Algemene Voorwaarden
Algemene Voorwaarden
Verzekering Arbeidsongevallen
(versie september 2021)
Securex Arbeidsongevallen gemeenschappelijke kas
Maatschappelijke zetel: Xxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx - Onderneming toegelaten bij koninklijk besluit van 25.1.1905 (B.S. van 5.2.1905) onder nr. 519 voor de volgende verzekeringsverrichtingen Arbeidsongevallen (1b) - RPR Gent
Ondernemingsnr. 0400.037.896 - IBAN XX00 0000 0000 0000 - BIC XXXXXXXX - xxx.xxxxxxx.xx
Xxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx - T x00 0 000 00 00
Inhoudstafel
Voorafgaande bepalingen - Definities 4
Hoofdstuk I - Voorwerp en omvang van de dekking 4
Artikel 1 - Voorwerp van de dekking 4
Artikel 2 - Verzekerd risico 4
Artikel 3 - Wijziging van het verzekerd risico 5
3.1 Vermindering van het risico 5
3.2 Verzwaring van het risico 5
Artikel 4 - Territoriale uitgestrektheid 6
Artikel 5 - Recht op bezoek van de verzekerde onderneming 6
Hoofdstuk II - Duur en einde van de verzekeringsovereenkomst 6
Artikel 6 - Inwerkingtreding van de verzekeringsovereenkomst 6
Artikel 7 - Duur van de verzekeringsovereenkomst 6
Artikel 8 - Niet-tewerkstelling van personeel 6
Artikel 9 - Verandering van aangeslotene 6
9.1 Overlijden van de aangeslotene 6
9.2 Faillissement van de aangeslotene 7
9.3. Andere hypothesen van verandering van aangeslotene 7
Artikel 10 - Beëindiging en opzegging van de verzekeringsovereenkomst 7
Hoofdstuk III - Premies of bijdragen 8
Artikel 11 - Aard van de premie of bijdrage 8
Artikel 12 - Berekening van de premie of van de bijdrage 8
Artikel 13 - Provisionele premie of bijdrage 9
Artikel 14 - Aangifte van het loon 9
Artikel 15 - Ontstentenis van loonaangifte 9
Artikel 16 - Controle op de loonaangifte 10
Artikel 17 - Wijze van premie- of bijdragebetaling 10
Artikel 18 - Niet-betaling van de premie of bijdrage 10
Artikel 19 - Tariefverhoging en wijziging van de verzekeringsvoorwaarden 11
Artikel 22 - Voorkoming van ongevallen en controle 12
Hoofdstuk V - Diverse bepalingen 12
Artikel 23 - Kennisgevingen 12
Artikel 25 - Bescherming van de privacy 13
Uittreksel uit de wetgeving op de arbeidsongevallen 15
Voorafgaande bepalingen - Definities
Voor de interpretatie van de overeenkomst wordt bedoeld met:
De wet: de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen, alsook alle uitbreidingen, wijzigingen en uitvoeringsbe- sluiten.
Het ongeval: het arbeidsongeval of het ongeval op de weg naar of van het werk.
De aangeslotene: de werkgever, natuurlijke persoon of rechtspersoon, die aan de wet onderworpen is en de over- eenkomst sluit.
De begunstigde: de persoon of personen ten gunste van wie de aangeslotene de verzekering krachtens de wet sluit.
Hoofdstuk I - Voorwerp en omvang van de dekking
Artikel 1 - Voorwerp van de dekking
De verzekeringsonderneming dekt alle risico’s van het voorvallen van ongevallen voor alle werknemers in dienst van de aangeslotene vermeld in de Bijzondere Voorwaar- den. De aangeslotene behoudt echter de mogelijkheid om het personeel van verschillende exploitatiezetels te verze- keren bij afzonderlijke verzekeringsondernemingen.
De verzekeringsonderneming waarborgt de begunstigden, niettegenstaande iedere uitzondering, nietigheid of verval die uit de wetsbepalingen of de verzekeringsovereenkomst voortvloeien, en dit totdat de verzekeringsovereenkomst verstrijkt, het geheel van de vergoedingen waarin de wet voorziet.
De aangeslotene is in geen geval gedekt tegen de veroor- delingen van burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake gemeen recht, noch tegen de betaling van boetes, die, aan- gezien ze het karakter van een persoonlijke straf hebben, niet door de verzekering gedekt kunnen worden.
Artikel 2 - Verzekerd risico
De aangeslotene is verplicht bij het sluiten van de verze- keringsovereenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijze moet
beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeringsonder- neming.
Ten opzichte van de aangeslotene is de verzekering dus beperkt tot de in de verzekeringsovereenkomst of de bijvoegsels ervan beschreven activiteit, op basis van voor- noemde mededeling.
Wanneer een opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekerings- onderneming misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de verzekeringsovereenkomst nietig. De premies of
bijdragen die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeringsonderneming kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
Wanneer de verzekeringsonderneming een onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gege- vens vaststelt, stelt zij, binnen de termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij hiervan kennis heeft gekregen, voor de verzekeringsovereenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekre- gen van dit verzwijgen of onjuist meedelen.
Indien de verzekeringsonderneming het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan zij de over- eenkomst opzeggen binnen dezelfde termijn.
Indien het voorstel tot wijziging van de verzekerings- overeenkomst wordt geweigerd door de aangeslotene of indien, na het verstrijken van de termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de verzekeringsonderneming de
verzekeringsovereenkomst opzeggen binnen vijftien dagen.
De verzekeringsonderneming die de verzekeringsover- eenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld binnen de hierboven bepaalde termijnen, kan zich nadien niet meer beroepen op feiten die haar bekend waren.
Indien een ongeval zich voordoet en de aangeslotene de bij lid 1 bedoelde verplichte mededeling niet gedaan heeft, moet de verzekeringsonderneming de bij wet be- paalde prestaties aan de begunstigde toekennen.
In dat geval, wanneer het ontbreken van de kennisgeving aan de aangeslotene verweten kan worden, beschikt de verzekeringsonderneming evenwel over een vordering tot terugbetaling van haar prestatie naar verhouding tus- sen de ontoereikendheid van de premie of bijdrage en de
totale premie of bijdrage die de aangeslotene had moeten betalen indien hij het risico correct had meegedeeld.
In de veronderstelling dat de verzekeringsonderneming het bewijs levert dat zij het risico waarvan de werkelijke aard door het schadegeval aan het licht komt, in geen geval zou hebben verzekerd, heeft deze vordering tot te- rugbetaling betrekking op alle prestaties van de verzeke- ringsonderneming na aftrek van alle betaalde premies.
Indien de aangeslotene met bedrieglijk opzet gehandeld heeft, heeft de vordering tot terugbetaling betrekking op alle prestaties van de verzekeringsonderneming. In dat geval komen de premies of bijdragen, die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeringsonderneming ken- nis heeft gekregen van de fraude, de verzekeringsonderne- ming bovendien toe als schadevergoeding.
Artikel 3 - Wijziging van het verzekerd risico
3.1 Vermindering van het risico
Wanneer gedurende de loop van een verzekerings- overeenkomst het risico dat het ongeval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeringsonderneming, indien die vermindering bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst had bestaan, op andere voorwaarden zou hebben verzekerd, is zij verplicht een overeenkomstige vermindering van de premie of bij- drage toe te staan vanaf de dag waarop zij van de vermin- dering van het risico kennis heeft gekregen.
Indien de verzekeringscontractanten het over de nieuwe premie of bijdrage niet eens worden binnen één maand na de aanvraag tot vermindering door de aangeslotene, kan deze laatste de verzekeringsovereenkomst opzeggen.
3.2 Verzwaring van het risico
§ 1. De aangeslotene heeft de verplichting in de loop van de verzekeringsovereenkomst en onder de voorwaar- den van Artikel 2, lid 1, van de algemene voorwaarden, de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het ongeval zich voordoet, kunnen bewerkstelligen.
De aangeslotene moet met name aangifte doen van elk atoom- of oorlogsrisico waaraan het personeel van de onderneming blootgesteld zou worden, evenals van één van deze activiteiten: extractie in onder- grondse mijnen of steengroeven, werken onder water, tunnels boren, werken op het water (boorplatform,
droogdok, baggeraars op zee,…), fabricatie van munitie en explosieven, activiteiten met een kernreactor of productie van splijtbaar materiaal en/of behandeling van radioactief materiaal. Bovenstaande opsomming is niet-limitatief en doet bijgevolg geen afbreuk aan de verplichting in §1 eerste alinea, om alle andere om-
standigheden of wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die een aanmerkelijke en blijvende ver- zwaring van het risico dat het ongeval zich voordoet, kunnen bewerkstelligen.
Wanneer gedurende de loop van de verzekeringsover- eenkomst het risico dat het ongeval zich voordoet, zo verzwaard is dat de verzekeringsonderneming, indien die verzwaring bij het sluiten van de verzekeringsover- eenkomst had bestaan, slechts op andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de verzekeringsovereenkomst voorstellen met terugwer- kende kracht tot de dag van de verzwaring.
Indien de verzekeringsonderneming het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de verzekeringsovereenkomst opzeg- gen binnen dezelfde termijn.
Indien het voorstel tot wijziging van de verzekerings- overeenkomst wordt geweigerd door de aangeslotene of indien, bij het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de verzekerings- onderneming de verzekeringsovereenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
De verzekeringsonderneming die de verzekerings- overeenkomst niet heeft opgezegd noch binnen de hierboven bepaalde termijnen een wijziging heeft voorgesteld, kan zich later niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
§ 2. Indien zich een ongeval voordoet voordat de wijziging van de verzekeringsovereenkomst of de opzegging van kracht is geworden, en indien de aangeslotene
de verplichting van Artikel 3.2., § 1 van de algemene voorwaarden heeft vervuld, dient de verzekeringson- derneming de bij de wet bepaalde prestaties toe te kennen.
§ 3. Als een ongeval zich voordoet en de aangeslotene de bij Artikel 3.2., § 1 van de algemene voorwaarden bedoelde verplichting niet is nagekomen, dient de
verzekeringsonderneming eveneens de bij de wet be- paalde prestaties toe te kennen. In dat geval beschikt de verzekeringsonderneming evenwel over dezelfde vordering op de aangeslotene als die welke bij Artikel 2 van de algemene voorwaarden is bepaald.
Artikel 4 - Territoriale uitgestrektheid
De dekking geldt voor de hele wereld voor zover de Belgische wetgeving op het ogenblik van het ongeval van toepassing is of blijft overeenkomstig de internationale overeenkomsten.
Artikel 5 - Recht op bezoek van de verzekerde onderneming
De verzekeringsonderneming behoudt zich het recht voor de staat van de werkplaatsen en van het materiaal, de exploitatievoorwaarden en in het algemeen alle factoren die het risico kunnen beïnvloeden, te controleren.
Met dat doel hebben de afgevaardigden van de verzeke- ringsonderneming vrije toegang tot de onderneming.
De aangeslotene is er op verzoek van de verzekeringson- derneming bovendien toe gehouden hem een kopie van het jaarlijks verslag van het Comité voor Preventie en Be- scherming op het Werk (CPBW) te sturen, waarin de graden van frequentie en van ernst van de laatste drie dienstjaren bepaald worden.
Indien de aangeslotene deze verplichtingen niet nakomt, kan de verzekeringsonderneming een einde maken aan de verzekeringsovereenkomst onder de voorwaarden van Artikel 10, § 5 van de algemene voorwaarden.
De verzekeringsonderneming en haar afgevaardigden zijn tot strikte geheimhouding verbonden.
Hoofdstuk II - Duur en einde van de verzekeringsovereenkomst
Artikel 6 - Inwerkingtreding van de verzekeringsovereenkomst
De verzekeringsovereenkomst treedt in werking op de da- tum en het uur vastgesteld in de bijzondere voorwaarden.
In geen geval kan de dekking met terugwerkende kracht verleend worden.
Artikel 7 - Duur van de verzekeringsovereenkomst
De duur van de verzekeringsovereenkomst mag niet langer zijn dan één jaar.
Behalve wanneer één der partijen zich ertegen verzet door een aangetekend schrijven dat minstens drie maanden vóór de vervaldag van de verzekeringsovereenkomst ter post is afgegeven, wordt ze stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
Met wederzijds akkoord van de aangeslotene en de verze- keringsonderneming kan de duur van één jaar bedoeld in vorige alinea’s, vastgesteld worden op drie jaar. In dat ge- val gebeurt de in de tweede alinea bedoelde stilzwijgende verlenging voor opeenvolgende periodes van drie jaar.
Wat ook de duur van de verzekeringsovereenkomst is, moet deze duur, indien nodig, verlengd worden met de periode die de datum van het ingaan van de verzekeringsovereen- komst scheidt van 1 januari van het jaar dat erop volgt.
Artikel 8 - Niet-tewerkstelling van personeel
Wanneer een aangeslotene geen aan de wet onderworpen personen meer tewerkstelt, stelt hij de verzekeringsonder- neming hiervan zonder verwijl op de hoogte, met opgave van de precieze datum waarop de activiteit van de voor- noemde personen eindigt.
Behoudens strijdige overeenkomst wordt de verzekerings- overeenkomst door de verzekeringsonderneming per aan- getekende brief verbroken op de datum waarop zij er ken- nis van heeft, evenwel ten vroegste op de datum waarop de aangeslotene geen personeel meer in dienst heeft.
Als de aangeslotene vóór het verstrijken van de nog te lopen verzekeringstermijn, te rekenen vanaf de datum van de verbreking, evenwel opnieuw aan de wet onderworpen personeel in dienst neemt, moet hij een nieuwe verzeke- ringsovereenkomst bij dezelfde verzekeringsonderneming sluiten voor een periode die ten minste gelijk is aan de nog niet verstreken periode.
De verzekeringsonderneming verzekert de onderworpen werknemers die terug in dienst komen, niet vóór het sluiten van de nieuwe verzekeringsovereenkomst, waarvan sprake is in vorige alinea.
Artikel 9 - Verandering van aangeslotene
9.1 Overlijden van de aangeslotene
In geval van overgang van het verzekerde belang ten gevolge van het overlijden van de aangeslotene, gaan de rechten en verplichtingen uit de verzekeringsovereen- komst over op de nieuwe houder van dat belang.
De nieuwe houder van het verzekerde belang en de ver-
zekeringsonderneming kunnen evenwel kennisgeven van de opzegging van de verzekeringsovereenkomst, de eerste bij een ter post aangetekende brief, binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden, de tweede bij een ter post aangetekende brief, binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis van het overlijden gekre- gen heeft.
9.2 Faillissement van de aangeslotene
In geval van faillissement van de aangeslotene blijft de verzekering bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers, die jegens de verzekeringsonderneming in- staan voor de betaling van de premies of bijdragen die nog moeten vervallen na de faillietverklaring.
Niettemin hebben de verzekeringsonderneming en de curator van het faillissement het recht de verzekerings- overeenkomst op te zeggen.
Evenwel kan de opzegging van de verzekeringsovereen- komst door de verzekeringsonderneming slechts gebeuren ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring, terwijl de curator van het faillissement dit slechts kan gedurende de drie maanden na de faillietverklaring.
9.3. Andere hypothesen van verandering van aangeslotene
In geval van behoud van de activiteit maar van verande- ring van natuurlijke persoon of rechtspersoon, ongeacht de juridische vorm of om iedere andere reden dan die welke bij Artikel 9.1. en 9.2. beoogd worden, verplichten de aan- geslotene of zijn erfgenamen of rechtverkrijgenden zich ertoe de verzekeringsovereenkomst door hun opvolgers te laten voortzetten.
Bij niet-naleving van die verplichting kan de verzekerings- onderneming van de aangeslotene of van zijn erfgena- men of rechtverkrijgenden en afgezien van de vervallen premies of bijdragen, een opzeggingsvergoeding eisen die gelijk is aan de laatste jaarlijkse premie of bijdrage. De verzekeringsovereenkomst vervalt dan op de datum van die verandering of overname.
De verzekeringsonderneming mag evenwel de overdracht van de verzekeringsovereenkomst weigeren en die opzeg- gen. In dat geval moet de verzekeringsonderneming dek- king op basis van de huidige verzekeringsovereenkomst blijven verstrekken gedurende een termijn van 45 dagen. Deze termijn begint te lopen op de dag waarop de aange- tekende opzeggingsbrief, die door de verzekeringsonderne- ming aan de aangeslotene gericht is, bij de post afgegeven werd. De verzekeringsonderneming heeft dan nog recht
op de vervallen premies of bijdragen die met de gedekte periodes overeenstemmen.
Artikel 10 - Beëindiging en opzegging van de verzekeringsovereenkomst
§ 1. De verzekeringsovereenkomst wordt van rechtswege beëindigd:
1. op de datum van de definitieve stopzetting van
de activiteiten van de onderneming
2. op de datum waarop de verzekeringsonderne- ming niet meer gemachtigd is overeenkomstig de wet
§ 2. De verzekeringsovereenkomst wordt opgezegd bij een ter post aangetekende brief.
§ 3. Indien de aangeslotene of de verzekeringsonderne- ming de bij Artikel 7 van de algemene voorwaarden beoogde stilzwijgende verlenging wil vermijden, zegt hij de verzekeringsovereenkomst op bij een ter post aangetekende brief ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de lopende verzekeringstermijn.
§ 4. De verzekeringsovereenkomst kan in geval van aanpassing van het tarief of wijziging van de verze- keringsvoorwaarden door de aangeslotene verbroken worden volgens de bij Artikel 19 van de algemene voorwaarden bepaalde regels.
§ 5. De verzekeringsonderneming behoudt zich het recht voor de verzekeringsovereenkomst per aangetekende brief op te zeggen:
1. in geval van verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens over het risico, volgens de bij Ar- tikel 2 van de algemene voorwaarden bepaalde voorwaarden
2. in geval van een aanmerkelijke en blijvende wijziging van het risico volgens Artikel 3 van de algemene voorwaarden
3. in geval van niet-tewerkstelling van personeel, volgens Artikel 8 van de algemene voorwaar- den
4. in alle bij Artikel 9 van de algemene voorwaar- den beoogde gevallen van verandering van aangeslotene
5. bij niet-betaling door de aangeslotene van de premies of bijdragen, van bijpremies of bijkomende kosten volgens Artikel 18 van de algemene voorwaarden
6. bij gebrek aan loonaangiften binnen de bij de verzekeringsovereenkomst vastgestelde termijn
volgens Artikel 15 van de algemene voorwaar- den
7. in geval van ernstige tekortkoming inzake preventie volgens Artikel 22, lid 2, van de algemene voorwaarden en onverminderd de bepalingen van dat artikel
8. in de gevallen waarin de verzekeringsonder- neming het krachtens Artikel 20, lid 7, van de algemene voorwaarden voorziene verhaal kan uitoefenen
9. in de gevallen van niet-naleving van de Artike- len 5 en 16 van de algemene voorwaarden tot regeling voor de verzekeringsonderneming van een recht van controle op het verzekerde risico en de loonaangiften.
§ 6. In alle bij § 5, met uitzondering van punt 5, beoogde gevallen moet de verzekeringsonderneming de dek- king van de lopende verzekeringsovereenkomst blijven verstrekken tot het verstrijken van een termijn van één maand die begint te lopen op de dag volgend op die waarop de verzekeringsonderneming de aangeslotene bij een ter post aangetekende brief in kennis van de opzegging van de verzekeringsovereenkomst stelt.
In het geval voorzien in § 5, punt 5 zijn de termijnen bepaald bij Artikel 18 van de algemene voorwaarden van toepassing.
De verzekeringsonderneming betaalt de premies of bijdragen terug betreffende de verzekeringsperiode die volgt op de datum van inwerkingtreding van de opzegging.
§ 7. De verzekeringsonderneming behoudt zich het recht voor de verzekeringsovereenkomst, na het zich voor- doen van een ongeval, op te zeggen. De aangeslotene beschikt over hetzelfde recht. Deze wederkerigheid is niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten met een duur van drie jaar, gesloten met ondernemin- gen waarvan het jaargemiddelde van het personeels- bestand meer dan honderd bedraagt of die een loonvo- lume laten verzekeren van meer dan honderdmaal het maximum basisjaarloon bedoeld bij Artikel 39 van de wet.
De opzegging, ten voordele van de verzekeringsonder- neming of de aangeslotene, geldt pas na het verstrij- ken van het lopende verzekeringsjaar, zonder dat de termijn korter mag zijn dan drie maanden te rekenen vanaf het ogenblik van de betekening van de opzeg- ging bij een ter post aangetekende brief.
Van deze opzegging wordt uiterlijk één maand na de eerste betaling van de dagvergoedingen aan het slachtoffer of na de weigering van betaling van de vergoeding kennis gegeven.
§ 8. De bepalingen van de wet van 4 april 2014 betreffen- de de verzekeringen zijn van toepassing wat de voor- waarden, modaliteiten en termijnen betreft volgens welke de aangeslotene of de verzekeringsonderneming een einde aan de verzekeringsovereenkomst maakt in zoverre hier niet van afgeweken wordt door de wet.
Hoofdstuk III - Premies of bijdragen
Artikel 11 - Aard van de premie of bijdrage
§ 1. De premie of bijdrage is forfaitair of wordt na het vervallen van de termijn afgerekend.
§ 2. De forfaitaire premie of bijdrage wordt bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst vastgesteld. Ze kan in dezelfde verhouding variëren als het basisloonpla- fond dat overeenkomstig de wet vastgesteld wordt. Ze is vooruitbetaalbaar op de bij de bijzondere voorwaar- den vermelde vervaldag.
Artikel 12 - Berekening van de premie of van de bijdrage
Behoudens bijzondere bepalingen in de verzekeringsover- eenkomst wordt de premie of bijdrage, met uitzondering van de forfaitaire premie of bijdrage, berekend op basis van het loon van het personeel onderworpen aan de wet.
Met het loon van dat personeel wordt bedoeld het brutoloon zonder enige afhouding, met inbegrip van alle voordelen. Het loon mag geenszins lager zijn dan het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon of dan het loon vastgesteld door de in de onderneming gesloten overeenkomst of door de in de Nationale Arbeidsraad, in het Paritair Comité of Subcomité, of in enig ander paritair orgaan gesloten collectieve overeenkomst, die al dan niet door een koninklijk besluit algemeen verbindend verklaard is.
De als vakantiegeld aan arbeiders uitgekeerde sommen hoeven niet vermeld te worden op de bij Artikel 14 van de algemene voorwaarden bedoelde loonaangifte. De
verzekeringsonderneming vervangt ze door het bij de wet- geving inzake jaarlijkse vakantie vastgestelde percentage.
De aanvullende vakantiebijslagen en alle bedragen die een bestanddeel zijn van het loon maar niet rechtstreeks door de aangeslotene betaald worden, worden in voorko- mend geval in de vorm van een percentage aangegeven.
Voor de leerlingen en voor de personen die arbeidspres- taties verrichten in het kader van een opleiding naar be- taalde arbeid, wordt de premie forfaitair berekend op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals het is vastgesteld bij een collectieve arbeidsover- eenkomst die afgesloten is in de Nationale Arbeidsraad voor een voltijdse werknemer die minstens negentien jaar is en die ten minste zes maanden anciënniteit heeft in de onderneming die hem tewerkstelt.
Voor personen wier loon uit fooien bestaat, moet het aangegeven loon overeenstemmen met het werkelijk loon, zonder lager te zijn dan het voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen in aanmerking genomen forfaitair loon.
Wanneer het jaarloon hoger is dan het wettelijk maximum van het basisloon, wordt het voor de berekening van de premies of bijdragen slechts ten belope van dat maximum in aanmerking genomen.
De premie of bijdrage wordt bepaald door het loonbedrag met de op elk van de risico’s in het bedrijf toepasselijke premievoet te vermenigvuldigen.
De premies of bijdragen, zelfs de forfaitaire, worden verhoogd met iedere belasting, taks en retributie onder enigerlei naam door enige overheid vastgesteld of vast te stellen.
Artikel 13 - Provisionele premie of bijdrage
Wanneer de premie of bijdrage na vervallen termijn afgerekend wordt, is bij vooruitbetaling een provisionele premie of bijdrage betaalbaar op de bij de bijzondere voor- waarden aangeduide vervaldagen en voor de eerste keer bij de inwerkingtreding van de verzekeringsovereenkomst.
Behoudens strijdige overeenkomst moet de provisionele premie of bijdrage binnen de dertig dagen van de uitnodi- ging tot betaling betaald worden.
Deze premie of bijdrage is gelijk aan het bij de bijzon- dere voorwaarden vastgestelde bedrag van de premie of bijdrage die bij schatting overeenstemt met die welke na verlopen termijn betaald zal worden. Ze wordt berekend op grond van de door de aangeslotene tijdens het vooraf- gaande jaar betaalde lonen of, als zijn onderneming pas opgericht is, volgens een in gemeen overleg gemaakte
raming.
De provisionele premie of bijdrage wordt aangepast tel- kens de laatste definitieve premie of bijdrage 20% hoger of lager ligt dan de laatst gekende provisionele premie of bijdrage.
De provisionele premie of bijdrage wordt aangerekend op de betaling van het geheel of een deel van de definitieve premie of bijdrage.
Artikel 14 - Aangifte van het loon
De lonen worden aan de verzekeringsonderneming aange- geven door de aangeslotene of zijn lasthebber.
Deze verplichting wordt vervuld via de elektronische multifunctionele aangifte, of DMFA, die de aangeslotene of zijn lasthebber driemaandelijks doet via het netwerk van de sociale zekerheid. Het gegeven “Activiteit in verband met het risico” van deze DMFA moet verplicht worden vermeld ingeval het contract verschillende premievoeten bevat voor “Arbeiders en/of Bedienden”, volgens de in het DMFA-glossarium bepaalde voorwaarden en frequentie.
Bij ontstentenis of onvolledigheid van de elektronische ge- gevens, behoudt de verzekeringsonderneming zich echter het recht voor om een loonstaat te sturen aan de aange- slotene of zijn lasthebber. De aangeslotene of zijn lastheb- ber is verplicht om deze loonstaat aan de verzekeringson- derneming terug te sturen binnen de twee maanden na het einde van elke verzekeringsperiode.
Artikel 15 - Ontstentenis van loonaangifte
Bij niet-terugsturen van de loonaangifte kan, na een termijn voor aanmaning bij aangetekende brief, ambts- halve een afrekening gemaakt worden, berekend door de lonen die gediend hebben als basis voor de berekening van de vorige premie of bijdrage, met 50% te verhogen of, wanneer het om de eerste afrekening gaat, door de bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst aangegeven lonen met 50% te verhogen.
Die ambtshalve afrekening geschiedt onverminderd het recht van de verzekeringsonderneming om de aangifte te eisen of de betaling te verkrijgen op basis van de werke- lijke lonen teneinde de rekening van de aangeslotene te regulariseren.
Wanneer de aangeslotene deze verplichting niet naleeft, kan de verzekeringsonderneming een einde maken aan de verzekeringsovereenkomst onder de voorwaarden van
Artikel 10, § 5 van de algemene voorwaarden.
Artikel 16 - Controle op de loonaangifte
De verzekeringsonderneming behoudt zich het recht voor de verzekerde onderneming te bezoeken, de aangiften van de aangeslotene of van zijn lasthebber te controleren en zelfs zich in zijn plaats te stellen om de loonaangifte op te maken.
Te dien einde verbindt de aangeslotene zich ertoe alle bescheiden en individuele rekeningen, die voor de sociale of fiscale controle voorgelegd worden, ter beschikking van de verzekeringsonderneming of van haar afgevaardigde te stellen; de verzekeringsonderneming beschikt over deze mogelijkheid gedurende drie jaar na het einde van de verzekeringsovereenkomst.
Indien de aangeslotene deze verplichting niet nakomt, kan de verzekeringsonderneming een einde aan de verzeke- ringsovereenkomst maken onder de voorwaarden bepaald in Artikel 10, § 5 van de algemene voorwaarden.
De met die controle belaste personen zijn tot strikte ge- heimhouding verbonden.
Indien de loonaangifte onjuistheden zou bevatten, beschikt de verzekeringsonderneming, die de begunstigden moet vergoeden op basis van het bij de wet gedefinieerde loon, over hetzelfde verhaal op de aangeslotene als dat wat bij Artikel 2 van de algemene voorwaarden bepaald is.
Artikel 17 - Wijze van premie- of bijdragebetaling
De premie of bijdrage is haalbaar. Het verzenden van het verzoek om betaling aan de aangeslotene heeft dezelfde waarde als het aan huis of op zijn maatschappelijke zetel aanbieden van de kwitantie.
De definitieve premie of bijdrage is betaalbaar binnen
dertig dagen van de uitnodiging tot betaling.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de verzekerings- onderneming betaald wordt, is de premie- of bijdragebeta- ling aan de verzekeringsproducent die houder is van de door de verzekeringsonderneming opgestelde kwitantie, bevrijdend.
Hierbij is de geldigheidsdatum ofwel die van afgifte van die kwitantie, ofwel die waarop één van de financiële rekeningen van de verzekeringsonderneming of van de gevolmachtigde producent gecrediteerd is.
Artikel 18 - Niet-betaling van de premie of bijdrage
§ 1. Niet-betaling van de premie of bijdrage
Niet-betaling van de premie of bijdrage op de vervaldag kan grond opleveren tot schorsing van de dekking of tot opzegging van de verzekeringsovereenkomst mits de aan- geslotene in gebreke gesteld is.
§ 2. Aanmaning tot betaling
De ingebrekestelling bedoeld in § 1 geschiedt bij deur- waardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
Daarbij wordt aangemaand de premie of bijdrage te beta- len binnen de termijn bepaald in de ingebrekestelling. Die termijn mag niet korter zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
De ingebrekestelling herinnert aan de vervaldag van de premie of bijdrage en aan de gevolgen van niet-betaling binnen de gestelde termijn.
§ 3. Uitwerking van de schorsing van de dekking of van de opzegging van de verzekeringsovereenkomst
De schorsing of de opzegging hebben slechts uitwerking na het verstrijken van een termijn die niet korter mag zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, wordt als gevolg van de beta- ling van de achterstallige premies of bijdragen door de aangeslotene, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, een einde aan de schorsing gesteld.
De verzekeringsonderneming die haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan de verzeke- ringsovereenkomst opzeggen indien zij zich dat recht in de ingebrekestelling heeft voorbehouden; in dat geval wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van een termijn die niet korter mag zijn dan vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing.
Indien de verzekeringsonderneming zich in de ingebreke- stelling de mogelijkheid om de verzekeringsovereenkomst op te zeggen niet heeft voorbehouden, kan de opzegging slechts geschieden mits een nieuwe aanmaning is gedaan overeenkomstig de bij § 2 vermelde bepalingen.
§ 4. Gevolgen van de schorsing ten aanzien van de nog te vervallen premies of bijdragen
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeringsonderneming de later nog te vervallen premies of bijdragen te eisen op voorwaarde dat de aangeslotene in gebreke werd gesteld overeenkomstig
§ 2. In dit geval herinnert de ingebrekestelling aan de schorsing van de waarborg.
Het recht van de verzekeringsonderneming wordt evenwel beperkt tot de premies of bijdragen voor twee opeenvol- gende jaren.
§ 5. Laattijdige betaling
De laattijdige betaling van de definitieve of provisionele premie of bijdrage kan aanleiding geven tot invordering van interesten en kosten conform de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachter- stand bij handeltransacties.
§ 6. Verplichting van loonaangifte
Zolang de schorsing duurt, blijft de aangeslotene ertoe ge- houden de lonen krachtens de verzekeringsovereenkomst aan te geven en stuurt de verzekeringsonderneming de afrekeningen van de premies of bijdragen.
§ 7. Verhaal
In geval van schorsing van de dekking beschikt de verzeke- ringsonderneming tegenover de aangeslotene over een vordering tot terugbetaling van alle sommen die zij zal hebben moeten betalen of reserveren krachtens Artikel 1, lid 2 van de algemene voorwaarden.
Artikel 19 - Tariefverhoging en wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
Indien de verzekeringsonderneming haar tarief verhoogt of de verzekeringsvoorwaarden wijzigt, heeft zij het recht het tarief van de huidige verzekeringsovereenkomst vanaf de volgende jaarlijkse vervaldag te verhogen.
De aangeslotene kan niettemin, onverminderd de bepa- lingen van Artikel 3 van de algemene voorwaarden, de verzekeringsovereenkomst verbreken binnen de dertig dagen van de betekening van de verhoging of de wijziging. In dat geval zal de verzekeringsovereenkomst ten vroegste op de volgende jaarlijkse vervaldag een einde nemen, op voorwaarde dat een termijn van ten minste drie maanden deze vervaldag scheidt van de betekening van de verho- ging of wijziging. Is dit laatste niet het geval, dan worden de gevolgen van de verzekeringsovereenkomst verlengd voorbij de jaarlijkse vervaldag voor de tijd nodig om de termijn van drie maanden te vervolledigen.
De mogelijkheid tot opzegging voorzien in de tweede alinea bestaat niet wanneer de tariefaanpassing of de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een wettelijke of reglementaire bepaling.
Hoofdstuk IV - Ongevallen
Artikel 20 - Aangifte
De aangeslotene moet elk ongeval dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de wet, bij de verzekerings- onderneming aangeven binnen de termijnen en in de vorm die de wet bepaalt. Deze aangifte kan elektronisch of schriftelijk gebeuren. Voor de elektronische aangifte kan u gebruik maken van de e-tool op onze website xxx.xxxxxxx.xx.
Zo mogelijk moet een medisch attest bij de aangifte gevoegd worden; in ieder geval moet dit attest zo spoedig mogelijk aan de verzekeringsonderneming toegestuurd worden.
De formulieren die gebruikt moeten worden, worden door de verzekeringsonderneming ter beschikking gesteld.
De aangeslotene moet zonder verwijl aan de verzekerings- onderneming alle nuttige inlichtingen verstrekken en op de vragen antwoorden die hem gesteld worden teneinde de omstandigheden en de omvang van het ongeval te kun- nen vaststellen.
De aangeslotene moet de afgevaardigden van de verze- keringsonderneming die ermee belast zijn de omstandig- heden van de ongevallen te onderzoeken, in zijn onderne- ming toelaten en hen onder meer toestaan met dit doel elk personeelslid te ondervragen.
Dat recht mag zelfs na de beëindiging van de verzeke- ringsovereenkomst uitgeoefend worden.
Indien de aangeslotene één van de voornoemde verplich- tingen niet nakomt en er daardoor een nadeel voor de verzekeringsonderneming ontstaat, kan deze laatste tegen de aangeslotene een vordering instellen tot terugbetaling van haar prestaties, en dit tot beloop van het nadeel dat zij geleden heeft.
Indien de aangeslotene, met bedrieglijk opzet, één van de voornoemde verplichtingen niet uitgevoerd heeft, heeft de vordering tot terugbetaling betrekking op alle bedragen die door de verzekeringsonderneming uitgekeerd werden.
In de hypothesen waarin het lid 7 voorziet, kan de verze- keringsonderneming het contract opzeggen onder de voor- waarden van Artikel 10, § 5 van de algemene voorwaarden.
Artikel 21 - Procedure
Het beheer van de ongevallen en het beheer van de ge- schillen omtrent de ongevallen zijn uitsluitend de taak van de verzekeringsonderneming. Bijgevolg zal de aangeslo- tene zich onthouden van iedere erkenning van aansprake- lijkheid, van iedere betaling of belofte van betaling, zowel ten aanzien van de begunstigden als ten aanzien van de voor het ongeval aansprakelijke derde. De aangeslotene kan slechts met de voor het ongeval aansprakelijke derden een dading treffen zo de verzekeringsonderneming vooraf haar goedkeuring gegeven heeft. Bij ontstentenis van goedkeuring zijn alle handelingen, initiatieven of dadingen van de aangeslotene niet tegenstelbaar aan de verzeke- ringsonderneming.
De verzekeringsonderneming is niet verplicht de strafrech- telijke gedingen te volgen, noch de straffen of de kosten die daaruit voortvloeien ten laste te nemen. De aangeslo- tene is wel verplicht de verzekeringsonderneming hiervan in kennis te stellen, zodra hij weet dat hij vervolgd zal worden. De aangeslotene moet alle gerechtelijke en bui- tengerechtelijke documenten die op het ongeval betrek- king hebben aan de verzekeringsonderneming bezorgen zodra hem er kennis van gegeven is, ze hem betekend
of overhandigd zijn, op straffe van betaling, in geval van verzuim, van enige schadevergoeding aan de verzekerings- onderneming voor het door deze geleden nadeel.
De verzekeringsonderneming beschikt over een verhaal- recht tegen elke aangeslotene in het geval dat zij een begunstigde vergoed heeft terwijl zij haar prestaties had kunnen weigeren of verminderen op grond van de wet of van de verzekeringsovereenkomst.
Artikel 22 - Voorkoming van ongevallen en controle
De aangeslotene verbindt er zich toe alle passende maat- regelen te nemen om ongevallen te voorkomen, op zijn minst die welke vastgesteld zijn in de reglementaire en contractuele bepalingen betreffende de bescherming, de veiligheid en de gezondheid van de werkplaatsen.
Indien de aangeslotene weigert de voorgeschreven verbe- teringen aan te brengen aan een staat van zaken die ten aanzien van de reglementaire of contractuele bepalingen als gebrekkig erkend wordt, of de algemene regels inzake veiligheid niet nakomt, kan hem een verhoging van de
premie of van de bijdrage van 15% opgelegd worden.
In dat geval kan de verzekeringsonderneming eveneens de verzekeringsovereenkomst opzeggen onder de bij Artikel 10,
§ 5 van de algemene voorwaarden vermelde voorwaarden.
Betreft een opzettelijk veroorzaakt ongeval in de zin van Artikel 62, alinea 1 van de wet van 4 april 2014 betreffen- de de verzekeringen, het feit dat een werkgever opzettelijk het arbeidsongeval veroorzaakt of opzettelijk een ongeval veroorzaakt dat een arbeidsongeval met zich meebrengt.
Als grove schuld in de betekenis van Artikel 62 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen wordt beschouwd:
1° de zware tekortkoming tegenover de wetsbepalingen inzake preventie waarvan de verzekeringsonderneming de aangeslotene specifiek en vooraf in kennis gesteld heeft
2° het feit dat de aangeslotene, die de verplichtingen opgelegd door de wettelijke en reglementaire bepalin- gen inzake arbeidsveiligheid en hygiëne, zwaarwichtig miskend heeft en de werknemers heeft blootgesteld aan het risico van arbeidsongevallen, terwijl de ambte- naren die zijn toegewezen om toezicht te houden op de naleving van die bepalingen, hem schriftelijk hebben gewezen op het gevaar aan hetwelk hij deze werkne- mers blootstelt
In deze gevallen beschikt de verzekeringsonderneming tegenover de aangeslotene over een vordering tot terug- betaling van alle uitgevoerde prestaties.
Hoofdstuk V - Diverse bepalingen
Artikel 23 - Kennisgevingen
Om geldig te zijn, moeten de mededelingen en de kennis- gevingen die voor de verzekeringsonderneming bestemd zijn aan haar zetel in België, of aan het in de verzeke- ringsovereenkomst vermelde adres of aan het later door de verzekeringsonderneming meegedeelde adres gericht worden.
Die van de verzekeringsonderneming aan de aangeslotene worden geldig verzonden aan het in de verzekeringsover- eenkomst vermelde adres of aan het door de aangeslotene later meegedeelde adres.
Artikel 24 - Klachten
Elke klacht over de toepassing van de bepalingen in de verzekeringsovereenkomst en de toepassing van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen kan worden gericht aan:
• Securex Arbeidsongevallen gks - Klachtendienst, Xxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx, xxxxxx.xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, of
• de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûs- square 35 te 0000 Xxxxxxx
Een dergelijke klacht doet geen afbreuk aan de mogelijk- heid voor de aangeslotene om een gerechtelijke procedure op te starten.
Elke klacht over de toepassing van de bepalingen in de verzekeringsovereenkomst en de toepassing van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen en de uitvoeringsbesluiten ervan kan gericht worden aan
Fedris, Xxxxxxxxxxxxxxxx 0 te 0000 Xxxxxxx. Een dergelijke klacht doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de aangeslotene om een gerechtelijke procedure op te starten.
Artikel 25 - Bescherming van de privacy
Doelstellingen van de verwerking van persoonsgegevens
Als verwerkingsverantwoordelijke verbindt Securex zich ertoe de haar overgemaakte persoonsgegevens te verwer- ken overeenkomstig de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsge- gevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (hierna ‘algemene verordening gegevensbescherming’) voor de volgende doeleinden:
- Beheren van de Arbeidsongevallenverzekering die uw onderneming bij Securex heeft afgesloten (met inbegrip van het beheer van de premies en van de vergoedingen) en in het bijzonder de vaststelling en de beoordeling van de door de verzekerde opgelopen lichamelijke schade
- Beheren van de geschillen
- Herverzekering
- Opsporing en preventie van fraude
- Verwerking voor statistische doeleinden
Voor wat de persoonsgegevens betreft van de contactper- soon bij de werkgever komen daar de volgende doeleinden bij:
- Directmarketingacties uitvoeren, met name via e-mail
- Meedelen van uw persoonsgegevens aan de andere
juridische entiteiten van de Groep Securex zodat ze u promotie-aanbiedingen kunnen toesturen. De vol-
ledige lijst van de entiteiten van Securex kan worden geraadpleegd op xxx.xxxxxxx.xx of kan op het eerste verzoek worden meegedeeld.
Ontvangers van de gegevens
Het kan gebeuren dat Securex binnen de grenzen van wat hierboven werd vastgesteld bepaalde persoonsgege- vens deelt met de verschillende entiteiten van de Groep Securex. Het kan ook gebeuren dat Securex bepaalde persoonsgegevens doorgeeft aan de toezichthoudende autoriteiten, aan een andere verzekeraar in het kader
van een regresvordering, aan de herverzekeraar, aan de medeverzekeraar, aan haar advocaten, aan deskundigen of aan gerechtelijke instanties. Bepaalde van die gegevens worden daarnaast doorgegeven aan haar onderaannemers, die bepaalde diensten verlenen in de strikte context van een onderaannemingsovereenkomst en met als enig doel Securex technische bijstand te verlenen.
Juridische grondslagen van de verwerking
De juridische grondslag van de gegevensverwerking is de verzekeringsovereenkomst Arbeidsongevallen van de
onderneming en de wettelijke verplichting van Securex die voortvloeit uit de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 om desgevallend de werknemers die lichamelijke schade lijden ten gevolge van schadegevallen inzake arbeidsonge- vallen schadeloos te stellen.
De verwerking ter preventie van fraude en voor statistische doeleinden steunt op het gerechtvaardigd belang van Se- curex om verzekeringsfraude te voorkomen en statistieken op te stellen.
De directmarketingactiviteit steunt op het gerechtvaardigd belang van Securex om haar diensten alsook de diensten van de entiteiten van de Groep Securex, te promoten bij haar klanten.
De verwerking van de gezondheidsgegevens van de ver- zekerden steunt op de wettelijke verplichting van Securex om werknemers die getroffen zijn door een arbeidsongeval schadeloos te stellen. Deze gegevens worden verwerkt door onze beheersdienst, onder het toezicht van onze advi- serende arts.
Bewaringsduur van de gegevens
Securex bewaart de gegevens zolang als nodig voor de doeleinden hierboven vermeld en volgens de geldende wetsbepalingen. Deze duur wordt verlengd met de ver- jaringstermijn zodat Securex het hoofd kan bieden aan eventuele regresvorderingen die na het afsluiten van de
overeenkomst zouden worden ingesteld.
Recht van de betrokkenen
De betrokkenen kunnen kennisnemen van de gegevens en ze desgevallend laten verbeteren door middel van een gedateerd en ondertekend verzoek, dat samen met een rectoversokopie van de identiteitskaart via e-mail wordt verstuurd naar het adres xxxxxxx@xxxxxxx.xx of via de post naar Groep Securex, Data Protection Officer, Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx. Deze betrokkenen kunnen zich bovendien volgens dezelfde modaliteiten, en binnen de grenzen die worden vastgesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming, verzetten tegen de gegevensverwerking of vragen dat die verwerking wordt beperkt. Ze kunnen ook vragen dat de op hen betrek- king hebbende gegevens worden gewist of overgedragen worden. Meer informatie kan op hetzelfde adres worden verkregen.
Voor de persoonsgegevens van de contactpersoon bij de werkgever hebt u het recht om u kosteloos te verzetten tegen de geplande verwerking van uw persoonsgegevens voor directmarketingdoeleinden, en dit door middel van de hierboven vermelde modaliteiten.
U kunt desgevallend een klacht indienen bij de Autoriteit inzake gegevensbescherming.
Gegevensbescherming
Overeenkomstig de geldende wetgeving zorgt Securex voor een passend beschermingsniveau voor uw persoons- gegevens. Deze maatregelen omvatten de technische
en organisatorische maatregelen die nodig zijn om uw persoonsgegevens te beschermen tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, tegen toevallig verlies, evenals tegen de wijziging van, de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van uw persoonsgegevens.
Securex wijst u er niettemin op dat geen enkel beveili- gingssysteem 100% veiligheid kan waarborgen. U kunt echter steeds met ons contact opnemen voor alle vragen over de vertrouwelijkheid en veiligheid van uw persoons- gegevens.
Uittreksel uit de wetgeving op de arbeidsongevallen
Wet van 10 april 1971 - Bijgewerkt op 01-06-2017
Artikel 6
§ 1. De nietigheid van de arbeidsovereenkomst kan niet worden ingeroepen ten aanzien van de toepassing van deze wet.
§ 2. Elke overeenkomst strijdig met de bepalingen van deze wet is van rechtswege nietig.
§ 3. De rechter ziet bij uitspraak over de rechten van de getroffene en zijn rechthebbenden ambtshalve na of de bepalingen van deze wet nageleefd worden.
Artikel 10
Wanneer de getroffene ingevolge het arbeidsongeval over- lijdt, wordt een vergoeding voor begrafeniskosten toege- kend die gelijk is aan dertig maal het gemiddelde dagloon. In geen geval mag die vergoeding evenwel minder bedra- gen dan het bedrag van de overeenkomstige vergoeding dat, op de dag van het overlijden, wordt toegekend met toepassing van de wetgeving inzake de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Artikel 11
Benevens de vergoeding voor begrafeniskosten draagt de verzekeringsonderneming de kosten voor het overbren- gen van de overleden getroffene naar de plaats waar de familie haar overledene wenst te laten begraven; de ver- zekeringsonderneming zorgt tevens voor de overbrenging, met inbegrip van de vervulling van de administratieve formaliteiten.
Artikel 12
Wanneer de getroffene ten gevolge van het arbeidsonge- val overlijdt, wordt een lijfrente, gelijk aan 30% van diens basisloon, toegekend:
1° aan de echtgenoot die op het tijdstip van het ongeval noch uit de echt, noch van tafel en bed is gescheiden, of aan de persoon die op het tijdstip van het ongeval wettelijk samenwoont met de getroffene
2° aan de echtgenoot die op het tijdstip van het overlijden van de getroffene noch uit de echt, noch van tafel en
bed gescheiden is, of aan de persoon die op het tijdstip van het overlijden van de getroffene wettelijk met hem samenwoont, op voorwaarde dat:
a) het huwelijk of de wettelijke samenwoning ge- sloten na het ongeval minstens één jaar vóór het overlijden van de getroffene plaatsvond of
b) uit het huwelijk of de wettelijke samenwoning een kind is geboren of
c) op het ogenblik van het overlijden een kind ten laste is waarvoor één van de echtgenoten of één van de wettelijk samenwonenden kinder- bijslag ontving
De overlevende die uit de echt of van tafel en bed ge- scheiden is en die een wettelijk of conventioneel onder- houdsgeld genoot ten laste van de getroffene, alsmede de langstlevende partner van een ontbonden wettelijke samenwoning die een conventioneel onderhoudsgeld genoot ten laste van de getroffene, heeft eveneens recht op de lijfrente als bedoeld in het eerste lid, zonder dat die rente meer mag bedragen dan het onderhoudsgeld.
Artikel 13
§ 1. De kinderen van de getroffene, die wees zijn van vader of moeder, ontvangen elk een rente die gelijk is aan 15% van het basisloon zonder dat het totaal 45% van dit loon mag overschrijden.
§ 2. De kinderen van de echtgenoot of van de wettelijk sa- menwonende partner van de getroffene, die wees zijn van vader of moeder, ontvangen elk een rente die ge- lijk is aan 15% van het basisloon zonder dat het totaal 45% van dit loon mag overschrijden, indien ze geboren of verwekt zijn op het ogenblik van het overlijden van de getroffene.
§ 3. De bij § 1 en § 2 bedoelde kinderen, die wees zijn van vader en moeder, ontvangen elk een rente die gelijk is aan 20% van het basisloon zonder dat het totaal 60% van dit loon mag overschrijden.
§ 4. Kinderen van wie de afstamming slechts ten aanzien van één van hun ouders vaststaat, worden voor de toepassing van dit artikel met wezen gelijkgesteld.
§ 5. Gerechtelijke vaststelling van afstamming komt voor de toepassing van dit artikel slechts in aanmerking voor zover de procedure tot vaststelling van de afstam-
xxxx werd ingeleid vóór de datum van het overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval, behalve indien het kind verwekt maar nog niet geboren was.
§ 6. De rente die bij toepassing van § 2 en § 3 wordt toegekend aan de kinderen van de echtgenoot of van de wettelijk samenwonende partner van de getroffene, wordt verminderd met het bedrag van de rente die aan voornoemde kinderen wegens een ander dodelijk ongeval wordt toegekend. Het totaalbedrag van de aldus verminderde rente en van de andere rente mag evenwel niet lager zijn dan het bedrag van de rente toegekend aan de kinderen van de getroffene.
Artikel 14
§ 1. De kinderen die door één persoon zijn geadopteerd ontvangen een rente die voor ieder kind gelijk is aan 20% van het basisloon van de overleden adoptant, zonder dat het totaal 60% van dit loon mag overschrij- den.
§ 2. De kinderen die door twee personen zijn geadopteerd ontvangen voor ieder kind, een rente gelijk aan:
a) 15% van het basisloon zo één van de adoptan- ten de andere overleeft, zonder dat het totaal 45% van dit loon mag overschrijden
b) 20% van het basisloon zo één van de adop- tanten vóóroverleden is, zonder dat het totaal 60% van dit loon mag overschrijden
§ 3. De geadopteerden die overeenkomstig de bepalingen van artikel 353-15 van het Burgerlijk Wetboek rechten kunnen doen gelden in hun oorspronkelijke familie en in hun adoptieve familie, mogen de rechten, waarop zij in elk van deze families aanspraak kunnen maken, niet samenvoegen. Zij mogen echter kiezen tussen de rente, waarop zij recht hebben in hun oorspronkelijke of in hun adoptieve familie. De geadopteerden kunnen steeds op hun keuze terugkomen wanneer zich in hun oorspronkelijke of adoptieve familie een nieuw onge- val met dodelijke afloop voordoet.
§ 4. In geval van samenloop van de belangen van de ge- adopteerde kinderen met die van de andere kinderen mag de rente toegekend aan de geadopteerde kinde- ren niet hoger zijn dan deze toegekend aan de andere kinderen.
§ 5. De bepalingen van dit artikel zijn uitsluitend van toe- passing op de gewone adoptie.
Artikel 15
§ 1. De vader en de moeder van de getroffene die op het tijdstip van het overlijden noch echtgenoot noch wet- telijk samenwonende partner, noch rechthebbende kinderen nalaat, ontvangen ieder een lijfrente gelijk aan 20% van het basisloon.
Laat de getroffene op het tijdstip van het overlijden een echtgenoot of een wettelijk samenwonende part- ner zonder rechthebbende kinderen na, dan is de rente voor ieder van de in het vorige lid bedoelde rechtver- krijgenden gelijk aan 15% van het basisloon.
De adoptanten hebben dezelfde rechten als de ouders van de getroffene.
§ 2. Bij vóóroverlijden van de vader of de moeder van de getroffene ontvangt ieder van de bloedverwanten in opgaande lijn van de vóóroverledene een rente gelijk aan:
a) 15% van het basisloon zo er noch echtgenoot noch een wettelijk samenwonende partner noch rechthebbende kinderen zijn
b) 10% van het basisloon zo er een echtgenoot of een wettelijk samenwonende partner zonder rechthebbende kinderen is
Artikel 16
De kleinkinderen van de getroffene die geen rechtheb- bende kinderen nalaat, ontvangen, zo hun vader of hun moeder overleden is, een rente voor ieder van hen gelijk aan 15% van het basisloon, zonder dat het totaal 45% van dit loon mag overschrijden.
Zo hun vader en moeder overleden zijn, ontvangen zij een rente voor ieder van hen gelijk aan 20% van het basisloon, zonder dat het totaal 60% van dit loon mag overtreffen.
Indien er rechthebbende kinderen zijn, hebben de kleinkin- deren, die wees van vader of moeder zijn, bij staken, gelijke rechten als de kinderen; de rente toegekend aan elke staak van kleinkinderen wordt op 15% bepaald en bij hoofden verdeeld.
Zo de kleinkinderen bedoeld in voorgaand lid wees van vader en moeder zijn, wordt de rente per staak gebracht op 20%.
De rente toegekend aan de kleinkinderen wordt vermin- derd met het bedrag van de rente die aan voornoemde kleinkinderen wegens een ander arbeidsongeval werd toegekend.
Met kleinkinderen worden gelijkgesteld, voor zover zij nog niet gerechtigd zijn op rente wegens hetzelfde dodelijke arbeidsongeval, de kinderen voor wie uit hoofde van het- zelfde dodelijke arbeidsongeval, de kinderen voor wie uit hoofde van de prestaties van de getroffene of van de echt- genoot of van de wettelijk samenwonende partner kinder- bijslag werd genoten, zelfs zo hun vader en hun moeder nog in leven zijn. Laat de getroffene geen rechthebbende kinderen na, dan ontvangt ieder van hen een rente gelijk aan 15% van het basisloon, zonder dat het totaal 45% van het basisloon mag overschrijden. Indien de getroffene rechthebbende kinderen of kleinkinderen nalaat, worden de met kleinkinderen gelijkgestelde kinderen geacht een staak te vormen. De rente toegekend aan deze staak wordt bepaald op 15% en wordt verdeeld per hoofd.
Artikel 17
De broers en zussen van de getroffene die geen andere rechthebbenden nalaat, ontvangen ieder een rente gelijk aan 15% van het basisloon, zonder dat het totaal 45% van dit loon mag overschrijden.
Artikel 17bis
Zo de afstamming vastgesteld of de adoptie toegekend wordt na het overlijden van de getroffene en indien deze afstamming of adoptie een invloed heeft op de rechten van andere rechthebbenden, heeft ze pas uitwerking voor de toepassing van deze afdeling vanaf de dag waarop de definitieve beslissing die de afstamming vaststelt of de adoptie toekent, aan de verzekeringsonderneming wordt betekend.
Indien de rechten van andere rechthebbenden door een overeenkomst of een gerechtelijke beslissing werden vastgesteld, wordt de wijziging van deze rechten door een nieuwe overeenkomst of door een nieuwe gerechtelijke beslissing vastgesteld.
Artikel 18
Indien er meer dan drie rechthebbenden, bedoeld in de artikelen 13, 14, 16 of 17 zijn, wordt het bedrag van 15% of 20% voor elke rechthebbende verminderd door het te ver- menigvuldigen met een breuk waarvan de teller gelijk is aan 3 en de noemer gelijk aan het aantal rechthebbenden.
De maximumbedragen van 45% en 60% blijven toepas- selijk op al de rechthebbenden samen, zolang hun aantal niet beneden drie daalt. Blijven er niet meer dan twee rechthebbenden over, dan heeft ieder recht op een rente
van 15% of 20%.
Voor de toepassing van dit artikel wordt elke staak als een eenheid beschouwd in het geval bedoeld bij artikel 16, derde, vierde en zesde lid.
Artikel 19
De kinderen, kleinkinderen, broers en zussen ontvangen een rente zolang zij gerechtigd zijn op kinderbijslag en in ieder geval tot hun 18 jaar.
De rente is verschuldigd tot op het einde van de maand waarin het recht vervalt.
Onverminderd de bepalingen van het eerste en tweede lid, ontvangen de gehandicapte kinderen, kleinkinderen, broers en zussen een rente overeenkomstig de voorwaar- den bepaald door de Koning. De Koning bepaalt eveneens de wijze waarop de ontoereikendheid van de vermindering van de lichamelijke of geestelijke geschiktheid van deze rechthebbenden wordt vastgesteld.
Artikel 20
De bloedverwanten in opgaande lijn, de kleinkinderen en de broers en zussen ontvangen de rente alleen wanneer zij rechtstreeks voordeel uit het loon van de getroffene haalden.
Worden als zodanig aangezien degenen die onder het- zelfde dak woonden.
Is de getroffene een leerling die geen loon genoot, dan hebben bovenvermelde personen niettemin recht op de rente zo zij onder hetzelfde dak woonden.
Artikel 20bis
Voor de bloedverwanten in opgaande lijn is de rente verschuldigd tot op het ogenblik waarop de getroffene de leeftijd van 25 jaar zou bereikt hebben, tenzij zij het
bewijs leveren dat de getroffene voor hen de belangrijkste kostwinner was.
De getroffene wordt als de belangrijkste kostwinner beschouwd wanneer het gedeelte van zijn inkomen dat effectief diende als bijdrage, zowel in geld als in natura, in het onderhoud van de bloedverwanten in opgaande lijn op het ogenblik van het ongeval meer bedroeg dan het geglobaliseerd inkomen van de bloedverwanten in op-
gaande lijn, waarin de bijdrage, zowel in geld als in natura, van de getroffene niet is begrepen. Bij de vaststelling van
de financiële bijdrage, zowel in geld als in natura, van de getroffene worden de kosten voor zijn eigen onderhoud niet in aanmerking genomen.
Artikel 21
De bij de artikelen 12 tot 17 bedoelde renten zijn ver- schuldigd vanaf de dag van het overlijden van de getrof- fene.
Artikel 22
Wanneer het ongeval een tijdelijke en algehele arbeids- ongeschiktheid veroorzaakt, heeft de getroffene, vanaf de dag die volgt op het begin van die arbeidsongeschiktheid, recht op een dagelijkse vergoeding gelijk aan 90% van het gemiddeld dagbedrag.
Voor de dag waarop het ongeval zich voordoet of de arbeidsongeschiktheid aanvangt, is de vergoeding gelijk aan het normaal dagloon, verminderd met het loon dat de getroffene eventueel heeft verdiend.
Artikel 23
Ingeval de tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk is of wordt, kan de verzekeringsonderneming aan de werkge- ver vragen de mogelijkheid van een wedertewerkstelling te onderzoeken, hetzij in het beroep dat de getroffene vóór het ongeval uitoefende, hetzij in een passend beroep dat voorlopig aan de getroffene kan worden opgedragen. De wedertewerkstelling kan slechts gebeuren na een gun- stig advies van de arbeidsgeneesheer wanneer dit advies voorgeschreven wordt in het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming of wanneer de getroffene zichzelf niet geschikt acht om het werk te hervatten.
Indien de getroffene de wedertewerkstelling aanvaardt, heeft hij recht op een vergoeding die gelijk is aan het verschil tussen het loon verdiend vóór het ongeval en het loon dat hij ingevolge zijn wedertewerkstelling ontvangt.
De getroffene geniet, tot de dag van zijn volledige weder- tewerkstelling of van de consolidatie, de vergoeding voor tijdelijke, algehele arbeidsongeschiktheid:
1° wanneer hij niet opnieuw te werk wordt gesteld maar zich onderwerpt aan een behandeling, die hem met het oog op zijn wederaanpassing wordt voorgesteld
2° wanneer hij niet opnieuw aan het werk wordt gesteld en hem geen behandeling met het oog op zijn we-
deraanpassing wordt voorgesteld
3° wanneer hij de hem aangeboden wedertewerkstelling of de voorgestelde behandeling om een geldige reden weigert of stopzet
Ingeval de getroffene zonder geldige reden de hem aan- geboden wedertewerkstelling weigert of voortijdig verlaat, heeft hij recht op een vergoeding die overeenstemt met zijn graad van arbeidsongeschiktheid, berekend naar zijn arbeidsmogelijkheden in zijn oorspronkelijk of voorlopig aangeboden beroep.
Ingeval de getroffene zonder geldige redenen de xxxxxxx- xxxx die hem met het oog op zijn wederaanpassing wordt voorgesteld, weigert of voortijdig verlaat, heeft hij recht op een vergoeding die overeenstemt met zijn graad van arbeidsongeschiktheid, berekend naar zijn arbeidsmoge- lijkheden in zijn oorspronkelijk beroep of in een voorlopig beroep dat hem, op de wijze bepaald in het eerste lid,
schriftelijk toegezegd wordt voor het geval hij de behande- ling zou volgen.
Gedurende de tijd nodig om de procedure van wederte- werkstelling, beschreven in dit artikel, te volgen heeft de getroffene recht op vergoeding voor tijdelijke algehele arbeidsongeschiktheid.
Artikel 23bis
Onverminderd de bepalingen van artikel 39 worden na een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van het ongeval, de vergoedingen bedoeld bij de artikelen 22 en 23, aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wed- den, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de ver- plichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandi- gen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Voor de toepassing van het voorgaande lid, wordt de dagelijkse vergoeding gekoppeld aan de spilindex die op de datum van het ongeval van kracht is bij toepassing van artikel 4, § 1, van voornoemde wet van 2 augustus 1971.
Artikel 24
Indien de verzekeringsonderneming de getroffene genezen verklaart zonder blijvende arbeidsongeschiktheid bij
een tijdelijke arbeidsongeschiktheid van meer dan zeven dagen, geeft de verzekeringsonderneming kennis van deze beslissing aan de getroffene volgens de nadere regels bepaald door de Koning.
Indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid meer dan dertig dagen bedraagt, wordt de beslissing van de verzekerings- onderneming tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid van de getroffene gestaafd door een medisch getuigschrift opgesteld door een geneesheer geraadpleegd door de getroffene of door de raadsgenees- heer van de verzekeringsonderneming volgens het model bepaald door de Koning. Indien de getroffene zonder kennisgeving van een geldige reden en na een aangete- kende ingebrekestelling door de verzekeringsonderneming afwezig blijft op het onderzoek bij de raadsgeneesheer van de verzekeringsonderneming, kan de verzekeringsonderne- ming de getroffene in kennis stellen van zijn beslissing tot genezenverklaring.
Indien de arbeidsongeschiktheid blijvend is of wordt, vervangt een jaarlijkse vergoeding van 100%, berekend op het basisloon en de graad van de ongeschiktheid, de dage- lijkse vergoeding vanaf de dag waarop de ongeschiktheid een bestendig karakter vertoont; dit vertrekpunt wordt vastgesteld bij een overeenkomst tussen partijen of bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing.
In afwijking op de bepalingen van het vorige lid wordt deze jaarlijkse vergoeding verminderd met 50%, indien de graad van ongeschiktheid minder dan 5% bedraagt en met 25% verminderd indien de graad van ongeschiktheid 5% of meer, maar minder dan 10% bedraagt.
Indien de toestand van de getroffene volstrekt de gere- gelde hulp van een ander persoon vergt, kan hij aanspraak maken op een bijkomende jaarlijkse vergoeding, die vast- gesteld wordt in functie van de noodzakelijkheid van deze hulp op basis van het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon zoals het op het ogenblik dat de ongeschikt- heid een bestendig karakter vertoont, is vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst die afgesloten is in de Nationale Arbeidsraad voor een voltijdse werknemer die minstens negentien jaar is en die ten minste zes maanden anciënniteit heeft in de onderneming die hem tewerkstelt.
Het jaarlijks bedrag van deze bijkomende vergoeding mag het bedrag van het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon, vermenigvuldigd met 12, niet overschrijden.
Als het gebruik van een prothese of een orthopedisch toe-
stel dat ten laste genomen wordt door de verzekeringson- derneming en waarin niet voorzien werd op het ogenblik van de regeling van het arbeidsongeval, een weerslag heeft op de graad van behoefte aan de geregelde hulp van een ander persoon, kan deze graad herzien worden door een overeenkomst tussen partijen of door een in kracht van gewijsde gegane beslissing, zelfs na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 72.
Bij opneming van de getroffene, ten laste van de verze- keringsonderneming, in een ziekenhuis zoals omschreven in artikel 2 van de bij koninklijk besluit van 7 augustus 1987 gecoördineerde wetgeving op de ziekenhuizen, is de vergoeding voor de hulp van derden, bedoeld in vorig lid, niet meer verschuldigd vanaf de 91e dag ononderbroken opneming.
Bij het verstrijken van de herzieningstermijn, bedoeld bij artikel 72, wordt de jaarlijkse vergoeding door een lijfrente vervangen.
Artikel 24bis
Voor de ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988 kan de vergoeding voor de hulp van derden door de verzekerings- onderneming op grond van artikel 24, zevende lid, slechts ingehouden worden tot het einde van de in artikel 72 bepaalde termijn.
Bij opneming van de getroffene ten laste van Xxxxxx in een ziekenhuis, na het einde van de in artikel 72 bedoelde termijn, is de indexatie of de vergoeding niet meer ver- schuldigd vanaf de 91e dag ononderbroken opneming en dit tot beloop van de vergoeding voor de hulp van derden
bedoeld in artikel 24, vierde lid, verhoogd met de indexatie of de vergoeding voor deze verstrekking.
Voor arbeidsongevallen die vóór 1 januari 1988 zijn over- komen, in geval van tenlasteneming door Xxxxxx, na het verstrijken van de in artikel 72 bedoelde termijn, van een prothese of een orthopedisch toestel waarin niet voorzien is op het ogenblik van de regeling van het arbeidsongeval en waarvan het gebruik een weerslag heeft op de graad van behoefte aan de geregelde hulp van een derde per- soon, wordt het recht van de getroffene op de indexaan- passingen en bijslagen ten laste van Fedris overeenkom- stig de door de Koning bepaalde voorwaarden berekend in functie van deze weerslag.
Artikel 24ter
Voor de toepassing van artikel 24, zesde lid, en 24bis, tweede lid, van deze wet wordt iedere nieuwe opneming
binnen 90 dagen volgend op het einde van de voorgaande opneming, beschouwd als een voortzetting van deze laatste.
Artikel 25
Indien de blijvende arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door het arbeidsongeval zodanig verergert dat de getroffe- ne het beroep waarin hij gereclasseerd werd, tijdelijk niet meer kan uitoefenen, heeft hij gedurende deze periode recht op de vergoedingen zoals bepaald in de artikelen 22, 23 en 23bis.
Met deze toestand worden gelijkgesteld alle periodes nodig om de medische en professionele revalidatiemaat- regelen, met inbegrip van alle problemen gesteld door de prothesen, te herzien of te hernemen, wanneer dit de uitoefening van het beroep, waarin de getroffene gere- classeerd was, tijdelijk, geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt.
Xxxxxxx deze tijdelijke verergeringstoestanden zich voordoen na de termijn bepaald door artikel 72, zijn deze vergoedingen slechts verschuldigd bij een blijvende ar- beidsongeschiktheid van ten minste 10%.
Artikel 25bis
Voor de ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988 wor- den, ingeval de in artikel 25, derde lid, bedoelde tijdelijke verergeringstoestanden zich voordoen na de termijn bepaald bij artikel 72 bij een blijvende arbeidsongeschikt- heid van ten minste 10% de vergoedingen vastgesteld en uitgekeerd door Xxxxxx.
Artikel 26
Indien de getroffene prothesen of orthopedische toe- stellen nodig heeft, maakt de genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid het voorwerp uit van een overeenkomst tussen partijen of van een in kracht van gewijsde gegane beslissing.
De getroffene heeft recht op de herstellings- en vervan- gingskosten van de prothesen en orthopedische toestel- len, waaraan het ongeval schade heeft veroorzaakt. Deze bepaling geldt eveneens indien het ongeval geen letsel heeft veroorzaakt.
Zo de getroffene ten gevolge van de in het eerste lid bedoelde schade een tijdelijke arbeidsongeschiktheid oploopt, heeft hij tijdens de periode die voor het herstel-
len of het vervangen van de prothesen en orthopedische toestellen nodig is, recht op de vergoedingen bepaald in de artikelen 22, 23 of 23bis.
Artikel 27
Voor de dagen waarop de getroffene op verzoek van de verzekeringsonderneming of van een arbeidsgerecht zijn arbeid onderbreekt met het oog op een onderzoek voort- vloeiend uit het ongeval, is door de verzekeringsonderne- ming aan de getroffene een vergoeding verschuldigd gelijk aan het normale dagloon, verminderd met het loon dat de getroffene eventueel heeft verdiend. Voor de toepassing van de sociale wetgeving worden de dagen van arbeidson- derbreking gelijkgesteld met dagen van werkelijke arbeid.
Het eerste lid is eveneens van toepassing voor Fedris.
Artikel 27bis
De renten bedoeld bij de artikelen 12 tot en met 17 en de jaarlijkse vergoedingen en renten voor een arbeidson- geschiktheid van ten minste 10% worden aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen,
pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Deze jaarlijkse vergoedingen of de werkelijk uitbetaalde renten worden gekoppeld aan de spilindex die op de datum van het ongeval van kracht is bij toepassing van artikel 4 § 1, van de voormelde wet van 2 augustus 1971.
Het eerste en tweede lid vinden geen toepassing op de jaarlijkse vergoedingen en renten die overeenstemmen met een graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% tot minder dan 16%, en waarvan de waarde in kapi- taal wordt uitbetaald aan Fedris in toepassing van artikel 45quater, derde en vierde lid.
In afwijking van het voorgaande lid worden voor de in arti- kel 45quater, derde en vierde lid, bedoelde ongevallen, die zijn overkomen vóór 1 januari 1997, de jaarlijkse vergoe- dingen overeenstemmend met een graad van arbeidson- geschiktheid van 10 pct. tot minder dan 16 pct. aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen tot op de datum van 1 januari 1997.
In afwijking van het eerste en het tweede lid volgen de jaarlijkse vergoeding en de in artikel 24, vierde lid, be- doelde rente, de indexaanpassingen en de aanpassingen van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals die voortvloeien uit de in voormeld artikel bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst.
Aan sommige categorieën van getroffenen of hun recht- hebbenden worden daarenboven bijslagen verleend waar- van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden bepaald worden door de Koning.
Artikel 27ter
Voor de ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988 zijn de indexatie, de aanpassingen en de bijslagen bedoeld in arti- kel 27bis en voor de ongevallen bedoeld bij artikel 45qua- ter zijn de door de Koning bepaalde bijslagen ten laste
xxx Xxxxxx. Voor alle getroffenen en hun rechthebbenden zijn de herwaarderingsbijslagen en de herwaarderingen van de bijslagen als bedoeld in artikel 27bis, laatste lid, en verschuldigd vanaf 1 januari 2012, ten laste van Fedris. De Koning kan de voormelde bijslagen die voor de eerste keer betaald zullen worden na het jaar 2012 eveneens ten laste leggen van Xxxxxx.
Artikel 27quater
De door een ongeval getroffene en de rechthebbenden bedoeld in de artikelen 12 tot en met 17, kunnen ten laste van Xxxxxx aanspraak maken op een bijzondere bijslag, zo het bewijs geleverd wordt dat het ongeval op het ogenblik van het schadelijk feit, geen aanleiding gaf tot schadeloos- stelling als arbeidsongeval of als ongeval op de weg naar en van het werk, terwijl de toepassing van de wet op het ogenblik van de aanvraag geleid zou hebben tot toeken- ning van een rente.
De Koning bepaalt het bedrag en de toekenningsmodali- teiten van de bijzondere bijslag, alsmede de voorwaarden inzake de tegemoetkoming van Fedris aan de gerechtigden op de bijzondere bijslag inzake de tenlasteneming van
de periodes van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, van de medische, heelkundige, farmaceutische en verplegingszorg, alsook van de prothesen en orthopedische toestellen die ingevolge het ongeval nodig zijn.
Artikel 28
De getroffene heeft recht op de geneeskundige, heel- kundige, farmaceutische en verplegingszorg en, onder de voorwaarden bepaald door de Koning, op de prothesen en
orthopedische toestellen die ingevolge het ongeval nodig zijn.
Artikel 28bis
Voor de ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988, vallen de kosten van de in artikel 28 bedoelde zorg slechts tot het einde van de bij artikel 72 bepaalde termijn ten laste van de verzekeringsonderneming. Na deze termijn vallen ze ten laste van Xxxxxx.
Voor de ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988 vallen de kosten voor prothesen en orthopedische toestellen slechts ten laste van de verzekeringsonderneming tot de datum van de homologatie of van de bekrachtiging van de overeenkomst of van de bij artikel 24 bedoelde beslissing.
Een bijkomende vergoeding, die overeenstemt met de waarschijnlijke kosten voor vernieuwing en herstelling van de toestellen, wordt vastgesteld bij de overeenkomst of
de beslissing en berekend op de door de Koning bepaalde wijze.
Deze vergoeding wordt door de verzekeringsonderneming, binnen de maand na de homologatie of de bekrachtiging van de overeenkomst of de bij artikel 24 bedoelde beslis- sing aan Fedris gestort.
Artikel 29
De getroffene kan de zorgverlener vrij kiezen, behoudens wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° de werkgever heeft op eigen kosten een door de Koning erkende medische dienst ingesteld of heeft zich aan- gesloten bij een erkende medische dienst. De Koning bepaalt de voorwaarden voor de oprichting, de werking en de aansluiting
2° de werkgever heeft voor elk type van in de dienst ver- strekte zorg ten minste drie zorgverleners aangewezen tot wie de getroffene zich met uitzondering van het verlenen van de eerste zorgen kan wenden
3° de oprichting van of de aansluiting bij de dienst, de namen van de zorgverleners en de geografische afbake- ning tot waar de verplichting geldt om zich tot de medi- sche dienst te wenden, zijn vermeld in het arbeidsregle- ment of, wat de zeelieden betreft, op de monsterrol
4° de werknemers worden geraadpleegd onder de voor- waarden bepaald door de Koning
5° de getroffene is verbonden door een arbeidsovereen- komst met de werkgever in wiens dienst het ongeval gebeurde
Wanneer de getroffene zich wendt tot een andere zorgver- lener dan deze van de medische dienst ingesteld krachtens het eerste lid, vallen de kosten ten laste van de verzeke- ringsonderneming volgens de voorwaarden en volgens het tarief vastgesteld door de Koning.
Artikel 31
Wanneer de getroffene vrije keus van zorgverlener heeft, worden de kosten van geneeskundige verzorging terug- betaald volgens de voorwaarden en volgens een tarief vastgesteld door de Koning.
Artikel 32
Tijdens de behandeling mag de verzekeringsonderneming, ingeval de getroffene vrije keuze heeft, een geneesheer aanwijzen belast met het toezicht op de behandeling.
Tijdens de behandeling mogen de getroffene of zijn recht- hebbenden, ingeval de getroffene geen vrije keuze heeft, een geneesheer aanwijzen belast met het toezicht op de behandeling.
De geneesheer, belast met het toezicht op de behandeling, mag de getroffene vrij bezoeken, mits hij de behandelende geneesheer vooraf verwittigt.
De Koning bepaalt de honoraria, die verschuldigd zijn aan de geneesheer aangewezen door de getroffene. Zij zijn voor 90 pct. ten laste van de verzekeringsonderneming.
Artikel 33
Volgens de door de Koning te bepalen voorwaarden heb- ben de getroffene, de echtgenoot, de wettelijk samenwo- nende partner de kinderen en de ouders recht op vergoe- ding van de kosten voor verplaatsing en overnachting die voortvloeien uit het ongeval.
Artikel 45
De getroffene, de echtgenoot en de wettelijk samenwo- nende partner kunnen vragen dat ten hoogste één derde van de waarde van de hun toekomende rente als kapitaal wordt uitbetaald.
Dit verzoek kan op elk ogenblik, zelfs na de vestiging van
het kapitaal, worden gedaan. De rechter beslist zo voorde- lig mogelijk voor de verzoeker.
Het kapitaal wordt berekend overeenkomstig het tarief vastgesteld door de Koning en in functie van de leeftijd van de getroffene of de rechthebbende op de eerste dag van het kwartaal dat volgt op de beslissing van de rechter. Vanaf deze datum is van rechtswege intrest verschuldigd op dit kapitaal.
Artikel 45bis
Behalve voor de ongevallen bedoeld in de artikelen 45ter en 45quater wordt, indien de rente na het verstrijken van de herzieningstermijn berekend wordt op een graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10%, de waarde van de lijfrente, verminderd overeenkomstig artikel 24, derde lid, aan de getroffene als kapitaal uitbetaald bin- nen een maand na het verstrijken van bedoelde termijn.
Het kapitaal wordt berekend overeenkomstig het tarief vastgesteld door de Koning en in functie van de leeftijd van de getroffene op de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het verstrijken van de herzieningstermijn. Vanaf deze datum is van rechtswege intrest verschuldigd op dit kapitaal.
Artikel 45ter
Voor de ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988 wordt de waarde van de rente die na het verstrijken van de bij ar- tikel 72 bepaalde termijn berekend wordt op een graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10%, als kapitaal bij Fedris gestort zoals bepaald bij artikel 51bis.
In deze gevallen vindt het eerste lid van artikel 45 geen toepassing.
Artikel 45quater
Voor de ongevallen overkomen vanaf 1 januari 1988 en waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10% geschiedt hetzij bij een bekrachtiging van de overeenkomst met datum vanaf 1 januari 1994, hetzij bij een gerechtelijke
beslissing die op een datum vanaf 1 januari 1994 in kracht van gewijsde treedt, wordt de waarde van de jaarlijkse vergoeding en van de rente als kapitaal gestort bij Fedris, zoals bepaald in artikel 51ter.
Deze regeling vindt eveneens toepassing op de ongevallen overkomen vanaf 1 januari 1988 waarvoor de getroffene
genezen verklaard werd zonder blijvende arbeidsongeschikt- heid vanaf 1 januari 1994 of waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% of meer geschiedt bij een in het eerste lid bedoelde bekrachtiging of gerechtelijke beslissing, ingeval een bekrachtigde overeen- komst-herziening of een in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing de jaarlijkse vergoedingen en renten na herziening vaststelt op een graad van minder dan 10%.
Voor de ongevallen waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% tot minder dan 16% geschiedt bij een bekrachtiging van de overeen- komst met een datum vanaf 1 januari 1997, hetzij bij een gerechtelijke beslissing die op een datum vanaf 1 januari 1997 in kracht van gewijsde treedt, wordt de waarde van een in voorkomend geval aan de index van de consump- tieprijzen gekoppelde jaarlijkse vergoeding of rente als kapitaal gestort bij Fedris, zoals bepaald in artikel 51ter.
Het voorgaande lid vindt eveneens toepassing op de ongevallen waarvoor de getroffene zonder blijvende arbeidsongeschiktheid genezen verklaard werd vanaf 1 januari 1997 of waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10% of ten minste 16% geschiedt bij een in het voorgaande lid bedoelde bekrachtiging of gerechtelijke beslissing, ingeval een bekrachtigde overeenkomst-herziening of een in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing de jaarlijkse vergoedingen en renten na herziening vaststelt op een graad van 10% tot minder dan 16%.
Voor de ongevallen waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 16% tot en met 19% geschiedt bij een bekrachtiging van de overeenkomst met een datum vanaf 1 december 2003, hetzij bij een ge- rechtelijke beslissing die op een datum vanaf 1 december 2003 in kracht van gewijsde treedt, wordt de waarde van een in voorkomend geval aan de index van de consump- tieprijzen gekoppelde jaarlijkse vergoeding of rente als kapitaal gestort bij Fedris, zoals bepaald in artikel 51ter.
Het voorgaande lid vindt eveneens toepassing op de ongevallen waarvoor de getroffene zonder blijvende arbeidsongeschiktheid genezen verklaard werd vanaf 1 december 2003 of waarvoor de vaststelling van de
graad van blijvende ongeschiktheid van minder dan 16% of meer dan 19% geschiedt bij een in het voorgaande lid bedoelde bekrachtiging of gerechtelijke beslissing, ingeval een bekrachtigde overeenkomst-herziening of een in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing de jaarlijkse vergoedingen en renten na herziening vaststelt op een graad van 16% tot en met 19%.
In die gevallen vindt artikel 45, eerste lid, geen toepassing.
Artikel 46
§ 1. Ongeacht de uit deze wet voortvloeiende rechten blijft de rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijk- heid mogelijk voor de getroffene of zijn rechthebben- den:
1° tegen de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt of die opzet- telijk een ongeval heeft veroorzaakt dat een arbeidsongeval tot gevolg heeft
2° tegen de werkgever wanneer het arbeidson- geval schade aan goederen van de werknemer heeft veroorzaakt
3° tegen de lasthebber of aangestelde van de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt
4° tegen de personen, andere dan de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, die voor het ongeval aansprakelijk zijn
5° tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aange- stelden, wanneer het ongeval zich voordoet op de weg naar en van het werk
6° tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aan- gestelden, wanneer het ongeval een verkeers- ongeval betreft. Onder verkeersongeval wordt verstaan ieder ongeval in het wegverkeer waarbij één of meer al dan niet gemotoriseer- de voertuigen betrokken zijn en dat verband houdt met het verkeer op de openbare weg
7° tegen de werkgever die de wettelijke en regle- mentaire bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk zwaarwichtig heeft overtreden en die daardoor de werknemers aan het risico van ar- beidsongevallen heeft blootgesteld, terwijl de ambtenaren die zijn aangewezen om toezicht te houden op de naleving van die bepalingen, in toepassing van artikel 3 van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspec- tie hem schriftelijk:
a) hebben gewezen op het gevaar waar- aan hij deze werknemers blootstelt
b) hebben medegedeeld welke overtre- dingen werden vastgesteld
c) passende maatregelen hebben voor- geschreven
De burgerlijke aansprakelijkheidsvordering wordt niet toegelaten tegen de werkgever die bewijst dat het ongeval mede is toe te schrijven aan de niet-naleving door de getroffen werknemer van de hem vooraf- gaandelijk door de werkgever schriftelijk ter kennis gebrachte veiligheidsinstructies terwijl hem de nodige veiligheidsmiddelen ter beschikking werden gesteld.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van § 1, is de verze- keringsonderneming verplicht de vergoedingen, die voortvloeien uit deze wet, te betalen binnen de bij de artikelen 41 en 42 gestelde termijn.
De volgens het gemeen recht toegekende vergoeding, die geen betrekking kan hebben op de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij gedekt is door deze wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze wet toegekende vergoedingen.
Artikel 49
De werkgever is verplicht een arbeidsongevallenverze- kering aan te gaan bij een daartoe gemachtigde verzeke- ringsonderneming, die:
1° toegelaten is tot de arbeidsongevallenverzekering of de arbeidsongevallenverzekering mag beoefenen in België door middel van een bijkantoor of in vrije dienstverrich- ting overeenkomstig de wet van 13 maart 2016 op het statuut en het toezicht op de verzekerings- of herverze- keringsondernemingen
2° voldoet aan alle regels en voorwaarden gesteld door deze wet
De duur van de verzekeringsovereenkomst mag niet langer zijn dan één jaar; deze duur moet, indien nodig, worden verlengd met de periode die de datum van het ingaan van de overeenkomst scheidt van 1 januari van het jaar dat erop volgt.
Behalve wanneer één der partijen zich ertegen verzet door een aangetekende brief die ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst ter post is afgegeven, wordt deze stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van een jaar. Deze bepaling is niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten waarvan de duur korter is dan één jaar.
Met wederzijds akkoord van de werkgever en de verzeke- ringsonderneming kan de duur van één jaar bedoeld in het tweede en derde lid, vastgesteld worden op drie jaar.
De Koning bepaalt de voorwaarden, de wijze en de termij- nen waarop aan de verzekeringsovereenkomst een einde
wordt gemaakt.
In de gevallen waarin de verzekeringsonderneming zich het recht voorbehoudt de overeenkomst na het zich voordoen van een schadegeval op te zeggen, beschikt de verzekeringnemer over hetzelfde recht. Deze bepaling is niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten met een duur van drie jaar gesloten met ondernemingen waarvan het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan honderd bedraagt of die een loonvolume laten verzekeren van meer dan honderdmaal het maximum basisjaarloon bedoeld bij artikel 39.
De verzekeringsonderneming dekt alle bij de artikelen 7 en 8 vastgestelde risico’s voor alle werknemers in dienst van een werkgever en voor alle werkzaamheden waarvoor zij door die werkgever zijn tewerkgesteld.
De werkgever behoudt echter de mogelijkheid om het personeel van verschillende exploitatiezetels en al het huispersoneel in zijn dienst te verzekeren bij afzonderlijke verzekeringsondernemingen.
De werkgever die tevens arbeidsongevallen verzekert, dient de verplichte ongevallenverzekering voor zijn werk- nemers af te sluiten bij een gemachtigde verzekerings- onderneming met wie hij juridisch of commercieel geen enkele binding heeft.
Artikel 50
De werkgever die geen verzekering heeft afgesloten, is ambtshalve aangesloten bij Fedris, volgens de nadere regels bepaald door de Koning na advies van het beheers- comité van Fedris.
Artikel 69
De rechtsvordering tot betaling van de vergoedingen verjaart na drie jaar. De rechtsvordering tot terugvordering van onverschuldigde vergoedingen verjaart na drie jaar.
De rechtsvordering tot terugvordering van onverschul- digde vergoedingen die door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen werden verkregen, verjaart na vijf jaar.
De rechtsvordering tot betaling van de bij de artikelen 27bis, laatste lid, 27ter en 27quater bedoelde bijslagen verjaart na drie jaar vanaf de eerste dag volgend op de betalingsperiode waarop deze bijslagen betrekking heb- ben, voor zover de hoofdvordering tot betaling van de op deze periode betrekking hebbende vergoedingen niet
is verjaard. Voor de bijslagen die toegekend worden op ver- goedingen voor periodes die gelegen zijn voor de regeling van het arbeidsongeval bij een bekrachtigde overeenkomst of bij een in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing, of voor de in artikel 72 bedoelde herziening, vangt de verjaring aan op de datum van deze regeling of herziening.
De schuldvorderingen van Xxxxxx ten laste van de schulde- naars bedoeld in artikel 59, 4°, verjaren na drie jaar.
In de gevallen bedoeld in artikel 24, eerste lid, verjaart de betalingsvordering van de vergoedingen drie jaar na de kennisgeving van de beslissing tot genezenverklaring.
Artikel 72
De eis tot herziening van de vergoedingen, gegrond op een wijziging van het verlies van arbeidsgeschiktheid van de getroffene of van de noodzakelijkheid van de geregelde hulp van een ander persoon of op het overlijden van de getroffene aan de gevolgen van het ongeval, kan inge- steld worden binnen drie jaar die volgen op de datum van homologatie of de bekrachtiging van de overeenkomst tussen de partijen of van de in artikel 24 bedoelde beslis- sing of kennisgeving of de datum van het ongeval indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid geen zeven dagen overschrijdt en indien de verzekeringsonderneming de getroffene genezen verklaart zonder blijvende arbeidson- geschiktheid.
De eis tot herziening mag bij tegenvordering tot bij het sluiten van de debatten worden ingesteld, bij wijze van conclusies, die ter griffie worden neergelegd en aan de andere partijen worden medegedeeld.
906N012 - 20210806