Werkafspraken begeleiding en begeleidingsovereenkomst
Werkafspraken begeleiding en begeleidingsovereenkomst
Specifieke afspraken m.b.t. de nieuwe begeleidingsovereenkomst horende bij de huurovereenkomst voor zelfstandige woonruimte gecombineerd met woonbegeleiding in het kader van het project “Woningtoewijzing met verplichte Woonbegeleiding” verkregen via een eenmalige aanbieding/ contingent.
Het doel van de overeenkomst is dat de klant / huurder wordt begeleid in duurzaam wonen en voorkomen wordt dat een klant / huurder wordt uitgezet. De begeleidingsovereenkomst is onlosmakelijk verbonden aan het huurcontract. Het niet nakomen door de huurder van de afspraken kan gevolgen hebben voor het al dan niet kunnen blijven wonen.
De aanleiding voor de verandering in de huurovereenkomst is dat wonen en zorg juridisch wordt gescheiden. Elke woningcorporatie kan de eigen huurovereenkomst hanteren. Hierin moet dan wel een verwijzing worden opgenomen naar de begeleidingsovereenkomst.
Hierbij is het van belang dat alle betrokken partijen elkaars perspectief begrijpen, zodat de organisaties elkaar versterken om bovengenoemde doelen te bereiken. Het doel van de overeenkomst is tenslotte voor alle partijen gelijk, maar iedereen heeft een andere verantwoordelijkheid en rol. Door deze goed te beschrijven in dit document wordt beoogd de taken en verantwoordelijkheden van iedere betrokken partij helder te definiëren en zo te ondersteunen om tot een goede samenwerking te komen.
Wie heeft welke rol?
De verwijzende organisatie vraagt bij het Vierde Huis een eenmalige aanbieding aan voor een klant op het moment dat hij / zij klaar is voor zelfstandig wonen via het contingent Beter Wonen. De verwijzende organisatie tekent met de cliënt de begeleidingsovereenkomst horende bij de huurovereenkomst. De verwijzende organisatie biedt bij aanvang begeleiding en is daarmee dan ook de begeleidende organisatie. De verwijzende organisatie kan de begeleiding van een klant geheel overdragen aan andere organisatie. Deze neemt dan wel de begeleiding over, maar niet de verwijzende rol. Dit moet altijd worden gemeld bij de corporatie via het overdrachtsformulier (zie website beter wonen).
De corporatie stelt huurcontract op met afspraken over goed huurderschap*, deze wordt door de corporatie afgesloten met de klant / hun huurder. De corporatie heeft een signalerende functie.
De begeleidende organisatie ondersteunt de klant / huurder bij het maken van een plan en biedt gedurende de afgesproken periode passende begeleiding. De begeleidende organisatie stelt
afspraken op met de klant over de ondersteuning die nodig is om goed huurder te blijven of tot goed huurderschap te komen. De begeleidende organisatie werkt samen met andere partijen om dit tot stand te brengen.
Samenwerkingsafspraken
• De betrokken organisatie(s) en corporatie maken samen met de klant afspraken over het uitwisselen van noodzakelijke informatie, welke in principe in het bijzijn van de huurder/ klant zal plaatsvinden.
• De begeleidende organisatie plant een tussen- en een eindevaluatie met de begeleider, corporatie en klant. Indien iemand zich tussentijds zorgen maakt, neemt hij / zij het initiatief om dat vaker te doen.
• De huurder en de corporatie ondertekenen het huurcontract.
De klant en de verwijzende organisatie ondertekenen de begeleidingsovereenkomst horende bij de huurovereenkomst.
• Als de klant wordt overgedragen naar een andere begeleidende organisatie dan wordt daarvoor het overdrachtsformulier gebruikt, welke door alle partijen: klant / huurder, overdragende (verwijzende) organisatie en overnemende (begeleidende) organisatie wordt ondertekend en naar de contactpersoon van de corporatie wordt gestuurd (zie bijlage).
Een Warme overdracht vanuit de overdragende (verwijzende) organisatie naar overnemende (begeleidende) organisatie is belangrijk. Dit betekent dat de bekende begeleider van deze organisatie nog drie maanden samen optrekt met de klant / huurder en de nieuwe begeleider. De overdragende organisatie helpt de klant/ huurder met het formuleren van de hulpvraag en introduceren hem / haar bij de begeleidende organisatie. Het resultaat is dat er transparant gecommuniceerd wordt in bijzijn van de klant, waar de klant bij ondersteund moet worden.
Realiseer je dat het voor klant/ huurder moeilijk is te overzien wat verhuizen betekent, dat er vaak nieuwe vragen of problemen ontstaan vanuit het (na lange tijd weer) zelfstandig wonen. De klant/ huurder heeft bijvoorbeeld geen netwerk ( eenzaamheid) en schaamte om hulp te vragen aan degene die hij nog niet goed kent, en veel praktische vaardigheden zijn nodig welke niet iedereen al heeft of zich bewust van is. Klanten/ huurders kunnen overmoedig zijn of zorgmijdend. Het is een spannend proces, zorg dat je niet te snel loslaat of dat je op de achtergrond aanwezig blijft.
Met de terugkeergarantie / verplichting tot herhuisvesting wordt bedoeld dat je als verwijzende instelling verantwoordelijk bent en blijft gedurende de looptijd van de begeleidingsovereenkomst en een cliënt leidt naar een plek waar diegene kan verblijven, liefst in eigen voorziening, maar kan ook bij een collega-instelling zijn. Het gaat daarbij voornamelijk om een inspanningsverplichting om samen met de begeleidende organisatie tot een goede oplossing te komen. De verwijzende organisatie kent de cliënt en (woon)historie. Met name bij de jeugdzorginstanties is het lastig om na bijvoorbeeld één jaar een klant / huurder terug te laten keren in de instelling, zeker gezien de leeftijd. Soms kan het vanuit de woonhistorie ook juist niet handig zijn om een klant / huurder te
laten terugkeren bij de verwijzende organisatie. In dergelijke gevallen moet de verwijzende organisatie de cliënt verwijzen naar een andere organisatie of meedenken in een andere oplossing.
Bij de start van de begeleiding maak je samen met de klant en de corporatie afspraken over het uitwisselen van informatie (wanneer neem je contact op met elkaar en hoe betrek je de klant daarin). Verder maak je concrete afspraken. Het is belangrijk om de cliënt ook te helpen bij het formuleren van de hulpvraag.
Plan gelijk je eerste evaluatiemoment in op een realistische termijn (na drie maanden), maar schroom niet deze te vervroegen als het nodig is.
De partij welke reden ziet tot een extra afspraak neemt initiatief deze met betrokken partijen te plannen. De begeleidende organisatie plant minimaal een tussentijdse en een eindevaluatie. Pas na een gezamenlijke positieve eindevaluatie kan de hulpverlening / begeleiding afgesloten worden. De looptijd van de begeleidingsovereenkomst blijft twee jaar, mocht tijdens deze periode toch weer zorgen zijn bij de corporatie dan wordt de begeleiding weer opgepakt vanuit hetzelfde verplichte kader. Als de begeleiding eerder wordt afgesloten, blijft de begeleidingsovereenkomst in een soort slaap dus nog wel aanwezig en deze vervalt altijd pas na twee jaar én een positieve eindevaluatie.
Er is ook de mogelijkheid tot verlenging na twee jaar. Een en ander ter beoordeling van de begeleidende organisatie, in goed overleg met de corporatie en de huurder. Deze verlenging moet dan wel op tijd (drie maanden voor beëindiging contract) besproken zijn.
Het is ook mogelijk om de begeleidingsovereenkomst met de corporatie na twee jaar en positieve evaluatie te stoppen, maar om al dan niet op de achtergrond te blijven begeleiden. Of om het tussentijds op te pakken bij een hulpvraag.
Samenwerken, betekent elkaar informeren en blijven betrekken omtrent ontwikkelingen. In deze is samenwerken de sleutel naar een succesvol verloop van het traject. In bijna alle gevallen kan het delen van de informatie in samenspraak met de klant / huurder. Als de klant / huurder hier niet mee akkoord gaat, en de klant / huurder houdt zich niet aan de gestelde voorwaarden kan dit gevolgen hebben en wordt het wonen bedreigd. Als dit de veiligheid van de klant in gevaar brengt is overleg noodzakelijk!
Als het niet goed gaat, of als je als begeleider je zorgen maakt over een klant / huurder, betrek dan tijdig de overdragende (verwijzende) organisatie / oude begeleider om mee te denken. Zij kennen de klant meestal langer, maar hebben ook een verantwoordelijkheid in het zoeken naar een oplossing als het mis ( dreigt) te gaan.
De corporatie heeft een signalerende functie en moet de begeleidende instantie op tijd betrekken als het niet goed gaat. De corporatie ziet tenslotte of de klant / huurder op tijd betaald, of er een betalingsachterstand ontstaat. Of via klachten / signalen vanuit andere bewoners of de complexbeheerder dat het niet goed. Het moet niet oplopen tot een dossier tot huisuitzetting, zonder dat de klant / huurder en de begeleidende instantie wordt betrokken.
Goed huurderschap, let tijdens de begeleiding op onderstaande punten:
● Relatie omwonenden. Heeft de huurder contact met buren? Hoe verloopt dit? Signalen van overlast.
● Onderhoud woning (schoon, heel en veilig). Hoe gaat de huurder met zijn woning om? Het is belangrijk om regelmatig achter de voordeur te komen. Ook buitenruimten en bergingen horen bij de woning.
● Verandering in huishouden. Het is niet toegestaan om zonder toestemming iemand te laten inwonen in de woning. Huisdieren en bezoek mogen geen overlast veroorzaken. Bespreek dit, ondersteun je klant dit te overleggen / melden bij de corporatie. Blijf wijzen op de verantwoordelijkheden en verplichtingen vanuit de begeleidingsovereenkomst.