ALGEMENE VOORWAARDEN
VERZEKERING ALLE BOUWPLAATS RISICO’S
ALGEMENE VOORWAARDEN
DEFINITIES
1. Maatschappij:
Federale Verzekering, Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, RPR Brussel BTW BE 0403.257.506 — Verzekerings- maatschappij toegelaten onder het nr. 87 door de Nationale Bank van België.
2. Verzekeringsnemer:
De ondertekenaar van het contract.
3. Verzekerden:
Elke persoon vermeld in de bijzondere voorwaarden.
De koper in de zin van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen (bijgenaamd ‘wet Breyne’) wordt, net zoals de bouwheer, als een verzekerde beschouwd.
4. Voorlopige bouwwerken:
Elke tijdelijke constructie opgericht voor de stabilisering van het definitieve bouwwerk en/of nodig voor zijn voltooiing (met inbegrip van zijn toegang). Het voorlopige bouwwerk maakt geen deel uit van de functionaliteit van het definitieve bouwwerk.
5. Bouwplaatsketen:
Keetwagens, containers of modules gebruikt in het kader van de uitvoering van de bouwplaats, die o.a. dienst doen als kantoor, sociaal lokaal, sanitair lokaal, werkplaats, opslagplaats, uitgezonderd hun inhoud.
6. Materieel en bouwplaatsuitrusting:
De werktuigen of recupereerbare elementen, die op de bouwplaats worden gebruikt en die niet definitief in het op te richten
bouwwerk geïntegreerd worden, zoals o.a. stellingen, driepuntschoren, stutten en bekistingen.
7. Werfmachines en -toestellen:
De machines die op de bouwplaats gebruikt worden, die niet definitief in het op te richten bouwwerk geïntegreerd worden en die over hun eigen aandrijfkracht beschikken, zoals o.a. kranen, diverse grondverzetmachines en hulpmiddelen, compactors, trilplaten, electrogroepen, liften, betonmolens, gips- of chapespuitmachines en installaties van grondwaterverlaging.
8. Immateriële schade:
Alle vormen van in geld waardeerbare schade als gevolg van het ontnemen van voordelen verbonden met de uitoefening van een recht, met het genot van een goed of met de diensten van een persoon, zoals de winstderving, het klantenverlies, de aantasting van de commerciële reputatie, het productieverlies, de roerende en/of onroerende gebruiksderving, de stijging van de algemene kosten en andere vergelijkbare schade.
9. Reddingskosten:
De kosten die voortvloeien uit:
— de maatregelen gevraagd door de Maatschappij om de gevolgen van de gedekte schadegevallen te voorkomen of te beperken;
— de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging en als een goed huisvader heeft genomen overeenkomstig de regels van de zaakwaarneming, ofwel om een gedekt schadegeval te voorkomen, ofwel om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, voor zover dat:
- deze maatregelen dringend zijn, dat wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen, zonder mogelijkheid om de Maatschappij te verwittigen en voorafgaand haar akkoord te verkrijgen, op gevaar af de belangen van de Maatschappij te schaden;
- indien het gaat om maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen, er nakend gevaar is, dat wil zeggen dat er op zeer korte termijn zeker een gedekt schadegeval zou volgen indien deze maatregelen niet werden genomen.
De verzekerde verbindt er zich toe de Maatschappij onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke genomen reddingsmaatregel. Voor zover nodig wordt gepreciseerd dat ten laste van de verzekerde blijven:
— de kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar of wanneer het nakend gevaar afgewend is;
— de kosten die voortvloeien uit de laattijdigheid van de verzekerde, uit zijn nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten zijn genomen.
Mogen niet gelijkgesteld worden met gedekte reddingskosten, de kosten gemaakt voor het voortzetten van de werf en het garanderen van het goed einde van de werf.
10. Bestaande goederen:
De onroerende goederen, evenals eventueel hun inhoud, eigendom van de bouwheer, die zich bevinden op de bouwplaats of er aan grenzen en voor zover ze behouden blijven na de uitvoering van de werken.
11. Lichamelijke schade:
De geldelijke of morele gevolgen van iedere aantasting van de fysieke integriteit van een persoon.
12. Materiële schade:
Elke beschadiging, vernieling of verlies van een goed.
13. Derden:
Elke andere persoon dan diegene die in de bijzondere voorwaarden als verzekerden worden vermeld.
Hebben niet de hoedanigheid van derden:
a) de feitelijke of tijdelijke vennoten van de verzekerden,
b) de werkende vennoten andere dan xxxxxxx in a) hierboven vermeld zijn, de bestuurders, zaakvoerders, mandatarissen, commissarissen en aangestelden van de verzekerden wanneer ze handelen in de uitoefening van hun functies,
c) alle personen die bij de verzekerde inwonen wanneer deze verzekerde om eender welke reden persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden.
Gekruiste aansprakelijkheid:
Xxxxxx eveneens als derden beschouwd ten opzichte van elkaar, elke persoon die als verzekerde vermeld is in de bijzondere voorwaarden, zodat de aansprakelijkheid van ieder van deze personen gedekt is voor de schade toegebracht aan de andere verzekerden.
14. Verontreiniging:
De aantasting ten gevolge van de wijziging van de bestaande kenmerken van de kwaliteit van de atmosfeer, het water of de bodem door het toevoegen of onttrekken van substanties of energie.
15. Terrorisme:
Een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield;
— ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten;
— ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Het Comité samengesteld overeenkomstig artikel 5 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, stelt vast of een gebeurtenis aan deze definitie beantwoordt.
16. Eerste risico:
Dekking toegekend door de Maatschappij ten belope van een maximaal bedrag dat vastgelegd is in de bijzondere voorwaarden. Boven dit bedrag draagt de Verzekeringsnemer zelf het risico.
17. Bouwplaats:
Alle terreinen waarop het geheel van de bouwwerken wordt uitgevoerd met inbegrip van de nabijgelegen terreinen of de nabijgelegen gebouwen die gebruikt worden voor de stockage van materialen of voor de uitvoering van voorbereidende werken, afbraakwerken en premontage.
18. Arbeidsconflict:
Elke collectieve betwisting in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van de arbeidsverhoudingen met inbegrip van staking en oproer, namelijk:
— staking: door een groep van loontrekkenden, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen stilleggen van het werk;
— lock-out: voorlopige sluiting waartoe door een onderneming besloten is om het personeel tot een vergelijk te dwingen in
een arbeidsconflict.
19. Aanslag:
Elke vorm van oproer, volksbeweging of terrorisme, namelijk:
— oproer: gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de diensten belast met de handhaving van de openbare orde zonder dat een dergelijke beweging noodzakelijk tot doel heeft de gevestigde openbare machten omver te werpen;
— volksbeweging: gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met ophitsing van de gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden;
— terrorisme: clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Het Comité samengesteld overeenkomstig artikel 5 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, stelt vast of een gebeurtenis aan deze definitie beantwoordt.
AFDELING I
ZAAKVERZEKERING (BESCHADIGINGEN EN VERLIEZEN) ONDERAFDELING A - BASISWAARBORG
Artikel 1 Verzekerde goederen - Verzekeringsperiodes
A. 1. de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, d.w.z. de bouwwerken, en
hun uitrustingen alsook de erin te verwerken bouwmaterialen en -elementen;
2. de voorlopige bouwwerken, die voorzien zijn in deze aannemingen.
Mits uitdrukkelijke overeenkomst kunnen ook gedekt worden:
3. de bouwplaatsketen;
4. het materieel en de bouwplaatsuitrusting;
5. de werfmachines en -toestellen.
B. Zijn verzekerd, onder de goederen beschreven in A., deze vermeld in de bijzondere voorwaarden tijdens de erin aangegeven bouwperiode en onderhoudsperiode.
De grenzen van deze periodes worden gedefinieerd als volgt:
1. de waarborg inzake de bouwperiode begint op de aanvangsdatum van onderhavig contract en eindigt:
a) voor de goederen opgericht ten definitieve titel, bij de eerste van volgende gebeurtenissen: de voorlopige oplevering,
de ingebruikname of de indienststelling, het einde van de in de bijzondere voorwaarden voorziene duur van de werken.
In geval van oplevering, ingebruikname of indienststelling van een deel van de verzekerde goederen, blijven de waarborgen integraal behouden, met uitsluiting van de beschadigingen aan de reeds opgeleverde, in gebruik genomen of in dienst gestelde gedeelten veroorzaakt door de ingebruikname of de indienststelling. De beschadigingen aan andere niet-opgeleverde, niet in gebruik genomen of niet in dienst gestelde gedeelten, veroorzaakt door de ingebruikname of indienststelling, blijven gedekt.
De dekking eindigt uiterlijk bij de eerste van volgende gebeurtenissen: de laatste voorlopige oplevering of het einde van de in de bijzondere voorwaarden voorziene duur van de werken;
b) voor de voorlopige bouwwerken, bij het einde van hun gebruik maar evenwel uiterlijk bij de eerste van de gebeurtenissen vermeld in a).
2. de waarborg inzake de onderhoudsperiode voor de goederen opgericht ten definitieve titel, begint bij het einde van de
bouwperiode en eindigt op de einddatum van onderhavig contract.
Artikel 2 Waarborgen
A. Waarborgen tijdens de bouwperiode.
Voor zover ze op de bouwplaats tijdens deze periode zijn voorgevallen en vastgesteld werden, verbindt de Maatschappij er zich toe de Verzekeringsnemer of iedere andere door de Verzekeringsnemer aangeduide verzekerde te vergoeden voor iedere beschadiging en ieder verlies van de verzekerde goederen bedoeld in artikel 1.A.1 en 1.A.2, namelijk: de kosten voor de vervanging en/of de herstelling en/of het opnieuw in staat stellen van de verzekerde goederen en/of elk deel van deze goederen die beschadigd, vernield of verloren zouden zijn op eender welke manier en welke ook de oorzaak weze, onder voorbehoud van de uitsluitingen voorzien in de artikelen 3 en 13 van de algemene voorwaarden alsook in de bijzondere voorwaarden.
B. Waarborgen tijdens de onderhoudsperiode.
Mits uitdrukkelijke overeenkomst verbindt de Maatschappij er zich toe de Verzekeringsnemer te vergoeden:
1. voor beschadigingen en verliezen van de blijvend opgerichte verzekerde goederen (bouwwerken, gedeelten ervan en uitrustingen die het voorwerp van de aannemingen uitmaken) die zich voordoen tijdens de uitvoering door de verzekerden van de werken waartoe zij na de laatste voorlopige oplevering krachtens hun aannemingsovereenkomst verplicht zijn, en voor zover deze beschadigingen voortvloeien uit deze uitvoering;
2. voor beschadigingen en verliezen van de blijvend opgerichte verzekerde goederen (bouwwerken, gedeelten ervan en uitrustingen die het voorwerp van de aannemingen uitmaken) die tijdens deze periode vastgesteld werden en te wijten zijn aan een schadeverwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouwperiode.
Tijdens de onderhoudsperiode zijn de beschadigingen en verliezen veroorzaakt door brand en/of ontploffing uitgesloten.
Artikel 3 Uitsluitingen
A. Uitgesloten van de verzekering zijn de beschadigingen en verliezen:
1. te wijten aan een fout, een gebrek of een leemte in het ontwerp, in de berekeningen of in de plannen alsook aan het eigen gebrek van de materialen.
Deze uitsluiting is evenwel beperkt tot het deel van de goederen aangetast door deze fout, gebrek, leemte of eigen gebrek. De gevolgschade aan andere verzekerde goederen of delen van de verzekerde werken blijft verzekerd;
2. aan of van:
— om het even welke documenten of waarden,
— voortbewegingsmiddelen (te land, in de lucht of te water), drijvende toestellen en materieel;
3. door verdwijning of tekort die pas bij het opmaken van een periodieke inventaris ontdekt worden;
4. veroorzaakt door het in gebruik houden of weer in gebruik nemen van een beschadigd goed voordat het definitief hersteld
is of voordat de normale werking ervan hersteld is;
5. aan vuurvaste of gelijkaardige bekledingen die rechtstreeks door de proeven veroorzaakt zijn;
B. Zijn evenwel uitgesloten:
1. het defect, de mechanische of elektrische storing;
2. de slijtage, de vermoeidheid, de progressieve beschadiging of aantasting, het onvoldoende gebruik en de veroudering.
C. Er wordt verduidelijkt dat deze verzekering geen waarborg verleent voor verlies of schade zoals gebruiksderving, vaste algemene kosten, winstderving, genotsderving, esthetische of technische waardevermindering, onvoldoende prestaties, verlies van klanten, contractuele boeten, strafsommen voor laattijdige voltooiing van het verzekerde werk en alle niet-stoffelijke schade van om het even welke aard.
Artikel 4 Aangegeven waarden
A. De aangegeven waarden worden door de Verzekeringsnemer onder zijn verantwoordelijkheid vastgesteld.
B. Om iedere onderverzekering te voorkomen mogen ze niet lager zijn dan het totaalbedrag voorzien in de aannemingsover- eenkomsten taksen niet inbegrepen. De taksen en andere kosten zoals de honoraria van architecten, adviserend ingenieurs, studiebureaus, veiligheidscoördinatoren zullen enkel worden vergoed indien ze in de aangegeven waarde zijn begrepen.
C. In geval van een verhoging van de waarde van de werken tijdens de bouwperiode, verleent de Maatschappij automatisch haar waarborgen ten belope van 115% van de oorspronkelijke aangegeven waarde die in de bijzondere voorwaarden vermeld is. Indien zou blijken dat de waarde van de werken 115% van de oorspronkelijk aangegeven waarde overstijgt, dient de Verzekeringsnemer de Maatschappij te verwittigen, en de verbintenis van deze, voor het gedeelte boven de 115%, zal maar verworven zijn door een uitdrukkelijke overeenkomst en mits betaling van een bijkomende premie op basis van de verhoging van de aangegeven waarde van de werken.
D. In geval van een schadegeval dat een verzekerd goed treft, wordt de aangegeven waarde die in de bijzondere voorwaarden voor het vernoemde goed vermeld is, verminderd met de door de Maatschappij betaalde schadevergoeding.
De Verzekeringsnemer verbindt er zich toe de aangegeven waarde tot het aanvankelijk bedrag weder samen te stellen door de betaling van een evenredig premiegedeelte, berekend op basis van het vergoedingsbedrag en de nog overblijvende verzekeringsperiode te rekenen vanaf de dag van het schadegeval tot het aflopen van de lopende verzekeringsperiode.
21.31.020/10 06/20
Artikel 5 Bepaling van de vergoeding
A. De vergoeding wordt bepaald door:
1. de normale kosten beschreven in B. en C. (hieronder) in aanmerking te nemen om het verloren goed te vervangen of om het beschadigd goed in zijn toestand van vóór de schade te brengen;
2. het in 1. verkregen bedrag voor elk goed te beperken tot de werkelijke waarde van onmiddellijk vóór het schadegeval,
d.w.z. de nieuwvervangingswaarde op de dag van het schadegeval na aftrek van de waardevermindering door veroudering en technische waardevermindering;
3. door van het in 2. verkregen bedrag af te trekken, de waarde op de dag en de plaats van het schadegeval van het schroot en de stukken die op enige wijze nog bruikbaar zijn;
4. door van het in 3. verkregen bedrag de overeenkomstige vrijstelling af te trekken die in de bijzondere voorwaarden is bepaald;
5. door in geval van onderverzekering op het in 4. verkregen bedrag de verhouding toe te passen tussen de aangegeven waarden voor de beschadigde goederen en de waarden die aangegeven hadden moeten zijn.
In ieder geval mag de aldus berekende vergoeding voor ieder van de verzekerde goederen niet groter zijn dan de overeenkomstige aangegeven waarde die in de bijzondere voorwaarden vermeld is, onverminderd de toepassing van artikel 4.C.
De Maatschappij verbindt er zich bovendien toe aan de Verzekeringsnemer, ten belope van 10% van de aangegeven waarde, en voor zover deze het gevolg zijn van een gewaarborgd schadegeval, de opruimings- en afbraakkosten terug te betalen, met inbegrip van de kosten van storting, ontsmetting en sanering van het puin. Het bedrag van de vergoeding van de kosten van storting, ontsmetting en sanering van het puin is beperkt tot 25.000 EUR.
De Maatschappij betaalt, eveneens, de kosten voor de reiniging van de verzekerde goederen terug, vermeld in de artikelen
1.A.1 en 1.A.2., zelfs als deze niet het gevolg zijn van schade aan het bouwwerk, ten belope van 10% van de aangegeven waarde met een maximum van 12.500 EUR. Onder reinigingskosten wordt verstaan de evacuatie van water en modder als gevolg van een natuurramp, gedefinieerd als volgt:
— overstroming, te weten:
het buiten de oevers treden van waterlopen, kanalen, meren, vijvers of zeeën ten gevolge van atmosferische neerslag, het afvloeien van water wegens onvoldoende absorptie door de grond ten gevolge van atmosferische neerslag, het smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf, alsmede de aardverschuivingen en grondverzakkingen die eruit voortvloeien;
— het overlopen of opstuwen van openbare riolen veroorzaakt door het wassen van het water of door atmosferische neerslag, storm, smelten van sneeuw of ijs of overstroming.
Deze waarborg is enkel verworven als de twee volgende voorwaarden vervuld zijn:
- gelijksoortige beschadigingen werden vastgesteld in een straal van één kilometer van de plaats van het schadegeval;
- alle redelijke preventiemaatregelen werden genomen.
De Maatschappij betaalt de reddingskosten, zelfs boven het verzekerd totaalbedrag, maar ze zijn tot dit bedrag beperkt, met een maximum van 28.596.000 EUR. Het bedrag van deze kosten is geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer van de consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van januari 2014, namelijk 173,51 (basis 1988 = 100). De dekking wordt verleend rekening houdend met zowel de definitie als het bedrag van elke betrokken waarborg.
B. Onder normale kosten wordt verstaan:
1. de uitgaven voor arbeidsloon rekening houdend met de gebruikelijke lonen voor werk tijdens de normale arbeidsuren;
2. de prijs van de vervangingsstukken en de gebruikte materialen;
3. de vervoerkosten op de wijze die in aanmerking genomen werd bij de berekening van de aangegeven waarden;
4. de honoraria van architecten, adviserend ingenieurs, studiebureaus en/of veiligheidscoördinatoren noodzakelijk voor het heropbouwen of wedersamenstellen van de verzekerde goederen en berekend volgens de barema’s die gebruikelijk van toepassing zijn, voor zover ze in de aangegeven waarde zijn inbegrepen zoals gepreciseerd in artikel 4.B.;
21.31.020/10 06/20
5. de rechten en taksen met inbegrip van de belasting over de toegevoegde waarde in zoverre ze niet teruggevorderd kan worden, voor zover ze in de aangegeven waarde zijn inbegrepen zoals gepreciseerd in artikel 4.B.;
6. de bijkomende kosten resulterend uit de versnelde werken ten opzichte van diegene die in overweging werden genomen bij de berekening van de aangegeven waarden en noodzakelijk voor het herstellen, heropbouwen of wedersamenstellen van de verzekerde goederen, zoals versneld transport, overuren, nachtwerk. Ze zijn verzekerd ten belope van 50 % van de kosten in overweging genomen bij de berekening van de aangegeven waarden met een maximum van 25.000 EUR.
Zijn niet gedekt de kosten resulterend uit versnelde werken met het oog op het voorkomen van verliezen of schade bedoeld in artikel 3.C.;
7. de kosten gemaakt voor het opsporen van de oorzaak van de gedekte schade. Deze kosten zijn verzekerd ten belope van maximum 12.500 EUR per schadegeval en 25.000 EUR voor de werkelijke duur van de werken (bouwperiode en, eventueel, onderhoudsperiode), en dit onverminderd de uitsluiting vermeld in artikel 5.C.4.
C. Worden niet als normale kosten beschouwd en blijven dus ten laste van de Verzekeringsnemer:
1. de bijkomende kosten die gemaakt zijn ter gelegenheid van het herstellen of het heropbouwen voor het uitvoeren van revisies, correcties of voor het aanbrengen van wijzigingen of verbeteringen van welke aard ook;
2. de kosten voor het verwijderen en het terugplaatsen van stoffen in bewerking of van enig ander product dat zich in de
machines, leidingen of tanks bevindt;
3. de kosten gemaakt door de verzekerde voor het ramen van de schade;
4. de kosten om de verzekerde goederen in overeenstemming te brengen met de contractuele specifieke bepalingen of met
de eisen van een eventuele controle-instelling.
Artikel 6 Betaling van de schadevergoeding
De betaling van de vergoedingen te betalen door de Maatschappij op basis van de schadegevallen gedekt door het onderhavig contract vindt plaats naarmate de vooruitgang van de herstellings- of heropbouwwerken of naarmate de herstelling of vervanging van de beschadigde goederen.
ONDERAFDELING B - BESTAANDE GOEDEREN
De bepalingen voorzien in onderafdeling A zijn automatisch van toepassing op de huidige onderafdeling voor zover hier niet uit- drukkelijk van wordt afgeweken.
Artikel 7 Verzekerde goederen - Verzekeringsperiodes
A. Kunnen gedekt worden, mits uitdrukkelijke overeenkomst, de bestaande goederen die eigendom zijn van de bouwheer.
B. De bestaande goederen vermeld in de bijzondere voorwaarden zijn, overeenkomstig artikel 1.B., enkel verzekerd gedurende de bouwperiode. De bouwperiode begint op de aanvangsdatum van onderhavig contract en eindigt op de eerste van de gebeurtenissen opgesomd in artikel 1.B.1.a).
Artikel 8 Waarborg
Voor zover ze het gevolg zijn van, voortvloeien uit of rechtstreeks in verband staan met de verzekerde werken en zijn vastgesteld tijdens de bouwperiode, verbindt de Maatschappij er zich toe de Verzekeringsnemer of iedere andere verzekerde door de Verzekeringsnemer aangewezen te vergoeden voor alle beschadigingen en verliezen aan bestaande goederen vermeld in de bijzondere voorwaarden, namelijk: de kosten voor de vervanging en/of de herstelling en/of het opnieuw in staat stellen van de verzekerde goederen en/of elk deel van deze goederen die beschadigd, vernield of verloren zouden zijn op eender welke manier en welke ook de oorzaak weze, onder voorbehoud van de uitsluitingen voorzien in de artikelen 3, 9 en 13 van de algemene voorwaarden alsook in de bijzondere voorwaarden.
21.31.020/10 06/20
Artikel 9 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen voorzien in artikelen 3 en 13, zijn de diefstal evenals de beschadigingen en verliezen veroorzaakt door
brand en/of ontploffing uitgesloten.
Artikel 10 Bepaling van de schadevergoeding
De bestaande goederen zijn verzekerd ten belope van een eerste risico waarvan het bedrag is vastgelegd in de bijzondere voorwaarden.
21.31.020/10 06/20
AFDELING II - AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
Artikel 11 Waarborgen
A. Waarborg tijdens de bouwperiode.
1. Voor zover de bijzondere voorwaarden zulks bepalen en binnen de grenzen van de verzekerde bedragen, waarborgt de Maatschappij de verzekerden de geldelijke vergoeding waartoe ze krachtens de artikelen 1382 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek gehouden zouden kunnen zijn voor aan derden veroorzaakte schade die te wijten is aan de uitvoering van de verzekerde werken op de bouwplaats en voorgevallen tijdens de bouwperiode van deze werken.
Deze waarborg geldt slechts voor de lichamelijke schade alsook voor de materiële schade en de immateriële schade die het rechtstreekse gevolg is van deze beschadiging.
2. Voor zover de bijzondere voorwaarden zulks bepalen en binnen de grenzen van de verzekerde bedragen, waarborgt de Maatschappij aan de bouwheer de geldelijke vergoeding van de schade aan derden die te wijten is aan het gebruik van zijn eigendomsrecht en die het gevolg is van de uitvoering van de verzekerde werken (artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek). Deze waarborg geldt slechts voor de lichamelijke schade, voor de schade aan de constructies van derden alsook voor de immateriële schade die het rechtstreekse gevolg is van deze beschadiging.
B. Waarborg tijdens de onderhoudsperiode.
1. De Maatschappij waarborgt de verzekerden, mits uitdrukkelijke overeenkomst, de geldelijke vergoeding waartoe zij krachtens de artikelen 1382 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek gehouden zouden kunnen zijn:
a) wegens schade veroorzaakt aan derden tijdens de uitvoering door de verzekerden van de werken waartoe zij na de laatste voorlopige oplevering krachtens hun aannemingsovereenkomst verplicht zijn, en voor zover deze schade voortvloeit uit deze uitvoering;
b) wegens schade veroorzaakt aan derden, als gevolg van een schadegeval dat zich voordoet tijdens deze periode en te wijten is aan een schadeverwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouwperiode.
Deze waarborg is enkel van toepassing op lichamelijke schade, alsook op materiële schade en op immateriële schade rechtstreeks het gevolg van deze schade.
2. De Maatschappij waarborgt aan de bouwheer, mits een uitdrukkelijke overeenkomst, de geldelijke vergoeding van de schade veroorzaakt aan derden te wijten aan het gebruik van zijn eigendomsrecht (artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek):
a) voortvloeiend uit de uitvoering door de verzekerden van de werken waartoe zij na de laatste voorlopige oplevering krachtens hun aannemingsovereenkomst verplicht zijn en voor zover deze schade voortvloeit uit deze uitvoering;
b) die zich voordoet tijdens deze periode en te wijten aan een schadeverwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouwperiode.
Deze waarborg geldt slechts voor de lichamelijke schade, voor de schade aan de gebouwen van derden alsook voor de immateriële schade die het rechtstreekse gevolg is van deze beschadiging.
Tijdens de onderhoudsperiode is de schade veroorzaakt door brand en/of ontploffing uitgesloten.
C. De bedragen aangegeven in de bijzondere voorwaarden vertegenwoordigen de maximale tussenkomst van de Maatschappij per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen toe te schrijven aan eenzelfde oorzakelijk feit.
De Maatschappij betaalt de reddingskosten, de intresten op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten
betreffende burgerlijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en deskundigen.
Boven het verzekerde totaalbedrag worden deze intresten en kosten beperkt tot:
1. 763.000 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 5.815.000 EUR;
2. 763.000 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 5.815.000 EUR en 19.064.000 EUR ligt;
21.31.020/10 06/20
3. 5.815.000 EUR plus 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 19.064.000 EUR, met een maximumbedrag van 15.251.000 EUR aan reddingskosten, intresten en kosten.
Deze bedragen zijn geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer van de consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van januari 2014, namelijk 173,51 (basis 1988 = 100).
Artikel 12 Uitsluitingen
A. De volgende schade is van de verzekering uitgesloten:
1. de lichamelijke schade van de aangestelden van de verzekerden, in zoverre hun vergoeding geregeld is door de wetgeving betreffende de vergoeding van arbeidsongevallen of iedere andere overeenkomst van gemeen recht die dezelfde waarborgen voorziet als deze voorzien door de wetgeving betreffende de vergoeding van arbeidsongevallen;
2. de immateriële schade geleden door de bouwheer;
3. de schade aan de goederen, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, aan de voorlopige bouwwerken en de bestaande goederen alsook de gevolgen van deze schade, ook als de onderschreven waarborg het voorwerp van een uitsluiting of een vrijstelling is geweest;
4. de schade aan de werken en/of de uitrusting ervan die het voorwerp zijn van aannemingen door of met de Verzekeringsnemer
en waarvan het bedrag niet in de aangegeven waarden inbegrepen is;
5. de gevolgen van iedere onderbreking of vertraging in de uitvoering van de verzekerde werken;
6. schade ten gevolge van het gebruik van motorrijtuigen. Deze schade is evenwel gedekt voor de niet-ingeschreven werftoestellen met de uitsluiting van de verkeersrisico’s zoals bedoeld door de wetgeving betreffende de verplichte aan- sprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;
7. schade ten gevolge van het gebruik van luchtvaartuigen, zee- of binnenschepen of van elk drijvend toestel;
8. schade veroorzaakt door een verzekerde aan de goederen waarvan hij huurder, gebruiker, bewaker of houder is alsook aan de goederen waaraan hij rechtstreeks werkt;
B. Tenzij anders is overeengekomen is de schade ten gevolge van het gebruik van springstoffen ook van de verzekering
uitgesloten.
21.31.020/10 06/20
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN EIGEN AAN AFDELINGEN I EN II
Artikel 13 Algemene uitsluitingen
A. Zijn uitgesloten de verliezen en de schade:
1. veroorzaakt door de zware fout van een verzekerde, als volgt gedefinieerd:
— het niet-nemen van redelijke voorzorgsmaatregelen tegen schade die normaal zeker of voorzienbaar is;
— de volharding van de verzekerde in een gedrag waarvan hij weet dat het reeds schade aangericht heeft en waarvan hij
derhalve normaal de schadelijkheid moet beseffen;
— het aannemen door de verzekerde van een gedrag waarvan hij, ingevolge reeds voorgekomen schade, weet dat dit normaal aanleiding zal geven tot nieuwe schade;
2. die het resultaat is van het geheel of gedeeltelijk achterlaten van de bouwplaats gedurende 3 opeenvolgende maanden zonder dit aan te geven aan de Maatschappij; wordt niet beschouwd als een achterlaten van de bouwplaats, de stopzetting van de werken te wijten aan weersomstandigheden, aan technische noodwendigheden en aan jaarlijkse verloven;
3. te wijten aan het niet-naleven van:
— de regels van de kunst,
— de wettelijke, administratieve of contractuele bepalingen,
— de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de activiteit van de verzekerde ondernemingen, in het bijzonder de afwezigheid of buitenwerkingstelling van wettelijke veiligheidsuitrustingen,
— de milieubeschermingsvoorschriften;
voor zover de inbreuken erop getolereerd werden of waarvan iedere verzekerde of iedere persoon die met leidinggevende bevoegdheid voor de verzekerde werken, namelijk de technische werfverantwoordelijken, niet onwetend mocht zijn;
4. te wijten aan niet-accidentele verontreiniging;
5. resulterend uit de aanwezigheid, de verspreiding, het opslaan of de behandeling van asbest, asbestvezels of producten die asbest bevatten, voor zover deze schade het gevolg is van de schadelijke eigenschappen van asbest.
B. Zijn eveneens uit de verzekering gesloten, de verliezen en de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met één van de hiernavolgende gevallen:
1. oorlog of gelijkaardig feit en burgeroorlog;
2. Ieder collectief (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaande met rebellie tegen de autoriteiten met inbegrip van iedere gebeurtenis die niet als terrorisme wordt beschouwd door het Comité, opgericht in uitvoering van artikel 5 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, alsook elke daad met betrekking tot wapens of tuigen bestemd om te ontploffen door een structuurwijziging van de atoomkern en de collectief geïnspireerde daden van vandalisme en kwaadwilligheid.
Er wordt echter verduidelijkt dat de verliezen en de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met de
arbeidsconflicten of de aanslagen niet onder deze uitsluiting vallen en bijgevolg gewaarborgd blijven door de Maatschappij.
VZW TRIP:
Voor terrorisme, is de Maatschappij toegetreden tot de rechtspersoon (VZW TRIP) die is opgericht overeenkomstig artikel 4 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme. Bijgevolg valt de dekking van het schadegeval onder de wettelijk voorziene beperking per kalenderjaar, voor de uitvoering van alle verbintenissen van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van de VZW, wat betreft de schade die veroorzaakt is door alle gebeurtenissen die erkend zijn als terrorisme.
De jaarlijkse beperking bedraagt 1 miljard euro. Dat bedrag wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van december 2005. In geval van wettelijke of reglementaire wijziging van dat basisbedrag, zal het gewijzigde bedrag automatisch van toepassing zijn vanaf de eerstvolgende vervaldag na de wijziging, behalve als de wetgever expliciet een andere overgangsregeling heeft voorzien.
Indien het totaal van de berekende of geraamde schadevergoedingen het bedrag, vermeld in de vorige alinea, overschrijdt, wordt er een evenredigheidsregel toegepast: de uit te keren schadevergoedingen worden beperkt ten belope van de verhouding van het bedrag zoals in de voorgaande alinea geciteerd of de nog beschikbare middelen voor dat kalenderjaar en de uit te keren schadevergoedingen toegerekend aan dat kalenderjaar.
21.31.020/10 06/20
Elke beperking, uitsluiting en/of spreiding in de tijd van de uitvoering van de verbintenissen van de verzekeringsonderneming,
bepaald in een koninklijk besluit, zal van toepassing zijn overeenkomstig de modaliteiten voorzien in dat koninklijk besluit;
3. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goederen zich bevinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
4. een gerechtelijke of administratieve beslissing of een beslissing van enige rechterlijke of feitelijke overheid;
5. elk feit of opeenvolging van feiten van dezelfde oorsprong die schade berokkenden voor zover dat feit of die feiten of een deel van de berokkende schade ontstaan is uit of het gevolg is van de radioactieve producten of afvalstoffen, alsmede enige ioniserende stralingsbron. Deze uitsluiting geldt niet voor meet- en controleapparaten die op de bouwplaats worden gebruikt.
Artikel 14 Verplichtingen van de Verzekeringsnemer
A. Bij het sluiten van het contract.
Hij is ertoe gehouden alle hem bekende omstandigheden juist mee te delen waarvan hij redelijkerwijze moet oordelen dat ze voor de Maatschappij gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
B. Tijdens de duur van het contract.
Hij is ertoe gehouden de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen in omstandigheden aan te geven die van die aard zijn dat ze een aanzienlijke en duurzame verzwaring van het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen, met zich brengen, met name in geval van achterlaten van de werken of van iedere essentiële wijziging in de inlichtingen die hij bij het sluiten van het contract verstrekt heeft.
C. Hij moet de Maatschappij en haar mandatarissen op ieder moment toegang tot de bouwplaats verlenen.
Artikel 15 Eigen risico
Ingeval er verschillende eigen risico’s, met betrekking tot één afdeling, van toepassing zijn op eenzelfde schadegeval, zal enkel de hoogste eigen risico per afdeling worden toegepast.
Artikel 16 Premie
A. De Verzekeringsnemer betaalt bij de uitgifte van het contract een voorlopige premie die op basis van de aangegeven waarden berekend is.
De premie zal aangepast worden volgens het eindbedrag van de aannemingscontracten zonder lager dan 85 % van de voorlopige premie te mogen zijn.
Daartoe verbindt de Verzekeringsnemer er zich toe, op het einde van de in de bijzondere voorwaarden voorziene duur van de werken, de eindwaarde van de verzekerde goederen te verklaren aan de Maatschappij.
B. Zijn eveneens ten laste van de Verzekeringsnemer alle kosten, taksen en andere lasten toegepast of toe te passen uit hoofde van dit contract; ze worden samen met de premie geïnd.
C. In geval van niet-betaling van de voorlopige premie of van de eventuele latere premies, wordt de waarborg geschorst of het contract opgezegd na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de dag die volgt op de dag dat de Verzekeringsnemer door een gerechtsdeurwaardersexploot of door een ter post aangetekende brief in gebreke werd gesteld.
De betaling van de vervallen premies maakt een einde aan de schorsing te rekenen vanaf de dag volgend op de ontvangst van de integrale betaling van de verschuldigde bedragen.
Onder betaling, verstaat men de ontvangst door de Maatschappij van de verschuldigde bedragen.
Artikel 17 Totstandkoming van het contract
Het contract ontstaat bij ondertekening door de partijen.
De Verzekeringsnemers die eenzelfde contract ondertekenen, zijn hoofdelijk en onverdeelbaar verbonden.
21.31.020/10 06/20
Artikel 18 Opzegging van het contract
De Maatschappij kan het gehele of een deel van het contract opzeggen:
1. in de gevallen bedoeld in artikel 14 betreffende de beschrijving en wijziging van het risico;
2. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 16 C.;
3. in geval van faillissement van de Verzekeringsnemer.
In de gevallen 1. en 3. gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag die op de kennisgeving volgt.
Artikel 19 Verplichtingen bij schadegeval
A. Bij een schadegeval moet de verzekerde:
1. alle middelen in zijn bereik aanwenden om de omvang van de schade te beperken. Daartoe moet hij, in voorkomend geval, de aanwijzingen van de Maatschappij opvolgen;
2. de Maatschappij daarvan onmiddellijk met alle middelen op de hoogte brengen; bij diefstal of opzettelijk toegebrachte schade, onmiddellijk klacht indienen bij de gerechtelijke overheden;
3. afzien van elke wijziging aan de beschadigde goederen die de vaststelling van de oorzaak of de omvang van de schade nadelig kan beïnvloeden, behalve de dringende maatregelen tot vrijwaring;
4. alle goederen waarvan hij beweert dat ze beschadigd zijn, tonen of toegang tot de bouwplaats verlenen, zodra de Maatschappij hierom verzoekt;
5. aan de Maatschappij alle inlichtingen en bijstand verstrekken waardoor deze elke eis kan regelen of betwisten, of een geding kan instellen;
6. zodra hij ze ontvangt, alle stukken betreffende een klacht of vervolging tegen hem aan de Maatschappij bezorgen;
7. afzien van elke aansprakelijkheidserkenning, transactie, betaling of belofte van betaling. De materiële of medische eerste hulp of de loutere erkenning van de werkelijkheid van de feiten zijn echter geen reden tot verlies van aanspraken.
B. Indien de verzekerde deze verplichtingen niet nakomt:
— weigert de Maatschappij haar dekking wanneer de tekortkoming aan bedrieglijk opzet te wijten is;
— in de andere gevallen beperkt of recupereert ze de vergoeding ten belope van het nadeel dat ze geleden heeft.
Artikel 20 Subrogatie en verhaal
A. De Maatschappij behoudt zich uitdrukkelijk haar rechten en die van de verzekerde voor op alle veroorzakers van het schadegeval die niet door dit contract verzekerd zijn, op borgen of aansprakelijke personen in welke hoedanigheid ook, zelfs op alle verzekeraars.
Daartoe treedt de Maatschappij, louter door het bestaan van het contract, in alle rechten, vorderingen en verhaal van de verzekerde. De Maatschappij stelt zich in de plaats ten belope van de uitgekeerde vergoeding.
De verzekerde ziet ervan af andere verhaalsafstanden toe te staan dan die welke in het contract zijn vermeld.
B. De Maatschappij ziet af van ieder verhaal op:
— alle verzekerden;
— de descendenten, ascendenten, de echtgenoot, de verwanten van de verzekerde in rechtstreekse lijn, de bij hem inwonenden en zijn personeelsleden;
— de vennoten, bestuurders, zaakvoerders, commissarissen en mandatarissen van een verzekerde, wanneer ze hun functie uitoefenen;
— de leveranciers van elektrische stroom, gas, water, stoom jegens wie en in zoverre de verzekerde afstand van verhaal heeft moeten doen.
De Maatschappij behoudt zich het recht om een verhaal uit te oefenen:
— in geval van kwaad opzet;
— tegen de dader van de zware fout zoals bedoeld in artikel 13.A.1 of zijn burgerlijke aansprakelijke.
21.31.020/10 06/20
Artikel 21 Scheidsgerecht en toepasselijke wet
A. Iedere betwisting tussen partijen, uitgezonderd die over inning van de premies, belastingen en kosten, wordt voorgelegd aan een scheidsgerecht samengesteld uit drie scheidsrechters, de ene gekozen door de Verzekeringsnemer, de tweede door de Maatschappij en de derde door de twee eersten.
B. De scheidsrechters oordelen tezamen volgens het recht en mogen, op straffe van nietigheid, niet afwijken van de bepalingen
van onderhavig contract. Ze zijn vrijgesteld van juridische formaliteiten.
C. Indien één van de partijen haar scheidsrechter niet benoemt of de scheidsrechters het niet eens raken over de keuze van de derde scheidsrechter, wordt deze laatste benoemd door de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de Verzekeringsnemer, tenzij anders is overeengekomen na het ontstaan van het aan het scheidsgerecht voorgelegde geschil en vervolgens wordt er zoals in B. hierboven staat, te werk gegaan.
D. De arbitragekosten worden voor de helft door de Verzekeringsnemer en voor de helft door de Maatschappij betaald.
E. Dit contract is onderworpen aan de Belgische wet.
Artikel 22 Woonplaats en briefwisseling
De woonplaats van de partijen wordt van rechtswege gekozen, namelijk die van de Maatschappij in haar zetel in België en die van de Verzekeringsnemer op het in het contract vermelde of later aan de Maatschappij meegedeelde adres.
Voor de aanwijzing, door de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg, van de experts of scheidsrechters van wie in artikel 21 sprake is, kiest de Verzekeringsnemer die in het buitenland verblijf houdt, zijn woonplaats op de plaats van het risico waarvan de verzekering het geschil heeft doen rijzen.
Iedere kennisgeving op deze adressen is geldig, zelfs t.a.v. erfgenamen of rechtverkrijgenden van de Verzekeringsnemer zolang deze geen adresverandering aan de Maatschappij meegedeeld hebben.
In geval van meerdere Verzekeringsnemers wordt iedere mededeling vanwege de Maatschappij aan één van hen, geacht ook aan de anderen te zijn gedaan.
21.31.020/10 06/20
VERZEKERING ALLE BOUWPLAATS RISICO’S
BIJZONDERE BEPALINGEN BOUWPLAATSKETEN, MATERIEEL,
BOUWPLAATSUITRUSTING, WERFMACHINES EN -TOESTELLEN
Enkel de bepalingen vermeld in de bijzondere voorwaarden van het contract zijn van toepassing.
De bepalingen voorzien in afdeling I, onderafdeling A, zijn automatisch van toepassing op de volgende bijzondere bepalingen voor zover er niet uitdrukkelijk van afgeweken wordt.
n°1. BOUWPLAATSKETEN
De bouwplaatsketen die in de bijzondere voorwaarden van het contract vermeld worden zijn verzekerd tijdens de bouwperiode, overeenkomstig artikel 1.A.3.
De bouwperiode begint op de aanvangsdatum van onderhavig contract en eindigt zodra de bouwplaatsketen de bouwplaats verlaten en ten laatste bij de eerste van de gebeurtenissen opgesomd in artikel 1.B.1.a).
Voor zover ze op de bouwplaats tijdens deze periode zijn voorgevallen en vastgesteld werden, verbindt de Maatschappij er zich toe de Verzekeringsnemer of ieder andere door de Verzekeringsnemer aangeduide verzekerde te vergoeden voor iedere beschadiging en ieder verlies met betrekking tot de bouwplaatsketen die in de bijzondere voorwaarden vermeld worden, namelijk: de kosten voor de vervanging en/of de herstelling en/of het opnieuw in goede staat stellen van de verzekerde goederen en/of elk deel van deze goederen die beschadigd, vernield of verloren zouden zijn op eender welke manier en welke ook de oorzaak weze, onder voorbehoud van de uitsluitingen voorzien in de artikelen 3 en 13 van de algemene voorwaarden alsook in de bijzondere voorwaarden.
Er wordt vermeld dat niet gedekt worden:
- de inhoud van de bouwplaatsketen andere dan de goederen, voorwerp van de aannemingen;
- schade door graffiti.
De aangegeven waarden worden door de Verzekeringsnemer onder zijn verantwoordelijkheid vastgesteld. Om iedere onderverzekering te voorkomen mogen ze niet lager zijn dan de werkelijke waarde van de bouwplaatsketen die in de bijzondere voorwaarden van het contract vermeld worden, d.w.z. de nieuwvervangingswaarde ervan bij het sluiten van de verzekering na aftrek van de waardevermindering door veroudering en van de technische waardevermindering.
n°2. MATERIEEL EN BOUWPLAATSUITRUSTING
Het materieel en de bouwplaatsuitrusting die in de bijzondere voorwaarden van het contract vermeld worden zijn verzekerd tijdens de bouwperiode, overeenkomstig artikel 1.A.4.
De bouwperiode begint op de aanvangsdatum van onderhavig contract en eindigt zodra het materieel en de bouwplaatsuitrusting de bouwplaats verlaten en ten laatste bij de eerste van de gebeurtenissen opgesomd in artikel 1.B.1.a).
Voor zover ze op de bouwplaats zijn voorgevallen en tijdens deze periode vastgesteld werden, verbindt de Maatschappij er zich toe de Verzekeringsnemer of ieder andere door de Verzekeringsnemer aangeduide verzekerde te vergoeden voor iedere beschadiging en ieder verlies, namelijk: de kosten voor de vervanging en/of de herstelling en/of het opnieuw in goede staat stellen van de verzekerde goederen en/of elk deel van deze goederen die beschadigd, vernield of verloren
zouden zijn te wijten aan:
- het vallen, het stoten, het botsen, het omvallen te wijten aan een uitwendige oorzaak, het indringen van een vreemd uitwendig voorwerp in het verzekerde goed;
- de instorting, de verzakking of verschuiving van grond, de inkalving, de val van stenen of rotsen;
- de gehele of gedeeltelijke instorting van gebouwen die de verzekerde goederen inhouden;
- de wind, de storm, de vorst, het smelten van ijs;
- de overstroming, het onder- of bovengronds waterwassen, de onvoldoende afvoer door de riolen;
- de brand, de ontploffing, voor zover te wijten aan een oorzaak uitwendig aan het verzekerde goed;
- de val van luchtvaartuigen alsook het rechtstreeks inslaan van bliksem op de verzekerde goederen of op de gebouwen die de verzekerde goederen inhouden;
- de onhandigheid, de toevallige nalatigheid, de onervarenheid, het vandalisme of de kwaadwilligheid van personeelsleden van de verzekerde of van derden;
- de diefstal of de poging tot diefstal.
21.31.020/10 06/20
De aangegeven waarden worden door de Verzekeringsnemer onder zijn verantwoordelijkheid vastgesteld. Om iedere onderverzekering te voorkomen mogen ze niet lager zijn dan de werkelijke waarde van het materieel en de bouwplaatsuitrusting die in de bijzondere voorwaarden van het contract vermeld worden, d.w.z. de nieuwvervangingswaarde ervan bij het sluiten van de verzekering na aftrek van de waardevermindering door veroudering en van de technische waardevermindering.
n°3. WERFMACHINES EN -TOESTELLEN
De werfmachines en -toestellen die in de bijzondere voorwaarden van het contract vermeld worden zijn verzekerd tijdens de bouwperiode, overeenkomstig artikel 1.A.5.
De bouwperiode begint op de aanvangsdatum van onderhavig contract en eindigt zodra de werfmachines en -toestellen de bouwplaats verlaten en ten laatste bij de eerste van de gebeurtenissen opgesomd in artikel 1.B.1.a).
Voor zover ze op de bouwplaats zijn voorgevallen en tijdens deze periode vastgesteld werden, verbindt de Maatschappij er zich toe de Verzekeringsnemer of ieder andere door de Verzekeringsnemer aangeduide verzekerde te vergoeden voor iedere beschadiging en ieder verlies, namelijk: de kosten voor de vervanging en/of de herstelling en/of het opnieuw in goede staat stellen van de verzekerde goederen en/of elk deel van deze goederen die beschadigd, vernield of verloren
zouden zijn te wijten aan:
- het vallen, het stoten, het botsen, het omvallen te wijten aan een uitwendige oorzaak, het indringen van een vreemd uitwendig voorwerp in het verzekerde goed;
- de instorting, de verzakking of verschuiving van grond, de inkalving, de val van stenen of rotsen;
- de gehele of gedeeltelijke instorting van gebouwen die de verzekerde goederen inhouden;
- de wind, de storm, de vorst, het smelten van ijs;
- de overstroming, het onder- of bovengronds waterwassen, de onvoldoende afvoer door de riolen;
- de brand, de ontploffing, voor zover te wijten aan een oorzaak uitwendig aan het verzekerde goed;
- de val van luchtvaartuigen alsook het rechtstreeks inslaan van bliksem op de verzekerde goederen of op de gebouwen die de verzekerde goederen inhouden;
- de onhandigheid, de toevallige nalatigheid, de onervarenheid, het vandalisme of de kwaadwilligheid van personeelsleden van de verzekerde of van derden;
- de diefstal of de poging tot diefstal.
De aangegeven waarden worden door de Verzekeringsnemer onder zijn verantwoordelijkheid vastgesteld. Om iedere onderverzekering te voorkomen mogen ze niet lager zijn dan de nieuwvervangingswaarde van de werfmachines en -toestellen die in de bijzondere voorwaarden van het contract vermeld worden, d.w.z. de prijs zonder korting van een in alle opzichten volkomen gelijk en afzonderlijk gekocht nieuw toestel vermeerderd met de verpakkings-, vervoer- en montagekosten, alsook met de eventuele taksen en rechten, inclusief de belasting over de toegevoegde waarde, in zoverre deze niet teruggevorderd kan worden.
21.31.020/10 06/20
VERZEKERING ALLE BOUWPLAATS RISICO’S ABONNEMENT
AANHANGSEL NR. 21.31.020/30
Dit aanhangsel vernietigt en vervangt de artikelen 1, 4, 5, 7, 16 en 18 van de algemene voorwaarden en wijzigt de definitie van de verzekeringsperiode die vermeld is in de bijzondere bepalingen n°1, 2 en 3 betreffende de bouwplaatsketen, het materieel, de bouwplaatsuitrusting, de werfmachines en –toestellen.
Artikel 1 Verzekerde goederen – Verzekeringsperiodes
A. 1. de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, d.w.z. de bouwwerken,
en hun uitrustingen alsook de erin te verwerken bouwmaterialen en -elementen;
2. de voorlopige bouwwerken, die voorzien zijn in deze aannemingen.
Mits uitdrukkelijke overeenkomst kunnen ook gedekt worden:
3. de bouwplaatsketen;
4. het materieel en de bouwplaatsuitrusting;
5. de werfmachines en -toestellen.
B. Zijn verzekerd onder de goederen beschreven in A., deze vermeld in de bijzondere voorwaarden tijdens de erin aangegeven bouwperiode en onderhoudsperiode.
De grenzen van deze periodes worden gedefinieerd als volgt:
1. de waarborg inzake de bouwperiode begint op de aanvangsdatum van de werken en eindigt:
a) voor de goederen opgericht ten definitieve titel, bij de eerste van volgende gebeurtenissen: de voorlopige oplevering,
de ingebruikname of de indienststelling, het einde van de duur van de werken.
In geval van oplevering, ingebruikname of indienststelling van een deel van de verzekerde goederen, blijven de waarborgen integraal behouden, met uitsluiting van de beschadigingen aan de reeds opgeleverde, in gebruik genomen of in dienst gestelde gedeelten veroorzaakt door de ingebruikname of de indienststelling. De beschadigingen aan andere niet-opgeleverde, niet in gebruik genomen of niet in dienst gestelde gedeelten, veroorzaakt door de ingebruikname of indienststelling, blijven gedekt.
De dekking eindigt uiterlijk bij de eerste van volgende gebeurtenissen: de laatste voorlopige oplevering of het einde van de duur van de werken;
b) voor de voorlopige bouwwerken, bij het einde van hun gebruik maar evenwel uiterlijk bij de eerste van de gebeurtenissen vermeld in a);
2. de waarborg inzake de onderhoudsperiode voor de goederen opgericht ten definitieve titel, begint bij het einde van de
bouwperiode en eindigt op het einde van de duur die in de bijzondere voorwaarden vermeld is.
Artikel 4 Aangegeven waarden
De aangegeven waarden worden door de Verzekeringsnemer onder zijn verantwoordelijkheid vastgesteld.
21.31.020/10 06/20
21.31.020/30 05/18
Onder ‘aangegeven waarden’ van de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, en van de voorlopige bouwwerken, die voorzien zijn in deze aannemingen, bedoeld in de artikelen 1.A.1. en 1.A.2., verstaat men het omzetcijfer dat door de Verzekeringsnemer verwezenlijkt werd, meer bepaald het totale bedrag van de facturen die door hem opgesteld worden, taksen niet inbegrepen.
Artikel 5 Bepaling van de vergoeding
A. De vergoeding wordt bepaald:
1. door de normale kosten beschreven in B. en C. (hieronder) in aanmerking te nemen om het verloren goed te vervangen of om het beschadigd goed in zijn toestand van vóór de schade te brengen;
2. door het in 1. verkregen bedrag voor elk goed te beperken tot de werkelijke waarde van onmiddellijk vóór het schadegeval,
d.w.z. de nieuwvervangingswaarde op de dag van het schadegeval na aftrek van de waardevermindering door veroudering en technische waardevermindering;
3. door van het in 2. verkregen bedrag af te trekken, de waarde op de dag en de plaats van het schadegeval van het schroot en de stukken die op enige wijze nog bruikbaar zijn;
4. door van het in 3. verkregen bedrag de overeenkomstige vrijstelling af te trekken die in de bijzondere voorwaarden is bepaald;
5. door in geval van onderverzekering van de goederen bedoeld in de artikelen 1.A.3., 1.A.4. en 1.A.5., op het in 4. verkregen bedrag de verhouding toe te passen tussen de aangegeven waarden voor de beschadigde goederen en de waarden die aangegeven hadden moeten zijn.
In ieder geval mag de aldus berekende vergoeding, voor ieder van de verzekerde goederen, niet groter zijn dan de overeenkomstige aangegeven waarde die in de bijzondere voorwaarden vermeld is.
De Maatschappij verbindt er zich bovendien toe aan de Verzekeringsnemer, ten belope van 10 % van de waarde van de werken voorzien in het/de aannemingscontract(en), en voor zover deze het gevolg zijn van een gewaarborgd schadegeval, de opruimings- en afbraakkosten terug te betalen, met inbegrip van de kosten van storting, ontsmetting en sanering van het puin. Het bedrag van de vergoeding van de kosten van storting, ontsmetting en sanering van het puin is beperkt tot 25.000 EUR.
De Maatschappij betaalt, eveneens, de kosten voor de reiniging van de verzekerde goederen terug, vermeld in de artikelen
1.A.1 en 1.A.2., zelfs als deze niet het gevolg zijn van schade aan het bouwwerk, ten belope van 10 % van de waarde van de werken voorzien in het/de aannemingscontract(en), met een maximum van 12.500 EUR. Onder reinigingskosten wordt verstaan de evacuatie van water en modder als gevolg van een natuurramp, gedefinieerd als volgt:
— overstroming, te weten:
het buiten de oevers treden van waterlopen, kanalen, meren, vijvers of zeeën ten gevolge van atmosferische neerslag, het afvloeien van water wegens onvoldoende absorptie door de grond ten gevolge van atmosferische neerslag, het smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf, alsmede de aardverschuivingen of grondverzakkingen die eruit voortvloeien;
— het overlopen of opstuwen van openbare riolen veroorzaakt door het wassen van het water of door atmosferische neerslag, storm, smelten van sneeuw of ijs of overstroming.
Deze waarborg is enkel verworven als de twee volgende voorwaarden vervuld zijn:
- gelijksoortige beschadigingen werden vastgesteld in een straal van één kilometer van de plaats van het schadegeval;
- alle redelijke preventiemaatregelen werden genomen.
De Maatschappij betaalt de reddingskosten, zelfs boven het verzekerd totaalbedrag, maar ze zijn tot dit bedrag beperkt, met een maximum van 28.596.000 EUR. Het bedrag van deze kosten is geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer van de consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van januari 2014, namelijk 173,51 (basis 1988 = 100). De dekking wordt verleend rekening houdend met zowel de definitie als het bedrag van elke betrokken waarborg.
B. Onder normale kosten wordt verstaan:
1. de uitgaven voor arbeidsloon rekening houdend met de gebruikelijke lonen voor werk tijdens de normale arbeidsuren;
2. de prijs van de vervangingsstukken en de gebruikte materialen;
3. de vervoerkosten op de wijze die in aanmerking genomen werd bij de berekening van de waarde van de werken voorzien
21.31.020/10 06/20
21.31.020/30 05/18
in het/de aannemingscontract(en);
4. de bijkomende kosten resulterend uit de versnelde werken ten opzichte van diegene die in overweging werden genomen bij de berekening van de waarde van de werken voorzien in het/de aannemingscontract(en) en noodzakelijk voor het herstellen, heropbouwen of wedersamenstellen van de verzekerde goederen, zoals versneld transport, overuren, nachtwerk. Ze zijn verzekerd ten belope van 50 % van de kosten in overweging genomen bij de berekening van de waarde van de werken voorzien in het/de aannemingscontract(en) met een maximum van 25.000 EUR.
Zijn niet gedekt de kosten resulterend uit versnelde werken met het oog op het voorkomen van verliezen of schade bedoeld in artikel 3.C.;
5. de kosten gemaakt voor het opsporen van de oorzaak van de gedekte schade. Deze kosten zijn verzekerd ten belope van maximum 12.500 EUR per schadegeval en 25.000 EUR voor de werkelijke duur van de werken (bouwperiode en, eventueel, onderhoudsperiode), en dit onverminderd de uitsluiting vermeld in artikel 5.C.4.
C. Worden niet als normale kosten beschouwd en blijven dus ten laste van de Verzekeringsnemer:
1. de bijkomende kosten die gemaakt zijn ter gelegenheid van het herstellen of het heropbouwen voor het uitvoeren van revisies, correcties of voor het aanbrengen van wijzigingen of verbeteringen van welke aard ook;
2. de kosten voor het verwijderen en het terugplaatsen van stoffen in bewerking of van enig ander product dat zich in de
machines, leidingen of tanks bevindt;
3. de kosten gemaakt door de verzekerde voor het ramen van de schade;
4. de kosten om de verzekerde goederen in overeenstemming te brengen met de contractuele specifieke bepalingen of met
de eisen van een eventuele controle-instelling.
Artikel 7 Verzekerde goederen – Verzekeringsperiodes
A. Kunnen gedekt worden, mits uitdrukkelijke overeenkomst, de bestaande goederen die eigendom zijn van de bouwheer.
B. De bestaande goederen vermeld in de bijzondere voorwaarden zijn, overeenkomstig artikel 1.B., enkel verzekerd gedurende de bouwperiode. De bouwperiode begint op de aanvangsdatum van de werken en eindigt op de eerste van de gebeurtenissen opgesomd in artikel 1.B.1.a).
Artikel 16 Premie
De Verzekeringsnemer moet het omzetcijfer meedelen, op basis waarvan de definitieve premie zal berekend worden.
De verplichtingen van de Maatschappij, in het kader van het huidige contract, nemen slechts een aanvang na betaling, door de Verzekeringsnemer, van de eerste driemaandelijkse provisie, waarvan het bedrag bij onderling akkoord vastgesteld werd bij de ondertekening van het contract op basis van het bedrag van het aangegeven omzetcijfer en op basis van de aangegeven waarden betreffende de bouwplaatsketen, het materieel, de bouwplaatsuitrusting, de werfmachines en –toestellen.
De betaling van de provisies dient voor de betaling van de jaarlijkse definitieve premie.
Op de jaarlijkse vervaldatum van het contract wordt de nieuwe provisie berekend op basis van het bedrag van de definitieve
premie betaald voor het vorige jaar.
Elke definitieve afrekening zal het bedrag van de nieuwe provisie vermelden.
De Verzekeringsnemer moet ook alle kosten, taksen en andere lasten, die op het huidige contract gevestigd zijn of zullen gevestigd worden, op zich nemen. Deze worden samen met de premie geïnd.
In geval van niet-betaling van een provisie of van een premie, wordt de waarborg geschorst of het contract opgezegd na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de dag die volgt op de dag dat de Verzekeringsnemer door een gerechtsdeurwaardersexploot of door een ter post aangetekende brief in gebreke werd gesteld.
De betaling van de vervallen premies maakt een einde aan de schorsing vanaf de dag volgend op de ontvangst door de Maatschappij van de integrale betaling van de verschuldigde bedragen.
21.31.020/10 06/20
21.31.020/30 05/18
Onder betaling, verstaat men de ontvangst door de Maatschappij van de verschuldigde bedragen.
Artikel 18 Opzegging van het contract
De Maatschappij kan het gehele of een deel van het contract opzeggen:
1. in de gevallen bedoeld in artikel 14 betreffende de beschrijving en wijziging van het risico;
2. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 16;
3. in geval van faillissement van de Verzekeringsnemer;
4. na elk schadegeval, ongeacht de omvang van de schade, door middel van een aangetekende brief.
In de gevallen 1. en 3., gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag die op de kennisgeving volgt.
In het geval 4., moet de opzegging ten laatste één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding geschieden en wordt ze van kracht na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag die op de afgifte van de aangetekende brief volgt.
Bijzondere bepalingen nr. 1, 2 en 3
Bouwplaatsketen, materieel, bouwplaatsuitrusting, werfmachines en -toestellen
De bouwplaatsketen en/of het materieel en de bouwplaatsuitrusting en/of de werfmachines en -toestellen die in de bijzondere
voorwaarden van het contract vermeld worden zijn verzekerd tijdens de bouwperiode, overeenkomstig artikelen 1.A.3., 1.A.4. en
21.31.020/10 06/20
21.31.020/30 05/18
1.A.5. De bouwperiode begint op de aanvangsdatum van de werken en eindigt zodra de bouwplaatsketen en/of het materieel en de bouwplaatsuitrusting en/of de werfmachines en -toestellen de bouwplaats verlaten en ten laatste bij de eerste van de gebeur- tenissen opgesomd in artikel 1.B.1.a).
DIVERSE BEPALINGEN
A. Fraude
In het kader van de huidige bepalingen verstaat men onder “verzekeringsfraude” het misleiden van de Maatschappij of van een verzekeringsonderneming bij de sluiting of tijdens de looptijd van een verzekeringsovereenkomst of bij de aangifte dan wel afhandeling van een schadegeval met het oog op het verkrijgen van een verzekeringsdekking of een verzekeringsprestatie.
De aandacht van de Verzekeringsnemer wordt gevestigd op het feit dat iedere verzekeringsfraude of poging tot verzekerings- fraude gesanctioneerd wordt volgens de toepasselijke wetgeving en/of de bepalingen in de algemene of bijzondere voorwaar- den en in voorkomend geval kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
B. Sancties
De in deze overeenkomst bepaalde dekkingen zullen als zonder uitwerking worden beschouwd als door de toekenning van deze dekkingen de Maatschappij blootgesteld wordt aan sancties, verbodsbepalingen of beperkingen in het kader van de Organisatie van de Verenigde naties of commerciële of economische sancties in het kader van Wetten en Reglementen van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten van Amerika.
C. Bescherming van uw persoonsgegevens
Conform de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming verzoeken wij u kennis te nemen van de onderstaande informatie.
Doeleinden van de gegevensverwerking - Ontvangers van de gegevens - Rechtsgrond
De meegedeelde persoonsgegevens worden door Federale Verzekering, verwerkingsverantwoordelijke, verwerkt met het oog op: het evalueren van de risico’s, de uitgifte van het verzekeringscontract en de aanpassing ervan, de uitvoering van de prestaties waaronder het beheer van de schadegevallen volgende uit deze verzekering, het ontdekken en voorkomen van fraude, het voldoen aan wettelijke verplichtingen, het beheer van de commerciële relatie en het opvolgen van de portefeuille.
Voor deze doeleinden kunnen de gegevens gecommuniceerd worden aan ondernemingen die deel uitmaken van de groep Federale Verzekering, aan natuurlijke personen of ondernemingen die als dienstverlener of verwerker optreden voor rekening van Federale Verzekering, aan derden in het kader van de uitvoering van een wettelijke verplichting, aan herverzekeraars, en aan elke persoon of entiteit die een verhaal uitoefent of tegen wie een verhaal wordt uitgeoefend in verband met de verzeke- ring in kwestie.
De juridische basis van de gegevensverwerking wordt gevormd door het verzekeringscontract, net als de verplichting die uit dit contract en de eventuele bijakten volgt voor de verzekeraar - verwerkingsverantwoordelijke om desgevallend tot prestatie over te gaan. De verwerking baseert zich bovendien op het legitiem belang van de verzekeraar teneinde verzekeringsfraude te voorkomen, statistieken uit te werken en voor direct marketingdoeleinden.
In de hypothese dat deze documenten niet adequaat zouden worden ingevuld, zal Federale Verzekering zich in de onmogelijk- heid bevinden om haar verplichtingen voortvloeiend uit het verzekeringscontract na te komen en desgevallend een gevolg te verlenen aan de vraag tot tussenkomst.
Vertrouwelijkheid
Technische en organisatorische maatregelen werden genomen teneinde de vertrouwelijkheid en de veiligheid van uw gege- vens te garanderen. De toegang tot uw persoonlijke gegevens is beperkt tot de personen die deze in het kader van de uitoe- fening van hun beroepstaken nodig hebben.
Bewaring van de verwerkte gegevens
De verwerkte gegevens worden door Federale Verzekering bewaard gedurende minstens de waarborgperiode van de verze- kering of gedurende de looptijd van het schadegeval, die zal aangepast worden telkens dat de omstandigheden het vereisen. Deze duurtijd zal verlengd worden door de verjaringstermijn opdat de verzekeraar het hoofd kan bieden aan eventuele vorde- ringen na de sluiting van het schadedossier.
Recht op toegang, verbetering en verzet
De betrokken personen kunnen kennis nemen van de gegevens die aangaande hun persoon verwerkt worden, of desgewenst ze laten verbeteren door een verzoek hiertoe te sturen naar Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer – Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx of een email naar xxxxxxx@xxxxxxxx.xx, vergezeld door een recto verso kopie van de identiteitskaart. Deze personen kunnen eveneens, volgens dezelfde modaliteiten, en binnen de limieten voorzien door de Algemene Verordening
21.31.020/10 06/20
voor de gegevensbescherming, zich verzetten tegen de verwerking van de gegevens of een beperking ervan en tegen verwer- kingen voor direct marketingdoeleinden. Zij kunnen tevens de verwijdering of de gegevensoverdraagbaarheid ervan vragen. Wanneer u aan Federale Verzekering persoonsgegevens meedeelt van personen waarmee we niet rechtstreeks in contact staan, vragen wij u hen te informeren over deze gegevensoverdracht en hun daarmee verband houdende rechten.
Contactgegevens
Meer informatie kan u terugvinden op xxx.xxxxxxxx.xx of u kan zich richten tot xxxxxxx@xxxxxxxx.xx of Federale Verzekering
t.a.v. de Data Protection Officer – Stoofstraat 12 te 0000 Xxxxxxx.
Eventuele klachten kunnen gericht worden naar de Gegevensbeschermingsautoriteit.
21.31.020/10 06/20