Informatieprotocol ILT – RvA
Informatieprotocol ILT – RvA
In opdracht van het bestuur van de Inspectie leefomgeving en Transport de
Hierna te noemen ‘de ILT’
en
De voorzitter van de raad van bestuur van de Raad voor Accreditatie te Utrecht, de ,
Hierna te noemen ‘de RvA’,
Samen te noemen ‘Partijen’,
OVERWEGENDE DAT:
1. Zowel de ILT als de RvA taken hebben in het kader van de controle op conformiteit beoordelende instanties (CBI’s).
2. Het kabinetsstandpunt inzake Accreditatie en conformiteitsbeoordeling van 19 september 2016 gebaseerd is op het rapport van de interdepartementale commissie Conformiteitsbeoordeling en normalisatie (ICN) “Het gebruik van conformiteitsbeoordeling en accreditatie in het overheidsbeleid” en dat het kabinet daarin het belang onderstreept van samenwerking tussen de RvA en de publieke toezichthouders.
3. De taak van de RvA in ieder geval bestaat uit het uitvoeren van initiële en periodieke beoordelingen van (kandidaat) CBI’s op basis van de geharmoniseerde normen die voor accreditatie worden gebruikt en de in bijlage 1 genoemde wet- en regelgeving of, voor zover geen sprake is van wettelijk verplichte accreditatie, van in de bijlage genoemde werkgebieden.
4. De ILT toezicht houdt op bedrijven waarop de in bijlage 1 genoemde wet- en regelgeving van toepassing is.
5. De ILT en RvA signalen uit het toezicht met betrekking tot de werkzaamheden van de CBI’s en het functioneren van het stelsel onder elkaars aandacht brengen, opdat de ILT en RvA deze signalen kunnen betrekken bij hun werkzaamheden.
6. Beoogd doel van dit protocol is dat de RvA en de ILT samenwerken en informatie uitwisselen om zo enerzijds de (administratieve) belasting voor de CBI’s te beperken en anderzijds te komen tot een efficiënte en effectieve invulling van het toezicht en de beoordelingen. Er behoefte bestaat aan informatie-uitwisseling tussen de ILT en de RvA, onder andere waar het gaat om de meldingen over en weer van “ernstige situaties”.
7. Het wenselijk is om deze afspraken over de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de RvA en de ILT vast te leggen in een informatieprotocol en aan dit protocol voldoende bekendheid te geven, met name richting de CBI’s, zodat kenbaar is voor betrokkenen in welke gevallen en op welke wijze de ILT en de RvA zullen samenwerken, informatie met elkaar zullen delen en waarop deze informatie betrekking heeft.
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
Artikel 1: definities
In dit informatieprotocol wordt verstaan onder:
1. De RvA: de Raad voor Accreditatie, gevestigd te Utrecht.
2. De ILT: de Inspectie Leefomgeving en Transport gevestigd te Den Haag.
3. CBI’s: Conformiteit beoordelende instanties.
4. Informatie-uitwisseling: de uitwisseling van gegevens die verband houden met de accreditatie van en het toezicht op CBI’s tussen de ILT en de RvA zoals in dit protocol omschreven.
5. Ernstige situatie: een situatie die, naar het oordeel van Partijen, een dusdanig risico kan opleveren, dat directe actie van een van de Partijen noodzakelijk kan zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan:
Een bedreiging voor het stelsel, bijvoorbeeld door:
i. Aanwijzingen van (moedwillige) fraude zoals vervalsing van bewijsstukken, (pogingen tot) intimidatie, omkoping of andere pogingen om het oordeel van de toezichthouder, auditor of beoordelaar te beïnvloeden.
ii. Aanwijzingen van malversaties bij de afgifte van verklaringen. Deze opsomming is niet limitatief.
6. Protocol: onderhavig informatieprotocol.
7. Accreditatie: accreditatie zoals bedoelt in Verordening (EG) 765/2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten.
Artikel 2: reikwijdte van het protocol
De informatie-uitwisseling heeft uitsluitend betrekking op CBI’s die zowel geaccrediteerd zijn door de RvA als waar de ILT toezichthouder is op deze CBI’s en/of het stelsel waarin zij actief zijn. Dit geldt voor de werkzaamheden genoemd in bijlage 1.
Artikel 3: uitgangspunt
De lLT en de RvA spannen zich in om samen te werken, teneinde het toezicht/de beoordelingen die zij uitvoeren te optimaliseren. Hiertoe delen zij kennis en informatie met elkaar. Het basisuitgangspunt voor zowel de RvA als de ILT is dat beide organisaties zelfstandig de aan hen toebedeelde taken uitvoeren. De afspraken over informatie-uitwisseling zorgen ervoor dat deze toebedeelde taken efficiënter en effectiever uitgevoerd kunnen worden.
Artikel 4: inhoud van de samenwerking en de informatie-uitwisseling
a. De RvA informeert de ILT desgevraagd over geplande kantoorbezoeken en bijwoningen bij CBI’s, zodat de ILT daarmee bij de planning van haar eigen bezoeken rekening kan houden. Tevens verstrekt de RvA op verzoek van de ILT een overzicht van de rapportages die de RvA in een bepaalde periode heeft uitgebracht over de beoordelingen bij CBI’s.
b. De RvA informeert de ILT over wijzigingen in de status van accreditaties, inclusief verlening, schorsing of intrekking van een (deel)scope van de accreditatie, intrekken van de aanvraag tot accreditatie/scope-uitbreiding of een negatief besluit over een aanvraag. Tevens informeert de RvA - op verzoek van de CBI - de ILT als een aanvraag tot (uitbreiding van de) accreditatie is geaccepteerd.
c. De RvA geeft de ILT informatie over punten die voor de ILT mogelijk speciale aandacht behoeven in het kader van haar toezicht en/of punten die mogelijk aanpassing in de wet- en regelgeving behoeven ten aanzien van accreditatie.
d. De ILT informeert de RvA over geplande bezoeken die in het kader van stelseltoezicht aan
CBI’s worden afgelegd en over de, voor de RvA relevante, resultaten van die bezoeken.
e. De RvA en de ILT hebben twee keer per jaar voortgangsoverleg ter bespreking van de operationele voortgang in de uitvoering van de overeengekomen taken. In dit overleg wordt ook aandacht besteed aan de wijze waarop partijen de op grond van dit protocol ontvangen informatie hebben betrokken in de werkzaamheden en wordt een terugkoppeling gegeven over de resultaten daarvan.
f. Naast dit periodieke overleg kunnen de RvA en de ILT het initiatief nemen tot overleg over bijzondere situaties.
g. De RvA en de ILT informeren elkaar zo spoedig mogelijk over ‘ernstige situaties’. De nadere invulling van het begrip ‘ernstige situaties’ zal tijdens het periodieke overleg tussen partijen aan de orde komen, mede naar aanleiding van bijzondere situaties en concrete gevallen.
h. De ILT informeert de RvA vooraf schriftelijk actief over publicaties/nieuwsberichten/evaluaties die zij uitgeeft en die mede zien op de activiteiten van het toezichtsterrein van de RvA.
i. De RvA informeert de ILT schriftelijk actief over andere aangelegenheden dan die direct betrekking hebben op de beoordeling als deze aangelegenheden naar de inschatting van de RvA politieke implicaties kunnen hebben.
Artikel 5: contactpersonen
1. Partijen wijzen ieder een contactpersoon aan en een vervanger voor deze contactpersoon.
2. Contactpersonen zijn niet bevoegd tot het binden van partijen en/of tot het maken van afspraken die leiden tot financiële verplichtingen tussen Partijen.
3. Contactpersonen overleggen zo vaak als nodig is voor een goede uitvoering van de afspraken in het protocol, doch tenminste 2 maal per jaar, en maken hiervan schriftelijk verslag.
4. Contactpersonen zijn verantwoordelijk voor de landing van de afspraken uit dit protocol in de organisatie.
5. Contactpersonen zorgen dat zij op de hoogte blijven van hoe het in hun organisatie gaat met de informatie-uitwisseling tussen de ILT en de RvA.
Artikel 6: vertrouwelijkheid
Partijen onderkennen het vertrouwelijke karakter van de informatie die wordt uitgewisseld, tenzij de wet anders bepaalt, en betrachten hierover in de communicatie jegens derden de benodigde zorgvuldigheid en waar nodig geheimhouding.
Artikel 7: evaluatie
De uitvoering van de in het protocol neergelegde afspraken wordt ten minste 1x per jaar geëvalueerd.
Artikel 8: financiering
Tenzij anders nader overeengekomen, vindt er tussen de partijen geen verrekening plaats van de kosten die met de uitvoering van dit protocol zijn gemoeid.
Artikel 9: opzegtermijn
Partijen kunnen het protocol te allen tijde schriftelijk opzeggen waarbij een opzeggingstermijn in acht wordt genomen van tenminste vier maanden. Opzegging van het protocol geschiedt alleen om zwaarwegende redenen en niet eerder dan nadat Partijen hierover overleg hebben gevoerd.
Artikel 10: afdwingbaarheid
De afspraken in het protocol zijn niet in rechte afdwingbaar.
Artikel 11: openbaarheid
Partijen hechten aan transparantie over de tussen hen gemaakte afspraken en zullen zorgdragen voor bekendheid bij betrokkenen, waaronder in ieder begrepen geval de CBI’s. Partijen zullen een afschrift van het protocol op hun website plaatsen.
Artikel 12: looptijd
Het protocol treedt in werking met ingang van de datum waarop deze is ondertekend.
Artikel 13: toevoegingen aan het protocol
Partijen komen overeen dat uitwerking van de gezamenlijke toezichtsgebieden na afsluiten van dit protocol als bijlage bij dit protocol wordt gevoegd en dat dit een integraal onderdeel daarvan zal uitmaken.
Partijen komen tevens overeen dat deze uitbreidingen geïnitieerd worden door het overleg genoemd onder artikel 4 lid e. Het protocol kan worden aangepast indien Partijen hierover overeenstemming bereiken.
Artikel 14: citeertitel
Dit protocol zal worden aangehaald als: informatieprotocol ILT- RvA Getekend d.d. 16 december 2020
Inspecteur-generaal, Inspectie Xxxxxxxxxxxx Voorzitter Raad van bestuur, Raad voor en Transport Accreditatie
Mr. X.X. xxx xxx Xxx Mr. X.X. Xxxxxxxxxx
Bijlage bij informatieprotocol ILT-RvA
Relevante regelgeving:
A. Bodemkwaliteit
- Wet Milieubeheer
- Besluit Bodemkwaliteit
- Regeling bodemkwaliteit
B. Geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis
- Wet geluidhinder
- Wet Milieubeheer
- Regeling geluidemissie buitenmaterieel
- Richtlijn 2000/14/EG – Geluidsemissie in het milieudoor materieel voor gebruik buitenshuis
C. Interoperabiliteit van het spoorsysteem
- Richtlijn 2008/57/EG – Interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap; (tot 16 juni 2020)
- Richtlijn (EU) 2016/797 – Interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie Metrologiewet
- Spoorwegwet
- Besluit hoofdspoorweginfrastructuur
- Regeling indienststelling spoorvoertuigen1
- Regeling eisen keuringsinstanties spoorwegwet.
D. Zeeschepen
- Richtlijn 2014/90/EU – Uitrusting van zeeschepen Telecommunicatiewet
- Wet scheepsuitrusting 2016
- Regeling scheepsuitrusting 2016
E. Pyrotechnische artikelen
- Richtlijn 2013/29/EU – pyrotechnische artikelen
- Wet milieubeheer
- Vuurwerkbesluit
- Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk
F. Pleziervaartuigen
- Richtlijn 2013/53/EU – Pleziervaartuigen en waterscooters Wet milieubeheer
- Wet pleziervaartuigen 2016
- Regeling aanwijzen en aanmelding keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen
- Regeling keuringsinstanties wet pleziervaartuigen 2016
1 De regeling indienststelling spoorvoertuigen bevat nationale eisen ter uitvoering van essentiële eisen uit de Richtlijn, nationale voorschriften ter uitvoering van open punten in de TSI’s en nationale voorschriften ten behoeve van de verenigbaarheid met niet-TSI-conforme infrastructuur.
G. Vervoerbare drukapparatuur
- Richtlijn 2010/35/EU – Vervoerbare drukapparatuur
- Richtlijn 2008/68/EG – Vervoer van gevaarlijke stoffen over land
- Richtlijn 2013/29/EU – pyrotechnische artikelen
- Wet vervoer gevaarlijke stoffen
- Besluit gevaarlijke stoffen
- Regeling vervoerbare drukapparatuur 2011
H. Bouwproducten
- Verordening (EU) Nr. 305/2011 bouwproducten
- Wet milieubeheer
I. Binnenvaart
- Richtlijn (EU) 2016/1629 Technische voorschriften voor binnenschepen
- Binnenvaartwet
- Binnenvaartbesluit
- Binnenvaartregeling
- Besluit mandaat certificering binnenschepen
J. Rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels
- Richtlijn 92/42/EEG – Rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale- verwarmingsketel
- Richtlijn 2009/125 – Ecologisch ontwerp van energie-gerelateerde producten
- Verordening (EU) 813/2013 – Ecologisch ontwerp voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen
- Wet Milieubeheer
- Regeling Xxxxx inzake ecologisch ontwerp van verwarmingstoestellen
K. Legionellapreventie
- Drinkwaterwet
- Drinkwaterbesluit
- Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater
L. Buisleidingsystemen op basis van NEN 3650