Voorwaarden Opties ABN AMRO
Voorwaarden Opties ABN AMRO
Bestaande uit: Voorwaarden Opties Bijlage Opties
Maart 2023
Inhoudsopgave
Voorwaarden Opties ABN AMRO
Begrippenlijst Voorwaarden Opties
1. Inleiding
1.1. Hoe moet ik de Voorwaarden Opties ABN AMRO lezen?
1.2. Waarom staan er voorbeelden in deze voorwaarden?
1.3. In welke documenten van de bank staan de regels die gelden voor beleggen in opties bij de bank?
1.4. Waarvoor gelden deze Voorwaarden Opties ABN AMRO?
1.5. Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Opties ABN AMRO wijzigt?
2. Orders
2.1. Welke regels gelden als ik een order voor een optie opgeef bij de bank?
2.2. Hoe toetst de bank mijn order voor een optie?
2.3. Wanneer keurt de bank mijn order voor een optie goed?
2.4. Wat houdt marginverplichting in?
3. Administratie van uw opties
3.1. Welke administratieve werkzaamheden voert de bank uit voor mijn opties?
3.2. Kan ik mijn opties overboeken binnen de bank of naar een andere bank?
3.3. Hoe kan ik mijn gekochte opties zelf uitoefenen of hoe oefent de beurs mijn gekochte opties uit?
3.4. Wat doet de bank als mijn geschreven optie is aangewezen of als mijn geschreven optie bij expiratie ‘in the money’ is?
3.5. Wat mag de bank doen met mijn opties?
3.6. Betaal ik kosten bij uitoefening bij expiratie?
4. Beleggersinformatie
4.1. Welke beleggersinformatie over opties kan ik van de bank krijgen?
5. Dekkingswaarde en ongeregelde roodstand
5.1. Wat gebeurt er als ik een dekkingstekort heb door mijn marginverplichting?
5.2. Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingsproducten die gelden als zekerheid?
5.3. Wat gebeurt er als ik op mijn betaalrekening een ongeregelde roodstand heb door mijn beleggingen?
6. Klachtenprocedure
6.1. Wat moet ik doen als ik een klacht heb over beleggen in opties?
7. Overige onderwerpen
7.1. Wat betekent het voor beleggen in opties dat de bank een pandrecht heeft op mijn beleggingsproducten?
8. Stoppen met beleggen in opties
8.1. Wat moet ik doen als ik niet meer bij de bank in opties wil beleggen?
8.2. Kan de bank de Deelovereenkomst voor Opties met mij opzeggen?
8.3. Wat zijn de gevolgen als de Deelovereenkomst voor Opties eindigt?
Bijlage Opties
1. Inleiding
1.1. Wat lees ik in deze bijlage?
2. Kenmerken van opties
2.1. Wat is een optie?
2.2. Waaruit bestaat de premie van een optie?
2.3. Hoe wordt de premie van een optie bepaald?
2.4. Wat is de hefboom van opties?
2.5. Wat is een ‘in the money’ optie?
2.6. Wat is een ‘at the money’ optie?
2.7. Wat is een ‘out of the money’ optie?
2.8. Wat zijn de contractkenmerken van opties?
2.9. Wie bepaalt de contractkenmerken?
2.10. Wat is de munteenheid van een optie?
2.11. Kan de optiebeurs de contractkenmerken van een optie aanpassen?
2.12. Kan de optiebeurs ingrijpen in de handel in opties?
2.13. Wat gebeurt er met mijn optie als er tijdelijk geen handel is in de onderliggende waarde?
3. De werking en risico’s van opties
3.1. Hoe werkt een optie?
3.2. Wat gebeurt er als ik een calloptie koop?
3.3. Wanneer koop ik een calloptie?
3.4. Wat gebeurt er als ik een putoptie koop?
3.5. Wanneer koop ik een putoptie?
3.6. Wat gebeurt er als ik een calloptie schrijf?
3.7. Wanneer schrijf ik een calloptie?
3.8. Wat gebeurt er als ik een putoptie schrijf?
3.9. Wanneer schrijf ik een putoptie?
3.10. Wat is gedekt schrijven?
3.11. Wat is ongedekt schrijven?
3.12. Wat is margin?
3.13. Hoe berekent de bank de margin van een optie?
4. Orders
4.1. Hoe geef ik een order op voor een optie?
4.2. Hoe geef ik een order op als ik een optie wil kopen?
4.3. Hoe geef ik een order op als ik een optie wil schrijven?
4.4. Hoe geef ik een order op als ik mijn gekochte optie wil sluiten?
4.5. Hoe geef ik een order op als ik mijn geschreven optie wil sluiten?
4.6. Xxx het gebeuren dat ik mijn optie niet kan sluiten?
5. Eindigen en uitoefenen van opties
5.1. Ik heb een optie gekocht. Hoe eindigt mijn optie?
5.2. Hoe geef ik een opdracht op als ik mijn gekochte optie wil uitoefenen?
5.3. Hoe eindigt mijn geschreven optie?
5.4. Wat is een clearingorganisatie?
5.5. Wat is de expiratiedatum?
5.6. Wat is de stijl van een optie?
5.7. Hoe kunnen opties worden afgewikkeld?
5.8. Hoe wordt de onderliggende waarde van een optie geleverd en betaald?
5.9. Wat is dividendstripping?
5.10. Wat is doorrollen?
6. Doelen van opties
6.1. Met welke doelen kan ik in opties beleggen?
6.2. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik koerswinst wil halen?
6.3. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik extra inkomen wil krijgen op mijn aandelen?
6.4. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik mijn beleggings portefeuille wil beschermen tegen koersdalingen?
6.5. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik de koopprijs of verkoopprijs van de onderliggende waarde wil vastleggen?
7. Exposure
7.1. Wat is exposure?
Begrippenlijst bij de
Voorwaarden Opties ABN AMRO
Begrip Betekenis
afnameverplichting De afnameverplichting is uw verplichting om de onderliggende waarde tegen de uitoefenprijs te kopen bij een geschreven putoptie
beurs
Elke beurs of handelsplaats waarop de bank uw orders uitvoert of door anderen laat uitvoeren. In deze voorwaarden wordt met beurs ook bedoeld de plaats waar de afwikkeling van opties plaatsvindt. Dit noemen we ook wel een clearingorganisatie. Wat een clearingorganisatie is, leest u in artikel 5.4 (Wat is een clearingorganisatie?) van de Bijlage Opties.
Deelovereenkomst voor Opties
De Deelovereenkomst voor Opties ABN AMRO is de overeenkomst die u met de bank heeft gesloten om te kunnen beleggen in opties bij de bank. De Voorwaarden Opties ABN AMRO horen bij deze deelovereenkomst. Deze deelovereenkomst is een aanvul- ling op de Overeenkomst Beleggen en vormt daarmee een geheel.
dekkingswaarde
De dekkingswaarde is de waarde die de bank aan uw beleggingsproducten toekent voor bepaalde doelen. Deze waarde is van
belang voor de zekerheid die u van de bank moet aanhouden als u bepaalde opties schrijft (zie ook het begrip marginverplichting).
expiratiedatum De expiratiedatum is de laatste dag waarop u een optie kunt kopen, uw optie kunt verkopen of uw optie kunt uitoefenen.
Zie artikel 5.5 (Wat is de expiratiedatum?) van de Bijlage Opties.
exposure
Exposure geeft weer hoe uw beleggingsportefeuille is blootgesteld aan veranderingen in de markt. De exposurewaarde is
een maatstaf om het risico van een beleggingsportefeuille met opties te beoordelen. Zie artikel 7.1. (Wat is exposure?) van de Bijlage Opties.
intrinsieke waarde De intrinsieke waarde is het verschil tussen de uitoefenprijs van de optie en de prijs van de onderliggende waarde. De intrinsieke waarde kan nooit lager dan nul worden.
leveringsplicht De leveringsplicht is uw verplichting om de onderliggende waarde tegen de uitoefenprijs te verkopen bij een geschreven calloptie.
long positie U heeft een long positie als u een call- of putoptie heeft gekocht. Daarmee kunt u gebruikmaken van de rechten van die optie.
margin
Margin is de zekerheid voor de verplichtingen die u op u neemt voor een ongedekt geschreven optie. Wat een ongedekt geschreven optie is, leest u in artikel 3.11 (Wat is ongedekt schrijven) van de Bijlage Opties. Deze zekerheid moet u aanhouden zolang u die ongedekt geschreven optie op uw beleggingsrekening heeft. De margin drukt de bank uit in een
bedrag en kan van dag tot dag variëren.
marginverplichting Marginverplichting is de verplichting om margin aan te houden.
onderliggende waarde
De onderliggende waarde is het beleggingsproduct (bijvoorbeeld een aandeel) of een andere waarde (bijvoorbeeld een index) die u met een optie kunt kopen of verkopen. Soms krijgt u niet de onderliggende waarde zelf, maar de waarde ervan in geld.
Zie ook artikel 5.7 (Hoe kunnen opties worden afgewikkeld?) van de Bijlage Opties.
optie Een optie is een standaard contract. Hiermee koopt u een recht of gaat u de verplichting aan om:
▶ in een bepaalde periode (de uitoefenperiode);
▶ een bepaalde hoeveelheid van een onderliggende waarde te kopen of te verkopen;
▶ tegen een vooraf bepaalde prijs (de uitoefenprijs).
optiebeurs Een beurs of handelsplaats waarop orders voor opties worden uitgevoerd.
optieklasse Een optieklasse bestaat uit alle opties met dezelfde onderliggende waarde en contractgrootte.
optiesoort call of put
optieserie Een optieserie bestaat uit een combinatie van optieklasse, optiesoort, uitoefenprijs en expiratiedatum.
opties aanwijzen
De bank wijst een schrijver van een optie aan om de verplichtingen uit deze optie na te komen. Zie ook artikel 5.3 (Hoe eindigt mijn geschreven optie?) van de Bijlage Opties.
opties kopen Als u een optie koopt, dan koopt u een recht om onderliggende waarden te mogen kopen (calloptie) of verkopen (putoptie). Hier- door krijgt u een long positie. Zie ook de artikelen 3.2 (Wat gebeurt er als ik een calloptie koop?) en 3.4 (Wat gebeurt er als ik een putoptie koop?) van de Bijlage Opties.
opties openen U opent een optie door een optie te kopen of een optie te schrijven.
opties schrijven Als u een optie schrijft, dan verkoopt u een recht om onderliggende waarden te mogen kopen (calloptie) of te mogen verkopen (putoptie). Hierdoor krijgt u een short positie. U bent dan verplicht de onderliggende waarden te verkopen of te kopen als een koper van de optie deze optie uitoefent. Zie ook de artikelen 3.6 (Wat gebeurt er als ik een calloptie schrijf?) en 3.8 (Wat gebeurt er als ik een putoptie schrijf?) van de Bijlage Opties.
U sluit uw optie door aan de bank een order op te geven voor een zogenoemde sluitingskoop of sluitingsverkoop. Voert de bank uw order uit? Dan verdwijnt deze optie van uw beleggingsrekening. Zie ook de artikelen 4.4 (Hoe geef ik een order op als ik mijn
gekochte optie wil sluiten?) en 4.5 (Hoe geef ik een order op als ik mijn geschreven optie wil sluiten?) van de Bijlage Opties.
opties sluiten
Betekenis
Begrip
opties uitoefenen U oefent uw optie uit als u van het recht gebruikmaakt om de onderliggende waarden te kopen (calloptie) of te verkopen (putop- tie). Zie ook artikel 5.2 (Hoe geef ik een opdracht op als ik mijn gekochte optie wil uitoefenen?) van de Bijlage Opties.
positielimiet
Een positielimiet is het maximaal aantal opties van een optieserie waarin u mag beleggen. Deze limiet wordt door de beurs
bepaald.
premie De premie is de prijs:
▶ die u moet betalen als u een optie koopt of als u uw geschreven optie sluit; en
▶ die u krijgt als u een optie schrijft of als u uw gekochte optie sluit.
short positie U heeft een short positie als u een optie heeft geschreven.
uitoefenlimiet Een uitoefenlimiet is het maximaal aantal opties van een optieserie dat u mag uitoefenen. Deze limiet wordt door de beurs bepaald.
uitoefenperiode
Een uitoefenperiode is een vastgestelde periode waarbinnen u uw gekochte optie kunt uitoefenen. Zie ook artikel 5.6 (Wat is de stijl van een optie?) van de Bijlage Opties.
uitoefenprijs Een uitoefenprijs is de vooraf bepaalde prijs waarvoor u de onderliggende waarden:
▶ koopt bij een gekochte calloptie;
▶ moet verkopen bij een geschreven calloptie;
▶ verkoopt bij een gekochte putoptie;
▶ moet kopen bij een geschreven putoptie.
volatiliteit De volatiliteit is de mate van beweeglijkheid van de koers van een onderliggende waarde.
Leest u dit eerst
1. de Bijlage Beleggen, artikel 2.11 (Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten?) en artikel 2.12 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van opties?); en
2. de Bijlage Opties. Dit is de bijlage bij de Voorwaarden Opties ABN AMRO. U leest hierin wat opties zijn en welke begrippen gebruikt worden bij het beleggen in opties, zoals:
▶ opties schrijven en kopen
▶ expiratiedatum
▶ aanwijzen van opties
▶ uitoefenen van opties
▶ ‘in the money’ en ‘at the money’
Voorwaarden Opties ABN AMRO
1. Inleiding
1.1. Hoe moet ik de Voorwaarden Opties ABN AMRO lezen?
1. De bank heeft geprobeerd deze voorwaarden zo begrijpelijk mogelijk te maken. De bank heeft deze voorwaarden geschreven in de vorm van vragen die u kunt hebben over beleggen in opties bij de bank.
De bank adviseert u om deze voorwaarden goed te lezen. Heeft u dan nog vragen? Xxx adviseert de bank u om:
▶ te kijken of u het antwoord op uw vragen kunt
vinden op de website van de bank, xxxxxxx.xx/ beleggen;
▶ contact op te nemen met een medewerker van de
bank; of
▶ contact op te nemen met uw adviseur.
2. Belangrijke begrippen heeft de bank zo veel mogelijk uitgelegd. Verder heeft de bank tekstblokken opgenomen in de voorwaarden. Deze blokken helpen u bij het lezen. In de tekstblokken met de titel:
▶ “leest u dit eerst”, staat informatie die u eerst
moet lezen voordat u het artikel leest;
▶ “let op”, staat belangrijke informatie voor u;
▶ “leest u ook”, staat een verwijzing naar een ander deel van de voorwaarden, dat gaat over hetzelfde onderwerp.
1.2. Waarom staan er voorbeelden in deze voorwaarden?
1. Door voorbeelden op te nemen in deze voorwaarden heeft de bank geprobeerd de artikelen nog duidelijker te maken. Deze voorbeelden gelden alleen om een artikel te verduidelijken. De voorbeelden zijn niet uitputtend. Er kunnen altijd meer situaties voor komen. Niet alle situaties zijn in de voorbeelden opgenomen.
2. De voorbeelden geven u geen rechten. Als er bijvoorbeeld rendementen in de voorbeelden staan, dan zijn dat voorbeeldrendementen. Deze kunnen afwijken van de werkelijke situatie.
1.3. In welke documenten van de bank staan de regels die gelden voor beleggen in opties bij de bank?
De regels die gelden voor beleggen in opties bij de bank staan in:
1. de Overeenkomst Beleggen ABN AMRO
Om te kunnen beleggen bij de bank moet u de
Overeenkomst Beleggen ondertekenen.
2. de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO
De Voorwaarden Beleggen ABN AMRO horen bij de Overeenkomst Beleggen en bestaan onder andere uit de volgende delen:
▶ Algemene Voorwaarden Beleggen
Hierin staan de algemene regels die gelden voor beleggen bij de bank.
▶ Bijlage Beleggen
Hierin vindt u een beschrijving van de algemene risico’s van beleggen en de kenmerken en risico’s van soorten beleggingsproducten, waaronder ook van opties.
▶ Beleid van XXX XXXX over uitvoering van orders
In dit beleid leest u de werkwijze en regels die de bank gebruikt als de bank orders voor u uitvoert.
3. de Deelovereenkomst voor Opties ABN AMRO
Om te kunnen beleggen in opties bij de bank moet u de Deelovereenkomst voor Opties ondertekenen.
De Deelovereenkomst voor Opties is een aparte overeenkomst en geldt in aanvulling op de Overeenkomst Beleggen.
4. de Voorwaarden Opties ABN AMRO
De Voorwaarden Opties ABN AMRO horen bij de Deelovereenkomst voor Opties en bestaan uit twee delen:
▶ Voorwaarden Opties
Hierin staan de regels die gelden voor beleggen in opties bij de bank. Deze regels gelden in aanvulling op de regels die staan in de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO.
▶ Bijlage Opties
Hierin vindt u een beschrijving van de risico’s van beleggen in opties en enkele voorbeelden.
Daarnaast leest u meer over een aantal bijzondere onderwerpen over beleggen in opties bij de bank.
5. de regels van de beurs
Dit zijn de regels van de beurs waarop u via de bank in opties kunt beleggen. U kunt hierbij denken aan regels over wijzigingen in opties, positielimieten en uitoefenlimieten.
6. de Terms and Conditions Indirect Clearing Arrangements
(alleen in het Engels)
Hierin staan de regels die voor u gelden als u buiten landse opties bezit en de bank via een derde partij indirecte clearingdiensten aan u verleent, doordat de bank opties door die derde partij voor u laat afwikkelen.
Meer informatie over de clearingdiensten van de bank vindt u onder andere in het Indirect Clearing Risk Disclosure Document en op de website van de bank, xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
7. de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V. Hierin staan de basisregels die gelden voor alle diensten en producten die u van de bank afneemt. U ontvangt deze voorwaarden als u klant wordt van de bank. Deze voorwaarden gelden voor de gehele relatie tussen u en de bank.
8. Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten
De bank heeft beleid vastgesteld om belangen conflicten te kunnen beheersen. Wat belangen conflicten zijn en hoe de bank daarmee omgaat, leest u in de Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten.
1.4. Waarvoor gelden deze Voorwaarden Opties ABN AMRO?
Deze voorwaarden gelden in aanvulling op de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO voor het beleggen in opties bij de bank. U kunt hierbij denken aan:
▶ de regels voor uw order voor een optie (zie hoofdstuk 2)
▶ de administratie van uw opties (zie hoofdstuk 3)
▶ welke informatie over opties u van de bank kunt krijgen (zie hoofdstuk 4)
▶ hoe de bank omgaat met een dekkingswaarde (zie hoofdstuk 5)
▶ hoe u kunt stoppen met beleggen in opties (zie hoofdstuk 8).
1.5. Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Opties ABN AMRO wijzigt?
De bank kan de Voorwaarden Opties ABN AMRO altijd wijzigen. Dit doet de bank op de manier zoals staat in de artikelen 1.6 (Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO wijzigt?) en 1.7 (Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met een wijziging van de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2. Orders
2.1. Welke regels gelden als ik een order voor een optie opgeef bij de bank?
1. De regels uit hoofdstuk 4 (Orders) van de Algemene Voorwaarden Beleggen gelden als u een order opgeeft voor een optie. In aanvulling hierop gelden ook nog de volgende regels voor een order voor een optie.
2. U moet rekening houden met de handelstijden als u een order bij de bank opgeeft voor een optie. Deze tijden kunnen per optie verschillen.
3. U kunt informatie over de handelstijden opvragen bij de bank of bij de beurs.
4. U accepteert de regels van de beurs over positie limieten en uitoefenlimieten. Ook als de beurs deze regels wijzigt. Ook accepteert u de wijzigingen door de beurs in opties. Bijvoorbeeld als er een verandering is in de onderliggende waarde van een optie.
5. U accepteert ook de maatregelen van de beurs en de bank die zij nemen in buitengewone situaties.
De bank is hiervoor niet aansprakelijk.
6. De regels en maatregelen kunnen per beurs verschillen. U vindt de regels en maatregelen meestal op de website van de beurs.
7. U kunt bij de bank niet in alle optieseries beleggen. De bank kan ook bepalen dat u niet langer meer in bepaalde optieseries kunt beleggen. Bijvoorbeeld optieseries met een afwijkende contractgrootte die ontstaan zijn na een splitsing van het onderliggende aandeel. Of optieseries met een uitoefenprijs die ‘deep in the money’ zijn. Wat ‘deep in the money’ is leest u in artikel 2.5 (Wat is een ‘in the money’ optie?) van de Bijlage Opties.
2.2. Hoe toetst de bank mijn order voor een optie?
Geeft u een order voor een optie op aan de bank? Dan toetst de bank of u voldoende kennis en ervaring heeft om in opties te beleggen. De bank toetst hierbij uw order aan de door u opgegeven kennis en ervaring en aan een kennisexamen over opties. Dit is de toets op passendheid. Belegt u met advies van de bank? Dan toetst de bank ook of deze optie past bij uw risicoprofiel. Dit is de toets op geschiktheid. Dit doet de bank aan de hand van de exposurewaarde van opties. Zie ook artikel 7.1 (Wat is exposure?) van de Bijlage Opties.
Leest u ook
▶ artikel 3.2 (Wat houdt beleggen met advies van de bank in (beleggingsadvies)?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen; en
▶ artikel 3.3 (Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in naast beleggen met advies van de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.3. Wanneer keurt de bank mijn order voor een optie goed?
1. Hiervoor gelden de regels uit artikel 4.7 (Wanneer keurt de bank mijn order goed?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop gelden voor geschreven opties de volgende regels.
2. U moet voldoende bestedingsruimte hebben voor:
▶ de marginverplichting die hoort bij uw order;
▶ plus: de kosten die u betaalt als de bank uw order uitvoert;
▶ minus: de premie die u ontvangt als de bank uw order uitvoert.
Op uw bestedingsruimte wordt de marginverplichting van uw opties in mindering gebracht. Wat bestedingsruimte is, leest u in artikel 4.8 (Wat is mijn bestedingsruimte?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
Wel moet u er rekening mee houden dat de bank de dekkings waarde van uw aandelen XYZ verlaagt met het bedrag dat u moet betalen om uw geschreven optie op uw aandelen XYZ terug te kopen. Zie hiervoor artikel 4.5 (Hoe geef ik een order op als ik mijn geschreven optie wil sluiten?) van de Bijlage Opties.
2.4. Wat houdt marginverplichting in?
Leest u dit eerst
artikel 3.12 (Wat is margin?) van de Bijlage Opties.
artikel 3.13 (Hoe berekent de bank de margin van een optie?) van de Bijlage Opties.
Let op
Geeft u bij de bank een order op om een calloptie te schrijven? Dan geldt dat de bank bepaalt of zij uw order voor deze calloptie kan goedkeuren op de wijze zoals weergegeven in artikel 2.3 (Wanneer keurt de bank mijn order voor een optie goed?). Hierbij wordt bij uw orderopgave altijd rekening gehouden met de margin die hoort bij uw order ongeacht of u de onderliggende waarde van deze calloptie op uw beleggingsrekening heeft. Dit geldt alleen op het moment dat de bank beoordeelt of uw order goedgekeurd kan worden. Nadat uw order is uitgevoerd kijkt de bank wel of u de onderliggende waarde van de calloptie op uw beleggingsrekening heeft voor de bepaling van uw marginverplichting. (zie het voorbeeld hierna).
Een voorbeeld
U heeft 100 aandelen XYZ op uw beleggingsrekening en u wilt 1 calloptie XYZ schrijven. De koers (premie) van deze optie is EUR 1,30. De margin op deze optie is EUR 850,00. U heeft voor
deze order een bestedingsruimte nodig van EUR 722,90, namelijk:
▶ de margin (EUR 850,00);
▶ plus: de transactiekosten (bijvoorbeeld EUR 2,90);
▶ minus: de te ontvangen premie (100 x EUR 1,30 = EUR 130,00). De bank keurt uw order goed wanneer uw bestedingsruimte minimaal EUR 722,90 is.
Wat gebeurt er nadat uw order is uitgevoerd? Nadat de bank uw order heeft uitgevoerd, kijkt de bank of u de onderliggende waarde als dekking heeft voor de geschreven calloptie. In dit voorbeeld heeft u 100 aandelen XYZ. Hierdoor vervalt de marginverplichting van deze optie.
Alleen als u een krediet op basis van uw beleggingen heeft, houdt de bank bij het bepalen van uw bestedingsruimte rekening met de dekkingswaarde van de beleggingen op uw beleggingsrekening.
1. Is eenmaal uw optieorder goedgekeurd, dan krijgt u een optiepositie op uw beleggingsrekening. Heeft u een geschreven optie op uw beleggingsrekening? Dan moet u daarvoor zekerheid aanhouden voor een bepaald bedrag. Dit noemen we de marginverplichting. De margin is in geld uitgedrukt. De margin moet u aan houden als dekking voor het risico dat u loopt op een geschreven optie. De bank berekent uw marginverplichting minimaal één keer per dag, in ieder geval voordat de beurs in Nederland open gaat. De marginverplichting biedt u geen 100% zekerheid. U loopt bijvoorbeeld het risico dat uw afnameverplichting van uw geschreven putoptie groter is dan uw marginverplichting.
2. U kunt aan uw marginverplichting voldoen door zekerheid aan te houden voor een bepaald bedrag in de vorm van:
▶ de waarde van beleggingsproducten op uw
beleggingsrekening. In dat geval neemt de bank de dekkingswaarde van uw beleggingsproducten als basis voor het bedrag dat u aan zekerheid moet aanhouden. Wat dekkingswaarde is, leest u in artikel 9.2 (Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingen?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen; of
▶ een combinatie van beleggingsproducten en geld,
als u niet voldoende beleggingsproducten op uw beleggingsrekening heeft;
▶ geld op uw betaalrekening;
▶ krediet op uw betaalrekening.
3. Heeft u de onderliggende waarde van de geschreven calloptie op uw beleggingsrekening staan? Dan hoeft u voor deze geschreven calloptie geen margin aan te houden voor een bepaald bedrag.
Let op
Belegt u op grote schaal in slechts één of enkele ongedekt geschreven opties? Bijvoorbeeld geschreven putopties? Als in dat geval de koers van de onderliggende waarde plotseling fors daalt, kan dit leiden tot een zeer grote afnameverplichting van de onderliggende waarde. Daaronder verstaan wij een afname verplichting die de door u bij de bank aangehouden margin ver overtreft. Deze afnameverplichting zou zelfs de door u totaal bij de bank aangehouden vermogensbestanddelen kunnen overtreffen. De bank kan dan van u verlangen dat u de risico’s die aan uw wijze van beleggen verbonden zijn, inperkt. Bijvoorbeeld dat u de bank opdracht geeft om optieposities te sluiten. Doet u dit niet? Dan kan de bank de Deelovereenkomst voor Opties met u opzeggen. Voor de opzegging van de Deelovereenkomst voor Opties en de gevolgen daarvan leest u artikel 8 (Stoppen met beleggen in opties) van de Voorwaarden Opties.
4. Bij een geschreven calloptie gelden de volgende beleggingsproducten als onderliggende waarde:
▶ dezelfde onderliggende waarde in hetzelfde aantal
als dat van de optie (bijvoorbeeld 100 aandelen Philips bij één geschreven calloptie Philips); of
▶ een gekochte calloptie, als:
▶ de gekochte calloptie dezelfde onderliggende waarde heeft als van de geschreven calloptie; en
▶ de uitoefenprijs van de gekochte calloptie niet hoger is dan die van de geschreven calloptie; en
▶ de looptijd van de gekochte calloptie ten minste even lang is als die van de geschreven calloptie.
Is de optiepremie van de gekochte calloptie lager dan de optiepremie van de verkochte calloptie? Dan moet u het verschil van deze optiepremies als margin aanhouden.
5. Bij een geschreven putoptie geldt een gekochte
Let op
Heeft u een geschreven optie op uw beleggingsrekening? Voor uw marginverplichting kijkt de bank eerst of u zekerheid aanhoudt voor een bepaald bedrag in de vorm van waarde van beleggings producten op uw beleggingsrekening. Heeft u geen of onvoldoende dekkingswaarde? Dan kijkt de bank pas naar het geld op uw betaalrekening of het krediet op uw betaalrekening.
putoptie als onderliggende waarde, als:
▶ de gekochte putoptie dezelfde onderliggende waarde heeft als van de geschreven putoptie; en
▶ de uitoefenprijs van de gekochte putoptie niet lager is dan die van de geschreven putoptie; en
▶ de looptijd van de gekochte putoptie ten minste even lang is als die van de geschreven putoptie.
Let op
Er gelden bijzondere regels voor de dekkingswaarde van uw beleggingsproducten die gelden als zekerheid voor uw geschreven optie. Zie hiervoor artikel 5.2 (Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingsproducten die gelden als zekerheid?).
Is de optiepremie van de gekochte putoptie lager dan de optiepremie van de verkochte putoptie? Dan moet u het verschil van deze optiepremies als margin aanhouden.
6. Het bedrag dat u aan zekerheid aanhoudt in de vorm van geld trekt de bank af van uw bestedingsruimte. Wat bestedingsruimte is, leest u in artikel 4.8 (Wat is mijn bestedingsruimte?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
7. Wilt u de onderliggende waarde verkopen, maar deze onderliggende waarde geldt als dekking voor een geschreven optie? Door de verkoop van de onder liggende waarde valt uw dekking weg en ontstaat er een marginverplichting. De bank keurt uw verkoop order alleen goed als u voldoende bestedingsruimte overhoudt als dekking voor de marginverplichting. Bij de berekening van de bestedingsruimte neemt de bank de marginverplichting mee die dan geldt. Dat komt doordat u de onderliggende waarde niet meer als dekking heeft, als u uw beleggingsproducten verkoopt.
Let op
U moet zich ervan bewust zijn dat het belangrijkste bewijs van uw optie de beleggingsnota van de bank is. Wat een beleggingsnota is, leest u in artikel 4.14 (Krijg ik van de bank een bevestiging nadat mijn order is uitgevoerd?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. De bank raadt u daarom aan deze beleggingsnota’s zorgvuldig te controleren. Eventuele bezwaren moet u zo snel mogelijk aan de bank doorgeven. In ieder geval binnen één week. Zie hiervoor ook artikel 6.8 (Hoe stuurt de bank mij informatie en wat moet ik doen als ik het niet eens ben met de inhoud ervan?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
Een voorbeeld
U schrijft een calloptie zonder dat u de onderliggende waarde op uw beleggingsrekening heeft. U krijgt geld (de premie) en u betaalt transactiekosten voor uw geschreven calloptie. U heeft vanaf dat moment een marginverplichting. Zolang u deze geschreven calloptie op uw beleggingsrekening heeft, moet u zekerheid aanhouden voor een bepaald bedrag (margin) voor deze geschreven calloptie.
U schrijft een calloptie en heeft hiervoor voldoende van de onderliggende waarde op uw beleggingsrekening. U krijgt geld (de premie) en u betaalt transactiekosten voor uw geschreven calloptie. U heeft vanaf dat moment een marginverplichting. Maar uw marginverplichting wordt gedekt door de onderliggende waarde die u op uw beleggingsrekening heeft. U hoeft dus geen zekerheid aan te houden voor een bepaald bedrag voor deze
geschreven calloptie. Zolang u de onderliggende waarde maar niet verkoopt.
U schrijft een putoptie. U heeft bij een geschreven putoptie altijd een marginverplichting. U krijgt geld (de premie) en u betaalt transactiekosten voor uw geschreven putoptie. Zolang u deze geschreven putoptie op uw beleggingsrekening heeft, moet u zekerheid aanhouden voor een bepaald bedrag (margin) voor deze geschreven putoptie. Behalve als u een gekochte putoptie heeft die voldoet aan de voorwaarden in artikel 2.4 (Wat houdt marginverplichting in?) onder 5. En zolang u deze gekochte putoptie maar niet verkoopt.
3.2. Kan ik mijn opties overboeken binnen de bank of naar een andere bank?
1. Hiervoor gelden de regels in artikel 6.2 (Kan ik mijn beleggingsproducten overboeken binnen de bank of naar een andere bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop gelden voor opties de volgende regels.
2. Wilt u een geschreven optie overboeken naar een andere bank? Xxx zal de bank deze geschreven optie pas overboeken als die andere bank aan de bank heeft laten weten dat u deze geschreven optie mag overboeken.
3. Administratie van uw opties
3.1. Welke administratieve werkzaamheden voert de bank uit voor mijn opties?
De bank voert voor uw opties bepaalde administratieve werkzaamheden uit. Hiervoor gelden de regels in hoofdstuk 6 (Administratie van uw beleggingen) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop geldt de volgende regel bij de administratie van uw opties.
3.3. Hoe kan ik mijn gekochte opties zelf uitoefenen of hoe oefent de beurs mijn gekochte opties uit?
1. Wilt u uw gekochte optie tijdens de looptijd van de optie zelf uitoefenen?
Dit kan alleen bij opties Amerikaanse stijl. Zie ook artikel 5.6 (Wat is de stijl van een optie?) van de Bijlage Opties. U kunt voor opties die tussentijds uit te oefenen zijn de bank tijdens de looptijd van uw optie een opdracht geven om uw optie voor u uit te oefenen. Xxx geeft u uw opdracht op dezelfde manier als waarop u een koop of een verkooporder opgeeft aan de bank.
2. Wilt u uw gekochte optie op de expiratiedatum zelf uitoefenen?
Ook dit kan alleen bij opties Amerikaanse stijl. U moet de bank hiervoor opdracht geven uiterlijk 5 minuten voor het expiratiemoment. Geeft u uw order later op, dan kan de bank uw order mogelijk niet meer op tijd doorgeven aan de beurs. Het expiratiemoment is het moment op de expiratiedatum van uw optie waarna u niet meer kunt handelen in deze optie. U kunt uw optie dan dus niet meer sluiten of uitoefenen. Het expiratiemoment ligt meestal aan het einde van de handelsdag van de beurs waarop de optie noteert.
Wat is de 2%-regel bij gekochte opties?
Heeft u uw gekochte optie op een binnenlandse optiebeurs niet tijdig voor het expiratiemoment gesloten of uitgeoefend? Dan zal de bank uw gekochte optie door de optiebeurs laten uitoefenen. Alleen als de waarde van uw aandelenoptie op de expiratiedag na sluiting van de beurs meer dan 2% ‘in the money’ is.
▶ U koopt dan de onderliggende waarden bij een gekochte calloptie en de bank verkoopt deze onderliggende waarden voor u op de eerstvolgende beursdag; of
▶ U verkoopt de onderliggende waarden bij een gekochte putoptie en de bank koopt deze onderliggende waarden voor u op de eerstvolgende beursdag.
Volgt uit deze koop en verkooptransactie minus de kosten een positief saldo? Xxx schrijft de bank dit bedrag bij op uw betaalrekening. Volgt hieruit een negatief saldo, dan neemt de bank dit voor haar rekening en hoeft u dus niets te betalen.
De bank rekent voor de uitoefening bij expiratie kosten. Deze kosten zijn hoger dan de gebruikelijke kosten voor de koop of verkoop. Zie ook artikel 3.6 (Betaal ik kosten bij uitoefening bij expiratie?).
Wilt u niet dat uw opties worden uitgeoefend bij expiratie? Bijvoorbeeld omdat u geen hogere kosten wilt betalen door de 2%regel? Dan moet u zorgen dat u uw optie voor het expiratiemoment heeft gesloten. U betaalt dan alleen de gebruikelijke kosten om uw optie te sluiten.
Indexopties zijn opties Europese stijl. Indexopties kunt u niet zelf uitoefenen, dit doet de optiebeurs op het expiratiemoment. Voor indexopties ligt over het algemeen het expiratiemoment voor het einde van de handelsdag. Dit expiratiemoment kan per beurs of per optieserie verschillen.
Let op
Heeft u niet op tijd opdracht gegeven om uw optie uit te oefenen en heeft uw optie geen intrinsieke waarde meer? Dan loopt uw gekochte optie waardeloos af.
3. Kunnen optiebeurzen uw gekochte optie uitoefenen? Heeft u uw optie niet zelf voor het expiratiemoment uitgeoefend of gesloten, dan oefenen optiebeurzen altijd bij expiratie uw ‘in the money’ opties uit. Ook al is de optie nog zo gering ‘in the money’. Wat ‘in the money’ opties zijn, leest u in artikel 2.5 (Wat is een ‘in the money’ optie?) van de Bijlage Opties.
Hierbij behandelen we de binnenlandse opties en buitenlandse opties op een verschillende manier. Met binnenlandse opties bedoelen we de opties die op de optiebeurs Euronext Liffe Amsterdam worden verhandeld. Met buitenlandse opties bedoelen we de opties op alle andere optiebeurzen.
4. Hoe worden bij expiratie uw gekochte ‘in the money’ opties door een binnenlandse optiebeurs behandeld? Voor ‘in the money’ indexopties vindt er een afrekening in geld plaats. Wij noemen dit: ‘cash settlement’. Hoe ‘cash settlement’ plaatsvindt kunt u lezen in artikel
5.7 (Hoe kunnen opties worden afgewikkeld?) van de Bijlage Opties.
Voor alle overige opties zoals aandelenopties worden door de optiebeurs alle opties die ‘in the money’ zijn bij expiratie uitgeoefend. Voor gekochte opties die minder dan 2% ‘in the money’ zijn geeft de bank echter de opdracht aan de optiebeurs om deze opties niet uit te oefenen. In het kader hieronder leest u meer over deze zogenoemde 2%regel.
5. Hoe worden bij expiratie uw gekochte ‘in the money’ opties door een buitenlandse optiebeurs behandeld? Voor indexopties vindt er een afrekening in geld plaats. Wij noemen dit: ‘cash settlement’. Hoe ‘cash settlement’ plaatsvindt kunt u lezen in artikel 5.7 (Hoe kunnen opties worden afgewikkeld?) van de Bijlage Opties. Voor alle overige opties zoals aandelenopties worden door de buitenlandse optiebeurs alle gekochte opties die ‘in the money’ zijn bij expiratie uitgeoefend.
Ook al is de optie nog zo gering ‘in the money’, bijvoorbeeld 1 cent. Dit betekent dat u bij expiratie:
▶ van een gekochte calloptie de onderliggende
waarden tegen de uitoefenprijs moet kopen;
▶ van een gekochte putoptie de onderliggende waarden tegen de uitoefenprijs moet verkopen.
De kosten bij een uitoefening of aanwijzing bij expiratie voor uw optie op een buitenlandse optiebeurs zijn over het algemeen hoger dan voor opties op een binnenlandse optiebeurs. Dit komt bijvoorbeeld doordat u extra kosten maakt om het bedrag in de vreemde valuta om te wisselen naar de euro of omgekeerd;
▶ bij de uitoefening van uw gekochte calloptie door een buitenlandse optiebeurs krijgt u een aantal van de onderliggende waarde in uw beleggings portefeuille. En hoe hoger het bedrag van de onderliggende waarde is, hoe hoger de kosten zijn. Mogelijk wilt u die onderliggende waarde ook helemaal niet hebben en deze direct weer verkopen. Dat kan dan pas op de volgende beursdag. U loopt het risico dat u die onderliggende waarde dan alleen tegen een lagere prijs kunt verkopen op de beurs dan waarvoor u deze heeft gekocht; of
▶ bij de uitoefening van uw gekochte putoptie door een buitenlandse optiebeurs verkoopt u de onder
liggende waarde zonder dat u mogelijk de onder liggende waarde in uw beleggingsportefeuille heeft. U moet dan op de eerstvolgende beursdag die onderliggende waarde kopen op de beurs. U loopt het risico dat u die onderliggende waarde dan alleen tegen een hogere prijs kunt kopen dan waarvoor u deze heeft verkocht.
Vanwege de hoge kosten zal de bank in een aantal gevallen proberen te zorgen dat optieposities gesloten zijn voordat de buitenlandse optiebeurs bij expiratie uw gekochte optie uitoefent. De bank kan bijvoorbeeld het volgende doen, maar de bank hoeft dit niet altijd te doen. De bank zal dan al eerder op de expiratiedatum uw optie op een buitenlandse optiebeurs voor u sluiten. De bank zal dit alleen doen als:
▶ uw gekochte optie op de buitenlandse optiebeurs
‘in the money’ is of de verwachting is dat uw optie nog tijdens de laatste handelsdag ‘in the money’ komt; en
▶ u bij een gekochte calloptie niet voldoende geld
heeft om de onderliggende waarde af te nemen; of
▶ u bij een gekochte putoptie niet voldoende van de
onderliggende waarde heeft om te leveren.
Het moment dat de bank in dit geval uw optie sluit, zal vanaf 16.00 uur Nederlandse tijd zijn. Heeft u zelf al eerder een order voor een sluitingskoop of een sluitingsverkoop voor een optie op een buitenlandse optiebeurs opgegeven, maar is die order nog niet uitgevoerd en is het ook niet zeker dat die order uitgevoerd zal worden? Dan zal de bank die order terughalen van de optiebeurs en een nieuwe order opgeven waarvan zeker is dat die wel uitgevoerd wordt.
De bank kan er ook voor zorgen dat u op de expiratie datum geen order voor een openingskoop of een openingsverkoop voor een optie op een buitenlandse optiebeurs kunt opgeven. U kunt dan alleen nog orders voor een sluitingskoop of een sluitingsverkoop opgeven.
3.4. Wat doet de bank als mijn geschreven optie is aangewezen of als mijn geschreven optie bij expiratie ‘in the money’ is ?
1. Ontvangt de bank een aanwijzing (‘assignment’) van de optiebeurs? Xxx zal de bank zelf een optie van een klant aanwijzen. Dit doet de bank voor opties op een binnen landse optiebeurs volgens de ‘at random methode’. Dit betekent dat de bank zonder voorkeur een optie van één van haar klanten met die optie aanwijst. Voor elke andere beurs kan een andere methode gelden. Gebruikt de bank een andere methode? Xxx zal die methode ook eerlijk, objectief en redelijk zijn.
2. Is uw geschreven optie aangewezen? Dan kan de bank u daarover niet eerder informeren dan de eerste werkdag na de dag waarop de optie is uitgeoefend.
3. Bij expiratie zal de optiebeurs u bij een geschreven optie aanwijzen om uw verplichting na te komen. Dat betekent dat u bij expiratie voor opties die ‘in the money’ zijn:
▶ van een geschreven calloptie de onderliggende
waarde tegen de uitoefenprijs moet verkopen (leveren);
▶ van een geschreven putoptie de onderliggende
waarde tegen de uitoefenprijs moet kopen (afnemen).
4. Bij geschreven indexopties die ‘in the money’ zijn, vindt er een verrekening in geld plaats. Hoe dit gaat leest u in artikel 5.7 (Hoe kunnen opties worden afgewikkeld?) van de Bijlage Opties.
5. Is uw geschreven calloptie aangewezen? Dan moet u de onderliggende waarde verkopen (leveren) aan de koper van uw optie. Heeft u de onderliggende waarde niet dan staat u hierdoor rood in de onderliggende waarde. U mag echter bij de bank niet rood staan op uw beleggingsrekening. De bank zal dan de onderliggende waarde kopen om uw roodstand op te heffen. Bij aandelenopties kan het soms gebeuren dat u aandelen met dividend geleverd heeft, maar dat de aandelen die de bank koopt inmiddels zonder dividend zijn. Dan zult u dit dividend nog moeten betalen.
3.5. Wat mag de bank doen met mijn opties?
De bank mag bij de handel in opties:
▶ maatregelen nemen voor uw opties om positie limieten, uitoefenlimieten en andere regels van de beurs op te volgen;
▶ uw optie uitoefenen en sluiten of een andere actie doen als u zich niet houdt aan een regel uit deze voorwaarden of een regel van de beurs; en
▶ informatie over uw opties of andere informatie aan de beurs of aan een andere instantie geven. De bank is verplicht dit te geven, als de beurs of die instantie dit
wil of moet hebben om bijvoorbeeld overtredingen of misbruik op te sporen of te voorkomen. Deze regel geldt in aanvulling op artikel 11.3 (Hoe gaat de bank met mijn persoonlijke gegevens om?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
3.6. Betaal ik kosten bij uitoefening bij expiratie? Zijn uw ‘in the money’ opties op een binnenlandse optiebeurs voor u uitgeoefend bij expiratie volgens de
2%regel? Xxx brengt de bank daarvoor kosten aan u in rekening. Deze kosten zijn hoger dan de gebruikelijke kosten voor uitoefening als u zelf uw optie uitoefent.
U leest in de brochure over de kosten voor beleggen wat de kosten zijn die u hiervoor moet betalen.
Heeft een buitenlandse optiebeurs uw opties uitgeoefend bij expiratie? Dan betaalt u mogelijk meer kosten. Dit komt bijvoorbeeld doordat u extra kosten maakt om het bedrag in de vreemde valuta om te wisselen naar de euro of omgekeerd.
U leest meer over het uitoefenen door optiebeurzen in artikel 3.3 (Hoe kan ik mijn opties zelf uitoefenen of hoe oefent de beurs mijn gekochte opties uit?)
4. Beleggersinformatie
4.1. Welke beleggersinformatie over opties kan ik van de bank krijgen?
1. Hiervoor gelden de regels uit hoofdstuk 7 (Beleggersinformatie) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop gelden de volgende regels voor beleggen in opties.
2. U kunt de bank altijd vragen om actuele informatie over:
▶ de positielimieten van de beurs;
▶ de uitoefenlimieten van de beurs; en
▶ de actuele volatiliteitspercentages. Zie ook artikel
3.12 (Wat is margin?) van de Bijlage Opties.
3. Ook kunt u de bank vragen om actuele informatie over uw marginverplichting als u een order bij de bank opgeeft voor een optie. Op Internet Bankieren kunt u ook zelf uw marginverplichting vinden.
5. Dekkingswaarde en ongeregelde roodstand
Leest u dit eerst
artikel 9.2 (Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingen?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen en
artikel 9.3 (Wat is een dekkingstekort?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
5.1. Wat gebeurt er als ik een dekkingstekort heb door mijn marginverplichting?
1. Heeft u een dekkingstekort door uw marginverplichting? Dan gelden hiervoor de regels van de 5dagen procedure. Zie hiervoor artikel 9.4 (Wat houdt de 5-dagen procedure in?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop geldt de volgende regel.
2. Het is in uw belang dat u tijdens de 5dagen procedure geen openingsorders voor opties meer opgeeft. Geeft u toch een openingsorder op? Dan zal de bank uw openingsorder behandelen volgens de gebruikelijke regels. Dit betekent dat de bank uw openingsorder zal uitvoeren als u op datzelfde moment voldoende bestedingsruimte heeft. Zie ook artikel 2.3 (Wanneer keurt de bank mijn order voor een optie goed?). Heeft u tijdens de 5dagen procedure (weer) een dekkingstekort? Xxx waarschuwt de bank u hier niet voor. Tijdens deze procedure is het alleen van belang of u op de vierde en vijfde werkdag wel of geen dekkingstekort heeft.
5.2. Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingsproducten die gelden als zekerheid?
1. Hiervoor gelden de regels van artikel 9.2 (Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingen?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop geldt de volgende regel bij beleggen in opties.
2. Gelden bepaalde beleggingsproducten van u als zekerheid voor uw geschreven calloptie? Xxx telt de bank de waarde van deze beleggingsproducten niet meer helemaal mee, als zij uw dekkingswaarde berekent. De bank trekt van de dekkingswaarde het bedrag af dat u moet betalen (de premie) als u uw geschreven calloptie zou terugkopen.
5.3 Wat gebeurt er als ik op mijn betaalrekening een ongeregelde roodstand heb door mijn beleggingen?
1. U mag rood staan op uw betaalrekening door uw beleggingen, als:
▶ u hiervoor een krediet van de bank heeft; en
▶ in de productvoorwaarden van uw betaalrekening staat dat rood staan mag.
2. Zonder dit krediet mag u niet rood staan op uw betaalrekening door uw beleggingen. Ook al is de waarde van uw beleggingsproducten op uw beleggingsrekening groot genoeg om uw roodstand op uw betaalrekening te dekken. Staat u toch rood op uw betaalrekening door uw beleggingen zonder dit krediet? Of staat u meer rood dan de bank met u heeft afgesproken met het krediet? Dan heeft u een zogenoemde ongeregelde roodstand op uw betaalrekening.
3. De bank zal een ongeregelde roodstand op dezelfde manier behandelen als een dekkingstekort. Wat een dekkingstekort is, leest u in artikel 9.3. (Wat is een dekkingstekort?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. Dat betekent dat de 5dagen procedure ook geldt voor een ongeregelde roodstand die ontstaan is door uw beleggingen. Heeft u uw roodstand zelf niet opgeheven binnen de vijf dagen? Dan mag de bank maatregelen nemen om uw roodstand op te heffen.
Wat de 5dagen procedure is, leest u in artikel 9.4 (Wat houdt de 5-dagen procedure in?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
4. Een ongeregelde roodstand op uw betaalrekening kan onder meer ontstaan, doordat:
▶ u of de bank maatregelen heeft genomen om een
dekkingstekort als gevolg van uw marginverplichting op te heffen.
▶ uw geschreven putoptie aangewezen is
(‘assignment’) en u niet voldoende geld op uw betaalrekening heeft om de onderliggende waarde te kopen.
5. Bij een ongeregelde roodstand op uw betaalrekening door uw beleggingen mag de bank de volgende maatregelen nemen om uw ongeregelde roodstand op te heffen. De bank zal bijvoorbeeld:
▶ eerst alle of enkele andere geschreven opties in
uw beleggingsportefeuille voor u sluiten; en daarna
▶ alle of enkele beleggingsproducten in uw
beleggingsportefeuille voor u verkopen.
Zo veel als nodig is om uw ongeregelde roodstand op te heffen.
6. Klachtenprocedure
6.1. Wat moet ik doen als ik een klacht heb over beleggen in opties?
1. Hiervoor gelden de regels uit hoofdstuk 10 (Klachtenprocedure) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop geldt de volgende regel bij beleggen in opties.
2. U moet uw mogelijke schade beperken door de optie te sluiten, waarover u een klacht heeft.
7. Overige onderwerpen
7.1. Wat betekent het voor beleggen in opties dat de bank een pandrecht heeft op mijn beleggingsproducten?
Schrijft u opties? Xxx heeft u een marginverplichting aan de bank. De bank zal het pandrecht gebruiken voor uw marginverplichting.
Leest u ook
▶ artikel 11.4 (Wat betekent het dat de bank een pandrecht op mijn beleggingen heeft?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen; en
▶ artikel 24 (Pandrecht) van de Algemene Bankvoorwaarden en de toelichting daarop.
8. Stoppen met beleggen in opties
8.1. Wat moet ik doen als ik niet meer bij de bank in opties wil beleggen?
U kunt op elk moment de Deelovereenkomst voor Opties opzeggen als u niet meer bij de bank wilt beleggen in opties. U moet de bank hierover een brief sturen. Nadat de bank uw brief heeft ontvangen, eindigt deze deelovereenkomst.
8.2. Kan de bank de Deelovereenkomst voor Opties met mij opzeggen?
De bank kan de Deelovereenkomst voor Opties opzeggen. De bank kan deze deelovereenkomst opzeggen op de manier die staat in artikel 12.3 (Kan de bank de Overeenkomst Beleggen opzeggen?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
8.3. Wat zijn de gevolgen als de Deelovereenkomst voor Opties eindigt?
1. De gevolgen zijn hetzelfde als wanneer de Overeenkomst Beleggen eindigt. Zie hiervoor artikel
12.4 (Wat zijn de gevolgen als de Overeenkomst Beleggen eindigt?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop geldt de volgende regel bij beleggen in opties.
2. U kunt alleen nog orders bij de bank opgeven om opties te sluiten.
ABN AMRO Bank N.V.
Amsterdam, 1 maart 2023
Bijlage Opties ABN AMRO
1. Inleiding
1.1. Wat lees ik in deze bijlage?
In deze bijlage bij de Voorwaarden Opties ABN AMRO leest u:
▶ wat de kenmerken zijn van opties (zie hoofdstuk 2);
▶ hoe opties werken en wat de xxxxxx’x zijn van opties (zie hoofdstuk 3);
▶ hoe u orders kunt opgeven voor opties (zie hoofdstuk 4);
▶ hoe opties eindigen en hoe u uw opties kunt uitoefenen (zie hoofdstuk 5);
▶ over de doelen waarvoor u in opties kunt beleggen (zie hoofdstuk 6); en
▶ over exposure van opties (zie hoofdstuk 7).
De bank heeft deze bijlage zorgvuldig opgesteld. Het kan zijn dat sommige informatie niet meer juist is op het moment dat u deze bijlage leest. Bijvoorbeeld door ontwikkelingen op het gebied van beleggen of opties.
De bank kan deze bijlage wijzigen. Wij zullen u zo veel mogelijk van belangrijke wijzigingen op de hoogte brengen. Zie ook artikel 1.5 (Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Opties ABN AMRO wijzigt?) van de Voorwaarden Opties.
Voor beleggen in opties gelden onder meer de volgende regels:
▶ de regels van de optiebeurs waarop uw order voor een
optie wordt uitgevoerd;
▶ de regels van de clearingorganisatie waar de afwikkeling van uw order voor een optie plaatsvindt. Wat een clearingorganisatie is, leest u in artikel 5.4 (Wat is een clearingorganisatie?); en
▶ de regels van de bank, waaronder de Voorwaarden Opties ABN AMRO.
2. Kenmerken van opties
2.1. Wat is een optie?
Een optie is een standaard contract. Hiermee koopt u een recht of gaat u een verplichting aan. Opties zijn er in twee soorten: callopties en putopties.
▶ Met een calloptie heeft u het recht om tijdens een
vastgestelde periode een vaste hoeveelheid van een
onderliggende waarde tegen een afgesproken prijs te kopen. Of de verplichting om deze te verkopen.
▶ Met een putoptie heeft u het recht om tijdens een
vastgestelde periode een vaste hoeveelheid van een onderliggende waarde tegen een afgesproken prijs te verkopen. Of de verplichting om deze te kopen.
Opties worden verhandeld op een optiebeurs.
2.2. Waaruit bestaat de premie van een optie? De premie van een optie is de prijs van een optie. De premie bestaat uit twee delen:
▶ de tijd en verwachtingswaarde. Dit deel van de premie
geeft aan wat de markt verwacht dat de prijs van de onderliggende waarde gaat doen. Hierbij houdt de markt rekening met de tijd die er nog is tot de expiratiedatum. Op het moment van expiratie is de tijd en verwachtingswaarde vrijwel nul.
▶ de intrinsieke waarde. Er is intrinsieke waarde als de
prijs van de onderliggende waarde hoger is dan de uitoefenprijs van een calloptie. Of wanneer de prijs van de onderliggende waarde lager is dan de uitoefenprijs van een putoptie. De intrinsieke waarde is het verschil tussen de uitoefenprijs en de prijs van de onderliggende waarde.
2.3. Hoe wordt de premie van een optie bepaald?
De premie wordt bepaald door vraag en aanbod van beleggers in opties. Deze beleggers baseren zich daarbij over het algemeen op de prijs en de beweeglijkheid van de onderliggende waarde en op de resterende looptijd van de optie. Ook houden de beleggers rekening met een eventuele uitkering van dividend op de onderliggende waarde en de marktrente.
Stijgt de prijs van de onderliggende waarde:
▶ dan zal de premie van een calloptie op die onder liggende waarde meestal ook stijgen; en
▶ dan zal de premie van een putoptie op die onder liggende waarde meestal dalen.
Daalt de prijs van de onderliggende waarde:
▶ dan zal de premie van een calloptie op die onder liggende waarde meestal ook dalen; en
▶ dan zal de premie van een putoptie op die onder liggende waarde meestal stijgen.
De prijs van de onderliggende waarde is EUR 100,. De prijs van een putoptie op deze onderliggende waarde met een uitoefenprijs van EUR 100, is EUR 3,00 (tijd en verwachtingswaarde). Als de prijs van de onderliggende waarde naar EUR 103,50 stijgt, blijft de intrinsieke waarde nul. Maar de tijd en verwachtingswaarde daalt dan, bijvoorbeeld tot EUR 2,30. De prijs van de onderliggende waarde is dus gestegen met 3,5%. Maar de prijs van de putoptie is gedaald met 23%.
Overzicht van de relatie tussen de premie en de onderliggende waarde van een optie
Premie calloptie
De onderliggende waarde stijgt omhoog
De onderliggende waarde daalt omlaag
Premie putoptie
De onderliggende waarde stijgt omlaag
De onderliggende waarde daalt omhoog
Let op
Bij een aandelenoptie op Euronext Liffe Amsterdam is de vaste contractgrootte 100 aandelen. De premie rekent met 1 aandeel. Koopt u dus een aandelenoptie waarvan de premie op een bepaald moment EUR 3, is?
Xxx moet u 100 keer EUR 3, = EUR 300, betalen voor deze optie. Bij een indexoptie is de contractgrootte meestal 100 keer de waarde van de index.
2.5. Wat is een ‘in the money’ optie?
Ligt de prijs van de onderliggende waarde hoger dan de uitoefenprijs van een calloptie? Of ligt de prijs van de onderliggende waarde lager dan de uitoefenprijs van een putoptie? Dan noemen we dat een ‘in the money’ optie. Een ‘in the money’ optie heeft intrinsieke waarde en tijd en verwachtingswaarde. Een optie met een hoge intrinsieke waarde wordt een ‘deep in the money’ optie genoemd.
2.4. Wat is de hefboom van opties?
Een kenmerk van opties is dat zij een hefboom hebben. Zie hierover ook artikel 2.11 (Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten?) van de Bijlage Beleggen. Een hefboom zorgt ervoor dat de winst die u kunt maken, hoger is dan de winst die u kunt maken als u direct in de onderliggende waarde belegt. U hoeft namelijk maar een klein bedrag te beleggen, terwijl uw kansen op winst gelijk zijn. Hier staat tegenover dat uw verlies ook groter kan zijn dan het verlies dat u kunt maken als u direct in de onderliggende waarde belegt.
Een voorbeeld
De prijs van een onderliggende waarde is EUR 100,. De prijs van een calloptie op deze onderliggende waarde met een uitoefenprijs van EUR 100, is EUR 4,50 (tijd en verwachtingswaarde). Als de prijs van de onderliggende waarde naar EUR 103,50 stijgt, zal de prijs van de calloptie stijgen tot bijvoorbeeld EUR 6,40 (EUR 3,50 intrinsieke waarde plus EUR 2,90 tijd en verwachtingswaarde). De prijs van de onderliggende waarde is dus gestegen met 3,5% (van EUR 100, naar EUR 103,50). Maar de prijs van de calloptie is
gestegen met 42% (van EUR 4,50 naar EUR 6,40).
2.6. Wat is een ‘at the money’ optie?
Is de uitoefenprijs van een optie ongeveer hetzelfde als de prijs van de onderliggende waarde? Xxx noemen we dat een ‘at the money’ optie. De premie bestaat vooral uit tijd en verwachtingswaarde.
2.7. Wat is een ‘out of the money’ optie?
Ligt de prijs van de onderliggende waarde lager dan de uitoefenprijs van een calloptie? Of ligt de prijs van de onderliggende waarde hoger dan de uitoefenprijs van een putoptie? Dan noemen we dat een ‘out of the money’ optie. En liggen die prijzen heel ver uit elkaar, dan noemen we dat een ‘far out of the money’ optie. Een ‘(far) out
of the money’ optie heeft geen intrinsieke waarde. De premie bestaat geheel uit tijd en verwachtingswaarde.
2.8. Wat zijn de contractkenmerken van opties?
Een optie is een standaardcontract met vaste en wisselende kenmerken. Deze kenmerken noemen we de contractkenmerken.
De vaste contractkenmerken staan de hele looptijd vast. Behalve bij bijzondere gebeurtenissen. Zie ook artikel 2.11. (Kan de optiebeurs de contractkenmerken van een optie aanpassen?).
De vaste contractkenmerken zijn onder meer:
▶ de onderliggende waarde;
▶ de contractgrootte. Dit is de vaste hoeveelheid van een onderliggende waarde van een optie. Meestal is dit 100;
▶ de looptijd;
▶ de expiratiedatum;
▶ de uitoefenprijs; en
▶ de stijl (Amerikaans of Europees).
Een voorbeeld
Aan de manier waarop de beurs een optie noteert ziet u de belang rijkste contractkenmerken. Een optie op Euronext Liffe Amsterdam heeft bijvoorbeeld de volgende notering: RD Call Dec25 30. Dit betekent dat deze optie de volgende contractkenmerken heeft:
▶ RD: dit is een optie met als onderliggende waarde het aandeel (Royal Dutch) Shell
▶ Call: dit is een calloptie
▶ Dec25: de expiratiedatum van deze optie is op de derde vrijdag in december 2025
▶ 30: deze optie heeft een uitoefenprijs van EUR 30,.
2.9. Wie bepaalt de contractkenmerken?
De optiebeurs bepaalt de contractkenmerken van een optie. Zo bepaalt die beurs:
▶ voor welke onderliggende waarden er opties zijn.
De onderliggende waarde is het beleggingsproduct (bijvoorbeeld een aandeel) of een andere waarde (bijvoorbeeld een index) die u met een optie kunt kopen of verkopen. De optiebeurs kiest zo veel mogelijk voor onderliggende waarden waarin actief wordt gehandeld, meestal op officiële beurzen. Een optie heeft altijd maar één soort onderliggende waarde.
▶ welke looptijd een optie krijgt. Er bestaan verschillende
looptijden. Er zijn maandopties met een looptijd van één maand tot vijf jaar. Maar er zijn ook weekopties.
▶ welke uitoefenprijs een optieserie krijgt. Opties
kunnen verschillende uitoefenprijzen hebben. In het begin zullen in een optieklasse niet alle mogelijke optieseries met verschillende uitoefenprijzen beschikbaar zijn. Maar tijdens de looptijd van een optieklasse kan de optiebeurs wel nieuwe optieseries met andere uitoefenprijzen invoeren. Bijvoorbeeld omdat de onderliggende waarde veel is gestegen of gedaald.
2.10. Wat is de munteenheid van een optie?
De optiebeurs bepaalt ook wat de munteenheid of valuta van een optie wordt. Kiest de optiebeurs een nieuwe optieklasse? Dan bepaalt zij gelijk wat de hoofdmarkt voor de onderliggende waarde van die optie is. Meestal is dit de thuismarkt, dat wil zeggen het land van herkomst van die onderliggende waarde. De munteenheid van het land van herkomst van de onderliggende waarde wordt dan meestal ook de munteenheid waarin de opties op die onderliggende waarde worden genoteerd.
2.11. Kan de optiebeurs de contractkenmerken van een optie aanpassen?
De optiebeurs kan de contractkenmerken van een optie aanpassen. Bijvoorbeeld bij:
▶ een fusie of overname
▶ een splitsing
▶ een claimemissie
▶ de uitgifte van bonusaandelen.
De optiebeurs kan de onderliggende waarde vervangen en de uitoefenprijs, de contractgrootte en het aantal opties aanpassen. De beurs past het aantal opties aan, als de beurs bijvoorbeeld 1 optie van u aanpast naar 2 opties.
De optiebeurs zal uw optie niet aanpassen bij uitkering van normale dividenden. Het maakt daarbij niet uit of deze dividenden worden uitgekeerd in geld, in aandelen of als keuzedividend.
2.12. Kan de optiebeurs ingrijpen in de handel in opties? De optiebeurs kan ingrijpen in de handel in opties door bepaalde maatregelen te nemen. U kunt dan mogelijk niet op ieder gewenst moment uw winst realiseren of uw verlies beperken. De optiebeurs kan in buitengewone situaties en als dat noodzakelijk is om de markt ordelijk en eerlijk te houden:
▶ de handel in opties beperken;
▶ extra voorwaarden aan de handel in opties toevoegen;
▶ de handel in opties uitstellen;
▶ de handel in opties stoppen. De optiebeurs kan besluiten een optieklasse uit de notering te nemen. Bijvoorbeeld als de onderliggende waarde niet langer
leverbaar is. Dan zal de optiebeurs de waarde die uw optie nog heeft in geld afrekenen; of
▶ uitgevoerde orders doorhalen. Dit betekent dat alle
orders die in een bepaalde periode zijn uitgevoerd door de optiebeurs worden teruggedraaid.
De optiebeurs zal er zoveel mogelijk doorlopend voor zorgen dat de handel in opties doorgaat. Maar soms lukt dat niet. Bijvoorbeeld doordat de optiebeurs last heeft van een storing in communicatielijnen of computersystemen. De handel kan daardoor verstoord raken en u of de bank kunnen daardoor schade krijgen. Leest u ook artikel 4.16 (Wie is aansprakelijk voor de beleggingsdiensten van de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
De optiebeurs houdt toezicht op de handel, maar zij geeft geen garantie dat er geen onregelmatigheden kunnen voorkomen. Opereert een optiebeurs in een land van de Europese Economische Ruimte? Dan houdt de toezichthouder van dat land toezicht op die optiebeurs.
Dit is zo geregeld volgens Europese richtlijnen.
2.13. Wat gebeurt er met mijn optie als er tijdelijk geen handel is in de onderliggende waarde?
Wordt de handel in een onderliggende waarde verstoord of onderbroken? Dan wordt de handel in de opties op die onderliggende waarde vaak uitgesteld of gestopt.
Bij indexopties zal de optiebeurs de handel meestal uitstellen of stoppen als:
▶ de handel in de onderliggende waarden van die index,
helemaal of voor een deel is verstoord of gestopt; of
▶ de optiebeurs niet meer de hele tijd zonder verstoring en zonder onderbreking kan beschikken over de berekende indexwaarde.
3. De werking en risico’s van opties
3.1. Hoe werkt een optie?
U kunt een optie kopen. U bent dan de koper en u heeft hierdoor een recht. U bepaalt tijdens de looptijd van de optie zelf of u van dat recht gebruik maakt. Maar u kunt ook een optie die u niet heeft, verkopen. U bent dan de verkoper (schrijver) en u heeft hierdoor een plicht. Oefent een koper de optie uit? Dan moet u uw verplichtingen nakomen. Zie ook artikel 5.3 (Hoe eindigt mijn geschreven optie?). Soms kan de optiebeurs ook uw gekochte optie voor u uitoefenen. U leest hier meer over in artikel 3.3 (Hoe kan ik mijn opties zelf uitoefenen of hoe oefent de beurs mijn gekochte opties uit?) van de Voorwaarden Opties.
3.2. Wat gebeurt er als ik een calloptie koop?
Koopt u een calloptie? Dan:
▶ koopt u het recht om tijdens de uitoefenperiode de onderliggende waarden tegen de uitoefenprijs te kopen;
▶ betaalt u de premie en kosten voor deze calloptie;
▶ schrijft de bank uw gekochte calloptie bij op uw beleggingsrekening; en
▶ krijgt u hierdoor op uw beleggingsrekening een gekochte positie of ook wel een long positie in deze calloptie.
3.3. Wanneer koop ik een calloptie?
U koopt een calloptie als u verwacht dat de onderliggende waarde gaat stijgen. U maakt winst als de prijs van de onderliggende waarde op een bepaald moment hoger is dan de uitoefenprijs van uw optie. U moet van de winst dan nog wel de premie en de kosten aftrekken die u voor uw calloptie betaald heeft.
Heeft u een calloptie op aandelen? Dan kan het interessant zijn om uw calloptie uit te oefenen vóór de datum waarop de aandelen dividend uitkeren, omdat u dan het dividend krijgt dat de aandelen uitkeren. De datum
waarop een aandeel dividend uitkeert noemen we de ex dividend datum. Oefent u uw calloptie niet uit? Dan zal de waarde van uw optie op de exdividend datum dalen.
Leest u ook artikel 5.9 (Wat is dividendstripping?). U loopt met een gekochte calloptie het risico dat uw verwachting niet uitkomt en de prijs van de onderliggende waarde daalt. Dan kunt u maximaal de premie verliezen die u betaald heeft plus de kosten.
3.4. Wat gebeurt er als ik een putoptie koop?
Koopt u een putoptie? Dan:
▶ koopt u het recht om tijdens de uitoefenperiode de onderliggende waarden tegen de uitoefenprijs te verkopen;
▶ betaalt u de premie en kosten voor deze putoptie;
▶ schrijft de bank uw gekochte putoptie bij op uw beleggingsrekening; en
▶ krijgt u hierdoor op uw beleggingsrekening een gekochte positie of ook wel een long positie in deze putoptie.
3.5. Wanneer koop ik een putoptie?
U koopt een putoptie als u verwacht dat de onderliggende waarde gaat dalen. U maakt winst als de prijs van de onderliggende waarde op een bepaald moment lager is dan de uitoefenprijs van uw optie. U moet hier dan nog wel de premie en de kosten van aftrekken die u voor uw optie betaald heeft. U loopt met een gekochte putoptie het risico dat uw verwachting niet uitkomt en de prijs van de onderliggende waarde stijgt. Dan kunt u maximaal de premie verliezen die u betaald heeft plus de kosten.
U kunt ook een putoptie kopen om uw bezittingen te beschermen.
Een voorbeeld
U heeft 100 aandelen XYZ met een prijs van EUR 100. U koopt 1 putoptie met een uitoefenprijs van EUR 95 en u betaalt hiervoor EUR 200. Stel dat uw aandelen dalen naar een prijs van EUR 50. Dan kunt u uw optie uitoefenen en uw aandelen voor EUR 95 per stuk verkopen. Door uw putoptie is uw verlies op uw aandelen beperkt tot EUR 500. Daarnaast heeft u EUR 200 premie betaald voor uw putoptie. Uw totale verlies is dus EUR 700. Had u geen putoptie gekocht, dan zou u in dit geval EUR 5.000 verlies gehad hebben op uw aandelen.
In dit voorbeeld houden we geen rekening met de kosten die u moet betalen voor de aandelen en voor de putoptie.
Let op
Aan het kopen van opties zitten risico’s. U moet geen opties kopen, als u niet wilt dat u uw inleg kunt verliezen. Uw inleg zijn de premie en de kosten die u voor uw optie moet betalen.
▶ heeft u niet een recht maar een plicht om te kopen;
▶ schrijft de bank uw geschreven putoptie bij (negatief aantal) op uw beleggingsrekening; en
▶ krijgt u hierdoor op uw beleggingsrekening een verkochte positie of ook wel een short positie in deze putoptie.
3.6. Wat gebeurt er als ik een calloptie schrijf?
Schrijft u een calloptie? Dan:
▶ verkoopt u het recht aan de koper om tijdens de uitoefenperiode de onderliggende waarden tegen de uitoefenprijs van u te kopen;
▶ krijgt u de premie voor deze calloptie;
▶ betaalt u kosten;
▶ heeft u niet een recht maar een plicht om te verkopen;
▶ schrijft de bank uw geschreven calloptie bij (negatief aantal) op uw beleggingsrekening; en
▶ krijgt u hierdoor op uw beleggingsrekening een verkochte positie of ook wel een short positie in deze calloptie.
3.7. Wanneer schrijf ik een calloptie?
U schrijft een calloptie als u verwacht dat de onderliggende waarde gaat dalen of gelijk blijft. U maakt winst als de prijs van de onderliggende waarde op een bepaald moment lager is dan de uitoefenprijs van uw optie. Uw maximale winst is dan de premie die u heeft gekregen voor uw optie minus de kosten. Hoe hoog de prijs van de onderliggende waarde ook stijgt, u krijgt nooit meer dan de uitoefenprijs. U loopt met een geschreven calloptie het risico dat uw verwachting niet uitkomt en de prijs van de onderliggende waarde stijgt. Dan kan de koper zijn optie uitoefenen en kan de bank u aanwijzen om de onderliggende waarde tegen de uitoefenprijs te verkopen. Wilt u niet dat u wordt aangewezen, dan moet u tijdig uw geschreven calloptie terugkopen. Hierover leest u meer in artikel 4.5 (Hoe geef ik een order op als ik mijn geschreven optie wil sluiten?). Uw maximale verlies op een geschreven calloptie hangt af van de vraag of u de onderliggende waarden op uw beleggingsrekening heeft. Zie hiervoor artikel 3.10 (Wat is gedekt schrijven?) en 3.11 (Wat is ongedekt schrijven?).
3.8. Wat gebeurt er als ik een putoptie schrijf?
Schrijft u een putoptie? Dan:
▶ verkoopt u het recht aan de koper om tijdens de uitoefenperiode de onderliggende waarden tegen de uitoefenprijs aan u te verkopen;
▶ krijgt u de premie voor deze putoptie;
▶ betaalt u kosten;
3.9. Wanneer schrijf ik een putoptie?
U schrijft een putoptie als u verwacht dat de onder liggende waarde gaat stijgen of gelijk blijft. U maakt winst als de prijs van de onderliggende waarde op een bepaald moment hoger is dan de uitoefenprijs van uw optie. Uw maximale winst is dan de premie die u heeft gekregen voor uw optie minus de kosten. U loopt met een geschreven putoptie het risico dat uw verwachting niet uitkomt en de prijs van de onderliggende waarde daalt.
Dan kan de koper zijn optie uitoefenen en kan de bank u aanwijzen om de onderliggende waarden tegen de uitoefenprijs te kopen. Wilt u niet dat u wordt aange wezen? Dan moet u op tijd uw geschreven putoptie terugkopen. Uw risico is gemaximeerd tot de uitoefenprijs plus de kosten minus de door u ontvangen premie. Zie hiervoor ook artikel 3.11 (Wat is ongedekt schrijven?).
Let op
Bij een geschreven optie loopt u meer risico dan bij een gekochte optie. Bij een gekochte optie kunt u maximaal uw inleg (premie plus de kosten) verliezen. Bij een geschreven optie kunt u zelfs met een schuld blijven zitten. Daarom moet u alleen opties schrijven, als u een ervaren belegger bent en u de risico’s financieel kunt dragen.
Overzicht call- en putopties
Calloptie
Kopen Kooprecht
Schrijven (verkopen) Leveringsplicht (plicht tot verkoop)
Putoptie
Kopen Verkooprecht
Schrijven (verkopen) Afnameplicht (plicht tot koop)
3.10. Wat is gedekt schrijven?
Schrijft u een calloptie en heeft u de onderliggende waarde op uw beleggingsrekening? Dan noemen we dit een gedekt geschreven optie. Uw winst in uw optie is beperkt tot de premie die u heeft gekregen minus de kosten. Uw onderliggende waarde kan ook nog winst of verlies opleveren. Als u bijvoorbeeld bent aangewezen om
Eindsituatie 2b:
Op het expiratiemoment is de prijs van het aandeel gestegen tot EUR 103. U zult dan de aandelen niet hoeven te verkopen. Uw winst op uw optie is EUR 100. Dit is de premie die u heeft ontvangen.
Omdat de aandelen op het moment van schrijven EUR 100 per stuk waren maakt u op uw aandelen EUR 300 winst. Uw totale winst
is daarmee EUR 400. Als u in deze situatie geen calloptie had geschreven had u EUR 300 winst gehad op uw aandelen.
In deze voorbeelden houden we geen rekening met de kosten die u moet betalen voor de aandelen en de calloptie.
de onderliggende waarde te verkopen is de winst of het verlies in de onderliggende waarde het verschil van de prijs op het moment van schrijven en de uitoefenprijs waar u uiteindelijk de onderliggende waarde voor verkoopt.
Voorbeeld 1 – optie met intrinsieke waarde op het moment van schrijven:
Beginsituatie 1:
U heeft 100 aandelen XYZ met een prijs van EUR 100. U schrijft
1 calloptie met een uitoefenprijs van EUR 95 en u ontvangt hiervoor een premie van EUR 600.
Eindsituatie 1a:
Op het expiratiemoment is de prijs van het aandeel gestegen tot EUR 105. U zult dan de aandelen moeten verkopen voor EUR 95. Uw winst op uw optie is EUR 600. Dit is de premie die u heeft ontvangen. Echter u moet de aandelen verkopen voor EUR 95 per stuk. Omdat de aandelen op het moment van schrijven EUR 100 per stuk waren maakt u op uw aandelen EUR 500 verlies. Uw totale winst is daarmee EUR 100. Als u in deze situatie geen calloptie had geschreven, had u EUR 500 winst gehad op uw aandelen.
Eindsituatie 1b:
Op het expiratiemoment is de prijs van het aandeel gedaald tot EUR 90. U zult dan de aandelen niet hoeven te verkopen. Uw winst op uw optie is EUR 600. Dit is de premie die u heeft ontvangen.
Omdat de aandelen op het moment van schrijven EUR 100 per stuk waren maakt u op uw aandelen EUR 1.000 verlies. Uw totale verlies is daarmee EUR 400. Als u in deze situatie geen calloptie had geschreven, had u EUR 1.000 verlies gehad op uw aandelen.
Voorbeeld 2 – optie zonder intrinsieke waarde op het moment van schrijven:
Beginsituatie 2:
U heeft 100 aandelen XYZ met een prijs van EUR 100. U schrijft 1 calloptie met een uitoefenprijs van EUR 105 en u ontvangt hiervoor een premie van EUR 100.
Eindsituatie 2a:
Op het expiratiemoment is de prijs van het aandeel gestegen tot EUR 110. U zult dan de aandelen moeten verkopen voor EUR 105. Uw winst op uw optie is EUR 100. Dit is de premie die u heeft ontvangen. Echter u moet de aandelen verkopen voor EUR 105 per stuk. Omdat de aandelen op het moment van schrijven EUR 100 per stuk waren maakt u op uw aandelen EUR 500 winst. Uw totale winst is daarmee EUR 600. Als u in deze situatie geen calloptie had geschreven had u EUR 1.000 winst gehad op uw aandelen.
3.11. Wat is ongedekt schrijven?
Schrijft u een calloptie zonder dat u de onderliggende waarde heeft? Dan noemen we dit een ongedekt geschreven calloptie of ‘short’ gaan. U loopt veel risico als u een ongedekte calloptie schrijft. Stijgt de prijs van de onderliggende waarde? En wijst de bank u aan om de onderliggende waarde te verkopen? Dan moet u de onderliggende waarde eerst op de beurs kopen tegen een vaak veel hogere prijs dan de uitoefenprijs waartegen u deze moet verkopen. Schrijft u een ongedekte calloptie? Dan moet u goed beseffen dat uw verlies dus onbeperkt kan zijn. Let ook op het risico van dividendstripping (Leest u ook artikel 5.9 (wat is dividendstripping?)).
Geschreven putopties zijn altijd ongedekt. Wijst de bank u aan? Dan moet u de onderliggende waarde kopen. Het risico dat u hierbij loopt is dat u de onderliggende waarde moet kopen tegen de uitoefenprijs en dat is een vaak veel hogere prijs dan de werkelijke prijs is. U krijgt de onderliggende waarde dus al meteen met verlies in uw beleggingsportefeuille. Uw risico is gemaximeerd tot de koopprijs van de onderliggende waarde plus de kosten
minus de premie die u heeft ontvangen voor de geschreven putoptie. De koopprijs is de uitoefenprijs.
Activiteit
Maximale winst (exclusief kosten)
Overzicht van de winstkansen van callopties en putopties
Koop calloptie Onbeperkt
De volatiliteit van de onderliggende waarde wordt uitgedrukt in een percentage. Dit volatiliteitspercentage wordt door de bank ingekocht van een onafhankelijke partij. Het volatiliteitspercentage is geen vast percentage, maar kan door marktomstandigheden per dag veranderen. Het volatiliteitspercentage wordt standaard berekend over de koersontwikkelingen van de afgelopen 125 dagen van de onderliggende waarde. U kunt het actuele volatiliteits
Verkoop calloptie (gedekt)
Beperkt tot ontvangen premie plus of minus het verschil tussen de uitoefenprijs van de optie en de prijs van de onderliggende waarde op het moment van schrijven *)
percentage bij de bank opvragen. Bij buitenlandse opties maakt de bank gebruik van een vast volatiliteitspercentage van 30%.
Koop putoptie
Beperkt tot uitoefenprijs minus betaalde premie
Verkoop calloptie (ongedekt)
Beperkt tot ontvangen premie
3.13 Hoe berekent de bank de margin van een optie?
Voor de berekening van de margin per optiecontract
Verkoop putoptie Beperkt tot ontvangen premie
*) zie situaties 1a en 2a in de voorbeelden in artikel 3.10 (Wat is gedekt schrijven?)
Activiteit
Maximale verlies (exclusief kosten)
Overzicht van de verlieskansen van callopties en putopties
Koop calloptie Beperkt tot betaalde premie
gebruikt de bank de volgende gegevens:
▶ de premie
▶ de contractgrootte (standaard is deze 100)
▶ het volatiliteitspercentage van de onderliggende waarde. Wat het volatiliteitspercentage is leest u in artikel 3.12 (Wat is margin?))
▶ de prijs van de onderliggende waarde
▶ de uitoefenprijs
Berekening margin voor callopties
Margin = 2 x {premie + volatiliteitspercentage x (2 x prijs onder liggende waarde – uitoefenprijs)} x contractgrootte.
▶ Waarbij geldt dat (2 x prijs onderliggende waarde uitoefenprijs) niet lager mag zijn dan de prijs van de onderliggende waarde.
▶ Is (2 x prijs onderliggende waarde – uitoefenprijs) lager dan de prijs van de onderliggende waarde? Dan gebruikt de bank in de berekening van de margin de prijs van de onderliggende waarde.
Een voorbeeld:
Xxxx, u schrijft 1 calloptie XYZ dec. 400 voor EUR 5 bij een prijs van de onderliggende waarde XYZ van 380. En het volatiliteitspercentage voor XYZ is op dat moment 10%. Dan is de berekening van de margin als volgt: Margin = 2 x {5 + 10% x (2 x 380 – 400)} x 100 =
2 x {5 + 10% x (760 – 400) x 100 =
2 x {5 + 10% x (360)} x 100. Maar 360 is lager dan 380, daarom is het niet 360 maar wordt het 380. De berekening van de margin wordt dan: 2 x {5 + 10% x (380)} x 100 =
2 x {5 + 38} x 100 =
2 x 43 x 100 = EUR 8.600 per optiecontract.
Koop putoptie Beperkt tot betaalde premie
De berekening van de margin voor callopties is anders dan die voor putopties.
Koop putoptie (onderliggende waarde op uw beleggingsrekening)
Beperkt tot betaalde premie plus of minus het verschil tussen de uitoefenprijs van de optie en de prijs van de onderliggende waarde op het moment van kopen **)
Verkoop calloptie (gedekt)
Beperkt tot het verlies in waarde van de onderliggende waarde minus ontvangen premie ***)
Verkoop calloptie (ongedekt)
Onbeperkt
Verkoop putoptie De uitoefenprijs minus ontvangen premie
**) zie voorbeeld in artikel 3.5 (Wanneer koop ik een putoptie?)
***) zie situatie 1b in het voorbeeld in artikel 3.10 (Wat is gedekt schrijven?)
3.12. Wat is margin?
Aan geschreven posities zitten risico’s. Een geschreven optie houdt in dat u een verplichting heeft om een bepaald aantal onderliggende waarden te kopen of te verkopen. Om er zeker van te zijn dat u die verplichting kunt nakomen, verlangt de bank dat u zekerheid aanhoudt. Deze zekerheid moet u aan houden zolang u de geschreven optie op uw beleggingsrekening heeft. Dit noemen we de marginverplichting. Leest u ook artikel 2.4 (Wat houdt marginverplichting in?) van de Voor waarden Opties. De margin is afhankelijk van onder meer de optiepremie van uw geschreven optie, de prijs van de onderliggende waarde en de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van de onderliggende waarde. Hierdoor verandert uw marginverplichting bijna dagelijks.
Berekening margin voor putopties
Margin = 2 x {premie + volatiliteitspercentage x (2 x uitoefenprijs – prijs onderliggende waarde)} x contractgrootte.
▶ Waarbij geldt dat (2 x uitoefenprijs – prijs onderliggende waarde) niet lager mag zijn dan de uitoefenprijs.
▶ Is (2 x uitoefenprijs – prijs onderliggende waarde) lager dan de uitoefenprijs? Dan gebruikt de bank de uitoefenprijs.
▶ De margin voor putopties is beperkt tot maximaal de afname verplichting. De afnameverplichting is de uitoefenprijs vermenig vuldigd met de contractgrootte.
Een voorbeeld:
Xxxx, u schrijft 1 putoptie XYZ dec. 240 voor EUR 5 bij een prijs van de onderliggende waarde XYZ van 300. En het volatiliteitspercentage voor XYZ is op dat moment 10%. Dan is de berekening van de margin als volgt: Margin = 2 x {5 + 10% x (2 x 240 – 300)} x 100 =
2 x {5 + 10% x (480 – 300)} x 100 =
= 2 x {5 + 10% x (180)} x 100. Maar 180 is lager dan 240, daarom is het niet 180 maar wordt het 240. De berekening van de margin wordt dan: 2 x {5 + 10% x (240)} x 100 =
2 x {5 + 24} x 100 =
2 x 29 x 100 = EUR 5.800 per optiecontract.
Tot slot moet u zelf rekening houden met de positielimiet van een optieserie. De optiebeurs bepaalt de positielimiet voor optieseries. Zie ook artikel 2.1 (Welke regels gelden als ik een order voor een optie opgeef bij de bank?) van de Voorwaarden Opties.
4.2. Hoe geef ik een order op als ik een optie wil kopen? Wilt u een optie kopen? Xxx geeft u aan de bank een order op voor een zogenoemde openingskoop. Voert de optiebeurs uw order uit? Xxx krijgt u een long positie op uw beleggingsrekening voor deze optie.
4.3. Hoe geef ik een order op als ik een optie wil schrijven?
Wilt u een optie schrijven? Xxx geeft u aan de bank een order op voor een zogenoemde openingsverkoop. Voert de optiebeurs uw order uit? Xxx krijgt u een short positie op uw beleggingsrekening voor deze optie.
Heeft u meer optieposities met een marginverplichting op uw beleggingsrekening, dan telt de bank deze margins bij elkaar op. Dit totaal is dan de marginverplichting die voor uw beleggingsrekening geldt.
4. Orders
4.1. Hoe geef ik een order op voor een optie?
Wilt u een order voor een optie opgeven bij de bank? Dan moet u hierbij de kenmerken van de optieserie opgeven.
Deze kenmerken zijn:
▶ de optieklasse. Bijvoorbeeld het aandeel PHI (aandeel Philips);
▶ de optiesoort (call of putoptie);
▶ de looptijd; en
▶ de uitoefenprijs.
Ook moet u opgeven:
▶ hoeveel opties u wilt kopen of verkopen;
▶ of het een openingskoop of verkoop is of een sluitingskoop of verkoop is;
▶ welke prijslimiet u aan uw order wilt meegeven; en
▶ welke tijdslimiet u aan uw order wilt meegeven.
4.4. Hoe geef ik een order op als ik mijn gekochte optie wil sluiten?
Wilt u uw gekochte optie sluiten? Xxx geeft u aan de bank een order op voor een zogenoemde sluitingsverkoop.
Voert de optiebeurs uw order uit? Dan sluit de bank uw long positie. Daarmee verdwijnt deze optie van uw beleggingsrekening.
4.5. Hoe geef ik een order op als ik mijn geschreven optie wil sluiten?
Wilt u uw geschreven optie sluiten? Xxx geeft u aan de bank een order op voor een zogenoemde sluitingskoop. Voert de optiebeurs uw order uit? Dan sluit de bank uw short positie. Daarmee verdwijnt deze optie van uw beleggingsrekening.
4.6. Xxx het gebeuren dat ik mijn optie niet kan sluiten? Het kan soms gebeuren dat het niet lukt uw optie te sluiten. De optiebeurs kan geen garantie geven dat de markt voor elke optieserie altijd groot genoeg is om uw optie te sluiten.
5. Eindigen en uitoefenen van opties
5.1. Ik heb een optie gekocht. Hoe eindigt mijn optie? Heeft u een optie gekocht? Dan kan uw optie op vier manieren eindigen:
▶ U kunt uw gekochte optie uitoefenen tijdens de
uitoefenperiode. U maakt dan gebruik van uw recht om de onderliggende waarden tegen de uitoefenprijs te kopen bij een calloptie of te verkopen bij een putoptie. U kunt alleen een optie met een Amerikaanse stijl
tijdens de hele looptijd uitoefenen. Wat Amerikaanse stijl is, leest u in artikel 5.6 (Wat is de stijl van een optie?). Verder moet u zelf rekening houden met de uitoefenlimiet van een optieserie. De optiebeurs bepaalt de uitoefenlimieten voor alle optieseries. Zie ook artikel 2.1 (Welke regels gelden als ik een order voor een optie opgeef bij de bank?) van de Voorwaarden Opties.
▶ U kunt uw gekochte optie verkopen tijdens de looptijd.
Dit noemen we opties sluiten. U eindigt uw gekochte optie met een sluitingsverkoop. Zie hiervoor artikel 4.4 (Hoe geef ik een order op als ik mijn gekochte optie wil sluiten?).
▶ Uw optie kan ook waardeloos eindigen na de looptijd.
Dit gebeurt als uw optie ‘out of the money’ is. Na de expiratiedatum bestaat uw optie niet meer. Heeft u uw optie niet op tijd uitgeoefend of verkocht? Dan eindigt uw optie na de expiratiedatum vanzelf. Wat de expiratiedatum is, leest u in artikel 5.5 (Wat is de expiratiedatum?).
▶ Is uw optie bij de expiratie ‘in the money’? Dan wordt
uw optie door de optiebeurs uitgeoefend, ook al doet u zelf niets. Zie hiervoor artikel 3.3 (Hoe kan ik mijn gekochte opties zelf uitoefenen of hoe oefent de beurs mijn gekochte opties uit?) van de Voorwaarden Opties.
5.2. Hoe geef ik een opdracht op als ik mijn gekochte optie wil uitoefenen?
Wilt u uw gekochte optie uitoefenen? Xxx geeft u de bank daarvoor een opdracht. Bij een putoptie mag u deze alleen uitoefenen als u de onderliggende waarde heeft. U kunt deze opdracht niet meer tegenhouden nadat u uw opdracht aan de bank heeft gegeven. Als de clearingorganisatie de opdracht van de bank heeft ontvangen, bent u verplicht om:
▶ de onderliggende waarde te kopen tegen de
uitoefenprijs bij een calloptie;
▶ de onderliggende waarde te verkopen tegen de uitoefenprijs bij een putoptie.
Wat een clearingorganisatie is, leest u in artikel 5.4
(Wat is een clearingorganisatie?).
5.3. Hoe eindigt mijn geschreven optie?
Heeft u een optie geschreven? Dan kan uw optie op drie manieren eindigen:
▶ U kunt worden aangewezen tijdens de uitoefenperiode
of bij expiratie als de optie ‘in the money’ is. De koper oefent dan zijn optie uit. U moet dan tegen de uitoefenprijs:
▶ de onderliggende waarde verkopen bij een calloptie;
▶ de onderliggende waarde kopen bij een putoptie.
▶ U kunt uw geschreven optie terugkopen tijdens de looptijd. Dit noemen we opties sluiten. U eindigt uw geschreven optie met een sluitingskoop. Zie hiervoor artikel 4.5 (Hoe geef ik een order op als ik mijn geschreven optie wil sluiten?).
▶ Uw ‘out of the money’ optie kan ook eindigen na de looptijd. Na de expiratiedatum bestaat uw optie niet meer. Dan eindigt uw optie na de expiratiedatum
vanzelf. Wat de expiratiedatum is, leest u in paragraaf
5.5 (Wat is de expiratiedatum?).
Let op
Heeft u een calloptie geschreven op aandelen die op een bepaalde datum dividend uitkeren? Xxx moet u rekening houden met de datum van de dividenduitkering. De kans is namelijk groot dat uw geschreven calloptie wordt aangewezen op de dag voordat het dividend wordt uitgekeerd. Leest u ook artikel 5.9 (Wat is dividendstripping?).
5.4. Wat is een clearingorganisatie?
Geeft u aan de bank een opdracht om voor u een optie te kopen, te schrijven of uit te oefenen? Xxx geeft de bank hiervoor een opdracht aan een clearingorganisatie. De clearingorganisatie zorgt voor de afwikkeling van opties. De clearingorganisatie houdt alle long en short posities bij die er als gevolg van de handel in opties zijn. De clearing organisatie stelt zich juridisch gezien op tussen de banken.
De banken treden op namens hun klanten die beleggen in opties. Bent u bijvoorbeeld de koper van een optie?
Dan sluit u geen contract met de verkopende partij (de schrijver) ook al zou u dat misschien denken. De
clearingorganisatie is namelijk de tegenpartij van uw bank en van de bank van de schrijver. De clearingorganisatie is de zogenoemde centrale tegenpartij.
5.5. Wat is de expiratiedatum?
Voor opties op een binnenlandse optiebeurs is de expiratiedatum de derde vrijdag van de uitoefenmaand. Behalve bij opties met een uitoefenperiode korter dan een maand, zoals dagopties en weekopties. Is deze derde vrijdag geen handelsdag? Dan is de handelsdag vóór deze derde vrijdag van de maand de expiratiedatum. Op buiten landse optiebeurzen kan de expiratiedatum een andere dag zijn.
De handel in aflopende optieseries stopt op de expiratie datum aan het einde van de beursdag. Hierna kunt u uw optie niet meer uitoefenen. Voor indexopties stopt de handel vaak eerder op de handelsdag.
5.6. Wat is de stijl van een optie?
Er bestaan twee verschillende stijlen van opties: Amerikaanse en Europese stijl. Heeft u een optie Amerikaanse stijl gekocht? Dan kunt u uw optie op ieder moment tijdens de looptijd uitoefenen. Aandelenopties op Euronext Liffe Amsterdam zijn opties met een Amerikaanse stijl. Bij een optie Europese stijl kunt u uw optie alleen uitoefenen op de uitoefendatum. U kunt uw optie met een Europese stijl natuurlijk wel eerder sluiten met een sluitingsverkoop of een sluitingskoop. Indexopties op Euronext Liffe Amsterdam zijn opties met een Europese stijl.
5.7. Hoe kunnen opties worden afgewikkeld?
Opties kunnen op twee manieren worden afgewikkeld, namelijk:
▶ door de onderliggende waarde te kopen of te
verkopen, zoals bij aandelenopties; of
▶ door de optie af te rekenen in geld, zoals bij indexopties.
De manier waarop de optie wordt afgewikkeld, hangt van de soort optie af.
Het afrekenen in geld noemen we ‘cash settlement’. Dit gebeurt op basis van de uitoefenprijs en de afrekeningswaarde. De afrekeningswaarde is de koers van de onderliggende waarde waarop opties op de expiratiedatum worden afgerekend of verrekend. De afrekeningswaarde noemen we ook wel de settlementprijs.
De beurs bepaalt de settlementprijs voor een indexoptie op de expiratiedatum. De settlementprijs verandert niets aan de margin; deze blijft gebaseerd op de prijs en geldt nog de hele dag (zie ook artikel 3.13 (Hoe berekent de bank de margin van een optie?)).
Wordt een optie in geld verrekend, dan:
▶ krijgt de koper van een calloptie het verschil tussen de uitoefenprijs en de settlementprijs. Maar alleen als de uitoefenprijs de laagste van de twee is; en
▶ krijgt de koper van een putoptie het verschil tussen de uitoefenprijs en de settlementprijs. Maar alleen als de uitoefenprijs de hoogste van de twee is.
▶ moet de verkoper van een calloptie het verschil tussen de uitoefenprijs en de settlementprijs betalen. Maar alleen als de uitoefenprijs de laagste van de twee is;
en
▶ moet de verkoper van een putoptie het verschil tussen de uitoefenprijs en de settlementprijs betalen. Maar alleen als de uitoefenprijs de hoogste van de twee is.
5.8. Hoe wordt de onderliggende waarde van een optie geleverd en betaald?
Voor de levering van aandelen als gevolg van uitoefening van een aandelenoptie, geldt dat aandelen die op de dag van een uitoefening inclusief dividend worden genoteerd, het zogenaamde ‘cumdividend’, ook inclusief dividend moeten worden geleverd. Zie ook 5.9 (Wat is dividendstripping?). Een optiebeurs behoudt zich het recht voor in bijzondere situaties te bepalen dat uitgeoefende opties niet door levering maar door verrekening in geld zullen worden afgewikkeld. Dit gebeurt op basis van zogenoemde verrekenprijzen die door de optiebeurs zullen worden vastgesteld.
5.9. Wat is dividendstripping?
Op aandelen kan dividend worden uitgekeerd. Hiervoor maakt de uitgevende instelling de zogenoemde ‘ex dividend datum’ bekend. De dag vóór die datum moet u het beleggingsproduct hebben om het dividend te kunnen krijgen. Stel u heeft een geschreven calloptie op het aandeel XYZ. En uw calloptie wordt aangewezen op de dag vóór de exdividend datum? Dan wordt u daarover de eerstvolgende werkdag door de bank geïnformeerd. Zie hiervoor artikel 3.4 (Wat doet de bank als mijn geschreven optie is aangewezen of als mijn geschreven optie bij expiratie ‘in the money’ is?) van de Voorwaarden Opties. Dan moet u de aandelen XYZ met het dividend leveren en heeft u dus geen recht meer op het dividend van die aandelen. Want u moet dat dividend aan de koper van uw optie geven. De koper van de optie die zijn recht uitoefent op de dag voor de exdividend datum koopt hiermee de aandelen met het recht op dividend. Dit noemen we dividendstripping. Heeft u niet de aandelen, maar een gekochte calloptie als dekking voor uw geschreven calloptie? Dan kunt u uw gekochte calloptie vanaf de ex dividend datum alleen nog uitoefenen voor de aandelen zonder het dividend. Terwijl u door uw aangewezen calloptie de aandelen moet leveren met het dividend.
U heeft hierdoor dus altijd een tekort voor het bedrag van het dividend. Dit bedrag zult u dan nog moeten betalen. De bank zal dit bedrag afschrijven van uw betaalrekening. Heeft u een geschreven calloptie op aandelen zonder dat u de aandelen heeft? En wilt u niet het risico lopen dat u de aandelen moet leveren met het dividend? Xxx moet u uw geschreven calloptie sluiten vóór de exdividend datum.
5.10. Wat is doorrollen?
Heeft u een optie? Dan kunt u deze optie sluiten en tegelijkertijd een nieuwe optie kopen of schrijven. De nieuwe optie moet dan wel dezelfde onderliggende waarde hebben. De afloopdatum van de nieuwe optie ligt verder weg dan de afloopdatum van de optie die u eerst had.
De uitoefenprijs van de nieuwe optie kan ook anders zijn dan van de optie die u eerst had.
6. Doelen van opties
6.1. Met welke doelen kan ik in opties beleggen?
U kunt voor verschillende doelen in opties beleggen.
U kunt bijvoorbeeld beleggen in opties, omdat u daarmee:
▶ koerswinst wilt halen (zie artikel 6.2 (Hoe kan ik in opties beleggen, als ik koerswinst wil halen?))
▶ extra inkomen wilt krijgen op uw aandelen (zie artikel
6.3 (Hoe kan ik in opties beleggen, als ik extra inkomen wil krijgen op mijn aandelen?))
▶ uw beleggingsportefeuille wilt beschermen tegen
koersdalingen (zie artikel 6.4 (Hoe kan ik in opties beleggen, als ik mijn beleggingsportefeuille wil beschermen tegen koersdalingen?))
▶ uw koopprijs of verkoopprijs van de onderliggende
waarde vast wilt leggen (zie artikel 6.5 (Hoe kan ik in opties beleggen, als ik de koopprijs of de verkoopprijs van de onderliggende waarde wil vastleggen?)).
6.2. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik koerswinst wil halen?
Als u een optie koopt, dan verwacht u een verandering in de prijs van de onderliggende waarde. Koopt u een calloptie? Dan verwacht u een stijging van de prijs. Koopt u een putoptie? Xxx verwacht u een daling. In beide gevallen kunt u in opties een in verhouding grotere winst halen dan wanneer u met hetzelfde bedrag in de onderliggende waarde zelf zou handelen. Dit komt door het hefboomeffect. Zie artikel 2.4 (Wat is de hefboom van opties?). Bij een stijging van de prijs van de onderliggende waarde zal in het algemeen de premie van de calloptie ook stijgen. En bij een daling van de prijs van de onderliggende waarde zal de premie van de putoptie stijgen. Hierdoor kunt u winst op uw optie halen.
6.3. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik extra inkomen wil krijgen op mijn aandelen?
Wilt u extra inkomen uit uw aandelen krijgen? Dan kunt u callopties schrijven op uw aandelen. Dit doet u als u de onderliggende waarde in uw beleggingsportefeuille heeft. Zo vormt de premie die u krijgt een extra rendement op aandelen in uw beleggingsportefeuille, zolang u niet wordt aangewezen. Wordt u wel aangewezen? Dan moet u de aandelen tegen de uitoefenprijs verkopen. De uitoefenprijs is dan meestal lager dan de werkelijke prijs. U mist hierdoor dus een deel van de winst die u had kunnen krijgen bij verkoop van de aandelen op het moment van expiratie.
6.4. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik mijn beleggingsportefeuille wil beschermen tegen koersdalingen?
Wilt u uw beleggingsportefeuille beschermen tegen dalende prijzen? Dan kunt u een putoptie kopen. Welke uitoefenprijs u kiest, bepaalt tot hoever u uw beleggings portefeuille beschermt. Daalt de prijs niet, dan is uw maximale verlies de premie die u voor uw putoptie heeft betaald.
Sommige beleggers schrijven een gedekte calloptie om hun beleggingsportefeuille te beschermen. Dat kan ook, maar dat werkt alleen als de prijs maar heel licht daalt. Namelijk tot het bedrag van de premie die u voor uw geschreven calloptie heeft gekregen. Daalt de prijs meer, dan heeft u geen bescherming meer.
6.5. Hoe kan ik in opties beleggen, als ik de koopprijs of verkoopprijs van de onderliggende waarde wil vastleggen?
Wilt u in de toekomst uw onderliggende waarde kopen tegen een bepaalde prijs? Dan kunt u een calloptie kopen. U verwacht dat de prijs van de onderliggende waarde zal stijgen. Stijgt de prijs van de onderliggende waarde niet? Dan is uw maximale verlies de premie die u voor uw calloptie heeft betaald. Maar als u nog steeds van plan bent de onderliggende waarde te kopen, dan kunt u die op dat moment misschien wel tegen een veel lagere prijs zelf kopen.
Wilt u in de toekomst een onderliggende waarde verkopen tegen een bepaalde prijs? Dan kunt u een putoptie kopen. U verwacht dat de prijs van de onderliggende waarde zal dalen. Daalt de prijs van de onderliggende waarde niet?
Dan is uw maximale verlies de premie die u voor uw putoptie heeft betaald. Maar als u nog steeds van plan bent om uw onderliggende waarde te verkopen, dan kunt u die op dat moment misschien wel tegen een veel hogere prijs zelf verkopen.
7. Exposure
7.1. Wat is exposure?
De exposurewaarde is een maatstaf om het risico van een beleggingsportefeuille te beoordelen. Het geeft aan hoe gevoelig uw beleggingsportefeuille is voor veranderingen in de markt, doordat u belegt in opties. De bank berekent hiervoor de exposurewaarde van uw beleggingsportefeuille. Dat is de waarde die uw beleggingsportefeuille op dat moment heeft in de markt, bijvoorbeeld op een beurs, plus of min de exposurewaarde van uw optieposities.
Opties kunnen de samenstelling en het risico van uw beleggingsportefeuille veranderen. Dat komt door de hefboomwerking van opties. Zie artikel 2.4 (Wat is de hefboom van opties?). Meestal wordt het risico van uw beleggingsportefeuille hoger als u belegt in opties. De bank deelt uw opties voor de exposurewaarde in één van de vermogenscategorieën in. Belegt u met advies van de bank? Dan neemt de bank uw opties mee in de toets of uw beleggingen nog passen bij uw risicoprofiel.
ABN AMRO Bank N.V.
Amsterdam, 1 maart 2023
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
0900 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten). xxxxxxx.xx