Besluit in geschil G.36.02 inzake KPN Telecom vs O2
Besluit in geschil G.36.02 inzake KPN Telecom vs O2
OPTA/IBT/2002/202634
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:
de besloten vennootschap KPN Telecom B.V. (hierna: KPN Telecom), gevestigd te Den Haag, verzoekster
gemachtigden: mr. P.V. Xxxxxxxxxx, advocaten te Amsterdam,
en
de besloten vennootschap O2 (Netherlands) B.V. (hierna: O2), gevestigd te Amsterdam, verweerster
gemachtigde: mr. T.M. Snoep, advocaat te Den Haag.
1. INLEIDING
Onderwerp van het geschil
1. KPN Telecom verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en O2 zullen gelden ter zake van de tarieven, die O2 aan KPN Telecom vraagt voor het termineren van telefoonverkeer op haar mobiele netwerk (hierna: MTA1-tarieven), ongeacht of dit verkeer origineert in het telefoonnetwerk van KPN Telecom, of ontspringt in een netwerk dat met het telefoonnetwerk van KPN Telecom is gekoppeld en via de KPN Telecom Telecom PSTN Permium Transit Connect Service het netwerk van O2 bereikt.
Opzet van het besluit
2. Het besluit en zijn totstandkoming wijken, zoals hieronder wordt uiteengezet en gemotiveerd, af van de gebruikelijke procedure bij het college. Door het grote aantal overeenkomstige geschillen dat bij het college aanhangig is gemaakt, heeft het college ervoor gekozen om uit proceseconomisch oogpunt een vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 10 van de Procedureregeling toe te passen. Veel van de zienswijzen die partijen hebben ingebracht komen ook overeen. De overwegingen met betrekking tot deze overeenkomstige zienswijzen van partijen zijn in een bijlage bij het onderhavige besluit opgenomen. In deze bijlage is ook het juridisch kader opgenomen, opdat deze bijlage zoveel mogelijk een zelfstandig leesbaar karakter krijgt. In het lichaam van het besluit zijn vervolgens de feiten en de standpunten van partijen voor zover deze specifiek zijn voor het geschil en de overwegingen terzake opgenomen.
1 MTA staat voor mobile terminating acces
Het college beoogt op deze zoveel mogelijk uniforme wijze de toegankelijkheid van zijn besluitvorming inzake de MTA-tarieven te vergroten.
2. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
2. Voor het verloop van de procedure verwijst het college naar de stukken die in bijlage I van dit besluit zijn opgesomd.
3. FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL
3. KPN Telecom en O2 zijn aanbieders van vaste respectievelijk mobiele openbare telefoonnetwerken en –diensten in de zin van artikel 1.1, onderdelen k en l, respectievelijk m en n, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). De netwerken van KPN Telecom en O2 zijn direct gekoppeld. Het verkeer tussen KPN Telecom en O2 wordt over en weer direct afgeleverd. Hierover bestaat tussen KPN Telecom en O2 sinds 14 juli 1997 een overeenkomst.
4. KPN Telecom biedt zowel verkeer dat afkomstig is van haar eigen vaste netwerk als verkeer dat origineert op netwerken van derde aanbieders op basis van deze overeenkomst aan O2 aan. In het laatste geval acteert KPN Telecom als transitoperator voor derde aanbieders. Daartoe heeft KPN Telecom met deze derde aanbieders een zogenaamde PSTN Premium Transit Connect Service overeenkomst gesloten. Overigens hebben ook KPN Telecom en O2 een dergelijke overeenkomst gesloten voor verkeer dat afkomstig is van het netwerk van O2 en dat indirect via het netwerk van KPN Telecom termineert op netwerken van derde aanbieders.
5. Een en ander leidt ertoe dat KPN Telecom voor het verkeer dat op haar netwerk of dat van derde aanbieders ontspringt en dat is bedoeld voor een eindgebruiker op het netwerk van O2 aan O2 een vergoeding betaalt voor het afleveren van dit verkeer. Voor verkeer dat afkomstig van derde netwerken worden de derde-aanbieders vervolgens belast door KPN Telecom met een premium transittarief dat bestaat uit een vergoeding voor de transitdienst die KPN Telecom levert en het MTA-tarief van de derde-aanbieder onderscheidenlijk O2, vermeerderd met een vergoeding voor het transitgebruik van het netwerk van KPN Telecom. Omgekeerd geschiedt hetzelfde. Aldus betalen derde aanbieders en O2 elkaar -op indirecte wijze- voor het afleveren van verkeer via het netwerk van KPN Telecom. Ofschoon de MTA-tarieven van derde aanbieders en O2 een niet als zodanig te onderscheiden onderdeel uitmaken van de transittarieven die zij aan KPN Telecom betalen, zijn zij op de hoogte van elkaars MTA-tarieven. Op basis van verkeersvolumes over de periode vierde kwartaal 2000-derde kwartaal 2001 stelt het college vast dat het gemiddelde van de door O2 gehanteerde MTA-tarieven [bedrijfsvertrouwelijk xxxxx] eurocenten bedraagt2.
6. Bij brief van 4 april 2002 heeft KPN Telecom O2 verzocht haar MTA-tarieven uiterlijk per 1 mei 2002 te verlagen tot het door het college maximaal redelijk geachte call termination tarief
2 Het college baseert zich hierbij op gegevens uit het AMM onderzoek 2001
zoals neergelegd in de “Beleidsregels inzake de regulering van mobiele terminating tarieven”, kenmerk OPTA/IBT/2002/2200802, van 28 maart 2002, danwel tot een een ander overeen te komen lager tarief. Dit verzoek is door O2 bij brief van 12 april 2002 afgewezen. In reactie daarop heeft KPN Telecom bij brief van 19 april 2002 vastgesteld dat O2 niet wil onderhandelen over verlaging van haar MTA-tarieven.
7. Bij schrijven van 3 juli 2002, kenmerk AMCP:12194.1 heeft KPN Telecom het college verzocht op grond van artikel 6.3 van de Tw de regels vast te stellen die tussen haar en O2 zullen gelden terzake van de MTA-tarieven van O2.
4. HET STANDPUNT VAN PARTIJEN
4.1 standpunt van KPN Telecom
8. Voor de standpunten van KPN Telecom verwijst het college naar de door KPN Telecom ingebrachte stukken. Het standpunt van KPN Telecom laat zich als volgt samenvatten:
9. KPN Telecom is van mening dat de MTA-tarieven van O2 in strijd zijn met de redelijkheidsnorm, die besloten ligt in de interconnectieverplichting, zoals neergelegd in artikel 6.1 van de Tw. Voortschrijdend inzicht in de aard van call termination dienstverlening, de oorzaken onderliggend aan de hoogte van de huidige MTA- tarieven die mobiele aanbieders hanteren en de negatieve effecten die uitgaan van de hoogte van die huidige MTA-tarieven hebben tot gevolg dat van KPN Telecom in redelijkheid niet kan worden verwacht dat zij nog langer akkoord gaat met de te hoge MTA-tarieven van O2. Voor een nader onderbouwing verwijst ze naar de Beleidsregels van het college.
10. KPN Telecom heeft belang bij de verlaging van de MTA-tarieven van O2 omdat zij in toenemende mate hinder ondervindt van het verschil tussen de tarieven voor het bellen van vast naar mobiel en het bellen van mobiel naar een vaste aansluiting. Voorts heeft KPN Telecom belang bij een verlaging van de MTA-tarieven omdat de derde aanbieders voor wie zij verkeer aflevert bij O2 aanspraken maken op deze verlaging en KPN Telecom in staat moet zijn deze verlagingen ook te bieden omdat de transitdienstverlening minder aantrekkelijk wordt.
11. Er is sprake van een geschil tussen bij interconnectie betrokken aanbieders als bedoeld in artikel 6.1 van de Tw, nu KPN Telecom enerzijds O2 heeft verzocht om haar MTA-tarieven te verlagen en daarvoor op korte termijn overeenstemming te verkrijgen, terwijl anderzijds O2 niet de bereidheid heeft getoond om haar MTA-tarieven te verlagen.
12. De redelijkheidsnorm dient zodanig ingevuld te worden dat het aan O2 niet toegestaan is om hogere MTA-tarieven in rekening te brengen dan aan andere partijen waarmee zij interconnecteert. Vanwege de omvang van de verkeersvolumes is KPN Telecom immers een ‘most favoured customer’.
13. KPN Telecom verzoekt op grond van artikel 6.3, tweede lid, van de Tw om ter beëindiging van de met de TW strijdige situatie de regels te stellen ten aanzien van de MTA-tarieven van O2.
Daarbij verzoekt KPN Telecom het college, voor het geval de verbintenissen tussen KPN Telecom en O2 nietig mochten zijn of anderszins geen overeenkomst mocht bestaan, het te nemen besluit tevens te baseren op het eerste lid van artikel 6.3 van de Tw.
14. KPN Telecom verzoekt het college vast te stellen dat de huidige MTA-tarieven die O2 haar in rekening brengt te hoog zijn en te bepalen dat O2 met inachtneming van de Beleidsregels een gemiddeld tarief per minuut dient te hanteren van vanaf 1 mei 2002 18,11 eurocenten en vanaf 1 december 2002 16,14 eurocenten, danwel op door het college te bepalen data die voor alle aanbieders gelijk liggen, dan wel enig ander besluit te nemen waarmee aan de hiervoor geformuleerde belangen van KPN Telecom tegemoet wordt gekomen.
4.2 standpunt van O2
15. O2 heeft bij telefax van 8 augustus 2002 aan OPTA laten weten dat zij op het punt stond beroep aan te tekenen tegen de beslissing op bezwaar van het college in de zaak KPN Mobile tegen O2. Inmiddels heeft zij dit bij schrijven van 14 augustus 2002 gedaan. In dit licht geeft O2 te kennen haar argumenten om redenen van proceseconomie in – onder andere – het onderhavige geschil met KPN Telecom niet te zullen herhalen.
5. BEOORDELING VAN HET GESCHIL
16. De inhoud van de Beleidsregels, zoals aangepast bij het besluit van 22 juli 2002 dient hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. Zij maken integraal onderdeel uit van de overwegingen die aan de besluitvorming van het college in het onderhavige geschil ten grondslag liggen.
17. In het licht van het feit dat O2, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, te kennen heeft gegeven ervan af te zien haar zienswijze te geven en te volstaan naar de argumenten die zij heeft aangevoerd in de zaak KPN Mobile vs. O2 (geschil met nummer 16.01), volstaat het college op zijn beurt met de verwijzing naar zijn reactie op die argumenten in dat geschil. Daarbij verwijst het college met name naar de beslissing op bezwaar van 19 juli 2002, met kenmerk OPTA/JUZ/2002/201770.
Overwegingen inzake de bepaling van een redelijk tarief De invulling van de redelijkheid; marginale toetsing
18. In aanvulling op hetgeen in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit is vermeld stelt het
college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die O2 jegens KPN Telecom hanteert, onredelijk zijn, omdat het gemiddelde MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke niveau, zoals vastgesteld in de Beleidsregels.
6 CONCLUSIE
19. Het college komt op basis van de Beleidsregels en de voorgaande overwegingen tot het oordeel dat hij in het onderhavige geschil bevoegd is ten aanzien van de MTA-tarieven van O2 regels te stellen. Voorts oordeelt het college dat het stellen van regels aangaande de MTA-tarieven van O2 gerechtvaardigd is. Het college komt immers op basis van de Beleidsregels tot de conclusie dat het gemiddelde MTA-tarief dat O2 in rekening brengt bij KPN Telecom onredelijk is, omdat dit MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke niveau, zoals neergelegd in de Beleidsregels3. Het college stelt een maximaal redelijk gemiddeld MTA-tarief conform de Beleidsregels vast, nu O2 geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven om af te wijken van de invulling, die het college in de Beleidsregels aan de redelijkheid bij het stellen van regels ten aanzien van MTA tarieven heeft gegeven.
20. In de onderstaande tabel is de bovengrens voor het gemiddelde MTA-tarief weergegeven dat O2 als gebruiker van 1800 MHz frequenties vanaf 1 december 2002, onderscheidenlijk 1 april 2003, in rekening mag brengen voor het termineren van verkeer dat afkomstig is van het netwerk van KPN Telecom. Deze tarieven zijn vastgesteld aan de hand van de in hoofdstuk vier van de Beleidsregels neergelegde beoordelingssystematiek.
gemiddeld MTA-tarief | heden4 | 1 december 2002 | 1 april 2003 |
O2 | Vertrouwelijk [xxxxx] | 18,28 | 16,48 |
Bedragen in eurocenten per minuut
21. In de Beleidsregels is tevens opgenomen dat O2 gehouden is om aan te tonen dat het gemiddelde van de tarieven in haar MTA-tariefstructuur (bestaande uit de tarieven voor set-up en conveyance in de piek- en dalperioden) omgerekend naar een enkel tarief per minuut, niet hoger uitkomt dan de in de bovenstaande tabel opgenomen gemiddelde tarieven. Het college zal O2 op grond van artikel 18.7 van de Tw verzoeken om dit voor de door haar met ingang van 1 december 2002 te hanteren tariefstructuur op uiterlijk 1 november 2002 onderbouwd aan te tonen. Ten aanzien van de wijze van onderbouwing zij verwezen naar de berekeningswijze, zoals in alinea 37 van de Beleidsregels is opgenomen.
22. Overigens wijst het college er met nadruk op dat het O2 niet is toegestaan om de verlaging van het gemiddelde MTA-tarief te compenseren door verhoging van bestaande dan wel invoering van nieuwe vergoedingen, die zij in het kader van de mobiele call termination dienstverlening vraagt5.
23. Voor een volledige uiteenzetting van de door het college voorgestane beslechting van geschillen en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen zij verwezen naar de Beleidsregels, zoals aangepast bij besluit van 22 juli 2002 en de daarbij behorende toelichting.
3 Zie alinea 50 van de Beleidsregels, zoals aangepast bij besluit van 22 juli 2002
4 Het college heeft dit gemiddelde MTA-tarief vastgesteld op basis van verkeersvolumes in de periode vierde kwartaal 2000-derde kwartaal 2001
5 Zie in dit verband de xxxxxx’x 51 tot en met 53 van de beleidsregels, almede de daarbij behorende toelichting.
DICTUM
Het college besluit op grond van artikel 6.3 van de Tw als volgt:
(1) O2 is jegens KPN Telecom gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van KPN Telecom dan wel origineert op het netwerk van een derde aanbieder en via het netwerk van KPN Telecom aan O2 voor afwikkeling wordt aangeboden met ingang van 1 december 2002 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 18,28 eurocenten per minuut;
(2) O2 is jegens KPN Telecom gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van KPN Telecom dan wel origineert op het netwerk van een derde aanbieder en via het netwerk van KPN Telecom aan O2 voor afwikkeling wordt aangeboden met ingang van 1 april 2003 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 16,48 eurocenten per minuut;
(3) Het door KPN Telecom meer of anders verzochte wordt afgewezen.
Aldus besloten te Den Haag, op 10 september 2002,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,
namens het college,
mr. L.Y. Xxxxxxxxx-Xx Xxxx Xxx.
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxx Xxxx
onder vermelding van ‘Bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbenden stukken te worden meegezonden.
Bijlage I bij het besluit inzake het geschil G.36.02
Het college heeft bij zijn omschrijving van het geschil tussen partijen als verwoord in de brief, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt, de navolgende stukken in overweging genomen:
1. Verzoekschrift van KPN Telecom d.d. 3 juli 2002 KPN Telecom vs. O2;
2. Brief van OPTA aan KPN Telecom d.d. 16 juli 2002, inzake ontvangst verzoekschrift;
3. Brief van OPTA aan KPN Telecom d.d. 16 juli 2002, inzake inbehandelingneming verzoekschrift;
4. Brief van OPTA aan O2 d.d. 16 juli 2002, inzake inbehandelingneming verzoekschrift en verzoek om zienswijze O2;
5. Brief van OPTA aan O2 d.d. 24 juli 2002, inzake verzoek om zienswijzen O2.
6. Brief van O2 aan OPTA d.d. 8 augustus 2002, inzake afzien van geven zienswijze inzake KPN Telecom-O2.
7. Brief van OPTA aan KPN Telecom d.d. 5 september 2002, doorsturen brief van O2 d.d. 8 augustus 2002.