PROTOCOL VOOR DE ELEKTRONISCHE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VAN OPGROEIEN REGIE NAAR WONEN-VLAANDEREN
PROTOCOL VOOR DE ELEKTRONISCHE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VAN OPGROEIEN REGIE NAAR WONEN-VLAANDEREN
in het kader van de webservice GeefKindVoordelen
Dit protocol wordt gesloten conform artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
TUSSEN
Het Agentschap Opgroeien regie1, geregistreerd bij KBO onder nummer 0886.886.638 met kantoren gevestigd aan Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx en vertegenwoordigd door Xxxxxxx Xxxxxxxx, administrateur-generaal.
hierna: “Opgroeien regie”;
EN
Het Agentschap Wonen-Vlaanderen, geregistreerd bij KBO onder nummer 0316.380.841met kantoren gevestigd in het Herman Teirlinckgebouw, Xxxxxxxxx 00 bus 40A, te 0000 Xxxxxxx en vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxx, administrateur-generaal
hierna: “Wonen-Vlaanderen”;
Opgroeien regie en Wonen-Vlaanderen worden hieronder ook wel afzonderlijk aangeduid als een “partij” of gezamenlijk als de “partijen”;
NA TE HEBBEN UITEENGEZET
A. Agentschap Opgroeien regie is een Vlaamse instantie als bedoeld in artikel 2, 10° e- govdecreet: Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie (opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2019 tot ontbinding van het Fonds Jongerenwelzijn en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin en het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp)
B. Agentschap Wonen-Vlaanderen is een Vlaamse instantie als bedoeld in artikel 2, 10° e- govdecreet: Intern Verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen (opgericht bij het besluit
1 Gelet op artikel 5 van het decreet van 1 maart 2019 tot ontbinding van het Fonds Jongerenwelzijn en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het Intern Verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin en het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, wordt de naam Kind en Gezin vervangen door Opgroeien regie.
van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen);
C. C1. Wonen-Vlaanderen staat in voor de toekenning van diverse subsidies en premies aan huurders en bewoners (huursubsidie, huurpremie, renovatiepremie, aanpassingspremie).
Momenteel is er geen uitwisseling via databanken over het gegeven “erkend als personen ten laste van 18 jaar en ouder omwille van het gezinsbijslaggerechtigd zijn”. Gezinsbijslaggerechtigd zijn betekent recht hebben op het basisbedrag, zoals bedoeld in artikel 13 van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
Tot nu toe moesten de aanvragers van een premie of tegemoetkoming (huursubsidie/huurpremie) de attesten op papier bezorgen of toevoegen aan hun aanvraag. Aangezien het e-govdecreet het principe hanteert dat documenten waarover de overheid beschikt niet langer bij de betrokkene zelf mogen worden aangevraagd en Wonen-Vlaanderen ook verder werkt aan de semi-automatische toekenning van rechten, beoogt dit protocol dat Wonen-Vlaanderen ook dit gegeven in de toekomst via het kadaster van Opgroeien regie kan bekomen.
De subsidies toegekend door Wonen-Vlaanderen dienen elk om een bepaald doelpubliek te bedienen. Een van de criteria om tot een afbakening te komen van het doelpubliek is het criterium inkomen. Om de grenzen van het inkomen te bepalen wordt er rekening gehouden met het aantal personen ten laste. Een persoon ten laste is een persoon die gezinsbijslaggerechtigd is of erkend is als een persoon met een handicap. Voor de groep kinderen van 18 jaar of ouder moet Wonen-Vlaanderen over het gegeven beschikken of zij nog effectief ten laste zijn doordat ze nog steeds gezinsbijslaggerechtigd zijn.
Ook de hoogte van de tegemoetkoming – wanneer het gaat om tegemoetkomingen in de huurprijs – hangt af van het aantal personen ten laste.
C2.
C3. De gegevensstroom/webservice verloopt via het MAGDA-platform van de Vlaamse Dienstenintegrator.
D. De partijen wensen overeenkomstig artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer een protocol te sluiten met betrekking tot de elektronische mededeling van persoonsgegevens. Dat protocol wordt bekendgemaakt op de website van beide partijen.
F. De functionaris voor gegevensbescherming van Opgroeien regie heeft op 6 februari 2020 advies met betrekking tot een ontwerp van dit protocol gegeven.
G. De functionaris voor gegevensbescherming van Wonen-Vlaanderen heeft op 10 maart 2020 advies met betrekking tot een ontwerp van dit protocol gegeven.
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Artikel 1: Onderwerp
In dit protocol worden de voorwaarden en modaliteiten van de elektronische mededeling van de persoonsgegevens zoals omschreven in artikel 3 door Opgroeien regie aan Wonen-Vlaanderen uiteengezet.
Artikel 2: Rechtvaardigingsgronden van zowel de mededeling als de inzameling van de persoonsgegevens
De beoogde gegevensverwerking door Wonen-Vlaanderen is noodzakelijk om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die op Wonen-Vlaanderen rusten.
Opgroeien regie heeft de opgevraagde gegevens oorspronkelijk verzameld voor volgende doeleinden:
- Opgroeien regie verwerkt de opgevraagde gegevens met het oog op de regie van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, en meer bepaald teneinde o.a.
o het beheren van het kadaster van toelagen in het kader van het gezinsbeleid De wettelijke basis voor de oorspronkelijke gegevensverwerking is:
- Het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 7/1;
- Het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, artikel 7.
Wonen-Vlaanderen zal de opgevraagde gegevens verwerken voor volgende doeleinden:
- De controle of een gezinslid van 18 jaar of ouder gezinsbijslaggerechtigd is, is een bepalend element voor een gezin om in aanmerking te komen voor een premie of subsidie op het vlak van wonen zoals hieronder wordt aangetoond via het decreet en de diverse besluiten van de Vlaamse Regering, die aangeven via welke instrumenten Wonen-Vlaanderen haar finaliteit in artikel 3 van de Vlaamse Wooncode (“Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd”) zal realiseren.
Het doel van de verdere verwerking is de uitvoering van de hieronder vermelde besluiten door Wonen-Vlaanderen. De gegevens die Opgroeien regie ter beschikking heeft zijn nodig voor de implementatie van de bovenvermelde steunmaatregelen.
Wonen-Vlaanderen heeft overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen tot taak:
[….]
3° gereglementeerde subsidies, toelagen, premies of tegemoetkomingen te verstrekken aan particulieren op grond van de regelgeving inzake wonen;
[…]
Ze kent premies en toelagen toe aan gezinnen / personen met een beperkt inkomen en houdt rekening met het aantal personen ten laste om het inkomen af te toetsen met de maximale inkomensgrens die opgenomen is in elk stelsel en voor de berekening van de subsidie. Een persoon van 18 jaar of ouder die nog gezinsbijslag ontvangt, telt in elk stelsel mee als een persoon ten laste.
Tot op heden werden er bij de aanvrager van een toelage of subsidie papieren attesten opgevraagd die aantonen dat een kind ouder dan 18 ten laste is. Het agentschap wenst voor de toekomst deze gegevens digitaal op te vragen om de administratieve last voor de aanvrager te beperken.
Van volgende categorieën van personen worden persoonsgegevens verwerkt:
o de aanvragers van een huursubsidie;
o de aanvragers van een huurpremie;
o de aanvragers van een renovatiepremie;
o de aanvragers van een verbeterings- en aanpassingspremie
o de personen ten laste.
De personen dienen zelf een aanvraag in. Personen van 18 jaar en ouder komen slechts in een fractie van deze aanvragen voor.
- Relevante wet- en regelgeving:
Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (B.S. 19 augustus 1997)
Artikel 81, §1
§ 1. De Vlaamse regering kan, afhankelijk van de kredieten die daartoe op de begroting van het Vlaamse Gewest worden ingeschreven, tegemoetkomingen verlenen, zoals bedoeld in artikel 82 en 83, om woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden in staat te stellen een woning te bouwen, te huren of te kopen of hun woning te renoveren, te verbeteren of aan te passen.
Artikel 82, eerste en vierde lid
Om het verlaten van een voor bewoning ongeschikte of onaangepaste woning aan te moedigen kan er, met toepassing van artikel 81, een tegemoetkoming in de installatiekosten en in de huurprijs worden verleend ten behoeve van woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden om een woning te huren die voldoet aan de volgende drie voorwaarden:
1° de woning is geschikt om in te wonen;
2° de woning is aangepast aan de gezinssamenstelling;
3° de woning is aangepast aan de fysieke mogelijkheden van de huurder.
Zonder een voor bewoning ongeschikte of onaangepaste woning te hebben verlaten kan aan de woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden die een geschikte en aangepaste woning huren een tegemoetkoming in de huurprijs worden verleend, voorzover geen sociale huurwoning als vermeld in artikel 2,
§1, eerste lid, 22°, a) en c), wordt betrokken. De Vlaamse regering bepaalt nader de voorwaarden en de bepalingen terzake.
Besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders (BS 9/3/2007), ook “huursubsidiebesluit” genoemd.
Artikel 1. (01/05/2019- ...)
§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
…
8° inkomen: de som van de volgende inkomsten, die ontvangen zijn in het jaar waarop het laatst beschikbare aanslagbiljet betrekking heeft:
a) het gezamenlijk belastbaar inkomen en de afzonderlijke belastbare inkomsten;
b) het leefloon;
c) de inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap;
d) de van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten uit het buitenland of verworven bij een Europese of internationale instelling;
9° inwonend gezinslid: elke persoon die gedomicilieerd is op het adres van de huurder;
….
16°...;
17° persoon ten laste:
a) het kind dat bij de huurder gedomicilieerd is en dat minderjarig is of voor wie kinderbijslag of wezenbijslag wordt uitbetaald;
b) het kind van de huurder dat niet gedomicilieerd is bij hem, maar op regelmatige basis bij hem verblijft en dat minderjarig is of voor wie kinderbijslag wordt uitbetaald;
c) de persoon die beschouwd wordt als ernstig gehandicapt of die op het ogenblik waarop hij met pensioen ging, beschouwd werd als ernstig gehandicapt;
18° […];
19° Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
Het aanslagbiljet, vermeld in het eerste lid, 8°, moet betrekking hebben op de inkomsten van maximaal drie jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum of in het geval van een herberekening conform artikel 12, tweede en derde lid, maximaal drie jaar voorafgaand aan de datum waarop de tegemoetkoming wordt herberekend. Het aanslagbiljet mag niet dateren van na de datum waarop het agentschap de beslissing tot het verlenen of weigeren van de tegemoetkoming aan de huurder betekent, vermeld in artikel 7, derde lid.
Voor de bepaling van het gezamenlijk belastbaar inkomen, vermeld in het eerste lid, 8°, wordt rekening gehouden met de reële eigen beroepsinkomsten.
Het inkomen, vermeld in het eerste lid, 8°, wordt geïndexeerd volgens de gezondheidsindex van de maand juni van het jaar dat aan de toepassing ervan voorafgaat, met als basis de maand juni van het jaar waarop het inkomen betrekking heeft.
Om als persoon ten laste als vermeld in het eerste lid, 17°, c), te worden beschouwd, gelden dezelfde voorwaarden als de voorwaarden die bepaald zijn ter uitvoering van artikel 1, eerste lid, 22°, c), van het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007.
Als een persoon zowel beantwoordt aan de definitie van persoon ten laste, vermeld in het eerste lid, 17°, a) of b), als aan de definitie van persoon ten laste, vermeld in het eerste lid, 17°, c), telt die persoon voor twee personen ten laste.
§ 2. ...
Artikel 4 (01/05/2019- ...)
§ 1. De woning die de huurder in huur neemt, ligt in het Vlaamse Gewest. Het mag niet gaan om een sociale huurwoning als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 22°, a) en c), van de Vlaamse Wooncode.
De huurprijs van de woning mag niet meer bedragen dan de maximale huurprijs. De maximale huurprijs bedraagt 485 euro, te verhogen met 20% per persoon ten laste en maximaal te verhogen met 50%. Voor de berekening van de huurprijs wordt gebruik gemaakt van de indexeringsformule die opgenomen is in de huurcalculator die op de website van het Belgische Statistiekbureau ter beschikking staat van het publiek, tenzij de huurder kan aantonen dat zijn huurprijs niet geïndexeerd is of een lagere indexevolutie volgt.
In afwijking van het tweede lid bedraagt de maximale huurprijs 388 euro als de woning een kamer is. Dat bedrag wordt verhoogd met 20% per persoon ten laste en kan maximaal verhoogd worden met 50%.
De bedragen, vermeld in het tweede en derde lid, worden, in voorkomend geval, verhoogd met 10% als de woning op het grondgebied van een van de volgende gemeenten ligt:
1° de grootsteden Antwerpen en Gent;
2° de centrumsteden Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint- Niklaas en Turnhout;
3° alle gemeenten in het grootstedelijk gebied Antwerpen: Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hemiksem, Hove, Kontich, Lint, Mortsel, Xxxx, Xxxxxxx, Wijnegem, Wommelgem en Zwijndrecht;
4° alle gemeenten in het grootstedelijk gebied Gent: De Pinte, Destelbergen, Evergem, Melle, Sint-Martens- Latem en Merelbeke;
5° alle gemeenten in het arrondissement Halle-Vilvoorde; 6° Bertem, Huldenberg, Kortenberg en Tervuren.
De maximale huurprijs, vermeld in het tweede en derde lid, wordt gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 104,32 van oktober 2006 en wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober, die voorafgaat aan de aanpassing. Het resultaat wordt naar boven afgerond tot op twee cijfers na de komma..
§ 2. Als de aanvraag ofwel wordt ingediend door een huurder die op de aanvraagdatum ten minste 65 jaar oud is of beschouwd wordt als ernstig gehandicapt, conform artikel 1, 17°, c), ofwel wordt ingediend met toepassing van artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, dan stelt het agentschap aan de hand van een onderzoek ter plaatse of op basis van de beschikbare informatie vast of de woning die de huurder in huur neemt, voldoet aan de mobiliteitscriteria die de minister vaststelt en die betrekking hebben op :
1° de technische uitrusting in de woning;
2° de toegankelijkheid van de vertrekken in de woning;
3° de toegankelijkheid van de woning en de bereikbaarheid vanaf het openbaar domein;
4° de aanwezigheid van aan het wonen complementaire functies in de omgeving van de woning.
Artikel 8. (01/05/2014- ...)
§ 1. De tegemoetkoming bedraagt een derde van de maandelijkse huurprijs op de aanvangsdatum van de huurovereenkomst, met een maximum van 120 euro per maand. Per persoon ten laste wordt de tegemoetkoming verhoogd met 20 euro.
De in het eerste lid vermelde bedragen van 120 en 20 euro worden verhoogd met 10 % als de woning op het grondgebied ligt van een van de gemeenten, vermeld in artikel 4, § 1, derde lid.
De in het eerste en tweede lid vermelde bedragen van 120 euro en 20 euro worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het voorgaande jaar. Bij deze aanpassing wordt de gezondheidsindex van oktober 2012 (119,87) als basis gebruikt.
De tegemoetkoming berekend op de wijze, vermeld in het eerste tot derde lid wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de gezondheidsindex van de maand oktober van het voorgaand jaar. Bij deze aanpassing wordt de gezondheidsindex van de maand voorafgaand aan de ondertekening van de huurovereenkomst als basis gebruikt.
§ 2. Als het inkomen van het jaar dat voorafgaat aan de aanvraagdatum, groter is dan 14.550 euro, verliest de huurder het recht op de tegemoetkoming vanaf de vijfentwintigste maand na de aanvangsdatum van de huurovereenkomst.
Als het eerste lid niet van toepassing is en het inkomen van de huurder van het derde kalenderjaar dat volgt op de aanvraagdatum, kleiner is dan 14.550 euro, wordt de tegemoetkoming, berekend conform paragraaf 1, eerste tot vierde lid, verder uitbetaald gedurende maximaal drie jaar vanaf het verstrijken van de termijn van zes jaar, vermeld in paragraaf 1, vijfde lid.
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2017 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode (B.S. 7/12/2007), ook “Kaderbesluit Sociale Huur” of “Socialehuurbesluit” genoemd.
Het BVR “Kaderbesluit Sociale Huur of Socialehuurbesluit” is relevant voor het begrip “inkomen” en het begrip “persoon ten laste” in het besluit Huurpremie. Het Kaderbesluit Sociale Huur regelt diverse materies met betrekking tot kandidaat-huurders en sociale huurders. Aangezien het Besluit Huurpremie een tegemoetkoming toekent aan kandidaat-huurders die minstens vier jaar op de wachtlijst staan van een sociale huisvestingsmaatschappij en voldoen aan de voorwaarden van het huurpremiebesluit, is het nodig naar deze twee essentiële begrippen in het “Kaderbesluit Sociale Huur of Socialehuurbesluit” te verwijzen:
Artikel 1. (01/01/2019- ...)
In dit besluit wordt verstaan onder :
1° actueel besteedbaar inkomen : het gemiddelde van het effectief beschikbare inkomen over een periode van minimum drie van de zes maanden die aan de referentiedatum voorafgaat, van de kandidaat-huurder, met uitsluiting van de ongehuwde kinderen die vanaf hun meerderjarigheid zonder onderbreking deel uitmaken van het gezin en die minder dan 25 jaar oud zijn op het ogenblik van de referentiedatum. Het inkomen van inwonende ascendenten van de persoon die zich bij de inschrijving heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder of van zijn wettelijke of feitelijke partner wordt slechts voor de helft aangerekend. Het wordt niet aangerekend voor de familieleden van de eerste en de tweede graad van de persoon die zich bij de inschrijving heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder of van zijn wettelijke of feitelijke partner die erkend zijn als ernstig gehandicapt of die ten minste 65 jaar oud zijn. Het effectief beschikbare inkomen is het verschil tussen enerzijds alle belastbare en niet-belastbare inkomens en anderzijds de vrijgestelde inkomens, de effectief betaalde alimentatievergoeding en de effectief betaalde schuldaflossingen. De minister bepaalt de vrijgestelde inkomens en de effectief betaalde schuldaflossingen en stelt de nadere regels vast voor de berekening van het effectief beschikbare inkomen. De effectief betaalde schuldaflossingen komen alleen in aanmerking voor zover de kandidaat-huurder toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van in beslag genomen onroerende goederen, of in budgetbegeleiding of budgetbeheer is bij een O.C.M.W. of bij een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling; 1° bis ADL-centrum: het centrale dienstlokaal waar de hulpaanvraag aankomt en vanwaaruit een vergunde zorgaanbieder assistentie bij de activiteiten van het dagelijkse leven verstrekt en coördineert;
1° ter ADL-cluster: een geheel van twaalf tot vijftien ADL-woningen, geïntegreerd in een sociale woonwijk en verbonden met een ADL-centrum via een communicatie- en oproepsysteem;
1° quater ADL-woning: de woongelegenheid die aangepast en uitgerust is om de activiteiten van het dagelijks leven en het zelfstandig wonen van personen met een handicap te ondersteunen, die gesubsidieerd is op basis van artikel 72 van de Vlaamse Wooncode en die zich bevindt in een ADL-cluster;
2° ...;
3° basistaalvaardigheid Nederlands: het niveau van het Nederlands dat overeenstemt met niveau A1 van het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen;
4° ...;
5° ...;
6° ...;
6° bis. ;
7° ...;
8° dakloze : de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelen heeft om daar op eigen kracht voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of tijdelijk in een tehuis verblijft, in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld;
8°bis ...
9°...;
10° huurder : een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, van de Vlaamse Wooncode; 11° ;
12° ...;
13° ...;
14° ...;
15° inkomen : de som van de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten en van de niet-belastbare vervangingsinkomsten van de referentiepersoon, met uitsluiting van de ongehuwde kinderen die vanaf hun meerderjarigheid zonder onderbreking deel uitmaken van het gezin en die minder dan 25 jaar oud zijn op het ogenblik van de referentiedatum. Het inkomen van inwonende ascendenten van al naargelang het geval, de persoon die zich bij de inschrijving opgeeft of heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder of de referentiehuurder, of van zijn wettelijke of feitelijke partner wordt slechts voor de helft aangerekend. Het wordt niet aangerekend voor de familieleden van de eerste en de tweede graad van al naargelang het geval, de persoon die zich bij de inschrijving opgeeft of heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder of de referentiehuurder, of van zijn wettelijke of feitelijke partner die erkend zijn als ernstig gehandicapt of die ten minste 65 jaar oud zijn. Ongeacht de periode waarop het inkomen betrekking heeft, wordt dat inkomen steeds geïndexeerd volgens de gezondheidsindex van de maand juni van het jaar dat aan de toepassing ervan voorafgaat en met als basis de maand juni van het jaar waarop het inkomen betrekking heeft. In afwijking daarvan wordt het inkomen niet geïndexeerd als het betrekking heeft op een periode na de maand juni van het jaar dat aan de toepassing ervan voorafgaat;
15° bis ...;
16° intern huurreglement : een openbaar document ter uitvoering van de bepalingen van dit besluit waarin de verhuurder minimaal de concrete regels die een verdere invulling vereisen of op basis waarvan keuzes moeten worden gemaakt, vastlegt en waarin in voorkomend geval de specifieke toewijzingsregels ter uitvoering van artikel 25 tot en met 29 worden opgenomen;
17° kandidaat-huurder : een of meer personen die zijn ingeschreven in het inschrijvingsregister, vermeld in artikel 7;
18° Kruispuntbank Inburgering: de Kruispuntbank Inburgering, vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;
18°bis meerderjarig : volle achttien jaar oud en niet in staat van verlengde minderjarigheid verklaard overeenkomstig artikel 487bis van het Burgerlijk Wetboek;
18°ter minderjarig : minder dan volle achttien jaar oud of in staat van verlengde minderjarigheid verklaard overeenkomstig artikel 487bis van het Burgerlijk Wetboek;
19° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting;
19°bis mantelzorger : de natuurlijke persoon die vanuit een sociale en emotionele band een of meer personen met een verminderd zelfzorgvermogen, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel, helpt en ondersteunt in het dagelijkse leven;
20° ...;
21° organisaties belast met de uitvoering van het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid: het Agentschap Integratie en Inburgering, vermeld in artikel 17, § 2, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering Antwerpen vzw, het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering Gent vzw en het Huis van het Nederlands Brussel vzw;
22° persoon ten laste :
a) het kind dat op de referentiedatum bij de referentiepersoon gedomicilieerd is en dat voldoet aan een van de volgende voorwaarden :
1) het is minderjarig of er wordt kinderbijslag of wezentoelage voor uitbetaald;
2) het wordt door de minister na voorlegging van bewijzen als ten laste beschouwd;
b) het kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum niet gedomicilieerd is bij de referentiepersoon maar dat op regelmatige basis verblijft bij de referentiepersoon en voldoet aan een van de volgende voorwaarden :
1) het is minderjarig of er wordt kinderbijslag voor uitbetaald;
2) het wordt door de minister na voorlegging van bewijzen als ten laste beschouwd;
c) de persoon die erkend is als ernstig gehandicapt, of erkend was als ernstig gehandicapt op het ogenblik van pensionering. De minister stelt de voorwaarden hiervoor vast;
23° rationele bezetting : de passende bezetting van een woning, waarbij rekening wordt gehouden met het aantal personen en de fysieke toestand van deze personen;
24° referentiedatum : naargelang het geval de datum van de inschrijving, de toewijzing, de huurprijsaanpassing of de actualisering van het inschrijvingsregister;
24° bis referentiehuurder : de huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a), van de Vlaamse Wooncode, die zich bij de inschrijving heeft opgegeven als toekomstige referentiehuurder;
25° referentiejaar : het derde jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de inschrijving, de actualisering van het inschrijvingsregister, de toewijzing of de huurprijsaanpassing plaatsvindt;
26° referentiepersoon : naargelang het geval de persoon die zich wil inschrijven, de kandidaat-huurder of de huurder;
Artikel 1bis. (23/12/2013- ...)
Een persoon kan via een verklaring op erewoord bewijzen dat hij een feitelijke partner is als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b) van de Vlaamse Wooncode. De verklaring op erewoord wordt geldig na validering door de referentiehuurder, die hoogstens één feitelijke partner tegelijkertijd kan erkennen.
Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat- huurders (B.S. 25/5/2012), ook “Huurpremiebesluit” genoemd
Artikel 1. (01/05/2019- 30/04/2020) In dit besluit wordt verstaan onder :
1° actualisatiebestand : het elektronische bestand van de wachtlijsten van kandidaat-huurders, dat door de VMSW wordt bijgehouden op basis van de periodieke actualisatie van de inschrijvingsregisters;
2° agentschap : het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;
3° conforme woning : de woning die voldoet aan de criteria, vermeld in artikel 6 van het Kwaliteitsbesluit van 12 juli 2013;
3° /1 conformiteitsattest: het attest als vermeld in artikel 7 van de Vlaamse Wooncode;
3° /2 conformiteitsonderzoek: het onderzoek als vermeld in artikel 3 van het Kwaliteitsbesluit van 12 juli 2013; 4° domiciliemaatschappij : een sociale huisvestingsmaatschappij waarvan het werkgebied zich uitstrekt tot de woonplaats van de kandidaat-huurder of, als zijn woonplaats in Herstappe ligt, een sociale huisvestingsmaatschappij met een werkgebied waarin een aangrenzende of de meest nabije Vlaamse gemeente ligt;
5° Huursubsidiebesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders;
6° inkomen : het inkomen van de kandidaat-huurder dat vastgesteld wordt overeenkomstig het Socialehuurbesluit;
7° inschrijvingsregister : het register van een sociale huisvestingsmaatschappij waarin personen overeenkomstig het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007 ingeschreven worden als kandidaat- huurder volgens de orde van de indiening van de aanvraag tot inschrijving;
8° ...;
9° kandidaat-huurder : de kandidaat-huurder die overeenkomstig het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007 als referentiehuurder ingeschreven is in het inschrijvingsregister;
9° /1 Kwaliteitsbesluit van 12 juli 2013: het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
9° /2 onbewoonbaar verklaarde woning: de woning die hetzij met toepassing van artikel 15, § 1, of artikel 16bis, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode, hetzij met toepassing van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet onbewoonbaar is verklaard;
9° /3 ongeschikt verklaarde woning: de woning die met toepassing van artikel 15, § 1, of artikel 16bis, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode ongeschikt is verklaard;
9° /4 overbewoond verklaarde woning: de woning die overeenkomstig artikel 17 van de Vlaamse Wooncode overbewoond is verklaard;
10° potentieel rechthebbende : de kandidaat-huurder die op basis van de gegevens waarover het agentschap of de sociale huisvestingsmaatschappij beschikt, op korte termijn blijkt te kunnen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit;
11° rechthebbende : de kandidaat-huurder die minstens vier jaar ingeschreven is in het inschrijvingsregister en die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit;
12° referentiebestand: het uittreksel uit het actualisatiebestand dat alle kandidaat-huurders bevat van wie het inkomen, rekening houdende met het aantal personen ten laste conform het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007, de grenzen vermeld in artikel 3, § 2 van het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007, niet overschrijdt;
13° Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007: het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociaal huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;
14° sociale huisvestingsmaatschappij : een sociale huisvestingsmaatschappij als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 20°, van de Vlaamse Wooncode;
15° startdatum: de jongste van de volgende data waarop het recht op tegemoetkoming ontstaat:
a) de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop de kandidaat-huurder voldoet aan de voorwaarde vermeld in artikel 2, eerste lid, 2° ;
b) de datum waarop artikel 2 in werking treedt;
c) de eerste dag van de zesde maand die voorafgaat aan de indiening van het aangevulde invulformulier, vermeld in artikel 5, bij het agentschap;
d) de eerste dag van de maand waarin de kandidaat-huurder een andere woning huurt dan vermeld in artikel 2, vierde lid 1°, of 2° ;
16° toezichthouder : de toezichthouder, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode; 17° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
18° VMSW : de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, vermeld in artikel 30 van de Vlaamse Wooncode.
De VMSW bezorgt het agentschap een lijst waarop per gemeente de sociale huisvestingsmaatschappij of - maatschappijen vermeld zijn, die voor de kandidaat-huurder als domiciliemaatschappij kunnen beschouwd worden. Die lijst wordt bij elke wijziging van een werkgebied geactualiseerd.
Artikel 7. (01/05/2019- ...)
§ 1. De tegemoetkoming bedraagt 75% van de maximale huurprijs, vermeld in artikel 4, § 1, tweede en derde lid, in voorkomend geval verhoogd conform artikel 4, § 1, vierde lid en aangepast conform artikel 4, § 1, vijfde lid van het Huursubsidiebesluit, verminderd met 1/55 van het inkomen van de kandidaat-huurder. De tegemoetkoming bedraagt maximaal 150 euro, te verhogen met 25 euro per persoon ten laste, tot en met de vierde persoon ten laste.
Om het inkomen en de personen ten laste van de kandidaat-huurder vermeld in het eerste lid te bepalen, wordt rekening gehouden met het inkomen van de kandidaat-huurder en de personen ten laste van de kandidaat-huurder, waarmee overeenkomstig het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007 rekening gehouden is bij de jongste actualisatie.
De bedragen van 150 euro en 25 euro, vermeld in het eerste lid, worden verhoogd met 10% als de woning op het grondgebied ligt van een van de gemeenten, vermeld in artikel 4, § 1, vierde lid van het Huursubsidiebesluit.
De bedragen van 150 euro en 25 euro, vermeld in het eerste lid, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex (basis 2013) naar het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het voorafgaande jaar met als basis het gezondheidsindexcijfer van 108,26 voor oktober 2018. Het resultaat wordt naar boven afgerond tot op twee cijfers na de komma.
Het agentschap betaalt de tegemoetkoming maandelijks uit aan de rechthebbende of, met het akkoord van de rechthebbende, aan de instantie die de tegemoetkoming aan de rechthebbende voorgeschoten heeft. De uitbetaling gebeurt voor de eerste keer binnen vier maanden na een van de volgende tijdstippen:
1° de beslissing overeenkomstig artikel 6, § 1, derde lid;
2° de vaststelling van de hoedanigheid van rechthebbende, vermeld in artikel 6, § 2, tweede lid; 3° de definitieve beslissing in het geval, vermeld in artikel 6, § 3, tweede lid.
Als blijkt dat de rechthebbende ook de huursubsidie geniet, ingesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 1991 tot instelling van individuele huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of een aangepaste woning, wordt de uitbetaling van die huursubsidie stopgezet vanaf de eerste maand waarin hij de tegemoetkoming ingesteld bij dit besluit geniet.
§ 2. Het agentschap controleert jaarlijks of de huurder en de inwonende gezinsleden voldoen aan de toelatingsvoorwaarden, vermeld in afdeling 1, en herberekent de tegemoetkoming conform paragraaf 1 op de verjaardag van de startdatum of op de verjaardag van de datum van het conformiteitsattest, als die laatste datum recenter is dan de startdatum.
Als de tegemoetkoming is opgeschort in het geval, vermeld in artikel 8, wordt de jaarlijkse controle, vermeld in het eerste lid, ook opgeschort tot blijkt dat de kandidaat-huurder opnieuw voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, vermeld in afdeling 1. De jaarlijkse controle wordt vanaf dan uitgevoerd op de verjaardagen van de startdatum.
Artikel 9. (01/05/2019- ...)
De tegemoetkoming wordt stopgezet :
1° vanaf de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum waarop de rechthebbende een sociale huurwoning als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 22°, a) of c), van de Vlaamse Wooncode huurt;
2° zodra de rechthebbende geschrapt wordt uit het inschrijvingsregister van de domiciliemaatschappij;
3° zodra de uitbetaling van de tegemoetkoming negen maanden opgeschort is met toepassing van artikel 8, eerste lid punt 3° ;
4° zodra de rechthebbende met behoud van de toepassing van artikel 12, § 1, vierde lid, van het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007, het aanbod weigert van een sociale huurwoning die beantwoordt aan zijn
voorkeur als vermeld in artikel 10 van het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007;
5° zodra wordt vastgesteld dat de kandidaat-huurder niet voldoet aan de eigendomsvoorwaarde vermeld in artikel 3 van het Kaderbesluit Sociale huur van 12 oktober 2007;
6° zodra het inkomen van de kandidaat-huurder, vermeerderd met het inkomen van de inwonende gezinsleden, bij de jongste herberekening de grenzen, vermeld in artikel 3, § 2 van het Kaderbesluit Sociale Huur van 12 oktober 2007, overschrijdt;
7° als de huurprijs na een verhuizing hoger blijkt te zijn dan het maximum, vermeld in artikel 2, vierde lid, 4°.
Sociale huisvestingsmaatschappijen, vullen binnen een maand de data die betrekking hebben op de feiten, vermeld in het eerste lid, aan in het referentiebestand. Het agentschap brengt de huisvestingsmaatschappijen in kwestie en het OCMW op de hoogte van de stopzettingen.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning (BS 12/11/2015)
Dit besluit blijft gelden zoals het van kracht was voor 1 februari 2019 voor de tweede aanvragen van aanvragers die al een eerste aanvraag hebben gedaan overeenkomstig dit besluit voor 1 februari 2019.
Artikel 1. (01/12/2015- 31/01/2019) In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Wonen-Vlaanderen, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;
2° aanvraagdatum: de datum van het bewijs van afgifte van het aanvraagformulier op een dienst van het agentschap, de postdatum bij verzending van het aanvraagformulier met de post of de datum van de digitale indiening van het aanvraagformulier;
3° premiewoning: het onroerend goed, of het zelfstandig deel ervan, dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitsluiting van de kamer, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 10° bis, van de Vlaamse Wooncode;
4° bewoner: de meerderjarige particulier die de premiewoning op de aanvraagdatum als hoofdverblijfplaats bewoont, op grond van een zakelijk recht, en, in voorkomend geval, de meerderjarige persoon met wie hij gehuwd is of wettelijk of feitelijk samenwoont, met uitzondering van de ascendenten en descendenten in rechte lijn van de bewoner, als die ascendenten en descendenten geen zakelijk recht op de premiewoning hebben;
5° verhuurder: de meerderjarige particulier die de premiewoning op de aanvraagdatum voor de duur van minstens negen jaar verhuurt aan een SVK met het oog op de onderverhuring ervan;
6° aanvrager:
a) een bewoner;
b) een verhuurder;
7° SVK: een sociaal verhuurkantoor dat erkend is conform artikel 56 van de Vlaamse Wooncode;
8° inkomen: het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan de aanvraagdatum;
9° persoon ten laste:
a) het kind dat op de aanvraagdatum inwoont, en dat ofwel jonger is dan achttien jaar, ofwel voor de bewoner het recht op kinderbijslag of wezentoelage doet ontstaan, ofwel, na voorlegging van de bewijzen, door de administrateur-generaal van het agentschap wordt beschouwd als persoon ten laste;
b) de bewoner die of een op de aanvraagdatum inwonend gezinslid dat erkend is als persoon met een ernstige handicap;
10° Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
11° nieuwe premiewoning: een premiewoning die wordt gerealiseerd door werkzaamheden uit te voeren in een deel van een opgesplitste bestaande woning, of in een bestaand gebouw, zonder het oorspronkelijke volume van dat gebouw uit te breiden.
Artikel 3. (01/12/2015- 31/01/2019)
Het inkomen van de bewoner mag niet meer bedragen dan:
1° 35.000 euro voor alleenstaanden;
2° 50.000 euro voor gehuwden en voor wettelijk of feitelijk samenwonenden, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste;
3° 50.000 euro voor alleenstaanden met één persoon ten laste, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste.
De bedragen, vermeld in het eerste lid, en in artikel 8, § 1, tweede lid, 1°, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 104,32 van oktober 2006. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober, die voorafgaat aan de aanpassing, en afgerond op het hogere tiental.
In het tweede lid wordt verstaan onder gezondheidsindexcijfer: het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.
Besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie of verbetering van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning (BS 30/01/2019)
Artikel 1. (01/02/2019- ...)
In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap : het agentschap Wonen-Vlaanderen, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;
2° aanvraagdatum : de datum van het bewijs van afgifte van het aanvraagformulier, vermeld in artikel 6, § 1, op een dienst van het agentschap, de postdatum bij verzending van het aanvraagformulier met de post of de datum van de digitale indiening van het aanvraagformulier;
3° premiewoning : het onroerend goed, of het zelfstandig deel ervan, dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitsluiting van de kamer, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 10° bis, van de Vlaamse Wooncode;
4° bewoner : de meerderjarige particulieren die de premiewoning op de aanvraagdatum als hoofdverblijfplaats bewonen, op grond van een zakelijk recht;
5° verhuurder : de meerderjarige particulier die de premiewoning op de aanvraagdatum voor de duur van minstens negen jaar verhuurt aan een SVK met het oog op de onderverhuring ervan;
6° aanvrager :
a) de bewoner;
b) de verhuurder;
7° SVK : een sociaal verhuurkantoor dat erkend is conform artikel 56 van de Vlaamse Wooncode;
8° inkomen : de som van de volgende inkomsten, ontvangen in het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan de aanvraagdatum :
a) het gezamenlijk belastbaar inkomen en de afzonderlijke belastbare inkomsten;
b) het leefloon;
c) de inkomensvervangende tegemoetkoming aan de personen met een handicap;
d) de van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten uit het buitenland of verworven bij een Europese of internationale instelling;
9° persoon ten laste :
a) het kind dat bij de bewoner gedomicilieerd is en dat minderjarig is of voor wie kinderbijslag of wezenbijslag wordt uitbetaald;
b) het kind van de bewoner dat niet gedomicilieerd is bij hem, maar op regelmatige basis bij hem verblijft en dat minderjarig is of voor wie kinderbijslag uitbetaald wordt;
c) de persoon die beschouwd wordt als ernstig gehandicapt, of die op het ogenblik waarop hij met pensioen ging, beschouwd werd als ernstig gehandicapt;
10° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
11° nieuwe premiewoning : een premiewoning die wordt gerealiseerd door werkzaamheden uit te voeren in
een deel van een opgesplitste bestaande woning, of in een bestaand gebouw.
Voor de bepaling van het gezamenlijk belastbaar inkomen, vermeld in het eerste lid, 8°, wordt rekening gehouden met de reële eigen beroepsinkomsten.
Om als persoon ten laste als vermeld in het eerste lid, 9°, c), te worden beschouwd, gelden dezelfde voorwaarden als die bepaald zijn ter uitvoering van artikel 1, eerste lid, 22°, c), van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociaal huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode.
Als een persoon zowel beantwoordt aan de definitie van persoon ten laste als gedefinieerd in het eerste lid, 9°,
a) of b), als aan de definitie van persoon ten laste als gedefinieerd in het eerste lid, 9°, c), telt die persoon voor twee personen ten laste.
Artikel 2. (01/02/2019- ...)
Binnen de kredieten die daarvoor zijn ingeschreven op de begroting van het Vlaamse Gewest, en onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit, wordt aan de bewoner of de verhuurder die daarvoor een aanvraag indient, een tegemoetkoming verleend in de kosten voor hetzij de renovatie van zijn bestaande premiewoning, hetzij de realisatie van een nieuwe premiewoning. De gerenoveerde of nieuwe premiewoning ligt in het Vlaamse Gewest.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, bepaalt welke renovatie- en verbeteringswerkzaamheden voor de tegemoetkoming in aanmerking worden genomen met toepassing van artikel 5, § 1. Hij kan de voorwaarden, vermeld in dit besluit, nader preciseren met detailmaatregelen en met uitvoeringsmaatregelen van bijkomende aard.
Artikel 3. (01/02/2019- ...)
Voor de bepaling van het inkomen wordt rekening gehouden met het inkomen van de bewoner vermeerderd met het inkomen van de meerderjarige persoon of personen met wie hij samenwoont. Het inkomen van de personen ten laste en de ascendenten en descendenten in rechte lijn van de bewoner of van de meerderjarige persoon of personen met wie de bewoner samenwoont, wordt niet meegerekend.
Het inkomen mag niet meer bedragen dan :
1° 35.000 euro voor een alleenstaande;
2° 50.000 euro voor een alleenstaande met één persoon ten laste, te verhogen met 2800 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste.
3° 50.000 euro voor andere personen, te verhogen met 2800 euro per persoon ten laste.
De bewoner dient de eerste en eventueel de tweede aanvraag in volgens de modaliteiten vermeld in artikel 6,
§ 2, als het inkomen bij de eerste aanvraag niet meer bedraagt dan :
1° 25.000 euro voor een alleenstaande;
2° 35.000 euro voor een alleenstaande met één persoon ten laste, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste;
2° 35.000 euro voor andere personen, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste.
Als het inkomen bij de eerste aanvraag hoger ligt dan de inkomensgrenzen vermeld in het derde lid, maar wel voldoet aan de inkomensvoorwaarden vermeld in het tweede lid, dient de bewoner de eerste en eventueel de tweede aanvraag in volgens de modaliteiten van artikel 6, § 3.
De bedragen, vermeld in het tweede en derde lid en in artikel 8, § 1, tweede lid, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 104,32 van oktober 2006. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober die voorafgaat aan de aanpassing, en afgerond op het hogere tiental.
In het vijfde lid wordt verstaan onder gezondheidsindexcijfer: het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6
januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.
Artikel 4. (01/02/2019- ...)
De bewoner, en in voorkomend geval de meerderjarige persoon of personen met wie hij samenwoont, mogen op de aanvraagdatum naast de premiewoning geen andere woning volledig in volle eigendom hebben, tenzij het gaat om een ongeschikte woning die door hen werd bewoond.
In afwijking van hetgeen vermeld in het eerste lid, mogen de personen ten laste en de ascendenten en descendenten in rechte lijn van de bewoner of van de meerderjarige personen met wie de bewoner samenwoont, op de aanvraagdatum een andere woning volledig in volle eigendom hebben.
Besluit:
Het doeleinde van de verdere verwerking van deze persoonsgegevens door Wonen-Vlaanderen is verenigbaar met de doeleinden waarvoor Opgroeien regie de gegevens oorspronkelijk heeft verzameld, om te vermijden dat de burger zelf attesten moet opsturen en is conform het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
Artikel 3: De gevraagde persoonsgegevens en de categorieën en omvang van de gevraagde persoonsgegevens conform het proportionaliteitsbeginsel
Onderhavig protocol heeft betrekking op de webservice GeefKindVoordelen.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende persoonsgegevens die worden meegedeeld, alsook de verantwoording van de proportionaliteit en de bewaartermijn van de gegevens.
Het betreft geen persoonsgegevens als vermeld in artikel 9 en/of 10 van de algemene verordening gegevensbescherming. Indien dat wel het geval is, wordt dit gespecificeerd in onderstaande tabel.
De gegevens worden opgevraagd op basis van het INSZ-nummer van personen, van 18 jaar of ouder, die deel uitmaken van het gezin van de premie- of subsidieaanvrager.
Gegeven 1 het concrete gegeven dat wordt meegedeeld. Als er veel gegevens zijn, kunnen ze in clusters worden vermeld. | INSZ-nummer van de personen van 18 jaar of ouder die gezinsbijslaggerechtigd zijn, zijnde die recht heeft op het basisbedrag zoals bedoeld in artikel 13 van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, tijdens de opgegeven referentiemaand. | |
Verantwoording | Ter unieke identificatie van de personen van 18 jaar of ouder die | |
proportionaliteit | gezinsbijslaggerechtigd zijn om te kunnen bepalen of een gezin | |
waarom elk | gegeven | in aanmerking komt voor een premie of subsidie op het vlak van |
noodzakelijk is | voor het | wonen. De controle of een gezinslid van 18 jaar of ouder |
gevraagde doel. Als in artikel 1 en 2 verschillende doelen zijn opgegeven, aangeven voor welk doel het gegeven wordt meegedeeld | gezinsbijslaggerechtigd is, is een bepalend element voor een gezin om in aanmerking te komen voor een premie of subsidie op het vlak van wonen. |
Gegeven 2 | Het gegeven dat de betreffende persoon recht heeft op het basisbedrag zoals bedoeld in artikel 13 van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid. |
Verantwoording proportionaliteit | De controle of een gezinslid van 18 jaar of ouder gezinsbijslaggerechtigd is, is een bepalend element voor een gezin om in aanmerking te komen voor een premie of subsidie op het vlak van wonen. |
Gegeven 3 | Betalingsperiode |
Verantwoording proportionaliteit | Om de gegevens te kunnen koppelen aan de juiste referentiemaand. De betreffende persoon moet gezinsbijslaggerechtigd zijn op een welbepaalde referentieperiode vooraleer het gezin in aanmerking komt voor een premie of subsidie op het vlak van wonen. |
De meegedeelde gegevens zullen door Wonen-Vlaanderen gedurende 10 jaar na de laatste betaling (schijf premie of subsidie) bewaard worden. Deze bewaartermijn kan worden verantwoord gelet op het informatiebeheerplan van Wonen-Vlaanderen.
De gegevens worden hoogstens voor 10 jaar bewaard. De basistermijn zal in de meeste gevallen 7 jaar duren, te rekenen vanaf de laatste maandelijkse uitbetaling van de premie. Het Rekendecreet verplicht het agentschap om de verantwoordingsstukken voor die termijn te bewaren. In de gevallen waarin er sprake is van een definitieve weigeringsbeslissing, zullen de dossiergegevens gedurende 5 jaar na het verstrijken van de beroepstermijn worden bijgehouden.
Op basis van bovenstaande argumentering, betreft 10 jaar een redelijke termijn.
Artikel 4: De categorieën van ontvangers en derden die mogelijks de gegevens eveneens verkrijgen
Wonen-Vlaanderen zal de meegedeelde persoonsgegevens in het kader van de in artikel 2, 2°, vooropgestelde finaliteiten kunnen meedelen aan volgende categorie(ën) van ontvangers:
- Volgende diensten van Wonen-Vlaanderen zullen toegang hebben tot de gevraagde persoonsgegevens:
o De dossierbehandelaars, belast met de behandeling van de dossiers.
Enkel personen die omwille van hun functieprofiel deze informatie nodig hebben voor de uitvoering van hun werk, krijgen toegang tot de informatie.
- Wonen-Vlaanderen zal deze persoonsgegevens niet doorgeven aan derden.
Elke eventuele mededeling van de gevraagde persoonsgegevens door Wonen-Vlaanderen moet voorafgaandelijk aan Opgroeien regie worden gemeld en moet uiteraard in overeenstemming zijn met de relevante wet- en regelgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens. Dat betekent onder meer dat Wonen-Vlaanderen waar vereist een protocol sluit voor de mededeling van de gevraagde gegevens.
Artikel 5. Periodiciteit van de mededeling en de duur van de mededeling
De persoonsgegevens kunnen PERMANENT worden opgevraagd op het moment dat in het kader van aanvraag tot premie of subsidie moet worden nagegaan of een persoon, van 18 jaar of ouder in het gezin van de premie- of subsidieaanvrager nog gezinsbijslaggerechtigd is.
De mededeling van de persoonsgegevens gebeurt VOOR ONBEPAALDE DUUR teneinde de continuïteit van de toekenning van de subsidies en de premies niet in het gedrag te brengen. Zolang de regelgeving met betrekking tot deze subsidies en premies van toepassing is, moet Wonen-Vlaanderen toegang hebben tot deze gegevens.
Artikel 6: Beveiligingsmaatregelen
Volgende maatregelen worden getroffen ter beveiliging van de mededeling van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 2:
- De gegevens worden ontsloten naar Wonen-Vlaanderen op basis van een online bevraging via webservice van het MAGDAplatform;
- Voor de beveiliging van de overdracht van de gegevens wordt verwezen naar de Vlaamse Dienstenintegrator;
- De werking met het MAGDAplatform (als interface platform) werd reeds goedgekeurd door de VTC;
- Wonen-Vlaanderen heeft een veiligheidsbeleid (dd. 17 oktober 2017) met een veiligheidsplan;
- Wonen-Vlaanderen heeft een veiligheidsconsulent en een informatieveiligheidscel;
- De bekomen en verwerkte gegevens zullen opgenomen worden in het verwerkingsregister van Wonen-Vlaanderen;
- Opgroeien regie heeft een veiligheidsbeleid met een veiligheidsplan;
- Opgroeien regie heeft een veiligheidsconsulent en een informatieveiligheidscel.
Wonen-Vlaanderen moet kunnen aantonen dat de in dit artikel opgesomde maatregelen werden getroffen. Op eenvoudig verzoek van Opgroeien regie moet Wonen-Vlaanderen hiervan aan Opgroeien regie het bewijs overmaken.
In het geval Wonen-Vlaanderen voor de verwerking van persoonsgegevens die het voorwerp zijn van voorliggend protocol, beroep doet op een verwerker (of meerdere verwerkers), doet Wonen- Vlaanderen uitsluitend beroep op verwerkers die afdoende garanties met betrekking tot het toepassen van passende technische en organisatorische maatregelen bieden opdat de verwerking aan de vereisten van de algemene verordening gegevensbescherming voldoet en de bescherming van de rechten van de betrokkene is gewaarborgd. Wonen-Vlaanderen sluit in voorkomend geval met alle verwerkers een verwerkersovereenkomst in overeenstemming met artikel 28 van de algemene verordening gegevensbescherming.
Wonen-Vlaanderen doet voor de verwerking van de persoonsgegevens die het voorwerp zijn van voorliggend protocol beroep op Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (KBO-nummer 236.506.487). Deze verwerker staat in voor de volgende taken: Hosting servers en patching Windows-servers, databases met periodiek en incidentieel onderhoud inclusief patching, DNS, technische monitoring van de servers, toegang verzoeken voor Wonen-Vlaanderen via SSL VPN.
Artikel 7: Kwaliteit van de persoonsgegevens
Zodra Wonen-Vlaanderen één of meerdere foutieve, onnauwkeurige, onvolledige, ontbrekende, verouderde of overtollige gegevens in de persoonsgegevens, vermeld in artikel 3, vaststelt (al dan niet op basis van een mededeling van de betrokkene), meldt zij dat onmiddellijk aan Opgroeien regie. Opgroeien regie onderzoekt de voornoemde vaststellingen en treft de gepaste maatregelen binnen redelijke termijn, rekening houdend met de finaliteit en de proportionaliteit, waarna Opgroeien regie Wonen-Vlaanderen daarvan vervolgens op de hoogte brengt.
Artikel 8: Sanctie bij niet-naleving
Onverminderd haar recht om een schadevergoeding te vorderen en in afwijking van artikel 5, 2°, kan Opgroeien regie dit protocol middels eenvoudige kennisgeving en zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling eenzijdig beëindigen indien Wonen-Vlaanderen deze persoonsgegevens verwerkt in strijd met hetgeen bepaald is in dit protocol, met de algemene verordening gegevensbescherming of met andere relevante wet- of regelgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens.
Artikel 9: Meldingsplichten
Partijen engageren zich in het licht van artikel 33 van de algemene verordening gegevensbescherming om elkaar [via de functionarissen voor gegevensbescherming] zonder onredelijke vertraging op de hoogte te stellen van elk gegevenslek dat zich voordoet betreffende de meegedeelde gegevens met impact op beide partijen en in voorkomend geval onmiddellijk gezamenlijk te overleggen teneinde alle maatregelen te nemen om de gevolgen van het gegevenslek te beperken en te herstellen. De partijen verschaffen elkaar alle informatie die ze nuttig of nodig achten om de beveiligingsmaatregelen te optimaliseren.
Wonen-Vlaanderen brengt Opgroeien regie onmiddellijk op de hoogte van wijzigingen van wetgeving met impact op voorliggend protocol, zoals de finaliteit, proportionaliteit, frequentie, duurtijd enz. en in voorkomend geval van wijzigingen omtrent de verwerkers.
Artikel 10: Transparantie
Partijen informeren de betrokkenen, in het licht van het transparantiebeginsel van de algemene verordening, via publicatie op hun website.
Dit protocol zal door Wonen-Vlaanderen worden gepubliceerd via https://
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxx
Dit protocol zal door Opgroeien regie worden gepubliceerd via xxx.xxxxxxxxx.xx
Artikel 11: Toepasselijk recht en geschillenbeslechting
Dit protocol wordt beheerst door het Belgisch recht.
Alle geschillen die voortvloeien uit of verband houden met dit protocol worden beslecht door de bevoegde rechtbank in het arrondissement Brussel.
Artikel 12: Inwerkingtreding en opzegging
Dit protocol treedt in werking op datum van ondertekening.
Partijen kunnen dit protocol schriftelijk opzeggen mits inachtneming van een opzegtermijn van 12 maanden.
Het protocol eindigt van rechtswege na afloop van de in artikel 5 van dit protocol bedoelde termijn van mededeling. Het protocol eindigt tevens van rechtswege wanneer er geen rechtsgrond meer bestaat voor de gevraagde doorgifte van persoonsgegevens.
Opgemaakt te Brussel, op , in evenveel exemplaren als dat er partijen zijn.
Voor Wonen-Vlaanderen
Voor Opgroeien regie
Administrateur-generaal
27/03/20
Getekend door: Xxxxxx Xxxxx (Signature) Getekend op: 2020-03-27 11:52:27 +01:00
Reden: Ik keur dit document goed
Administrateur-generaal
30/03/20
Getekend door: Xxxxxxx Xxxxxxxx (Signatur Getekend op: 2020-03-30 09:36:02 +01:00
Reden: Ik keur dit document goed
Xxxxxx Xxxxx
Xxxxxxx Xxxxxxxx