OPRICHTING STICHTING
OPRICHTING STICHTING
zaaknummer: 48593ESM
Xxxxx, negenentwintig juni tweeduizend twintig verscheen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxxx, notaris te Goirle:
de xxxx xxx. Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxx, wonende te 5032 TV Tilburg, Xxxxxx Xxxx 00, xxxxxxx xx Xxxxxxxxx op twaalf juni negentienhonderdzesenvijftig, houder van een paspoort met het nummer XXXXXXX00, gehuwd.
De comparant verklaarde bij deze akte een stichting in het leven te roepen en daarvoor de volgende statuten vast te stellen:
Artikel 1 Naam en zetel en duur
1. Naam stichting
De stichting draagt de naam: Stichting Vrienden van het Euregio Jeugdorkest.
2. Plaats van vestiging
De stichting is gevestigd in de gemeente Tilburg.
3. Duur
De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 Doel
1. Doel
a. De stichting heeft ten doel: het stimuleren van belangstelling voor de activiteiten van het Euregio Jeugdorkest (EJO) met name, maar niet uitsluitend om getalenteerde jonge muzikanten de kans te geven om in orkestverband te (leren) musiceren, om belangstelling te bevorderen voor grote klassieke orkestliteratuur, alles in de ruimste zin van het woord.
b. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het bijeenbrengen van sponsorgelden, financiële middelen, opzetten van projecten teneinde het Euregio Jeugdorkest financiële ondersteuning te bieden.
2. Geen winstoogmerk
De stichting beoogt niet het maken van winst.
Artikel 3 Vermogen
1. Vorming vermogen
Het vermogen van de stichting kan worden gevormd door:
a. bijdragen van hen, die met het doel van de stichting sympathiseren;
b. bijdragen van hen in wier belang de stichting werkzaam is;
c. subsidies en sponsorgelden;
d. erfrechtelijke verkrijgingen en giften;
e. opbrengsten van activiteiten van de stichting;
f. de inkomsten en revenuen die de stichting verkrijgt door de van haar uitgaande activiteiten en de exploitatie van haar bezittingen;
g. de eventueel ter gelegenheid van de oprichting van de stichting voor de verwezenlijking van haar doel bijeen gebrachte of te brengen bedragen of goederen;
h. alle andere inkomsten en baten.
2. Aanvaarding nalatenschappen
Nalatenschappen worden door de stichting slechts aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Artikel 4 Bestuur: samenstelling, aanvang en beëindiging
1. Aantal bestuursleden
Het bestuur van de stichting, hierna te noemen: het “bestuur” bestaat uit ten minste drie (3) en ten hoogste vijf (5) bestuursleden.
Het aantal bestuursleden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.
2. Benoeming bestuursleden
Het eerste bestuur wordt benoemd bij deze akte. Het bestuur benoemt zichzelf.
De benoeming komt tot stand door een besluit met algemene stemmen, van alle dan in functie zijnde bestuursleden.
3. Voorziening in vacature
Een vacature moet binnen drie maanden zijn vervuld.
Indien binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature, door nalatigheid, verschil van mening of enige andere reden de betrokken vacature nog niet is vervuld, kan de benoeming geschieden door de rechter op verzoek van een belanghebbende of op vordering van het openbaar ministerie overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:299 van het Burgerlijk Wetboek.
Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook een of meer bestuursleden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een geldig bestuur.
4. Samenstelling
Zodra het bestuur uit meer dan één persoon bestaat, kiest het bestuur uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester.
De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon verenigd zijn.
5. Zittingsperiode
De bestuursleden hebben zitting voor een periode van vier jaren. Zij zijn steeds herbenoembaar.
Het bestuur stelt aan de hand van de voorgeschreven zittingsduur een rooster van aftreden vast. Daarbij moet worden voorkomen dat het periodiek aftreden een evenwichtig functioneren van het bestuur in gevaar brengt, om welke reden het bestuur van geval tot geval de zittingsduur van een bestuurslid mag verlengen met ten hoogste één jaar.
6. Financiële bepaling
De leden van het bestuur ontvangen voor de door hen in die hoedanigheid verrichte werkzaamheden geen andere beloning dan een vergoeding voor gemaakte onkosten en een niet-bovenmatig vacatiegeld.
7. Einde bestuurslidmaatschap; schorsing Het bestuurslidmaatschap eindigt:
- door overlijden van een bestuurslid;
- door aftreden volgens rooster;
- indien een bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surséance van betaling
verkrijgt;
- door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
- door schriftelijke ontslagneming met inachtneming van een termijn van zes
(6) maanden;
- door ontslag door de rechtbank op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; en
- indien het bestuur bestaat uit meer dan twee personen, door zijn ontslag krachtens een eenstemmig besluit van alle overige bestuursleden.
Artikel 5 Het bestuur: taak en bevoegdheid
1. Taak
Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Bijzondere besluiten
1. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot:
a. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen;
b. tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;
tenzij daartoe besloten is met algemene stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
2. Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal, niet eerder dan een week en niet later dan vier weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp kan worden besloten met algemene stemmen mits ter vergadering ten minste de helft van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
Artikel 6 Bestuur: vertegenwoordiging
1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur.
De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuursleden als ook aan derden om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
3. In alle gevallen waarin de stichting een tegenstrijdig belang heeft met één of meer bestuursleden wordt de stichting vertegenwoordigd door een door het bestuur aan te wijzen persoon.
4. In geval er sprake is van een tegenstrijdig belang ten aanzien van een bestuurslid, dient het desbetreffende lid dit te melden aan het bestuur. Het desbetreffende bestuurslid dient zich voorts van de beraadslaging en besluitvorming terzake te onthouden. De aanwezigheid van het desbetreffende bestuurslid telt niet mee ter bepaling of een vereiste quorum als voor besluitvorming is behaald.
Artikel 7 Bestuursvergaderingen
1. Frequentie
Het bestuur vergadert ten minste eenmaal per jaar en voorts zo dikwijls als de
voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit gewenst acht(en).
2. Oproeping en notulering
De secretaris roept op tot de vergadering door middel van een schriftelijke oproeping aan alle leden van het bestuur. Tussen de dag van verzending en die van de vergadering moeten ten minste zeven dagen liggen. De oproeping bevat een agenda van de te behandelen onderwerpen en waarnodig een nadere toelichting.
De secretaris of een andere door de voorzitter daartoe aangewezen persoon maakt van het verhandelde in de vergadering notulen op die - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend.
Ieder lid van het bestuur heeft recht op een door de secretaris uit te reiken en door hem te ondertekenen kopie van de notulen.
3. Vertegenwoordiging door volmacht
Een bestuurslid mag zich in de vergadering door een ander bestuurslid laten vertegenwoordigen. Daartoe is een aan de voorzitter te overleggen schriftelijke volmacht vereist.
Een bestuurslid kan gevolmachtigde zijn voor ten hoogste één bestuurslid.
Artikel 8 Besluitvorming door het bestuur
1. Geldigheid
Het bestuur kan zowel in als buiten vergadering besluiten nemen. Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald kan een besluit in de vergadering alleen worden genomen als meer dan de helft van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
Een besluit buiten vergadering vereist eenstemmigheid van alle in functie zijnde bestuursleden, waarvan schriftelijk moet blijken.
2. Wijze van stemmen
De stemmingen geschieden mondeling, tenzij een bestuurslid schriftelijke stemming verlangt.
3. Vereiste meerderheid
Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, worden besluiten genomen met gewone meerderheid van stemmen.
4. Staken van stemmen
Bij staking van stemmen over zaken dan is het voorstel verworpen.
Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
Artikel 9 Boekjaar, financiële administratie, archief, beleidsplan
1. Boekjaar
Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Administratie en archief
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles wat de werkzaamheden van de stichting betreft zodanig te administreren dat de rechten en verplichtingen van de stichting steeds kunnen worden gekend en de administratie met alle bescheiden en andere gegevensdragers die daarbij horen zorgvuldig en op voor naslag en controle toegankelijke wijze te bewaren.
3. Jaarstukken en begroting
Het bestuur zorgt jaarlijks voor een financieel bestuursverslag, waaruit blijkt
van de ontvangsten en uitgaven van het afgelopen boekjaar en de vermogenstoestand van de stichting aan het einde daarvan.
Dit verslag moet binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar van de stichting door het bestuur zijn vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de begroting voor het dan lopende jaar, voorzover dat al niet eerder is gebeurd.
Het bestuur stelt een registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek aan ter controle van de jaarstukken van de stichting.
4. Bewaarplicht
Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
5. Beleidsplan
Het bestuur stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan periodiek. Het beleidsplan geeft inzicht in de door de stichting te verrichten werkzaamheden, de wijze van verwerving van gelden, het beheer van het vermogen van de stichting en de besteding daarvan.
Artikel 10 Statutenwijziging
1. Bevoegdheid en besluitvorming
Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
Het besluit daartoe kan slechts worden genomen met een meerderheid van twee derde van de stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Als op deze vergadering niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal - niet eerder dan twee weken en niet later dan zes weken na de eerste vergadering - een nieuwe vergadering kunnen worden uitgeschreven. In die nieuwe vergadering kan dan - met behoud van vermelde meerderheid van stemmen - tot statutenwijziging worden besloten, ongeacht het aantal dan aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.
2. Uitvoering
De statutenwijziging komt tot stand door middel van een daartoe op te maken notariële akte. Twee bestuursleden gezamenlijk zijn bevoegd daarbij namens de stichting op te treden, onder overlegging aan de notaris van het stuk of de stukken waaruit van het rechtsgeldig besluit tot wijziging blijkt.
Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.
Artikel 11 Ontbinding van de stichting, fusie, splitsing
1. Ontbindingsbesluit
Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
Voor het besluit tot ontbinding gelden dezelfde regels als hiervoor opgenomen voor het besluit tot statutenwijziging.
Het besluit tot ontbinding geeft zo mogelijk ook aan welke bestemming wordt
gegeven aan het na vereffening blijkende vereffeningssaldo.
Als de stichting op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het Handelsregister.
De boeken en bescheiden van de ontbonden stichting blijven gedurende zeven jaar nadat de stichting heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan de registers waarin de ontbonden stichting was ingeschreven.
2. Andere oorzaak
De stichting wordt bovendien ontbonden:
- door insolventie nadat de stichting in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
- door een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.
3. Fusie of splitsing
Voor een besluit tot fusie of splitsing van de stichting of onderdelen daarvan gelden dezelfde regels van besluitvorming als voorgeschreven voor een statutenwijziging, onverminderd de eisen van de wet.
Artikel 12 Vereffening
1. Vereffenaars
De vereffening van het vermogen van de ontbonden stichting en de afwikkeling van haar zaken geschiedt door het bestuur.
2. Stichting in liquidatie
De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
In stukken en aankondigingen die van de stichting uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
3. Bestemming vereffeningssaldo
Voor zover dat nog geen deel uitmaakt van het ontbindingsbesluit, bepaalt het bestuur welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de stichting (het vereffeningssaldo) zal worden gegeven: uitkering kan uitsluitend gedaan worden aan een instelling die op het moment van deze uitkering kwalificeert als "Algemeen Nut Beogende Instelling" ("ANBI") in de zin van artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en die een soortgelijke doelstelling heeft.
4. Einde vereffening
Voor dit nader besluit tot bestemming van het vereffeningssaldo gelden dezelfde vereisten als gelden voor het besluit tot ontbinding.
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
De stichting houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het in artikel 10 lid 2 vermeld register.
Artikel 13 Reglementen
Het bestuur kan een huishoudelijk reglement of andere reglementen vaststellen, wijzigen of intrekken. Een reglement mag niet in strijd zijn met de statuten of de wet en evenmin onderwerpen bevatten die naar het geldende recht in statuten behoren te worden geregeld.
Artikel 14 Uitleg van deze statuten
1. De stichting beoogt te zijn een ANBI.
2. Deze statuten dienen zoveel mogelijk in overeenstemming met de in het eerste lid bedoelde regelgeving te worden uitgelegd.
Artikel 15 Slotbepalingen
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
Slotverklaring
Ten slotte verklaarde de comparant dat bij deze oprichting het bestuur bestaat uit drie bestuurders;
voor de eerste maal wordt het bestuur gevormd door:
- comparant, de xxxx xxx. Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxx, met de functie van penningmeester;
- de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxx, wonende te 0000 XX Xxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, geboren te Roermond op veertien april negentienhonderddrieënvijftig, met de functie van secretaris; en
- xxxxxxx Xxxxxxx xxx xxx Xxxxxx, wonende te 5032 AA Tilburg, Xxxxxxxx 0, geboren te Rotterdam op tweeëntwintig januari negentienhonderdnegenenzestig, met de functie van voorzitter.
De comparant is mij, notaris, bekend.
De wettelijk vereiste identificatie heeft voorzover nodig volgens voorschrift plaatsgehad.
WAARVAN AKTE is verleden te Goirle op de datum in het hoofd van de akte vermeld.
De zakelijke inhoud van de akte is aan de comparant meegedeeld en daarop is een toelichting gegeven.
De comparant heeft verklaard van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met beperkte voorlezing in te stemmen.
De akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de comparant en vervolgens door mij, notaris.