Taco van der Valk | 28 october 2021
De vertegenwoordigingsbevoegdheid van de kapitein
Xxxx xxx xxx Xxxx | 28 october 2021
Belgisch-Nederlands Colloquium Antwerpen
1
• (Vanaf) 17 juni 1998: contacten tussen Oreo (te Cyprus) en de werf Scheldepoort om de Gepard om te bouwen van sleepboot tot blusboot;
• 26 juni 1998: aankondiging van Xxxx aan Scheldepoort dat de Gepard onderweg is en klaar zal
liggen voor de werkzaamheden op 29 juni 1998;
• 29 juni 1998: (bij de werf) tekent de kapitein voor de toepasselijkheid van de VNSI-voorwaarden
(jurisdictiekeuze Rechtbank Rotterdam);
• 1 juli 1998: Oreo wordt rompbevrachter van xx Xxxxxx;
• Oreo start procedure tegen Scheldepoort bij de Rechtbank Middelburg
• Xxxxxxxxxxxx beroept zich op de jurisdictiekeuze in de VNSI-voorwaarden.
Oreo:
• De kapitein had geen vertegenwoordigingsbevoegdheid, want de rompbevrachtings-
overeenkomst ging pas per 1 juli 1998 in;
• De kapitein kon Xxxx in deze kwestie niet vertegenwoordigen, omdat de kapitein ingevolge de wettelijke bepalingen alleen bevoegd is die rechtshandelingen te verrichten welke rechtstreeks strekken om het schip in bedrijf te brengen of te houden. De conversie van een sleepboot tot een blusboot valt daar niet onder.
• Xxxxxxxxxxxx mocht er niet op vertrouwen, dat de kapitein bevoegd zou zijn voor de toepasselijkheid van de VNSI-condities te tekenen, omdat de conversieovereenkomst reeds eerder zonder die voorwaarden tot stand is gekomen; het alsnog accepteren van die voorwaarden zou dus een wijziging van die overeenkomst betekenen.
• Nu door Oreo niet is gesteld dat Scheldepoort op de hoogte was van de ingangsdatum (1 juli 1998) van de rompbevrachting, mocht Scheldepoort er gelet op de fax van Oreo van 26 juni 1998 op vertrouwen dat de overeenkomst in elk geval al was ingegaan op 29 juni 1998, de dag waarop de kapitein de VNSI-condities heeft geaccepteerd.
• Dit leidt echter niet tot toepasselijkheid van die condities, omdat (a) onder de wettelijke bevoegdheid van de kapitein ex art. 8:260 BW tot het verrichten van rechtshandelingen, welke rechtstreeks strekken tot het in bedrijf brengen of houden van het schip, niet het accepteren van de VNSI-condities voor wat betreft de uitzonderlijke werkzaamheden valt en (b) er bovendien aangaande die werkzaamheden rechtstreekse of andere contacten tussen pp. waren.
De Rb. is mitsdien bevoegd.
• Anders dan België (bundeling publiek en privaat zeerecht in het Scheepvaartwetboek) heeft Nederland gekozen voor een scheiding van het publiekrecht en het privaatrecht, en voor het ontmantelen van het Wetboek van Koophandel;
• Het Wetboek van Koophandel bevatte bepalingen over de kapitein met een gemengd publiek en privaat karakter (rol van kapitein als gezagvoerder (i.e. bestuurder en administrateur; Cleveringa: een ‘klein koninkje op zijn schip’) en als vertegenwoordiger van de reder en lading;
• Ontwerp Schadee (voor Boek 8 BW): 20 civielrechtelijk ‘van belang geachte’ artikelen
• MvT: grote vorderingen met publiekrechtelijke scheepvaartwetgeving; in afwachting daarvan kan worden volstaan met 3 zuiver civielrechtelijke artikelen.
Artikel 8:260 BW
1 De kapitein is bevoegd die rechtshandelingen te verrichten, welke rechtstreeks strekken om het schip in bedrijf te brengen of te houden. Onder rechtshandeling is hier het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen.
2 De kapitein is bevoegd cognossementen af te geven voor zaken, die ten vervoer zijn ontvangen en aangenomen en passagebiljetten af te geven voor met het schip te vervoeren reizigers. Tevens is hij bevoegd namens de reder en de rechthebbenden op de zaken aan boord van het schip een overeenkomst omtrent hulpverlening te sluiten alsmede om het hulploon of de bijzondere vergoeding te innen.
Artikel 8:261 BW
1 De kapitein is verplicht voor de belangen van de bevrachters en van de rechthebbenden op de aan boord zijnde zaken, zo mogelijk ook na lossing daarvan, te waken en de maatregelen, die daartoe nodig zijn, te nemen.
2 Indien het noodzakelijk is onverwijld ter behartiging van deze belangen rechtshandelingen te verrichten, is de kapitein daartoe bevoegd. Onder rechtshandeling is hier het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen.
3 Voor zover mogelijk geeft hij van bijzondere voorvallen terstond kennis aan de belanghebbenden bij de betrokken goederen en handelt hij in overleg met hen en volgens hun orders.
Artikel 8:262 BW
1 Beperkingen van de wettelijke bevoegdheid van de kapitein xxxxxx tegen derden slechts
wanneer die hun bekend zijn gemaakt.
2 De kapitein verbindt zichzelf slechts dan, wanneer hij de grenzen zijner bevoegdheid overschrijdt.
Art. 10:125 BW
1 Het recht dat toepasselijk is op vertegenwoordiging wordt bepaald door het op 14 maart 1978 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging (Trb. 1978, 138).
2 Het verdrag is voor Nederland niet van toepassing op vertegenwoordiging inzake verzekeringen.
Art 1 Haags vertegenwoordigingsverdrag
Dit Verdrag bepaalt welk recht van toepassing is op internationale rechtsverhoudingen die ontstaan wanneer een persoon, de vertegenwoordiger, bevoegd is te handelen, handelt of beweert te handelen op naam of voor rekening van een andere persoon, de vertegenwoordigde, met een derde.
Het is mede van toepassing op gevallen waarin de taak van de vertegenwoordiger bestaat in het ontvangen en overbrengen van voorstellen of het voeren van onderhandelingen ten behoeve van andere personen.
Het Verdrag is van toepassing, ongeacht of de vertegenwoordiger op eigen naam of op naam van de vertegenwoordigde handelt en ongeacht of hij regelmatig of bij gelegenheid handelt.
Art 2 Haags vertegenwoordigingsverdrag
Het Verdrag is niet van toepassing op:
(…)
f) de vertegenwoordiging door een scheepskapitein in de uitoefening van zijn functie.
Art. 6 lid 2 Hulpverleningsverdrag 1989
De kapitein is bevoegd om namens de eigenaar van het schip een overeenkomst omtrent hulpverlening te sluiten. De kapitein of de eigenaar van het schip is bevoegd een zodanige overeenkomst namens de eigenaar van de zaken aan boord van het schip te sluiten.
Art 2 Hulpverleningsverdrag 1989
Dit Verdrag is van toepassing wanneer een gerechtelijke of scheidsrechtelijke procedure betreffende een aangelegenheid waarop dit Verdrag betrekking heeft, aanhangig wordt gemaakt in een Staat die Partij is bij dit Verdrag.
Hoofdstuk 2. Gezagvoerders
Art. 2.4.2.1. Internationale toepassing
§ 1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op alle gezagvoerders van Belgische zeeschepen.
§ 2. (…)
§ 3. De taken en bevoegdheden van gezagvoerders van vreemde zeeschepen en de vraag of zij de scheepseigenaar, de reder of de scheepsgebruiker jegens derden kunnen binden, worden beheerst door:
1° het recht van de Staat van rompbevrachtingsregistratie op het ogenblik waarop de gezagvoerder de handeling stelt;
2° bij gebreke van rompbevrachtingsregistratie, door het recht van de Staat waar het zeeschip geregistreerd of teboekgesteld is op het ogenblik waarop de gezagvoerder de handeling stelt;
3° bij gebreke van registratie of teboekstelling, door het recht van de Staat waar op het ogenblik waarop de gezagvoerder de handeling stelt de thuishaven van het zeeschip is gelegen;
4° bij gebreke van een thuishaven, door het recht van de Staat waar het zeeschip gewoonlijk wordt gebruikt of, indien die Staat niet kan worden vastgesteld, door het recht van de Staat waar het zeeschip zich bevindt op het ogenblik waarop de gezagvoerder de handeling stelt.
Ingeval uit de toepassing van het eerste lid geen binding van de scheepseigenaar, de reder of de scheepsgebruiker jegens de derde volgt, wordt, zo dat wel tot binding leidt, het recht toegepast van de Staat in de wateren waarvan het zeeschip zich bevond op het ogenblik van de levering van het goed of de dienst.