Voorwaarden CATV06A Zicht privépakket categorie verkeer
Voorwaarden CATV06A Zicht privépakket categorie verkeer
Dit document bevat de voorwaarden van de verzekering uit de categorie verkeer van het privépakket. De categorie verkeer bestaat uit hulpverlening en de verzekeringsvoorwaarden motorrijtuig, motor/scooter, oldtimer/klassie- ker, rechtsbijstand voor particulier motorrij- tuig, ongevallen in- en opzittenden, schade inzittenden en Pechhulp Nederland. Op het polisblad staat vermeld welke verzekeringen voor u van toepassing zijn.
Inhoudsopgave
Voorwaarden hulpverlening verkeer Verzekeringsvoorwaarden motorrijtuig Verzekeringsvoorwaarden motor/scooter Verzekeringsvoorwaarden oldtimer/klassieker Verzekeringsvoorwaarden rechtsbijstand voor particulier motorrijtuig Verzekeringsvoorwaarden ongevallen in- en opzittenden
Verzekeringsvoorwaarden schade inzittenden Verzekeringsvoorwaarden pechhulp Nederland
Voorwaarden hulpverlening verkeer
Inhoudsopgave
1 Hulpverlening
1.1 Nederland
1.2 Buitenland
1.3 Kosten van slepen, berging, bewaking en vervoer
1.4 Bonus/malus-korting, eigen risico
1.5 Btw
2 Recht op hulpverlening
3 Uitsluitingen
4 Bepalingen en voorwaarden
Artikel 1
Materiële hulpverlening
De hulpverlening bestaat uit:
1.1 Nederland
Verzekerden wordt hulp verleend na een verkeersongeval, brand of een ander van buitenkomend onheil (waaronder niet is begrepen het tot stilstand komen door een mechanisch gebrek) in Nederland en de personenauto of motorfiets/scooter zodanig is beschadigd dat daarmee niet meer verantwoord kan worden gereden of verzekerden door het ongeval niet meer in staat zijn de personenauto of motorfiets/- scooter te besturen. In dergelijke gevallen belast de hulpcentrale zich met de organisatie van de hulpverlening en betaalt de kosten van het vervoer van:
a de personenauto of motorfiets/scooter met de eventuele aanhanger naar een door
verzekerden aan te wijzen herstelinrichting of een ander adres in Nederland;
b verzekerden en hun bagage naar hun woon- plaats of een ander adres in Nederland.
Geen aanspraak op hulpverlening kan echter worden gemaakt en geen vergoeding van kosten zal plaatsvinden als de personenauto of motorfiets/scooter in beslag is genomen, anders dan als gevolg van een verkeersongeval.
1.2 Buitenland
N.B. Hulpverlening in het buitenland is uitsluitend gedekt als deze van toepassing is verklaard op het polisblad. Aan de verzekerden wordt hulp verleend bij een gedekte gebeurtenis in het buitenland met betrekking tot de personenauto of motorfiets/scooter, de aanhangwagen en de bagage. De gedekte gebeurtenissen zijn:
– brand, blikseminslag, explosie, zelfontbranding of kortsluiting
– diefstal of pogingen daartoe, verduistering, oplichting of joyriding;
– hagel, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, aardverschuiving, overstroming of vloedgolf;
– te water of van de weg geraken, omslaan, botsingen, ook als een eigen gebrek van de personenauto of motorfiets/scooter de oorzaak is;
– mechanische storing aan het motorrijtuig;
– elk plotseling van buitenkomend onheil.
1.2.a technische hulp
a toezending van onderdelen voor de personen- auto of motorfiets/scooter en/of aanhangwagen De hulpcentrale belast zich met het verzenden van onderdelen (met inachtneming van plaatselijke wetgevingen), die noodzakelijk zijn voor het rijklaar maken van de personenauto of motorfiets/scooter en/of aanhangwagen, als deze onderdelen op de plaats niet beschikbaar zijn en voor zover voorradig bij de leverancier. De kosten van aankoop, douaneheffingen en retourvracht komen voor rekening van verzekerden. Het annuleren van een bestelling van onderdelen is niet mogelijk.
b repatriëring van de beschadigde personenauto of motorfiets/ scooter en/of aanhangwagen
1 als de personenauto of motorfiets/scooter op de plaats van het ongeval wordt hersteld, laat
de hulpcentrale de personenauto of motor- fiets/scooter naar de plaats van de reis- bestemming vervoeren als dit binnen de geplande reisduur te realiseren is.
2 de hulpcentrale stelt een treinbiljet (als de reis korter duurt dan 12 uur) of een vliegticket ter beschikking van verzekerden teneinde de personenauto of motorfiets/scooter weer te kunnen ophalen als deze op de plaats wordt hersteld, terwijl het herstel meer tijd vergt dan de geplande reisduur (en de verzekerden inmiddels naar Nederland zijn teruggekeerd).
3 als de personenauto of motorfiets en/of aanhangwagen niet meer kan rijden, dan hebben de verzekerden recht op de hierna genoemde hulp en/of vergoeding van kosten. Deze hulp bestaat uit het vervoer van de beschadigde personenauto of motorfiets/- scooter en/of eventuele (beschadigde) aanhangwagen naar een door verzekerden te bepalen adres in Nederland. Voorwaarde is dat de personenauto of motorfiets/scooter niet binnen 3 werkdagen door een (nood)reparatie zodanig gerepareerd kan worden, dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden.
c repatriëring van de teruggevonden (beschadigde) personenauto of motorfiets/- scooter en/of aanhangwagen na diefstal Als de personenauto of motorfiets/scooter en/of aanhangwagen na diefstal in het buitenland wordt teruggevonden hebben verzekerden recht op de hierna genoemde hulp en/of vergoeding van kosten. Deze hulp bestaat uit het vervoer van de (beschadigde) personen- auto of motorfiets/scooter en/of de eventuele (beschadigde) aanhangwagen naar een door de verzekerden te bepalen adres in Nederland.
1.2.b persoonlijke hulp
a advies bij een gedekte gebeurtenis
De verzekerden hebben 24 uur per dag, 7 dagen per week, recht op advies over hoe te handelen ingeval van een gedekte gebeurtenis over- komen in het buitenland. Hiertoe moeten de verzekerden de hulp inroepen van de hulp- centrale.
b beschikbaar stellen van een vervangende bestuurder Een vervangende bestuurder wordt beschikbaar gesteld voor de terugreis naar
Nederland waarbij de hulpcentrale de reis- en | scooter en of de aanhangwagen Als de | ||
verblijfkosten van de vervangende bestuurder | personenauto of motorfiets/scooter en/of de | ||
betaalt, en zijn honorarium (alle reguliere | aanhangwagen door een gedekte gebeurtenis | ||
kosten zoals benzine, onderhoud, tolgelden en | uitvalt, hebben verzekerden recht op hulp bij | ||
zovoort blijven voor rekening van verzekerde), | het reserveren van vervangend vervoer/verblijf, | ||
als de bestuurder van de personenauto of | binnen de mogelijkheden die er zijn. Als na een | ||
motorfiets/scooter: | ongeval of pech het herstel van de personen- | ||
1 | door ziekte, een ongeval of overlijden in het | auto of motorfiets/scooter langer duurt dan 3 | |
buitenland niet in staat is om het voertuig terug | werkdagen of als de personenauto of motor- | ||
te rijden; | fiets/scooter gestolen is en verzekerden | ||
2 | wordt teruggeroepen wegens het feit dat: | xxxxxx niet naar Nederland terug te keren | |
– | tijdens het verblijf van de bestuurder in het | maar de reis voort te zetten, dan zal de hulp- | |
buitenland een familielid in de eerste of tweede | centrale voor zover mogelijk een vervangende | ||
graad of een met de bestuurder duurzaam | personenauto of motorfiets/scooter van gelijke | ||
samenlevende persoon is overleden, of ten | categorie ter beschikking stellen. De hulp- | ||
gevolge van een ongeval of een ernstige ziekte | centrale neemt in dat geval de kosten van de | ||
in een levensbedreigende toestand in een | vervangende personenauto of motorfiets/- | ||
ziekenhuis is opgenomen, één en ander op | scooter voor haar rekening, tot een maximum | ||
voorwaarde dat dit gezien de gezondheids- | bedrag van € 100,– per dag voor: | ||
toestand van de persoon in kwestie | 1 | maximaal 2 dagen om de plaats van de reis- | |
redelijkerwijs niet te voorzien was; | bestemming te bereiken als de personenauto of | ||
– | een van belang zijnde zaakschade door brand, | motorfiets/scooter na herstel of terugvinden | |
inbraak, explosie, blikseminslag, storm of over- | naar de plaats van de reisbestemming wordt | ||
stroming het eigendom van de bestuurder treft, | gebracht; | ||
wat zijn aanwezigheid dringend noodzakelijk | 2 | maximaal 3 dagen om de plaats van de reis- | |
maakt en waarbij hij/zij zonder de personen- | bestemming te bereiken en weer naar huis | ||
auto of motorfiets/scooter naar huis reist | terug te keren als de personenauto of motor- | ||
teneinde tijdig te kunnen terugkeren; | fiets/scooter niet naar de plaats van de reis- | ||
– | hij/zij op verdenking van een verkeersmisdrijf | bestemming kan worden gebracht. | |
in het buitenland in hechtenis is genomen en | Als het ter beschikking stellen van een | ||
daardoor niet in staat is zelf de personenauto | vervangende personenauto of motorfiets/- | ||
of motorfiets/scooter terug te rijden terwijl | scooter niet binnen redelijke termijn kan | ||
niemand van de medereizigers in staat of | plaatsvinden en hierdoor een extra over- | ||
bevoegd is de personenauto of motorfiets/- | nachting onvermijdelijk wordt, vergoedt de | ||
scooter te besturen. | hulpcentrale de kosten van een hotelkamer | ||
c | repatriëring van de met de personenauto of | (één overnachting) tot ten hoogste € 100,– per | |
motorfiets/scooter vervoerde personen De | verzekerde, voor maximaal 5 verzekerden | ||
kosten van het vervoer van de bestuurder en de | ingeval van een personenauto en maximaal 3 | ||
met de personenauto of motorfiets/scooter | verzekerden bij een motorfiets/scooter, één en | ||
vervoerde personen naar een plaats in | ander na goedkeuring door de hulpcentrale. | ||
Nederland worden vergoed. De keuze van de | e | organisatie en bemiddeling | |
wijze van vervoer wordt door de hulpcentrale | De hulpcentrale organiseert, regelt en | ||
bepaald. Verzekerden kunnen echter geen | bemiddelt voor de tot stand koming van | ||
aanspraak op hulpverlening en vergoeding van | onderstaande hulpverlening: | ||
kosten maken als de personenauto of motor- | 1 | de begeleiding van ziekenhuisopname in het | |
fiets/scooter in beslag is genomen anders dan | buitenland; | ||
door een verkeersongeval. | 2 | het voeren van overleg met de behandelend | |
d | organisatie van vervangend vervoer/verblijf na | arts in het buitenland; | |
uitval van de personenauto of motorfiets/- | 3 | het vervoer naar Nederland als medisch |
noodzakelijk;
4 de verzending van medicijnen naar het buiten- land;
5 het geven van advies na doktersbezoek of tijdens ziekenhuisopname in het buitenland;
6 de informatieoverdracht tussen artsen in Nederland en het buitenland;
7 het verstrekken van betalingsgaranties;
8 de terugkeer naar Nederland als overkomst dringend gewenst is;
9 het onderhouden van contacten met familie- leden en dergelijke thuis en in het buitenland;
10 het tolken bij taalproblemen; 11 het overmaken van geld;
12 het overbrengen van berichten;
13 het verstrekken van adviezen bij verlies of dief- stal van geld of waardepapieren;
14 het geven van adviezen bij allerlei acute of minder acute (nood) situaties.
f vergoeding kosten telecommunicatie
De verzekerden hebben recht op vergoeding van de noodzakelijk gemaakte telefoon-, en/of faxkosten om de hulpcentrale te bereiken met een maximum van € 50,–. De kosten van deze vormen van hulpverlening zelf komen niet voor vergoeding in aanmerking. N.B. Als in het geval dat deze hulpverleningsdekking niet van toepassing zou zijn, aanspraak gemaakt zou kunnen worden op het onderdeel ‘Organisatie en bemiddeling’ van een andere verzekering of voorziening, dan wordt de organisatie en bemiddeling beperkt tot ondersteuning of verwijzing naar de instantie die op grond van de andere verzekering of voorziening gehouden is de organisatie en bemiddeling voor deze vormen van hulpverlening te verzorgen.
1.3 Kosten van slepen, berging, bewaking en vervoer De hulpcentrale neemt de kosten van slepen, berging, bewaking en vervoer van de personenauto of motorfiets/scooter voor haar rekening tot de dichtstbijzijnde herstel- inrichting, als de personenauto of motorfiets/- scooter door pech of ongeval wordt getroffen met een maximum van € 700,– in het buiten- land en € 500,– in Nederland. De kosten van herstel of vervanging van onderdelen blijven steeds ten laste van de eigenaar van de personenauto of motorfiets/scooter, met uitzondering van de kosten van herstel
(uitsluitend arbeidsloon) van de personenauto of motorfiets/scooter langs de weg tot ten hoogste € 100,– per gebeurtenis.
1.4 Bonus/malus-korting, eigen risico
Het beroep doen op de in deze voorwaarden beschreven vormen van hulpverlening heeft geen gevolgen voor de eventueel opgebouwde bonus/malus-korting (de zogenaamde
‘no-claimkorting’) op de premie van de motor- rijtuigenverzekering van de verzekerden en een eigen risico is niet van toepassing.
1.5 Btw alle bedragen genoemd onder artikel 1.1 t/m 1.4 zijn inclusief btw
Artikel 2
Recht op hulpverlening
Recht op hulpverlening of vergoeding van kosten bestaat uitsluitend als vooraf contact is opgenomen met de hulpcentrale en de hulp in overleg met hen is uitgevoerd.
Artikel 3 Uitsluitingen
3.1 Niet gedekt zijn de kosten boven die van de noodzakelijk te treffen maatregelen (om verder risico te beperken), en voorzieningen welke een permanent karakter hebben en waartoe de hulpcentrale geen opdracht heeft gegeven.
3.2 De hulpcentrale is niet aansprakelijk voor de kwaliteit van door deskundigen/reparateurs uitgevoerde werkzaamheden of door derden geleverde diensten.
3.3 De hulpcentrale kan niet worden ingeroepen als de gebeurtenissen een gevolg zijn van binnen de polis omschreven uitsluitingen.
3.4 De hulpcentrale is niet aansprakelijk voor fouten en nalatigheden, dat wil zeggen enige aansprakelijkheid of gevolgschade die voort- komt uit enigerlei handeling, verricht tijdens de uitvoering van de dienstverlenende activiteiten waarin door deze verzekering is voorzien.
3.5 Kosten gemaakt zonder overleg en zonder goedkeuring van de hulpcentrale worden nooit vergoed.
3.6 De hulpcentrale zal niet gehouden zijn tot repatriëring van de personenauto of motor- fiets/scooter als de herstel- of repatriëring- kosten hoger zijn dan de in Nederland voor de personenauto of motorfiets/scooter geldende
dagwaarde. In dat geval verricht de hulp- centrale de nodige formaliteiten voor achter- lating van de personenauto of motorfiets/- scooter en betaalt de kosten uitsluitend verbonden aan invoer of achterlating, respectievelijk de eventuele kosten van vernietiging. Deze bepaling is niet van toe- passing als het verzekerde object een old- timer/klassieker betreft en deze op basis van het oldtimer/klassieker-tarief is verzekerd.
Artikel 4
Bepalingen en voorwaarden
4.1 De verzekerden moeten ter identificatie de hulpcentrale alle relevante informatie verstrekken, wanneer zij de hulp van de hulp- centrale inroepen.
4.2 Vergoeding van kosten zoals aangegeven in artikel 1.1 t/m 1.5 vindt uitsluitend plaats als de hulpcentrale belast werd met de organisatie van de hulpverlening.
Verzekeringsvoorwaarden motorrijtuigenverzekering
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
2.1 Aansprakelijkheidsverzekering
2.2 Cascoverzekering
2.3 Dekkingsgebied
2.4 Internationaal Verzekeringsbewijs
2.5 Tijdelijke vervanging in verband met reparatie
2.6 Schade aan uw ruit
2.7 Eigen risico casco
3 Uitsluitingen
3.1 Algemeen
3.2 Aansprakelijkheidsverzekering
3.3 Cascoverzekering
4 Schade
4.1 Verplichtingen van verzekerden bij schade
4.2 Schaderegeling
4.3 Schadevergoeding
4.4 Financier
4.5 Verjaringstermijn
4.6 Verhaalsrecht op verzekerden
4.7 Overdracht bij algeheel verlies
5 Premie
5.1 Premieberekening
5.2 Premierestitutie en -verrekening
5.3 Beëindiging
5.4 Korting/toeslag
6 Wijzigingen
7 Duur en einde van de verzekering
7.1 Duur van de verzekering
7.2 Einde van de verzekering (verzekerings- maatschappij)
7.3 Einde van de verzekering (verzekeringnemer)
7.4 Einde van de verzekering (rechtswege)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
• aanhanger
al wat aan het motorrijtuig is gekoppeld of, na koppeling, daarvan is losgemaakt of losgeraakt en nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen, zoals een caravan, bagagewagentje, boottrailer, aanhangwagen of oplegger;
• brand
een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Daarom is onder andere geen brand:
a zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien; b doorbranden van elektrische apparaten en
motoren;
c oververhitten, doorbranden;
• glasgarant
De in de polisvoorwaarden genoemde organisatie die bij ruitschade namens de verzekeringsmaatschappij de reparatie of vervanging van de beschadigde ruiten) uitvoert;
• dagwaarde
het bedrag dat op het tijdstip van de gebeurtenis nodig is voor de aanschaf van een naar merk, type, uitvoering, ouderdom en staat gelijkwaardig motorrijtuig;
• elektronische beveiliging motorrijtuigen Een VBV-goedgekeurde alarminstallatie, dan wel een door verzekeringsmaatschappij
geaccepteerd gelijkwaardig af-fabriek systeem met startonderbreker die door een VBV- erkende installateur, af-fabriek of af-importeur is ingebouwd.
• gebeurtenis
elk voorval of een reeks van in oorzaak met elkaar verband houdende voorvallen, waardoor schade is ontstaan;
• de Hulpcentrale
De in de polisvoorwaarden genoemde organisatie die namens de verzekerings- maatschappij de van toepassing zijnde hulp- verlening organiseert en/ of coördineert;
a motorrijtuig
het op het polisblad naar merk en type omschreven motorrijtuig, met inbegrip van de door de fabrikant van het motorrijtuig aan- gebrachte extra voorzieningen en accessoires, ingericht voor het vervoer van personen, niet zijnde een motorrijwiel;
b standaard, actie-uitvoering en -uitrusting de uitvoering en uitrusting waarmee nieuwe motorrijtuigen van hetzelfde merk en type blijkens de prijslijst van fabrikant, importeur of dealer inclusief extra voorzieningen werden geleverd op het tijdstip waarop het motorrijtuig
voor het eerst tot het verkeer wordt toegelaten; c catalogusprijs
de prijs welke blijkens de prijslijst van fabrikant, importeur of dealer voor het motor- rijtuig geldt op het tijdstip waarop dit voor het eerst tot het verkeer werd toegelaten;
d extra voorzieningen & accessoires de niet in de catalogusprijs opgenomen, op of aan het motorrijtuig bevestigde en specifiek tot het motorrijtuig behorende voorwerpen, technische modificaties en veranderingen aan de carrosserie;
e onder extra voorzieningen & accessoires worden niet verstaan:
• detectie- en mobiele (tele)communicatie- apparatuur die in het motorrijtuig is bevestigd of wordt meegenomen;
• zaken die los in of op het motorrijtuig worden meegenomen, zoals ondermeer losse beeld-, geluids-, zend-, navigatie- en (hand)computer- apparatuur, stratenboeken, foto- en film- apparatuur.
• nieuwwaarde
de op het tijdstip van de gebeurtenis geldende catalogusprijs van een nieuw motorrijtuig van hetzelfde merk en type en dezelfde uitvoering;
• occasionwaarde
de op het tijdstip van aanschaf geldende aanschafprijs die is vastgelegd in, de aankoop- nota van een officiële merk-(sub)dealer, een BOVAG-garage, een ANWB-keuringsrapport of een expertiserapport; Reparatie door middel van non brand parts (niet originele merk onder- delen) en/of gebruikte originele (merk) onder- delen Bij motorrijtuigen, ouder dan 60 maanden, zal de reparatie plaatsvinden met gebruikmaking van non brand parts en gebruikte originele onderdelen door een met de maatschappij samenwerkend schadeherstel- bedrijf. Als de non brand parts of gebruikte onderdelen niet binnen 48 uur na het ter reparatie aanbieden van het motorrijtuig bij het schadeherstelbedrijf beschikbaar zijn, zal de schade door het schadeherstelbedrijf worden hersteld met nieuwe onderdelen. Met nadruk wijzen wij op de verplichting tot herstel van schade bij een met de maatschappij samen- werkende schadeherstelbedrijf. Als de schade elders wordt hersteld, dan heeft verzekerde op grond van bovenstaande bepaling geen recht
op schadevergoeding.
• storm
wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde.
• herstelbedrijf
Het door Zicht bv geselecteerde dealer/herstel- bedrijf. Voor glasschade zijn dit de herstel- bedrijven die aangesloten zijn bij Glasgarant en bij overige schade de herstelbedrijven die zijn aangesloten bij Schadegarant.
• verzekerden
verzekeringnemer, de eigenaar, de houder en/of de gemachtigde bestuurder van het motor- rijtuig en de personen die daarmee worden vervoerd, en de financier, voor zover deze op het polisblad is vermeld en de werkgever, als en voor zover deze krachtens artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek voor de schade aansprakelijk is. Voor de financier en de werk- gever geldt de verzekering alleen:
a als verzekerden zelf op basis van de verzekering aanspraak op vergoeding hebben;
b als en voor zover niet al een andere verzekering dekking geeft of zou hebben gegeven als deze verzekering niet bestond;
• WAM Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
Artikel 2 Dekking
2.1 Aansprakelijkheidsverzekering
a de verzekering dekt de aansprakelijkheid van verzekerden tot ten hoogste het op het polis- blad genoemde verzekerde bedrag per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen en met voorbijgaan aan wat anders in deze verzekering mocht zijn bepaald volgens de bij of krachtens de WAM gestelde eisen en de dienvolgens geldende wettelijke bepalingen en wettelijk voorgeschreven bedragen binnen het verzekeringsgebied, wegens toegebrachte personenschade en/ of schade aan zaken – met inbegrip van daaruit voortvloeiende schade – veroorzaakt met of door:
1 het motorrijtuig;
2 de aanhanger;
3 zaken, xxxxxx dan tijdens laden en lossen, die zich op of in het motorrijtuig en de aanhanger bevinden, of daarvan/daaruit vallen of zijn
gevallen.
b dekking boven het verzekerde bedrag
Als de gebeurtenis plaatsvindt in een tot het verzekeringsgebied behorend land, waar krachtens een met de WAM overeenkomstige wet een hoger te verzekeren bedrag is verzekering dekking tot dat hogere bedrag.
c borgstelling
Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal verzekeringsmaatschappij deze borgsom verstrekken tot ten hoogste
€ 50.000,– voor alle verzekerden samen, op voorwaarde dat de betrokken verzekerden jegens verzekeringsmaatschappij aanspraak op vergoeding van de schade hebben. Uitsluitend verzekeringsmaatschappij is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. Verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om de terug- betaling te verkrijgen.
d kosten van verweer
De kosten van verweer in een door een benadeelde tegen verzekerden of verzekerings- maatschappij aanhangig gemaakt civiel proces, de hieruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan verzekerden of verzekerings- maatschappij worden veroordeeld en de kosten van rechtsbijstand voor een aansprakelijk- stelling, zelfs wanneer deze samen met de toe te kennen schadevergoeding het verzekerde bedrag zouden overtreffen, zijn voor rekening van verzekeringsmaatschappij, als deze het maken van die kosten vooraf heeft goed- gekeurd. Boetes, afkoopsommen en met een strafproces samenhangende kosten worden nooit vergoed. Verzekeringsmaatschappij kan echter, wanneer hem dit gewenst voorkomt, op zijn kosten een rechtskundige belasten met het voeren van de verdediging in een tegen verzekerden ingestelde strafvervolging ter zake van een gebeurtenis.
e eigen motorrijtuigen Verzekeringsmaatschappij vergoedt de schade, veroorzaakt met of door het motorrijtuig aan een ander motorrijtuig, waarvan verzekering- nemer tevens eigenaar of houder is, met
uitsluiting van bedrijfsschade en waarde- vermindering, voor zover:
1 de schade is toegebracht door schuld van de feitelijke bestuurder;
2 de beide motorrijtuigen hoofdzakelijk door verzekeringnemer of de bij hem inwonende gezinsleden worden bestuurd;
3 de schade niet heeft plaatsgevonden in een gebouw of op een terrein, die verzekering- nemer voor zijn bedrijf in gebruik heeft; deze beperking geldt niet als de bij de gebeurtenis betrokken motorrijtuigen voor particulier gebruik bestemde personenauto’s zijn;
4 er voor de veroorzaakte schade geen beroep op een andere verzekering kan worden gedaan, of gedaan had kunnen worden als deze verzekering niet had bestaan.
f kleding en handbagage
De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade aan of vermissing van kleding, handbagage en sieraden van de door het motorrijtuig vervoerde personen, niet zijnde de aansprakelijke verzekerde zelf.
g verontreiniging van de bekleding
Tevens vergoedt verzekeringsmaatschappij de schade ontstaan door verontreiniging van de bekleding van het motorrijtuig ten gevolge van het kosteloos vervoeren van gewonden.
2.2 Cascoverzekering
a beperkte cascodekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering vergoeding van schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door:
1 brand, ontploffing, zelfontbranding en kort- sluiting, ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek, en blikseminslag;
2 ruitbreuk (inclusief zonnedak) en door scherven van de ruit, voor zover één en ander niet is ontstaan als rechtstreeks gevolg van een botsing;
3 storm, overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting, oever- afschuiving en dijkval;
4 diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk poging daartoe, en ten gevolge van verduistering en vermissing, gepleegd door anderen dan verzekeringnemer;
5 botsing met vliegende of loslopende dieren, uitsluitend voor zover de schade rechtstreeks door de botsing met het dier is toegebracht, schade als gevolg hiervan door botsing met andere zaken is niet verzekerd;
6 relletjes, waaronder wordt verstaan incidentele geweldsmanifestaties;
7 het in aanraking komen met een vallend lucht- vaartuig of delen hiervan;
8 een van buiten komend onheil, ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade in de vorm van krassen, schrammen en lakschade tijdens takelen en slepen.
b volledige cascodekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering schade aan of verlies van het motorrijtuig, ontstaan door de onder 2.2.a genoemde gebeurtenissen. Daar- naast wordt de schade aan het motorrijtuig vergoed, ontstaan door:
1 een van buiten komend onheil, zoals botsing, aanrijding, slippen, omslaan, te water of van de weg geraken en kwaadwillige beschadiging door derden;
2 een ongeval, rechtstreeks veroorzaakt door slijtage, constructie- en/of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak. De schade van de slijtage, constructie- en/of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak zelf wordt echter niet vergoed.
c extra voorzieningen & accessoires
De verzekering dekt tot een maximum van
€ 1.500,–, vergoeding van schade aan de later aangebrachte, speciale voorzieningen aan het motorrijtuig te weten alle toevoegingen aan of veranderingen in de standaard uitrusting
– onder andere speciale lak of speciaal schilderwerk, audiovisuele apparatuur (tot een maximum van € 500,– (radio, cd/dvd/mp3- speler, stereo-installatie)), navigatiesysteem, (sport)velgen – waarvan de prijs niet in de officiële cataloguswaarde is inbegrepen. Als en voorzover deze accessoires wettelijk zijn toe- gestaan en de schade of het verlies het gevolg is van een gedekte gebeurtenis. In ieder geval
zullen motorprestatie verhogende onderdelen nooit onder de verzekerde extra voorzieningen & accessoires zijn begrepen. De aan/op het motorrijtuig aanwezige telecommunicatie- apparatuur, met uitzondering van een carkit, kan ook niet als extra voorzieningen & accessoires worden meeverzekerd.
d boven het verzekerd bedrag
Bovendien dekt deze verzekering, zonodig boven het verzekerde bedrag:
1 de kosten van berging, noodzakelijke bewaking en vervoer naar een reparatie-inrichting, waar het motorrijtuig kan worden hersteld van de tengevolge van een gedekte gebeurtenis ontstane beschadiging;
2 de bijdrage in averijgrosse;
3 de kosten, uitsluitend verbonden aan invoer of achterlating, als het motorrijtuig tengevolge van een gedekte gebeurtenis in het buitenland moet worden achtergelaten;
4 bereddingskosten, tot maximaal 100 % van de voor het op het polisblad genoemde motor- rijtuigverzekerde bedrag.
2.3 Dekkingsgebied
Tenzij op het polisblad anders is vermeld, geldt de verzekering voor schade, ontstaan gedurende het rijden, verblijf of vervoer van het motorrijtuig in, en tijdens het vervoer tussen de landen, waarvoor een Internationaal Verzekeringsbewijs door verzekerings- maatschappij is afgegeven.
2.4 Internationaal Verzekeringsbewijs (de zogenaamde ´groene kaart´) Het door verzekeringsmaatschappij uitgereikte Internationaal Verzekeringsbewijs moet op eerste verzoek aan verzekeringsmaatschappij worden teruggegeven. Bij verkoop of eigendomsoverdracht is het verzekerden niet toegestaan het Internationaal Verzekerings- bewijs aan de koper of nieuwe eigenaar ter hand te stellen.
2.5 Tijdelijke vervanging in verband met reparatie Als het motorrijtuig tijdelijk buiten gebruik is wegens reparatie en/of onderhoud is de verzekering op gelijke dekkingsvoorwaarden mede van kracht voor een vervangend, qua catalogusprijs en gewicht vergelijkbaar, motor- rijtuig, op voorwaarde dat dit APK is goed- gekeurd en daarvoor geen andere verzekering
van kracht is.
2.6 Schade aan uw ruit
Bij een verzekerde schade aan uw ruit adviseert de verzekeringsmaatschappij u gebruik te maken van de door de verzekerings- maatschappij geselecteerde herstelbedrijven. Deze kunt u vinden op xxx.xxxxxxxxxx.xx.
Wanneer u geen gebruik wenst te maken van een door de verzekeringsmaatschappij geselecteerd herstelbedrijf heeft dit de consequentie dat de verzekeringsmaatschappij bij reparatie of vervanging van de ruit niet méér zal vergoeden dan de kosten die voor een dergelijke ruitreparatie of ruitvervanging in de markt gebruikelijk zijn.
2.7 Eigen risico
Het op de polis vermelde eigen risico per gebeurtenis geldt bij iedere schade die in artikel 2.2 staat omschreven.
a jeugd eigen risico
Bij iedere schade die in artikel 2.2.b staat omschreven is er voor bestuurders die op de schadedatum jonger zijn dan 24 jaar een extra eigen risico van € 70,– van toepassing.
b verlaging eigen risico bij ruitschade
1 wanneer een beschadiging van een ruit wordt hersteld met een harsinjectie is er geen eigen risico.
2 het eigen risico is € 70,– wanneer de ruit wordt vervangen door een door de verzekerings- maatschappij geselecteerde ruithersteller of schadeherstelbedrijf.
3 het eigen risico is € 140,– wanneer de ruit wordt vervangen door een niet door de verzekeringsmaatschappij geselecteerde ruithersteller of schadeherstelbedrijf.
c wanneer recht bestaat op schadevergoeding en de schade wordt hersteld door een door de Stichting Schadegarant erkend en als zodanig herkenbaar auto(herstel)bedrijf, conform de hiervoor geldende procedure, wordt het eigen risico verminderd met € 140,–. De vermindering van het eigen risico geldt niet:
• voor ruitschaden;
• voor taxi’s, les-, lease- en huurauto’s.
• voor het door verzekerde vrijwillig gekozen verhoogde eigen risico (tegen premiekorting)
• voor het door de verzekeringsmaatschappij opgelegde verplicht verhoogde eigen risico
(bijvoorbeeld als gevolg van schadeverloop en/of motorrijtuig)
d verlaging eigen risico bij diefstal
Bij diefstal van het motorrijtuig (artikel 2.2.a.4) komt het eigen risico te vervallen indien:
1 het motorrijtuig is ontvreemd uit een afgesloten garage waaraan sporen van braak worden geconstateerd, of
2 het motorrijtuig is voorzien van een diefstal- beveiligingssysteem dat 1 is ingebouwd door de fabrikant of de importeur van het motor- rijtuig en volgens diens voorschriften wordt onderhouden, of
3 is goedgekeurd en erkend door het VBV en door een VBV erkend bedrijf is ingebouwd en wordt onderhouden.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de in de Algemene voorwaarden privépakket opgenomen uitsluitingen, gelden ook de onder- staande uitsluitingen.
3.1 Algemeen
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
a ontstaan, terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig niet in het bezit is van een voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven geldig rijbewijs of hem de rijbevoegdheid is ontzegd, of als hij niet voldoet aan andere bij of krachtens wettelijke bepalingen gestelde eisen met betrekking tot het gebruik van het motor- rijtuig. Deze uitsluiting geldt echter niet:
1 als de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan 12 maanden vóór het ontstaan van de schade was geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te doen verlengen;
2 als de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voor geschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen;
b ontstaan, terwijl verzekeringnemer niet of niet tijdig voldaan heeft aan alle verplichtingen, die uit deze verzekering voortvloeien;
c waarbij verzekerden over ontstaan, aard of omvang een verwijtbaar onvolledige of onware opgave doen;
d veroorzaakt met opzet of met goedvinden van verzekerden;
e veroorzaakt tijdens het voorbereiden van of deelnemen aan:
1 snelheidswedstrijden of -ritten;
2 regelmatigheids-, behendigheidsritten en
-wedstrijden, die niet geheel binnen Nederland plaatsvinden;
f ontstaan, terwijl het motorrijtuig voor andere doeleinden wordt gebruikt dan aan verzekeringsmaatschappij is opgegeven (bijvoorbeeld als lesauto, personenbus, taxi, koeriersdiensten of in het verhuurbedrijf, waar- onder leasing). Er blijft echter wel aanspraak op vergoeding bestaan voor schade als in een noodgeval, bij wijze van vriendendienst, met het motorrijtuig een ander motorrijtuig wordt gesleept;
g ontstaan, nadat verzekeringnemer opgehouden heeft belang bij het motorrijtuig te hebben en tevens de feitelijke macht erover heeft verloren;
h aan zaken en/of dieren, die verzekerden toe- behoren, die zij onder zich hebben of die met het motorrijtuig, respectievelijk de aanhanger worden vervoerd, en de daaruit verder voort- vloeiende schade;
i ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig door een burgerlijke of militaire overheid is gevorderd of in beslag is genomen;
j die onder enige andere verzekering verzekerd is of daaronder verzekerd zou zijn als onder- havige verzekering niet zou hebben bestaan. De uitsluitingen, als omschreven in 3.1.a, 3.1.c,
3.1.d en 3.1.f, gelden niet voor de verzekering- nemer die aantoont dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvanredelijkerwijs niets is te verwijten.
3.2 Aansprakelijkheidsverzekering
Deze verzekering geeft geen dekking voor: a schade welke uitsluitend voortvloeit uit
contractuele verplichtingen;
b schade veroorzaakt door degene die zonder machtiging van verzekerden het motorrijtuig als bestuurder of passagier gebruikt;
c voor personenschade, toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
3.3 Cascoverzekering
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
a die is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van de verzekerde auto:
– onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat het besturen van de verzekerde auto hem door de wet of overheid verboden is of zou zijn verboden;
– wordt verdacht van het in strijd handelen met artikel 8 van de wegenverkeerswet en geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 8 van de wegen- verkeerswet bedoelde gehalte of gebruik.
b als gevolg van diefstal door het feit dat de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming daarvan. Hiervan is (onder andere) sprake als verzekerde het voertuig onbeheerd heeft achtergelaten terwijl:
1 is nagelaten deze voldoende af te sluiten en of;
2 de sleutels daarin zijn achtergelaten en of;
3 de sleutels op een vrij toegankelijke plaats zijn achtergelaten;
c bestaande uit slijtage, slecht onderhoud en waardevermindering;
d ontstaan aan een technisch gedeelte van het verzekerde motorrijtuig, zoals de motor, de versnellingsbak en de elektronica, die het gevolg is van een bedieningsfout, behoudens de schade die – indien meeverzekerd – ontstaat bij een daarop volgende gebeurtenis als vermeld in artikel 2.2.b sub 1. Onder bedieningsfout wordt ook verstaan het gebruik van een voor het verzekerde motorrijtuig verkeerde brand- stof. Deze uitsluiting geldt niet, indien de schade wordt veroorzaakt door brand, bliksem- inslag, explosie, zelfontbranding of kort- sluiting.
e door bevriezing, anders dan als rechtstreeks gevolg van een gedekte gebeurtenis.
f aan de aan, op en/of in het fabrieksnieuwe motorrijtuig aangebrachte extra voorzieningen & accessoires zoals speciale lak of speciaal schilderwerk, speciale velgen en banden, warmte werend of getint glas, schuifdak (of een soortgelijk dak) en de L.P.G.-installatie.
Deze extra voorzieningen & accessoires zijn uitsluitend meeverzekerd als zij bij de aanschaf van het fabrieksnieuwe motorrijtuig zijn opgegeven aan verzekeringsmaatschappij en de catalogusprijs vermeerderd is met de aanschaf- prijs van de extra voorzieningen & accessoires. In ieder geval zullen motor prestatie verhogende onderdelen nooit onder de verzekerde extra voorzieningen & accessoires zijn begrepen.
g aan de navolgende aan, op en/of in het motor- rijtuig aangebrachte extra voorzieningen & accessoires;
– detectie- en mobiele (tele)communicatie- apparatuur die in het motorrijtuig is bevestigd of wordt meegenomen;
– zaken die los in of op het motorrijtuig worden meegenomen, zoals onder meer losse beeld-, geluids-, zend-, navigatie- en (hand) computer- apparatuur, stratenboeken, foto- en film- apparatuur. De uitsluiting, als omschreven in 3.3.a, geldt niet voor de verzekeringnemer, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets is te verwijten.
Artikel 4 Schade
4.1.1 Verplichtingen na schade
a zodra verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekerings- maatschappij tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig mogelijk te melden.
b verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeringsmaatschappij alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeringsmaatschappij van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
c verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht hun volle mede- werking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeringsmaatschappij zou kunnen benadelen.
d bij (poging tot) diefstal, verduistering of vermissing zo spoedig mogelijk aangifte te
doen bij de politie en schriftelijk bewijs hier- van over te leggen aan verzekerings- maatschappij.
e zich akkoord te verklaren met het registreren van vermissing bij het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VBV).
f aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een of meer van bovenstaande verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekerings- maatschappij heeft benadeeld. Elk recht op uitkering komt te vervallen indien verzekering- nemer of de tot uitkering gerechtigde de hier- voor onder a en b genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet de verzekeringsmaatschappij te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet recht- vaardigt.
4.1.2 Beredding
a zodra de verzekeringnemer of de verzekerde van de verwezenlijking van het risico of het ophanden zijn ervan op de hoogte is, of behoort te zijn, is elk hunner, naarmate hij daartoe in de gelegenheid is, verplicht binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden.
b de verzekeringsmaatschappij vergoedt de kosten van maatregelen die tijdens de geldig- heidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken.
c aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in art. 7:957 BW en daar- door de belangen van verzekerings- maatschappij heeft benadeeld.
d vergoeding van de kosten als bedoeld onder b van dit artikel is beperkt tot het bedrag gelijk aan de verzekerde som.
4.2 Schaderegeling
a voor schaden die meer dan € 500,- (inclusief
btw bedragen zijn verzekerden verplicht verzekeringsmaatschappij in de gelegenheid te stellen schade aan verzekerde voorwerpen, vóór reparatie, door een schade-expert op te laten nemen.
b Bij verschil van mening over het door een door verzekeringsmaatschappij benoemde schade- expert vastgestelde schadebedrag hebben verzekerden het recht op eigen kosten ook een schade-expert te benoemen.
Blijkt er een verschil te bestaan in de door de beide experts vastgesteld schadebedragen, dan benoemen zij tezamen een derde expert, wiens schadevaststelling binnen de grenzen van de beide taxaties moet blijven en bindend zal zijn. De kosten van de derde expert worden door elk der partijen voor de helft gedragen; de kosten van alle experts zullen echter voor rekening van verzekeringsmaatschappij komen, als verzekerden door de derde expert geheel in het gelijk worden gesteld.
c verzekeringsmaatschappij belast zich met het naar eigen inzicht regelen van de schade. Hij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen.
d behoudens het gestelde in 2.1.b, 2.1.c en 2.1.d zal verzekeringsmaatschappij door betaling van het (de) verzekerde bedrag(en) van alle aansprakelijkheid ontslagen zijn.
4.3 Schadevergoeding
a verzekeringsmaatschappij vergoedt:
1 de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van het motorrijtuig onmiddellijk vóór en na de gebeurtenis. Als de reparatiekosten meer bedragen dan dat verschil vergoedt verzekeringsmaatschappij maximaal dat verschil;
2 bij een gedeeltelijke vernietiging of beschadiging van het motorrijtuig (ouder dan 60 maanden), uitsluitend de daadwerkelijke gemaakte reparatiekosten, conform de reparatieregeling als beschreven in artikel 1 Begripsomschrijvingen – reparatie door middel van non brand parts (niet originele merk onder- delen) en/of gebruikte originele (merk)onder- delen – tot een maximum bedrag als omschreven in sub 1:
3 bij diefstal, verduistering of vermissing het
bedrag dat overeenkomt met de waarde van het motorrijtuig op het moment van de gebeurtenis.
b verzekeringsmaatschappij vergoedt echter het verschil in waarde van het motorrijtuig vóór en na de gebeurtenis, als de reparatiekosten, vermeerderd met de waarde van de restanten, de waarde volgens 4.3.c respectievelijk 4.3.d te bovengaan of als de reparatiekosten 2/3 van de waarde volgens 4.3.c en 4.3.d overtreffen.
c nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling
Deze regeling is uitsluitend van toepassing als het motorrijtuig (met een maximale catalogus- waarde inclusief extra voorzieningen & accessoires tot maximaal € 75.000,– inclusief BPM en btw) bij afgifte van het Nederlandse kenteken fabrieksnieuw was en binnen 36 maanden na afgifte van het kentekenbewijs deel 1 bij de verzekeringsmaatschappij ter verzekering is aangeboden. De vaststelling van de waarde van het motorrijtuig vóór de gebeurtenis geschiedt op de volgende wijze:
1 als de ouderdom van het motorrijtuig niet meer is dan 12 maanden zal de nieuwwaarde worden aangehouden, zonder dat daarop een afschrijving wordt toegepast;
2 als de ouderdom van het motorrijtuig meer is dan 12 maanden, maar niet ouder dan 60 maanden, wordt een afschrijving toegepast te rekenen vanaf een ouderdom van 12 maanden. Voor iedere daarna geheel verstreken periode van een maand of gedeelte daarvan, bedraagt de afschrijving 1 % vanaf maand 13 t/m 36 en 1,5 % vanaf maand 37 t/m 60. Voor de bepaling van de ouderdom van het motorrijtuig wordt uitgegaan van de afgiftedatum van deel I van het Nederlands kentekenbewijs van het motor- rijtuig in geheel nieuwe staat;
3 als het desbetreffende merk en type en dezelfde uitvoering van het motorrijtuig niet meer wordt geleverd, zal van een maximum van 110 % van de laatst bekende catalogusprijs worden uitgegaan;
d occasion waarderegeling
Deze regeling is uitsluitend van toepassing voor occasions met een maximale oorspronkelijke cataloguswaarde inclusief extra voorzieningen & accessoires tot maximaal € 75.000,– inclusief btw die bij afgifte van het Nederlandse
kenteken fabrieksnieuw was en 36 maanden na afgifte van het kentekenbewijs deel 1 bij de verzekeringsmaatschappij ter verzekering is aangeboden De vaststelling van de waarde van de occasion vóór de gebeurtenis geschiedt op de volgende wijze:
1 als na de datum van afgifte van deel 2, van het kentekenbewijs, niet meer dan 12 maanden is verstreken wordt de aanschafwaarde vergoed, zonder dat daarop een afschrijving wordt toegepast;
2 als na de datum van afgifte van deel 2, van het kentekenbewijs, 12 maanden is verstreken wordt op de aanschafwaarde een afschrijving toegepast te rekenen vanaf een ouderdom van 12 maanden. Voor iedere daarna geheel verstreken periode van een maand of gedeelte daarvan, bedraagt de afschrijving 1,5 %;
3 de occasion waarderegeling wordt niet meer toegepast voor schade die ontstaat na een periode van 36 maanden na de datum van afgifte van deel 2 van het kentekenbewijs. De occasion waarderegeling is niet van toepassing als de verzekerde niet kan aantonen dat herstel van reparabele schade ontstaan na aanschaf van het verzekerd motorrijtuig daadwerkelijk hee plaatsgevonden bij een erkende reparatie- inrichting waar de schade is vastgesteld. Als de dagwaarde van het verzekerde motorrijtuig op de schadedatum hoger is dan de waarde berekend volgens de occasion waarderegeling, geldt de dagwaarde als maatstaf voor de uitkering.
Aankoopnota
Bij schade moet desgewenst aan de maat- schappij of haar deskundige de aankoopnota van een officiële merk(sub)dealer, een BOVAG- garage, een ANWB keuringsrapport of een expertiserapport worden overgelegd. Als verzekeringnemer de aanschafwaarde niet deugdelijk kan aantonen is de occasion waarderegeling niet van toepassing.
e dagwaarderegeling
1 wanneer meer dan 60 maanden zijn verlopen sinds de afgiftedatum van deel I van het Nederlands kentekenbewijs van het motor- rijtuig in nieuwe staat, zal de waarde altijd worden gesteld op de dagwaarde;
2 wanneer meer dan 36 maanden zijn verstreken
sinds de afgiftedatum van deel 2 van het | werking te verlenen aan terugvordering van het | ||
kentekenbewijs van de occasion zal de waarde | motorrijtuig. | ||
altijd worden gesteld op de dagwaarde; | g | vergoeding van sloten na diefstal sleutel(s) | |
3 | de dagwaarde zal ook gelden als deze hoger is | Bij verlies van de, al dan niet elektronische, | |
dan de waarde volgens 4.3.c. en 4.3.d; | sleutel tengevolge van diefstal met braak of | ||
4 | als de oorspronkelijke catalogusprijs van het | beroving met geweld zal door de maatschappij | |
motorrijtuig meer bedraagt dan, € 75.000,– | vergoed worden de kosten van wijziging of, als | ||
(inclusief btw en BPM) met inbegrip van meer- | dit niet mogelijk is vervanging van de sloten, | ||
uitvoeringen en extra bewerkingen, zal de | van het verzekerde object, echter tot een | ||
waarde altijd worden gesteld op de dagwaarde; | maximum van 3 % van het verzekerde bedrag. | ||
5 | voor motorrijtuigen waarvoor deel I van het | De diefstal of beroving moet blijken uit een | |
Nederlands kentekenbewijs is afgegeven, | proces-verbaal van aangifte waarin de sleutel is | ||
terwijl de motorrijtuigen niet in geheel nieuwe | vermeld. | ||
staat verkeerden, zal de waarde altijd worden | h | dagvergoeding | |
gesteld op de dagwaarde; | Bij verlies van het motorrijtuig door diefstal, | ||
6 | voor motorrijtuigen waarvoor een ‘grijs’ | joyriding, verduistering en/of vermissing, zal | |
kentekenbewijs werd afgegeven, en voor huur- | door verzekeringsmaatschappij een bedrag van | ||
auto’s waaronder taxi’s koeriers-, les-, lease- | € 12,50 per dag worden vergoed. Deze | ||
auto’s en personenbus, zal de waarde altijd | vergoeding zal over een termijn van maximaal | ||
worden gesteld op de dagwaarde; | 30 dagen worden verleend, te rekenen vanaf de | ||
7 | als voor cascoschade uitsluitend de risico’s als | datum van aangifte bij de politie, voor iedere | |
omschreven in 2.2.a zijn gedekt, zal als waarde | dag waarop verzekerden, anders dan wegens | ||
van het motorrijtuig de dagwaarde op het | herstelwerkzaamheden, feitelijk niet over het | ||
moment van de gebeurtenis gelden. | motorrijtuig konden beschikken. | ||
8 | bij schade aan of verlies van accessoires zal | i | audiovisuele apparatuur |
verzekeringsmaatschappij nooit meer | De vergoeding van schade aan of verlies van | ||
vergoeden dan de dagwaarde daarvan op het | geluids- en beeldapparatuur bedraagt maximaal | ||
moment van de gebeurtenis. | € 500,– per gebeurtenis; het toepasselijk eigen | ||
f | diefstal | risico wordt hierop in mindering gebracht. De | |
Bij diefstal, verduistering joyriding, oplichting | gecombineerde zend- en ontvangapparatuur, | ||
en/of vermissing mag verzekerings- | autotelefoon, cassettes, tapes en CD’s zullen | ||
maatschappij gedurende 30 dagen na de politie- | nooit onder de dekking van de verzekering zijn | ||
aangifte door verzekerden en de overlegging | begrepen. | ||
van bewijs daarvan aan verzekerings- | j | btw als op het polisblad is aangetekend dat in | |
maatschappij afwachten of het motorrijtuig | het verzekerde bedrag de btw niet is begrepen, | ||
teruggevonden wordt. Mits verzekerings- | geschiedt de vergoeding van de schade ook | ||
maatschappij direct over alle gegevens kan | exclusief btw | ||
beschikken om zodoende voldoende | k | cabrioletkap | |
gelegenheid te hebben het gebruikelijke onder- | Als het motorrijtuig is uitgerust met een linnen | ||
zoek te verrichten en er geen onregelmatig- | kap of een kap van vergelijkbaar materiaal, niet | ||
heden uit het onderzoek naar voren zijn | zijnde een hardtop, wordt de schade als volgt | ||
gekomen, zal verzekeringsmaatschappij na | geregeld: | ||
verloop van deze termijn totvergoeding van het | 1 | schade aan de kap door (poging tot) diefstal, | |
vastgestelde schadebedrag overgaan, tenzij | braak en/of joyriding, en vandalisme een eigen | ||
vóór de afloopdatum van voornoemde termijn, | risico van € 450,–, tenzij een hoger eigen risico | ||
het motorrijtuig is teruggevonden. Verzekerden | toepassing is; | ||
zijn verplicht de sleutels en het eigendomsrecht | 2 | geen vergoeding van losse onderdelen. | |
van het motorrijtuig aan verzekerings- | l | beveiliging | |
maatschappij over te dragen en alle mede- | De navolgende (beperkt)casco verzekerde |
motorrijtuigen moeten zijn voorzien van een goedgekeurde en door VBV gecertificeerde beveiliging:
1 cataloguswaarde
– vanaf € 20.000,– tot € 37.500,–: klasse 1 *1, *3
– vanaf € 37.500,_ (auto ouder dan 5 jaar): klasse 2 *1, *3
– vanaf € 37.500,– tot € 60.000,– (auto niet ouder dan 5 jaar): klasse 3 *2, *3
– vanaf € 60.000,– (auto niet ouder dan 5 jaar): ten minste klasse 4 *2, *4
– vanaf € 60.000,– (auto ouder dan 5 jaar): klasse 3 *2, *4
2 diefstalgevoelige auto’s
– niet ouder dan 5 jaar: klasse 3 *2, *3
– ouder dan 5 jaar: klasse 2 *1, *3 Voorbeelden van diefstalgevoelige auto’s:
1 cabriolet´s
2 4 x 4 Wheel-drive
3 sportieve uitvoeringen (GTI, GSI, VR6 etc.), sportauto’s en sportmodellen,
Als niet voldaan is aan de beveiligingeisen:
*1 Extra eigen risico van € 450,–
*2 Geen diefstaldekking, Als voldaan is aan de beveiligingseisen:
*3 Bij totaal diefstal wordt het eigen risico met
€ 140,– verminderd.
*4 Bij totaal diefstal is er geen eigen risico van toepassing
m onderverzekering
Als op grond van onjuiste opgave door verzekeringnemer voor de (beperkte) casco- dekking een premie is berekend die lager is dan de premie die hiervoor verschuldigd zou zijn geweest bij de opgave van de juiste gegevens, heeft de verzekeringsmaatschappij het recht de schadevergoeding te verminderen in de verhouding van de voor de (beperkte) casco- dekking betaalde premie tot de premie die bij opgave van juiste gegevens hiervoor in rekening zou zijn gebracht.
4.4 financier
Als het motorrijtuig is gefinancierd en verzekeringsmaatschappij is daarvan door de financier in kennis gesteld, zal de schade- vergoeding plaatsvinden aan de financier. De verzekeringsmaatschappij voldoet hiermee dan tevens aan zijn verplichtingen tegenover de verzekeringnemer.
4.5 Verjaring
a een rechtsvordering tegen de verzekerings- maatschappij tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. Niettemin verjaart de rechtsvordering bij verzekering tegen aansprakelijkheid niet voordat zes maanden zijn verstreken nadat de vordering waartegen de verzekering dekking verleent, binnen de voor deze geldende verjarings- of vervaltermijn is ingesteld.
b een verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarop bij uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeringsmaatschappij hetzij de aanspraak erkent, hetzij bij aangetekende brief ondubbel- zinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen onder eveneens ondubbelzinnige vermelding van het onder c vermelde gevolg.
c ingeval van afwijzing verjaart de rechts- vordering door verloop van zes maanden.
4.6 Verhaalsrecht op verzekerden Verzekeringsmaatschappij zal gerechtigd zijn een door hem gedane schadevergoeding te verhalen op verzekerden of op ieder ander voor wie een uitsluiting of beperking van toepassing is:
a als verzekeringsmaatschappij op grond van de WAM of een daarmee overeenkomstige buiten- landse wet een verplichting tot schade- vergoeding heeft;
b als een cascoschade op grond van andere bepalingen van de verzekeringsvoorwaarden aan verzekeringnemer moet worden vergoed. Onder dit verhaalsrecht vallen ook de door verzekeringsmaatschappij ter zake van de gebeurtenis gemaakte kosten. Een verhaals- recht op verzekerden komt verzekerings- maatschappij ook toe bij schade, veroorzaakt na beëindiging van de verzekering. Is de schade door een ander dan verzekeringnemer veroorzaakt, nadat de verzekering is geëindigd ingevolge 7.1.g (einde van het belang en verlies van de feitelijke macht na overlijden van verzekeringnemer) dan zal verzekerings-
maatschappij geen gebruik maken van zijn verhaalsrecht, op voorwaarde dat de erf- genamen hebben voldaan aan de verplichting tot tijdige kennisgeving als omschreven in artikel 7.1.
4.7 Overdracht bij algeheel verlies
a als er sprake is van totale vernietiging of verlies van het motorrijtuig, zal verzekerings- maatschappij pas tot schadevergoeding over- gaan, nadat (de eigendom van) het verzekerde motorrijtuig of het restant inclusief de eventueel door de verzekeringsmaatschappij te vergoeden extra voorzieningen en
accessoires aan de verzekeringsmaatschappij of een door de verzekeringsmaatschappij aan te wijzen partij is overgedragen.
b de verzekeringnemer is verplicht alle delen van het bij het verzekerde motorrijtuig behorende kentekenbewijs en/of sleutels, als door verzekeringsmaatschappij verzocht, aan de verzekeringsmaatschappij of aan een door de verzekeringsmaatschappij aan te wijzen partij te overhandigen.
Artikel 5 Premie
5.1 Premieberekening
a de premie van deze verzekering wordt mede vastgesteld op grond van:
1 de leeftijd van verzekeringnemer en/of de regelmatige bestuurder;
2 het kilometrage, dat wil zeggen het aantal kilo- meters dat per jaar met het verzekerde motor- rijtuig wordt gereden, zoals vermeld op het polisblad;
3 de woonplaats van de regelmatige bestuurder;
4 het beroep van de verzekeringnemer en/of regelmatige bestuurder;
5 het aantal schadevrije jaren; dit wordt bij een nieuwe verzekering vastgesteld aan de hand van een Bonus/malus- dan wel een no-claim- verklaring waaruit dit aantal blijkt. Bij een bestaande verzekering geldt het al gegeven aantal.
b voor elk volgend verzekeringsjaar wordt de premie opnieuw vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.4, waarbij van belang is:
1 het aantal schadegevallen in het afgelopen
verzekeringsjaar;
2 de leeftijd van verzekeringnemer/regelmatige bestuurder als die in het betreffende jaar de leeftijd van 19 t/m 24 jaar, 46, 56 of 66 jaar zal bereiken.
Bij verhuizing of overschrijding van het opgegeven aantal kilometers moet verzekeringsmaatschappij hiervan op de hoogte gesteld worden, zodat de premie zo nodig tussentijds aangepast kan worden. Het staat verzekeringsmaatschappij vrij te allen tijde te controleren of aan de voorwaarden voor premiekorting wordt voldaan. Mocht blijken, dat hieraan niet is voldaan, dan is verzekeringnemer verplicht de verleende korting aan verzekeringsmaatschappij terug te betalen.
5.2 Premierestitutie en –verrekening
Bij beëindiging van de verzekering, anders dan wegens kwade trouw van verzekeringnemer, betaalt verzekeringsmaatschappij in de navolgende gevallen pro rata de premie aan verzekeringnemer terug over de termijn, waarin de verzekering niet meer van kracht is:
a wanneer de verzekering eindigt wegens opzegging door verzekeringsmaatschappij;
b wanneer de verzekering eindigt omdat verzekeringnemer zich buiten Nederland heeft gevestigd;
c wanneer de verzekering eindigt omdat het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald, of een buitenlands kenteken gaat voeren;
d wanneer verzekeringnemer is overleden en na zijn overlijden de erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht erover verliezen;
e wanneer het motorrijtuig wordt verkocht, of na afwikkeling van een schade op basis van algeheel verlies, zonder dat een vervangend motorrijtuig ter verzekering wordt aangeboden. Een vrijwaringbewijs moet worden overgelegd;
f wanneer het motorrijtuig wordt vervangen, zal de premie over de niet verstreken termijn worden verrekend.
5.3 Beëindiging
Als het motorrijtuig wordt verkocht, of na afwikkeling van een schade op basis van algeheel verlies, zonder dat een vervangend
motorrijtuig ter verzekering wordt aangeboden, zal de premie over het tijdvak dat de verzekering niet meer van kracht is worden gerestitueerd.
5.4 Korting/toeslag
a op grond van het schadeverloop wordt bij
verlenging van deze verzekering op de premie een korting/toeslag berekend volgens het premiepercentage uit de onderstaande tabel, behorend bij de bonus/malustrede, vermeld op het polisblad:
Bonus/malus
Bij 3 of meer schaden in een verzekeringsjaar geldt trede 1.
De overgang naar een andere bonus/malustrede geschiedt na één verzekeringsjaar:
Trede | percentage korting/toeslag | vanuit trede | zonder schade naar trede | met 1 schade naar trede | met 2 schaden naar trede |
20 | 80 | 20 | 20 | 19 | 9 |
19 | 80 | 19 | 20 | 14 | 8 |
18 | 77,5 | 18 | 19 | 13 | 7 |
17 | 77,5 | 17 | 18 | 12 | 7 |
16 | 75 | 16 | 17 | 11 | 6 |
15 | 75 | 15 | 16 | 10 | 5 |
14 | 72,5 | 14 | 15 | 9 | 5 |
13 | 70 | 13 | 14 | 8 | 4 |
12 | 67,5 | 12 | 13 | 7 | 3 |
11 | 65 | 11 | 12 | 6 | 2 |
10 | 60 | 10 | 11 | 5 | 2 |
9 | 55 | 9 | 10 | 4 | 1 |
8 | 50 | 8 | 9 | 3 | 1 |
7 | 45 | 7 | 8 | 2 | 1 |
6 | 40 | 6 | 7 | 1 | 1 |
5 | 30 | 5 | 6 | 1 | 1 |
4 | 20 | 4 | 5 | 1 | 1 |
3 | 0 | 3 | 4 | 1 | 1 |
2 | +15 | 2 | 3 | 1 | 1 |
1 | +30 | 1 | 2 | 1 | 1 |
b een verzekeringsjaar wordt geacht schadevrij te zijn verlopen, als zich geen gebeurtenis heeft voorgedaan, ter zake waarvan enige uitkering voor rekening van verzekeringsmaatschappij komt of zal komen.
c als verzekeringsmaatschappij een verleende schadeloosstelling ter zake van een in dat jaar voorgevallen gebeurtenis volledig heeft kunnen verhalen, ongeacht of hierbij door verzekeringsmaatschappij kosten zijn gemaakt, zal dit geen invloed hebben op de inschaling.
d als verzekeringnemer vóór de ingangsdatum van het volgende verzekeringsjaar een gevallen schade, inclusief de gemaakte kosten, voor eigen rekening neemt, zal dit schadegeval geen invloed hebben op de inschaling.
e een schadeoorzaak, als omschreven in 2.2.a zal ook geen invloed hebben op de inschaling.
BTW nr. NL-851733499B01 Zicht volmachtbedrijf B.V. is 100% dochter van Xxxxx B.V.
Artikel 6 Wijzingen
Voor de bepalingen over de wijzigingen wordt verwezen naar artikel 6 van de Algemene voor- waarden privépakket.
Artikel 7
Duur en einde van de verzekering
7.1 De verzekering heeft een op de polis vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met eenzelfde termijn verlengd.
7.2 De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door verzekeringsmaatschappij:
a tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
b binnen één maand nadat een schade is gemeld of de verzekeringsmaatschappij een uitkering heeft gedaan of afgewezen. De verzekering eindigt niet eerder dan twee maanden na dag- tekening van deze brief, tenzij de opzegging verband houdt met de opzet van de verzekerde om de verzekeringsmaatschappij te misleiden;
c indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie niet tijdig betaalt. Indien een vervolg- premie niet tijdig wordt betaald wordt pas opgezegd indien de verzekeringsmaatschappij de verzekerde vruchteloos tot betaling heeft aangemaand. De verzekering eindigt niet eerder dan twee maanden na de datum van dag- tekening van de opzeggingsbrief;
d binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en de verzekeringnemer gehandeld heeft met de opzet de verzekeringsmaatschappij te misleiden, dan wel de verzekerings- maatschappij bij kennis van de ware stand van zaken de overeenkomst niet zou hebben gesloten.
7.3 De overeenkomst eindigt door schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer:
a tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
b binnen een maand nadat de verzekerings- maatschappij een uitkering heeft afgewezen. De opzeggingstermijn is twee maanden;
c binnen een maand na ontvangst van de
mededeling van de verzekeringsmaatschappij dat premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekerde zijn gewijzigd;
d binnen twee maanden nadat de verzekerings- maatschappij een beroep gedaan heeft op het niet nakomen van de mededelingsplicht bij het aangaan van de overeenkomst.
7.4 De overeenkomst eindigt van rechtswege indien:
a verzekeringnemer zich buiten Nederland vestigt;
b het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald, of een buitenlands kenteken gaat voeren;
c het motorrijtuig wordt gebruikt voor andere doeleinden dan aan verzekeringsmaatschappij is opgegeven;
d bij overlijden van de verzekeringnemer de erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht erover verliezen.
Wanneer zich één van de omstandigheden voor- doet als genoemd in art. 7.4 is verzekering- nemer, respectievelijk de erfgenamen verplicht hiervan binnen acht dagen mededeling te doen aan verzekeringsmaatschappij en zal de verzekering in die gevallen eindigen op de datum van mededeling aan verzekerings- maatschappij.
Verzekeringsvoorwaarden motor/scooter verzekering
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
2.1 Aansprakelijkheidsverzekering
2.2 Cascoverzekering
2.3 Dekkingsgebied
2.4 Internationaal Verzekeringsbewijs
2.5 Tijdelijke vervanging in verband met reparatie
2.6 Eigen risico casco
3 Uitsluitingen
3.1 Algemeen
3.2 Aansprakelijkheidsverzekering
3.3 Cascoverzekering
4 Schade
4.1 Verplichtingen van verzekerden bij schade
4.2 Schaderegeling
4.3 Schadevergoeding
4.4 Financier
4.5 Verjaringstermijn
4.6 Verhaalsrecht op verzekerden
4.7 Overdracht bij algeheel verlies
5 Premie
5.1 Premieberekening
5.2 Premierestitutie en -verrekening
5.4 Beëindiging
5.5 Korting/toeslag
6 Wijzigingen
7 Duur en einde van de verzekering
7.1 Duur van de verzekering
7.2 Einde van de verzekering (verzekerings- maatschappij)
7.3 Einde van de verzekering (verzekeringnemer)
7.4 Einde van de verzekering (rechtswege)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
• aanhanger
al wat aan de motorfiets/scooter is gekoppeld of, na koppeling, daarvan is losgemaakt of los- geraakt en nog niet buiten het verkeer tot stil- stand is gekomen, zoals een bagagewagentje en/of zijspan;
• ART-motorslot
Een specifiek voor motoren bestemd slot dat
door de stichting ART (ANWB, RAI, TNO) van het certificaat ‘goedgekeurd slot’ is voorzien;
• brand
een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Daarom is onder andere geen brand:
a zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien; b doorbranden van elektrische apparaten en
motoren;
c oververhitten, doorbranden;
• dagwaarde
het bedrag dat op het tijdstip van de gebeurtenis nodig is voor de aanschaf van een naar merk, type, uitvoering, ouderdom en staat gelijkwaardige motorfiets/scooter;
• elektronische beveiliging motorrijwielen Een VBV goedgekeurde alarminstallatie, dan wel een door verzekeringsmaatschappij
geaccepteerd gelijkwaardig af-fabriek systeem met startonderbreker die door een VBV erkende installateur, af-fabriek of af-importeur is ingebouwd.
• gebeurtenis
elk voorval of een reeks van in oorzaak met elkaar verband houdende voorvallen, waardoor schade is ontstaan;
• motorfiets/scooter a motorfiets/scooter
het op het polisblad naar merk en type omschreven motorrijwiel, met inbegrip van de door de fabrikant van het motorrijwiel aan- gebrachte extra voorzieningen en accessoires, ingericht voor het vervoer van personen;
b standaard-, actie-uitvoering en -uitrusting de uitvoering en uitrusting waarmee nieuwe
motorfietsen/scooters van hetzelfde merk en type blijkens de prijslijst van fabrikant, importeur of dealer inclusief extra voor- zieningen werden geleverd op het tijdstip waarop de motorfiets/scooter voor het eerst tot het verkeer werd toegelaten;
c catalogusprijs
de prijs die blijkens de prijslijst van fabrikant, importeur of dealer voor de motorfiets/scooter gold op het tijdstip waarop deze voor het eerst tot het verkeer werd toegelaten;
d extra voorzieningen & accessoires
de niet in de catalogusprijs opgenomen, op of
aan het motorrijwiel bevestigde en specifiek tot het motorrijwiel behorende voorwerpen, technische modificaties en veranderingen aan de carrosserie.
• nieuwwaarde
de op het tijdstip van de gebeurtenis geldende catalogusprijs van een nieuwe motorfiets/- scooter van hetzelfde merk en type en dezelfde uitvoering;
• storm
wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde;
• verzekerden
• verzekeringnemer, de eigenaar, de houder en/of de gemachtigde bestuurder van de motor- fiets/scooter en de personen die daarmee worden vervoerd, en de financier, voor zover deze op het polisblad is vermeld en de werk- gever, als en voor zover deze krachtens artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek voor de schade aansprakelijk is. Voor de financier en de werkgever geldt de verzekering alleen:
a als verzekerden zelf op basis van de verzekering aanspraak op vergoeding hebben;
b als en voor zover niet al een andere verzekering dekking geeft of zou hebben gegeven als deze verzekering niet zou hebben bestaan;
• WAM Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
Artikel 2 Dekking
2.1 Aansprakelijkheidsverzekering
a de verzekering dekt de aansprakelijkheid van verzekerden tot ten hoogste het op het polis- blad genoemde verzekerde bedrag per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen en met terzijdestelling van wat anders in deze verzekering mocht zijn bepaald volgens de bij of krachtens de WAM gestelde eisen en de dienovereenkomstig geldende wettelijke bepalingen en wettelijk voorgeschreven bedragen binnen het verzekeringsgebied, wegens toegebrachte personenschade en/of schade aan zaken – met inbegrip van daaruit voortvloeiende schade – veroorzaakt met of door:
1 de motorfiets/scooter;
2 de aanhanger;
3 zaken, xxxxxx dan tijdens laden en lossen, die zich op de motorfiets/scooter en de aanhanger bevinden, of daarvan vallen of zijn gevallen.
b dekking boven het verzekerde bedrag
Als de gebeurtenis plaatsvindt in een tot het verzekeringsgebied behorend land, waar krachtens een met de WAM overeenkomstige wet een hoger te verzekeren bedrag is voor- geschreven, dan verleent de verzekering dekking tot dat hogere bedrag.
c borgstelling
Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op de motorfiets/scooter gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal verzekerings- maatschappij deze borgsom verstrekken tot ten hoogste € 50.000,– voor alle verzekerden samen, op voorwaarde dat de betrokken verzekerden jegens verzekeringsmaatschappij aanspraak op vergoeding van de schade hebben. Uitsluitend verzekeringsmaatschappij is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven.
Verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
d kosten van verweer
De kosten van verweer in een door een benadeelde tegen verzekerden of verzekerings- maatschappij aanhangig gemaakt civiel proces, de hieruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan verzekerden of verzekerings maatschappij worden veroordeeld en de kosten van rechtsbijstand voor een aansprakelijk- stelling, zelfs wanneer deze samen met de toe te kennen schadevergoeding het verzekerde bedrag zouden overtreffen, zijn voor rekening van verzekeringsmaatschappij, als deze het maken van die kosten vooraf heeft goed- gekeurd. Boetes, afkoopsommen en met een strafproces samenhangende kosten worden nooit vergoed. Verzekeringsmaatschappij kan echter, wanneer hem dit gewenst voorkomt, op zijn kosten een rechtskundige belasten met het voeren van de verdediging in een tegen verzekerden ingestelde strafvervolging ter zake van een gebeurtenis.
e eigen motorrijtuigen Verzekeringsmaatschappij vergoedt de schade,
veroorzaakt met of door de motorfiets/scooter aan een ander motorrijtuig, waarvan verzekeringnemer tevens eigenaar of houder is, met uitsluiting van bedrijfsschade en waarde- vermindering, voor zover:
1 de schade is toegebracht door schuld van de feitelijke bestuurder;
2 de beide motorrijtuigen hoofdzakelijk door verzekeringnemer of de bij hem inwonende gezinsleden worden bestuurd;
3 er voor de veroorzaakte schade geen beroep op een andere verzekering kan worden gedaan, of gedaan had kunnen worden als deze verzekering niet had bestaan.
2.2 Cascoverzekering
a beperkte cascodekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering vergoeding van schade aan of verlies van de motorfiets/scooter ontstaan door:
1 brand, ontploffing, zelfontbranding en kort- sluiting, ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek, en blikseminslag;
2 storm, overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting, oever- afschuiving en dijkval;
3 diefstal, braak, verduistering, oplichting, joy- riding en vermissing, respectievelijk poging daartoe. Voor diefstal, joyriding of poging daar- toe buiten een deugdelijk afgesloten ruimte wordt alleen dekking verleend als het motor- rijwiel, naast het door de fabrikant aan- gebrachte standaardslot, met een goedgekeurd ART-motorslot was afgesloten;
4 botsing met vliegende of loslopende dieren, uitsluitend voorzover de schade rechtstreeks door de botsing met het dier is toegebracht, schade als gevolg hiervan door botsing met andere zaken is niet verzekerd;
5 relletjes, waaronder wordt verstaan incidentele geweldsmanifestaties;
6 het in aanraking komen met een vallend lucht- vaartuig of delen hiervan;
7 een van buiten komend onheil, ontstaan gedurende de tijd dat de motorfiets/scooter voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade in de vorm van
xxxxxxx, schrammen en lakschade tijdens takelen en slepen.
b volledige cascodekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering schade aan of verlies van de motorfiets/ scooter, ontstaan door de onder 2.2.a genoemde gebeurtenissen. Daarnaast wordt de schade aan de motor- fiets/scooter vergoed, ontstaan door:
1 een van buiten komend onheil, zoals botsing, aanrijding, slippen, omslaan, te water of van de weg geraken en kwaadwillige beschadiging door derden;
2 een ongeval, rechtstreeks veroorzaakt door slijtage, constructieen/ of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak. De schade van de slijtage, constructie- en/of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak zelf wordt echter niet vergoed.
c extra voorzieningen & accessoires
de verzekering dekt tot een maximum van
€ 1.500,–, vergoeding van schade aan de later aangebrachte, speciale voorzieningen aan het motorrijwiel te weten alle toevoegingen aan of veranderingen in de standaarduitrusting (o.a. speciale lak of speciaal schilderwerk, audio- visuele apparatuur tot een maximum van
€ 500,– (radio, cd-speler, stereo-installatie), navigatiesysteem, (sport)velgen, waarvan de prijs niet in de officiële cataloguswaarde is inbegrepen. Als en voorzover deze accessoires wettelijk zijn toegestaan en de schade of het verlies het gevolg is van een gedekte gebeurtenis. In ieder geval zullen motor- prestatie verhogende onderdelen nooit onder de verzekerde extra voorzieningen & accessoires zijn begrepen. De aan/op het motorrijwiel aanwezige telecommunicatie- apparatuur kan ook niet als extra voor- zieningen & accessoires worden meeverzekerd.
d boven het verzekerd bedrag
Bovendien dekt deze verzekering, zonodig boven het verzekerde bedrag:
1 de kosten van berging, noodzakelijke bewaking en vervoer naar een reparatie-inrichting, waarde motorfiets/scooter kan worden hersteld van de tengevolge van een gedekte gebeurtenis ontstane beschadiging;
2 de bijdrage in averijgrosse;
3 de kosten, uitsluitend verbonden aan invoer of achterlating, als de motorfiets/scooter tengevolge van een gedekte gebeurtenis in het buitenland moet worden achtergelaten;
4 bereddingskosten, tot maximaal 100 % van de voor het op het polisblad genoemde motor- fiets/scooter verzekerde bedrag.
5 kleding- en helmschade, tot maximaal € 500,– per persoon per gebeurtenis bij schade aan de op de motorfiets/scooter gedragen motor- kleding inclusief de helm, als verzekerings- maatschappij op grond van een gedekte gebeurtenis tot uitkering verplicht is.
2.3 Dekkingsgebied
Tenzij op het polisblad anders is vermeld, geldt de verzekering voor schade, ontstaan gedurende het rijden, verblijf of vervoer van de motorfiets/scooter in en tijdens vervoer tussen de landen, waarvoor een Internationaal Verzekeringsbewijs door verzekerings- maatschappij is afgegeven.
2.4 Internationaal Verzekeringsbewijs (de zogenaamde ’groene kaart’)
Het door verzekeringsmaatschappij uitgereikte Internationaal Verzekeringsbewijs moet op eerste verzoek aan verzekeringsmaatschappij worden teruggegeven. Bij verkoop of eigendomsoverdracht is het verzekerden niet toegestaan het Internationaal Verzekerings- bewijs aan de koper of nieuwe eigenaar ter hand te stellen.
2.5 Tijdelijke vervanging in verband met reparatie Als de motorfiets/scooter tijdelijk buiten gebruik is wegens reparatie en/of onderhoud is de verzekering op gelijke dekkings- voorwaarden mede van kracht voor een vervangend, qua catalogusprijs en cilinder- inhoud vergelijkbare motorfiets/scooter, op voorwaarde dat deze niet ouder is dan 10 jaar en daarvoor geen andere verzekering van kracht is.
2.6 Eigen risico casco
a op iedere schadevergoeding wordt, tenzij op het polisblad anders is aangegeven, een eigen risico van € 90,– in mindering gebracht.
b als de bestuurder op het moment van het ontstaan van de schade jonger is dan 24 jaar geldt per gebeurtenis een extra eigen risico van
€ 45,–. Dit extra eigen risico wordt niet toe- gepast bij de schadegevallen als bedoeld in 2.2.a.
c als vrijwillig een hoger eigen risico is over- eengekomen dan genoemd in 2.6.a, zal het eigen risico voor de schadegevallen als bedoeld in 2.2.a worden beperkt tot ten hoogste € 90,– per gebeurtenis.
d een eventueel overeengekomen verplicht eigen risico is zowel van toepassing op de schade- gevallen als genoemd onder 2.2.a als onder 2.2.b, tenzij dit op het polisblad anders is aangegeven.
e bij diefstal van de gehele motorfiets/scooter, terwijl deze gestald staat buiten een afgesloten ruimte in één van de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht, geldt een extra eigen risico van € 450,– per gebeurtenis tenzij het motorrijwiel ten tijde van de diefstal aantoonbaar was voorzien van een VBV goed- gekeurd anti-diefstalsysteem van minimaal klasse 1 (voorzien van een geldig VBV- certificaat). Naast de in de Algemene voor- waarden privépakket opgenomen uitsluitingen, gelden ook de onderstaande uitsluitingen.
Artikel 3 Uitsluitingen
3.1 Algemeen
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
a ontstaan, terwijl de feitelijke bestuurder van de motorfiets/scooter niet in het bezit is van een voor de motorfiets/scooter wettelijk voor- geschreven geldig rijbewijs of hem de rij- bevoegdheid is ontzegd, of als hij niet voldoet aan andere bij of krachtens wettelijke bepalingen gestelde eisen met betrekking tot het gebruik van de motorfiets/scooter. Deze uitsluiting geldt echter niet:
1 als de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan 12 maanden vóór het ontstaan van de schade was geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te doen verlengen;
2 als de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voor- geschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen;
b ontstaan, terwijl verzekeringnemer niet of niet tijdig voldaan heeft aan alle verplichtingen, die uit deze verzekering voortvloeien;
c waarbij verzekerden over ontstaan, aard of omvang een verwijtbaar onvolledige of onware opgave doen;
d veroorzaakt met opzet of met goedvinden van verzekerden;
e veroorzaakt tijdens het voorbereiden van of deelnemen aan:
1 snelheidswedstrijden of -ritten;
2 regelmatigheids-, behendigheidsritten en
-wedstrijden, die niet geheel binnen Nederland plaatsvinden;
f ontstaan, terwijl de motorfiets/scooter voor andere doeleinden wordt gebruikt dan aan verzekeringsmaatschappij is opgegeven (bijvoorbeeld als lesmotorfiets/scooter of in het verhuurbedrijf, waaronder leasing).
g ontstaan, nadat verzekeringnemer opgehouden heeft belang bij de motorfiets/scooter te hebben en tevens de feitelijke macht erover heeft verloren;
h aan zaken en/of dieren, die verzekerden toe- behoren, die zij onder zich hebben of die met de motorfiets/ scooter, respectievelijk de aanhanger worden vervoerd, en de daaruit verder voortvloeiende schade;
i ontstaan gedurende de tijd, dat de motorfiets/- scooter door een burgerlijke of militaire overheid is gevorderd of in beslag is genomen;
j die onder enige andere verzekering verzekerd is of daaronder verzekerd zou zijn als onder- havige verzekering niet zou hebben bestaan. De uitsluitingen, als omschreven in 3.1.a, 3.1.c,
3.1.d en 3.1.f, gelden niet voor de verzekering- nemer, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets is te verwijten.
3.2 Aansprakelijkheidsverzekering
Deze verzekering geeft geen dekking voor: a schade welke uitsluitend voortvloeit uit
contractuele verplichtingen;
b schade veroorzaakt door degene die zonder machtiging van verzekerden de motorfiets/- scooter als bestuurder of passagier gebruikt;
c personenschade, toegebracht aan de
bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
3.3 Cascoverzekering
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
a die is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van de verzekerde auto:
– onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat het besturen van de verzekerde auto hem door de wet of overheid verboden is of zou zijn verboden;
– wordt verdacht van het in strijd handelen met artikel 8 van de wegenverkeerswet en geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 8 van de wegen- verkeerswet bedoelde gehalte of gebruik.
b als gevolg van diefstal door het feit dat de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming daarvan. Hiervan is (onder andere) sprake als verzekerde het voertuig onbeheerd heeft achtergelaten terwijl:
1 is nagelaten deze voldoende af te sluiten en of;
2 de sleutels daarin zijn achtergelaten en of;
3 de sleutels op een vrij toegankelijke plaats zijn achtergelaten;
c bestaande uit slijtage, slecht onderhoud en waardevermindering;
d ontstaan aan een technisch gedeelte van het verzekerde motorrijtuig, zoals de motor, de versnellingsbak en de elektronica, die het gevolg is van een bedieningsfout, behoudens de schade die – indien meeverzekerd – ontstaat bij een daarop volgende gebeurtenis als vermeld in artikel 2.2.b sub 1. Onder bedieningsfout wordt ook verstaan het gebruik van een voor het verzekerde motorrijtuig verkeerde brand- stof. Deze uitsluiting geldt niet, indien de schade wordt veroorzaakt door brand, bliksem- inslag, explosie, zelfontbranding of kort- sluiting.
e door bevriezing, anders dan als rechtstreeks gevolg van een gedekte gebeurtenis.
f aan de aan en/of op de motorfiets/scooter aangebrachte extra bewerkingen, en bijzondere constructies, zoals wijzigingen van de motor, het frame of het mechanisme. Deze extra
bewerkingen en bijzondere constructies zijn uitsluitend meeverzekerd als zij bij de aanschaf of het aanbrengen daarvan zijn opgegeven aan verzekeringsmaatschappij en de verzekerde som vermeerderd is met de aanschafprijs van die meeruitvoeringen en extra bewerkingen. In ieder geval zullen motorprestatie beïnvloedende onderdelen nooit onder de verzekerde meeruitvoeringen en extra bewerkingen zijn begrepen. De uitsluiting, als omschreven in 3.3.a, geldt niet voor de verzekeringnemer, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets is te verwijten.
g ten gevolge van diefstal en joyriding of een poging daartoe buiten een deugdelijk afgesloten ruimte als het motorrijwiel niet, naast het door de fabrikant aangebrachte standaard slot, met een goedgekeurd ART- motorrijtuigslot was afgesloten.
h ten gevolge van diefstal en joyriding of een poging daartoe, als het op deze polis verzekerde motorrijwiel met een catalogus- waarde (inclusief extra voorzieningen en accessoires) van € 10.000,– (inclusief B.T.W) of meer, niet is voorzien van een VBVgoed- gekeurde alarminstallatie, dan wel een door verzekeringsmaatschappij geaccepteerd gelijkwaardig af-fabriek systeem met start- onderbreker die door een VBV-erkende installateur, af-fabriek of af-importeur is ingebouwd. Indien verzekerde na schade door diefstal of joyriding of poging daartoe niet een geldig VBVcertificaat kan aantonen dat aan de door verzekeringsmaatschappij gestelde beveiligingseis is voldaan en/of niet aannemelijk kan worden gemaakt dat het alarm in werking werd gesteld, dan vervalt elk recht op uitkering ter zake van die schade.
Artikel 4 Schade
4.1 verplichtingen van verzekerden bij schade
4.1.1 Verplichtingen na schade
a zodra verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekerings-
maatschappij tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig mogelijk te melden.
b verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeringsmaatschappij alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeringsmaatschappij van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
c verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht hun volle mede- werking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeringsmaatschappij zou kunnen benadelen.
d bij (poging tot) diefstal, verduistering of vermissing zo spoedig mogelijk aangifte te doen bij de politie en schriftelijk bewijs hier- van over te leggen aan verzekerings- maatschappij.
e zich akkoord te verklaren met het registreren van vermissing bij het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VBV).
f aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een of meer van bovenstaande verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekerings- maatschappij heeft benadeeld. Elk recht op uitkering komt te vervallen indien verzekering- nemer of de tot uitkering gerechtigde de hier- voor onder a en b genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet de verzekeringsmaatschappij te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet recht- vaardigt.
4.1.2 Beredding
a zodra de verzekeringnemer of de verzekerde van de verwezenlijking van het risico of het ophanden zijn ervan op de hoogte is, of behoort te zijn, is elk hunner, naarmate hij daartoe in de gelegenheid is, verplicht binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden.
b De verzekeringsmaatschappij vergoedt de kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden
zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken.
c aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in art. 7:957 BW en daar- door de belangen van verzekerings- maatschappij heeft benadeeld.
d vergoeding van de kosten als bedoeld onder b van dit artikel is beperkt tot het bedrag gelijk aan de verzekerde som.
4.2 Schaderegeling
a voor schaden die meer dan € 500,– (inclusief btw) bedragen zijn verzekerden verplicht verzekeringsmaatschappij in de gelegenheid te stellen schade aan verzekerde voorwerpen, vóór reparatie, door een schade-expert op te laten nemen.
b bij verschil van mening over het door een door verzekeringsmaatschappij benoemde schade- expert vastgestelde schadebedrag hebben verzekerden het recht op eigen kosten ook een schade-expert te benoemen. Blijkt er een verschil te bestaan in de door de beide experts vastgestelde schadebedragen, dan benoemen zij tezamen een derde expert, wiens schade vaststelling binnen de grenzen van de beide taxaties moet blijven en bindend zal zijn. De kosten van de derde expert worden door elk der partijen voor de helft gedragen; de kosten van alle experts zullen echter voor rekening van verzekeringsmaatschappij komen, als verzekerden door de derde expert geheel in het gelijk worden gesteld.
c verzekeringsmaatschappij belast zich met het naar eigen inzicht regelen van de schade. Hij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen.
d behoudens het gestelde in 2.1.b, 2.1.c en 2.1.d zal verzekeringsmaatschappij door betaling van het (de)verzekerde bedrag(en) van alle aansprakelijkheid ontslagen zijn.
4.3 Schadevergoeding
a verzekeringsmaatschappij vergoedt:
1 de reparatiekosten tot maximaal het verschil in
waarde van de motorfiets/scooter onmiddellijk vóór en na de gebeurtenis. Als de reparatie- kosten meer bedragen dan dat verschil vergoedt verzekeringsmaatschappij maximaal het verschil;
2 bij diefstal, verduistering of vermissing het bedrag dat overeenkomt met de waarde van de motorfiets/ scooter op het moment van de gebeurtenis.
b verzekeringsmaatschappij vergoedt echter het verschil in waarde van de motorfiets/scooter vóór en na de gebeurtenis, als de reparatie- kosten, vermeerderd met de waarde van de restanten, de waarde volgens 4.3.c te boven- gaan of als de reparatiekosten 2/3 van de waarde volgens 4.3.c overtreffen.
c nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling
De vaststelling van de waarde van de motor- fiets/scooter vóór de gebeurtenis geschiedt op de volgende wijze:
1 als de ouderdom van de motorfiets/scooter niet meer is dan 12 maanden zal de nieuwwaarde worden aangehouden, zonder dat daarop een afschrijving wordt toegepast;
2 als de ouderdom van de motorfiets/scooter meer is dan 12 maanden, maar niet ouder dan 48 maanden, wordt een afschrijving toegepast te rekenen vanaf een ouderdom van 12 maanden. Deze afschrijving bedraagt 2 % per maand of gedeelte daarvan gedurende het 2e jaar na afgifte van deel I van het Nederlandse kentekenbewijs en 1,5 % per maand of gedeelte van een maand gedurende het 3e jaar en 1 % per maand of gedeelte daarvan over de periode daarna. Voor de bepaling van de ouderdom van de motorfiets/scooter wordt uitgegaan van de afgiftedatum van deel I van het Nederlands kentekenbewijs van de motorfiets/scooter in geheel nieuwe staat;
d dagwaarderegeling
1 wanneer meer dan 48 maanden zijn verlopen sinds de afgiftedatum van deel I van het Nederlands kentekenbewijs van de motor- fiets/scooter in nieuwe staat, zal de waarde altijd worden gesteld op de dagwaarde;
2 de dagwaarde zal ook gelden als deze hoger is dan de waarde volgens 4.3.c.2;
3 als de oorspronkelijke catalogusprijs van de motorfiets/scooter meer bedraagt dan
€ 17.500,– (inclusief btw en BPM) met inbegrip van meeruitvoeringen en extra bewerkingen, zal de waarde altijd worden gesteld op de dag- waarde.
4 voor motorfietsen/scooters waarvoor deel I van het Nederlands kentekenbewijs is afgegeven, terwijl de motorfietsen/scooters niet in geheel nieuwe staat verkeerden, zal de waarde altijd worden gesteld op de dagwaarde;
5 als voor cascoschade uitsluitend de risico’s als omschreven in 2.2.a zijn gedekt, zal als waarde van de motorfiets/scooter de dagwaarde op het moment van de gebeurtenis gelden.
6 bij schade aan of verlies van accessoires zal verzekeringsmaatschappij nooit meer vergoeden dan de dagwaarde daarvan op het moment van de gebeurtenis.
e diefstal
Bij diefstal, verduistering en/of vermissing mag verzekeringsmaatschappij gedurende 30 dagen na de politieaangifte door verzekerden en de overlegging van bewijs daarvan aan verzekeringsmaatschappij afwachten of de motorfiets/scooter teruggevonden wordt. Mits verzekeringsmaatschappij direct over alle gegevens kan beschikken om zodoende voldoende gelegenheid te hebben het gebruikelijke onderzoek te verrichten en er geen onregelmatigheden uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zal verzekerings- maatschappij na verloop van deze termijn tot vergoeding van het vastgestelde schadebedrag overgaan, tenzij vóór de afloopdatum van voor- noemde termijn, de motorfiets/ scooter is teruggevonden. Verzekerden zijn verplicht de sleutels en het eigendomsrecht van de motor- fiets/scooter aan verzekeringsmaatschappij over te dragen en alle medewerking te verlenen aan terugvordering van het motorrijtuig.
f audiovisuele- en beeldapparatuur
De vergoeding van schade aan of verlies van audiovisuele- en/of beeldapparatuur bedraagt maximaal € 500,– per gebeurtenis; het toe- passelijke eigen risico wordt hierop in mindering gebracht. Gecombineerde zend- en ontvangapparatuur, cassettes, tapes en compactdiscs zullen nooit onder de dekking van de verzekering zijn begrepen.
g btw
Als op het polisblad is aangetekend dat in het verzekerde bedrag de btw niet is begrepen, geschiedt de vergoeding van de schade ook exclusief btw.
h onderverzekering
Als op grond van onjuiste opgave door verzekeringnemer voor de (beperkte) casco- dekking een premie is berekend die lager is dan de premie die hiervoor verschuldigd zou zijn geweest bij opgave van de juiste gegevens, heeft de verzekeringsmaatschappij het recht de schadevergoeding te verminderen in de verhouding van de door de (beperkte) casco- dekking betaalde premie tot de premie die bij opgave van juiste gegevens hiervoor in rekening zou zijn gebracht.
4.4 Financier
Als de motorfiets/scooter is gefinancierd en verzekeringsmaatschappij is daarvan door de financier in kennis gesteld, zal de schade- vergoeding plaatsvinden aan de financier. De verzekeringsmaatschappij voldoet hiermee dan tevens aan zijn verplichtingen tegenover de verzekeringnemer.
4.5 Verjaring
a een rechtsvordering tegen de verzekerings- maatschappij tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. Niettemin verjaart de rechtsvordering bij verzekering tegen aansprakelijkheid niet voordat zes maanden zijn verstreken nadat de vordering waartegen de verzekering dekking verleent, binnen de voor deze geldende verjarings- of vervaltermijn is ingesteld.
b een verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeringsmaatschappij hetzij de aanspraak erkent, hetzij bij aangetekende brief ondubbelzinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen onder eveneens ondubbelzinnige vermelding van het onder c vermelde gevolg.
c ingeval van afwijzing verjaart de rechts- vordering door verloop van zes maanden.
4.6 Verhaalsrecht op verzekerden Verzekeringsmaatschappij zal gerechtigd zijn een door hem gedane schadevergoeding te verhalen op verzekerde en/of op ieder ander voor wie een uitsluiting of beperking van toepassing is:
a als verzekeringsmaatschappij op grond van de WAM of een daarmee overeenkomstige buiten- landse wet een verplichting tot schade- vergoeding heeft;
b als een cascoschade op grond van andere bepalingen van de verzekeringsvoorwaarden aan verzekeringnemer moet worden vergoed. Onder dit verhaalsrecht vallen ook de door verzekeringsmaatschappij ter zake van de gebeurtenis gemaakte kosten. Een verhaals- recht op verzekerden komt verzekerings- maatschappij ook toe bij schade, veroorzaakt na beëindiging van de verzekering. Is de schade door een ander dan verzekeringnemer veroorzaakt, nadat de verzekering is geëindigd ingevolge 7.1.g (einde van het belang en verlies van de feitelijke macht na overlijden van verzekeringnemer) dan zal verzekerings- maatschappij geen gebruik maken van zijn verhaalsrecht, op voorwaarde dat de erf- genamen hebben voldaan aan de verplichting tot tijdige kennisgeving als omschreven in artikel 7.1.
4.7 Overdracht bij algeheel verlies
a als er sprake is van totale vernietiging of verlies van het motorrijtuig, zal verzekerings- maatschappij pas tot schadevergoeding over- gaan, nadat (de eigendom van) het verzekerde motorrijtuig of het restant inclusief de eventueel door de verzekeringsmaatschappij te vergoeden extra voorzieningen en accessoires aan de verzekeringsmaatschappij of een door de verzekeringsmaatschappij aan te wijzen partij is overgedragen.
b de verzekeringnemer is verplicht alle delen van het bij het verzekerde motorrijtuig behorende kentekenbewijs en/of sleutels, als door verzekeringsmaatschappij verzocht, aan de verzekeringsmaatschappij of aan een door de verzekeringsmaatschappij aan te wijzen partij te overhandigen.
Artikel 5 Premie
5.1 Premieberekening
a de premie van deze verzekering wordt mede vastgesteld op grond van:
1 de leeftijd van verzekeringnemer en/of de regelmatige bestuurder;
2 het aantal schadevrije jaren; dit wordt bij een nieuwe verzekering vastgesteld aan de hand van een Bonus/malus- dan wel een no-claim- verklaring waaruit dit aantal blijkt. Bij een bestaande verzekering geldt het al gegeven aantal;
3 de woonplaats van de regelmatige bestuurder. b voor elk volgend verzekeringsjaar wordt de
premie opnieuw vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.5, waarbij van belang is:
1 het aantal schadegevallen in het afgelopen verzekeringsjaar;
2 de leeftijd van verzekeringnemer/regelmatige bestuurder als die in het betreffende jaar de leeftijd van 19 t/m 24, of 35 jaar zal bereiken.
Het staat verzekeringsmaatschappij vrij te allen tijde te controleren of aan de voorwaarden voor premiekorting wordt voldaan. Mocht blijken, dat hieraan niet is voldaan, dan is verzekeringnemer verplicht de verleende korting aan verzekeringsmaatschappij terug te betalen.
5.2 Premierestitutie en -verrekening
Bij beëindiging van de verzekering, anders dan wegens kwade trouw van verzekeringnemer, betaalt verzekeringsmaatschappij in de navolgende gevallen pro rata de premie aan verzekeringnemer terug over de termijn, waarin de verzekering niet meer van kracht is.
a wanneer de verzekering eindigt wegens opzegging door verzekeringsmaatschappij;
b wanneer de verzekering eindigt omdat de verzekeringnemer zich buiten Nederland heeft gevestigd;
c wanneer de verzekering eindigt omdat de motorfiets/scooter gewoonlijk in het buiten- land wordt gestald, of een buitenlands kenteken gaat voeren;
d wanneer verzekeringnemer is overleden en na zijn overlijden de erfgenamen ophouden belang
te hebben bij de motorfiets/scooter en tevens de feitelijke macht erover verliezen;
e wanneer de motorfiets/scooter wordt vervangen zal de premie over de niet verstreken termijn worden verrekend.
5.3 Beëindiging
Als de motor/scooter wordt verkocht, of na afwikkeling van een schade op basis van algeheel verlies, zonder dat een vervangende motor/scooter ter verzekering wordt aan-
geboden, zal de premie over het tijdvak dat de verzekering niet meer van kracht is worden gerestitueerd.
5.4 Korting/toeslag
a op grond van het schadeverloop wordt bij verlenging van deze verzekering op de premie een korting/toeslag berekend volgens het premiepercentage uit de onderstaande tabel, behorend bij de bonus/malustrede, vermeld op het polisblad:
Bonus/malus
Bij 3 of meer schaden in een verzekeringsjaar geldt trede 1.
De overgang naar een andere bonus/malustrede geschiedt na één verzekeringsjaar:
Trede | percentage korting/toeslag | vanuit trede | zonder schade naar trede | met 1 schade naar trede | met 2 schaden naar trede |
21 | 80 | 21 | 21 | 20 | 9 |
20 | 80 | 20 | 21 | 15 | 8 |
19 | 77,5 | 19 | 20 | 14 | 7 |
18 | 77,5 | 18 | 19 | 13 | 7 |
17 | 75 | 17 | 18 | 12 | 6 |
16 | 75 | 16 | 17 | 11 | 6 |
15 | 75 | 15 | 16 | 10 | 5 |
14 | 72,5 | 14 | 15 | 9 | 5 |
13 | 70 | 13 | 14 | 8 | 4 |
12 | 67,5 | 12 | 13 | 7 | 3 |
11 | 65 | 11 | 12 | 6 | 2 |
10 | 60 | 10 | 11 | 5 | 2 |
9 | 55 | 9 | 10 | 4 | 1 |
8 | 50 | 8 | 9 | 3 | 1 |
7 | 45 | 7 | 8 | 2 | 1 |
6 | 40 | 6 | 7 | 1 | 1 |
5 | 30 | 5 | 6 | 1 | 1 |
4 | 20 | 4 | 5 | 1 | 1 |
3 | 0 | 3 | 4 | 1 | 1 |
2 | +15 | 2 | 3 | 1 | 1 |
1 | +30 | 1 | 2 | 1 | 1 |
b een verzekeringsjaar wordt geacht schadevrij te zijn verlopen, als zich geen gebeurtenis heeft voorgedaan, ter zake waarvan enige uitkering voor rekening van verzekeringsmaatschappij komt of zal komen.
c als verzekeringsmaatschappij een verleende
schadeloosstelling ter zake van een in dat jaar voorgevallen gebeurtenis volledig heeft kunnen verhalen, ongeacht of hierbij door verzekeringsmaatschappij kosten zijn gemaakt, zal dit geen invloed hebben op de inschaling.
d als verzekeringnemer vóór de ingangsdatum
van het volgende verzekeringsjaar een gevallen schade, inclusief de gemaakte kosten, voor eigen rekening neemt, zal dit schadegeval geen invloed hebben op de inschaling.
e een schadeoorzaak, als omschreven in 2.2.a zal ook geen invloed hebben op de inschaling.
Artikel 6 Wijzigingen
Voor de bepalingen over de wijzigingen wordt verwezen naar artikel 6 van de algemene voor- waarden Zicht privépakket.
Artikel 7
Duur en einde van de verzekering
7.1 De verzekering heeft een op de polis vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met eenzelfde termijn verlengd.
7.2 De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door verzekeringsmaatschappij:
a tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
b binnen één maand nadat een schade is gemeld of de verzekeringsmaatschappij een uitkering heeft gedaan of afgewezen. De verzekering eindigt niet eerder dan twee maanden na dag- tekening van deze brief, tenzij de opzegging verband houdt met de opzet van de verzekerde om de verzekeringsmaatschappij te misleiden;
c indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie niet tijdig betaalt. Indien een vervolg- premie niet tijdig wordt betaald wordt pas opgezegd indien de verzekeringsmaatschappij de verzekerde vruchteloos tot betaling heeft aangemaand. De verzekering eindigt niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
d binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en de verzekeringnemer gehandeld heeft met de opzet de verzekeringsmaatschappij te misleiden, dan wel de verzekerings- maatschappij bij kennis van de ware stand van zaken de overeenkomst niet zou hebben gesloten.
7.3 De overeenkomst eindigt door schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer:
a tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
b binnen een maand nadat de verzekerings- maatschappij een uitkering heeft afgewezen. De opzeggingstermijn is twee maanden;
c binnen een maand na ontvangst van de mededeling van de verzekeringsmaatschappij dat premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekerde zijn gewijzigd;
d binnen twee maanden nadat de verzekerings- maatschappij een beroep gedaan heeft op het niet nakomen van de mededelingsplicht bij het aangaan van de overeenkomst.
7.4 De overeenkomst eindigt van rechtswege indien:
a verzekeringnemer zich buiten Nederland vestigt;
b het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald, of een buitenlands kenteken gaat voeren;
c het motorrijtuig wordt gebruikt voor andere doeleinden dan aan verzekeringsmaatschappij is opgegeven;
d als bij overlijden van de verzekeringnemer de erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht erover verliezen. Wanneer zich één van de omstandigheden voordoet als genoemd in artikel 7.4 is verzekeringnemer, respectievelijk de erfgenamen verplicht hiervan binnen acht dagen mededeling te doen aan verzekerings- maatschappij en zal de verzekering in die gevallen eindigen op de datum van mededeling aan verzekeringsmaatschappij.
Verzekeringsvoorwaarden oldtimer/klassiekerverzekering
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
2.1 Aansprakelijkheidsverzekering
2.2 Cascoverzekering
2.3 Dekkingsgebied
2.4 Internationaal Verzekeringsbewijs
2.5 Eigen risico casco
2.6 Overschrijding kilometrage
3 Uitsluitingen
3.1 Algemeen
3.2 Aansprakelijkheidsverzekering
3.3 Cascoverzekering
4 Schade
4.1 Verplichtingen van verzekerden bij schade
4.2 Schaderegeling
4.3 Schadevergoeding
4.4 Financier
4.5 Verjaringstermijn
4.6 Verhaalsrecht op verzekerden
4.7 Overdracht bij algeheel verlies
5 Premie
5.1 Premierestitutie en -verrekening
5.2 Beëindiging
6 Wijzigingen
7 Duur en einde van de verzekering
7.1 Duur van de verzekering
7.2 Einde van de verzekering (verzekerings- maatschappij)
7.3 Einde van de verzekering (verzekeringnemer)
7.4 Einde van de verzekering (rechtswege)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
• aanhanger
al wat aan het motorrijtuig is gekoppeld of, na koppeling, daarvan is losgemaakt of losgeraakt en nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen, zoals een caravan, bagagewagentje, boottrailer, aanhangwagen, oplegger of zijspan;
• ART-motorslot
Een specifiek voor motoren bestemd slot dat door de stichting ART (ANWB, RAI, TNO) van het certificaat ‘goedgekeurd slot’ is voorzien
• brand
een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand:
a zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien; b doorbranden van elektrische apparaten en
motoren;
c oververhitten, doorbranden;
• Elektronische beveiliging motorrijtuigen Een VBV-goedgekeurde alarminstallatie, dan wel een door verzekeringsmaatschappij
geaccepteerd gelijkwaardig af-fabriek systeem met startonderbreker die door een VBV- erkende installateur, af-fabriek of af-importeur is ingebouwd.
• gebeurtenis
elk voorval of een reeks van in oorzaak met elkaar verband houdende voorvallen, waardoor schade is ontstaan;
• motorrijtuig
het op het polisblad, of in de bij de polis behorende (deskundigen) taxatie omschreven voertuig of enig onderdeel daarvan, ingericht voor het vervoer van personen en uitsluitend gebruikt voor particuliere, recreatieve doel- einden;
• storm
wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde;
• verzekerden
verzekeringnemer, de eigenaar, de houder en/of de gemachtigde bestuurder van het motor- rijtuig en de personen die daarmee worden vervoerd, en de financier, voor zover deze op het polisblad is vermeld. Voor de financier geldt de verzekering alleen:
a als verzekerden zelf op basis van de verzekering aanspraak op vergoeding hebben;
b als en voor zover niet al een andere verzekering dekking geeft of zou hebben gegeven als deze verzekering niet bestond;
• waarde
het bedrag vermeld in de laatste aan verzekeringsmaatschappij bekende deskundigen taxatie die vóór de gebeurtenis is verricht, maar niet ouder is dan 36 maanden. De taxatie is bindend en het taxatierapport wordt geacht deel uit te maken van de
verzekering. Heeft geen herziening van de taxatie plaatsgevonden na verloop van de hier- boven genoemde termijn van 36 maanden, dan wordt de verzekering geacht te lopen zonder voorafgaande taxatie en geldt het vermelde bedrag als leidraad voor de schadevergoeding.
• WAM
Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motor- rijtuigen.
Artikel 2 Dekking
2.1 Aansprakelijkheidsverzekering
a de verzekering dekt de aansprakelijkheid van verzekerden tot ten hoogste het op het polis- blad genoemde verzekerde bedrag per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen en met voorbijgaan aan wat anders in deze verzekering mocht zijn bepaald volgens de bij of krachtens de WAM gestelde eisen en de dienovereenkomstig geldende wettelijke bepalingen en wettelijk voorgeschreven bedragen binnen het verzekeringsgebied, wegens toegebrachte personenschade en/of schade aan zaken – met inbegrip van daaruit voortvloeiende schade – veroorzaakt met of door:
1 het motorrijtuig;
2 de aanhanger;
3 zaken, xxxxxx dan tijdens laden en lossen, die zich op of in het motorrijtuig en de aanhanger bevinden, of daarvan of daaruit vallen of zijn gevallen.
b dekking boven het verzekerde bedrag
Als de gebeurtenis plaatsvindt in een tot het verzekeringsgebied behorend land, waar krachtens een met de WAM overeenkomstige wet een hoger te verzekeren bedrag is voor- geschreven, dan verleent de verzekering dekking tot dat hogere bedrag.
c borgstelling
Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal verzekeringsmaatschappij deze borgsom verstrekken tot ten hoogste
€ 50.000,– voor alle verzekerden samen, op voorwaarde dat de betrokken verzekerden
jegens verzekeringsmaatschappij aanspraak op vergoeding van de schade hebben. Uitsluitend verzekeringsmaatschappij is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. Verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om de terug- betaling te verkrijgen.
d kosten van verweer
De kosten van verweer in een door een benadeelde tegen verzekerden of verzekerings- maatschappij aanhangig gemaakt civiel proces, de hieruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan verzekerden of verzekerings- maatschappij worden veroordeeld en de kosten van rechtsbijstand voor een aansprakelijk- stelling, zelfs wanneer deze samen met de toe te kennen schadevergoeding het verzekerde bedrag zouden overtreffen, zijn voor rekening van verzekeringsmaatschappij, als deze het maken van die kosten vooraf heeft goed- gekeurd. Boetes, afkoopsommen en met een strafproces samenhangende kosten worden nooit vergoed. Verzekeringsmaatschappij kan echter, wanneer hem dit gewenst voorkomt, op zijn kosten een rechtskundige belasten met het voeren van de verdediging in een tegen verzekerden ingestelde strafvervolging ter zake van een gebeurtenis.
e eigen motorrijtuigen Verzekeringsmaatschappij vergoedt de schade, veroorzaakt met of door het motorrijtuig aan een ander motorrijtuig, waarvan verzekering- nemer als natuurlijk persoon tevens eigenaar of houder is, voorzover:
1 de schade is toegebracht door schuld van de feitelijke bestuurder;
2 de beide motorrijtuigen hoofdzakelijk door verzekeringnemer of de bij hem inwonende gezinsleden worden bestuurd;
3 er voor de veroorzaakte schade geen beroep op een andere verzekering kan worden gedaan, of gedaan had kunnen worden als deze verzekering niet had bestaan.
f kleding en handbagage
De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade aan of vermissing van kleding, handbagage en sieraden van de door het motorrijtuig vervoerde personen, niet zijnde de aansprakelijke verzekerde zelf.
g verontreiniging van de bekleding
Tevens vergoedt verzekeringsmaatschappij de schade ontstaan door verontreiniging van de bekleding van het motorrijtuig tengevolge van het kosteloos vervoeren van gewonden.
2.2 Cascoverzekering a branddekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering vergoeding van schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door brand, ontploffing, zelf- ontbranding en kortsluiting, ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek, en bliksem- inslag.
b diefstaldekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering vergoeding van schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door diefstal, braak en joyriding, respectievelijk poging daartoe, en ten gevolge van verduistering, oplichting en vermissing, gepleegd door anderen dan verzekeringnemer. Voor diefstal, joyriding of poging daartoe buiten een deugdelijk afgesloten ruimte wordt alleen dekking verleend als het klassieke motorrijwiel, naast het door de fabrikant aangebrachte standaardslot, met een goed- gekeurd ART-motorslot was afgesloten;
c beperkte cascodekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering vergoeding van schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door de onder 2.2.a genoemde gebeurtenissen. Daarnaast wordt de schade aan het motorrijtuig vergoed, ontstaan door:
1 ruitbreuk en door scherven van de ruit, voor zover één en ander niet is ontstaan als rechtstreeks gevolg van een botsing;
2 storm, overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting, oever- afschuiving en dijkval;
3 botsing met vliegende of loslopende dieren, uitsluitend voor zover de schade rechtstreeks door de botsing met het dier is toegebracht, schade als gevolg hiervan door botsing met andere zaken is niet verzekerd;
4 relletjes, waaronder wordt verstaan incidentele geweldsmanifestaties;
5 het in aanraking komen met een vallend lucht- vaartuig of delen hiervan;
6 een van buiten komend onheil, ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade in de vorm van krassen, schrammen en lakschade tijdens takelen en slepen.
d volledige cascodekking
Als dit uit de omschrijving op het polisblad blijkt, dekt de verzekering schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door de onder 2.2.a , 2.2.b en 2.2.c genoemde gebeurtenissen. Daarnaast wordt de schade aan het motorrijtuig vergoed, ontstaan door:
1 een van buiten komend onheil, zoals botsing, aanrijding, slippen, omslaan, te water of van de weg geraken en kwaadwillige beschadiging door derden;
2 een ongeval, rechtstreeks veroorzaakt door slijtage, constructie- en/of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak. De schade van de slijtage, constructie- en/of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak zelf wordt echter niet vergoed.
e boven het verzekerd bedrag
Bovendien dekt deze verzekering, zo nodig boven het verzekerde bedrag:
1 de kosten van berging, noodzakelijke bewaking en vervoer naar een reparatie-inrichting, waar het motorrijtuig kan worden hersteld van de ten gevolge van een gedekte gebeurtenis ontstane beschadiging;
2 de bijdrage in averijgrosse;
3 de kosten, uitsluitend verbonden aan invoer of achterlating, als het motorrijtuig ten gevolge van een gedekte gebeurtenis in het buitenland moet worden achtergelaten;
4 bereddingskosten, tot maximaal 100 % van het voor het op het polisblad genoemde motor- rijtuig verzekerde bedrag.
2.3 Dekkingsgebied
Tenzij op het polisblad anders is vermeld, geldt de verzekering voor schade, ontstaan gedurende het rijden, verblijf of vervoer van het motorrijtuig, en tijdens het vervoer tussen de landen, waarvoor een Internationaal
Verzekeringsbewijs door de verzekerings- maatschappij is afgegeven.
2.4 Internationaal Verzekeringsbewijs (de zogenaamde ‘groene kaart’) Het door verzekeringsmaatschappij uitgereikte Internationaal Verzekeringsbewijs moet op eerste verzoek aan verzekeringsmaatschappij worden teruggegeven. Bij verkoop of eigendomsoverdracht is het verzekerden niet toegestaan het Internationaal Verzekerings- bewijs aan de koper of nieuwe eigenaar ter hand te stellen.
2.5 Eigen risico casco
a op iedere casco-schadevergoeding wordt, tenzij op het polisblad anders is aangegeven, een eigen risico in mindering gebracht voor:
1 vier- of meerwielige motorrijtuigen
– voor de risico´s als omschreven in 2.2.a, b en c
€ 140,–;
– voor de risico´s als omschreven in 2.2.d sub 1 en 2 het op het polisblad onder eigen risico aangegeven bedrag;
2 twee- of driewielige motorrijtuigen voor alle risico’s € 90,–.
b bij ruitschade welke door een harsinjectie wordt gerepareerd, geldt geen eigen risico.
c als de bestuurder op het moment van het ontstaan van de schade jonger is dan 24 jaar, geldt per gebeurtenis een extra eigen risico van
€ 70,– voor de vier- of meerwielige en € 45,– voor de twee- of driewielige motorrijtuigen. Dit extra eigen risico wordt niet toegepast bij de schadegevallen als bedoeld in 2.2.a en 2.2.b.
2.6 Overschrijding kilometrage
a verzekerde is verplicht overschrijding in een verzekeringsjaar van het op het polisblad vermelde maximale kilometrage direct te melden aan de maatschappij. Op grond van deze melding wordt over voortzetting van de verzekering, voorwaarden en premie nader beslist.
b bij overschrijding van het op het polisblad vermelde maximale kilometrage in een verzekeringsjaar zullen de volgende toeslagen in rekening worden gebracht:
1 bij een overschrijding met minder dan 50 %, 50 % over de premie van het afgelopen verzekeringsjaar;
2 bij een overschrijding met meer dan 50 %,
100 % over de premie van het afgelopen verzekeringsjaar.
c daarnaast zal de oldtimer/klassieker per prolongatiedatum worden ingeschaald in het tarief dat overeenkomt met het aantal werkelijk gereden kilometers. Is dit aantal hoger dan 7.500 km per jaar, dan vindt (her)- acceptatie plaats op basis van de personenauto of motor/ scooterverzekering.
d de verschuldigde toeslag wordt gezien als premie in de zin van artikel 5.1 van de algemene voorwaarden. Naast de in de Algemene voorwaarden privépakket opgenomen uitsluitingen, gelden ook de onder- staande uitsluitingen.
Artikel 3 Uitsluitingen
3.1 Algemeen
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
a ontstaan, terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig niet in het bezit is van een voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven geldig rijbewijs of hem de rijbevoegdheid is ontzegd, of als hij niet voldoet aan andere bij of krachtens wettelijke bepalingen gestelde eisen met betrekking tot het gebruik van het motor- rijtuig. Deze uitsluiting geldt echter niet:
1 als de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan 12 maanden vóór het ontstaan van de schade was geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te doen verlengen;
2 als de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voor- geschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen;
b ontstaan, terwijl verzekeringnemer niet of niet tijdig voldaan heeft aan alle verplichtingen die uit deze verzekering voortvloeien en de verzekeringsmaatschappij daardoor in een belang is geschaad.
c waarbij verzekerde van ontstaan, aard of omvang opzettelijk een onvolledige of onware opgave heeft gedaan;
d veroorzaakt met opzet of met goedvinden van verzekerden;
e veroorzaakt tijdens het voorbereiden van of deelnemen aan snelheidswedstrijden of -ritten;
f veroorzaakt tijdens het voorbereiden van of deelnemen aan regelmatigheids- of behendigheidsritten en -wedstrijden, tenzij deze met toestemming van de bevoegde instanties worden gehouden en de gemiddelde snelheid de 50 kilometer per uur niet te boven gaat.
g ontstaan, terwijl het motorrijtuig dagelijks wordt gebruikt dan wel voor andere doeleinden (o.a. verhuur, beroepskoeriersdiensten, betaald personenvervoer) dan voor uitsluitend recreatief/particulier gebruik;
h ontstaan, nadat verzekeringnemer opgehouden heeft belang bij het motorrijtuig te hebben en tevens de feitelijke macht erover heeft verloren;
i aan zaken en/of dieren, die verzekerden toe- behoren, die zij onder zich hebben of die met het motorrijtuig, respectievelijk de aanhanger worden vervoerd, en de daaruit verder voort- vloeiende schade;
j ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig door een burgerlijke of militaire overheid is gevorderd of in beslag is genomen;
k die onder enige andere verzekering verzekerd is of daaronder verzekerd zou zijn als onder- havige verzekering niet zou hebben bestaan. De uitsluitingen, als omschreven in 3.1.a, 3.1.c,
3.1.d en 3.1.g, xxxxxx niet voor de verzekering- nemer, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets is te verwijten.
3.2 Aansprakelijkheidsverzekering
Deze verzekering geeft geen dekking voor: a schade welke uitsluitend voortvloeit uit
contractuele verplichtingen;
b schade veroorzaakt door degene die zonder machtiging van verzekerden het motorrijtuig als bestuurder of passagier gebruikt;
c voor personenschade, toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
3.3 Cascoverzekering
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
a die is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van de verzekerde auto:
– onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat het besturen van de verzekerde auto hem door de wet of overheid verboden is of zou zijn verboden;
– wordt verdacht van het in strijd handelen met artikel 8 van de wegenverkeerswet en geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 8 van de wegen- verkeerswet bedoelde gehalte of gebruik.
b bestaande uit slijtage, slecht onderhoud en waardevermindering;
c ten gevolge van bevriezing, anders dan als rechtstreeks gevolg van een gedekte gebeurtenis;
d ten gevolge van diefstal van losse onderdelen. e ten gevolge van diefstal en joyriding of een
poging daartoe buiten een deugdelijk afgesloten ruimte als het klassieke motorrijwiel niet, naast het door de fabrikant aangebrachte standaard slot, met een goedgekeurd ART- motorrijtuigslot was afgesloten. De uitsluiting, als omschreven in 3.3.a, geldt niet voor de verzekeringnemer, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets is te verwijten.
Artikel 4 Schade
4.1.1 Verplichtingen na schade
a zodra verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekerings- maatschappij tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig mogelijk te melden.
b verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeringsmaatschappij alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeringsmaatschappij van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
c verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht hun volle mede- werking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeringsmaatschappij zou
kunnen benadelen.
d in het geval van (poging tot) diefstal of enig ander strafbaar feit zo spoedig mogelijk aangifte te doen bij de politie en schriftelijk bewijs hiervan te overleggen aan verzekerings- maatschappij.
e aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een of meer van bovenstaande verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekerings- maatschappij heeft benadeeld. Elk recht op uitkering komt te vervallen indien verzekering- nemer of de tot uitkering gerechtigde de hier- voor onder a en b genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet de verzekeringsmaatschappij te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet recht- vaardigt.
4.1.2 Beredding
a zodra de verzekeringnemer of de verzekerde van de verwezenlijking van het risico of het ophanden zijn ervan op de hoogte is, of behoort te zijn, is elk hunner, naarmate hij daartoe in de gelegenheid is, verplicht binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden.
b de verzekeringsmaatschappij vergoedt de kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor de verzekering in die gevallen dekking biedt, of om die schade te beperken.
c aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daar- door de belangen van verzekerings- maatschappij heeft benadeeld.
d vergoeding van de kosten als bedoeld onder b van dit artikel is beperkt tot het bedrag gelijk aan de verzekerde som.
4.2 Schaderegeling
a voor schaden die meer dan € 500,– (inclusief
btw) bedragen zijn verzekerden verplicht verzekeringsmaatschappij in de gelegenheid te stellen schade aan verzekerde voorwerpen, vóór reparatie, door een schade-expert op te laten nemen.
b bij verschil van mening over het door een door verzekeringsmaatschappij benoemde schade- expert vastgestelde schadebedrag hebben verzekerden het recht op eigen kosten ook een schade-expert te benoemen. Blijkt er een verschil te bestaan in de door de beide experts vastgestelde schadebedragen, dan benoemen zij tezamen een derde expert, wiens schade vaststelling binnen de grenzen van de beide taxaties moet blijven en bindend zal zijn. De kosten van de derde expert worden door elk der partijen voor de helft gedragen; de kosten van alle experts zullen echter voor rekening van verzekeringsmaatschappij komen, als verzekerden door de derde expert geheel in het gelijk worden gesteld.
c verzekeringsmaatschappij belast zich met het naar eigen inzicht regelen van de schade. Hij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen.
d behoudens het gestelde in 2.1.b, 2.1.c en 2.1.d zal verzekeringsmaatschappij door betaling van het (de) verzekerde bedrag(en) van alle aansprakelijkheid ontslagen zijn.
4.3 Schadevergoeding
a verzekeringsmaatschappij vergoedt:
1 de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van het motorrijtuig onmiddellijk vóór en na de gebeurtenis. Als de reparatiekosten meer bedragen dan dat verschil vergoedt verzekeringsmaatschappij maximaal het verschil;
2 diefstal, verduistering of vermissing het bedrag dat overeenkomt met de waarde van het motor- rijtuig op het moment van de gebeurtenis.
b verzekeringsmaatschappij vergoedt bij algeheel verlies van het motorrijtuig de waarde van het verzekerde onmiddellijk vóór de gebeurtenis, verminderd met de verkoopwaarde van de eventuele restanten.
c indien de in artikel 1 Begripsomschrijvingen
– waarde – genoemde termijn van 36 maanden is verstreken, wordt uitgegaan van de dag-
waarde met als leidraad de laatst bekende getaxeerde waarde, echter met een maximum van deze laatst bekende getaxeerde waarde.
d voor onderdelen die niet of niet binnen redelijke termijn verkrijgbaar zijn wordt de uitkering, op het moment van de schade, gebaseerd op de gangbare waarde van vervangende onderdelen, of wordt de uitkering gebaseerd op de prijs voor het opnieuw vervaardigen van het onderdeel. In het laatste geval is de uitkering gemaximeerd tot twee- maal de gangbare waarde voor vervangende onderdelen.
e bij diefstal, verduistering joyriding, oplichting en/of vermissing mag verzekerings- maatschappij gedurende 30 dagen na de politie- aangifte door verzekerden en de overlegging van bewijs daarvan aan verzekerings- maatschappij afwachten of het motorrijtuig teruggevonden wordt. Mits verzekerings- maatschappij direct over alle gegevens kan beschikken om zodoende voldoende gelegen- heid te hebben het gebruikelijke onderzoek te verrichten en er geen onregelmatigheden uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zal verzekeringsmaatschappij na verloop van deze termijn tot vergoeding van het vastgestelde schadebedrag overgaan, tenzij vóór de afloop- datum van voornoemde termijn, het motor- rijtuig is teruggevonden. Verzekerden zijn verplicht de sleutels en het eigendomsrecht van het motorrijtuig aan verzekerings- maatschappij over te dragen en alle mede- werking te verlenen aan terugvordering van het motorrijtuig.
f de vergoeding van schade aan of verlies van
geluids- en beeldapparatuur bedraagt maximaal
€ 500,– per gebeurtenis; het van toepassing zijnde eigen risico wordt hierop in mindering gebracht. De gecombineerde zend- en ontvangapparatuur, autotelefoon, cassettes, tapes en compactdiscs zullen nooit onder de dekking van de verzekering zijn begrepen.
g zo nodig boven de verzekerde som wordt uitgekeerd de navolgende veiligheids- bevorderende zaken: brandblusapparaat, pech- lamp, gevarendriehoek en sleepkabel.
h als op het polisblad is aangetekend dat in het verzekerde bedrag de btw niet is begrepen,
geschiedt de vergoeding van de schade ook exclusief btw;
i als het motorrijtuig is uitgerust met een linnen kap of een kap van vergelijkbaar materiaal, niet zijnde een hardtop, dan wordt de schade als volgt geregeld:
1 schade aan kap door (poging tot) diefstal, braak en/of joyriding, en vandalisme een eigen risico van € 450,–; tenzij een hoger eigen risico van toepassing is;
2 geen vergoeding van diefstal losse onderdelen.
4.4 Financier
Als het motorrijtuig is gefinancierd en verzekeringsmaatschappij is daarvan door de financier in kennis gesteld, zal de schade- vergoeding plaatsvinden aan de financier. De verzekeringsmaatschappij voldoet hiermee dan tevens aan zijn verplichtingen tegenover de verzekeringnemer.
4.5 Verjaring
a een rechtsvordering tegen de verzekerings- maatschappij tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. Niettemin verjaart de rechtsvordering bij verzekering tegen aansprakelijkheid niet voordat zes maanden zijn verstreken nadat de vordering waartegen de verzekering dekking verleent, binnen de voor deze geldende verjarings- of vervaltermijn is ingesteld.
b een verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeringsmaatschappij hetzij de aanspraak erkent, hetzij bij aangetekende brief ondubbelzinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen onder eveneens ondubbelzinnige vermelding van het onder c vermelde gevolg.
c ingeval van afwijzing verjaart de rechts- vordering door verloop van zes maanden.
4.6 Verhaalsrecht op verzekerden Verzekeringsmaatschappij zal gerechtigd zijn een door hem gedane schadevergoeding te verhalen op verzekerden of op ieder ander voor
wie een uitsluiting of beperking van toepassing is:
a als verzekeringsmaatschappij op grond van de WAM of een daarmee overeenkomstige buiten- landse wet een verplichting tot schade- vergoeding heeft;
b als een cascoschade op grond van andere bepalingen van de verzekeringsvoorwaarden aan verzekeringnemer moet worden vergoed. Onder dit verhaalsrecht vallen ook de door verzekeringsmaatschappij ter zake van de gebeurtenis gemaakte kosten. Een verhaals- recht op verzekerden komt verzekerings- maatschappij ook toe bij schade, veroorzaakt na beëindiging van de verzekering. Is de schade door een ander dan verzekeringnemer veroorzaakt, nadat de verzekering is geëindigd ingevolge 7.1.g (einde van het belang en verlies van de feitelijke macht na overlijden van verzekeringnemer) dan zal verzekerings- maatschappij geen gebruik maken van zijn verhaalsrecht, op voorwaarde dat de erf- genamen hebben voldaan aan de verplichting tot tijdige kennisgeving als omschreven in artikel 7.1.
4.7 Overdracht bij algeheel verlies
a als er sprake is van totale vernietiging of verlies van het motorrijtuig, zal verzekerings- maatschappij pas tot schadevergoeding over- gaan, nadat (de eigendom van) het verzekerde motorrijtuig of het restant inclusief de eventueel door de verzekeringsmaatschappij te vergoeden extra voorzieningen en accessoires aan de verzekeringsmaatschappij of een door de verzekeringsmaatschappij aan te wijzen partij is overgedragen.
b de verzekeringnemer is verplicht alle delen van het bij het verzekerde motorrijtuig behorende kentekenbewijs en/of sleutels, als door verzekeringsmaatschappij verzocht, aan de verzekeringsmaatschappij of aan een door de verzekeringsmaatschappij aan te wijzen partij te overhandigen.
Artikel 5 Premie
5.1 Premierestitutie en -verrekening
Bij beëindiging van de verzekering, anders dan wegens kwade trouw van verzekeringnemer,
betaalt verzekeringsmaatschappij in de navolgende gevallen pro rata de premie aan verzekeringnemer terug over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is:
a wanneer de verzekering eindigt wegens opzegging door verzekeringsmaatschappij;
b wanneer de verzekering eindigt omdat verzekeringnemer zich buiten Nederland heeft gevestigd;
c wanneer de verzekering eindigt omdat het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald, of een buitenlands kenteken gaat voeren;
d wanneer verzekeringnemer is overleden en na zijn overlijden de erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht erover verliezen;
e wanneer het motorrijtuig wordt vervangen zal de premie over de niet verstreken termijn worden verrekend.
5.2 Beëindiging
Als het motorrijtuig wordt verkocht, of na afwikkeling van een schade op basis van algeheel verlies, zonder dat een vervangend motorrijtuig ter verzekering wordt aangeboden, zal de premie over het tijdvak dat de verzekering niet meer van kracht is worden gerestitueerd.
Artikel 6 Wijzigingen
Voor de bepalingen over de wijzigingen wordt verwezen naar artikel 6 van de Algemene voorwaarden privépakket.
Artikel 7
Duur en einde van de verzekering
7.1 De verzekering heeft een op de polis vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met eenzelfde termijn verlengd.
7.2 De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door verzekeringsmaatschappij:
a tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
b binnen één maand nadat een schade is gemeld of de verzekeringsmaatschappij een uitkering heeft gedaan of afgewezen. De verzekering eindigt niet eerder dan twee maanden na dag-
tekening van deze brief, tenzij de opzegging verband houdt met de opzet van de verzekerde om de verzekeringsmaatschappij te misleiden;
c indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie niet tijdig betaalt. Indien een vervolg- premie niet tijdig wordt betaald wordt pas opgezegd indien de verzekeringsmaatschappij de verzekerde vruchteloos tot betaling heeft aangemaand. De verzekering eindigt niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
d binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en de verzekeringnemer gehandeld heeft met de opzet de verzekeringsmaatschappij te misleiden, dan wel de verzekerings- maatschappij bij kennis van de ware stand van zaken de overeenkomst niet zou hebben gesloten.
7.3 De overeenkomst eindigt door schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer:
a tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
b binnen een maand nadat de verzekerings- maatschappij een uitkering heeft afgewezen. De opzeggingstermijn is twee maanden;
c binnen een maand na ontvangst van de mededeling van de verzekeringsmaatschappij dat premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekerde zijn gewijzigd;
d binnen twee maanden nadat de verzekerings- maatschappij een beroep gedaan heeft op het niet nakomen van de mededelingsplicht bij het aangaan van de overeenkomst.
7.4 De overeenkomst eindigt van rechtswege indien:
a verzekeringnemer zich buiten Nederland vestigt;
b het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald, of een buitenlands kenteken gaat voeren;
c het motorrijtuig wordt gebruikt voor andere doeleinden dan aan verzekeringsmaatschappij is opgegeven;
d als bij overlijden van de verzekeringnemer de erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht
erover verliezen. Wanneer zich één van de omstandigheden voordoet als genoemd in art.
7.4 is verzekeringnemer, respectievelijk de erf- genamen verplicht hiervan binnen acht dagen mededeling te doen aan verzekerings- maatschappij en zal de verzekering in die gevallen eindigen op de datum van mededeling aan verzekeringsmaatschappij.
Verzekeringsvoorwaarden rechtsbijstandverzekering voor particulier motorrijtuig
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
2.1 Het verzekerde risico en de gebeurtenis
2.2 De kosten van rechtsbijstand
2.3 De wachttijd
2.4 De franchise
3 Uitsluitingen
4 De verlening van de rechtsbijstand door de DAS en de verplichtingen van de verzekerde
4.1 De verlening van de rechtsbijstand door de DAS
4.2 Verplichtingen van de verzekerde
4.3 Het rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijk recht
4.4 Onvermogen
4.5 Waarborgsom
5 Premie
5.1 Premierestitutie
6 Wijzigingen
7 Duur en einde van de verzekering
8 Slotbepalingen
8.1 Belangenconflicten
8.2 De geschillenregeling
8.3 De positie van het intermediair
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
• DAS
de DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., Xxxxxxxxxxxx 00, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx, telefoon
(000) 000 00 00 welke door de verzekerings- maatschappij is aangewezen voor het verlenen van rechtsbijstand, het geven van adviezen en het vergoeden van kosten;
• gebeurtenis
Onder gebeurtenis wordt verstaan het moment waarop voor het eerst de belangentegenstelling met de wederpartij tot uiting is gebracht en daardoor redelijkerwijs kan worden beschouwd als de oorzaak van de behoefte aan rechtsbijstand.
• rechtsbijstand
a onder rechtsbijstand wordt verstaan:
1 het verstrekken van juridisch advies ter voorkoming of oplossing van een (dreigend) geschil, dat de verzekerde betreft;
2 het behartigen van de juridische belangen van de verzekerde in een geschil waarin hij betrokken is geraakt, door:
– het voeren van verweer, in of buiten rechte, tegen (strafrechtelijke) vorderingen;
– het geldend maken van vorderingen, in of buiten rechte, of namens hem indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
– het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschikkingen of arbitrale uitspraken;
3 het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand, die voortvloeien uit de boven- genoemde activiteiten, zoals nader omschreven in artikel 2.2.
b de toepasselijke bijzondere voorwaarden bepalen nader de omvang van de dekking.
c ingeval van twijfel over het bestaan van een geschil maakt de verzekerde op verzoek van de DAS het geschil aannemelijk door een rapport van een deskundige, die benoemdis in overleg met de DAS;
• de verzekerden
a de verzekeringnemer;
b de gemachtigde bestuurder of passagier, uitsluitend voor wat betreft de dekking zoals hieronder omschreven in artikel 2.1 b1;
c de nagelaten betrekkingen van een verzekerde als en voor zover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis waarvoor krachtens deze verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
Artikel 2 Dekking
2.1 Het verzekerde risico en de gebeurtenis
a verzekerd is het risico dat een verzekerde in een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand door een gebeurtenis, op voorwaarde dat:
1 de gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedurende de looptijd van de verzekering;
2 de behoefte aan rechtsbijstand bij de aanvang van de verzekeringsdekking redelijkerwijs niet voorzien kon worden.
b verzekerde heeft aanspraak op rechtsbijstand als verzekerde betrokken is geraakt in een geschil bij het uitoefenen van de hierna onder 1 en 2 genoemde activiteiten voor zover hij in dat geschil betrokken is in een op geld waardeerbaar belang. De verzekerde activiteiten zijn:
1 de deelname aan het wegverkeer met het verzekerde motorrijtuig;
2 het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuig wordt mede begrepen de aan een personen- of bestelauto gekoppelde caravan of aanhanger.
2.2 Kosten van rechtsbijstand
Behoudens het hieronder in 2.2 c1 en c2 bepaalde komen voor vergoeding in aanmerking:
a de interne kosten: de kosten van de aan de DAS in loondienst verbonden deskundigen;
b de navolgende externe kosten:
1 de honoraria en voorschotten, voor zover die in het algemeen als gebruikelijk worden beschouwd, van de externe deskundigen, die door de DAS worden ingeschakeld;
2 de kosten van getuigen voor zover door een rechter toegewezen;
3 de proceskosten die ten laste van de verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
4 de noodzakelijke, in overleg met de DAS te maken, reis- en verblijfkosten als zijn persoonlijk verschijnen voor een buitenlandse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat;
5 de kosten die verbonden zijn aan de ten uitvoerlegging van een vonnis.
c niet voor vergoeding komen in aanmerking:
1 de in 2.2 b bedoelde externe kosten die een overeengekomen kosten maximum per aanspraak op rechtsbijstand te boven gaan, en de kosten die beneden de grens van het eigen risico blijven; als uit één feit of feitencomplex meerdere aanspraken op rechtsbijstand voort- komen dan geldt het kosten maximum voor deze aanspraken samen;
2 de externe kosten die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling (bijvoorbeeld artikel 591 en 591a Wetboek van Strafvordering) verhaald, verrekend (bijvoorbeeld bij de btw-afdracht) of door anderen vergoed kunnen worden (met uitzondering van aanspraken op grond van de Wet op de Rechtsbijstand); de DAS schiet deze kosten voor.
2.3 Wachttijd
a de DAS verleent geen rechtsbijstand als de aanspraak voortvloeit uit of verband houdt met een gebeurtenis, die zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering. Ingeval van een geschil over onteigening is deze termijn twaalf maanden.
b op het bepaalde in 2.3 a doet de DAS geen beroep:
1 als deze verzekering direct aansluit op een soortgelijke verzekering en verzekerde daaraan bij voortbestaan dezelfde rechten had kunnen ontlenen; Verzekeringsvoorwaarden Rechts- bijstandverzekering voor particulier motor- rijtuig
2 als de verzekerde het ontstaan van de gebeurtenis niet kon voorzien bij het sluiten van de verzekering. Op verzoek van de DAS moet de verzekerde dit aantonen.
2.4 Franchise
De verzekerde kan in contractuele geschillen alleen aanspraak maken op rechtsbijstand als het belang van zijn verzoek tenminste € 125,– beloopt. Naast de in de Algemene voorwaarden privépakket opgenomen uitsluitingen, gelden ook de onderstaande uitsluitingen.
Artikel 3 Uitsluitingen
3.1 De DAS verleent geen rechtsbijstand (waar- onder mede begrepen het verstrekken van advies):
a als de verzekerde handelt in strijd met de verzekeringsvoorwaarden en daardoor de belangen van de DAS schaadt. Daarvan is in ieder geval sprake als de zaak zó laat is aan- gemeld dat de DAS alleen maar met meer inspanningen of meer kosten rechtsbijstand zou kunnen verlenen;
b als het rechtsprobleem een gevolg is van
molest, natuurrampen en atoomkernreacties; c als het rechtsprobleem verband houdt met het
besturen van een motorrijtuig terwijl de bestuurder niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen. Deze uitsluiting wordt niet ingeroepen als:
1 in een strafzaak de vervolging geen betrekking heeft op het onbevoegd besturen van een motorrijtuig;
2 de verzekerde die het verzoek om rechts- bijstand doet, niet wist of redelijkerwijs niet kon weten dat de bestuurder onbevoegd bestuurde;
d in een geschil over de onderhavige verzekeringsovereenkomst (de DAS vergoedt echter alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als de verzekerde in een onherroepelijk vonnis gelijk krijgt);
e als de behoefte aan rechtsbijstand het beoogde of zekere gevolg is van handelen of nalaten van verzekerde of hij het ontstaan van deze behoefte willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen. In een strafzaak doet de DAS op het voorgaande een beroep als het strafbare feit waarvan verzekerde wordt verdacht een (voorwaardelijk) opzet delict is, of verzekerde het feit willens en wetens heeft gepleegd. De DAS vergoedt achteraf alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als bij het einde van de zaak deze omstandigheden afwezig blijken te zijn;
f in geschillen over het instaan voor of over- nemen van vorderingen van anderen door xxxxxx, schuldvernieuwing, subrogatie of borg- tocht;
g in fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen, waar- onder ook begrepen worden geschillen over heffingen en heffingsvrije hoeveelheden (bijvoorbeeld mest-/melkquota), retributies, bijdragen, leges, invoerrechten en accijnzen.
h in geschillen over de exploitatie van het verzekerde motorrijtuig (verhuur, vervoer, examens, les enzovoort);
i in geschillen over de aanschaf van tweede- hands motorrijtuigen, tenzij deze onder schriftelijke garantie zijn gekocht bij een officiële dealer;
j bij het voeren van verweer tegen vorderingen
op grond van onrechtmatige daad of daarvoor in de plaats komende regresacties.
Artikel 4
De verlening van rechtsbijstand door de DAS en de verplichtingen van de verzekerde
4.1 De verlening van de rechtsbijstand door de DAS
a de rechtsbijstand wordt door de DAS verleend. De DAS garandeert daarbij de inzet van alle in loondienst aan haar verbonden deskundigen. Met de verzekerde wordt overlegd over de wijze van behandeling en hij wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van het gewenste resultaat.
b als er geen redelijke kans (meer) is het gewenste resultaat te bereiken, wordt de rechtsbijstand verlening gestaakt.
c De DAS is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. De DAS stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
d de DAS behoeft geen rechtsbijstand te verlenen als naast de verzekerde ook andere belanghebbenden (actie) willen voeren. Als de DAS geen rechtsbijstand verleent, vergoedt zij aan verzekerde naar evenredigheid de gezamenlijk gemaakte kosten van rechts- bijstand.
e als de behandeling niet door de DAS zelf kan worden voltooid in verband met het proces- monopolie, draagt de DAS deze over aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige. In aanmerking komen advocaten of rechtens bevoegde deskundigen die in Nederland zijn ingeschreven of kantoor houden, als de zaak hier dient of die bij het buitenlandse gerecht staan ingeschreven als de zaak daar dient.
Onder rechtens bevoegde deskundige wordt verstaan een ter zake kundige die krachtens toepasselijke regels van procesbevoegdheid in de (eventuele)gerechtelijke of administratieve procedure de noodzakelijke rechtsbijstand mag verlenen.
f alleen de DAS is bevoegd, na overleg met de verzekerde, opdrachten te verstrekken aan advocaten, rechtens bevoegde deskundigen en
andere externe deskundigen. De opdrachten worden steeds gegeven namens de verzekerde. De verzekerde machtigt de DAS hiertoe onherroepelijk.
g bij een opdracht aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige, zoals vermeld in artikel 60 en 61 Wet Toezicht Verzekeringswezen, volgt de DAS de keuze van de verzekerde. In andere gevallen of ingeval van een opdracht aan een andere externe deskundige bepaalt de DAS de keuze.
h de DAS is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de behandeling door een externe deskundige.
4.2 Verplichtingen van de verzekerde
a een verzekerde die een beroep op de verzekering wil doen, meldt zijn verzoek zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de gebeurtenis aan bij de DAS.
b als de verzekerde zijn verzoek meer dan een jaar na het ontstaan van de gebeurtenis aanmeldt, is de DAS niet meer verplicht rechts- bijstand te verlenen tenzij de verzekerde aantoont dat DAS door de late melding niet in haar belangen is geschaad.
c de verzekerde die een beroep op zijn verzekering doet, verleent alle medewerking die gevraagd wordt door de DAS of door deze ingeschakelde externe deskundigen. Dit houdt in ieder geval in dat hij:
1 alle gegevens en stukken verstrekt die op zijn verzoek betrekking hebben;
2 de DAS machtigt inzage te nemen in de stukken die een externe deskundige over zijn zaak ter beschikking heeft;
3 zich desgevraagd civiele partij stelt in een straf- zaak en meewerkt aan het verhalen van gemaakte kosten van rechtsbijstand op derden;
4 alles nalaat wat de belangen van de DAS kan schaden.
d de verzekerde is verplicht de door de DAS voorgeschoten kosten, voor zover hij die ontvangt, te restitueren aan de DAS. Daaronder worden mede verstaan de bij een onherroepelijk vonnis toegewezen proces- kosten.
4.3 Het rechtsbijstandsgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht
a in de volgende gevallen wordt rechtsbijstand
verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, op voorwaarde dat de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is:
1 het verhalen van schade ontstaan door een beschadiging van lijf of goed;
2 strafzaken;
3 geschillen uit sleep- en reparatieovereenkomst. b in alle overige gevallen wordt rechtsbijstand
alleen verleend in Nederland, op voorwaarde dat de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
4.4 Onvermogen
De DAS vergoedt aan de verzekerde de schade aan het verzekerde motorrijtuig door de onrechtmatige daad van een ander, voor zover de schade een eigen risico van € 110,– te boven gaat tot ten hoogste € 1.250,–. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij, tenzij de verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
4.5 Waarborgsom
a de DAS schiet aan de verzekerde een bedrag van ten hoogste € 25.000,– voor als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrij- lating, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag, gelegd op het verzekerde motorrijtuig.
b door het aanvaarden van het voorschot machtigt de verzekerde de DAS onherroepelijk daarover te beschikken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting, zijn volle medewerking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan de DAS.
c de verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen één jaar nadat het is verstrekt. Voor de bepalingen over de premie wordt verwezen naar artikel 5 van de Algemene voorwaarden privépakket.
Artikel 5 Premie
Voor de bepalingen over de wijzigingen wordt verwezen naar artikel 6 van de Algemene
voorwaarden privépakket.
Artikel 6 Wijzigingen
Voor de bepalingen over de duur en einde van de verzekering wordt verwezen naar artikel 7 van de algemene voorwaarden
Artikel 7
Duur en einde van de verzekering
Voor de bepalingen over de wijzigingen wordt verwezen naar artikel 7 van algemene voorwaarden Zicht privépakket.
Artikel 8 Slotbepalingen
8.1 Belangenconflicten
Er is een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak hebben op rechts- bijstand door de DAS.
Als dan geldt:
a als er een geschil is tussen de verzekering- nemer en één van de medeverzekerden op één polis, verleent de DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekeringnemer;
b als er een geschil is tussen twee mede- verzekerden op één polis, verleent de DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekerde die door de verzekeringnemer is aangewezen;
c als er een geschil is tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen zijn beide verzekerden bevoegd te verlangen dat aan hen bijstand wordt verleend door een advocaat of rechtens bevoegde deskundige naar eigen keuze op kosten van de DAS.
8.2 De geschillenregeling
a als de verzekerde het oneens blijft met het oordeel van de DAS over de haalbaarheid of de wijze van behandeling, dan kan de verzekerde verzoeken dit verschil van mening voor te leggen aan een Nederlandse advocaat naar zijn keuze.
b de DAS legt dan dit verschil van mening, met alle relevante stukken, voor aan de aangewezen advocaat, en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst verwoordt de verzekerde ook zijnerzijds nog eens het verschil van mening. Het oordeel van de advocaat is bindend voor de DAS. De kosten
zijn steeds voor rekening van de DAS.
c als verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaaks- behandeling voor eigen rekening en risico voortzetten. Wordt hij daardoor alsnog geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan betaalt de DAS alsnog, tot ten hoogste het verzekerde kosten maximum, de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.
d het recht om een verschil van mening over de uitleg of de toepassing van de polis- voorwaarden aan een rechter voor te leggen, vervalt na verloop van één jaar, nadat de DAS haar standpunt schriftelijk heeft bekend gemaakt.
8.3 De positie van de intermediair
a de verzekeringnemer en de medeverzekerden machtigen de intermediair die in de polis vermeld staat, voor hen alle mededelingen en betalingen in ontvangst te nemen, tenzij anders is of wordt overeengekomen.
b de correspondentie over de zaaksbehandeling wordt steeds met en door de intermediair gevoerd, tenzij anders wordt verlangd.
Verzekeringsvoorwaarden ongevallen in- en opzittenden
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
2.1 Omschrijving van de basis dekking
2.2 Omschrijving van de uitgebreide dekking
2.3 Dekking voor kledingschade
2.4 Dekkingsgebied
3 Uitsluitingen
4 Schade
4.1 Verplichtingen bij schade
4.2 Vaststelling van de hoogte van de uitkering rubriek B
4.3 Betaling van de uitkering
4.4 Repatriëring
4.5 Geen verplichting van verzekerings- maatschappij tot betaling
4.6 Verjaringstermijn
4.7 Vervaltermijn
5 Premie
5.1 Premieberekening
6 Wijzigingen
7 Duur en einde van de verzekering
8 Slotbepalingen
8.1 Geschillen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
• begunstigde
degene aan wie de verzekerde som moet worden uitgekeerd;
• blijvende invaliditeit
blijvend geheel of gedeeltelijk verlies van functie van enig deel of orgaan van het lichaam van verzekerde;
• ongeval
een tijdens de verzekeringsduur plotseling, onafhankelijk van de wil van verzekerde, uitwendig, onmiddellijk op hem inwerkend geweld, dat rechtstreeks en uitsluitend de oorzaak is van zijn dood of zijn lichamelijke invaliditeit, op voorwaarde dat de aard van het letsel objectief geneeskundig is vast te stellen;
• verzekerden
In tegenstelling tot het vermelde onder het begrip ‘verzekerden‘ van de verzekerings-
voorwaarden Motorrijtuigen, Motor/scooter en Oldtimer wordt in deze voorwaarden onder verzekerden verstaan de passagiers van een motorrijtuig of opzittenden van een motor- rijwiel, voor zover zij:
a zich met toestemming van de verzekering- nemer in het motorrijtuig of op het motor- rijwiel bevinden;
b bezig zijn in of uit het motorrijtuig of op of van het motorrijwiel te stappen;
c gedurende de rit – langs de weg – aan het motorrijtuig/ motorrijwiel een noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn;
d zich voor het bijvullen van brandstof ophouden bij een tankstation.
Artikel 2 Dekking
2.1 Omschrijving van de basis dekking
a verzekerd is het risico van ongevallen, uitsluitend als overkomen aan de verzekerde personen van het op het polisblad omschreven motorrijtuig/motorrijwiel tot maximaal de vermelde verzekerde sommen.
b worden met het motorrijtuig meer dan 4 passagiers of motorrijwiel meer dan 2 opzittenden vervoerd dan wordt de uitkering naar evenredigheid verminderd.
c als en zolang het op het polisblad omschreven motorrijtuig/motorrijwiel door reparatie, revisie of dergelijke behandeling tijdelijk niet voor de verzekeringnemer beschikbaar is, is de verzekering van toepassing op het vervangende motorrijtuig, op voorwaarde dat dit een naar type en prijsklasse gelijksoortig motorrijtuig is.
2.2 Omschrijving van de uitgebreide dekking
N.B. de uitgebreide dekking is uitsluitend mee- verzekerd als deze van toepassing is verklaard op het polisblad, in welk geval de verzekering tevens van kracht is voor ongevallen over- komen:
2.2.1 Verzekeringnemer
aan de op het polisblad vermelde persoon, waarbij de verzekerde auto niet is betrokken:
a als voetganger door botsing met een verkeers- middel;
b als passagier van een openbaar verkeers- middel, tw: bus, taxi, metro, tram, trein, skilift, zweefbaan en boot;
c als bestuurder of als passagier van een eigen privé verkeersmiddel, tw: personenauto, (geen les- of huurauto), fiets, bromfiets en boot.
2.2.2 Gezin
a aan de op het polisblad vermelde persoon en/of zijn met/haar in gezinsverband samenwonende echtgenote/ echtgenoot of levenspartner, en de met hem/haar in gezinsverband samenwonende ongehuwde kinderen;
b als bestuurder of als passagier van een personenauto of bestelauto, treingewicht xxx.
3.500 kg, toebehorende aan een ander dan de verzekeringnemer en voor zover deze auto uitsluitend voor privédoeleinden wordt gebruikt.
2.3 Dekking voor kledingschade
a onafhankelijk van de verzekerde sommen tegen ongevallen dekt deze verzekering het risico van aanwijsbare schade aan kleding tot een maximum van € 1.000,– per ongeval met het uitsluitend op het polisblad omschreven motorrijtuig/motorrijwiel.
b als schade is ontstaan door een ongeval met het op het polisblad omschreven motor- rijtuig/motorrijwiel, waarbij het motorrijtuig/- motorrijwiel gelijktijdig zelf werd beschadigd.
c als het betreffende ongeval schade aan kleding van meer verzekerde personen toebrengt tot een totaal schadebedrag dat het verzekerde maximum van € 1.000,– overtreft, dan zal de schade van iedere verzekerde persoon worden vergoed in evenredigheid van eigen schade tot totale schade en verzekerde maximum.
d per gebeurtenis geldt een eigen risico van
€ 25,– per verzekerde.
e tot kleding zullen ook worden gerekend de verdere persoonlijke eigendommen van de verzekerde; uitgezonderd zijn geld, gelds- waardige papieren, handelszaken en monster collecties, en zaken behorende tot de standaarduitrusting of het toebehoren van het motorrijtuig/motorrijwiel.
2.4 Dekkingsgebied
a de verzekering is van kracht in de landen, en het vervoer tussen de landen, waarvoor een Internationaal Verzekeringsbewijs (de zogenaamde ‘groene kaart’) door verzekerings- maatschappij is afgegeven.
b als op het polisblad een afwijkend dekkings-
gebied is vermeld, is deze verzekering alleen binnen dat dekkingsgebied van kracht.
Artikel 3 Uitsluitingen
Verzekeringsmaatschappij is in aanvulling op de uitsluitingen van de verzekeringsvoorwaarden motorrijtuig, oldtimer en motor/scooter, en de uitsluitingen genoemd in de Algemene voorwaarden privépakket ook niet tot uitkering gehouden als:
3.1 Medische behandeling
het letsel of het overlijden veroorzaakt wordt door een door verzekerde ondergane medische behandeling, tenzij deze rechtstreeks verband houdt met een eerder aan de verzekerde over- komen gedekte gebeurtenis;
3.2 Controle, stalling of reparatie
het op het polisblad omschreven motorrijtuig aan derden ter controle, stalling of reparatie is gegeven;
3.3 Misdrijf
het ongeval plaatsvindt wegens het door verzekerde opzettelijk plegen van of deel- nemen aan een misdrijf of poging daartoe;
3.4 Waagstuk
het ongeval plaatsvindt wegens het door verzekerde ondernemen van een waagstuk waarbij het leven of lichaam op roekeloze wijze in gevaar wordt gebracht tenzij op basis van het beroep van verzekerde het verrichten van dit waagstuk redelijkerwijs noodzakelijk was of geschiedt bij rechtmatige zelfverdediging, poging tot redding van mens, dier of zaken of tot afwending van een dreigend gevaar. Deze dekking geldt ook voor ongevallen rechtstreeks veroorzaakt door of ontstaan uit weder- rechtelijke vrijheidsberoving, gijzeling of kaping van een vervoermiddel, echter uitsluitend voor zover verzekerde zelf niet aan deze misdrijven deelneemt en voor zover het ongeval niet is veroorzaakt door of ontstaan uit de onder het begrip ‘Molest’ van de Algemene voorwaarden privépakket genoemde gebeurtenissen. Deze dekking geldt ook voor ongevallen;
3.5 Onder invloed zijn als bestuurder
het ongeval wordt veroorzaakt doordat verzekerde als bestuurder van een motorrijtuig onder invloed is van bedwelmende,
verdovende, opwekkende of soortgelijke middelen, waaronder alcoholhoudende drank, tenzij verzekerde of de begunstigde bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen het ongeval en het gebruik van genoemde middelen.
Artikel 4 Schade
4.1 Verplichtingen bij schade
In afwijking van het bepaalde in artikel 4.1 van de verzekeringsvoorwaarden motorrijtuig/- oldtimer en motor/scooter gelden de navolgende verplichtingen:
a meldingstermijn na een ongeval als verzekerde door een ongeval wordt getroffen, zijn verzekeringnemer, verzekerde of begunstigde verplicht dit te melden:
1 bij overlijden binnen 48 uur na overlijden ten gevolge van een ongeval, maar in ieder geval vóór de crematie of begrafenis;
2 bij blijvende invaliditeit binnen 3 maanden na het ongeval. Als de melding later wordt gedaan, kan naar het oordeel van de verzekerings- maatschappij toch recht op uitkering ontstaan, als door verzekerde kan worden aangetoond dat:
– een verzekerde een gedekt ongeval is overkomen;
– de blijvende invaliditeit het rechtstreeks gevolg is van dit ongeval;
– de gevolgen van dit ongeval niet door ziekte, kwaal of gebrekkigheid of een abnormale lichaams/geestesgesteldheid zijn vergroot;
– een verzekerde in alle opzichten de voor- schriften van de behandelend arts heeft opgevolgd.
De melding moet schriftelijk, telefonisch of per fax gebeuren. Een door verzekerings- maatschappij te verstrekken schadeaangifte- formulier moet ingevuld en ondertekend worden ingezonden;
b verplichtingen na een ongeval
1 bij overlijden van verzekerde zijn de begunstigden verplicht medewerking te verlenen ter vaststelling van de doodsoorzaak;
2 bij (blijvende) invaliditeit van verzekerde:
– zich direct onder geneeskundige behandeling te stellen;
– al het mogelijke te doen om zijn herstel te bevorderen door tenminste de voorschriften van de behandelend geneeskundige te volgen;
– alle medewerking te verlenen ter vaststelling van de mate van invaliditeit, zoals het mee- werken aan een geneeskundig onderzoek. Aan verzekeringsmaatschappij is het recht voor- behouden de administratie van verzekering- nemer in te zien, ter verifiëring van de verstrekte gegevens. Verzekerde kan geen rechten aan de polis ontlenen, als hij één of meer van deze verplichtingen niet is nagekomen en voor zover daardoor de belangen van verzekeringsmaatschappij zijn geschaad.
4.2 Vaststelling van de hoogte van de uitkering Bij blijvende invaliditeit (rubriek B)
a de mate van blijvende invaliditeit en/of het percentage functieverlies zal worden vast- gesteld door een, door de medisch adviseur van de verzekeringsmaatschappij te benoemen, geneeskundige.
b de bepaling van het percentage functieverlies geschiedt volgens objectieve maatstaven en wel zoveel mogelijk volgens de laatste uitgave van de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impairment’ van de American Medical Association (A.M.A.) en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Orthopedische Vereniging, tenzij het percentage van functionele invaliditeit terug te vinden is in de hieronder vermelde gliedertaxe.
Bij volledig functieverlies van: Uitkerings- percentage:
Hoofd:
Beide ogen 100%
Eén oog 50%
Het gehele gehoorvermogen 60%
Het gehoorvermogen van één oor 25%
Eén oorschelp 5%
Het spraakvermogen 50%
De reuk of de smaak 5%
De neus 10%
Een natuurlijk blijvend gebitselement 1%
Inwendig orgaan:
De milt 10%
Een nier | 20% | verschillende vingers van een hand wordt in |
Een long | 30% | totaal nooit meer uitgekeerd, dan wat op grond |
van deze verzekering uitgekeerd zou zijn bij | ||
Ledematen: | verlies of blijvende functiebeperking van een | |
Beide armen | 100% | hand. |
Beide handen | 100% | h als een al bestaande vorm van invaliditeit door |
Beide benen | 100% | een ongeval wordt verergerd, zal de vast- |
Beide voeten | 100% | gestelde mate van blijvende invaliditeit na het |
Eén arm of hand en één been of voet | 100% | ongeval worden verminderd met de al voor het |
Arm in schoudergewricht | 80% | ongeval bestaande mate van invaliditeit. |
Arm in ellebooggewricht | 75% | i vaststelling van de uitkering voor blijvende |
Hand in polsgewricht | 70% | invaliditeit vindt plaats uiterlijk drie jaar na de |
Eén duim | 25% | melding van het ongeval of zoveel eerder als |
Eén wijsvinger | 15% | een blijvende toestand van invaliditeit is |
Eén middelvinger | 12% | komen vast te staan. Als evenwel twee jaar na |
Eén van de overige vingers | 10% | de melding van het ongeval nog geen uitkering |
Eén been of voet | 70% | wegens blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, |
Eén grote teen | 10% | dan vergoedt de verzekeringsmaatschappij de |
Eén van de andere tenen | 5% | wettelijke rente, te beginnen twee jaar na de |
melding van het ongeval over het bedrag dat |
c whiplash:
over acceleratie/deceleratie trauma van de cervicale wervelkolom waarbij sprake is van klachten evenwel zonder objectieve verschijnselen en waarbij verder wordt voldaan aan de criteria van het postwhiplash syndroom zoals opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, wordt bepaald dat hiervoor maximaal 5 % van het verzekerd bedrag wordt uitgekeerd. Aanwijzingen voor afwijkingen welke met hulponderzoek, zoals neuropsychologisch testen of vestibulair onder- zoek, zijn verkregen geven geen recht op een uitkering boven dit maximum van 5 %.
d wanneer sprake is van een gedeeltelijk verlies of gedeeltelijke onbruikbaarheid van één of meer van de in de hierboven vermelde glieder- taxe genoemde lichaamsdelen of organen, wordt het uitkeringspercentage naar even- redigheid met de hiervoor vermelde percentages vastgesteld.
e bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van méér lichaamsdelen of organen worden de percentages opgeteld tot een maximum van 100 %.
f ter zake van een ongeval wordt bij blijvende invaliditeit in totaal maximaal het verzekerde bedrag uitgekeerd.
g bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van
uiteindelijk ter zake van blijvende invaliditeit zal zijn verschuldigd. De rente zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. De hier- boven genoemde rente is evenwel niet meer verschuldigd nadat de verzekerings- maatschappij een voorschot op de uitkering ter zake van blijvende invaliditeit ter beschikking heeft gesteld.
j bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit wordt nooit rekening gehouden met de psychische reactie op het ongeval en/of op het daardoor veroorzaakte lichamelijk letsel en/of blijvende invaliditeit, ook al zou bedoelde psychische reactie op zichzelf in enige mate blijvende invaliditeit tot gevolg kunnen hebben.
k als verzekerde binnen 2 jaar na het ongeval overlijdt (maar niet door het bedoelde ongeval of door een ander ongeval, waarvoor door de verzekeringsmaatschappij uitkering zal worden verleend) terwijl de uitkering voor blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, zal uitkering worden verleend op basis van de mate van invaliditeit welke met inachtneming van 2 jaar na het ontstaan van het ongeval, redelijkerwijs te verwachten zou zijn geweest als een verzekerde in leven was gebleven.
l de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit zal in Nederland plaatsvinden, ook al is een verzekerde na het ongeval naar het
buitenland vertrokken of was deze op het moment van het ongeval al in het buitenland. Een verzekerde zal in dat geval op eigen kosten naar Nederland (terug) moeten komen om de definitieve mate van invaliditeit vast te stellen. Voldoet verzekerde hieraan niet, dan vervalt daarmede zijn recht op uitkering, tenzij anders is overeengekomen.
4.3 Betaling van de uitkering a bij overlijden (rubriek A)
Bij overlijden van de verzekerde binnen 3 jaar na een ongeval, keert de verzekerings- maatschappij het voor hem verzekerd bedrag uit. Heeft de verzekeringsmaatschappij ter zake van hetzelfde ongeval al uitkering verleend wegens blijvende invaliditeit, dan wordt laatst- genoemde uitkering in mindering gebracht op de uitkering bij overlijden. Is de al verleende uitkering wegens blijvende invaliditeit echter hoger dan de uitkering bij overlijden dan zal de verzekeringsmaatschappij het verschil niet terugvorderen. Ongeacht hogere verzekerde bedragen is de uitkering voor verzekerde personen die op het moment van het ongeval jonger dan 16 jaren of ouder dan 70 jaren waren, beperkt tot respectievelijk maximaal
€ 2.500,– en € 5.000,–.
b bij blijvende invaliditeit (rubriek B)
De mate van blijvende invaliditeit wordt vast- gesteld zodra naar medisch oordeel sprake is van een onveranderlijke toestand, maar uiterlijk binnen 3 jaar na melding van het ongeval. Na deze periode zal de mate van blijvende invaliditeit worden bepaald op basis van de als dan bestaande invaliditeit, waarbij uitdrukkelijk wordt bepaald, dat nadien optredende wijzigingen géén aanleiding kunnen vormen om aanspraken te doen op aanvullende uitkeringen.
4.4 Repatriëring
Als een verzekerde ten gevolge van een ongeval, zoals omschreven in artikel 1.3 en 2.1 van deze bijzondere voorwaarden tijdens een verblijf buiten Nederland komt te overlijden, vergoedt verzekeringsmaatschappij, boven het voor overlijden verzekerde bedrag, een bijdrage in de kosten van repatriëring van het stoffelijk overschot tot ten hoogste € 5.000,–. Deze vergoeding wordt uitsluitend verleend
ingeval van gemaakte kosten van repatriëring, als deze kosten niet krachtens enige andere verzekering of voorziening worden vergoed.
4.5 Geen verplichting van verzekerings- maatschappij tot betaling Als blijkt dat bij afwezigheid van begunstigden de staat uitkeringsgerechtigd kan zijn, bestaat voorde verzekeraar geen plicht tot betaling.
4.6 Verjaring
a een rechtsvordering tegen de verzekerings- maatschappij tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. Niettemin verjaart de rechtsvordering bij verzekering tegen aansprakelijkheid niet voordat zes maanden zijn verstreken nadat de vordering waartegen de verzekering dekking verleent, binnen de voor deze geldende verjarings- of vervaltermijn is ingesteld.
b een verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeringsmaatschappij hetzij de aanspraak erkent, hetzij bij aangetekende brief ondubbel- zinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen onder eveneens ondubbelzinnige vermelding van het onder c vermelde gevolg.
c ingeval van afwijzing verjaart de rechts- vordering door verloop van zes maanden.
Artikel 5 Premie
5.1 Premieberekening
In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 5.1 van de verzekeringsvoorwaarden Motor- rijtuigen/oldtimer zijn voor deze verzekering de daarin genoemde premiefactoren niet van toepassing.
Artikel 6 Wijzigingen
Voor de bepalingen over de wijzigingen wordt verwezen naar artikel 6 van de Algemene voorwaarden privépakket.
Artikel 7
Duur en einde van de verzekering
Voor de bepalingen over de wijzigingen wordt verwezen naar artikel 7 van de Algemene voorwaarden privépakket.
Artikel 8 Slotbepalingen
8.1 Geschillen
a geschillen voortvloeiende uit de verzekering zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in Nederland, behoudens hogere voorziening, tenzij tussen partijen wordt overeengekomen op andere wijze tot overeen- stemming te geraken.
b op verzoek van verzekeringnemer worden geschillen die betrekking hebben op de vast- stelling van de mate van invaliditeit voorgelegd aan een arbiter of bindend adviseur. Deze zal in onderling overleg worden benoemd. De hieraan verbonden kosten zullen worden gedragen door verzekeringsmaatschappij. Als geen overeenstemming bereikt wordt zal hij worden benoemd door de president van een rechtbank in Nederland.
Verzekeringsvoorwaarden schade inzittenden verzekering
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
3 Uitsluitingen
3.1. Snelheidsritten
3.2. Onbevoegd besturen
3.3. Alcoholgebruik
3.4. Autogordels, helmen
3.5. Sociale verzekeringen en voorzieningen en arbeidsrecht
3.6. Private verzekeringen
3.7. Samenloop
3.8. Onderhoud en reparatie
3.9. Wettelijke rente
4 Schade
4.1 Rechthebbende
4.2 Verzekerd bedrag
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In de voorwaarden wordt verstaan onder:
• motorrijtuig
De op het polisblad omschreven personenauto, of motor(fiets).
• verzekerde
De inzittenden/opzittende van het motorrijtuig, met inbegrip van de bestuurder die gerechtigd zijn als zodanig van het motorrijtuig gebruik te maken. Onder inzittende/opzittende wordt ook verstaan hij die in of uit het motorrijtuig stapt en hij die onderweg het motorrijtuig in verband met een defect van het motorrijtuig heeft verlaten en zich nog in de onmiddellijke nabijheid van het motorrijtuig bevindt.
• nabestaanden
De in artikel 6:108 BW genoemde gerechtigden op schadevergoeding bij overlijden.
• schade Personenschade
Schade door letsel of aantasting van de gezond- heid van personen, al dan niet de dood tot gevolge hebbend, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schaden.
Zaakschade
Xxxxxx door verlies of beschadiging van zaken,
die behoren tot de particuliere huishouding van de verzekerde en die met het motorrijtuig vervoerd worden en geen motorrijtuig, accessoire of extra voorziening zijn.
• ongeval
Beschadiging van het motorrijtuig door te water of van de weg geraken, omslaan, botsingen en elk plotseling van buitenkomend onheil en waardoor de verzekerde gewond raakt of gedood wordt.
Artikel 2 Dekking
Wat is verzekerd Gedekt is:
– de door de inzittende/opzittende verzekerde als gevolg van een ongeval geleden personen- en zaakschade.
– de door de nabestaanden in artikel 6:108 BW bedoelde schade veroorzaakt door een ongeval waarbij de inzittende verzekerde komt te overlijden en voor deze verzekerde geen uitsluiting als bedoeld in artikel 4 van deze voorwaarden geldt.
Artikel 3 Uitsluitingen
Wat is niet verzekerd
Naast de uitsluitingen genoemd de Verzekerings- voorwaarden motorrijtuigen en de Algemene voorwaarden privépakket zijn op deze verzekering de volgende uitsluitingen van toepassing:
Van de dekking is uitgesloten:
3.1. Snelheidsritten
Schade die is ontstaan tijdens het deelnemen aan wedstrijden en snelheidsproeven, tenzij het gaat om puzzelritten:
– die geheel binnen Nederland plaatsvinden
– die niet langer dan 24 uur duren en
– waarbij het snelheidselement niet overweegt;
3.2. Onbevoegd besturen
Schade die is veroorzaakt, terwijl de feitelijke bestuurder:
– geen voor het motorrijtuig wettelijk voor- geschreven, geldig rijbewijs bezit (tenzij het niet langer dan 1 jaar verlopen is);
– de rijbevoegdheid is ontzegd;
– dan wel niet voldoet aan andere door of krachtens de wet gestelde bepalingen met
betrekking tot het besturen van het motor- rijtuig.
3.3. Alcoholgebruik
Schade die mede is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of de overheid is of zou zijn verboden.
3.4. Autogordels, helmen
Schade van de verzekerden die wegens het niet dragen van de autogordel of het niet deugdelijk dragen van de helm naar maatstaven van eigen schuld als bedoeld in artikel 6:101 Burgerlijk wetboek aan de verzekerde zelf toegerekend kan worden.
3.5. Sociale verzekeringen en voorzieningen en arbeidsrecht
Schade waarvoor de verzekerde een aanspraak op een uitkering heeft uit hoofde van een sociale verzekering of voorziening of uit hoofde van het arbeidsrecht. Het bedrag van de uitkering waarop de verzekerde aanspraak kan maken wordt op de schade in mindering gebracht.
3.6. Private verzekeringen
Schade waarvoor de verzekerde verzekerd is op grond van een andere private verzekering en waaraan hij rechten kan ontlenen of zou kunnen ontlenen indien onderhavige verzekering niet zou bestaan. Het bedrag van de verzekeringsuitkering waarop verzekerde recht heeft wordt op de vastgestelde schade in mindering gebracht.
3.7. Samenloop
Schade van de verzekerde waarvoor een aanspraak op vergoeding op grond van de voorwaarden wettelijke aansprakelijkheid bestaat.
3.8. Onderhoud en reparatie
Schade veroorzaakt terwijl het motorrijtuig tegen betaling in behandeling, onderhoud of reparatie was.
3.9. Wettelijke rente
Schade bestaande in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek, tenzij deze schade haar oorzaak vindt in een tekortschieten door ons in de nakoming van
deze overeenkomst. Het bepaalde onder de rubrieken “snelheidsritten”, “onbevoegd besturen” en “alcoholgebruik” geldt niet voor de verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en uitdrukkelijk tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem met betrekking tot deze omstandigheden in redelijkheid geen verwijt treft.
Artikel 4 Schade
4.1 Rechthebbenden
Op deze verzekering kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de in artikel 1 sub b genoemde verzekerden.
4.2 Verzekerd bedrag
De in artikel 2 a en b genoemde personen- schade samen is verzekerd tot een maximum van € 1.000.000,– per gebeurtenis voor alle verzekerden samen. De in artikel 2 bedoelde zaakschade samen is verzekerd tot een maximum van € 5.000,– per gebeurtenis voor alle verzekerden samen. Bij overschrijding van deze bedragen zal de schadevergoeding naar evenredigheid van hun schade over de recht- hebbende verzekerden verdeeld worden.
Verzekeringsvoorwaarden pechhulp Nederland
Inhoudsopgave
1 Pechhulp Nederland
1.1 Pechhulp
1.2 Vervoer Motorrijtuig
1.3 Vervangend vervoer
1.4 Vervoer inzittenden
1.5 Geen vervoer mogelijk
2 Recht op pechhulp
3 Uitsluitingen
4 Bepalingen en voorwaarden
Artikel 1
Pechhulp Nederland
De hulpcentrale belast zich met de organisatie van de hulpverlening en betaald de kosten van:
1.1 Pechhulp
Pechhulp voor zover die langs de weg kan worden uitgevoerd tot een bedrag van € 100,– arbeidsloon. Eventuele benodigde onderdelen komen voor rekening van verzekerde en moeten ter plekke contant worden betaald.
Eventuele noodzakelijke vervolgreparaties zijn voor rekening van verzekerde.
1.2 Vervoer motorrijtuig
Als de storing niet langs de weg kan worden verholpen heeft verzekerde recht op kosteloos vervoer van het motorrijtuig, met de eventuele aanhanger, en inzittenden met hun bagage:
a in beginsel naar de dichtstbijzijnde herstel- inrichting waar het motorrijtuig diezelfde dag kan worden gerepareerd;
b binnen de eigen woonplaats naar de dichtst- bijzijnde herstelinrichting;
c in alle andere gevallen naar een overige bestemming in Nederland in overleg met de hulpcentrale.
1.3 Vervangend vervoer
Uitsluitend bij pech waarbij door de betreffende herstelinrichting bepaald is dat het motorrijtuig niet binnen 4 uur kan worden gerepareerd bestaat recht op vervangend vervoer. Het recht op vervangend vervoer geldt gedurende maximaal drie dagen bij pech buiten de eigen woonplaats, respectievelijk maximaal twee dagen bij pech binnen de eigen woon-
plaats. Het recht op vervangend vervoer eindigt in elk geval op het moment dat het betreffende uitgevallen motorrijtuig is gerepareerd.
Vervangend vervoer bestaat, als voorradig, uit een zoveel mogelijk gelijkwaardig motorrijtuig tot een maximum van € 75,– per dag.
Uitsluitend als noodzakelijk, is het motorrijtuig voorzien van een trekhaak of automaat.
1.4 Vervoer inzittenden
Uitsluitend bij pech buiten de eigen woon- plaats waarbij het motorrijtuig niet langs de weg kan worden gerepareerd hebben de inzittenden met hun bagage recht op kosteloos vervoer naar één eindbestemming binnen Nederland. In overleg met de hulpcentrale zal het vervoer geschieden, indien mogelijk, met de transporteur van het motorrijtuig. Is dit niet mogelijk dan wordt vervoer per trein 2e klasse en waar nodig per taxi vergoed. Vervoer van eventuele lading van een bestelauto wordt niet vergoed. Kosten voor personenvervoer worden in mindering gebracht op eventuele rechten op vervangend vervoer.
1.5 Geen vervoer mogelijk Als door omstandig- heden geen passende wijze van vervoer mogelijk is bestaat in overleg met de hulp- centrale recht op 1 hotelovernachting voor maximaal 5 personen tot een maximum van
€ 50,– per persoon.
Artikel 2
Recht op pechhulp
Recht op pechhulp bestaat in het geval er sprake is van een dusdanig onvoorziene mechanische of motorische storing aan het motorrijtuig dat deze niet meer op eigen kracht kan worden verplaatst en welke storing niet op de plaats eenvoudig kan worden verholpen. Voor kosteloos vervoer van het motorrijtuig komt een overeenkomst tot stand tussen verzekerde en het sleepende bergingsbedrijf. Voor deze overeenkomst gelden bij een sleep- en bergingsbedrijf de Algemene Bergings en Vervoers- condities voor gestrande voertuigen. Voor vervangend vervoer komt een overeenkomst tot stand tussen verzekerde en het verhuurbedrijf. Een verhuurbedrijf heeft eigen algemene voorwaarden. Voor eventuele gevolgen voortkomend uit deze overeenkomsten kan de hulpcentrale niet verantwoordelijk geacht worden. Verzekerde, die
gebruik maakt van vervangend vervoer heeft geen recht op vergoeding van kosten van brandstof, schade aan het vervangende voertuig, of gevolg- schade door het uitvallen van het vervangende voer- tuig. Wel is er dekking van de verzekering van het gestrande voertuig op gelijke dekkingsvoorwaarden van kracht op het vervangingsvoertuig. Een verhuur- bedrijf kan een afwijkend eigen risico hanteren.
Recht op pechhulp geldt uitsluitend voor motor- rijtuigen die mogen worden bestuurd met een rij- bewijs categorie A of B(E) waarvan het ledig gewicht niet meer bedraagt dan 3.500 kg. Voor lifters en inzittenden die tegen betaling worden vervoerd bestaat, met uitzondering van de bestuurder, geen recht op personenvervoer en vervangend vervoer. In alle gevallen geldt dat kosteloos vervoer van inzittenden en het motorrijtuig of vervangend vervoer maximaal twee maal per jaar wordt ingezet.
Artikel 3 Uitsluitingen
Verzekerde heeft geen recht op pechhulp als:
a het motorrijtuig niet APK is goedgekeurd;
b de gebeurtenis het gevolg is van onvoldoende onderhoud;
c het uitvallen van het motorrijtuig voor verzekerde het beoogde of zekere gevolg is van handelen of nalaten;
d verzekerde niet al zijn verplichtingen nakomt; e het uitvallen van het motorrijtuig het gevolg is
van het deelnemen aan wedstrijden en/of trainen daarvoor respectievelijk het gebruik voor verhuur of rijles.
Artikel 4
Bepalingen en voorwaarden
Algemene bepalingen
4.1 Niet gedekt zijn de kosten boven die van de noodzakelijke te treffen maatregelen, alsmede voorzieningen welke een permanent karakter hebben en waartoe de hulpcentrale geen opdracht heeft gegeven.
4.2 De hulpcentrale is niet aansprakelijk voor fouten en nalatigheden, dat wil zeggen enige aansprakelijkheid of gevolgschade die voort- komt uit enigerlei handeling, verricht tijdens de uitvoering van de dienstverlenende activiteiten waarin door deze verzekering is voorzien.
4.3 De verzekerde dient ter identificatie de
hulpcentrale alle relevante informatie te verstrekken, wanneer hij de hulp van de centrale inroept.
4.4 Recht op hulpverlening bestaat uitsluitend indien de verzekerde vooraf contact heeft opgenomen met de hulpcentrale.
4.5 Vergoeding van kosten vindt uitsluitend plaats indien de hulpcentrale de hulpverlening zelf heeft verricht, dan wel in haar opdracht heeft laten uitvoeren.