Arnhemse Zwem- & Poloclub "Neptunus"
Dossier 2022.11495.01/EO
Arnhemse Zwem- & Poloclub "Neptunus"
Statuten Naam en zetel Artikel 1
1.1. De vereniging draagt de naam: Arnhemse Zwem- & Poloclub “Neptunus”. De
verkorte naam van de vereniging luidt: Neptunus Arnhem.
1.2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Arnhem.
1.3. De vereniging is opgericht op tweeëntwintig juli negentienhonderdtwaalf (22- 07-1912), en is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Doel en middelen
Artikel 2
2.1 De vereniging heeft ten doel de beoefening van het zwemmen, in de ruimste zin, te bevorderen en algemeen te maken.
2.2 De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door het verwerven en het daarna behouden van het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Zwembond (hierna afgekort als "KNZB"), gevestigd te Nieuwegein onder erkenning van de KNZB als enig besturend en controlerend lichaam op zwemgebied in Nederland.
2.3 De vereniging beoogt niet het maken van winst.
Leden
Artikel 3
3.1 Leden van de vereniging zijn natuurlijke personen, die op hun verzoek door het bestuur als lid zijn toegelaten.
3.2 Minderjarige natuurlijke personen die als lid wensen te worden toegelaten dienen bij hun aanvraag een schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger te overleggen.
3.3 Personen die door de KNZB levenslang zijn uitgesloten van het recht tot het deelnemen aan enige activiteit dan wel van het recht functies in de KNZB te bekleden, kunnen niet als lid van de vereniging worden toegelaten.
3.4 De leden worden onderscheiden in:
3.4.a. Senior leden;
3.4.b. Junior leden;
3.4.c. Ereleden; en
3.4.d. Leden van verdienste.
3.5 Ereleden zijn zij die zich voor de vereniging en/of haar doelstelling uitzonderlijk verdienstelijk hebben gemaakt en als zodanig door de algemene
vergadering zijn benoemd.
3.6 Leden van verdienste zijn zij die zich voor de vereniging en/of haar doelstelling verdienstelijk hebben gemaakt en als zodanig door het bestuur zijn benoemd.
3.7 Senior leden zijn natuurlijke personen van zestien (16) jaar en ouder.
3.8 Junior leden zijn natuurlijke personen van vijftien (15) jaar en jonger.
3.9 Waar in deze statuten of krachtens deze statuten vastgestelde reglementen wordt gesproken over leden en lidmaatschap zijn daaronder zonder onderscheid alle leden begrepen en hun lidmaatschap, tenzij anders is bepaald.
3.10 Het lidmaatschap is persoonlijk. Het lidmaatschap kan dus niet worden overgedragen of door erfopvolging worden verkregen.
Ondersteunende leden
Artikel 4
4.1 Ondersteunende leden zijn natuurlijke personen of rechtspersonen, die zich jegens de vereniging verplichten tot voldoening van een jaarlijkse bijdrage, waarvan het minimum door de algemene vergadering wordt bepaald en die door het bestuur als zodanig zijn aangenomen.
4.2 Ondersteunende leden zijn geen leden van de vereniging als bedoeld in artikel 3 en hebben geen andere rechten en verplichtingen, dan die welke aan hen bij of krachtens de statuten en reglementen van de vereniging zijn toegekend of opgelegd.
4.3 De rechten en verplichtingen van ondersteunende leden kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, met dien verstande, dat bij opzegging door een ondersteunend lid de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
4.4 Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
Register
Artikel 5
5.1 Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
5.2 Ieder lid is verplicht aan het bestuur zijn adres alsmede de wijzigingen daarin schriftelijk op te geven. Indien tevens een elektronisch adres bekend wordt gemaakt met als doel opneming in het ledenregister, houdt deze bekendmaking tevens de instemming in om alle kennisgevingen en mededelingen alsmede oproepingen voor een vergadering langs elektronische weg toegezonden te krijgen.
5.3 In het register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn. Het bestuur kan na een voorafgaand besluit van de algemene vergadering geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, behalve van het lid dat tegen deze
verstrekking bij het bestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt. Het recht op bezwaar geldt niet voor de noodzakelijk door de vereniging aan derden te verstrekken gegevens en gegevens die aan overheden/publiekrechtelijke instellingen dienen te worden verstrekt in verband met een wettelijke verplichting.
5.4 Het bestuur legt het ledenregister van de vereniging ter inzage van de leden, voor zover het hun eigen gegevens betreft.
Aanmelding en toelating
Artikel 6
6.1 Aanmelding als lid geschiedt schriftelijk bij het bestuur.
6.2 Het bestuur neemt binnen drie (3) maanden na ontvangst van de aanmelding als bedoeld in artikel 6.1 een besluit over de toelating tot het lidmaatschap.
6.3 Van het besluit van het bestuur tot al dan niet toelating tot het lidmaatschap wordt de betrokkene zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld. Van een besluit tot niet-toelating wordt tevens opgave van redenen gedaan.
6.4 Bij niet-toelating kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
Jaarlijkse contributie
Artikel 7
7.1 De leden, met uitzondering van ereleden en leden van verdienste, zijn een jaarlijkse contributie verschuldigd. De hoogte van de contributie wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
De algemene vergadering kan de leden onderverdelen in categorieën. Voor elke categorie kan de algemene vergadering een verschillende jaarlijkse contributie vaststellen. Indien het bestuur besluit tot toelating tot het lidmaatschap, als bedoeld in artikel 6.2, neemt het bestuur tevens een besluit tot indeling van het lid in een categorie.
7.2 Het bestuur is bevoegd om in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de verplichting tot betaling van een jaarlijkse contributie te verlenen.
Schorsing van een lid
Artikel 8
8.1 Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen.
8.2 Schorsing van een lid geschiedt schriftelijk met opgave van redenen.
8.3 Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden wordt gevolgd door een besluit tot opzegging van het lidmaatschap of ontzetting uit het lidmaatschap, eindigt door het verloop van die termijn.
8.4 Tegen een besluit tot schorsing staat het lid binnen één (1) maand na ontvangst van de kennisgeving beroep open op de algemene vergadering, welk beroep binnen twee (2) maanden na het besluit tot schorsing moet zijn behandeld.
8.5 Een geschorst lid kan gedurende de termijn van schorsing geen van zijn/haar
lidmaatschapsrechten uitoefenen; zijn/haar uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen blijven onverkort bestaan. Het geschorste lid heeft echter het recht zich in de algemene vergadering waarin het in artikel
8.4 genoemde beroep wordt behandeld, te verdedigen.
Einde van het lidmaatschap
Artikel 9
9.1 Het lidmaatschap eindigt:
9.1.a. door het overlijden van het lid;
9.1.b. door opzegging door het lid;
9.1.c. door opzegging door de vereniging;
9.1.d. door ontzetting; of
9.1.e. door levenslange uitsluiting van het recht tot het deelnemen aan enige activiteit door de KNZB dan wel het recht om enige functie te bekleden binnen de KNZB.
9.2 Opzegging door het lid kan slechts schriftelijk aan het bestuur geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste één (1) maand. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk door het lid worden opgezegd:
9.2.a. indien redelijkerwijs niet van het lid kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
9.2.b. binnen een (1) maand nadat het lid een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing;
9.2.c. binnen een (1) maand nadat het lid een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem bekend is geworden of is medegedeeld, doch niet wanneer er sprake is van een wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen;
9.3 Opzegging door de vereniging kan slechts schriftelijk, met opgave van redenen, door het bestuur geschieden;
9.3.a. wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt;
9.3.b. wanneer redelijkerwijs niet van de vereniging kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
9.4 De opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste één (1) maand. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk door de vereniging worden opgezegd indien redelijkerwijs niet van de vereniging kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
9.5 Ontzetting geschiedt door het bestuur. Ontzetting kan alleen geschieden wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het betrokken lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld van het besluit, met opgave van redenen.
9.6 Tegen een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond van het feit dat in redelijkheid niet van de vereniging kan worden gevergd dat zij het lidmaatschap laat voortduren, evenals tegen een besluit tot ontzetting, staat de betrokkene binnen één (1) maand na ontvangst van de kennisgeving beroep open op de algemene vergadering. Het beroep dient met redenen omkleed te zijn en schriftelijk te geschieden aan het bestuur. Het beroep zal behandeld worden op de eerstvolgende algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en gedurende de periode dat het beroep aanhangig is, is het lid geschorst. Het geschorste lid heeft echter het recht zich in de algemene vergadering waarin het in het onderhavige lid genoemde beroep wordt behandeld, te verdedigen.
9.7 Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de jaarlijkse contributie voor het gehele jaar verschuldigd.
Bestuur: samenstelling, benoeming en defungeren
Artikel 10
10.1 Het bestuur van de vereniging bestaat uit ten minste vijf (5) meerderjarige leden, die door de algemene vergadering worden gekozen uit de leden, te weten: een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en ten minste twee andere bestuursleden. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook in één hand verenigigd zijn, in welk geval in het bestuur tenminste drie (3) andere bestuursleden zitting hebben. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
10.2 De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering uit de leden.
10.3 In ontstane vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Na het ontstaan van een of meer vacatures wordt daarom zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes (6) maanden na het ontstaan van de vacature(s), door het bestuur een algemene vergadering bijeengeroepen. De agenda voor deze vergadering vermeldt in ieder geval de voorziening in de vacature(s) alsmede
- ingeval het bestuur heeft besloten voor een vacature iemand voor te dragen als bedoeld in artikel 10.5 - de naam van de voor iedere vacature door het bestuur bindend voorgedragen kandidaat.
Het bestuur heeft het recht een bindende voordracht te doen voor de benoeming van iedere bestuurder. Deze voordracht bevat de naam van één
(1) persoon. Na het ontstaan van een vacature wordt tijdig een vergadering van het bestuur bijeengeroepen waarin besloten wordt om al dan niet een bindende voordracht te doen. Indien wordt besloten tot het doen van een
bindende voordracht, wordt - al dan niet in dezelfde vergadering - een bindende voordracht opgemaakt, in ieder geval op een zodanige termijn dat wordt voldaan aan het bepaalde in dit artikel.
Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee derden (2/3) van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.
Indien de voordracht één (1) kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen.
Indien het bestuur heeft besloten geen bindende voordracht te doen of niet tijdig een bindende voordracht heeft opgemaakt, dan wel indien aan de opgemaakte voordracht het bindend karakter wordt ontnomen door een besluit als bedoeld in 10.4, dan is de algemene vergadering vrij in de benoeming.
10.4 Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan, dan wel in de plaats van de beide laatsten een secretaris-penningmeester. Het bestuur kan voor ieder van hen uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen.
10.5 Bestuurders worden benoemd voor een periode die eindigt uiterlijk bij het sluiten van de eerste algemene vergadering die gehouden wordt nadat drie
(3) jaren zijn verstreken na het moment waarop de desbetreffende bestuurder is (her-)benoemd. Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te stellen rooster van aftreden, dat zodanig is opgesteld dat daardoor de continuïteit van het bestuur zoveel mogelijk is gewaarborgd. Een volgens het rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
10.6 Een bestuurder kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
10.7 Een besluit tot schorsing dan wel ontslag als in artikel 10.6 bedoeld, kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen.
10.8 Een bestuurder defungeert voorts:
10.8.a. door zijn/haar overlijden;
10.8.b. doordat hij/zij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet, dan wel een daaraan gelijk te stellen wettelijke regeling naar buitenlands recht die op de betreffende bestuurder van toepassing is;
10.8.c. door zijn/haar ondercuratelestelling of doordat hij/zij anderszins het
vrije beheer over zijn/haar vermogen verliest;
10.8.d. door zijn/haar vrijwillig aftreden al dan niet volgens het in artikel 10.5 bedoelde rooster;
10.8.e. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
10.8.f. door levenslange uitsluiting van het recht tot het deelnemen aan enige activiteit door de KNZB dan wel het recht om enige functie te bekleden binnen de KNZB.
10.9 Ingeval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enig bestuurder, berust het bestuur tijdelijk bij een of meer door de algemene vergadering aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld. Xxxxxxx van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurders.
10.10 Onder belet wordt in deze statuten verstaan:
10.10.a. schorsing;
10.10.b. ziekte;
10.10.c. onbereikbaarheid;
10.10.d. in de gevallen bedoeld onder sub b en c zonder dat gedurende een termijn van vijf (5) dagen de mogelijkheid van contact tussen een bestuurder en de vereniging heeft bestaan, tenzij het bestuur in een voorkomend geval een andere termijn vaststelt.
Bestuur: taak en bevoegdheden, commissies
Artikel 11
11.1 Behoudens de beperkingen volgens de wet en de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie.
11.2 Het bestuur is bevoegd, mits met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
11.3 Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak door anderen te doen uitvoeren. Het kan daartoe onder meer commissies in het leven roepen.
Bestuur: besluitvorming
Artikel 12
12.1 Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon een vergaderverslag opgesteld. Dit wordt vastgesteld in
dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en wordt ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend. Het verslag ligt op het adres van de voorzitter of de secretaris ter inzage van alle andere bestuurders. Aan ieder van dezen wordt desgevraagd een afschrift of uittreksel van deze stukken verstrekt.
12.2 Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij/zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie. De bestuurder is in beginsel niet aanwezig bij de beraadslagingen en besluitvorming met betrekking tot het onderhavige onderwerp.
12.3 Wanneer op grond van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 12.2 geen enkele bestuurder aan de besluitvorming kan deelnemen, wordt het besluit genomen door de in artikel 10.9 genoemde personen. Indien dit niet mogelijk is besluit de algemene vergadering.
12.4 Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur (inclusief tegenstrijdig belang) worden gegeven, waarbij geldt dat één bestuurder niet meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen.
Bestuur: vertegenwoordiging
Artikel 13
13.1 Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
13.2 De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan:
- de voorzitter tezamen met de secretaris, mits deze niet de penningmeester is;
- de voorzitter tezamen met één (1) van de overige bestuursleden, niet zijnde de penningmeester of de secretaris-penningmeester;
- indien de functies van secretaris en penningmeester in één (1) persoon verenigd zijn, het derde lid van het dagelijks bestuur tezamen met één
(1) der overige bestuursleden, niet zijnde de secretaris-penningmeester.
13.3 Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuurders, alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Boekjaar en rekening en verantwoording
Artikel 14
14.1 Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
14.2 Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de
rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
14.3 Het bestuur brengt op de algemene vergadering zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn waarbinnen de rekening en verantwoording dient te worden afgelegd kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
14.4 De algemene vergadering benoemt jaarlijks een kascommissie van ten minste twee (2) leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de stukken als bedoeld in de tweede volzin van artikel 14.3 en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Vereist het onderzoek van de stukken bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
14.5 Het bestuur is verplicht de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven (7) jaren te bewaren.
Algemene vergadering: bevoegdheden en bijeenroeping
Artikel 15
15.1 Aan de algemene vergadering komen binnen de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen van de vereniging zijn opgedragen.
15.2 Jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf (5) maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, wordt een algemene vergadering, hierna te noemen: "jaarvergadering", gehouden.
15.3 De agenda van de jaarvergadering vermeldt onder meer de volgende punten:
15.3.a. vaststellen verslagen van het secretariaat en de commissies;
15.3.b. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 14 met het verslag van de kascommissie;
15.3.c. de verlening van decharge aan de bestuurders voor de in het jaarverslag en de rekening en verantwoording vermelde handelingen;
15.3.d. de benoeming van de in artikel 14.3 genoemde commissie voor het volgende boekjaar;
15.3.e. de benoeming van de in artikel 10.9 bedoelde personen voor het volgende boekjaar;
15.3.f. contributiebesluit;
15.3.g. verslag vorige algemene vergadering;
15.3.h. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
15.4 Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
15.5 Voorts is het bestuur verplicht op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende (1/10) gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering, tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier (4) weken na indiening van het verzoek. Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek wordt voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd. Indien aan het verzoek binnen veertien (14) dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze als bedoeld in artikel 15.6 of bij advertentie in ten minste één (1) ter plaatse waar de vereniging gevestigd is, veelgelezen dagblad dan wel een uitgave zoals huis-aan-huisblad waarin ook de gemeente haar officiële mededelingen plaatst. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuurders belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van agenda en maken van het vergaderverslag.
15.6 De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 15.5. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de stemgerechtigde leden volgens het ledenregister bedoeld in Artikel 5. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven
(7) dagen. De algemene vergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de vereniging statutair is gevestigd, tenzij het bestuur anders bepaalt.
15.7 Indien een lid hiermee instemt kan hij worden opgeroepen door een langs elektronische weg toegezonden en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel is bekend gemaakt en is opgenomen in het ledenregister bedoeld in Artikel 5.
15.8 Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 21 en artikel 21.
Algemene vergadering: toegang tot de vergaderingen
Artikel 16
16.1 Toegang tot de algemene vergaderingen hebben alle leden van de vereniging. Geen toegang tot de algemene vergadering hebben geschorste leden, behoudens het bepaalde in artikel 8.5 en artikel 9.6, en geschorste bestuurders.
16.2 Over toelating van andere dan de in artikel 16.1 bedoelde personen beslist de
voorzitter van de vergadering als bedoeld in artikel 17.2.
Algemene vergadering: leiding van de vergaderingen
Artikel 17
17.1 De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of de plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en plaatsvervanger, dan treedt een van de andere bestuurders, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige persoon.
17.2 Degene die de vergadering leidt, wordt aangeduid als voorzitter van de vergadering.
Algemene vergadering: besluitvorming in vergadering
Artikel 18
18.1 Alle stemmingen geschieden mondeling. De voorzitter van de vergadering kan echter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
18.2 Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
18.3 Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft stemrecht en wel ieder juniorlid één (1) stem en ieder seniorlid vijf (5) stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
18.4 Een lid kan aan een ander stemgerechtigd lid schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Een lid kan slechts één (1) ander lid ter vergadering vertegenwoordigen.
18.5 Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee (2) personen door niemand van hen een volstrekte meerderheid is verkregen, dan vindt een nieuwe stemming plaats tussen de twee (2) personen die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
18.6 Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken
van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering, of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Indien zulks bij de oproeping is vermeld is iedere stemgerechtigde bevoegd om, in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde, door middel van een elektronisch communicatiemiddel het stemrecht uit te oefenen, mits de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en kan deelnemen aan de beraadslaging. De algemene vergadering is bevoegd bij reglement voorwaarden te stellen aan het gebruik van het elektronische communicatiemiddel. Indien de algemene vergadering van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, worden de voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
Stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel zijn uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste
(30) dag voor die van de vergadering en niet later dan de dag voor de vergadering, worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
Algemene vergadering: besluitvorming buiten vergadering
Artikel 19
Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris van het bestuur een verslag opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering wordt ondertekend. Het aldus vastgestelde verslag wordt bij de notulen van de algemene vergaderingen gevoegd.
Algemene vergadering: notulen van de vergaderingen
Artikel 20
Van het verhandelde in de algemene vergaderingen wordt door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon een verslag opgesteld. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en worden ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde laten opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht
Statutenwijziging
Artikel 21
21.1 In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan
door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld, dan wel door een besluit dat voldoet aan de in Artikel 19 vermelde vereisten.
21.2 Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf (5) dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden toegezonden.
21.3 Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen.
Is in een vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is voormeld quorum niet aanwezig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee (2) en niet later dan vier (4) weken na de eerste vergadering, in welke tweede vergadering rechtsgeldig kan worden besloten met een meerderheid van twee derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit tot statutenwijziging kan worden genomen in een vergadering ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden.
21.4 Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te doen verlijden.
21.5 De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening
Artikel 22
22.1 De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in artikel 21.2 en artikel 21.3 is van overeenkomstige toepassing.
22.2 Na ontbinding van de vereniging geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij door de rechter dan wel bij het besluit tot ontbinding één of meer andere vereffenaars zijn aangewezen.
22.3 De vereffenaars doen aan het handelsregister opgaaf van de ontbinding alsmede van hun optreden als zodanig en van de gegevens over henzelf die van een bestuurder worden verlangd.
22.4 De algemene vergadering besluit omtrent de bestemming van het batig saldo, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met de doelstelling van de vereniging dient te zijn.
22.5 Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de
bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de vereniging worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
22.6 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vereniging gedurende zeven (7) jaren nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan onder berusting van de door de algemene vergadering in het ontbindingsbesluit aangewezen bewaarder. Deze persoon is gehouden binnen acht (8) dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht zijn aanwijzing alsook zijn naam en adres ter inschrijving op te geven aan het handelsregister.
Reglementen
Artikel 23
23.1 De algemene vergadering kan reglementen vaststellen, wijzigen en opheffen. De algemene vergadering stelt ten minste het huishoudelijk reglement vast.
23.2 Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
23.3 Op de vaststelling, wijziging en opheffing van reglementen is het bepaalde in artikel 21.2 van toepassing. Wijzigingen van reglementen worden met twee- derde (2/3) meerderheid van het aantal in de vergadering aanwezige stemmen vastgesteld.
Verplichtingen van leden
Artikel 24
24.1 De leden zijn verplicht:
24.1.a. de belangen van de vereniging en van haar organen, die van de KNZB en zijn organen en die van de zwemsport in het algemeen niet te schaden;
24.1.b. de statuten en reglementen van de vereniging en de besluiten van de organen van de vereniging na te leven.
24.1.c. de statuten en reglementen van de KNZB en de besluiten van de organen van de KNZB na te leven en zich te onderwerpen aan de tuchtrechtspraak, de disciplinaire rechtspraak, de arbitraire rechtspraak en de administratieve rechtspraak, zoals vastgelegd en nader geregeld in de daarop betrekking hebbende reglementen van de KNZB;
24.1.d. de statuten, reglementen en besluiten van Stichting Instituut Sportrechtspraak (hierna verkort als "Instituut Sportrechtspraak") na te leven indien en voor de duur dat de KNZB het uitoefenen van haar tuchtrechtspraak heeft opgedragen aan Instituut Sportrechtspraak;
24.1.e. de te hunnen laste door de KNZB in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen te aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de KNZB, alsmede voor de
duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de KNZB wanneer zij betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, totdat in die zaak onherroepelijk is beslist;
24.1.f. alle overige verplichtingen te aanvaarden, welke uit het lidmaatschap van de vereniging van de KNZB voortvloeien, en welke de KNZB in naam van zijn leden aangaat, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de leden van de vereniging.
24.2 De van toepassing zijnde reglementen van de KNZB en het Instituut Sportrechtspraak zijn de laatste door het bestuur van respectievelijk de KNZB en het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie zoals gepubliceerd op hun website, tenzij in een reglement van respectievelijk KNZB of Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald.
24.3 Leden hebben wel de bevoegdheid hun lidmaatschap op te zeggen bij wijziging van de van toepassing zijnde reglementen van de KNZB of het Instituut Sportrechtspraak.
24.4 Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een (1) maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.
Tuchtrechtspraak Instituut Sportrechtspraak
Artikel 25
25.1 De aanklager, de tuchtcommissie en commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak zijn organen van de vereniging voor zover het gaat om doping, matchfixing en seksuele intimidatie. De aanklager, de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak.
25.2 Het dopingreglement, het reglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing worden door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgesteld en gewijzigd. De reglementen van het Instituut Sportrechtspraak regelen de bevoegdheden en werkwijze van de aanklager, de tuchtcommissie en van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, alsmede de overtredingen, de op te leggen straffen, de procesgang, en de rechten en verplichtingen van het verdachte of overtredende lid.
25.3 Overtredingen betreffende seksuele intimidatie, matchfixing of doping worden berecht door de aanklager, de tuchtcommissie en/of door de commissie van beroep met inachtneming van respectievelijk het tuchtreglement seksuele intimidatie, het tuchtreglement matchfixing en het dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
25.4 De vereniging vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn bestuursleden, zijn aanklagers, zijn tuchtrechters, zijn ambtelijk secretariaat, zijn juridisch
secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging.
Slotbepaling
Artikel 26
In alle gevallen, waarin de wet, de statuten of de regelementen van de vereniging niet voorzien, beslist het bestuur.
(einde statuten)