STATUUT VAN DE WERELDGEZONDHEIDSORGANISATIE.
Statuut van de Wereldgezondheidsorganisatie, Xxx Xxxx, 0000
(vertaling: nl)
STATUUT VAN DE WERELDGEZONDHEIDSORGANISATIE.
De Staten, die partij zijn bij dit Statuut, verklaren in overeenstemming met het Handvest van de Vereenigde Naties, dat de volgende beginselen een noodzakelijke grondslag zijn voor het geluk, de harmonieuze verhoudingen en veiligheid van alle volken:
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of zwakheid.
Het genot van een zoo goed mogelijken gezondheidstoestand is een van de grondrechten van ieder menschelijk wezen zonder onderscheid van ras, godsdienst, politiek geloof, economische of sociale positie.
De gezondheid van alle volken is een noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van vrede en veiligheid en is afhankelijk van de meest volledige samenwerking van individuen en Staten.
Hetgeen een Staat bereikt op het gebied van bevorderen en beschermen van de gezondheid is van waarde voor allen.
Ongelijke ontwikkeling in de verschillende landen in het bevorderen van de gezondheid en het bestrijden, van ziekten, in het bijzonder van besmettelijke ziekten, is een gemeenschappelijk gevaar.
Een gezonde ontwikkeling van het kind is van fundamenteel belang; geschiktheid om harmonieus te leven in een geheel veranderende omgeving is een essentieele voorwaarde voor zoodanige ontwikkeling.
Het verbreiden onder alle volken van de weldaden der medische, psychologische en aanverwante wetenschappen is van essentieel belang voor het bereiken van een zoo hoog mogelijk gezondheidspeil.
Een goed voorgelichte openbare meening en actieve medewerking van de zijde van het publiek zijn van het grootste belang voor de verbetering van de volksgezondheid.
Regeeringen dragen verantwoordelijkheid voor de gezondheid van haar volken, aan welke verantwoordelijkheid alleen kan worden voldaan door het nemen van doeltreffende maatregelen, zoowel op gezondheidsgebied, als op sociaal gebied.
Deze beginselen aanvaardende en met het doel samen te werken met elkander en met anderen ter bevordering en bescherming van de gezondheid van alle volken, stemmen de verdragsluitende partijen in met dit Statuut en richten zij hierbij op de Wereldgezondheidsorganisatie als een gespecialiseerde organisatie van de Vereenigde Naties.
HOOFDSTUK I.Doel.
Artikel 1
Het doel van de Wereldgezondheidsorganisatie (hieronder genoemd de Organisatie) is alle volkeren te brengen op een zoo hoog mogelijk gezondheidspeil.
HOOFDSTUK II.Functies. Artikel 2
Ten einde haar doel te bereiken zullen de functies van de Organisatie zijn:
a) op te treden als leidende en coördineerende instantie bij het internationale gezondheidswerk;
b) een doelmatige samenwerking tot stand te brengen en te handhaven met de Vereenigde Naties, de gespecialiseerde organisaties, de openbare gezondheidsdiensten, groepen van beroepsgenooten en zoodanige andere organisaties als wenschelijk zal worden geacht;
c) op haar verzoek bijstand te verleenen aan regeeringen bij het verbeteren van haar gezondheidsdiensten;
d) passende technische bijstand en in dringende gevallen noodzakelijke hulp te verleenen op verzoek van of na goedkeuring door de Regeeringen;
e) op verzoek van de Vereenigde Naties voor bepaalde groepen, zooals de bevolkingen van trustgebieden, gezondheidsdiensten in het leven te roepen of deze groepen bij dit werk of op andere wijze behulpzaam te zijn;
f) zoodanige administratieve en technische diensten als vereischt zullen zijn in te stellen en in stand te houden, met inbegrip van epidemiologische en statistische diensten;
g) de werkzaamheden tot het uitroeien van epidemische, endemische en andere ziekten te stimuleeren en te bevorderen;
h) waar noodig in samenwerking met andere gespecialiseerde organisaties het voorkomen van letsel tengevolge van ongevallen te bevorderen;
i) waar noodig in samenwerking met andere gespecialiseerde organisaties, verbetering in voeding, huisvesting, sanitaire verzorging, ontspanning, economische omstandigheden, arbeidstoestanden en andere elementen van de hygiëne van het milieu te bevorderen;
j) samenwerking tusschen beoefenaren der wetenschap en der beroepen die bijdragen tot den vooruitgang van de gezondheid, te bevorderen;
k) verdragen, overeenkomsten en regelingen voor te stellen en aanbevelingen te doen met betrekking tot internationale gezondheidsaangelegenheden en zoodanige taken te vervullen als door deze aan de Organisatie kunnen worden opgedragen en niet in strijd zijn met haar doel;
l) de gezondheid en het welzijn van moeder en kind te bevorderen en de geschiktheid aan te kweeken om harmonieus te leven in een geheel veranderende omgeving;
m) werkzaamheden op het gebied van de geestelijke gezondheid te bevorderen, in het bijzonder, die welke ten doel hebben de harmonie van menschelijke verhoudingen te verbeteren;
n) wetenschappelijk onderzoek op gezondheidsgebied te bevorderen en te leiden;
o) te bevorderen, dat het peil van onderwijs en opleiding bij hygiënische, medische en aanverwante beroepen wordt verbeterd;
p) te bestudeeren en te rapporteeren, zoo noodig in samenwerking met andere gespecialiseerde organisaties, nopens de administratieve en sociale technische hulpmiddelen betrekking hebbende op de openbare gezondheid en de medische verzorging uit preventief en curatief gezichtspunt, met inbegrip van ziekenhuisdiensten en sociale zekerheid;
q) inlichtingen, raad en bijstand te verschaffen op het gebied van de gezondheid;
r) mede te werken, teneinde de openbare meening bij alle volken op juiste wijze over gezondheidszaken voor te lichten;
s) op te stellen en zoo noodig te herzien, internationale nomenclatures van ziekten, doodsoorzaken en van methodes, die op het gebied van de openbare gezondheid gelden;
t) voor zoover noodig diagnostische methodes te standaardiseeren;
u) internationale maatstaven te ontwikkelen, in te stellen en te bevorderen met betrekking tot levensmiddelen en biologische, pharmaceutische en soortgelijke producten;
v) in het algemeen alle noodzakelijke maatregelen te nemen om het doel van de Organisatie te bereiken.
HOOFDSTUK III.Lidmaatschap en toegevoegd Lidmaatschap.
Artikel 3
Het Lidmaatschap van de Organisatie staat open voor alle Staten.
Artikel 4
De Staten, die Lid zijn van de Vereenigde Naties kunnen Lid van de Organisatie worden door dit Statuut overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk XIX en overeenkomstig hun grondwettelijke
procedure te onderteekenen of op andere wijze te aanvaarden.
Artikel 5
De Staten, wier Regeeringen uitgenoodigd zijn waarnemers te zenden naar de Internationale Gezondheidsconferentie, die in 1946 in New York is gehouden, kunnen Lid worden door dit Statuut overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk XIX en overeenkomstig hun grondwettelijke procedure te onderteekenen of op andere wijze te aanvaarden, mits zoodanige onderteekening of aanvaarding zal plaats vinden voor de eerste zitting van de Gezondheidsvergadering.
Artikel 6
Met inachtneming van de voorwaarden van een overeenkomst, die tusschen de Vereenigde Naties en de Organisatie zal worden gesloten en welke krachtens Hoofdstuk XVI zal zijn goedgekeurd, kunnen Staten, die niet Lid worden overeenkomstig de artt. 4 en 5, aanvragen Lid te worden; zij zullen worden toegelaten als Lid, wanneer de aanvrage door de Gezondheidsvergadering bij gewone meerderheid zal zijn goedgekeurd.
Artikel 7
Indien een Lid zijn financieele verplichtingen tegenover de Organisatie niet nakomt of in andere buitengewone omstandigheden, kan de Gezondheidsvergadering op voorwaarden als zij passend oordeelt, het stemrecht en de diensten, waarop dit Lid recht heeft, schorsen. De Gezondheidsvergadering zal de bevoegdheid hebben dit stemrecht en deze diensten opnieuw te verleenen.
Artikel 8
Gebieden of groepen van gebieden, die niet verantwoordelijk zijn voor het voeren van hun internationale betrekkingen, kunnen door de Gezondheidsvergadering worden toegelaten als toegevoegde Leden, wanneer hiertoe een aanvrage wordt gedaan ten behoeve van zoodanig gebied of groep van gebieden door het Lid of door een andere autoriteit, die de verantwoordelijkheid draagt voor hun internationale betrekkingen. Vertegenwoordigers van de toegevoegde Leden in de Gezondheidsvergadering moeten bij voorkeur beschikken over technische deskundigheid op gezondheidsgebied en eveneens bij voorkeur uit de inlandsche bevolking worden gekozen. De aard en de omvang van de rechten en verplichtingen van toegevoegde Leden zullen door de Gezondheidsvergadering bepaald worden.
HOOFDSTUK IV.Organen. Artikel 9
Het werk van de Organisatie zal worden uitgevoerd door:
a) de Wereldgezondheidsvergadering (hieronder genoemd de Gezondheidsvergadering);
b) den Uitvoerenden Raad (hieronder genoemd de Raad);
c) het Secretariaat.
HOOFDSTUK X.Xx Wereldgezondheidsvergadering.
Artikel 10
De Gezondheidsvergadering bestaat uit gedelegeerden, die de Leden vertegenwoordigen.
Artikel 11
Ieder Xxx zal vertegenwoordigd worden door ten hoogste drie afgevaardigden, waarvan één door het Lid zal worden aangewezen als leider der delegatie. Deze afgevaardigden moeten bij voorkeur worden gekozen uit personen, die door hun technische deskundigheid op gezondheidsgebied het
meest bevoegd zijn, terwijl zij bij voorkeur den nationalen dienst van de volksgezondheid van het Lid moeten vertegenwoordigen.
Artikel 12
De afgevaardigden kunnen vergezeld zijn van plaatsvervangende afgevaardigden en deskundigen.
Artikel 13
De Gezondheidsvergadering komt in een gewone jaarlijksche bijeenkomst samen en verder in zoodanige buitengewone bijeenkomsten als noodig zal zijn. Buitengewone bijeenkomsten zullen worden bijeengeroepen op verzoek van den Raad of van een meerderheid van de Leden.
Artikel 14
De Gezondheidsvergadering kiest in iedere jaarlijksche bijeenkomst het land of de streek, waar de volgende jaarlijksche bijeenkomst zal worden gehouden, terwijl de Raad daarna de plaats vaststelt. De Raad bepaalt de plaats, waar een buitengewone bijeenkomst zal worden gehouden.
Artikel 15
De Raad bepaalt na overleg met den Secretaris-Generaal van de Vereenigde Naties den datum van iedere jaarlijksche en buitengewone bijeenkomst.
Artikel 16
De Gezondheidsvergadering kiest bij het begin van iedere jaarlijksche zitting haar voorzitter en andere functionarissen. Zij blijven in functie, totdat hun opvolgers zijn gekozen.
Artikel 17
De Gezondheidsvergadering stelt haar eigen Huishoudelijk Reglement vast.
Artikel 18
De functies van de Gezondheidsvergadering zijn:
a) het beleid van de Organisatie te bepalen;
b) de Leden te benoemen, die het recht zullen hebben een persoon aan te wijzen om in den Raad zitting te nemen;
c) den Directeur-Generaal te benoemen;
d) rapporten en werkzaamheden van den Raad en van den Directeur-Generaal te bestudeeren en goed te keuren en den Raad aanwijzingen te geven met betrekking tot zaken, waaromtrent maatregelen, studie, onderzoek of het opstellen van rapporten wenschelijk worden geoordeeld;
e) zoodanige comité's in te stellen als voor het werk van de Organisatie noodzakelijk zal worden geoordeeld;
f) toezicht te houden op het financieele beleid van de Organisatie alsmede de begrooting te bestudeeren en goed te keuren;
g) den Raad en den Directeur-Generaal aanwijzingen te geven om een op de gezondheid betrekking hebbende zaak, die de Gezondheidsvergadering wenschelijk oordeelt, onder de aandacht te brengen van de Leden en van internationale al dan niet-officieele organisaties;
h) een internationale of nationale, al dan niet-officieele organisatie, welke verantwoordelijkheden draagt van denzelfden aard als de verantwoordelijkheden van de Organisatie, uit te noodigen vertegenwoordigers aan te wijzen, om zonder stemrecht deel te nemen aan de zittingen van de Vergadering of van de comité's en conferenties, die onder auspiciën van de Vergadering worden bijeengeroepen, een en ander overeenkomstig de voorwaarden, die door de Gezondheidsvergadering zullen worden gesteld; intusschen zullen voor zoover het betreft nationale organisaties uitnoodigingen alleen worden gedaan met de toestemming van de betrokken Regeering;
i) aanbevelingen, die gedaan zijn door de Algemeene Vergadering, den Economischen en Socialen Raad, den Veiligheidsraad of den Trustschapsraad der Vereenigde Naties en die betrekking hebben op de gezondheid, in studie te nemen en aan deze organen, rapport uit te brengen omtrent de stappen, welke door de Organisatie zijn genomen om aan zoodanige aanbevelingen gevolg te geven;
j) aan den Economischen en Socialen Raad rapport uit te brengen overeenkomstig regelingen, die tusschen de Organisatie en de Vereenigde Naties zullen zijn getroffen;
k) wetenschappelijk onderzoek op gezondheidsgebied door het personeel van de Organisatie te bevorderen en te leiden door de instelling van eigen instituten of door samenwerking met officieele of niet-officieele instituten van de Leden met de toestemming van de betrokken Regeering;
l) andere instituten op te richten, die zij wenschelijk zal oordeelen;
m) andere passende maatregelen te nemen om het doel van de Organisatie te bevorderen.
Artikel 19
De Gezondheidsvergadering is bevoegd verdragen of overeenkomsten aan te nemen met betrekking tot iedere aangelegenheid binnen het arbeidsveld van de Organisatie. Een meerderheid van tweederden van de Gezondheidsvergadering zal noodig zijn voor de aanneming van zoodanige verdragen of overeenkomsten, die voor ieder Lid van kracht zullen worden, wanneer zij door dit Lid zullen zijn aanvaard overeenkomstig zijn grondwettelijke procedure.
Artikel 20
Ieder Xxx verbindt zich, om uiterlijk 18 maanden na de aanneming door de gezondheidsvergadering van een verdrag of overeenkomst maatregelen te nemen met betrekking tot de aanvaarding van dit verdrag of deze overeenkomst. Ieder Lid zal den Directeur-Generaal mededeeling doen van de genomen maatregelen, en indien het Lid het verdrag of de overeenkomst niet binnen den gestelden termijn aanvaardt, zal het een uiteenzetting geven van de redenen voor deze niet-aanvaarding.
Ingeval het verdrag of de overeenkomst wel aanvaardt wordt, verbindt ieder Lid zich een jaarrapport aan den Directeur-Generaal uit te brengen overeenkomstig Hoofdstuk XIV.
Artikel 21
De Gezondheidsvergadering is bevoegd regelingen aan te nemen, betreffende:
a) te stellen eischen op sanitair gebied en op het gebied der quarantaine, alsmede betreffende werkwijzen op ander terrein, die ten doel hebben de internationale verspreiding van ziekten tegen te gaan;
b) nomenclatures met betrekking tot ziekten, doodsoorzaken en methodes, die op het gebied der openbare gezondheid gelden;
c) normen, geschikt voor internationaal gebruik met betrekking tot het stellen van diagnoses;
d) normen met betrekking tot de veiligheid, zuiverheid en werking van biologische, pharmaceutische en dergelijke producten, die in den internationalen handel verkrijgbaar zijn;
e) het adverteeren van en het geven van namen aan biologische, pharmaceutische en dergelijke producten, die in den internationalen handel verkrijgbaar zijn.
Artikel 22
Regelingen, die aangenomen worden ingevolge art. 21, zullen voor alle Leden van kracht worden, nadat de aanneming hiervan door de Gezondheidsvergadering op behoorlijke wijze zal zijn bekend gemaakt, behalve voor die Leden, die den Directeur-Generaal binnen den in de bekendmaking vermelden termijn kennis geven, dat zij deze regelingen verwerpen of ten aanzien dier regelingen voorbehouden maken.
Artikel 23
De Gezondheidsvergadering is bevoegd, aanbevelingen te richten tot de Leden met betrekking tot iedere aangelegenheid, die binnen de bevoegdheid van de Organisatie valt.
HOOFDSTUK XX.Xx Uitvoerende Raad.
Artikel 24
De Raad bestaat uit vierendertig personen, die door even zovele lidstaten worden aangewezen. De Gezondheidsvergadering kiest, rekening houdende met een billijke geografische verdeling, de Leden die bevoegd zullen zijn een persoon aan te wijzen om in de Raad zitting te nemen, met dien verstande dat niet minder dan drie Leden worden gekozen uit elk van de ingevolge artikel 44 ingestelde regionale organisaties. Ieder van deze Leden moet in de Raad een persoon benoemen die technisch deskundig is op het gebied van de gezondheid. Deze persoon kan vergezeld zijn van plaatsvervangers en deskundigen.
Artikel 25
[1.] Deze Leden worden gekozen voor drie jaar en kunnen herkozen worden, met dien verstande dat van de Leden gekozen tijdens de eerste zitting van de Gezondheidsvergadering die wordt gehouden na het van kracht worden van de wijziging van dit Statuut, waarbij het aantal Leden van de Raad van tweeëndertig tot vierendertig werd uitgebreid, het mandaat van het gekozen bijkomende Lid, voor zover nodig, van zodanig kortere duur is dat de verkiezing, ieder jaar, van ten minste één Lid uit elke regionale organisatie wordt vergemakkelijkt.
2. Besluit dat twee afschriften van deze resolutie zullen worden gewaarmerkt door de handtekening van de President van de Eenenvijftigste Wereldgezondheidsvergadering en van de
Directeur-Generaal van de Wereldgezondheidsvergadering, waarvan één exemplaar wordt toegezonden aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, depositaris van het Statuut, en één exemplaar wordt bewaard in het archief van de Wereldgezondheidsorganisatie;
3. Besluit dat de kennisgeving van aanvaarding van deze wijzigingen door de Leden overeenkomstig het bepaalde in artikel 73 van het Statuut zal geschieden door nederlegging van een officiële akte bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, zoals in artikel 79, letter b, van het Statuut is voorgeschreven voor aanvaarding van dat Statuut.
Artikel 26
De Raad komt minstens twee maal per jaar bijeen en bepaalt de plaats van iedere bijeenkomst.
Artikel 27
De Raad kiest uit zijn Leden zijn voorzitter en stelt zijn eigen huishoudelijk reglement vast.
Artikel 28
De functies van den Raad zijn:
a) uitvoering te geven aan de besluiten en de richtlijnen van de Gezondheidsvergadering;
b) op te treden als uitvoerend orgaan van de Gezondheidsvergadering;
c) alle andere functies te vervullen, die hem door de Gezondheidsvergadering worden opgedragen;
d) de Gezondheidsvergadering van advies te dienen betreffende vragen, die hem door dit orgaan worden voorgelegd, alsmede nopens zaken, die door verdragen, overeenkomsten en regelingen naar de Organisatie worden verwezen;
e) op eigen initiatief adviezen of voorstellen voor te leggen aan de Gezondheidsvergadering;
f) de agenda van de bijeenkomsten van de Gezondheidsvergadering voor te bereiden;
g) aan de Gezondheidsvergadering ter fine van onderzoek en ter goedkeuring een algemeen werkprogramma voor een bepaalde periode voor te leggen;
h) alle vragen, die binnen zijn bevoegdheid vallen, te bestudeeren;
i) noodmaatregelen te nemen binnen het kader van de functies en de financieele middelen van de Organisatie naar aanleiding van gebeurtenissen, die onmiddellijke actie vereischen. In het bijzonder mag de Raad den Directeur-Generaal machtigen de noodige stappen te doen om epidemieën te bestrijden, om deel te nemen aan de organisatie tot hygiënischen steun aan
slachtoffers van een ramp en om studies en onderzoekingen op zich te nemen, waarvan het spoedeischend karakter door een Lid of door den Directeur-Generaal onder de aandacht van den Raad is gebracht.
Artikel 29
De Raad oefent namens de geheele Gezondheidsvergadering de bevoegdheden uit, die door dit orgaan aan den Raad worden gedelegeerd.
HOOFDSTUK VII.Secretariaat. Artikel 30
Het Secretariaat omvat den Directeur-Generaal en een zoodanige technische en administratieve staf als voor de Organisatie noodig zal zijn.
Artikel 31
De Directeur-Generaal wordt door de Gezondheidsvergadering benoemd op voordracht van den Raad op zoodanige voorwaarden als de Gezondheidsvergadering zal bepalen. De
Directeur-Generaal die geplaatst is onder het gezag van den Raad, is de hoogste technische en administratieve ambtenaar van de Organisatie.
Artikel 32
De Directeur-Generaal is ex officio Secretaris van de Gezondheidsvergadering, van den Raad, van alle commissies en comité's van de Organisatie, alsmede van de conferenties, die door de Organisatie worden bijeengeroepen. Hij kan deze functies delegeeren.
Artikel 33
De Directeur-Generaal of zijn vertegenwoordiger mag, indien daarover met de Leden overeenstemming wordt verkregen, een regeling in het leven roepen, waardoor het hem met het oog op het vervullen van zijn functies mogelijk wordt om zich rechtstreeks in verbinding te stellen met de verschillende Departementen van die Leden, in het bijzonder met hun gezondheidsdiensten en de nationale al dan niet-officieele gezondheidsorganisaties. Hij kan ook rechtstreeksche betrekkingen tot stand brengen met internationale organisaties, waarvan de werkzaamheden binnen de bevoegdheid van de Organisatie vallen. Hij moet de regionale bureaux op de hoogte houden van alle zaken, die hun onderscheidenlijke gebieden betreffen.
Artikel 34
De Directeur-Generaal bereidt financiële stukken en begrotingen van de Organisatie voor en legt deze voor aan de Raad.
Artikel 35
De Directeur-Generaal benoemt het personeel van het Secretariaat overeenkomstig de regelen betreffende het personeel, die door de Gezondheidsvergadering zullen zijn vastgesteld. De alles overheerschende overweging bij het tewerkstellen van het personeel moet zijn te verzekeren, dat de doeltreffendheid, integriteit en het uit internationaal oogpunt representatieve karakter van het Secretariaat op het hoogste peil zal moeten worden gehouden. Er moet eveneens rekening worden gehouden met het belang, dat gelegen is in het aanwerven van personeel op een zoo breed mogelijken aardrijkskundigen grondslag.
Artikel 36
De dienstvoorwaarden van het personeel van de Organisatie zullen zooveel mogelijk in overeenstemming zijn met die van andere organisaties van de Vereenigde Naties.
Artikel 37
Bij de vervulling van hun taak zullen de Directeur-Generaal en het personeel geen instructies van eenige Regeering of van eenige andere autoriteit buiten de Organisatie vragen of ontvangen. Zij moeten zich onthouden van eenig optreden, dat van invloed zou kunnen zijn op hun positie als internationale ambtenaren. Ieder Lid van de Organisatie verbindt zich zijnerzijds het uitsluitend internationaal karakter van den Directeur-Generaal en het personeel te eerbiedigen en niet te trachten invloed op hen uit te oefenen.
HOOFDSTUK VIII.Comité's.
Artikel 38
De Raad stelt zoodanige comité's in als de Gezondheidsvergadering zal aangeven en kan op eigen initiatief of op voorstel van den Directeur-Generaal verdere comité's instellen, die wenschelijk worden geacht ter bereiking van doeleinden, die vallen binnen de bevoegdheid van de Organisatie.
Artikel 39
De Raad onderzoekt van tijd tot tijd, en in ieder geval eenmaal per jaar, of het noodzakelijk is ieder van deze comité's in stand te houden.
Artikel 40
De Raad kan maatregelen nemen voor het instellen van of voor het deelnemen door de Organisatie in gemeenschappelijke of gemengde comité's met andere organisaties en voor de vertegenwoordiging van de Organisatie in comité's, die door andere organisaties zijn ingesteld.
HOOFDSTUK IX.Conferenties. Artikel 41
De Gezondheidsvergadering of de Raad kunnen plaatselijke, algemeene, technische of andere bijzondere conferenties bijeenroepen ter bestudeering van aangelegenheden, die vallen binnen de bevoegdheid van de Organisatie, en zij kunnen maatregelen nemen voor de vertegenwoordiging op zoodanige conferenties van internationale organisaties en, met de toestemming van de betrokken Regeering, van nationale al dan niet-officieele organisaties. De wijze van deze vertegenwoordiging wordt bepaald door de Gezondheidsvergadering of den Raad.
Artikel 42
De Raad kan maatregelen nemen voor vertegenwoordiging van de Organisatie in conferenties, waarbij naar het oordeel van den Raad de Organisatie belangen heeft.
HOOFDSTUK X.Zetel.
Artikel 43
De plaats van den zetel van de Organisatie zal bepaald worden door de Gezondheidsvergaderirg na overleg met de Vereenigde Naties.
HOOFDSTUK XI.Regionale regelingen.
Artikel 44
a) De Gezondheidsvergadering geeft van tijd tot tijd de aardrijkskundige gebieden aan, waarin het wenschelijk is een regionale organisatie in te stellen.
b) De Gezondheidsvergadering kan, met de toestemming van een meerderheid van de Leden, wier
landen gelegen zijn binnen een aldus aangegeven gebied, een regionale organisatie instellen om tegemoet te komen aan de bijzondere behoeften van een zoodanig gebied. Er zal in ieder gebied niet meer dan één regionale organisatie zijn.
Artikel 45
Iedere regionale organisatie zal overeenkomstig dit Statuut een integreerend deel zijn van de Organisatie.
Artikel 46
Iedere regionale organisatie omvat een Regionaal Comité en een Regionaal Bureau.
Artikel 47
Regionale Comité's bestaan uit vertegenwoordigers van de Leden en van de toegevoegde Leden in de betrokken streek. Gebieden of groepen gebieden binnen deze streek, die niet verantwoordelijk zijn voor het voeren van hun internationale betrekkingen en die niet toegevoegde Leden zijn, hebben het recht vertegenwoordigd te zijn en deel te nemen in de Regionale Comité's. De aard en de omvang van de rechten en verplichtingen van deze gebieden of groepen van gebieden in de Regionale Comité's worden bepaald door de Gezondheidsvergadering in overleg met het Lid of met een andere autoriteit, die de verantwoordelijkheid draagt voor de internationale betrekkingen van deze gebieden en met de Staten, die Lid zijn in de streek.
Artikel 48
Regionale Comité's komen zoo vaak als noodig bijeen en bepalen de plaats van iedere bijeenkomst.
Artikel 49
Regionale Comité's stellen hun eigen huishoudelijk reglement vast.
Artikel 50
De functies van het Regionale Comité zijn:
a) richtlijnen vast te stellen nopens zaken van uitsluitend regionalen aard;
b) toezicht te houden op de werkzaamheden van het Regionale Bureau;
c) aan het Regionale Bureau in overweging te geven het bijeenroepen van technische conferenties alsmede het verrichten van zoodanig bijkomstig werk of onderzoek in gezondheidsaangelegenheden als naar het oordeel van het Regionale Comité het doel van de Organisatie binnen de streek zal bevorderen;
d) samen te werken met de onderscheidene regionale comité's van de Vereenigde Naties en met die van andere gespecialiseerde organisaties en met andere regionale internationale organisaties, die met de Organisatie belangen gemeen hebben;
e) door tusschenkomst van den Directeur-Generaal adviezen te geven aan de Organisatie nopens internationale gezondheidsaangelegenheden, die meer dan regionale beteekenis hebben;
f) aan te bevelen, dat de Regeeringen van de onderscheidene streken extra regionale bijdragen geven, indien het deel van de centrale begrooting van de Organisatie, dat voor deze streek wordt toegewezen, onvoldoende is voor het vervullen van de regionale functies;
g) zoodanige andere functies als door de Gezondheidsvergadering, den Raad of den Directeur-Generaal aan het Regionale Comité zullen worden opgedragen.
Artikel 51
Geplaatst onder het algemeene gezag van den Directeur-Generaal van de Organisatie is het Regionale Bureau het administratieve orgaan van het Regionale Comité. Het zal bovendien binnen het gebied de besluiten van de Gezondheidsvergadering en van den Raad uitvoeren.
Artikel 52
Het hoofd van het Regionale Bureau is de Regionale Directeur, die door den Raad wordt benoemd in overeenstemming met het Regionale Comité.
Artikel 53
Het personeel van het Regionale Bureau wordt benoemd op de wijze als zal worden bepaald in overleg tusschen den Directeur-Generaal en den Regionalen Directeur.
Artikel 54
De Pan-Amerikaansche Gezondheidsorganisatie, vertegenwoordigd door het Pan-Amerikaansche Gezondheidsbureau en de Pan-Amerikaansche Gezondheidsconferenties, en alle andere officieele internationale regionale gezondheidsorganisaties, die reeds bestaan vóór den datum van onderteekening van dit Statuut, zullen te gelegener tijd in de Organisatie worden ingeschakeld. Deze inschakeling zal zoo spoedig mogelijk worden tot stand gebracht door een gemeenschappelijke actie, welke gegrond zal zijn op wederzijdsche instemming van de bevoegde autoriteiten zooals deze tot uitdrukking zal komen in de betrokken organisaties.
HOOFDSTUK XII.Begrooting en uitgaven.
Artikel 55
De Directeur-Generaal ontwerpt de begroting van de Organisatie en legt deze aan de Raad voor. De Raad onderzoekt deze begroting en legt deze aan de Gezondheidsvergadering voor, vergezeld van aanbevelingen die de Raad wenselijk oordeelt.
Artikel 56
Met inachtneming van regelingen, welke tusschen de Organisatie en de Vereenigde Naties zullen worden getroffen, bestudeert de Gezondheidsvergadering de begrooting en keurt deze goed; zij verdeelt de uitgaven over de Leden overeenkomstig een schaal, die zij zal vaststellen.
Artikel 57
De Gezondheidsvergadering of de Raad optredende namens de Gezondheidsvergadering, kan giften en legaten, die aan de Organisatie worden verleend, aanvaarden en beheeren, mits de voorwaarden, die aan zoodanige giften of legaten verbonden zijn, voor de Gezondheidsvergadering of voor den Raad aannemelijk zijn en niet in strijd zijn met het doel en het beleid van de Organisatie.
Artikel 58
Een speciaal fonds, waarover de Raad naar eigen goeddunken zal beschikken, zal worden ingesteld om tegemoet te komen aan noodgevallen en onvoorziene omstandigheden.
HOOFDSTUK XIII.Stemmen.
Artikel 59
Ieder lid zal één stem hebben in de Gezondheidsvergadering.
Artikel 60
a) Besluiten van de Gezondheidsvergadering nopens belangrijke vragen worden genomen met een meerderheid van tweederden van de Leden, die aanwezig zijn en aan de stemming deelnemen. Deze vragen omvatten: het aannemen van verdragen of overeenkomsten; het goedkeuren van overeenkomsten, overeenkomstig de artt. 69, 70 en 72, die de Organisatie in verband brengen met de Vereenigde Naties en officieele internationale organisaties en instellingen; wijzigingen van
dit Statuut.
b) Besluiten nopens andere vragen, met inbegrip van het aanwijzen van andere categorieën vragen, die met een meerderheid van tweederden moeten worden beslist, worden genomen met een meerderheid van de Leden, die aanwezig zijn en aan de stemming deelnemen.
c) Het stemmen over soortgelijke zaken in den Raad en in comité's van de Organisatie zal geschieden overeenkomstig de bepalingen van lida enb van dit artikel.
HOOFDSTUK XIV.Door de Staten overgelegde rapporten.
Artikel 61
Ieder Lid brengt jaarlijks aan de Organisatie rapport uit nopens de maatregelen, die genomen zijn en de vorderingen, die gemaakt zijn bij het verbeteren van de gezondheid van de bevolking.
Artikel 62
Ieder Lid brengt jaarlijks rapport uit betreffende de maatregelen, die genomen zijn met betrekking tot de aanbevelingen, die door de Organisatie aan de Leden zijn gedaan, en met betrekking tot de verdragen, overeenkomsten en regelingen.
Artikel 63
Ieder Xxx legt met spoed aan de Organisatie over belangrijke wetten, regelingen, officieele rapporten en statistieken betreffende de gezondheid, welke in den betrokken Staat zijn gepubliceerd.
Artikel 64
Ieder Lid legt op een wijze, die door de Gezondheidsvergadering zal worden aangegeven, statistische en epidemiologische rapporten over.
Artikel 65
Op verzoek van den Raad legt ieder Lid voor zoover dit mogelijk is alle verdere gegevens over betreffende de gezondheid.
HOOFDSTUK XV.Rechtsbevoegdheid, voorrechten en immuniteiten.
Artikel 66
De Organisatie zal op het gebied van ieder Lid zoodanige rechtsbevoegdheid bezitten als noodig zal zijn voor het verwezenlijken van haar doel en voor de uitoefening van haar functies.
Artikel 67
a) De Organisatie zal op het gebied van ieder Lid zoodanige voorrechten en immuniteiten genieten als noodig zal zijn voor het verwezenlijken van haar doel en voor de uitoefening van haar functies.
b) Vertegenwoordigers van Leden, personen, die aangewezen zijn om zitting te nemen in den Raad, alsmede het technische en administratieve personeel van de Organisatie zal eveneens voorrechten en immuniteiten genieten als noodig zal zijn voor de onafhankelijke uitoefening van hun functies in verband met de Organisatie.
Artikel 68
Zoodanige rechtsbevoegdheid, voorrechten en immuniteiten zullen worden vastgesteld in een afzonderlijke overeenkomst, welke zal worden voorbereid door de Organisatie in overleg met den Secretaris-Generaal van de Vereenigde Naties en die tusschen de Leden zal worden gesloten.
HOOFDSTUK XVI.Betrekkingen met andere organisaties.
Artikel 69
De Organisatie zal in verband worden gebracht met de Vereenigde Naties als een van de gespecialiseerde organisaties als bedoeld in art. 57 van het Handvest van de Vereenigde Naties. De overeenkomst of overeenkomsten, die de Organisatie in verband brengen met de Vereenigde Naties, zullen onderworpen zijn aan de goedkeuring van de Gezondheidsvergadering met een meerderheid van tweederden.
Artikel 70
De Organisatie zal doelmatige betrekkingen instellen en nauw samenwerken met zoodanige andere internationale officieele organisaties als wenschelijk zal zijn. Iedere officieele overeenkomst, welke met deze organisaties wordt aangegaan, zal onderworpen zijn aan de goedkeuring van de Gezondheidsvergadering met een meerderheid van tweederden.
Artikel 71
De Organisatie kan omtrent zaken, die binnen haar bevoegdheid vallen, passende regelingen treffen voor overleg en samenwerking met niet-officieele internationale organisaties, en met toestemming van de betrokken Regeering met al of niet-officieele nationale organisaties.
Artikel 72
Behoudens de goedkeuring van de Gezondheidsvergadering met een meerderheid van tweederden kan de Organisatie van een andere internationale organisatie of instelling, wier doeleinden en werkzaamheden binnen het arbeidsveld van de Organisatie vallen, zoodanige functies en verplichtingen overnemen als aan de Organisatie zullen worden overgedragen bij een internationale overeenkomst of bij wederzijds aanvaardbare regelingen, welke worden aangegaan tusschen de bevoegde autoriteiten van de betrokken organisaties.
HOOFDSTUK XVII.Wijzigingen. Artikel 73
Teksten van voorgestelde wijzigingen van dit Statuut moeten door den Directeur-Generaal uiterlijk zes maanden, voordat zij in de Gezondheidsvergadering in behandeling zullen komen, aan de Leden worden medegedeeld. De wijzigingen zullen van kracht worden voor alle Leden, wanneer zij bij een meerderheid van tweederden door de Algemeene Vergadering zijn aangenomen en aanvaard zijn door tweederden van de Leden overeenkomstig hun onderscheidenlijke grondwettelijke procedures.
HOOFDSTUK XVIII.Interpretatie. Artikel 74
De Chineesche, Engelsche, Fransche, Russische en Spaansche teksten van dit Statuut zullen beschouwd worden als gelijkelijk authentiek te zijn.
Artikel 75
Een zaak of geschil betreffende de interpretatie of toepassing van dit Statuut, welke niet beslecht wordt door onderhandelingen of door de Gezondheidsvergadering, zal verwezen worden naar het Internationale Gerechtshof overeenkomstig het Statuut van het Hof, tenzij de betrokken partijen een andere wijze van beslechting overeenkomen.
Artikel 76
Ingevolge machtiging van de Algemeene Vergadering van de Vereenigde Naties of ingevolge
machtiging overeenkomstig een regeling, welke tusschen de Organisatie en de Vereenigde Naties zal worden getroffen, kan de Organisatie aan het Internationale Gerechtshof verzoeken een advies te geven nopens een rechtsvraag, welke rijst binnen de bevoegdheid van de Organisatie.
Artikel 77
De Directeur-Generaal kan voor het Hof verschijnen namens de Organisatie in verband met een procedure, die ontstaat als gevolg van zoodanig verzoek om advies. Hij zal de noodige maatregelen treffen om de zaak aan het Hof voor te leggen met inbegrip van de maatregelen, die noodig zijn tot het uiteenzetten van de verschillende standpunten, die met betrekking tot de zaak tot uitdrukking zijn gekomen.
HOOFDSTUK XIX.Inwerkingtreding. Artikel 78
Met inachtneming van de bepalingen van Hoofdstuk III zal dit Statuut ter onderteekening of aanvaarding open staan voor alle Staten.
Artikel 79
a) Staten kunnen partij worden bij dit Statuut door:
1) onderteekening zonder voorbehoud van goedkeuring;
2) onderteekening onder voorbehoud van goedkeuring, gevolgd door aanvaarding, of
3) aanvaarding.
b) Aanvaarding zal geschieden door het nederleggen van een officieele akte bij den Secretaris-Generaal van de Vereenigde Naties.
Artikel 80
Dit Statuut zal van kracht worden, wanneer 26 Leden van de Vereenigde Naties overeenkomstig de bepalingen van art. 79 partij er bij zullen zijn geworden.
Artikel 81
Overeenkomstig art. 102 van het Handvest van de Vereenigde Naties zal de Secretaris-Generaal van de Vereenigde Naties dit Statuut registreeren, wanneer het zonder voorbehoud van goedkeuring zal zijn onderteekend namens één Staat of nadat de eerste akte van aanvaarding zal zijn nedergelegd.
Artikel 82
De Secretaris-Generaal van de Vereenigde Naties zal de Staten, die partij zijn bij dit Statuut, in kennis stellen van den datum, waarop het van kracht is geworden. Hij zal hen eveneens in kennis stellen van de data, waarop andere Staten partij bij dit Statuut zijn geworden.
Ten blijke waarvan de vertegenwoordigers, wier namen hieronder vermeld staan en die te dien einde behoorlijk zijn gemachtigd, dit Statuut onderteekenen.
Gedaan in de stad New-York op den tweeëntwintigsten dag van Juli 1946 in één enkel exemplaar in het Chineesch, Engelsch, Fransch, Russisch en Spaansch, welke teksten gelijkelijk authentiek zijn. De origineele teksten zullen worden nedergelegd in het archief van de Vereenigde Naties. De Secretaris-Generaal van de Vereenigde Naties zal gewaarmerkte afschriften hiervan zenden aan ieder van de Regeeringen, die op de Conferentie vertegenwoordigd zijn.
Annex 1
1. Internationaal Sanitair Verdrag van 21 Juni 1926.
2. Verdrag tot wijziging van het Internationaal Sanitair Verdrag van 21 Juni 1926, onderteekend
op 31 October 1938.
3. Internationaal Sanitair Verdrag van 1944 tot wijziging van het Internationaal Sanitair Verdrag van 21 Juni 1926.
4. Protocol tot verlenging van het Internationaal Sanitair Verdrag van 1944 (opengesteld voor onderteekening op 23 April 1946; van kracht op 30 April 1946).
5. Internationaal Sanitair Verdrag voor de Luchtvaart van 12 April 1933.
6. Internationaal Sanitair Verdrag voor de Luchtvaart van 1944 tot wijziging van het Internationaal Sanitair Verdrag voor de Luchtvaart van 12 April 1933.
7. Protocol tot verlenging van het Internationaal Sanitair Verdrag voor de Luchtvaart van 1944 (opengesteld voor onderteekening op 23 April 1946; van kracht op 30 April 1946).
8. Overeenkomst betreffende het geven van gelegenheid aan schepelingen ter koopvaardij om zich voor geslachtsziekten te doen behandelen, Xxxxxxx 0 December 1924.
9. Internationaal Opium Verdrag, Genève 19 Februari 1925.
10. Verdrag tot beperking van de vervaardiging en tot regeling van de distributie in verdoovende middelen, Genève, 13 Juli 1931.
11. Verdrag inzake serum tegen diphterie, Parijs, 1 Augustus 1930.
12. Internationaal verdrag nopens wederkeerige bescherming tegen de tropische knokkelkoorts, Athene, 25 Juli 1934.
13. Overeenkomst betreffende de afschaffing van Gezondheidspassen, Parijs, 22 December 1934.
14. Overeenkomst betreffende de afschaffing van de consulaire visa op gezondheidspassen, Parijs, 22 December 1934.
15. Internationale overeenkomst betreffende het lijkenvervoer, Berlijn, 10 Februari 1937.