluitingscontract, gesloten met de DNB.
c) De installaties van de DNG zijn conform de geldende technische reglementering (TRDE, Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties).
d) Een SDP–F kan slechts opgenomen worden in de Pool van één enkele Dienstverlener van flexibiliteit, voor de Flexibiliteitsdiensten opgenomen in Bijlage 1.
e) Indien de FSP beschikt over meerdere SDP-F’s gelinkt aan eenzelfde aansluitingspunt, moeten al deze SDP-F’s zich bevinden op het hoofd van de installatie of op afzonderlijke elektrische circuits. Het is niet toegelaten om een SDP-F te hebben op het hoofd van de installatie en een andere SDP-F op een specifiek circuit van deze installatie, tenzij eventueel anders vermeld in de combinatieregels van de betrokken FRP’s.
f) Als meerdere FSP’s aanwezig zijn op een elektrische installatie gelinkt aan eenzelfde aansluitingspunt, moeten de SDP-F’s van elk van deze FSP’s zich in afzonderlijke elektrische circuits bevinden. Geen enkele SDP-F mag zich aan het hoofd van de installatie bevinden.
g) Een aparte identificatie van het SDP-F is niet nodig als het gekoppeld is aan de hoofdmeter van het aansluitingspunt.
h) Voor punten aangesloten met spanning ≤ 1 kV komt de gebruikte identificatie altijd overeen met de identificatie van het leveringspunt gekoppeld aan de hoofdmeter van het aansluitingspunt. Bijgevolg kan voor deze aansluitingspunten slechts 1 SDP-Flex worden geregistreerd per product/FSP en dit op hoofdpuntniveau.
4.2. Specifieke voorwaarden voor elke Flexibiliteitsdienst
Om te kunnen deelnemen aan een bepaalde Flexibiliteitsdienst moet het SDP-F voldoen aan de specifieke voorwaarden voor die Flexibiliteitsdienst. Deze voorwaarden zijn aangegeven in de dienstencatalogus (Bijlage 1, kolom D).
Indien een wijziging op de leveringsmarkt impact heeft op het SDP-F (zie MG Flex), dan zal de DNB het SDP-F overeenkomstig aanpassen.
Artikel 5 Procedure voor kwalificatie
5.1. Algemeen
Conform de regionale regelgeving2 kan de DNB in bepaalde gevallen een procedure toepassen voor de kwalificatie van een SDP-F. De vastgelegde procedures zijn beschreven in dit artikel. Bijlage 1
2 Voor Vlaanderen is dit art. 2.3.21 §1 van het TRDE
beschrijft op welke flexibiliteitsproducten ze van toepassing zijn, en wat de regelgevende basis is voor de opgelegde prekwalificatieplicht.
De FSP erkent uitdrukkelijk het feit dat om een SDP–F in de Pool op te nemen, de verplichting bestaat minstens effectief een flexibiliteitsovereenkomst met de betrokken DNG onderschreven te hebben die verenigbaar is met het aansluitingscontract en met de kwalificatie van het aansluitingspunt afgeleverd door de DNB.
Dit artikel is een tijdelijke bepaling, die vervalt op de dag dat er hieromtrent hogere regelgeving in werking treedt.
Bovendien, indien de FSP eenzelfde SDP–F wenst te gebruiken voor meerdere Flexibiliteitsdiensten, komt het hem toe zich ervan te vergewissen dat de Algemene voorwaarden voor Flexibiliteitsdiensten (zie Bijlage 1, kolom C) een dergelijke combinatie toelaten. De DNB voert deze controle niet uit.
5.2. Samenstelling van de Pool en wijziging ervan op vraag van de FSP
Bij het ondertekenen van de overeenkomst bevat de Pool initieel geen enkel SDP–F. Het samenstellen van de Pool voor de eerste maal gebeurt door één of meerdere SDP–F toe te voegen.
Alvorens een SDP-F in de Pool toe te voegen:
• Tenzij anders vermeld in de dienstencatalogus of anders bepaald in de regionale regelgeving moet het aansluitingspunt, gelinkt aan dit SDP-F geprekwalificeerd worden volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid
• Moet de FSP aan de DNB vragen om een identificatie (EAN) toe te kennen. Indien het SDP-F gekoppeld is met de hoofdmeter van de aansluiting is dit niet nodig (zie ook artikel 4.1 punt g).
• Moet de nodige communicatie opgezet worden voor de uitwisseling van de meetgegevens, tenzij de DNB niet betrokken is bij de meting en het ter beschikking stellen van de meetgegevens. De dienstencatalogus in bijlage 1 geeft per flexibiliteitsdienst meer informatie hierover.
•
Wanneer een FSP de eigenschappen van een SDP-F in zijn pool wil wijzigen dan registreert hij deze wijzigingen bij de DNB.. Indien niet aan de voorwaarden beschreven in de marktgids flexibiliteit is voldaan kan de DNB de aanvraag weigeren.
Wanneer een FSP de deelname van een DNG (SDP-F) in zijn pool aan een flex product wil stopzetten dan registreert hij deze wijziging bij de DNB.
5.3. De procedure en timing voor elk van bovenstaande stappen is uitvoerig beschreven in de marktgids flexibiliteit.Wijziging van de Pool op aanvraag of op initiatief van de DNB
5.3.1 Onmiddellijke verwijdering van een SDP-F uit een Pool
De DNB mag het (de) SDP–F(‘s) verbonden aan een aansluiting onmiddellijk en tijdelijk verwijderen uit de Pool indien niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden 4.1.a), 4.1.b), 4.1.c) opgenomen in artikel 4.
De DNB zal de FSP van de onmiddellijke verwijdering van het (de) SDP–F(‘s) uit de Pool informeren volgens de procedure beschreven in de marktgids flexibiliteit en hij zal zijn beslissing motiveren. De FSP kan opnieuw het (de) verwijderde SDP–F(‘s) toevoegen van zodra opnieuw voldaan is aan alle voorwaarden opgenomen in artikel 4.
5.3.2 Andere verwijdering van een SDP-F uit een Pool
Indien de DNB een vermoeden heeft dat het (de) SDP-F(‘s) verbonden aan een aansluiting niet meer voldoen aan de voorwaarden uit artikel 4.1.d) tot 4.1.f) of uit artikel 4.2, dan brengt hij de FSP op de
hoogte van dit vermoeden. De FSP kan hierop reageren en wederwoord bezorgen. Indien dit niet tijdig gebeurt volgens de timing vastgelegd in de marktgids flexibiliteit of indien het wederwoord van de FSP niet voldoende is voor de DNB om het vermoeden te weerleggen, dan mag de DNB het (de) SDP–F(‘s) verbonden aan een aansluiting tijdelijk verwijderen uit de Pool indien niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 4.1.d) tot 4.1.f) of uit artikel 4.2.
De DNB zal de FSP van de verwijdering van het (de) SDP–F(‘s) uit de Pool informeren volgens de procedure beschreven in de marktgids flexibiliteit en hij zal zijn beslissing opnieuw motiveren. De FSP kan opnieuw het (de) verwijderde SDP–F(‘s) toevoegen van zodra opnieuw voldaan is aan alle voorwaarden opgenomen in artikel 4.
De DNB kan verder een SDP-F uit de Pool van de FSP verwijderen als een andere Dienstverlener van flexibiliteit een aanvraag voor toevoeging van dit SDP-F indient voor toevoeging ervan aan zijn eigen Pool. In deze context behoudt de DNB zich het recht voor om aan de FSP een exclusiviteitsattest van de DNG voor het betrokken SDP–F te vragen.
5.3.3 Beperkingen op vraag van de DNB
De DNB kan, volgens het geldende wettelijk kader, de levering van flexibiliteit via één of meerdere SDP–F’s tijdelijk beperken als de levering de operationele veiligheid van zijn elektriciteitsdistributienet in het gedrang kan brengen.
De aanpak hiervoor wordt beschreven in de marktgids flexibiliteit en omvat de volgende stappen:
• De DNB stelt vast dat de operationele veiligheid van het elektriciteitsnet in gedrang kan komen door de levering van flexibiliteit door een of meerdere SDP-F’s
• De DNB deelt de FSP mee dat het SDP-F de veiligheid van het net in gevaar brengt en dat de levering van flexibiliteit onmiddellijk zal beëindigd worden tot de operationele veiligheid opnieuw kan gegarandeerd worden
• De DNB zet de deelname van het SDP-F aan de dienst tijdelijk stop
• De FSP ontvangt een bevestiging dat de flexibiliteitsdienst op het SDP-F tijdelijk werd stopgezet
Volgens het geldende wettelijk kader past de DNB de technische criteria toe waaraan voldaan moet zijn opdat sprake kan zijn van het in het gedrang komen van de operationele veiligheid van het elektriciteitsdistributienet. Deze technische criteria staan vermeld in Bijlage 4 van het technisch voorschrift C8/01.
De DNB zal de FSP van deze beperking informeren volgens de procedure beschreven in de marktgids flexibiliteit en hij zal zijn beslissing motiveren.
5.3.4 Betwisting
In geval de FSP niet akkoord gaat met één van de bovenvermelde beslissingen van de DNB kan hij de DNB vragen om zijn beslissingen opnieuw te evalueren. Deze her-evaluatie wordt gemotiveerd en tijdig ter kennis gebracht van de FSP. De FSP of de DNG heeft bovendien steeds de mogelijkheid om de beslissingen van de DNB aan te vechten bij de daarvoor bevoegde gewestelijke ombuds- of geschillendiensten.
5.4 Aanvraag berekening
Tijdens de kwalificatie voor een flexibiliteitsproduct, kan de FSP – of de FRP in naam van de FSP – de uitvoering van aan de DNB toegewezen berekeningen (zoals het referentievermogen) aanvragen. De FSP kan dit proces opstarten zoals beschreven in de marktgids flexibiliteit.
Artikel 6 Activering van de flexibiliteit
De FSP verbindt zich ertoe enkel de flexibiliteit te activeren bij de SDP–F’s die deel uitmaken van de Pool, en de beperkingen en limieten die daarin worden vermeld te respecteren. Het gevraagd flexibel vermogen mag in geen geval het geprekwalificeerd vermogen overschrijden. De FSP verbindt zich er ook toe enkel de flexibiliteitsmiddelen te gebruiken die zijn opgenomen in de Pool.
De DNB is op geen enkele wijze betrokken in de communicatie tussen FSP en DNG om de flexibiliteit te activeren.
Bij elke activering van de flexibiliteit in het kader van onderhavige overeenkomst en voor zover vereist volgens de dienstencatalogus (Bijlage 1, kolom E) , verbindt de FSP zich ertoe om dit te melden aan de DNB volgens de modaliteiten beschreven in de marktgids flexibiliteit. Daarenboven zullen de FSP en de DNB samenwerken om de tijd die nodig is voor het verstrekken van deze informatie te verminderen.
Artikel 7 Meting, berekening en communicatie van de flexibiliteitsvolumes
Dit artikel is van toepassing op alle Flexibiliteitsdiensten, behalve als de DNB niet betrokken is bij de meting, de berekening en de communicatie aan de FRP van de flexibiliteitsgegevens. Desgevallend wordt dit verduidelijkt in de dienstencatalogus (Bijlage 1, kolom E).
Vooraleer een SDP-F gebruikt kan worden in de markt moet de communicatie met de DNB opgezet en getest worden. Dit maakt deel uit van de activiteiten in het kader van onboarding van nieuwe SDP-F zoals beschreven in artikel 5.
De DNB is verantwoordelijk voor de berekening van de flexibiliteitsvolumes (beschikbaar en/of geactiveerd) van elk SDP–F aangesloten op zijn net en hun communicatie aan de FRP (onder al of niet geaggregeerde vorm, volgens de van toepassing zijnde marktprocessen). De tel- en/of meetgegevens die hiervoor gebruikt worden komen van een of meer tel- en/of meetinstrumenten zoals vermeld in de Pool voor elk SDP-F afzonderlijk. In het geval van het gebruik van een privé tel- of meetinstrument of de communicatie van deze gegevens aan de DNB, zal de FSP waken over de goede werking ervan.
Indien voor de berekening van de flexibiliteitsvolumes andere informatie nodig is dan de meetgegevens dan worden deze per SDP-F en per Flexibiliteitsdienst mee opgenomen in de Pool. De FSP is verantwoordelijk voor hun juistheid en het (direct of indirect) ter beschikking stellen ervan.
De FSP kan beschikken over de meetgegevens met betrekking tot de SDP-F’s van de Pool die nodig zijn voor de uitvoering van zijn activiteiten. Daartoe moet hij vooraf het bewijs leveren aan de DNB dat de betrokken DNG toestemming verleent om deze gegevens over te maken aan de FSP. Dit bewijs zal geleverd worden onder de vorm van een officieel mandaat van de DNG volgens een model dat vastgelegd is door de DNB.
Indien de FSP wenst te beschikken over andere dan de wettelijk bepaalde gegevens met betrekking tot de SDP–F van de Pool, sluiten de FSP en de DNB hiervoor een afzonderlijk datatoegangscontract af. Deze gegevens worden gecommuniceerd per e-mail of elke andere manier van communicatie overeengekomen tussen de DNB en de FSP.
In geval de SDP-F zich bij een DNG van een gesloten distributienet, aangesloten op het distributienet, bevindt, wordt de uitvoering van onderhavig artikel overeengekomen tussen de DNB en de beheerder van het betrokken gesloten distributienet in overeenstemming met het geldende reglementair kader.
Artikel 8 Aansprakelijkheid
De Partijen zullen gedurende de looptijd van de onderhavige overeenkomst de nodige en redelijke maatregelen nemen om eventuele schade van de ene Partij aan de andere te voorkomen en, in voorkomend geval, te beperken.
Behoudens schade die het gevolg is van bedrog of opzet door een Partij, waarvoor die Partij steeds volledig aansprakelijk is, zijn de Partijen ten opzichte van elkaar enkel aansprakelijk voor elke rechtstreekse materiële of lichamelijke schade, ten gevolge van elke actie die de schadeveroorzakende Partij heeft ondernomen, gevraagd of nagelaten heeft te ondernemen en die aan de oorzaak ligt van de betreffende schade alsook ten gevolge van elke inbreuk op de bepalingen van de onderhavige overeenkomst.
Deze aansprakelijkheid, zowel van de FSP als van de DNB, kan nooit leiden tot een hogere vergoeding dan de integrale vergoeding van de werkelijk geleden schade. Behoudens schade die het gevolg is van bedrog of opzet, is de aansprakelijkheid voor alle FSP’s samen beperkt tot 1.000.000 euro per incident en tot 2.500.000 euro per jaar voor het geheel van incidenten. Dit maximumbedrag geldt niet voor schade aan personen. In voorkomend geval zullen de vorderingen van al diegenen die schade geleden hebben en die in hun geheel of hoofdzakelijk gesteund zijn op eenzelfde vastgestelde of vermoede oorzaak, naar evenredigheid worden voldaan.
Partijen zullen elkaar tevens vrijwaren voor claims van derden, met betrekking tot de schade die de betrokken Partij veroorzaakt heeft aan die derde, in het kader van de uitvoering van onderhavige overeenkomst.
Onverminderd het specifiek schadevergoedingsregime dat geldig is op gewestelijk niveau, kan de FSP geen aanspraak maken op een schadevergoeding van of vrijwaring door de DNB:
• In geval van een gemotiveerde weigering om een SDP-F toe te voegen in de Pool van de FSP of bij wijziging van een Pool op aanvraag van de DNB volgens de procedure beschreven in artikel 5;
• In geval de DNG een onderbreking ondervindt ten gevolge van een overschrijding van zijn aansluitingsvermogen.
• Indien een geplande onderbreking die werd gecommuniceerd aan de DNG binnen de wettelijke termijnen, de activering van de flexibiliteit bij deze DNG verhindert.
• Indien een ongeplande onderbreking de activering van de flexibiliteit bij een DNG verhindert.
• Indien een situatie van overmacht of een noodsituatie – zoals gedefinieerd in het TRDE en met inbegrip van de activering door de TNB van het afschakelplan bij energieschaarste – de activering van de flexibiliteit bij een DNG verhindert.
• Indien de DNB een SDP-F uit de Pool van de FSP verwijdert bij een van de aanleidingen beschreven in artikel 5.3.
• Indien de activatie van flexibiliteit op het betrokken SDP-F niet mogelijk is omdat de flexibele toepassing op dit punt systematisch slechts gedurende een deel van de tijd onder spanning staat, doordat:
• deze toepassing is aangesloten op het uitsluitend-nacht-circuit van de netgebruiker;
• er een schakellogica wordt toegepast die de voeding naar de flexibele toepassing onderbreekt gedurende bepaalde tijdsblokken of tariefperiodes.
• In geval van een gemotiveerde opschorting van onderhavige overeenkomst voor schending door de FSP, op voorwaarde dat de procedure als beschreven in artikel 11 gevolgd werd.
• Ten gevolge van enige vergoeding of boete in hoofde van de FSP die het gevolg is van het niet nakomen van de contractuele of reglementaire verplichtingen van de FSP ten opzichte van de FRP anders dan de eventuele vergoeding voor de beperking van flexibiliteit die in het wettelijk kader wordt vastgelegd.
De Partijen vrijwaren elkaar voor elke claim met betrekking tot de inbreuk op de confidentialiteit van de gegevens of op de privacy van de betrokken DNG’s, tenzij de inbreuk op de confidentialiteit van die gegevens het gevolg is van een inbreuk door één van de Partijen op de bepalingen van artikel 9 van deze overeenkomst.
Artikel 9 Confidentialiteit en bescherming van persoonsgegevens
De bepalingen uit het TRDE met betrekking tot vertrouwelijkheid, evenals de vigerende reglementering inzake privacy, zijn van toepassing op alle gegevens en informatie uitgewisseld tussen de Partijen in het kader van onderhavige overeenkomst.
Bij uitbreiding, en in afwachting van een eventuele specifieke reglementering voor de flexibiliteitsmarkt, worden de vertrouwelijkheidsregels met betrekking tot de meetgegevens, die van toepassing zijn op de meters gebruikt in het kader van de werking van de energiemarkt, eveneens toegepast op de meetgegevens van privémeters die worden gebruikt in het kader van onderhavige overeenkomst.
De informatie die door de FSP wordt uitgewisseld met de DNB in het kader van deze overeenkomst, of die reeds in het bezit is van de DNB, dient beschouwd te worden als confidentiële informatie, met uitzondering van de informatie die reeds publiek bekend is. Als uitzondering op deze bepaling mag de DNB de betrokken informatie doorgeven aan de bevoegde overheden of aan elke andere instantie die kan aantonen dat zij nood heeft aan deze gegevens of dat zij het recht heeft om over deze gegevens te beschikken.
In elk geval blijven de DNG’s eigenaar van hun meetgegevens. De DNB maakt slechts gegevens over aan de FSP van een individuele DNG indien de FSP over een bewijs beschikt dat de DNG dit aanvaardt.
Vooraleer over te gaan tot enige verwerking van persoonsgegevens tussen de Partijen, zullen zij overleg voeren over de toepasselijkheid, de gevolgen en de implementatie van de daarop van toepassing zijnde wetgeving en reglementering en in het bijzonder de Europese “Algemene Verordening Gegevensbescherming” – (EU) 2016/679 en de mogelijkheid tot verwerking. In geen geval zullen persoonsgegevens verwerkt worden zonder dat de Partijen hierover voorafgaandelijk een overeenkomst hebben afgesloten waarin, onder meer maar niet hiertoe beperkt, voorwaarden en maatregelen zullen opgenomen worden voor deze verwerking en de bescherming van de betrokken gegevens, rekening houdende met de respectievelijke rol(len) van iedere Partij.
Artikel 10 Rechten en plichten verbonden aan de overeenkomst kwaliteitseisen van de communicatie
De verantwoordelijke DNB en de FSP’s communiceren, voor de uitwisseling van berichten voor de betrokken flexibiliteitsdiensten, overeenkomstig bijlage 4 van de laatste versie van de Marktgids flexibiliteit die gepubliceerd is door Synergrid en - indien vereist - goedgekeurd door de bevoegde regionale regulator. Elke Partij verbindt zich ertoe de nodige investeringen te doen om aan de daarin beschreven vereiste inzake gegevenskwaliteit te voldoen. Op eenvoudig verzoek van de DNB zullen de FSP's deelnemen aan tests die worden opgezet om de correcte uitwisseling van berichten, zoals beschreven in de Marktgids flexibiliteit, te verifiëren. Elke FSP verbindt zich er daarenboven toe de nodige informatie te verstrekken aan de betrokken DNB's om de correcte werking van de berichtenuitwisseling, beschreven in de Marktgids flexibiliteit, mogelijk te maken en te handhaven.
De DNB controleert de kwaliteit van de communicatie. Als uit de monitoring blijkt dat de SLA niet wordt gehaald door een Partij, doet de betrokken Partij alle redelijke inspanningen om de kwaliteit van de gegevens zo snel mogelijk te herstellen.
In geval van problemen met de kwaliteit van de gegevens behoudt de betrokken Partij de verplichting om de vereiste gegevens aan de DNB en alle betrokken marktpartijen te verstrekken en - indien nodig
- te corrigeren.
De DNB en de FSP zijn niet aansprakelijk jegens elkaar, noch op contractuele basis noch anderzijds, voor enige schade die zij lijden als gevolg van een slechte kwaliteit van de gegevens volgens de Marktgids flexibiliteit, behalve voor rechtstreekse, materiële schade die het gevolg is van een bewezen ernstige fout of nalatigheid die onder de verantwoordelijkheid van de andere Partij valt. In elk geval is de aansprakelijkheid van een Partij voor alle schade die verband houdt met incidenten van gegevenskwaliteit met dezelfde onderliggende oorzaak beperkt tot het totale bedrag dat is betaald voor de diensten die zijn verleend voor de betrokken toegangspunten of dienstverleningspunten en voor het kalenderjaar waarin de onderliggende oorzaak zich voordeed.
Elke FSP die door een Distributienetgebruiker is gemandateerd voor het communiceren met DNB's over zijn flexibiliteitsdiensten, is aansprakelijk voor en ontlast de betrokken DNB's indien de FSP de intrekking van het mandaat van de Distributienetgebruiker niet naar behoren heeft gemeld.
De aansprakelijkheid van een DNB jegens een Toegangshouder is uitsluitend onderworpen aan de voorwaarden van het Toegangscontract. De FSP en de Distributienetgebruiker die hij vertegenwoordigt, verbinden zich ertoe de DNB te vrijwaren tegen eventuele aanspraken van Toegangshouders buiten het kader van het Toegangscontract.
FSP's die ook optreden als Toegangshouder voor de betrokken toegangspunten of dienstverleningspunten en die gebruik maken van de bepaling in het vierde lid van dit artikel, doen daarbij afstand van de in het Toegangscontract beschreven rechten inzake aansprakelijkheid voor gegevenskwaliteit.
De DNB en de FSP zijn niet aansprakelijk jegens elkaar in geval van en voor de duur van een noodsituatie of overmacht, zoals omschreven in de geldende regelgeving of aanvaard door de rechtspraak.
Artikel 11 Vergoeding van de DNB
De kosten van de DNB veroorzaakt door de uitvoering van de onderhavige overeenkomst zullen slechts aan de FSP worden gefactureerd, voor zover de toerekening van deze kosten wordt voorzien in de distributienettarieven goedgekeurd door de bevoegde regulator.
Artikel 12 Procedure voor het niet-respecteren van contractuele verplichtingen
Wanneer een van de Partijen vaststelt dat de andere Partij (hierna genoemd: de “Partij in gebreke”) een of meerdere clausules van onderhavige overeenkomst niet respecteert, zullen de Partijen samen overleggen om zo snel mogelijk een einde te stellen aan de vastgestelde inbreuk.
Indien de Partij in gebreke, in gebreke blijft om een oplossing te vinden voor de fout en/of de inbreuk, heeft de andere Partij het recht om de Partij in gebreke aan te manen zijn verplichtingen te respecteren en het bewijs te leveren dat zij alle nodige corrigerende maatregelen getroffen heeft.
Indien de Partij in gebreke, in gebreke blijft om dit bewijs te leveren en/of de vastgestelde inbreuk zich herhaalt, heeft de andere Partij het recht om, zonder afbreuk te doen aan de andere bepalingen die van toepassing zijn met betrekking tot de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de contracten en andere gevallen van opschorting en/of opzegging voorzien door de van kracht zijnde wetgeving en reglementen, onderhavige overeenkomst op te schorten, zolang de Partij in gebreke geen bewijs aanvoert dat zij alle nodige corrigerende maatregelen getroffen heeft. Deze opschorting wordt gemeld aan de Partij in gebreke door eenvoudig aangetekend schrijven. Nadat de Partij in gebreke het gevraagde bewijs geleverd heeft, zal de andere Partij de opschorting van de overeenkomst zo snel mogelijk ongedaan maken door middel van een aangetekend schrijven. Indien de Partij in gebreke het gevraagde bewijs niet aanlevert, kan de andere Partij de onderhavige overeenkomst beëindigen overeenkomstig de voorzieningen in artikel 12.
Bij uitzondering op de hierboven beschreven procedure zal onderhavige overeenkomst onmiddellijk opgeschort worden van zodra de FSP niet meer beschikt over de vergunning waarvan sprake in artikel 3.
Artikel 13 Duur van het contract - einde van het contract
Deze overeenkomst treedt in werking op XXX voor onbepaalde duur, tenzij de toepasselijke gewestelijke regelgeving dit anders bepaalt.
Deze overeenkomst en haar bijlagen vervangen en vernietigen alle vorige contracten en afspraken tussen de Partijen die hetzelfde voorwerp hebben.
De FSP kan onderhavige overeenkomst beëindigen mits een vooropzeg van 3 maanden, betekend bij aangetekend schrijven. De DNB kan onderhavige overeenkomst beëindigen om de juiste redenen, mits een vooropzeg van 6 maanden.
Indien de DNB zich genoodzaakt ziet om, ten gevolge van wijzigingen van het regulatoir kader, in het bijzonder het TRDE, de overeenkomst op te zeggen, zal hij een nieuwe overeenkomst ter ondertekening aanbieden die beantwoordt aan de op dat moment geldende regelgeving.
De datum naast de handtekening van de Partij die als laatste tekent, doet dienst als datum voor de onderhavige overeenkomst.
De Partijen gaan onherroepelijk akkoord met de clausules van de onderhavige overeenkomst waarvan ze erkennen kennis te hebben genomen.
De DNB informeert de FSP van de verdere evoluties van onderhavige overeenkomst en de Marktgids flexibiliteit via het marktoverleg van de betrokken DNB en Synergrid. De FSP wordt hiervan geïnformeerd na opname op de distributielijst.
Opgemaakt in twee exemplaren. Elk van de Partijen verklaart een exemplaar ontvangen te hebben.
Gedaan te , op
Voor de DNB, Voor de FSP,
Dienstencatalogus
Bijlage 1
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Frequentie- begrenzingsreserve (FCR) | Elia Transmission Belgium | De hiernavolgende voorwaarden gelden slechts voor zover volgens de toepasselijke gewestelijke reglementering de onderhavige overeenkomst verplicht is op de FCR Flexibiliteitsdienst. • Voor SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV: alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet de DNB, op vraag van de DNG, het document Contract Connection Check (CCC) afleveren, waarin de relevante elementen van het aansluitingscontract opgenomen zijn. Dit verloopt volgens de procedure bepaald in de marktgids flexibiliteit. Het gevraagd flexibel vermogen kan in geen geval het aansluitingsvermogen overschrijden. Voor de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV betreft dit het contractueel aansluitingsvermogen. | • De SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning ≤ 1kV en de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV kunnen deelnemen aan de FCR Flexibiliteitsdienst. • De DNB is niet betrokken bij de meting van deze Flexibiliteitsdienst noch bij het ter beschikking stellen en overmaken van de meetgegevens aan de FRP. • De activeringen van de flexibiliteit moeten niet aan de DNB worden gecommuniceerd. • De wettelijke basis voor de prekwalificatieplicht is artikel 182 van de EU Verordening 2017/1485. |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Automatische frequentieherstel- reserve (aFRR) | Elia Transmission Belgium | • Voor SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV: alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet de DNB, op vraag van de DNG, het document Contract Connection Check (CCC) afleveren, waarin de relevante elementen van het aansluitingscontract opgenomen zijn. Dit verloopt volgens de procedure bepaald in de marktgids flexibiliteit. Het gevraagd flexibel vermogen kan in geen geval het aansluitingsvermogen overschrijden. Voor de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV betreft dit het contractueel aansluitingsvermogen. • Het SDP-F dient geprekwalificeerd te worden volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid vooraleer het aan de Pool wordt toegevoegd. Aan installaties op laagspanning met beperkt flexibel vermogen in Vlaanderen wordt zoals bepaald in artikel 2.3.26 van het Technisch Reglement voor de Distributie van Elektriciteit geen beperking opgelegd. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn en de kwartierwaarden moeten gebruikt worden in de allocatie, tenzij dit nog niet wordt ondersteund door de betrokken DNB of indien de regionale regelgeving dit anders bepaalt. Communicatie van meetgegevens: • De teller moet conform zijn aan de vereisten van het document C8/06 van Synergrid. De DNB behoudt zich het recht voor om op elk moment een ad-hoc audit uit te voeren. • Er moet een gateway worden geregistreerd en geplaatst volgens de vereisten in het document C8/06 van Synergrid. De DNB behoudt zich het | • De SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning ≤ 1kV en de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV kunnen deelnemen aan de aFRR Flexibiliteitsdienst. • De ‘business processen’, met inbegrip van de communicatie van de activeringen van de flexibiliteit worden toegelicht in het document C8/07 van Synergrid. • De wettelijke basis voor de prekwalificatieplicht is artikel 182 van de EU Verordening 2017/1485. |
recht voor om op elk moment een ad-hoc audit uit te voeren. |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Manuele frequentieherstel- reserve (mFRR) | Elia Transmission Belgium | • Voor SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV: alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet de DNB, op vraag van de DNG, het document Contract ConnectionCheck (CCC) afleveren, waarin de relevante elementen van het aansluitingscontract opgenomen zijn. Dit verloopt volgens de procedure bepaald in de marktgids flexibiliteit. Het gevraagd flexibel vermogen kan in geen geval het aansluitingsvermogen overschrijden. Voor de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV betreft dit het contractueel aansluitingsvermogen. • Het SDP-F dient geprekwalificeerd te worden volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid vooraleer het aan de Pool wordt toegevoegd. Aan installaties op laagspanning met beperkt flexibel vermogen in Vlaanderen wordt zoals bepaald in artikel 2.3.26 van het Technisch Reglement voor de Distributie van Elektriciteit geen beperking opgelegd. • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP, tenzij de toepasselijke regelgeving dit anders bepaalt. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn en de kwartierwaarden moeten gebruikt worden in de allocatie, tenzij dit nog niet wordt ondersteund door de betrokken DNB of indien de regionale regelgeving dit anders bepaalt. Communicatie van meetgegevens: • Een SDP-F dat zich in een specifiek circuit van de installatie bevindt (en niet op het hoofd van de installatie), is enkel mogelijk indien er hiervoor | • De activeringen van de flexibiliteit moeten aan de DNB worden gecommuniceerd volgens de procedures vastgelegd in de marktgids flexibiliteit • De wettelijke basis voor de prekwalificatieplicht is artikel 182 van de EU Verordening 2017/1485. |
modaliteiten voor de telling zijn opgenomen in het document C8/02 van Synergrid. • Voor een SDP-F dat zich op het hoofd van de installatie bevindt worden meetgegevens van de DNB hoofdmeter gebruikt. Hiervoor is geen bijkomende opzet nodig. |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Strategische reserve (SDR) | Elia Transmission Belgium | • Voor SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV: alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet de DNB, op vraag van de DNG, het document Contract Connection Check (CCC) afleveren, waarin de relevante elementen van het aansluitingscontract opgenomen zijn. Dit verloopt volgens de procedure bepaald in de marktgids flexibiliteit. Het gevraagd flexibel vermogen kan in geen geval het aansluitingsvermogen overschrijden. Voor de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV betreft dit het contractueel aansluitingsvermogen. • Het SDP-F dient geprekwalificeerd te worden volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid vooraleer het aan de Pool wordt toegevoegd. Aan installaties op laagspanning met beperkt flexibel vermogen in Vlaanderen wordt zoals bepaald in artikel 2.3.26 van het Technisch Reglement voor de Distributie van Elektriciteit geen beperking opgelegd. • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP, tenzij de toepasselijke regelgeving dit anders bepaalt. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn en de kwartierwaarden moeten gebruikt worden in de allocatie, tenzij dit nog niet wordt ondersteund door de betrokken DNB of indien de regionale regelgeving dit anders bepaalt. | • De activeringen van de flexibiliteit moeten aan de DNB worden gecommuniceerd volgens de procedures vastgelegd in de marktgids flexibiliteit • De wettelijke basis voor de prekwalificatieplicht is artikel 7 undecies paragraaf 12 van de elektriciteitswet. |
• Het gevraagd flexibel vermogen mag in geen geval het geprekwalificeerd vermogen overschrijden. Communicatie van meetgegevens: • Een SDP-F dat zich in een specifiek circuit van de installatie bevindt (en niet op het hoofd van de installatie), is enkel mogelijk indien er hiervoor modaliteiten voor de telling zijn opgenomen in het document C8/02 van Synergrid. • Voor een SDP-F dat zich op het hoofd van de installatie bevindt worden meetgegevens van de DNB hoofdmeter gebruikt. Hiervoor is geen bijkomende opzet nodig. |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Capaciteits- remuneratie- mechanisme (CRM) | Elia Transmission Belgium | • Voor SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV: alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet de DNB, op vraag van de DNG, het document Contract Connection Check (CCC) afleveren (met uitzondering van additionele leveringspunten en leveringspunten die behoren tot het CRM Versnelde Procedure scenario), waarin de relevante elementen van het aansluitingscontract opgenomen zijn. Dit verloopt volgens de procedure bepaald in de marktgids flexibiliteit. Het gevraagd flexibel vermogen kan in geen geval het aansluitingsvermogen overschrijden. Voor de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV betreft dit het contractueel aansluitingsvermogen. • Het SDP-F dient geprekwalificeerd te worden volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid vooraleer het aan de Pool wordt toegevoegd, met uitzondering van additionele leveringspunten en leveringspunten die behoren tot het CRM Versnelde Procedure scenario. Aan installaties op laagspanning met beperkt flexibel vermogen in Vlaanderen wordt zoals bepaald in artikel 2.3.26 van het Technisch Reglement voor de Distributie van Elektriciteit geen beperking opgelegd. • De vermelding ‘activatie’ in de Overeenkomst moet voor CRM begrepen worden als ‘het zich voordoen van een AMT (Availability Monitoring Trigger) hour’. • Voor punten aangesloten op het distributienet met spanning ≤ 1 kV mag de SDP-F zich enkel bevinden op de hoofdmeter van de installatie. • Punten aangesloten met spanning < 1 kV kunnen toegevoegd worden aan de Pool van de FSP vanaf mei 2024. • Bij existing Delivery Points dient de hoofdmeter van de DNB kwartiergemeten zijn en de kwartierwaarden moeten gebruikt worden in de allocatie, tenzij de regionale regelgeving dit anders bepaalt. • Bij de prekwalificatie moet er, in afwijking van 4.1.b, minimaal een offerte zijn van de DNB voor het aansluitingspunt. Ten laatste 60 dagen na de veiling moet de offerte voor de aansluiting ondertekend worden. Zowel voor Existing als Additional Delivery Points moet dus | • De wettelijke basis voor de prekwalificatieplic ht is artikel 7 undecies paragraaf 12 van de elektriciteitswet. |
een EAN toegewezen zijn door de DNB op wiens net het punt is aangesloten. • De FSP is zelf verantwoordelijk om het risico op eventuele tijdelijke beperking van de flexibiliteit in te calculeren in zijn bod in de CRM- veiling. De procedure beschreven in de C8/01 houdt geen rekening met eventuele mutueel exclusieve bids. Communicatie van meetgegevens: • Een SDP-F dat zich in een specifiek circuit van de installatie bevindt (en niet op het hoofd van de installatie), is enkel mogelijk indien er hiervoor modaliteiten voor de telling zijn opgenomen in het document C8/02 van Synergrid. • Voor een SDP-F dat zich op het hoofd van de installatie bevindt worden meetgegevens van de DNB hoofdmeter gebruikt. Hiervoor is geen bijkomende opzet nodig. |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Transfer of Energy in day-ahead & intraday (ToE DA/ID) Dit gedeelte wordt van toepassing na goedkeuring van de regels door de federale regulator in overleg met de gewestelijke regulatoren | • Voor SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV: alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet de DNB, op vraag van de DNG, het document Contract Connection Check (CCC) afleveren, waarin de relevante elementen van het aansluitingscontract opgenomen zijn. Dit verloopt volgens de procedure bepaald in de marktgids flexibiliteit. Het gevraagd flexibel vermogen kan in geen geval het aansluitingsvermogen overschrijden. Voor de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV betreft dit het contractueel aansluitingsvermogen. • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP, tenzij de toepasselijke regelgeving dit anders bepaalt. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn en de kwartierwaarden moeten gebruikt worden in de allocatie, tenzij dit nog niet wordt ondersteund door de betrokken DNB of indien de regionale regelgeving dit anders bepaalt. Communicatie van meetgegevens: • Als het SDP-F zich in een specifiek circuit van de installatie bevindt (en niet op het hoofd van de installatie), moeten de modaliteiten voor de telling conform zijn met het document C8/02 van Synergrid. Voor een SDP-F dat zich op het hoofd van de installatie bevindt worden meetgegevens van de DNB hoofdmeter gebruikt. Hiervoor is geen bijkomende opzet nodig. | • De activeringen van de flexibiliteit moeten aan de DNB worden gecommuniceerd volgens de procedures vastgelegd in de marktgids flexibiliteit • Het document C8/01 van Synergrid is niet van toepassing voor dit product. |
Contactpersonen
Bijlage 2
DNB | |||||
Naam | Telefoon | Fax | GSM | Toelichting | |
Defecten Algemeen nr. | - | - | - | - | |
FSP | |||||
Naam | Telefoon | Fax | GSM | Toelichting | |
C8-01 (v15)
Network Flexibility Study
voor de deelname van de DNG’s aan Flexibiliteitsdiensten
Datum van inwerkingtreding van huidige versie: 15 mei 2024 Definitieve datum van intrekking van de vorige versie (1 mei 2024): 15 mei 2024
Inhoudstafel
2. Voorwerp en toepassingsgebied 4
3. Stap 1: Indienen van een kwalificatieaanvraag 4
4.1. Praktische modaliteiten 6
4.2. Kwalitatieve beschrijving van de NFS-studie en de mogelijke resultaten 6
5. Stap 3: resultaat van de NFS-studie: impact op de kwalificatie van de aansluitingspunten 6
Bijlage 2: Formulier ‘Connection Contract Check’ 10
Bijlage 4: Criteria van operationele Veiligheidsbeperkingen betreffende Distributienetwerken 11
1. Terminologie
Voor zover niet anders gedefinieerd in de van toepassing zijnde regionale wetgeving worden volgende definities gehanteerd in dit document.
• Flexibiliteit: de wijziging van het profiel van productie, injectie, verbruik of afname van energie in reactie op een extern signaal teneinde ofwel een dienst in het energiesysteem te verlenen ofwel een financieel voordeel te verkrijgen. In het kader van dit document dient flexibiliteit gelezen te worden als het geheel van flexibiliteitsdiensten beschreven in de dienstencatalogus opgenomen in bijlage 1 aan de overeenkomst tussen de FSP en de DNB.
• Flexibiliteitsdienst: Dienst opgenomen in de lijst van Flexibiliteitsdiensten in de dienstencatalogus (bijlage 1) van de flexibiliteitsovereenkomst tussen de FSP en de DNB (overeenkomst FSP-DNB).
• Dienstverlener van flexibiliteit (FSP): Marktspeler die een of meer Flexibiliteitsdiensten via een of meerdere Dienstverleningspunten voor flexibiliteit levert. De FSP is een Dienstverlener van flexibiliteit.
• Een Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (SDP-F) is een element, verbonden aan een aansluitingspunt, dat kan gebruikt worden in het kader van één of meerdere Flexibiliteitsdiensten. Het wordt geïdentificeerd door het meetpunt dat gebruikt wordt voor de controle en/of de berekening van de beschikbaarheid en/of activatie van flexibiliteit in het kader van de Flexibiliteitsdiensten.
• Aansluitingspunt: Zie het technisch reglement. Het aansluitingspunt wordt geïdentificeerd door een afname EAN en, in voorkomend geval, een injectie-EAN.
• Network Flex Study (NFS): Het onderzoek van de potentiële gevolgen van de flexibiliteit op de Operationele veiligheidsbeperkingen
• Kwalificatie van een aansluitingspunt: Het recht (eventueel met beperkingen) om het punt aangesloten op het distributienet op te nemen in de lijst van de Dienstverleningspunten voor flexibiliteit (pool) van een FSP voor een bepaald flexibiliteitsvolume, na een NFS-studie (ook DNB of grid kwalificatie genoemd). Niet te verwarren met marktkwalificatie waarbij de voorwaarden worden gecontroleerd voor een kandidaat om zich als FSP te kunnen kwalificeren of productkwalificatie waarbij de voorwaarden worden gecontroleerd voor een leveringspunt om een specifieke flexibiliteitsdienst te kunnen leveren.
• Activeringsperiode: Na een extern signaal, de periode tijdens dewelke de flexibiliteit is geactiveerd. Deze periode is geïdentificeerd door een beginmoment en een eindmoment. De recuperatie van de niet gebruikte of niet geproduceerde energie maakt geen deel uit van deze activeringsperiode.
• Het rebound-effect: De gevolgen op het net van de recuperatie van de niet geproduceerde energie en van het geheel van de geactiveerde flexibiliteit.
• Activeerbaar vermogen: Maximaal flexibel vermogen dat geactiveerd kan worden (anders gezegd: in geval van activering van de flexibiliteit, de maximum hoeveelheid aan kilowatt waarmee de afname of de injectie gewijzigd zal worden)
• Operationele veiligheidsbeperkingen: de aanvaardbare operationele limieten (thermische limieten, spanningskwaliteit (waaronder spanningslimieten), en kortsluitlimieten) met als doelstelling de veiligheid, kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het netwerk te garanderen. Zie ook bijlage 4 van dit document voor meer uitleg.
• DOWN: Richting van de activatie van de flexibiliteit die overeenkomt met een verhoging van de afname of een verlaging van de injectie
• UP: Richting van de activatie van de flexibiliteit die overeenkomt met een verlaging van de afname of de verhoging van de injectie.
• Zone: Geografische perimeter die een deel van het net mobiliseert dat aanzienlijk (electrisch) geïmpacteerd wordt door sturing van belasting.
• Primaire markt (CRM): De markt waar de rechten en verplichtingen met betrekking tot de Dienst ontstaan naar aanleiding van een Veiling.
2. Voorwerp en toepassingsgebied
3. Het hoofddoel van huidig document is het beschrijven van een kwalificatieprocedure uitgewerkt door de netbeheerders voor de aansluitingspunten aangesloten op het distributienet die flexibiliteitsdiensten aanbieden, waarvoor een beperking kan worden opgelegd krachtens hogere wetgeving. De flexibiliteitsdiensten waarvoor dit het geval is worden aangegeven in Bijlage I van het FSP-DNB contract.Stap 1: Indienen van een kwalificatieaanvraag
In het Vlaamse en het Waalse Gewest, wordt de kwalificatieaanvraag ingediend door de DNG. Deze mag eveneens een derde partij (FSP) mandateren. In het Brussel hoofdstedelijke Gewest wordt de aanvraag ingediend door de FSP.
De DNG moet het formulier dat beschikbaar is op de website van Synergrid (link) gebruiken om een mandaat aan de FSP te verlenen.
De mandaathouder (FSP) zal op eenvoudig aangeven van de mandaatgever (DNG) de DNB onmiddellijk in kennis stellen van de beëindiging of herroeping van dit mandaat door de mandaatgever (DNG).
Voor een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning > 1 kV moet de aanvraag ingediend worden per email naar het email adres dat opgenomen is in de Bijlage 1. Voor een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning <= 1 kV is er een vereenvoudigde procedure: de info voor een kwalificatieaanvraag kan meegestuurd worden met de aanvraag voor start van een nieuwe dienst via de Flex Hub Portal of via API.
Om ontvankelijk te zijn, moet een kwalificatieaanvraag voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De aanvraag moet betrekking hebben op een aansluitingspunt dat voldoet aan de voorwaarden in artikel 4 van het FSP-DNB contract.
- De volgende documenten moeten aan de DNB overhandigd worden:
o Connection Contract Check (CCC) betreffende het aansluitingspunt1. De inhoud van dit document en de manier waarop dit verkregen wordt, is beschreven in Bijlage 2.
o In geval van een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning > 1 kV: Een vervolledigd formulier voor kwalificatieaanvraag (Bijlage 3). Opmerkingen:
▪ De informatie die via dit formulier verstrekt wordt moet, indien van toepassing, coherent zijn met de gegevens opgenomen in het CCC-document.
▪ Indien meerdere flexibiliteitsmiddelen activeerbaar zijn op eenzelfde aansluitingspunt, moet één lijn per flexibiliteitsmiddel op het aanvraagformulier voor kwalificatie ingevuld worden.
▪ Voor elk flexibiliteitsmiddel dient de richting (UP/DOWN) opgenomen te worden in Bijlage 3.
In geval van een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning <= 1 kV: de info kan meegestuurd worden met de aanvraag voor start van een nieuwe flexibiliteitsdienst.
o Mandaat van de DNG (indien de aanvraag ingediend wordt door een derde partij). Bij een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning <= 1 kV kan het mandaat meegestuurd worden met de aanvraag voor start van een nieuwe flexibiliteitsdienst.
Een aanvraag betekent eveneens elke wijziging van een eerdere aanvraag, bijvoorbeeld met betrekking tot het flexibiliteitsvolume, de gebruikte technische middelen.
1 Enkel van toepassing voor een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning > 1 kV
In geval van een niet ontvankelijke kwalificatieaanvraag, wordt de aanvrager 5 werkdagen na ontvangst van de aanvraag door de DNB op de hoogte gebracht. Dergelijke aanvraag wordt niet in aanmerking genomen tijdens de NFS-studie.
Elke aanvrager kan een kwalificatieaanvraag indienen bij de DNB. Deze aanvraag impliceert het uitvoeren van een NFS-studie door de DNB, en waarvan, in voorkomend geval, de kosten ten laste zijn van de aanvrager volgens het toepasselijk tarief, goedgekeurd door de betrokken regulator.
Via het aanvraagformulier tot kwalificatie van een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning > 1 kV, verschaft de aanvrager met name de volgende gegevens aan de DNB:
1. Algemene informatie m.b.t. het aansluitingspunt:
• Afname-EAN en, in voorkomend geval, injectie-EAN.
• Naam van de DNG en adres van het aansluitingspunt.
• Nr. van de cabine (indien bekend bij de aanvrager) van het aansluitingspunt. Deze informatie is meestal vermeld op het signalisatieplaatje op de deur van de betrokken cabine.
2. Informatie over de verwezenlijking van de flexibiliteit:
• Type van modulatie:
o vermindering van verbruik
o verhoging van verbruik
o vermindering van productie
o verhoging van productie
o werking in eiland via een lokale elektriciteitsproductie
• Activeerbaar vermogen (kW)
• Mogelijke uurregeling van de activering: aanduiden of, vanuit het standpunt van de DNG, de flexibiliteit 24h/24 7 dagen op 7 kan gebruikt worden. In het tegengestelde geval, vermelden wanneer de flexibiliteit effectief beschikbaar is. Bijvoorbeeld: enkel tijdens de werkdagen, van 8h tot 18h, van januari tot mei.
3. Informatie m.b.t. de recuperatie van de energie
Deze informatie laat de DNB toe om een eventueel rebound-effect op zijn net te evalueren:
• Type van recuperatie: vermeldt of de energie die niet afgenomen wordt tijdens de activeringsperiode op een later moment gerecupereerd wordt. In het tegengestelde geval, dus indien er geen verplaatsing is van de belasting, moeten de andere gegevens van deze paragraaf niet vervolledigd worden.
• Periode van de recuperatie van energie: De gevraagde informatie is om te weten na hoeveel tijd de niet-gebruikte energie gerecupereerd zal moeten worden.
Bijvoorbeeld: de afgeschakelde energie wordt gerecupereerd op t+4h na de activering van de flexibiliteit.
• Duur en omvang van de recuperatie van energie: Xxxxxxxx vermogen en tijdsduur van de verplaatsing van de belasting.
Via het Flex Hub Portaal of via API (aanvraag tot kwalificatie van een aansluitingspunt aangesloten op het distributienet met spanning <= 1 kV), verschaft de aanvrager met name de volgende gegevens aan de DNB. Indien de aanvrager de DNG zelf is, dan kan dit ook via mail.
1. Algemene informatie m.b.t. het aansluitingspunt:
• EAN
2. Informatie over de verwezenlijking van de flexibiliteit:
• Activeerbaar vermogen (kW) indien gekend
• Gevraagd flexibel vermogen (kW)
3. Informatie m.b.t. de recuperatie van de energie Niet van toepassing
De DNB zal zo vlug mogelijk en in elk geval binnen de vijf werkdagen na ontvangst van een NFS-aanvraag nakijken of de aanvraag volledig is. Als ze onvolledig is zal de DNB aan de aanvrager van een NFS-studie vragen om de bijkomende informatie te bezorgen. Indien de DNB niet reageert binnen de bovenvermelde termijn, wordt de NFS-aanvraag verondersteld compleet te zijn.
4. Stap 2: NFS-studie
Tijdens elke NFS-studie bestudeert de netbeheerder de betrokken zones van zijn net met toegangspunten tot flexibiliteit. In elke betrokken zone houdt de netbeheerder rekening met alle bestaande kwalificaties, met de eventueel nieuwe ontvankelijke kwalificatieaanvragen (cf. hoofdstuk 3 hiervoor), met de nieuwe aansluitingen op het net en met de nieuwe configuraties van het net (bijvoorbeeld ten gevolge van investeringen).
De NFS-studie wordt uitgevoerd vanaf het moment de aanvraag volledig wordt geacht.
4.2. Kwalitatieve beschrijving van de NFS-studie en de mogelijke resultaten
De flexibiliteit kan plaatselijk leiden tot een simultaan gedrag bij de DNGs, verschillend van wat in het verleden werd vastgesteld en van wat in rekening is genomen in de dimensioneringstudies van het net. Bijgevolg volstaan noch de analyse van de statistische gegevens, noch de verbruiksmodellen gebruikt voor netdimensionering om het respecteren van de operationele veiligheidsbeperkingen te verifieren. De netbeheerder moet dus de gevolgen van de flexibiliteit analyseren, rekening houdend met zowel het individuele gedrag van elke flexibele aansluitingspunt als dat van het geheel van de flexibele aansluitingspunten op zijn net: dit is het doel van de NFS-studie die zone per zone gerealiseerd wordt.
Het resultaat van de NFS-studie laat toe om een kleur toe te kennen aan de zone. In afwezigheid van risico’s mbt de operationele veiligheid wordt de groene kleur toegekend aan de geanalyseerde zone. In het tegenovergestelde geval wordt de rode kleur toegekend aan de zone die overeenstemt met het distributienet elektrisch stroomafwaarts van het element van het net waar een mogelijke congestie geïdentificeerd werd tijdens de NFS-studie.
De kleur die aan de zone toegekend wordt houdt rekening met de analyse van de impact van de flexibiliteit zowel op het distributienet als op het transmissienet.
KLEUR CODE VAN DE ZONE | Gevolgen voor de zone |
GROEN (DOWN en/of UP) | Afwezigheid van xxxxxx’x voor de operationele veiligheid |
ROOD (UP) | Aanwezigheid van een risico voor de operationele veiligheid: maatregelen moeten getroffen worden om de flexibiliteit te beperken in opwaartse richting (UP). |
ROOD (DOWN) | Aanwezigheid van een risico voor de operationele veiligheid: maatregelen moeten getroffen worden om de flexibiliteit te beperken in neerwaartse richting (DOWN). |
ROOD (UP & DOWN) | Aanwezigheid van een risico voor de operationele veiligheid: maatregelen moeten getroffen worden om de flexibiliteit te beperken in opwaartse en neerwaartse richting (UP & DOWN). |
5. Stap 3: resultaat van de NFS-studie: impact op de kwalificatie van de aansluitingspunten
5.1. Principes
a) In de groene zones worden alle aansluitingspunten die de hierboven beschreven procedure hebben gevolgd, gekwalificeerd, zonder beperkingen en voor een onbepaalde duur.
b) Wanneer een groene zone rood wordt in één of twee richtingen als gevolg van een nieuwe NFS-analyse,
o De zone wordt rood vanaf de eerste dag van de maand na de maand van de NFS-studie. Deze datum wordt hierna “spildatum van de rode zone” genoemd.
o Voor de kwalificaties die in deze zone reeds toegekend werden: deze blijven geldig gedurende 12 maanden na de eerste spildatum van de rode zone.
Indien er echter op de primaire markt (CRM) een door een regulator goedgekeurd meerjarencontract voor een specifieke Flexibiliteitsdienst met de FRP werd afgesloten blijft het resultaat van de NFS geldig tot de eerste verjaardag van de spildatum die volgt op het beëindigen, wijzigen of verhandelen van dit meerjarencontract, op voorwaarde dat het maximum op basis van het geprekwalificeerde vermogen gecontracteerd werd.
o Voor de aansluitingspunten waarvoor een nieuwe kwalificatieaanvraag werd ingediend: enkel deze punten kunnen mogelijks een voorwaarde opgelegd krijgen door de beperking van het net die tijdens de NFS-studie vastgesteld werd. In functie van het risico van overschrijding van de operationele veiligheid, zal de DNB-beperkingen opleggen aan het gebruik van de flexibiliteit. Deze beperkingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het activeerbare vermogen gedurende bepaalde periodes en zijn van toepassing zolang het operationele veiligheidsrisico bestaat, behalve in het speciale geval beschreven in punt d hieronder.
c) Aan het einde van de 12 maanden volgend op de eerste spildatum van de rode zone, indien het bovenvermeld risico verbonden is aan het flexibiliteitsvolume tijdens een activering, en zonder andersluidende reglementaire bepaling, verdeelt de DNB de flexibele volumes beschikbaar op haar net volgens het ‘advanced pro-rata’ principe 2 tussen alle aansluitingspunten die betrokken zijn door de beperking.
d) Wanneer een rode zone groen wordt, is het principe (a) vermeld hierboven van toepassing voor het geheel van de punten die erin aangesloten zijn en de DNB informeert de betrokken partijen.
e) Zolang een rode zone rood blijft, geldt het volgende:
o Het blijft mogelijk om nieuwe kwalificatieaanvragen in deze zone in te dienen.
o Door de beperking op het net (die de oorsprong is van de rode zone) zal de DNB genoodzaakt zijn om beperkingen op te leggen voor het gebruik van de flexibiliteit van deze nieuwe aanvragen.
o Op de verjaardag van de spildatum van de rode zone, en zonder andersluidende reglementaire bepaling, wordt de verdeling gedefinieerd in punt c) toegepast.
o De rode zone wordt opnieuw geëvalueerd 12 maanden na de spildatum of sneller na een significante wijziging in de toestand van het net van de rode zone.
f) Een aansluitingspunt verliest zijn kwalificatie bij het voorkomen van één van de volgende omstandigheden:
o Het aansluitingspunt voldoet niet meer aan één van de criteria vermeld in artikel 4 van het FSP- DNB contract .
o Het aansluitingscontract wordt op zodanige wijze herzien dat de vorige kwalificatie niet meer coherent is met het herziene contract.
o In geval van wijziging van de van toepassing zijnde reglementering met betrekking tot flexibiliteit, die een belangrijke herziening zou noodzaken van de procedure die in huidig document beschreven is.
De volgende tabel vertaalt de principes a) tot f) hierboven in de vorm van 4 mogelijke scenario’s bij een NFS- studie.
Initiële kleur van de zone | Kleur van de zone na een nieuwe NFS- studie | Gevolgen van de NFS-studie op de nieuwe kwalificatieaanvragen | Gevolgen op de bestaande kwalificaties | |
1 | GROEN | GROEN | Kwalificatie voor de totaliteit van het gevraagde volume Geldig voor onbepaalde duur. | De bestaande kwalificaties blijven geldig gedurende een onbepaalde duur |
2 | ROOD | GROEN | Kwalificatie voor de totaliteit van het gevraagde volume. Geldig voor onbepaalde duur. | Opheffing van de beperkingen voor de reeds gekwalificeerde aansluitingspunten. Kwalificatie voor de totaliteit van het gevraagde volume. Geldig voor onbepaalde duur. |
2 Eenzelfde flexibiliteitsvolume wordt toegekend aan alle betrokken aansluitingspunten tot het maximale volume (= het totale volume waarboven de operationele veiligheidsbeperkingen dreigen overschreden te worden) toegekend wordt, of totdat de totale flexibiliteitsaanvraag van één van de betrokken aansluitingspunten wordt voldaan. De precieze allocatieformule is dezelfde als die beschreven (in een andere context) in sectie 6.01 van het volgende document:
IFBrulesv20
3 | GROEN | ROOD | Kwalificatie met vermelding van de beperkingen in volume en/of tijd voor de activering van de flexibiliteit en/of de recuperatie van de energie. Indien de beperking verbonden is aan het beschikbare flexibiliteitsvolume, dan is deze verdeeld onder de nieuwe aanvragen volgens het advanced prorata principe, | Informatie van de wijziging van kleur aan het geheel van de gekwalificeerde DNGs aanwezig in de zone: de kwalificatie zoals eerder ontvangen werd blijft geldig gedurende 12 maanden vanaf de 1ste dag van de maand volgende op de vaststelling tenzij in geval van bovenvermelde uitzondering voor meerjarencontracten. |
4 | ROOD | ROOD | Kwalificatie met vermelding van de beperkingen in volume en/of tijd voor de activering van de flexibiliteit en/of de recuperatie van de energie. Indien de beperking betrekking heeft op het flexibiliteitsvolume, is er geen beschikbaar flexibiliteitsvolume (minstens tijdens bepaalde periodes) tot de volgende spildatum van de rode zone. | Geen enkele invloed tot de volgende spildatum van de rode zone. Vanaf deze datum en elk jaar op dezelfde datum, indien de beperking verbonden is aan het flexibiliteitsvolume, wordt dit volume verdeeld over alle flexibele aansluitingspunten (reeds gekwalificeerd of die een kwalificatieaanvraag in deze zone hebben ingediend) volgens het advanced prorata principe. |
In de tabel hierboven zijn de aanduidingen ‘ROOD’ zowel in de opwaartse richting, de neerwaartse richting als in de opwaartse & neerwaartse richting zijn, cf. de tabel onder punt 4.2.
5.2. Communicatie van de resultaten
De DNB zal zo vlug mogelijk en in elk geval binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van een volledige NFS-aanvraag en de eventuele betaling van de studie het resultaat (o.a. de gevolgen vermeld in de tabel hierboven) aan de aanvrager bezorgen.
De gevolgen op bestaande kwalificaties worden als volgt gecommuniceerd:
- Zone wordt rood: de FSPs met actieve leveringspunten in de betrokken zone en de FRP worden via mail geïnformeerd (informatief nog geen beperking)
- Verjaardag van de spildatum van de rode zone:
o Ten laatste één maand voor de verjaardag van de spildatum van de rode zone worden de FSPs met actieve leveringspunten in de betrokken zone en de FRP via mail geïnformeerd over het naderen van de splitdatum (informatief nog geen beperking)
o Ten laatste 5 werkdagen vóór de verjaardag van de spildatum worden de eventuele beperkingen toegepast op het flexibiliteitsregister en via mail gecommuniceerd aan de betrokken FSPs en de FRP.
- Zone wordt groen: de FSPs met actieve leveringspunten in de betrokken zone en de FRP worden via mail geïnformeerd (informatief). FSPs kunnen desgewenst nieuwe aanvragen indienen om het flexibiliteitsvolume aan te passen.
5.3. Opmerking voor laagspanning
o Voor aansluitingen op laagspanning zullen er standaard geen beperkingen opgelegd worden (groene zone).
o De DNB blijft haar net weliswaar monitoren en behoudt het recht om ook beperkingen op te leggen voor laagspanning via de NFS-procedure indien dit nodig blijkt voor de operationele veiligheid van het net.3
o Ook voor laagspanning blijft het daarom noodzakelijk om de NFS-procedure (aanvraag indienen) te volgen. Met andere woorden: indien een NFS verplicht wordt door het FSP-DSO contract voor een flexibiliteitsdienst, dan moet bovenstaande procedure gevolgd worden, ongeacht het spanningsniveau van het betrokken aansluitingspunt, zodat de DSO de nodige checks kan uitvoeren.
o Voor laagspanning kan de NFS aanvraag gecombineerd worden met de aanvraag voor het starten van een nieuwe flexibiliteitsdienst (geen aparte NFS aanvraag nodig op voorhand).
6. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
0 Xx Xxxxxxxxxx wordt zoals bepaald in artikel 2.3.26 van het TRDE geen beperking opgelegd voor aansluitingen op laagspanning indien de aangeboden flexibiliteit beperkt blijft tot een vermogen van 5 kVA bij een monofasige aansluiting en tot een vermogen van 10 kVA bij driefasige aansluiting.
Het resultaat van de kwalificatie van de aansluitingspunten volgens een vorige versie van het huidige voorschrift blijft onveranderd en geldig.
Bijlage 1: Contact DNB
DNB | |
Bijlage 2: Formulier ‘Connection Contract Check’
1. Voorwerp van het document
Dit document is een uittreksel van het aansluitingscontract van de distributienetgebruiker en is enkel van toepassing voor aansluitingspunten aangesloten op het distributienet met spanning > 1 kV. Naast de standaard administratieve gegevens, beschrijft het de flexibiliteitsmiddelen die voorgesteld kunnen worden door de DNG in overeenstemming met het aansluitingscontract en de eventuele aanwezigheid van submeters van de DNB (zie document C8/2 van Synergrid). In dit document zijn eveneens het maximale injectievermogen en/of maximale afnamevermogen opgenomen die overeengekomen zijn in het aansluitingscontract.
2. CCC aanvraag
Dit document wordt afgeleverd aan de Distributienetgebruiker die de aanvraag ingediend heeft bij zijn DNB. Deze aanvraag kan op elk moment bij de DNB ingediend worden, eventueel via de FSP vergezeld van een officieel mandaat van de DNG.
De DNB levert dit document af binnen een termijn van maximaal 15 werkdagen na ontvangst van de aanvraag.
3. CCC Formulier
CCC_NL_versie 20161020.docx
Bijlage 3: Formulier voor een kwalificatieaanvraag en voor de communicatie van het resultaat door de DNB
C8_01_bijlage3-v2.xl sx
Bijlage 4: Criteria van operationele Veiligheidsbeperkingen betreffende Distributienetwerken
1. Terminologie:
• Netwerk in een gedegradeerde operationele modus
o Voor het distributienet komt de gedegradeerde operationele modus overeen met elke situatie van het netwerk met onbeschikbaarheid van één of meerdere elementen van het distributienet of van een installatie die functioneel deel uitmaakt van het distributienet, of het nu gaat om een geplande onderbreking voor een onderhoud of ten gevolge van een incident. Met ‘onderdeel van het net’ worden de volgende type-onderdelen bedoeld (niet-limitatieve lijst):
▪ MS-schakelapparatuur (vermogensschakelaar, schakelaar, scheidingsschakelaar …),
▪ een lijn,
▪ een kabel
▪ een transformator,
▪ een onderdeel van het telecom-netwerk,
▪ een besturingsautomaat en/of een beschermingsautomaat,
▪ een rail of een koppeling in een transformatiestation,
▪ een rail of een koppeling in de hoofdcabine van de klant,
▪ elk onderdeel niet door de DNB bestuurd of geëxploiteerd,
▪ …
• Netwerk in een normale operationele modus
o Voor het distributienetwerk, komt de normale operationele modus overeen met elke situatie van het netwerk, waarin alle onderdelen van het net van de DNB beschikbaar zijn.
2. Criteria van de Operationele veiligheidsbeperking
De Operationele veiligheid betekent de capaciteit van een elektrisch distributiesysteem om een normale operationele modus te behouden of te bewaren of om terug te keren naar dergelijke modus en is gekarakteriseerd door zijn thermische beperkingen, de beperkingen opgelegd door de spanning en het kortsluitingsvermogen.
Ongeacht de criteria die hier worden voorgesteld om de operationele veiligheid van het distributienet te kaderen, dient elke distributienetgebruiker steeds alle aansluitvoorwaarden te respecteren.
De invulling van deze criteria d.m.v. technische grenzen is uiteraard onafhankelijk van de oorzaak die de operationele veiligheid in het gedrang brengt. In die zin zijn de aansluitvoorwaarden van de DNB eveneens gebaseerd op diezelfde operationele grenzen. In een noodsituatie, als de operationele veiligheid of de betrouwbaarheid van het elektriciteitsdistributienet in acuut gevaar is of dreigt te komen, kan de DNB alle uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen nemen die hij nodig acht met het oog op de veiligheid, de betrouwbaarheid, kwaliteit en beschibaarheid van het elektriciteitsdistributienet, of om verdere schade te voorkomen. Bij het hanteren van deze criteria in het kader van flexibiliteit, dient echter een zekere marge gehanteerd te worden om nog steeds het normale gedrag te kunnen ondersteunen. Deze veiligheidsmarge moet de DNB toelaten om tijdig gealarmeerd te worden en de nodige corrigerende acties te opzetten vooraleer de normale operationele modus verlaten wordt. Tevens kunnen maatregelen worden bepaald die garanderen dat de criteria worden gerespecteerd.
De technische grenzen die gehanteerd worden kunnen verschillend zijn naargelang de operationele modus waarin het netwerk zich bevindt.
Naast de veiligheid van personen, worden deze Operationele veiligheidsbeperkingen in het kader van de flexibiliteit als volgt gedefinieerd:
• Het kortsluitingsvermogen in elk punt van het distributienet mag niet hoger zijn dan de constructieve beperkingen van de uitrusting.
• Het vermogen uitgewisseld op het TNB-DNB interconnectiepunt is compatibel met de beperkingen van de TNB.
• De stroom die door de uitrusting loopt, mag niet hoger zijn dan de constructieve mogelijkheden van de uitrusting, en voornamelijk:
o In een net in normale operationele modus, komt het te beschouwen constructieve vermogen van de uitrusting overeen met de cyclische normale stroom of met de permanente stroom, afhankelijk van het belastingsprofiel (verwacht of gemeten).
o In een net in gedegradeerde modus, komt het te beschouwen constructieve vermogen van de uitrusting overeen met de cyclische stroom in nood regime of met de permanente stroom, afhankelijk van het belastingsprofiel (verwacht of gemeten).
• Op het laagspanningsnet dient het onevenwicht tussen de fasen beperkt te blijven. Het spanningsniveau en de spanningsvariaties voor de eindgebruikers (zowel MS als LS) zijn compatibel met de norm EN 50160.
Hierbij wordt o.a. rekening gehouden met spanningsschommelingen op het net.
Tevens dient aandacht gegeven te worden aan de negatieve effecten van fluctuerende stroom, zoals flicker en harmonische spanning, met mogelijks escalaties op lange termijn tot gevolg. Indien de DNB dergelijke effecten vaststelt, wordt in contact getreden met de veroorzaker conform de geldende reglementering.
• Het verplaatsen van het nulpunt is heel erg beperkt (20%).
• De veerkracht van het distributienet dient intact te blijven na onverwachte uitvallen door beveiligingsapparatuur. De stuurinstallaties van flexibele installaties dienen bijgevolg een failsafe gedrag te vertonen dat deze veerkracht ondersteunt.
• Het reactief gedrag op het net dient de spanning te ondersteunen en dient zowel op individueel niveau als op niveau van het netwerk beheerst te worden.
C8/06
Algemene technische vereisten Meetsysteem en Gateway
voor een aFRR- dienstleveringspunt aangesloten op het
Distributienet
versie 1.00
2.1 Voorwerp van voorschrift C8/06 4
4.1 Vereisten voor Gegevensuitwisseling 8
4.1.2.1 Verificatie op basis van certificaten 9
4.1.2.4 Aanvraag encryptiesleutel 13
4.1.3 Verwerking van uitzonderingen 17
4.1.3.3 Berichtengroepering 17
4.1.4 Service level agreements 18
4.2.2 Testen berichtenformaat 18
4.2.3.1 Gegevensuitwisseling 19
5 Tijdsynchronisatie en tijdstempel 20
6 Contactpersonen voor gateway 20
Versie 1.0 – Oorspronkelijke Nederlandstalige versie - december 2023
2.1 Voorwerp van voorschrift C8/06
In het ontwerp van xXXX is een realtime uitwisseling van meetgegevens en een verzameling van parameters, gebruikt voor het aFRR settlement proces, vereist voor dienstleveringspunten (d.w.z. leveringspunten waarvoor XXXX geen MW-dagschema's ontvangt) die deelnemen aan de dienst aFRR.
Private meettoestellen moeten de gegevens d.m.v. gateways rechtstreeks naar het Communicatieplatform (CP) versturen. Zowel lokale als gecentraliseerde gateways (GW) mogen worden gebruikt en moeten een directe verbinding hebben met het Communicatieplatform.
Meer informatie met betrekking tot de gateways en gerelateerde processen is te vinden in toelichting C8/07.
Om deze gegevens en het platform te beveiligen, wordt gebruik gemaakt van meerdere mechanismen voor gegevensuitwisseling (E2E-versleuteling van de meetgegevens tussen de gateway en de FlexHub, authenticatie op basis van certificaten) en moeten specifieke veiligheidsgerelateerde technische documenten voor elk gatewaymodel worden geüpload op het realtime Communication Platform Web Portal.
figuur 1: algemeen overzicht
Dit voorschrift C8/06:
• beperkt zich tot aFRR-dienstleveringspunten aangesloten op het distributienet.
• definieert enerzijds minimale technische en regulatorische vereisten voor een meetsysteem (= meettoestel met accessoires) wanneer energieoverdracht niet van toepassing is. Wanneer energieoverdracht wel van toepassing is op het flexibiliteitsproduct, zal een nieuwe analyse van de specifieke vereisten worden uitgevoerd, wat kan resulteren in wijzigingen van het huidige voorschrift.
• beschrijft anderzijds het technisch kader met betrekking tot het beheer van de gateways en leveringspunten (Service Delivery Points, SDP's) en hun interacties met het realtime Communicatieplatform.
Volgende configuraties zijn toegestaan (zie figuur 2):
1. Een enkele gateway verzendt realtime gegevens van één SDP gemeten door een meettoestel.
2. Een enkele gateway verzendt realtime gegevens van meerdere SDP's gemeten door meettoestellen in de locatie van de Netgebruiker.
In beide configuraties,
a. Bevindt het private meettoestel zich bij het SDP. Het SDP kan ook gedefinieerd worden op het niveau van het hoofdpunt/toegangspunt.
b. De verbinding van een enkele gateway met SDP's die zich op twee of meer toegangspunten bevinden is niet toegestaan.
c. Een gateway moet om de 4s de ogenblikkelijke vermogensmeetwaarden van een meettoestel en andere noodzakelijke parameters verzamelen die nodig zijn voor de aFRR- diensten, en deze in real-time communiceren naar het realtime Communicatieplatform met behulp van een door Xxxx bepaald communicatieprotocol.
d. De communicatie van de gateway naar het Communicatieplatform dient zonder intermediair communicatiesysteem van derden te gebeuren.
e. De gateways worden altijd lokaal geïnstalleerd binnen de locatie van de netgebruiker dat wordt afgebakend door het hoofdpunt/toegangspunt.
figuur 2: schematisch overzicht
Een local gateway die rechtstreeks verbonden is met het Real-Time Communication Platform (zoals hierboven beschreven ), is de finale vereiste. Een overgangsperiode is voorzien tot uiterlijk 31 december 2026.
Deze overgangsperiode impliceert dat een tijdelijke afwijking van de finale technische vereisten zoals hierboven vermeld onder punten b, d & e is toegestaan (aanvaarding van een gedegradeerde modus). Deze tijdelijke afwijking staat het gebruik van connectie naar het Real-Time Communication Platform via gecentraliseerde virtual gateways toe.
De gegevens worden nog steeds per leveringspunt verzonden, waarbij meerdere leveringspunten gekoppeld kunnen worden aan een virtuele gateway, naar het Communicatieplatform. Alle in dit document beschreven specificaties en de bijhorende bedrijfsprocessen blijven van toepassing en moeten worden nageleefd. Aan het einde van de overgangsperiode moeten alle deelnemers voldoen aan de definitieve technische vereisten, waarbij gateways lokaal moeten geïnstalleerd zijn en rechtstreeks verbinding maken met het Communicatieplatform.
Tenzij anders gespecificeerd in het Technisch Reglement voor het Distributienet naargelang de Regio, moet het private meetsysteem voldoen aan volgende minimumvereisten:
• De nauwkeurigheidsklasse van de meetkern van de stroomtransformatoren (current transformers, CT) moet ten minste overeenstemmen met de vereisten van de stroomtransformatoren voor vermogensmetingen zoals gespecificeerd in de onderstaande tabel 1.
• De nauwkeurigheidsklasse van de meetkern van de spanningstransformatoren (voltage transformers, VT) moet ten minste overeenstemmen met de vereisten van de spanningstransformatoren voor vermogensmetingen zoals gespecificeerd in de onderstaande tabel 1.
• De nauwkeurigheidsklasse van het meetsysteem voor de 4s vermogensmetingen moet overeenstemmen met de vereisten van de vermogensmetingen, zoals gespecificeerd in de onderstaande tabel 1.
• De distributienetbeheerder zal de nauwkeurigheid van de CT's, VT's en het meetsysteem controleren.
• Het meetsysteem moet een steekproefsnelheid hebben die het mogelijk maakt om precies elke 4 seconden een nieuwe waarde te geven. De steekproefsnelheid moet 1/2n maal het interval van 4s zijn (met n als geheel getal > 0).
• Zoals vereist door het technisch voorschrift C2/112 van Synergrid, is elke kabel die de stroom- en spanningstransformator verbindt met een meettoestel van het type LIYY en moet het voldoen aan de volgende vereisten wat betreft doorsnede en lengte:
Elektrische kabellengte | Spanningscircuit | Vermogenscircuit |
< 8 m (minimum 3m) | 4 x 2,5 mm² Cu | 6 x 2,5 mm² Cu |
≥ 8m (maximum 18m) | 4 x 2,5 mm² Cu | 6 x 4 mm² Cu |
De verbinding van de kabels tussen de transformatoren en het meettoestel moet ononderbroken zijn (zonder aftakkingen, noch tussenliggende verbindingsstrips) en uitgevoerd worden overeenkomstig artikel 4.4.2.2. van het AREI.
De aansluitkabels naar stroom- en spanningstransformatoren mogen geen deel uitmaken van dezelfde kabel.
• Een systeem met 2 of 3 stroom-/spanningstransformatoren mag (twee- of drie- wattmetermethode), maar de drie-wattmetermethode krijgt de voorkeur.
• De installatie moet correct geaard zijn.
• Nauwkeurigheidscontrole van het meetsysteem is om de 5 jaar verplicht volgens de technische specificaties van de distributienetbeheerders. Een kopie van het rapport wordt aan de distributienetbeheerder bezorgd.
Vermogen van gemeten proces | VT | CT | Vermogensmeter |
Nauwkeurigheidsklasse | Nauwkeurigheidsklasse | Nauwkeurigheidsklasse /vereisten | |
≥ 10MVA | 0,2 | 0,2S | 0,2S of 0,25 |
≥ 5MVA à < 10MVA | 0,2 | 0,2S | 0,5S |
≥ 1 MVA à < 5MVA | 0,2 | 0,2 | 0,5 |
≥ 100 kVA à < 1MVA | 0,5 | 0,5 | 1 |
≥ 32kVA en < 100kVA | NA | ||
≥ 11kVA en < 32kVA | NA | 0,51 | 3,5%23 |
≥ 4kVA en < 11kVA | NA | 0,51 | 6%23 |
< 4 kVA | NA | 0,51 | 10%23 |
1 Indien vereist.
2 Compliancy en gecertificeerd volgens de certificeringsprocedure beschreven in “General technical requirements for private measurement” zoals gepubliceerd op de ELIA website.
3 Alleen van toepassing bij een minimaal biedvolume van 100kW.
4.1 Vereisten voor Gegevensuitwisseling
Dit deel beschrijft de gedetailleerde interfacevereisten voor gegevensuitwisseling voor het uitwisselen van gegevens tussen de gateways, het Communicatieplatform en de beveiligingscomponenten. In de eerste versie van het platform is de uitwisseling van aFRR-gegevens unidirectioneel (behalve de heartbeat), van de gateways via het aFRR-communicatieplatform naar de Flexhub. De berichtenstroom zal bestaan uit realtime 4s aFRR-berichten, die worden gebruikt voor de settlement van aFRR-activaties. Er wordt één bericht verzonden voor elk leveringspunt dat verbonden is met een gateway.
De beveiligingsmechanismen maken een betrouwbare en veilige gegevensuitwisseling mogelijk: de Public Key Infrastructure (PKI) maakt authenticatie van de gateways op basis van certificaten mogelijk en het Key Management System verstrekt encryptiesleutels die gebruikt kunnen worden om het aFRR bericht (body) te versleutelen.
4.1.1 Gegevensstromen
Hieronder een weergave van de E2E-processtroom van alle gegevensuitwisselingen die de gateways moeten kunnen ondersteunen.
1. Elk gateway en applicatie die wil verbinden met het Communicatieplatform zal een digitaal certificaat moeten verkrijgen van de Public Key Infrastructure (2 jaar geldig). Dit certificaat wordt gebruikt om de gateway te authenticeren voor alle verbindingen met het platform en het Key Management System.
2. De gegevens (body) moeten end-to-end versleuteld zijn (van de gateway tot de FlexHub). Elke dag genereert een onafhankelijk Key Management System (KMS) encryptiesleutels voor de versleuteling van de body en stuurt deze via het Communicatieplatform naar de gateways.
3. Om de 4 seconden stuurt de gateway een aFRR-bericht met versleutelde body naar het communicatieplatform. Om een verbinding te kunnen maken en het bericht in de wachtrij te
plaatsen, moeten de gateways een digitaal certificaat hebben dat wordt verkregen van de Public Key Infrastructure (PKI).
4. Met regelmatige tussenpozen (aanvankelijk om de 5 minuten) plaatst het Communicatieplatform een heartbeatbericht over de topic waarop de gateway moet antwoorden. Het bericht bevat kernwaarden voor specifieke use cases en voor statusupdates van gatewayverbindingen.
Wachtrijen voor berichten maken asynchrone communicatie mogelijk, wat betekent dat de eindpunten die berichten produceren en ontvangen interactie hebben met de wachtrij, niet met elkaar. In tegenstelling tot wachtrijen, waarin elk bericht wordt behandeld door een enkele consument, bieden topics en subscriptions een one-to-many vorm van communicatie, in een publish/subscribe patroon.
De gegevensuitwisseling tussen de gateway en het Comunicatieplatform gebeurt d.m.v. twee verschillende topics (1 topic per richting).
4.1.2 Interfaces
4.1.2.1 Verificatie op basis van certificaten
Voor het verkrijgen van tokens en certificaten zijn volgende scenario's voorzien: Scenario 1: Verkrijgen van het certificaat via het portaal
CP-gebruiker
CP-gebruiker
1. De CP-gebruiker vraagt een token d.m.v. een actie in het gebruikersinterface van het gatewayportaal. Er wordt een validatiecode gegenereerd en weergegeven in het portaal in het betreffende gateway-informatiescherm en er vertrekt een e-mail met een token naar de CP-gebruiker.
2. De CP-gebruiker navigeert via het webportaal naar een beveiligde webpagina en gebruikt zowel het token als de validatiecode om het certificaat te downloaden.
Als de aanvraag geldig is, kan de CP-gebruiker een ZIP-bestand downloaden met een PFX- bestand en het wachtwoord om het certificaat te extraheren (CERT-bestand - X.509- certificaat).
Scenario 2: Verkrijgen van het certificaat door de gateway door middel van een token
Dit tweede scenario zal beschikbaar zijn in een volgende release en de gedetailleerde specificatie zal beschikbaar worden gesteld in een van de volgende updates van dit document.
De berichten in de gegevensuitwisseling zullen bestaan uit een functionele header en een message body.
Alle vereiste (en optionele) velden worden beschreven in de volgende secties. In kolom Element worden afkortingen gebruikt om de tags van het bericht te beperken en zo het bericht te reduceren.
Met betrekking tot datumtijden gebruiken we het ticks-datumtijdformaat, dat zijn de milliseconden geteld vanaf de referentiedatum: 01-01-2019 00:00:00 UTC.
4.1.2.2.1 Body (te versleutelen – zie volgende secties)
Element | Gegevens type | Oorsprong | Beschrijving | |
SDP – SDP EAN | String | SCADA / FSP BE | EAN van het aFRR Service Delivery Point. | |
DPM – DPmeasured | Decimaal (JSON) | Meettoestel | De instant nettovermogensmeting (bruto als de nettowaarde niet kan worden gemeten) (in MW) per leveringspunt. | |
DPB – DPbaseline | Decimaal (JSON) | SCADA / FSP BE | Het vermogen (in MW) dat het leveringspunt zou hebben geïnjecteerd/verbruikt zonder activering van een aFRR-dienst, voor de tijdstempel in het veld MTS – Measure Timestamp + 1 minuut. | |
AS – DPaFRR | Integer (JSON) | SCADA / FSP BE | Dit is een logisch (0 of 1) signaal dat aangeeft of het leveringspunt de dienst levert voor het betreffende tijdsbestek. | |
PS – DPaFRR,supplied | Decimaal (JSON) | SCADA / FSP BE | Het aantal MW van ΔPsec_tot4 dat door de BSP wordt toegewezen aan het leveringspunt in kwestie. | |
MTS – Measure timestamp | Ticks (UTC) | Meettoestel gateway | / | De datumtijd waarop de momentopname van de Pmeasured wordt genomen. De Pbaseline in dit bericht vertegenwoordigt de waarde voor deze tijdstempel + 1 minuut in de toekomst. |
4.1.2.2.2 Header
Element | Gegevenst ype | Oorsprong | Beschrijving | |||
MT - Message Type | String | Afkomstig van gegevensbron | Geeft het berichttype & de frequentie weer. Dit zorgt ervoor dat elk berichttype uniek is, ongeacht de gevraagde frequentie. | |||
SID – Sender Id | String | Afkomstig van gegevensbron | Het Endpoint Id zoals geregistreerd in het Communicatieplatform. | |||
GID – Gateway Id | String | Afkomstig van gegevensbron | De gateway-ID van de gateway zoals aangemaakt door het Communicatieplatform. | |||
EKV – Encrypted key version | Integer (optioneel) | Afkomstig van gegevensbron | De versie van de gebruikte encryptiesleutel (verandert op geregelde tijdstippen). Indien niet verzonden wordt de body beschouwd als: niet versleuteld. | |||
HV - Header version | Integer | Afkomstig van gegevensbron | De Header version maakt communicatie mogelijk over hetzelfde berichttype maar met verschillende versies als de headerstructuur van het bericht wordt bijgewerkt. Op deze manier hebben de verzenders de tijd om zich aan te passen en weet de ontvanger hoe hij het bericht moet interpreteren. | |||
BV - Body version | Integer | Afkomstig van gegevensbron | De body version maakt communicatie mogelijk over hetzelfde berichttype maar met verschillende versies als de bodystructuur van het bericht wordt bijgewerkt. Op deze manier hebben de verzenders de tijd om zich aan te passen en weet de ontvanger hoe hij het bericht moet interpreteren. | |||
CTS - Creation timestamp | Ticks (UTC) | Afkomstig van gegevensbron | De tijdstempel verzonden werd. | wanneer | het | bericht |
4.1.2.2.3 Protocol
Het MQTTS protocol moet gebruikt worden tussen de gateway en het Communicatieplatform.
4.1.2.2.4 Encryptiealgoritme
Om de berichten te versleutelen, wordt het algoritme Advanced Encryption Standard (AES) / Rijndael (128 bits) met symmetrische sleutels gebruikt. Verschillende implementatiebibliotheken zijn te vinden in Python, JAVA, C#, ...
Het algoritme wordt beschreven in de norm ISO/IEC 18033-3. Hier kan men een eenvoudige beschrijving van het algoritme vinden:
xxxxx://xx.xxxxxxxxx.xxx/xxxx/Xxxxxxxx_Xxxxxxxxxx_Xxxxxxxx
Dit algoritme wordt standaard gebruikt met de volgende parameters:
- Sleutelgrootte: 128 bits
- Cypher: CBC
- Padding: PKCS7
Zoals beschreven in de processtromen, zal een Key Management System encryptiesleutels genereren en deze beschikbaar stellen aan elke afzonderlijke gateway via het Communicatieplatform.
Daartoe wordt een specifiek berichttype uitgewisseld.
4.1.2.3.1 Header
Parameter | Waarde | Beschrijving |
MT - Message Type | String (ENCRYPTION KEY) | Geeft het berichttype & de frequentie weer. Dit zorgt ervoor dat elk berichttype uniek is, ongeacht de gevraagde frequentie. |
4.1.2.3.2 Body
Parameter Waarde Beschrijving | ||
MT – Message Type | De Message Type waarvoor de sleutel wordt aangevraagd. | |
KEY | string | De encryptiesleutel zelf. Deze sleutel wordt versleuteld vanuit het beveiligde KMS aan de hand van het GW- certificaat. |
KV - Key version | integer | De key version van de aangevraagde sleutel. |
KT – Key Type | string | Het algoritme ondersteund voor versleuteling. |
VF - Geldig van (Start geldigheid) | Ticks | Datumtijd begin geldigheid van de encryptiesleutel. |
VT - Geldig Tot (Einde geldigheid) | Ticks | Datumtijd einde geldigheid van de encryptiesleutel. |
Gateways
Een encryptiesleutel blijft 36 uur geldig en er wordt dagelijks een nieuwe sleutel opgehaald. Dat betekent dat er een overlapping van 12 uur is waarbinnen de nieuwe sleutel ontvangen en gebruikt moet worden:
4.1.2.3.3 Technische informatie
Het Communicatieplatform zal dit berichttype uitwisselen volgens dezelfde principes als de aFRR- berichten, maar in de andere richting. Er zal een specifiek topic voor deze berichtenuitwisseling worden voorzien.
Merk op dat momenteel alleen het AES / Rijndael algoritme ondersteund wordt door het platform. Andere kunnen later worden toegevoegd.
Om de vertrouwelijkheid van de sleutel te garanderen, wordt de sleutel in het bericht versleuteld met de publieke sleutel van het gatewaycertificaat. De gateway zal de eigen private sleutel van het certificaat nodig hebben om de sleutel te ontcijferen en vervolgens om berichten te versturen.
Voorbeeld van een bericht:
{
"MT": "ENCRYPTIONKEY",
"Body": "hj7EFc+S5giTCk41loj21ILGOT4aZkafhXzSbmt/gy4ANB4as1MZsnyAwixU76vm4AEmniUw29+8g XXXx0Xx0XxX0Xx0xXxXXXxxxxXxx0XxXXxxXxXX0XX0xxX0XxXXX0XxX0X0XXXx0xX0XXX00X
X00x0XXXxXXx0XXXXXxxxxxxxXXXX0xxxXXXXxxXXxXxXXxxXxXX0XxXXxxXx0XxXX0X0X0x ol7lXFZcSD1vnCy4kcF3Jyd6KPEzKfhkFJc2FZaidIjSWuo/Z5HQb74hAmg2m/REQnw7yXfaHjJ3E8Z zoFZhw+sR7TsBnZvDInni74zuv0R7UFTg2eHmKHnA==" }
4.1.2.4 Aanvraag encryptiesleutel
Zoals beschreven in de processtromen, zal een Key Management System encryptiesleutels genereren en deze beschikbaar stellen aan elke afzonderlijke gateway via het Communicatieplatform. Als de gateway moet vervangen worden of heropgestart met een lege configuratie, moet(en) de laatste encryptiesleutel(s) opgevraagd worden om nieuwe berichten te kunnen versturen.
Daartoe wordt een specifiek berichttype uitgewisseld.
Merk op dat één bericht zal ontvangen worden (zoals beschreven in sectie 4.1.2.3) voor elk berichttype en versie beheerd door de gateway met een actieve aFRR-dienst (normaal gesproken slechts één omdat er momenteel slechts één berichttype met slechts één versie is).
4.1.2.4.1 Header
Parameter | Waarde | Beschrijving |
MT - Message Type | String (ENCRYPTION KEYREQUEST) | Geeft het berichttype & de frequentie weer. Dit zorgt ervoor dat elk berichttype uniek is, ongeacht de gevraagde frequentie. |
4.1.2.4.2 Body
Body is leeg.
4.1.2.4.3 Technische informatie
Het Communicatieplatform zal dit berichttype uitwisselen volgens dezelfde principes als de aFRR- berichten, maar in de andere richting. Er zal een specifiek topic voor deze berichtenuitwisseling worden voorzien.
Voorbeeld van een bericht:
{
"MT": "ENCRYPTIONKEYREQUEST"
}
Het heartbeatmechanisme maakt het mogelijk om sleutelwaarden uit te wisselen tussen de gateways en het Communicatieplatform die geen verband houden met de uitwisseling van marktgegevens van eindpunten.
Het Communicatieplatform geeft de frequentie van de heartbeatberichten aan en wordt in eerste instantie ingesteld op elke vijf minuten.
Het heartbeatbericht kan op twee manieren werken:
• Ad hoc: er zal een actieknop in het beheerportaal worden voorzien om een eenmalig heartbeatbericht naar de gateway te sturen. Als dit bericht succesvol werd beantwoord door de gateway, wordt de communicatiestatus op 'Verbonden' gezet. Zo kan de gebruiker de connectie en de authenticatie van een gateway testen.
• Weerkerend: zodra een dienst geactiveerd is op dit eindpunt, zal het CP een heartbeat initiëren met een interval naar keuze (aanvankelijk 5 minuten). Ook hier wordt de communicatiestatus van de gateway bijgewerkt in het portaal als een heartbeat niet beantwoord wordt. De time to live van het heartbeatbericht is gelijk aan de heartbeatfrequentie (aanvankelijk 5 minuten).
4.1.2.5.1 CP naar GW
Header
Parameter Waarde Beschrijving | ||
MID - MessageId | Integer | Een teller die gereïnitialiseerd kan worden. |
MT - Message Type | String (HEARTBEAT) | Geeft het berichttype & de frequentie weer. Dit zorgt ervoor dat elk berichttype uniek is, ongeacht de frequentie waarmee het heartbeatbericht gepost wordt. |
Body
Parameter Waarde Beschrijving | ||
TS - Time Sync | 1 | Alleen aanwezig wanneer een gateway zijn interne klok moet synchroniseren met een NTP-server. |
GWV - GW Version | 1 | Alleen aanwezig wanneer een gateway zijn firmware- en softwareversie moet doorgeven. Dit zal dagelijks worden opgevraagd. |
TimeSync en GW version parameters zijn 2 sleutels die als lijst met parameters in het bericht kunnen worden toegevoegd. Andere parameter(s) kunnen later worden toegevoegd in de body.
Voorbeeld van bericht zonder tijdsynchronisatie en GW-versie vereist:
{
"MID": 36.
"MT": "HEARTBEAT",
},
Voorbeeld van bericht met tijdsynchronisatie en zonder GW-versie vereist:
{
"MID": 36.
"MT": "HEARTBEAT", "Body": "{"TS":1}"
},
Berichtvoorbeeld zonder tijdsynchronisatie en met GW-versie vereist:
{
"MID": 36.
"MT": "HEARTBEAT", "Body": "{"GWV":1}"
},
Voorbeeld van bericht met tijdsynchronisatie en GW-versie vereist:
{
"MID": 36.
"MT": "HEARTBEAT",
"Body": "{"TS":1, "GWV”:1}"
},
4.1.2.5.2 GW to CP
Header
Parameter Waarde Beschrijving | ||
MID - MessageId | Integer | ID van het Heartbeat aanvraagbericht. |
MT - Message Type | String (HEARTBEAT) | Geeft het berichttype & de frequentie weer. Dit zorgt ervoor dat elk berichttype uniek is, ongeacht de gevraagde frequentie. |
GID – Gateway Id | String | De gateway-ID van de gateway zoals geregistreerd in het Communicatieplatform. |
CTS - Creation timestamp | Ticks (UTC) | De tijdstempel wanneer het bericht verzonden werd. |
Body
Parameter Waarde Beschrijving | ||
SV - Software version | String | De softwareversie waarop de gateway draait. Alleen te verzenden wanneer het veld GW Version in de aanvraag is verzonden. |
FWV - Firmwareversion | String | De softwareversie waarop de gateway draait. Alleen te verzenden wanneer het veld GW Version in de aanvraag is verzonden. |
Voorbeeld van een bericht waarbij geen software- en firmwareversie nodig zijn:
{
"MID": 36.
"MT": "HEARTBEAT ",
"GID": "123-ABCD", "CTS": 29666589696
},
Voorbeeld van een bericht waarbij software- en firmwareversie nodig zijn:
{
"MID": 36.
"MT": "HEARTBEAT ",
"GID": "123-ABCD", "CTS": 29666589696,
"Body": "{"SV":"1.2", "FWV":"1.74"}"
},
4.1.2.5.3 Technische informatie
De Heartbeat wordt regelmatig naar het GW-ontvangertopic gestuurd. Het antwoord wordt op dezelfde topic gestuurd als de aFRR-berichten.
4.1.3 Verwerking van uitzonderingen
Een lokale buffering van minstens 5 dagen moet lokaal gebeuren. Dit zal gebruikt worden wanneer de communicatie tussen de GW en het aFRR-communicatieplatform onderbroken is. De gegevens moeten worden voorzien van een tijdstempel op het moment dat ze worden aangemaakt.
Eens de communicatie hersteld is, moeten de berichten die tijdens de onderbreking niet verstuurd werden, alsnog verstuurd worden.
Om overbelasting te voorkomen kan er maximaal 1 bericht per seconde per gateway verzonden worden.
- Berichtengroepering kan gebeuren voor een periode van 1 minuut (15 gegevens van 4s). Merk op dat dit alleen geldig is tijdens het verwerken van uitzonderingen (communicatiestoring, ...).
- Bij groepering wordt de header slechts eenmaal verzonden en worden de body’s van de specifieke tijdreeksen gegroepeerd in een enkele body.
- De body wordt slechts eenmaal versleuteld.
In het geval dat Xxxx de gegevens niet ontvangt in realtime communicatie voor grotere onderbrekingen, worden de volgende maatregelen genomen:
- De FSP moet, op verzoek van Xxxx, in staat zijn om een fallbackbestand te leveren met tijdreeksen die dezelfde parameters bevatten als die welke worden gevraagd in het aFRR- bericht.
- Elia kan enkel fallbackbestanden opvragen voor een periode van maximum 90 dagen vóór de dag van de aanvraag.
- De aanlevering van het fallbackbestand dient binnen vijf werkdagen te gebeuren.
4.1.4 Service level agreements
Om een correcte, volledige en realtime gegevensuitwisseling te verzekeren, is een controle voorzien op vooraf bepaalde KPI's.
4.2.1 URL’s en config
Het platform zal toegankelijk zijn via volgende URL's: ACC: xxxxx://xxxx-xxx.xxxxxxxxx.xx/
DEMO: xxxxx://xxxx-xxx.xxxxxxxxx.xx/
PROD: xxxxx://xxxx.xxxxxxxxx.xx/
Hou er rekening mee dat de eerste tests met de Pre-Prod-omgeving uitgevoerd zullen worden vanaf 18 mei. De acceptatieomgeving zal worden gebruikt wanneer updates van het platform worden uitgebracht. De productieomgeving (die gebruikt zal worden voor de prekwalificatietests) wordt in de komende weken beschikbaar gesteld.
Dit is de URL van het Device Provisioning System zonder gebruik te maken van de Microsoft SDK:
xxxxx://xxxxxx.xxxxx-xxxxxxx- xxxxxxxxxxxx.xxx/{connectionScope}/registrations/{GatewayBusinessId}/register?api-version=2019- 03-31
Het GatewayBusinessId wordt gegenereerd door het platform wanneer een nieuwe Gateway wordt aangemaakt.
Connection scope:
ACC: 0ne000F2E25 DEMO: 0ne000F7DB8 PROD: 0ne000FEA0A
Met de Microsoft SDK is de connectiestring als volgt:
xxxxxx.xxxxx-xxxxxxx-xxxxxxxxxxxx.xxx
Merk op dat deze URL's & configuraties niet wijzigen in geval van DRP. De naam van de 2 topics:
Cloud to Device: $"devices/{GatewayBusinessId}/messages/devicebound/#"
Device to Cloud: $"devices/{GatewayBusinessId}/messages/events/”
4.2.2 Testen berichtenformaat
De waarde van JSON-berichten (RFC 8259-formaat) in het communicatieportaalinterface zal worden getest.
4.2.3 Voorbeelden
Hieronder worden enkele voorbeelden van berichten gegeven. Het zal ook mogelijk zijn om het berichtformaat (JSON Validation) te testen in het testplatform.
Voor meer details over hoe verbinding te maken met het platform en een gedetailleerd voorbeeld (in C#) van de code om verbinding te maken met ons platform, verwijzen we naar de technische referentie zoals omschreven in punt 2 van dit document.
Andere voorbeelden (in diverse programmeertalen) zijn hier te vinden:
xxxxx://xxxx.xxxxxxxxx.xxx/xx-xx/xxxxx/xxx-xxx/xxx-xxx-xxxxxxxx-xxxx.
De betreffende sectie is ‘IoT Hub Device SDKs’
Berichten moeten worden verzonden met een versleutelde body. In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van niet-versleutelde en versleutelde gegevens, zodat de juiste JSON kan worden gegenereerd voor de versleuteling. Zoals eerder beschreven kan de body meerdere gegevens van 4 seconden bevatten voor het ondervangen van bepaalde uitzonderingsstromen. Beide gevallen worden hieronder omschreven.
• aFRR gegevens – Onversleuteld JSON met 4s gegevens:
{
"MT": "AFRR", "HV": 1,
"BV": 1,
"GID": "SN4589674", "CTS": 33496996088,
"EKV": 1,
"SID": "84V-UOU-40P",
"Body":
"[{"DPM":0.123,"DPB":0.987,"AS":1,"PS":0.0,"MTS":0,"SDP":"541122334455667788"}]",
}
• aFRR gegevens – Versleuteld JSON met 4s gegevens:
De encryptiestleutel voor deze boodschap heeft volgende eigenschappen:
Encryptietype: RijndaelManaged -> KeySize: 128, Padding: PKCS7, Mode: CBC Encryptiesleutel: 9xu0DqrgaFYgrPhudq9s6A==
Encryption IV: 9xu0DqrgaFYgrPhudq9s6A==
{
"MT": "AFRR", "HV": 1,
"BV": 1,
"GID": "SN4589674",
"CTS": 33496996088,
"EKV": 1,
"SID": "84V-UOU-40P",
"Body": "9pMzn4mX5b/+y5SSPVzi6vgebzyLDQJ5bog4c3mg+8cIXS1eVw5ELNlbBUqllhYznMt872Nu7dwUyBTb Ykl7IPcC9NK8XFy9wnFtVLLmFjM="
}
5 Tijdsynchronisatie en tijdstempel
Omdat elke meting moet voorzien zijn van een tijdstempel, zijn er twee opties:
(1) De tijdreferentie en -stempel worden gegeven in de gateway;
(2) De tijdreferentie en -stempel worden gegeven in het meettoestel.
De gegevens moeten elke 4 seconden een tijdstempel krijgen.
Wat betreft tijdsynchronisatie moet het toestel dat verantwoordelijk is voor de tijdstempel te allen tijde gesynchroniseerd zijn met een NTP-server of een gelijkaardig systeem. De nauwkeurigheid van de tijdstempel moet minstens 20ms bedragen. Bij een aanhoudend tijdsverschil vraagt het CPO via een heartbeatbericht om synchronisatie met een NTP-server.
6 Contactpersonen voor gateway
MARKTGIDS FLEXIBILITEIT 2.1
Herzien op | Versie | Beschrijving | Status |
09.05.2022 | 0.1 | Voorstel van de Product Design Group Flex naar de marktpartijen gestuurd als input voor de workshop van 19.05.2022 | Ontwerp |
09.06.2022 | 1.0 | Integratie van opmerkingen uit het marktraadplegingsproces afgerond op 3/06/2022 | Ter goedkeuring voorgelegd aan MC DNB |
21.04.2023 | 1.1 | Verduidelijking op basis van opmerkingen van de VREG op de vorige versie Wijzigingen hebben betrekking op: • opening van aFRR voor LS • nieuwe werkingsregels voor CRM • digitalisering van het FCR assetregister | Ontwerp |
15.12.2023 | 2.0 | Wijzigingen hebben betrekking op: • interacties met de leveringsmarkt • aggregatie in Delivery Point Groups • formaat van aanvragen | Ontwerp |
08.05.2024 | 2.1 | Verduidelijking op basis van opmerkingen van de VREG op de vorige versie | Gepubliceerd |
2.2. Begrippen en Terminologie 9
2.3. Rollen en verantwoordelijkheden 17
2.3.2.1 Flexibility Requesting Party (Flexibiliteitsaanvrager)
2.3.2.2 Flexibility Service Provider (Dienstverlener van flexibiliteit)
2.3.3. Contracten tussen marktpartijen 18
3.1. Processen van flexibiliteitsproducten 20
3.2. Meetvereisten voor flexibiliteitsproducten 23
3.3. Combinatie van flexibiliteitsproducten 24
4.1.1. FSP is akkoord met de Algemene Voorwaarden van de FRP 25
4.2.1. Ondertekening FSP-DNB-contract 25
4.2.2. Contract Connection Check 27
4.2.3. Net Flex Study 29
4.2.4. Identificatie Leveringspunt 31
4.2.5. Instellen ex post gegevensuitwisseling 33
4.2.6. Instellen van realtime gegevenscommunicatie 35
4.3. Productprekwalificatie 37
4.3.1. Ondertekening FSP-FRP-contract 37
4.3.2. Begin nieuwe dienst 38
4.3.3. Update dienst 40
4.3.4. Beëindiging dienst 42
4.3.5. Bepalen Nominaal Referentievermogen 45
4.3.6. Prekwalificatiecontrole en test door de FRP 48
4.3.7. Controle voorafgaand aan levering 48
4.3.8. Baselinecontrole door de FRP 49
4.4. Interacties met de leveringsmarkt 49
4.4.1. Verwerken van structuring wijzigingen 50
5. Operate 53
5.1. Aanbesteding 53
5.1.1. Bieden 53
5.1.2. Marktclearing 53
5.2. Levering 53
5.2.1. Activering 53
5.2.2. DNB in kennis stellen van activering 54
6. Measure 56
6.1. Begrippen 56
6.1.1. Granulariteit van de gegevens 56
6.1.2. 2 soorten meeteenheden 56
6.1.3. Frequentie van de gegevens 56
6.1.4. Oorsprong van de gegevens 56
6.1.5. Regels voor gegevensvalidatie 56
6.2. Gegevensuitwisseling 58
6.2.1. Ex post Gegevensuitwisseling 58
6.2.2. Realtime Gegevensuitwisseling 59
6.3. Berekening 61
6.3.1. Berekening Baseline 61
6.3.2. Berekening Geleverde Energie 62
7. Settle 63
7.1. Volume Settlement 63
7.1.1. Gegevens voor FRP/FSP-Settlement 63
7.1.2. BRP perimetercorrectie 63
7.1.3. Publicatie van de Overdracht van Energievolumes 63
7.2. Financiële Settlement 65
7.2.1. FSP-Settlement 65
7.3. Rectificaties 65
7.3.1. Jaarlijkse controle van rectificaties 65
8. Billing 68
9. Controle & rapportage 69
9.1. Controle 69
9.1.1. Flex-register en meetgegevens operationeel overzicht en controle 69
9.1.2. Details realtime gegevensmonitoring 69
9.1.3. SLA-monitoring 69
9.2. Rapportage 70
10. Specifieke bepalingen voor communicatie voor flexibiliteit op het LS-distributienet 71
10.1. LS Delivery Point Groups 71
10.2. Creëren/wijzigen Delivery Point Group 71
10.3. Toewijzen SDP-Flex 73
10.4. Aggregatie van meetgegevens 76
11. Specifieke bepalingen voor CDS 80
12. Monitoring van gegevenskwaliteit (SLA) 81
13. Bijlagen 82
Bijlage 1 - Lijst van relevante documenten 82
Bijlage 2 - Realtime Communication Platform & Flex Data Hub Portaal 83
Bijlage 3 - Gebruikerstoegang SFTP voor Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Bijlage 4 - Marktgids flexibiliteit – overzicht inzake gegevenskwaliteit 84
Bijlage 5 – Bestandsformaat CSV-import voor FCR laagspanning 86
Bijlage 6 – Formulier voor aanvraag van identificatie van een nieuw XXX-X 00
Bijlage 7 - Pool update 88
Bijlage 8 – Template aanvraag NRP berekening 89
Bijlage 9 – Unified request voor laagspanning 91
Bijlage 10 – Antwoord op unified request 93
Bijlage 11 – Code lijst 94
Bijlage 12 – Antwoord op toewijzing SDP-Flex aan een Delivery Point Group 96
Bijlage 13 – Verzoek tot aanmaken/wijzigen van een Delivery Point Group 97
Figuur 1 - Overzicht van de processen en domeinen van de flexibiliteitsmarkt 8
.............................................................................................................................................................. 15
Figuur 3 - Basisvoorbeeld: De netgebruiker levert flexibiliteit met slechts één subasset 16
Figuur 4 - Basisvoorbeeld: De Netgebruiker levert flexibiliteit met meerdere subassets 16
Figuur 5 – Diagram Marktrollen 17
Figuur 6 – Contracten tussen marktpartijen 19
Figuur 7 - Ondertekenen FSP-DNB-contract 26
Figuur 8 - Contract Connection Check 28
Figuur 9 - Net Flex Study 30
Figuur 10 - Identificatie van het Leveringspunt 32
Figuur 11 - Instellen van ex post gegevensuitwisseling 34
Figuur 12 - Instellen van realtime gegevensuitwisseling 36
Figuur 13 - Start nieuwe dienst 38
Figuur 14 - Update dienst 40
Figuur 15 - Beëindiging dienst 43
Figuur 16 - Vaststelling Nominaal Referentievermogen 46
Figuur 17 - Kennisgeving DNB van Activering 54
Figuur 18- Ex post Gegevensuitwisseling 58
Figuur 19 - Realtime Gegevensuitwisseling 60
Figuur 20 - Publicatie van de Overdracht van Energievolumes 64
Figuur 21 - Jaarlijkse controle van rectificaties 66
Figuur 22 - Virtuele Leveringspunten 71
Table 1 - Lijst van afkortingen 9
Tabel 2 - Lijst van definities 15
Tabel 3 - Overzicht van flexibiliteitsproducten vs. processen 22
Bijlage 1 - Lijst van relevante documenten 82
Bijlage 2 - Realtime Communication Platform & Flex Data Hub-portaal 83
Bijlage 3 - Gebruikerstoegang SFTP voor Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Bijlage 4 – Marktgids flexibiliteit – overeenkomst inzake gegevenskwaliteit 85
Bijlage 5 – Bestandsformaat CSV-import voor FCR laagspanning 87
Bijlage 6 – Formulier voor aanvraag van identificatie van een nieuw XXX-X 00
Bijlage 7 – Pool update 88
Bijlage 8 – Template aanvraag NRP berekening 90
DISCLAIMER
De Algemene Voorwaarden (AV) van alle in dit document vermelde FRP-producten zijn te vinden op de FRP-website. Indien bepaalde productspecifieke kenmerken strijdig zouden zijn met deze Marktgids flexibiliteit zullen deze AV voorrang hebben.
1. Inleiding
Dit document geeft een overzicht van de flexibiliteitsmarktprocessen in België, met nadruk op de interactie tussen (Distributie)Netbeheerders en Flexibility Service Providers. Het is bedoeld als marktgids voor de wisselwerking met alle Distributienetbeheerders die actief zijn op het Belgische net, ongeacht de regio, en voor alle beschikbare flexibiliteitsproducten van verschillende Flexibility Requesting Parties (FRP).
We hebben ons best gedaan om deze marktgids zo eenvoudig en praktisch mogelijk te maken, ook al is het wettelijk en regelgevend kader in de verschillende regio's niet steeds hetzelfde en kunnen bepaalde flexibiliteitsproducten specifieke functionaliteiten vereisen. De regionale of productspecifieke aspecten zijn aangegeven waar van toepassing. Om overlapping van informatie te voorkomen wordt in het document verwezen naar de aanvullende of meer uitgewerkte functionaliteiten die in andere technische specificaties zijn beschreven. Een lijst van referentiedocumenten is als bijlage opgenomen.
Deze marktgids beantwoordt ook aan de vereiste in de Vlaamse Netcode1 om - samen met de transmissienetbeheerder en andere relevante stakeholders - de regels voor de marktprocessen voor flexibiliteit te ontwikkelen en te beheren. Een consultatieprocedure is opgezet om de marktpartijen te informeren en hun reacties op de voorgestelde processen op te tekenen. Deze consultatieprocedure verloopt volgens artikel 4.3.63 §3 van de Vlaamse Netcode. Het omvat interactie met de stakeholders via de Synergrid Product Design Group flexibility2.
Om de flexibiliteitsmarkt verder uit te werken en nieuwe ontwikkelingen te integreren zal dit document wordt herzien en bijgewerkt door de Product Design Group als de regionale/federale wetgeving dit vereist of als er nieuwe producten worden geïntroduceerd.
1 Technisch Reglement Distributie Elektriciteit, art 4.3.63
2 Informatie over de Product Design Group flexibiliteit te vinden op de Synergrid website, Product Design Flexibiliteit - Synergrid
2. Algemeen
Het domein Flexibiliteit bestrijkt de marktprocessen en informatie-uitwisseling met betrekking tot flexibiliteitsproducten op het distributienet. Het omvat de volgende vijf onderdelen:
• Structure: Omvat alle activiteiten voor de uitwisseling van informatie (master data) die nodig zijn voor de latere bedrijfsprocessen. De verschillende partijen verzoeken om de creatie, wijziging of schrapping van bedrijfselementen van de energiemarkt, zoals meetpunten, meters, contracten, enz. of van de karakteristieken ervan.
• Operate: Omvat alle activiteiten die verband houden met de uitwisseling van berichten voor het beheren van de flexibiliteitsmarkten.
• Measure: Omvat alle activiteiten die verband houden met het lezen, verwerken en doorsturen van de meetgegevens op SDP-Flex-niveau met betrekking tot flexibiliteitsproducten.
• Settle: Omvat alle activiteiten die verband houden met de toewijzing van flexibiliteitsvolumes aan de betrokken marktpartijen en – in voorkomend geval - het effect ervan op de leveringsmarkt.
• Billing: Omvat de huidige en toekomstige processen om de facturering tussen DNB en FSP's met betrekking tot flexibiliteit mogelijk te maken.
Figuur 1 - Overzicht van de processen en domeinen van de flexibiliteitsmarkt
Dit document heeft alleen betrekking op Service Delivery Points Flex op het distributienet en beschrijft alleen in detail de processen in verband met de informatiestromen waarin de DNB betrokken partij is. Voor de overzichtelijkheid wordt in dit document het end-to-end proces doorlopen. De activiteiten waarbij de DNB niet tussenkomt worden slechts kort beschreven.
Telkens wanneer een proces naar een extern document verwijst, wordt dit aangegeven met het icoon . Een overzicht van alle externe documenten is te vinden in Bijlage 1 - Lijst van relevante documenten.
2.2. Begrippen en Terminologie
Voor een goed begrip van dit document volgen hier enkele begrippen en termen.
aFRR | Automatic Frequency Restoration Reserve (Automatisch frequentieherstelproces) |
BRP | Balance Responsible Party (Evenwichtsverantwoordelijke) |
CDS | Closed Distribution System (Gesloten distributienet) |
CDSO (GDNB) | CDS Operator (Gesloten distributienetbeheerder) |
CMU | Capacity Market Unit |
CPO | (Realtime) Communication Platform Operator |
CRM | Capacity Remuneration Mechanism (Capaciteitsvergoedingsmechanisme) |
DA | Day Ahead |
(D)NG (DGU) | (Distribution) Grid User ((Distributie-)netgebruiker) |
DNB (DSO) | Distributienetbeheerder (Distribution System Operator) |
DPG | Delivery Point Group |
FCR | Frequency Containment Reserve (Frequentiebegrenzingsreserve) |
FRP | Flexibility Requesting Party (Flexibiliteitsaanvrager) |
FSP | Flexibility Service Provider (Dienstverlener van flexibiliteit) |
GWM | Gateway Manager (Gatewaybeheerder) |
HS | Hoogspanning |
ID | Intraday |
LS | Laagspanning |
mFRR | Manual Frequency Restoration Reserve (Frequentieherstel via manuele activering) |
MS | Middenspanning |
NFS | Network Flexibility Study (Netwerkflexibiliteitsstudie) |
NRP | Nominal Reference Power (Nominaal Referentievermogen) |
PQP | Prequalified Power (Geprekwalificeerd Vermogen) |
RTCP | Realtime Communication Platform |
SDP Flex | Service Delivery Point Flex |
SDR | Strategic Demand Reserve (Strategische reserve) |
NB | Netbeheerder |
ToE | Transfer of Energy (Energieoverdracht) |
TNB | Transmissienetbeheerder |
TRDE | Technisch Reglement voor de Distributie van Elektriciteit in het Vlaamse gewest |
Table 1 - Lijst van afkortingen
Activering | De modulatie van de afname en/of van de injectie door een netgebruiker. Dit kan automatisch of manueel zijn, afhankelijk van het flexibiliteitsproduct. |
Geactiveerd Vermogen | Het door de FSP aan de DNB meegedeelde volume, dat als gevolg van de activering van de flexibiliteit voor een Service Delivery Point Flex, werd gemoduleerd voor de netgebruiker. |
Activeringsperiode | De periode, op basis van een extern signaal, gedurende dewelke de flexibiliteit geactiveerd wordt. Deze periode wordt gedefinieerd door een begintijdstip en een eindtijdstip. De periode met betrekking tot een mogelijke recuperatie in een later stadium van de niet- verbruikte energie tijdens de activering maakt geen deel uit van deze activeringsperiode. |
Additioneel Leveringspunt | Zoals bepaald in de CRM werkingsregels. In het algemeen: een leveringspunt geconnecteerd tot een capaciteit waarvoor – op het moment van indiening van prekwalificatie – nog geen representatief NRP kan berekend worden op basis van 15 minuten meetgegevens. |
Automatic Frequency Restoration Reserve (aFRR) (Automatic Frequency Restoration Reserve) | Zoals gedefinieerd in de algemene voorwaarden (AV) BSP aFRR van Xxxx. |
Baseline | Reeks van waarden die het veronderstelde elektrische profiel zonder activering weergeeft, d.w.z. wat de afname of injectie voor het Service Delivery Point Flex zou zijn geweest als er geen activering zou zijn. |
Balance Responsible Party (BRP) (Evenwichtsverantwoordelijke) | Voor elk toegangspunt tot het net moet er een toegewezen BRP zijn. De BRP kan een producent, grote afnemer, energieleverancier of handelaar zijn. Bijgevolg is elke BRP verantwoordelijk voor een portefeuille van toegangspunten en moet hij alle redelijke maatregelen ontwikkelen en uitvoeren om het evenwicht tussen injectie, afname en handel in commercieel vermogen binnen zijn portefeuille te handhaven. |
Balancing Service Provider (BSP) (Aanbieder van balanceringsdiensten) | Flexibility Service Provider die balanceringsdiensten aanbiedt aan de Transmissienetbeheerder. |
(Balance) Supplier | De partij die het verschil tussen het werkelijke gemeten energieverbruik en de door de Op het Net Aangesloten Partij met vaste energiecontracten gekochte energie op de markt brengt. Daarnaast verhandelt de Balance Supplier elk mogelijk verschil met het vaste energiecontract (van de Op het Net Aangesloten Partij) en de gemeten productie. |
Bestaand Leveringspunt | Zoals bepaald in de CRM werkingsregels. In het algemeen: een leveringspunt geconnecteerd tot een capaciteit waarvoor – op het moment van indiening van prekwalificatie – een representatief NRP kan berekend worden op basis van 15 minuten meetgegevens. |
Capacity Market Unit (CMU) | Een Capaciteit (“Individueel CMU”) of verschillende geassocieerde Capaciteiten (“Geaggregeerd CMU”) die in de opeenvolgende fasen |
van het Capaciteitsvergoedingsmechanisme worden gebruikt om een Dienst te leveren. | |
Capacity Remuneration Mechanism (CRM) (Capaciteitsvergoedingsmechanisme) | Een mechanisme om de toereikendheid van de resources in België te waarborgen op basis van “betrouwbaarheidsopties”. De geselecteerde capaciteitsaanbieders ontvangen een vaste capaciteitsvergoeding, maar zijn verplicht om inkomens boven een bepaald prijsniveau terug te storten.3 |
Closed Distribution System (CDS) (Gesloten Distributienet) | Een gesloten distributienet (Closed Distribution System, CDS) is een netwerk voor de distributie van elektriciteit binnen een geografisch afgebakende industriële of commerciële locatie of een locatie met gedeelde diensten, waarbij: de exploitatie of het productieproces van de gebruikers van dat systeem om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd is; dat systeem hoofdzakelijk elektriciteit distribueert aan de eigenaar of beheerder van het net of hun aanverwante ondernemingen. |
Closed Distribution System Operator (CDSO) (Gesloten Distributienetbeheerder) | Een Closed Distribution System Operator is een natuurlijke of rechtspersoon die door een bevoegde autoriteit officieel is aangesteld in de hoedanigheid van CDS-beheerder. De bevoegde autoriteit wordt aangewezen via een administratieve CDS- erkenningsprocedure. Het proces is geregionaliseerd en wordt per regio en federaal vastgesteld. De autoriteit is in de regel de minister van energie. |
Communication Platform User Designation (Aanwijzing Gebruikers Communicatieplatform) | Document door de DNG ondertekend om de FSP te machtigen een aan hun Aansluitingspunt gekoppeld Eindpunt aan te sluiten en te beheren en datarouting mogelijk te maken. |
Aansluitingspunt | Zie Technische Voorschriften. Het Aansluitingspunt wordt geïdentificeerd door een afname-EAN en, waar nodig, een injectie- EAN. Ook Hoofdpunt genoemd. |
Leveringsperiode | De periode waarin de contractuele flexibiliteit wordt geleverd. |
Leveringspunt | Een (toekomstig) punt op een elektriciteitsnet of binnen de elektrische installaties van een Netgebruiker waar de Dienst wordt of zal worden geleverd. Dit punt is of zal gekoppeld zijn aan een of meerdere meetinrichtingen die Xxxx toelaten om de levering van de Dienst te controleren en te meten. |
Leveringsrichting Omhoog of Omlaag | Bij flexibiliteit kan het elektrisch vermogen in twee richtingen worden gestuurd: |
3 Meer hierover is te vinden op deze website: xxxxx://xxxxxxxx.xxxx.xx/xx/xxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/x apaciteitsremuneratiemechanis
- Omhoog: richting van de activering van de flexibiliteit die overeenkomt met een vermindering van de afname of een stijging van de injectie. - Omlaag: richting van de activering van de flexibiliteit die overeenkomt met een stijging van de afname of een vermindering van de injectie. De richting geeft aan hoe de netfrequentie wordt hersteld. | |
Delivery Point Group | Een groep Service Delivery Point Flex (SDP-Flex) voor 1 flexibiliteitsproduct dat kan worden gebruikt voor de vereenvoudiging van poolbeheer en aggregatie van meetgegevens. In de werkingsregels en/of Terms and Conditions van dat product kan een minimaal te bereiken flexibel vermogen per Delivery Point Group gespecifieerd worden. |
(Distribution) Grid User ((Distributie- )netgebruiker) | Zoals omschreven in Art. 2 §1 (57) van de Federale Netcode voor een Netgebruiker die op het Elia-net of het Openbare Distributienet is aangesloten; of zoals gedefinieerd in Art. 2 §1 (58) van de Federale Netcode voor een Netgebruiker die op een CDS is aangesloten. Als de DNG wil deelnemen aan de Flexmarkt, kan hij: 1. De rol van FSP op zich nemen voor zijn eigen aansluitingspunten, of 2. Een mandaat geven aan een FSP die dan de DNG vertegenwoordigt in de Flexmarkt. |
Distributienetbeheerder (DNB) | De DNB onderhoudt, versterkt en beheert het distributienet en breidt het uit. Het distributienet brengt de elektriciteit van het transmissienet naar de eindgebruikers, tot bij de huishoudens. De DNB is ook verantwoordelijk voor het beheer van de meetgegevens op de markt. |
Eindpunt | Een digitaal gegevenstoegangspunt dat geregistreerd is op het Realtime Communication Platform (RTCP) en dat de uitwisseling van gegevens tussen het Eindpunt en een Applicatie via de RTCP door middel van een Gateway mogelijk maakt. |
Geleverde Energie | Het door de DNB berekende volume dat overeenstemt met de activering van de flexibiliteit voor een Service Delivery Point Flex. |
Versneld prekwalificatieproces | Het proces dat moet worden gevolgd door een CRM-kandidaat die niet aan het CRM wil deelnemen, maar wettelijk verplicht is een Prekwalificatiedossier in te dienen overeenkomstig de Elektriciteitswet, artikel 7undecies, §8. |
Flex Data Hub | Applicatie die flexibiliteitsgegevens gebruikt en/of opslaat en structureert. Ze is verbonden met het Realtime Communication Platform voor de uitwisseling van gegevens en de activering van een |
realtime gegevensstroom. De activering van een asset gebeurt via de FRP. | |
Flexibiliteit | De wijziging van het profiel van productie, injectie, verbruik of afname van energie als reactie op een extern signaal, teneinde hetzij een dienst in het energienet te leveren, hetzij een financieel voordeel te verkrijgen. |
Flexibiliteitsdienst | De lijst van Flexibiliteitsdiensten is opgenomen in het FSP-DNB- contract. Ook genoemd Flexibiliteitsproduct |
Flexibility Requesting Party (FRP) (Flexibiliteitsaanvrager) | Marktpartij die een overeenkomst heeft met een of meer Flexibility Service Providers om een Flexibiliteitsdienst te verlenen. |
Flexibility Service Provider (FSP) (Flexibiliteitsverlener) | Marktpartij die via een of meer Service Delivery Points Flex een of meerdere flexibiliteitsdiensten verleent. |
Frequency Containment Reserve (FCR) | Zoals gedefinieerd in de AV BSP FCR van Xxxx. |
Gateway | Een private communicatiepoort die de fysieke asset en zijn meetinrichting digitaal verbindt met het Realtime Communication Platform. |
Gateway Manager (GWM) | De Gateway Manager onderhoudt en beheert de gateway. Deze rol wordt omschreven voor het geval hij door iemand anders dan de Communication Platform Operator van de RTCP wordt vervuld. |
Hoogspanning (HS) | Zoals omschreven in de regionale wetgeving (Ordonnantie voor Brussel, Energiedecreet voor Vlaanderen, Decreet voor Wallonië) |
Laagspanning (LS) | Zoals omschreven in de regionale wetgeving (Ordonnantie voor Brussel, energiedecreet voor Vlaanderen, Decreet voor Wallonië) |
Manual Frequency Restoration Reserve (mFRR) (Frequentieherstel via manuele activering) | Zoals omschreven in de AV BSP mFRR van Xxxx. |
Middenspanning (MS) | Zoals omschreven in de regionale wetgeving (Ordonnantie voor Brussel, energiedecreet voor Vlaanderen). Voor Wallonië komt dit overeen met hoogspanning 1ste categorie zoals gedefinieerd in de AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)) |
Network Flex Study (NFS) | Het onderzoek naar het mogelijke effect van flexibiliteit op operationele veiligheidsvereisten. |
Nominal Reference Power (NRP) (Nominaal Referentievermogen) | De maximale capaciteit die in het CRM kan worden aangeboden zonder rekening te houden met de derating-factor of het opt-out volume. |
Pool | Alle Service Delivery Points Flex (en de bijbehorende flexibiliteitsmiddelen) die door de FSP kunnen worden geactiveerd als onderdeel van een Flexibiliteitsdienst. Voor elke SDP-Flex die deel uitmaakt van de pool bevat het alle administratieve en technische informatie die nodig is voor een correcte uitvoering van het FSP-DNB-contract. |
Prequalified Power (PQP) (Geprekwalificeerd Vermogen) | Het geprekwalificeerd vermogen is het resultaat van de NFS en is het maximale flexibiliteitsvermogen dat de Service Delivery Point Flex kan contracteren voor een flexibiliteitsproduct |
Submeter van derden | De meter is eigendom van, wordt geïnstalleerd en onderhouden door een derde partij, en niet door de DNB. |
Realtime Communication Platform (RTCP) (Realtime communicatieplatform) | Platform dat een veilige uitwisseling van realtime gegevens mogelijk maakt tussen de assets van de Netgebruikers en de applicaties van de Application Service Providers. |
Service Delivery Point Flex (SDP-Flex) | Een element, verbonden met een Aansluitingspunt, dat kan worden gebruikt in het kader van een Flexibiliteitsdienst. Het wordt geïdentificeerd door het meetpunt dat wordt gebruikt voor de controle en/of berekening van de beschikbaarheid en/of activering van flexibiliteit in de context van de Flexibiliteitsdiensten waarnaar in het FSP-DNB-contract wordt verwezen. |
Service Delivery Point Supply Primary (SDP-S1) | Het leveringspunt gekoppeld aan de hoofdmeter waarvoor de netgebruiker een leveringscontract kan afsluiten. |
Strategic Demand Reserve (Strategische reserve) | De strategische reserve werd ingevoerd bij de wet van 26 maart 2014 tot wijziging van de Federale Elektriciteitswet van 29 april 1999. Xxxx werd belast met de organisatie, het beheer en, indien nodig, de activering van een strategisch reservemechanisme om eventuele structurele productietekorten tijdens de wintermaanden op te vangen. Dit mechanisme draagt bij tot de Belgische bevoorradingszekerheid in de winter. Het verschilt van de evenwichtsmiddelen die Elia het hele jaar door gebruikt om de som van de resterende onevenwichten van de BRP's real time te compenseren. |
Netbeheerder | Netbeheerder kan zijn TNB's, DNB's of GDNB's (CDSO's). Wanneer we in de tekst naar een NB verwijzen, gaat het om de NB van de Netgebruiker. |
Transfer of Energy (ToE) (Energieoverdracht) | Kader om de effecten van de activering van energie door de FSP op de Leverancier en de BRP van de DNG te neutraliseren. Hierdoor kan men de flexibiliteit van de vraag valoriseren via een onafhankelijke FSP. |
Transmissienetbeheerder (TNB) | De beheerder van het hoogspanningstransmissienet. In België is dat Xxxx. De TNB onderhoudt, versterkt en ontwikkelt het hoogspanningsnet dat grote volumes elektriciteit over langere |
afstanden transporteert. De TNB is ook de eindverantwoordelijke voor de veilige werking van het net en moet ervoor zorgen dat vraag en productie altijd in evenwicht zijn. | |
Unsheddable: Margin | De minimale hoeveelheid netto actief vermogen (in kW/MW) die |
(Onafschakelbare Marge) | niet kan worden ingeperkt (niet-flexibel of onafschakelbaar |
vermogen) op de betrokken Leveringspunten. Het mag niet lager zijn | |
dan de negatieve waarde van de nominale productiecapaciteit en de | |
negatieve waarde van de maximale injectie. |
Tabel 2 - Lijst van definities
De begrippen Aansluitingspunt (Connection point), Leveringspunt (Delivery Point), Service Delivery Point Flex (SDP-F), Eindpunt (Endpoint) en Gateway worden hieronder nader toegelicht. De gegeven voorbeelden zijn niet exhaustief en tonen een situatie waarin een netgebruiker met een productie- eenheid en batterijopslag een flexibiliteitsdienst levert, hetzij met het volledige Aansluitingspunt, hetzij met slechts één subasset.
Figuur 3 - Basisvoorbeeld: De netgebruiker levert flexibiliteit met slechts één subasset
Figuur 4 - Basisvoorbeeld: De Netgebruiker levert flexibiliteit met meerdere subassets
De rol databeheerder maakt gebruik van een Flex-platform dat door de verschillende DNB’s en Elia gebouwd werd en gezamenlijk onderhouden wordt.
Het Flex-platform bestaat uit verschillende componenten, waaronder onder meer:
• FlexHub portaal: web interface voor de FSP
• FlexHub: database en calculation engine (flex register, volumes ToE, …). Deze data wordt
verrijkt met informatie uit de back-end systemen van de SO's.
• RTCP: Communicatieplatform tussen de gateways en het Flex-platform (zie document C8-06 ).
• Reporting engine
2.3. Rollen en verantwoordelijkheden
Het rollenmodel dat hierna wordt beschreven, somt de overeenkomsten tussen rollen op een algemeen niveau op.
Uit het rollenmodel kan dan worden afgeleid welke rollen betrokken zijn bij de uitwerking van een bepaald proces/ bepaalde interactie. Voor de elektriciteitsmarkt is er een geharmoniseerd model, ontwikkeld en ondersteund door ENTSO-E, EFFET en ebIX®. Dit rollenmodel heeft betrekking op zowel de stroomopwaartse als de stroomafwaartse elektriciteitsmarkten. In de flexibiliteitsmarkt kan een marktpartij meerdere rollen vervullen.
De rollen die in dit document worden gebruikt, zijn gebaseerd op het zogenaamde “HARMONISED ELECTRICITY MARKET ROLE MODEL”.
Onderstaand diagram geeft een overzicht van de netgebruikersinteracties tussen de verschillende marktrollen in de flexibiliteitsmarkt.
Ter info: Een Service Delivery Point Flex heeft betrekking op 1 Leveringspunt, 1 dienst (product) en 1 FSP. Een Leveringspunt kan verschillende SDP-F's hebben: 1 SDP-F voor elke dienst/ elk product geleverd door een bepaalde FSP.
HeadPoint
Provides grid access through
Service Delivery Point Flex
Acquires flexibility from
Activates flexibility from
Flexibility Service Provider
Is configured for
Compensates Transfer of Energy
Is contracted with
Provides flexibility bids
Supplies to
Service Delivery Point
Deals within
Balance Responsible
Party - FSP
Flexibility Requesting Party
Is contracted with
Is contracted with
Manages flexibility for
Grid Access Provider
uses
Deals within
Balance supplier
Balance Responsible Party -
Supplier
System Operator
Manages flexibility for
Has connection contract with
Has energy contract with
Party Connected to
Grid
Has flexibility contract with
Consumer Producer
Figuur 5 – Diagram Marktrollen
De marktpartijen die ook voorkomen op de leveringsmarkt worden niet behandeld in dit document. Hun omschrijving kan worden gevonden in de Atrias-documenten over Marktrollen.
De marktpartijen die specifiek zijn voor de flexibiliteitsmarkt zijn:
2.3.2.1. Flexibility Requesting Party (Flexibiliteitsaanvrager)
De Flexibility Requesting Party (FRP) kan een overeenkomst hebben met een of meer Flexibility Service Providers voor het verlenen van een Flexibiliteitsdienst.
Deze partij informeert de markt over flexibiliteitsbehoeften, verzamelt biedingen op basis van de vereisten en met inachtneming van de prekwalificatiecriteria (indien van toepassing), bepaalt welke biedingen aan de vereisten voldoen en wijst contracten toe.
Dit kan de NB (TNB/DNB/CDSO afhankelijk van het net) zijn, of het kan een onafhankelijke partij zijn.
2.3.2.2. Flexibility Service Provider (Dienstverlener van flexibiliteit)
De Flexibility Service Provider (FSP) verleent via een of meer Service Delivery Points Flex een of meerdere flexibiliteitsdiensten.
Zoals vastgelegd in artikel 5.1 van het FSP-DNB contract kan de FSP alleen SDP-F's in zijn pool opnemen waarvoor hij een flexibiliteitsovereenkomst heeft getekend met de betrokken DNG. Deze overeenkomst moet verenigbaar zijn met het aansluitingscontract en met de kwalificatie van het aansluitingspunt geleverd door de DNB.
Als de DNG niet met een FSP wil werken, kan hij - voor zijn eigen aansluitingspunten - zelf ook de rol van FSP vervullen. In Wallonië is een regionale vergunning vereist voor het verlenen van flexibiliteitsdiensten. Als er een contract is getekend tussen FSP en DNG, vertegenwoordigt de FSP de DNG op de Flexmarkt voor zijn aansluitingspunten.
De DNB kan, overeenkomstig het van toepassing zijnde wettelijke kader, de levering van flexibiliteit via een of meer SDP-F's tijdelijk beperken als de levering de operationele veiligheid van zijn elektriciteitsdistributienet in het gedrang kan brengen (zie artikel 5.3.3 van het FSP-DNB contract)..
2.3.3. Contracten tussen marktpartijen
Contractuele relaties
Voor de hiervoor beschreven partijen bevat het volgende diagram een overzicht van hun contractuele relaties. Voor iedere NB kan de FRP een andere partij zijn.
Figuur 6 – Contracten tussen marktpartijen
3. Flexibiliteitsoverzicht
3.1. Processen van flexibiliteitsproducten
De volgende tabel geeft aan welke processen van toepassing zijn voor elk flexibiliteitsproduct op hoog niveau. Een meer gedetailleerd overzicht (inclusief updates als gevolg van ontwerpwijzigingen) kan men vinden op de website van Elia4:
- Frequency Containment Reserve (FCR) (Frequentiebegrenzingsreserve)
- Automatic Frequency Restoration Reserve (aFRR) (Automatisch frequentieherstelproces)
- Manual Frequency Restoration Reserve (mFRR) (Frequentieherstel via manuele activering)
- Strategic Demand Reserve (SDR) (Strategische reserve)
- Energieoverdracht in Day-Ahead/Intraday markt (ToE in DAID market)
- Capacity Remuneration Mechanism (CRM) (Capaciteitsvergoedingsmechanisme)
Merk op dat de in onderstaande tabel vermelde processen verwijzen naar door de DNB uitgevoerde processen. In sommige gevallen kan de Transmissienetbeheerder vergelijkbare processen uitvoeren. Voor FCR voert XXXX bijvoorbeeld de volgende drie processen uit: “Ex post Gegevensuitwisseling”, “Realtime Gegevensuitwisseling” en “Berekening Baseline”.
FCR | aFRR | mFRR | SDR | ToE in DA/ID | CRM | |
Scope | ||||||
HS/MS | X | X | X | X | X | X |
LS | X | X | X | |||
Structure | ||||||
Marktprekwalificatie | ||||||
FSP stemt in met Algemene Voorwaarden van de FRP | X | X | X | X | ||
DNB prekwalificatie | ||||||
Ondertekening FSP-DNB- contract | X | X | X | X | X | X5 |
Contract Connection Check6 | X | X | X | X | X | X7 |
Net Flex Study | X | X | X | X8 | ||
Identificatie Leveringspunt9 | X | X | X | X | X | X |
Instellen ex post gegevensuitwisseling | X | X | X | X | ||
Instellen van realtime gegevensuitwisseling10 | X | |||||
Productprekwalificatie |
5 Niet nodig wanneer Versnelde procedure wordt gebruikt (CRM exit-door)
6 Alleen van toepassing voor spanning > 1 kV, niet onder 1 kV.
7 Niet nodig wanneer Versnelde procedure wordt gebruikt (CRM exit-door) of in het geval van een Bijkomend niet-bestaand Leveringspunt
8 Niet nodig wanneer de Versnelde procedure wordt gebruikt (CRM exit-door) of in het geval van een Bijkomend niet-bestaand Leveringspunt Wanneer het Leveringspunt bestaand wordt is NFS vereist.
9 Voor LS is er geen afzonderlijke aanvraag nodig: de gebruikte identificatie komt altijd overeen met de identificatie van het leveringspunt gekoppeld aan de hoofdmeter van het aansluitingspunt.
10 Vandaag zijn de DNB's en de Flexhub niet betrokken bij de realtime gegevensuitwisseling voor FCR.
Ondertekening FSP-FRP- contract | X | X | X | X | X | X11 |
Begin nieuwe dienst | X | X | X | X | X | X |
Update dienst | X | X | X | X | X | X |
Einde dienst | X | X | X | X | X | X |
Bepalen Nominaal Referentievermogen | X | |||||
Prekwalificatiecontrole en test door de FRP | X | X | X | X | X | |
Baselinecontrole door de FRP | X |
11 In het geval van CRM wordt het FSP-FRP-contract (i.e. het Capaciteitscontract) ondertekend na selectie op de veiling.
FCR | aFRR | mFRR | SDR | ToE in DA/ID | CRM | |
Operate | ||||||
Aanbesteding | ||||||
Bieden | X | X | X | X | X | |
Marktclearing | X | X | X | X | X | |
Levering | ||||||
Controle voorafgaand aan levering | X | |||||
Activering | X | X | X | X | X12 | X13 |
DNB in kennis stellen van activering | X | X | X | |||
Measure | ||||||
Gegevensuitwisseling | ||||||
Ex post Gegevensuitwisseling | X | X | X | X | ||
Realtime Gegevensuitwisseling | X | |||||
Berekening | ||||||
Berekening Baseline | X (door de FSP) | X | X | X | X | |
Berekening Geleverde Energie | X | X | X | X | ||
Settle | ||||||
Volume Settlement | ||||||
Gegevens voor FRP/FSP- Settlement | X | X | X | X | ||
BRP perimetercorrectie (*) | X14 | X | X | X | ||
Publicatie van ToE-volumes | X15 | X | X | X | ||
Financiële Settlement | ||||||
FSP-settlement | X | X | X | X | X | |
Rectificaties | ||||||
Jaarlijkse controle van rectificaties | X | X | X | X | ||
Pooling & aggregatie | ||||||
Creëren/wijzigen DP Group | X | X | X | |||
Toewijzen SDP-Flex | X | X | X | |||
Aggregatie van meetgegevens | X |
Tabel 3 - Overzicht van flexibiliteitsproducten vs. processen
12 Activering gebeurt door de FSP, maar wordt ook geregistreerd in de Flexhub. Het dient als basis voor de berekening van de geleverde energievolumes.
13 Activering in AMT-uren (Availability Monitoring Trigger) zoals bepaald in de CRM-werkingsregels.
14 aFRR is vandaag alleen beschikbaar via opt-out of passthrough configuratie => De impact op de BRP perimetercorrectie wordt beschreven in de Algemene Voorwaarden van het aFRR product en de regels van ToE (cfr. website Elia).
15 aFRR is vandaag alleen beschikbaar via opt-out of passthrough configuratie => De impact op de BRP perimetercorrectie wordt beschreven in de Algemene Voorwaarden van het aFRR product en de regels van ToE (cfr. website Elia).
(*) Voor de precieze regels en uitzonderingen van de “BRP perimetercorrectie” verwijzen we naar de Algemene Voorwaarden van het product en de regels van ToE (cfr. website Elia).
3.2. Meetvereisten voor flexibiliteitsproducten
Wanneer een flexibiliteitsproduct wordt gecreëerd, moeten de FRP en de DNB overeenkomstig de toepasselijke wetgeving (bv. TRDE Art 3.1.17 §2) de relevante meetvereisten vastleggen, zodat de DNB de vereiste meetgegevens kan uitwisselen voor de geleverde flexibiliteitsvolumes, Energieoverdracht,...
De meetvereisten kunnen de volgende dimensies hebben:
Granulariteit van de gegevens: 2 seconden, 4 seconden of 15 minuten gegevens Frequentie van de gegevens: Realtime of ex post
Oorsprong van de gegevens:
o Hoofd- of submeter
o Gereguleerd of particulier
Voor de gereguleerde meter (niet particulier) kunnen we verder onderscheid maken tussen:
▪ Volledig gereguleerd: de meter is eigendom van, wordt geïnstalleerd en onderhouden door de DNB, de DNB is verantwoordelijk voor alle meetaspecten.
▪ Gereguleerd: Zoals volledig gereguleerd, behalve dat de meter wordt geïnstalleerd en onderhouden door een derde partij.
▪ Semi-gereguleerd: De derde partij is ook eigenaar van de meter
De volgende tabel geeft aan welke meetvereisten momenteel van toepassing zijn op elk flexibiliteitsproduct.
FCR | aFRR | mFRR | SDR | ToE in DA/ID | CRM | |
Granularite it van de gegevens | 2’’16 | 4” | 15’ | 15’ | 15’ | 15’ |
Frequentie van de gegevens | Realtime (en ex post) | Realtime | Ex post | Ex post | Ex post | Ex post |
16 FRP krijgt 2''-gegevens, maar de DNB is niet betrokken bij dit proces.
Oorsprong van de gegevens | Submeter17 of gereguleer de hoofdmete r | Submeter18 of gereguleer de hoofdmete r | Gereguleer de hoofd- of submeter | Gereguleer de hoofd- of submeter | Gereguleer de hoofd- of submeter | Gereguleer de hoofd- of submeter |
- Voor de laatste versie van de meetvereisten verwijzen wij naar Bijlage 1 met de lijst van relevante documenten
3.3. Combinatie van flexibiliteitsproducten
De WG Flexibiliteit zal rekening houden met alle regels betreffende de mogelijkheden van productcombinaties zoals beschreven in de productspecificaties van de FRP's.
17 Vandaag enkel Submeter van derden. FCR: enkel particuliere meters, omdat er geen meetvereisten van de DNB zijn.
18 Vandaag enkel submeter van derden. aFRR: semi-gereguleerd, omdat de meetvereisten beschreven staan in C8/06
4. Structure
Dit deel beschrijft het proces voor een kandidaat om in aanmerking te komen voor FSP. De FRP controleert of de kandidaat voldoet aan de nodige vereisten, die financieel of communicatief kunnen zijn. De kwalificatie als FSP geldt voor alle flexibiliteitsdiensten die door dezelfde marktplatformen worden ondersteund en dezelfde financiële vereisten hebben.
Momenteel beheert Xxxx de markten voor de aankoop van FCR, aFRR en mFRR, ToE in DA/ID, SDR en CRM.
4.1.1. FSP is akkoord met de Algemene Voorwaarden van de FRP
Dit proces zal niet in detail worden beschreven, aangezien er in dit proces vandaag weinig interactie is tussen de FSP en de DNB. Het is hier opgenomen om de lezer een end-to-end overzicht te geven.
Samenvatting procesbeschrijving
Het doel van dit proces is na te gaan of de FSP-kandidaat voldoet aan financiële en andere vereisten om flexibiliteitsdiensten te verlenen. De kandidaat-FSP neemt contact op met de FPR en ondertekent de Algemene Voorwaarden. De FRP neemt contact op met de Flex Hub Operator om de FSP toe te voegen aan het marktregister.
In dit deel worden de processen beschreven waarmee de DNB kan controleren of de levering van flexibiliteit geen congestie veroorzaakt en om controles in verband met beperkingen later tijdens de aanbestedingsfase te vermijden. Het beschrijft ook de processen voor het instellen van het Leveringspunt voor deelname aan flexibiliteitsdiensten, zoals het identificeren van het Leveringspunt en het opzetten van de gegevensuitwisseling.
4.2.1. Ondertekening FSP-DNB-contract
Procesomschrijving
Het FSP-DNB-contract beschrijft de wederzijdse rechten en plichten van de DNB en de FSP met betrekking tot het gebruik door de FSP van de flexibiliteit van de distributienetgebruikers die zijn aangesloten op het door de DNB beheerde distributienet, als onderdeel van de flexibiliteitsdiensten die worden beschreven in de dienstencatalogus van het contract.
Procesverloop
Figuur 7 - Ondertekenen FSP-DNB-contract
Procesbeschrijving
Beginsignaal:
De FSP neemt per e-mail contact op met de DNB om het FSP-DNB-contract te ondertekenen . Voorwaarden:
Niet van toepassing
Eindigt wanneer:
De Netbeheerders updaten het FSP-register.
Resultaat:
Zowel FSP als DNB hebben een kopie van het ondertekend FSP-DNB-contract. De FSP is geregistreerd in het Marktpartijenregister.
Uitzonderingen:
Niet van toepassing.
Verloop:
1. Verzoek FSP-DNB-contract
De FSP stuurt de DNB een verzoek om een FSP-DNB-contract te ondertekenen.
2. Ontvangst FSP-DNB-contract
De DNB ontvangt het verzoek om een FSP-DNB-contract te ondertekenen.
3. Verwerking FSP-DNB-contract
De DNB stelt een FSP-DNB-contract op voor de FSP.